Aymar. BUITENLAND. BINNENLAND. 3e Jaargang. No. 639. Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHI|NT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1.10 per kwartaal bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco oer post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2'/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Dinsdag 14 November 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangesmeten betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. V De Leidsche groenen- quaestie. De „N. .R. Ct." bevat den volgenden i.open brief" aan den genaat van de Rijks universiteit te Leiden. Hooggeleerde Heeren! Als vader van een der leden van het in Id'e beruchte Leidsche studentenzaak be trokken Collegium .Civitatis Academiae Lugduno-Batavae Supreinum ,en mede als (eerelid van dat Collegium, wensch jk een ernstig protest uit te brengen tegen het besluit van uw Academisch Bestuur on* .openbaarheid te geven aan de berisping Id'oor den Rector Magnificus jn eene ver gadering van rectoren en assessoren tot de hoofdschuldigen gericht. Ofschoon niet wetende en dus niet jkunnende beoordeelen welke feiten den [Rector Magnificus daartoe aanleiding ga- levn, wil ïk aannemen, dat die feiten van zoo'n ergerlijken aard waren, dat de .waardigheid der Leidsche Hoogeschool diens tusschenkomst eischte en hij volko men verdiend, zijn ernstige afkeuring jn leen gestrenge berisping heeft uitgespro ken. Dat echter de Senaat, ofschoon zijn .wettelijke bevoegdheid daartoe aan ern stige twijfel onderhevig is, de openbaar making van dit vonnis heeft bevolen en (daardoor, zonder dat de belangen der Leidsche Hoogeschool het eischten, al om in den lande een beroering heeft te weeg gebracht en de hartstochten heeft Opgezweept bij zoo vel en, die in deze wer kelijk tot oordeelen onbevoegd zijn, acht ik in hooge mate af te keuren. Waar uw Academisch Bestuur zeker tnoreel tot zijn taak mag rekenen de be hartiging der belangen van het Leidsche (Studentencorps, dat op zijn geschiedenis terecht trotsch mag zijn, daar had m. i. de gewraakte gebeurtenis uw Bestuur geen aanleiding mogen geven op deze wijze dat corps door het slijk te halen. Die openbaarmaking geeft mij den in druk, dat door uw Bestuur deze betreu renswaardige geschiedenis wordt aange grepen als een propagandamiddel ter be strijding van den groentijd en jn dat ver band acht ik de belangen van de leden van het Leidsche Studentenkorps bij uw tegenwoordig Academisch Bestuur niet in veilige handen. Met verschuldigde hoogachting heb ik de eer te verblijven Uw dienstw. Mr. G. Kortenbout van der Sluijs. Almelo, 13 November 1911. Heeft deze inzender het ,vvel bij 't rechte eind De publicatie der kernachtige rede van den rector magnificus schijnt .een stevige verzwaring der afstraffing te zijn ge weest; zoo stevig zelfs, dat deze vader van een der berispte jongelui er tegen op komt. Nu kunnen we levendig begrijpen, dat het gansche geval dezen heer hoogst on aangenaam heeft getroffen, dat het zijn jouderhart heeft pijn gedaan. Maat" in zijn Wrevel vergeet hij, dat niet door het pu- FEUILLETON. Waar het Fransch. 39) .Nu kwam de koopman, die zich van behendig gekozen redeneeringen bediendeden jeugdigen directeur het voorstel doen, zijn welbeken den invloed bij Mijnheer W,estner aan te wenden, om tot die overeenstem ming te kunnen komen en indien hij er In slaagde, zou hem eene premie worden verleend van twee percent van de totale Waarde. Aymar had moeite om zich te bedwin gen en den vreemden bezoeker tot het seinde aan te hooren. Wat gij mij voorstelt, hernam hij toen, is, onder schoone voorwendsels, liet vertrouwen te bedriegen van een eerlijk, openhartig man en dit hebt gij fcelf zoo ingezien, dat gij op een avond pdjt hiergekomen, in het geheim, en zon- jder zelfs uw naam te durven bekend te! maken. Gij hebt wellicht vernomen, wel ke schandvlek op mijn verleden rust en daarom gedacht mij eene misdaad te Icunnen voorstellen, die niet gestraft fet&rdt Yftot de wet» jmaar do,or, d£ techt- blioeeren der rede, doch .wel door het bewuste schandaal „het corps door het slijk is gehaald." En waar dit droeve feit openlijk is bekend geworden, daar diende ook openlijk getoond, dat er nog mannen zijn, vvien „de waardigheid der Leidsche Hoogeschool" zoodanig ter harte gaat, dat zij niet voor krasse tuchtmiddelen te rugdeinzen. ALGEMEEN OVERZICHT. Geen groot nieuws uit Tripolis. Alles schijnt er in diepe rust. Intusschen moet men nu danig aanstalten maken om de! groote operatie te beginnen in 'de Aegeïsche Zee. Heden zouden, naar de „Lokal Anzei- ger" uit Parijs getelegrafeerd kreeg, ge lijktijdig de operaties der Italiaansche vloot beginnen in de Aegeïsche zee en aan de Aziatische kust. Een gedeelte van de oorlogsvloot, die samengetrokken is, zal een transport- vloot vergezellen, welke landingstroepen aan boord heeft. De Avanti verneemt uit Venetië, dat de hertog der Abruzzen met twee pantserschepen en vier torpedo booten tusschen Cerigo en Kreta kruist, terwijl admiraal Aubry met negen pant serschepen en drie onderzeesche booten al voor Lcmnos zou verschenen zijn. Een derde afdeeling van de vloot is ook van Venetië naar de Aegeïsche Zee vertrok ken. Zij moet het expeditie-ldger be schermen, dat, naar men verzekert, op Mytilene, Chios en Rhodos aan land zal gaan en samengesteld is uit de garnizoe nen van Padua, Milaan en Venetië. Dit bericht van de Avanti verklaart, waarom Italië nog méér dan de voorloopig voor Tripoli en Barka benoodigde. vier divi sies gemobiliseerd heeft. In Turkije is men van meening, dat de eilanden Mytilene, Chios en RhodOs thans voldoende in staat van tegenweer zijn gebracht, om zich tegen een poging van de Italianen om er te landen krach tig te kunnen verzetten. Onder bescher ming van den nacht hebben kleine zeil schepen van de kust van Klein-Azië er in de Jaatste veertien dagen voortdurend troepen, schietvoorraad en mondkost heen gebracht. Ook zijn de eilanden van kanonnen voorzien. Een landing daar zouden de Italianen niet zonder de hard nekkigste gevechten kunnen volvoeren. Anderen zijn echter van meening dat de Italianen hun oog meer op de kust van Syrië of op de golf van Saloriiki gericht hebben. Het zal wel spoedig blijken. Het heet ook, dat de Turksche vloot niet langer werkeloos zal blijven. De Turksche bladen melden, dat de ministerraad besloten heeft de buiten- landsche mogendheden ervan te verwitti gen dat de Porte onmiddellijk tot uitzet ting van alle Italianen zal overgaan zoo de Italianen de Turksche kusten en eilan den. aanvallen. Het schijnt dat de onderhandelingen tusschen Joean-sji-kai en de Chineesche opstandelingen niet tot een bevredigend resultaat heb- vaardigheid verboden is. Ik heb mis schien het recht verloren, er mij over te ergerenmaar dit wil ik u wel zeggen, dat gij, door iemand te durven voorstel len, handel tè drijven met zijn gewe ten, met zijn eer, minstens even schul dig zijt dan hij, die zulk een koop slui ten zou. Ik zie, dat ge mij verkeerd begrel- pen hebt, vervolgde de vreemdeling op staande men had u echter gehouden) als een verstandig man.... En weinig nauwgezet van geweten zekerhet spijt mij voor ons beiden, daar u er door aangespoord zijt een zeer lage daad te bedrijven, terwijl ik moet ondervinden, dat men mij de schandelij ke medeplichtigheid opdraagt. Ik hoop ten minste, mijnheer, her nam de koopman, die moeite had onder een spottend uiterlijk zijn pijnlijke be schaming te verbergen, dat ik ,op uwe volkomene bescheidenheid rekenen mag. Evenzeer als op mijn ernstig voor nemen, alles in het werki te stellen bij Mijnheer Westner, opdat hij er zich voor wachtte, in de toekomst met u in on derhandeling te treden. Een spottende buiging was het eenigö antwoord, dat de vreemdeling gaf, die zich daarop haastig verwijderde. Toen Aymar zich alleen bevond, sloeg hij een tr^urigen blik; tea hemd. ben geleid, althans zijn de regeerings- troepen Zondag weer begonnen Hankou te beschieten. Naar de „New York Herald" moeten de revolutionairen hebben besloten tele grafisch uitnoodigingen te zenden aan de veertien provincies van China, die af vallig zijn geworden van de centrale re geering te Peking, om gedelegeerden te zenden naar Sjanghai, die door dan sa men een Voorloopige Nationale Vergade ring zoud<?n vormen ter vervanging van de Nationale Vergadering (het Vóór-par lement) te Peking. Dat laatste Parle ment toch bestaat voor ,een groot deel uit leden, door de regeering zelf aange wezen. De leden, die door het volk wa ren aangewezen, nemen weinig deel aan de beraadslagingen van het Vóór-parle ment, dat dientengevolge door de opstan delingen niet als een echte vertegenwoor diging wordt erkend. De revolutionairen te .Sjanghai heb ben een memorie gericht tot den Regent, waarin zij er bij hem op aandringen, dat hij zal aftreden. Zii beloven hem voor dat geval, dat het leven en de bezittin gen der leden van het Keizerlijk huis zul len worden beschermd. Voorts hebben deze revolutionairen een manifest uitgevaardigd, waarin zij het volk der verschillende provincies aan sporen, al hun ras-geschillen te vergeten en zich te vereenigen op een gemeen schappelijke basis van nationalen voor uitgang onder een republikeinsch regi me, waaronder zij in het genot zullen we zen van gelijkheid en volledige vrijheid. In Nanking, de eenige stad in het op- standingsgebied waar de keizerlijken nog eenigzins vasten voet hebben wordt de toestand zoodanig dat den verschillen den consuls en het consulaatspersoneel aangeraden is ten spoedigste te vertrek ken daar de oorlogsschepen hen niet kunnen beschermen. Men verwacht er klaarblijkelijk een hevig gevecht en wel in verband met het bericht dat 13 chinee sche oorlogsschepen voor de stad zijn verschenen zonder vlag in top. Men ver moedt dat deze de republikeinsche vlag zullen hijschen en de stad beschieten. GEMENGD. Naar Reuter verneemt, zal <de Turk sche regeering bevelen om de .wegens den oorlog gedoofde vuurtorens hun Jicht weer te doen uitschijnen, .wanneer het stoomschip Medina met den koning en de Koningin van Engeland aan boord op zijn reis naar Indië door de Roode Zee heen vaart. Voor degenen, die zich den altijd toevalligen tegenspoed van Koning Pe ter van $ervië bij zijn bezoeken aan an dere staatshoofden herinneren, moet het volgende Jakonieke bericht uit Belgrado aan de Lokal Anzeiger niet onvermakelijk zijn: Hedenavond reist Koning Reter met een extratrein Jn gezelschap van den mi nisterpresident Milowanowits, met een groot gevolg naar Parijs. JHet oponthoud1 daar zal drie dagen duren. JEen kleine ontstemming veroorzaakt, dat bij het be zoek geen militaire parade zal worden ge houden. Mijn God, zeide hij, gij hebt mij geen enkele vernedering willen bespa ren maar zal ik eindelijk de dag van (ver geving zien schijnen Te opgewonden, om onmiddellijk den slaap te vatten, gevoelde Aymar behoef te om frissche lucht in te ademen en 'te' wandelen; wellicht dat de koelte van den nacht de opbruising van zjjn bloed zou bedaren. Daar hij geen bepaald doel had, bevond Aymar zich, na een kwar tier haastig geloopen te hebben, op een weg, aan den eenen kant begrensd door een vrij diepen sloot, en aan den ando ren kant door eenige huisjes, meeist wo ningen van werklieden uit de smelterij. Het was toen tien uur en ^lles was reeds in rust. De weg was slechts ver licht door het grillige maanlicht, dat bij oogenblikken tusschen twee wolken door kwam kijken. Aymar, die zich alleen waande, verwonderde er zich over, eens klaps achter zich eene dronkenmanssjtem te hooien, die langzaam de woorden uit bracht Mooi weer om' te wandelen, Mijn heer Koechlerik geloof toch, dat er geen verordeningen bestaan, die! een eer lijk man beletten te wandelen, als hij daartoe lust heeft. Aymar, die zich had omgekeerd, be merkte Wolf, op niet «meer d^n vijf qf ££S p^SSQ êfëta&dSa Verder meldt het bericht: Aan het be zoek bij den president van frankrijk wordt in Belgrado geen bijzondere betee- kenis toegeschreven. De pers van die op positie betoogt, dat het bezoek .uitslui tend ten doel heeft een nieuwe aanzien lijke leening voor Servië in Parijs te verkrijgen. Uit Tunis wordt aan de „Nat Ztg." geseind: De stad is kalm, alleen de Itali anen zijn nog wat opgewonden, inboor lingen hebben den gouverneur stukken doen toekomen, die blijk geven van hun loyale houding. De plaatselijke bladen eischen een versterking van het garni zoen. In een dorp van het arrondissement Karnobat (Bulgarije) zijn 7 gevallen van cholera voorgekomen, waarvan er drie een doodeüjk verloop hadden. 7 verdach te gevallen zijn vastgesteld. Reuter seint uit .Tandzjer dat dq stad vrij van pest is verklaard. Uit New-York wordt d.d. Maandag geseind, dat de staking der straatreini gers en vuilniskarrevoerders ernstige vor men aanneemt. Alle pogingen der plaats vervangers om onder bescherming der politie uit te rijden waren door de drei gende volksmenigte verijdeld en 40.000 tonnen vuilnis lagen in de straten onop geruimd. De bloedige botsingen duren voort en zullen waarschijnlijk de oproe ping der staatsmilitie noodzakelijk ma ken. De geneele stad is door het zich qp- hoopen en blijven liggen der hoeveelheid vuil in een toestand gebracht, die strijdt met alle gezondheidsregelen. Bij de botsingen met de politie, die gisteren hebben plaats gehad, zijn .weer twee stakers gedood. In de staten [Wisconsin .en Illinois heeft een wervelstorm gewoed. Er zijn tamelijk veel dooden, ca. vijftig gewon den, terwijl bovendien een schade van meer dan V-k millioen gulden is aange richt. In het dorp Jsemborzice bij Lublin (Polen) zijn 120 huizen door brand ver nield. Uit [Weenen wordt aan het „Berl. Tageblatt" geseind: Jn Triëst staken de koetsiers. De staking heeft een alge- meene stremming in het verkeer tenge volge. Daar het onmogelijk is om de wa ren, die aan de havens zijn opgestapeld, te vervoeren, kan, als de staking nog eenige dagen voortduurt, een geheel pn- houdbaren toestand intreden, die beden kelijke gevolgen zou kunnen hebben voor het heele land .en voor den transito handel met het buitenland. Koninklijke besluiten. Bij kon. besluit is benoemd in de Com missie van Toezicht bedoeld in art 201 der Hooger Onderwijswet, tot lid en voorzitter mr. J. C. baron Baud, procu reur-generaal bij het gerechtshof te Am sterdam en tot lid mr. M. LW. L. S. Bul derdijk, lid van Ged. JStaten van Utrecht; is benoemd tot lid van de Pharmacopee Als die eerlijke man zich bevindt in den toestand, waarin gij nu verkeert, ant woordde Aymar op strengen toon, zou hij beter doen, met zich niet meer op Iden openbaren weg te bevinden. De meening der menschen, ik spot daarmede, en met alles wat zij zeggen, die oude klappersEn als ik er lust toe had, gelooft gij dan, dat ik het voor de wereld laten zou, u een frisch bad in| dien sloot te doen nemen Dit is iets, wat niet in uwe reglementen defr smel terij geschreven staat, Mijnheer Koech ler, en ik' ken een der onze die 'drommels blij zou zijn, als hij dit vernam. 1 En Wolf lachte dien botten lach der dronkaards. Zwijg en ga slapen, hernam Aymar, die zijns ondanks den toorn voelde op wellen. Als ik zeg, dat er één is, neen, wel honderd, had ik moeten zeggen: overi gens zie ik niet in, waarom ik mijn lust niet zou bevredigenik ben de sterkste hier en zoo zou ik u in eens al mijne boeten terugbetalen. [Wolf trad op Aymar toe, om zijn plan te volvoeren, maar deze stiet hem metj kracht terug niettegenstaande zijn dron kenschap wankelde de werkman niet. Toen eenmaal de strijd begonnen was, was het moeilijk er het einde van te ivoor- Zien, toep een dgrde plotseling kyyam. commissie: dr. L. M. van den Berg apotheker te Alkmaar. is: lo. benoemd tot gewoon hoogleer aar in de faculteit der geneeskunde aan de rijksuniversiteit te Groningen, tot hef geven van onderwijs in de geneeskunde, dr. A. A. Hijmans van den Bergh, te Rotterdam2o. dr. E. Wiersma, hoogleer aar aan genoemde universiteit behalve met 'tgeven van onderwijs jn de psychia trie, ook belast met bet geven van onder wijs in d'e neurologie; zijn benoemd tot burgemeester van Langerak en Nieuwpoort, C. van d'erStok secretaris dier gemeente; tot burgemees ter van Opmeer, H. J. K- van der Steen; tot burgemeester van Kruiningen, J. fL Dominicus, secretaris dier gemeente, en tot burgemeester van Grijpskerk, K. P. Fe r inga is aan den reserve-eerste-luit. 5- baron van Heemstra, van het 3e reg. huzaren, een eervol ontslag verleend is benoemd' bij het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den geneeskundigen dienst, tot reserve-offi cier van gezondheid 2e kl., de heer H. N. J. Arrttz, arts; is aan den directeur van het post- en telegraafkantoor te Edam, R. Nicolai, eer vol ontslag verleend. Landarbeiders. Vanwege de Kon, Ned. Landbouw ver- eeniging zal er een grondig onderzoek worden ingesteld naar de inkomsten en uitgaven van den Nederiandschen land arbeider. Twintig van deze arbeiders, over het geheele land verspreid, zullen worden uitgenoodigd, onder leiding en toezicht van een deskundig raadsman, en tegen behoorlijke belooning voor de moeite, van 1 Januari tot 31 December 1912 nauwkeurig aan te teekenen alle ontvangsten en uitgaven en alle op gelds waarde geschatte producten, die de huis houding uit het bedrijf ontvangt. Op die wijze denkt men te weten te komen het loon in geld, het loon jn natura en de in komsten genoten uit het arbeidersbedrijf je naast de gespecificeerde uitgaven. Huldeblijk Kard. Van Rossum. Men verzoekt ons het volgende to plaasen Op den 27 November a.s. zal de Hoog- ,Eerw. Pater W. M. van Rossum, Con sultor-Generaal van de Congregatie van den Allerheiligsten Verlosser, Consultor van het H. Officie, tot het Kardinalaat! worden verheven. Sinds vier eeuwen is deze hooge waar digheid aan geen Nederlander te beurt gevallen. Met zoo algemeene vreugde dan ook; is deze tijding in den lande vernomen, dat ongetwijfeld velen zeer gaarne zullen medewerken om den Nederiandschen Kardinaal een passende hulde te bren gen. Daarom hebben eenige zijner vrienden en vereerders zich vereenigd tot een co mité, dat zich ten doel stelt geldelijke bijdragen te verzamelen ten einde aan den nieuwen Prins der Kerk namens zij ne landgenooten een huldeblijk te kun nen aanbieden. toesnellen, en uitriep, terwijl zij zich op den werkman wierp, dien zij' trachtte te weerhouden Ongelukkige, gij wilt dus ons allen ongelukkig makenMijnheer Koechler, vergeef hem, och! vergeef henugij ziet wel, dat hij niet weet, wat hij doetj." Het was de vrouw van den arbeider, die zich zoo tusschen de strijders was komen werpen. Ongerust over de late thuiskomst van haar man, ging zij hem te gemoet, terwijl zij sneller was komen toeloopen, toen het geluid van eene drei gende stem haar had doen verschrikken!. Het zien van zijne vrouw had Wolf een weinig tot bedaren gebrachtweldra her nam hij met de stijfhoofdigheid, aan dronkaards eigen Neen, neen, laat inij doen hij moet een koud bad nemen in den slootik! wil het, en het zal zeer vermakelijk eijn, de opzichter zal er om lachen, dat hij schudt. Dat je kinderen en ik in deze laat ste tijden niet van honger gestorven zijn, vervolgde de vrouw, hebben witaan! Mijnheer Koechler tc danken eerst van daag heb ik de edelmoedige hand lee- ren kennen, die ons ondersteunde in de ellende, waartoe je wangedrag ons ven- oordeelt. iffioxdt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1