Ditkeerinf van f 600.=
Onze GRATIS=
Ongevallenverzekering.
Aymar.
Gemeenteraad van Wassenaar
Uit de Pers.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 25 Oct. no. 623.
FEUILLETON.
Naar het Fransch.
23)
Zij, die u niet kennen, zullen u
voor een onverschilligen echtgenoot aan
zien.
Zij- mogen mij evengoed voor een
zeer vervelenden en lastigen echtgenoot
houden.... Uw laatste woord, Mijnheer
SKoechler?
Ik heb het u reeds gezegd, mijn
heer, over acht dagen ben ik tot uw
dienst.
Welnu ,kom over acht dagen.... en
loop naar den drommel.
Deze laatste beminnelijke toespraak
maakte een einde aan het onderhoud.
Aymar zag met leed het verdriet zij
ner twee leerlingen, terwijl hij zelf on
gaarne afstand deed van een beroep, dat
hem ten minste eenige onafhankelijkheid
liet. Alvorens te scheiden van zijne ar-
jme kostvrouw, die evenals haar zoon
{weende, drukte hij hen hartelijk de hand.
Wellicht kom ik nog terug, zeide hij
hun bewaar mij een plaatsje in uw. hu,is
$n vooral ia uwe genegenheid.
toebereid, welke te IJinuiden nan den
Rijks visch-afslag uit de eerste handi
gekocht, gereedgemaakt tegen kostenden
prijsverkrijgbaar wordt gesteld
Naar mijn bescheiden meening, zou
den Rijksregeering en gemeentebesturen
door voorlichting fin leiding te geven
veel nood kunnen bezweren.
STATEN-GENERAAL.
x.
HET HANDELSHUIS KRUFF.
Niet één der onaangenaamheden, die
Aymar zicli van zijn nieuwe positie had
voorgesteld, bl.eef hem gespaard. Beurte
lings had hij te doen met een man. veel-
eischend en ruw en met eene vrouw ver
toornd en klagend, het treurigste beeld
eener ongelukkige echtvereeniging. 'Niet
tegenstaande de soms ruwe bejegenin
gen, die Aymar van zijn patroon te ver
duren had, gevoelde deze laatste, dat zijn
bediende zijn meerdere \vas, waar het
verstand, ontwikkeling en opvoeding
gold. In de eenigszins minachtende koel
heid, waarmede de jongeling zijne ruwe
gezegden aanhoorde, was iets, dit hem,
ondanks zich zelf, eerbied inboezemde.
Moeilijker wellicht was het voor
Aymar zich te verdedigen tegen de ge
meenzaamheid van een jongeling vani
achttien jaar, neef van Kruff, even licht
zinnig, als hij zelf was ,opi dien leeftijd.
Frits bracht zijn tijd door, hetzij met
reizen voor de zaak, hetzij met het lezen
van slechte boeken.
Reeds spoedig had Aymar in dezen
ioqgeling een boosaardig karakter ont
dekt, wiens behendige huichelarij zijn
qom geheet verblindde; ook stelde hij
De Minister verklaarde eindelijk, te
willen streven naar opkomst van de mili
taire werkers in twee ploegen.
De Minister van Binnenland-
sche Zaken, de heer Heemskerk,
stelde als zijn indruk van het debat vast,
dat de critici niet hebben getriomfeerd
oVer het wetsontwerp en in gebreke zijn
gebleven eigen stelsels aan te bieden.
Het was den Minister onbegrijpelijk
wat de heeren Thomson en Marchant
wilden. Hij herinnerde aaii het feit, dat
de heer Thomson den heer Schaper, die
in dienst ging, hooger stelde dan den
heer Lohman, die den dienst afkocht,
maar in 1870 stelde de heer Lohman zich
voor de grepsverdediging beschikbaar. De
heer Lohman werd toen afgewezen om
dat hij niet onderlegd was, doch besloot
toen zijn zonen persoonlijk te doen
dienen.
Ten slotte constateerde de Minister dat
de heer Troelstra de tegenspraak tus-
schen eigen standpunt en dal van Jaurès
niet had weggeredeneerd.
De algemeene beraadslagingen werden
gesloten.
De motie-Ter Laan (S. D.) c. s.
(weerbelasting voor inkomens van f3000
en hooger) werd verworpen met 70
tegen 5 stemmen.
De motie-Thomson (U. L.) c. s. (be
korting van kaderverblijf als onmisbare
voorwaarde voor contingentsverhooging)
met 52 tegen 22 stemmen.
Een voorstel-Roodhuyzen (U. L.)
oim Woensdag de artikelsgewijze behan
deling aan te vangen, werd verworpen
met 56 tegen 19 stemmen.
Artikel 1 werd aangenomen en na
eenig debat met 39 tegen 32 stemmen
verworpen een amendement van Üen
heer de Beaufort (U. L.) om te be
palen, dat niet-Nederlanders tot een an
dere nationaliteit behoorende, u:t de mi
litie behooren te worden geweerd.
Artikelen 2 en 3 werden aangenomen.
Bij artikel 4 (grootte van de lichting
en verdeeling van de ingelijfden) kwa
men, nadat de Voorzitter onder
hilariteit heeft medegedeeld, dat de Re
geering de woorden „militaire werkers"
heeft vervangen door administratie
troepen", verschillende amendementen in
behandeling.
Ie. van de heeren Ter Laan c. s.
om de sterkte van het contingent te laten
op 17.500 man;
2e. van dezelfden om te voorkomen
dat de jaarlijksche lichting toch nog aan
zienlijk grooter wordt dan wat in het
artikel als het hoogste getal wordt ge
noemd;
3e. van dezelfden om de grootte van
de lichting te verminderen met het getal
der voor studie vrijgestelden
4e. van dezelfden om te bepalen, dat
van elke lichting niet 1000, doch slechts
600 man bij de zeemilitie worden ingelijfd
5e. van dezelfden, om de militaire wer
kers te laten vervallen en
6e. van de heeren Thomson c. s. een
amendement van gelijke strekking.
De 'heer Ter Laan lichtte zijn amen
dementen nader toe.
Hij wees er op dat ook de Raad van
Defensie geen contingentsverhooging
wenscht, dat deze ook ^teeds door de
Katholieken is bestreden en betoogde
dat zij noch tegenover den buitenïand-
schen, noch tegenover den binneniand-
schen vijand noodig is. "De contingents
verhooging zal de kosten o.a. voor ka
zernebouw zeer doen stijgen, terwijl de
militaire gezondheidsdienst, nu reeds,
blijkens het geval van der Breggeli, niet
voor zijn taak berekend, niet op contin
gentsuitbreiding is opgericht.
Spr .wijdde daarna nog een enkel
woord aan de volgende amendementen.
Even 11 uur vroeg de heer Duys
(S.D.) de beraadslagingen te schorsen,
daar slechts 12 leden der rechterzijde
aanwezig zijn.
De Voorzitter verdaagde daarop
de vergadering, met het oog op het
vergevorderd uur, tot Woensdagochtend
half 11
Gemeentezaken.
Gemeenteraad.
Voor den Gemeenteraad van Donder-
alle mogelijke middelen in het werk om
hem op een eerbiedigen afstand te hou
den.
Om zich hierover te wreken noemde
Frits hem spottende „mijnheer de her
tog" of „mijnheer de prins" en behan
delde hem in schijn met allen eerbied.
Weldra had Aymar de boeken in vol
maakte orde gebracht en daardoor de
ongelukkige vrouw bevrijd van een last,
boven hare krachten en boven haar ver
stand.
Toen een maand verloopen was, zeide
Kruff hem
Ik vind, Mijnheer Koechler, dat ik
van de vijftig gulden, die ikl u heb' uit te
betalen veertig er van aan mijn schoon
vader moet ter hand stellen tot del
ging uwer schuld.
Pardon, mijnheer, hernam Aymar
daarmede ben ik het niet eens. De gfin-
sche som zal aan mijne schuldeischers
vervallen, maar ik sta er op* ze zelf naar
goeddunken te verdeden.
Maar vader Gonae heeft mij ge
zegd
Dan zal hl] zich vergist hebben.
Overigens gaat het mij ook niet
aan, maak zelf uwe zaken met uwe
schuldeischers maar in orde, dat moet
bij u reeds eene oude gewoonte zijn ge-
1 wprdep.
dagmiddag is nog aan de orde gesteld;
Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 3e klasse no. 7.
Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 3e klasse no. 8.
Het Invalidenhuis.
Ingevolge de raadsbesluiten van 5 Nov.
1816 en 3 Jan. 1817 werd het aan de
gemeente toebehoorende gebouw, bekend
onder den naam van Oude Mannen- en
Vrouwenhuis, gelegen op den hoek van
den Middelweg en de Koppenhinksteeg,
benevens een gedeelte van die steeg ten
gebruike afgestaan aan het Fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van den
Gewapenden Dienst in de Nederlanden,
om te worden ingericht tot een Invaliden
huis, waarin de verminkte verdedigers
des vaderlands zouden kunnen worden
gehuisvest.
Aan dezen afstand werd toen de voor
waarde verbonden, dat het gebouw met
de daarbij behoorende terreinen weder
volledig ter beschikking van de gemeente
zou worden gesteld, zoodra het niet meer
tot huisvesting van de invaliden zou
dienen.
Meermalen deed zich in den loop der
jaren de behoefte gevoelen aan een ter
rein in het centrum, of althans binnen
de bebouwde kom der gemeente en
meermalen werd de blik dan ook op
het Invalidenhuis gevestigd.
Onder deze omstandigheden was eene
geheel ongezochte gelegenheid, die zich
in den aanvang van het jaar 1908 voor
deed, om de beschikking over deze ge
bouwen en gronden na niet al te langen
tijd volledig terug te verkrijgen, B. en
W. zeer welkom.
De Raad van Administratie van het
Invalidenhuis n.l. wendde zich, na voor-
afgegane mondelinge onderhandelingen,
den 13en Maart 1908 officieel tot B. en
W. met een voorstel, teneinde de be
schikking te erlangen over een meer aan
moderne eischen voldoende nieuw Inva
lidenhuis. De slechte toestand, waarin
het bijna een eeuw in gebruik zijnde ge
bouw blijkens de uitkomsten van een
deskundig onderzoek verkeerde, verzette
zich tegen het denkbeeld van eene ver
bouwing. Zoodoende kwam een voorstel
tot ruil van terrein. Behoudens nadere
bekrachtiging door het Hoofdbestuur van
het Fonds en de algemeene vergadering
verklaarde de Raad zich bereid, het nog
steeds in eigendom aan de gemeente toe
behoorende gebouw en terrein aan den
Middelweg en den Ouden Rijn weder ter
beschikking van B. en W. te stellen en
tevens de daaraan verbonden erven met ge
bouw (het voorplein aan den Ouden Rijn,
voorzóover dit vroeger geen deel uit
maakte van de Koppenhinksteeg, en de
woning van den onder-commandant)
waarvan het Fonds eigenaar is, vrij en
onbezwaard aan de gemeente in eigen
dom over te dragen, mits deze van haar
kant bereid werd bevonden, in ruil daar
voor een terrein, deel uitmakende van
het Raamland aan den Hoogen Rijndijk,
vrij en onbezwaard aan het Fonds in
eigendom af te staan.
Dit voorstel is de basis van de verdere
onderhandelingen gebleven.
In het kort samengevat, zijn de voor-
deeleu, voor de gemeente aan den ruil
verbonden, de volgende:
In de eerste plaats verkrijgt de ge
meente weder de beschikking over eenige
gebouwen, en speciaal ook over eenige
terreinen in het midden der stad, die
haar voor velerlei doeleinden van dienst
kunnen zijn en haar reeds meermalen
groot nut hadden kunnen verschaffen.
Bovendien blijft eene inrichting voor Lei
den behouden, die tengevolge van de
geregelde uitgaven, voor hare huishou
ding en haar beheer verelscht, aan de
gemeente, met name aan den midden
stand, ten goede komt. Eindelijk zal aan
een breeden verkeersweg en aan den
ingang van een breeden boulevard, die
in de toekomst een der belangrijkste
verkeerswegen van Leiden belooft te
worden, een monumentaal gebouw ver
rijzen, dat aan de schoonheid van het
oostelijk stadsdeel niet anders dan be
vorderlijk kan zijn.
B. en W. stellen daarom den Raad
voor, op den ruil ïn te gaan. Zij willen
tevens het Hoofdbestuur vergunning ge-
Omdat ik er prijs opi stel, dat mijn
heer Gonae noch u zoudt kunnen twijfe
len aan het gebruik, dat ik van dit geld
maken zal, zal ik mijne schuldeischers
alhier ontbieden.
Kruff haalde de schouders op.
Dat alles is mij onverschillig, ver
volgde hij, betaal of betaal niet, ik be
kommer mij heelemaal niet over het geld
van mijn schoonvaderhij is zoo flink en
krachtig, dat hij gemakkelijk ons allen
kan overleven.
Op zekeren dag kwam Frits het kan
toor binnen met een gezicht, stralend van
valsche vreugde.
Nu heb ik vandaag wat moois van
u gehoord, zeide hij tot Aymar; ik raad
u aan, vertrouwelijker om te gaan met
een eerlijken jongen, die nog niet met
het gerecht (heeft te maken gehad. Vader
Gonae heeft mij alles verteld, omdat hij
woedend op u is.
Aymar had er zich al dikwijls over
verwonderd, dat de noodlottige waar
heid niet eerder aan dezen slechten jon
gen was bekend geworden, tegelijkertijd
zich over diens onwetendheid verheu
gend hij gevoelde zich dan ook ver-
bi eek en onder het gewicht van dezen
plotselingen aanval.
Mijnheer Frits, zeide hij, ik heb
eene zw.ftre misslag begaan, die door
ven de antieke betimmering en de schoor
steenmantel van de bestuurskamer en
de gedenksteenen in het bestaande In-*
validenhuis te mogen verwijderen en over
te brengen naar het nieuw te stichten
gebouw aan den Hoogen Rijndijk.
Voor de benoeming van onderwij*
zend personeel worden voorgedragen:
School 3e klasse no. 7 (Zijlsingel)1.
F. A. van Zimmeren, onderwijzer te Di-
dam; 2. J. Schroevers, onderwijzer tel
Sliedrecht, en 3. J. O. Richardson, onder
wijzer te Sliedrecht.
School 3e klasse no. 8 (Medusastraat)
1. J. Schroevers, 2. F. A. van Zimmeren,
en 3. J. O. Richardson.
B. en W. bieden den Raad ter vast
stelling aan het forensenkohier der plaat
selijke directe belasting met een belast
baar inkomen van f 392.789 tegert
f 350.677.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig de heer Jochems, met ken
nisgeving.
De voorzitter deelt mede, dat negen
monsters volle melk zijn onderzocht en
dat het vetgehalte enz. voldoende is.
Gelezen wordt een rapport van veld
wachter de Jong, inzake den diefstal bij
de wed. v. d. Kleij. B. en W. hebben ten
gevolge hiervan J. v. d. Hoeven te Voor
schoten toegekend een premie van f10.
Ingekomen is een rapport van de Ned.
Ver. tegen de prostitutie. B. en W. vin
den het niet noodig, thans een verorde
ning op de prostitutie te maken. Een
adres om verbreeding van enkele wegen
toe te staan aan de Alg. Ned. Wielrij-
dersbond wordt gesteld in handen van B.
en W. ter fine van praeadvies. Naar aan
leiding van de adressen van Van Wissen
en Th. v. d. Zalm om subsidie als be
stellers van goederen naar het station
Voorschoten, besluit de Raad een tarief
vast te stellen, geen subsidie te verlee-
nen en naar deze betrekking te laten
solliciteeren.
De Maatschappij „de Kievit" en vWild-
lust" wenscht op Groot-Hazenbroek een
aantal wegen te laten aanleggen. De
plannen hiervoor zijn aanwezig en na de
noodige toelichtingen door den Voorr-
zitter hechtte de Raad zijn goedkeu
ring aan de plannen. Het stukje grond
bij de onderwijzerswoning wordt door de
gemeente opnieuw ingehuurd voor 10
jaren. Op eenige reclames van den H.
O. wordt afwijzend beschikt. Eenige af-
en overschrijvingen worden goedgekeurd
D. J. baron van Pallandt, wethouder, ver
laat de vergadering. Aan Jac. van der
Kleij wordt ontslag verleend als plaatsver
vangend keurmeester. In zijn plaats wordt
benoemd H. van der Kleij. Tot ambte
naar van den Burg. Stand wordt gekozen
de heer J. Ruijgrok, die de benoeming
aanneemt. Aan de Gezondheidscommis
sie wordt op een nader te bepalen dag
het gebruik van de groote raadszaal toe
gestaan. De inwoners kunnen dan bij
de commissie eventueele klachten inbren
gen.
Aan de orde komt de begrooting voor
1192. Bij de alg. beraadslagingen vraagt
niemand het woord. Bij de artikelsgewij
ze behandeling merkt de heer Roo ij ak
kers op, dat de post „brandstoffen en
licht voor het Raadhuis" reeds hoog is
en nu alweer wordt verhoogd.
De Voorzitter zegt, dat de post
verhoogd is, omdat hij druk gebruik
hoopt te maken van de Burgemeesters
kamer. Er zullen meer wethoudersverga
deringen plaats hebben en ook meer raads
vergaderingen. De heer v. d. Hulst
zegt, dat het de bedoeling niet is, den
Burgemeester in de kou te laten zitten,
maar 350 gulden per jaar is 7 gulden
per week. 's Zomers wordt niet gestookt
dus was er 14 gulden per week ver
stookt. Ook hij vindt het veel. De Voor
zitter merkt op, dat de secretaris vrij
vuur en licht heeft en dat dit in dezen post
begrepen is. De heer Roo ij akkers
vindt, dat 't lokaaltje „Achter de Kerk'*
een dure schenking is voor de gemeente.
De onderhoudskosten zijn tamelijk hoog.
De heer v. d. Hulst wenscht er een
woonhuis van te maken, dan trekt de
gemeente nog. De heer Mans velt
vraagt, waar de vereenigingen dan moe-
eene strenge maar rechtvaardige straf
gevolgd is. 11c heb in twee jaar tijd meer
geleden, dan ik u toewensch in heel uwl
leven te lijden en toch ben ik misschien:
nog maar aan het begin mijner smarte
lijke boete,... Wat heb ik u gedaan, dat
gij u aldus in mijn ongeluk schijnt te
verheugen
De jongeling scheen een oogenblikj
verlegen; maar weldra hernam hij:
Gij moest ten minste niet ziooï
trotsch w.ezen.
Zoudt gij miï zoo beoordeelen, in
dien gij gezien hadt, hoe hartelijk ik!
laatst de hand drukte van een braaf werk
manskind, den zoon van mijne vroegere
kostvrouw i
Waarom zijt gij dan trotsch tegen
over mij
Gij neemt voor trotschheid de on
tevredenheid aan, die uw gedrag mij
somtijds inboezemt.
Ik heb geen vermaningen van u
noodig, ik1 duld ze evenmin als uwe be
rispingen en nu nog minder dan ooit
Laat dan niets tusschen onze be
trekkingen veranderen, daar gij het zelf
zoo wilt.
(Wordt vervolgd)'^
Heden is door ons aan Mej. de
Wed. J. NOORDOVER te Wasse
naar, wier echtgenoot het ongeluk
had, verleden week Maandag op de
landgoederen van H. M. de Konin
gin, bij het opruimen van door den
storm ontwortelde boomen, door een
boom verpletterd te worden, een
uitkeering gedaan van
Zes Honderd Gulden.
De uitkeering van bovenstaand
bedrag was gewaarborgd door de
Ned. Ongevallen-Verzekering-Maat
schappij „FATUM"te 's-Oravenhage.
DE DIRECTIE.
Leiden, 24 October 1911.
Duurte en Zeevisch.
In de „N i e u w e Courant" schreef
ijhr. J. C. C. den Beer Poortugael een
\varm pleidooi om, vooral met het oog op
de duurte der levensmiddelen het Ne-
derlandsche volk „te leeren visch eten".
Hij geeft eenige cijfers ten betooge
der goedkoopte van visch in 't alge
meen ten opzichte van vleesch eft meent,
dat de Rijksregeering moet steunen al
les, wat het populairmaken van visch als
volksvoedsel kan bevorderen.
Jhr. Den Beer Poortugael wil, dat de
Regeering gelden verstrekt om te doen
onderzoeken de verschillende bereidings
wijzen van visch bij de naburige volken.
Op de vraag, wie voor dat onderzoek
zouden moeten aangewezen, antwoordt
hij
Hier komen wij, dunkt mij, op het
terrein van de vrouw. Er zijn wel koks,
maar tegenwoordig dragen die nietlmeer
lange messen, maar een soort voorschoot.
Op het gebied van kookkunst kunnen wij
dus de vrouw in den arm nemen. Zelfs
'kan ik er bijvoegen, dat wij dat op me
nig ander gebied wat meer moesten doen.
JWcllicht iemand van een kookschool of
eenige, een paar naar Duitschland en te
gelijk een paar naar Engeland, maar
die gaan, moeten practische tnenschen
zijn, die goed uit hun oogen kijken en
niet tevreden zijn vóór zij de zaak Waar
het om te doen is, grondig kennen en
zelf weten uit te voeren.
Daarbij moet zij of één harer en
dat is het tweede punt waar het op aan
komt uit de verzamelde en andere
gegevens een handig receptenboek sa
menstellen, uitsluitend voor vischberei-
ding, dat gratis of zeer goedkoop in Iden
handel gebracht, door het _gehieele land
verspreid dient te worden.
Voorts kunnen de kookscholen en de
.weeshuizen, voor zoover daar de op
leiding tot dienstmeisjes praktisch ge
schiedt, dienstbaar zijn om in dit volks
belang mede te werken. Op die vvjj'ze
kan m.i. gaandeweg de kennis in eni
het gebruik van visch bij ons volk wor
den aangekweekt
Dat alles kan en dient spoedig te ge
beuren, want, al is er geen periculum
in piora, geen noodtoestand, de toestand
zal toch voor een breede schaar onbemid
delde ingezetenen des lands dezen win
ter zorgelijk worden. Kan men hun dan
voor 12 tot 24 cent een kilo gezond,
licht verteerbaar dierlijk voedsel met veel
eiwitstof bezorgen, dan komt men hen
zeer in hun nooddruft tegemoet.
Wellicht kunnen gemeentebesturen in
zooverre daarin behulpzaam zijn, dat zij
lokalen beschikbaar stellen, met ijzeren
potten, v. aar in de z.g. braadvisch wordt
TWEEDE KAMER
Zitting van Dinsdag 24 Oct. (Vervolg.)
De heer Tydeman (O.L.) zette in
zijn repliek1 nader uiteen, dat hij tegen
de viermaanders is, omdat die zaak een
voudig een mislukking is geworden. Het
equivalent voor militaire werkers door
den heer Thomson aangegeven, hfceft
waarde, maar het andere equivalent neer
gelegd in het amendement-van Vlijmen
(IOV2 maand oefening) is even goed.
Spr. critiseerde des heeren Thomsons
optreden in de Kamer ïn defensiezaken
als denigreerend voor de leger-autori-
teiten en de legertoestanden. Overigens
zette spreker tegenover den heer Thom
son uiteen, dat een oefeningstijd van
81/2 maand eerder te kort dan te lang
is. Tegenover den heer Troelstra be
toogde spr. dat deze de rol der kleine
staten onderschatte. Hun rol moet niet
zijn machtsontwikkeling, doch wel hand
having van hun bestaan en dies van hun
onafhankelijkheid en daarvoor moeten zij
gewapend zijn.
De heer Duymaer v. Twist (A.
R.) verweet den critici van het wetsont
werp er zelf geen systeem voor in de
plaats te kunnen geven.
De heer Eland (U.L.) verdedigde
o.a. den heer Thomson tegen de aanval
len ook van de zijde der regeering op
zijn z.g. afbrekende critiek op het leger.
De Minister van Oorlog, de
heer C o I ij n, repliceerende verdedigde
breedvoerig zijn standpunt en achtte het
een voordeel van deze* wet dat de kwes
tie der volksontwikkeling overgebracht
zal worden van Oorlog naar Binnen^
Iandsche Zaken. De Minister achtte een
diensttijd van 61/2 maand in het leger,
gebaseerd op goede lichamelijke voorge
oefendheid beter dan een diensttijd van
een paar maanden langer, zonder die
geoefendheid.
De Minister herhaalde overtuigd te
zijn dat de militaire werkers niet de
schoonste uitvinding der 20e eeuw zijn,
maar het is hem niet gelukt een behoor
lijk equivalent te vinden, want hetgeen
de heeren van Vlijmen, Thomson en an
deren daarvoor in de plaafe willen ge
ven, lean de bedoelde werkers niet ver
vangen, want juist wat de Minister wil,
'n geregelden leergang, wordt door de
aangeprezen equivalenten tegen gehou
den, en anderdeels zouden de financieels
bezwaren te groot worden door uit
breiding van de corveërs. Dit zou vier
ton meer eischen. Een positief antwoord
of hij bereid is de militaire werkers te
laten vervallen, wilde de Minister thans
geven als volgt:
Met dat instituut van mili
taire werkers staat of valt de
minister van oorlog, zoo lang
geen equivalent gevonden is.
Wel wil de Minister toezeggen, dat hij
ernstig zal streven om' de bezwaren aan
het instituut der militaire werkers ver
bonden, zooveel doenlijk weg te nemen
met name door terugbrenging van "den
oefentijd der werkers tot de' normale
oefentijden die pok voor andere cate-
goriën geldt. Maar zulks kan niet in
de wet worfien vastgelegd, doch moet
aan de practijk worden overgelaten.
Avondvergadering.
'Militie wet.
De algemeene beraadslagingen wer
den hedenavond voortgezet.
De Minister van Oorlog, zijn
rede voortzettend, betoogde dat het blij
vend gedeelte noodig tot dekking der
mobilisatie- en dat de nummerverwisse
ling voor het blijvend gedeelte niet
nieuw is, doch bestaat. De voorgestelde
eerste oefentijd is voor vermindering
niet vatbaar, van kaderplicht kan niet
worden afgezien.