No. 621. 23 Aymar. BUITENLAND. 3e Jiargfe £ei£beli& ©ourcmt -*- Bureau OUDË SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHI|NT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 11.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Maandag October 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1^5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 15 regels t 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine AdvertentiSngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. V Middenstand en Tariefwet. Zooals we reeds bij de indiening van (Minister Kolkmans Tariefwet schreven: ,W6 bewonderen de menschen, die precies vweten, welke gevolgen deze wet zal heb ben. Dusdanige beoordeelaars moeten Jieel wat in hun economischen mars hebben. Met ongeveinsde bewondering hebben we dan ook gelezen, hoe beslist men ter vergadering van den Middenstandsbond .wist te oordeelen. Praeadviezen, zooals b.v. de Juristenvereeniging voor het voe ren van een grondig debat steeds noodig acht, vond men zelfs overbodig: de heeren wisten 't wel. Inderdaad benijdenswaardig. (Wij willen gaarne bekennen het zoo precies niet te weten en hebben ons dan ook angstvallig afgevraagd, welke waarde was te hechten aan de uitspraak van den Bond. Zooals men zich herinneren zal, werd met 150 stemmen vóór, 40 tegen en 6 onthoudingen een motie aangenomen waarbij den Staten-Generaal verzocht werd, de wet te verwerpen, wijl ze in *t algemeen in strijd is met de belangen van den middenstand. Dat 's kras!.En zulks te meer, wijl de belangen van den middenstand in zoo hooge mate aandacht en behartiging ver dienen. Zou heusch de middenstand in 't alge meen zoo ongunstig over de wet denken? Bij de beantwoording dezer vraag dient eerstens opgemerkt, dat van de 140 bij den Bond aangesloten vereenigingen er slechts 69 aanwezig waren. Hoe denken de andere 71 over de zaak? Vonden ze haar niet belangrijk genoeg om er een afgevaardigde voor naar Utrecht te zenden? Hadden ze geen voorlichting meer noodig of... hadden ze geen geld in kas? Hoe 'tzij, de waarde van deze uit spraak der Bondsvergadering wordt door de aanwezigheid van slechts de grootst mogelijke Bondsminderheid niet ver hoogd. En zulks te minder, wijl bij die minderheid nog onderscheidene voorstan- ders der wet te vinden waren. In ieder geval: een uitspraak van den Bond hebben we hier niet voor ons. $Iechts een deel sprak zich uit zij het dan, dat de meerderheid hiervan zoo goed zich op de hoogte achtte, dat zij nadere voorlichting overbodig vond. Beschouwen wij nu «de uitspraak zoo op den keper, wijl wij haar betreuren? Geenszins. Waarom zou de Bond zwij gen over hetgeen hij belangrijk acht voor zijn leden? Omdat er achter de oppo sitie tegen de Tariefwet ook politiek schuilt? Maar juist dit mag bij zulk een vakvereeniging geen gewicht in de schaal werpen. Zij moet haar actie voeren zon der aanzien van partijen. Wel mag bij de beoordeeling van de waarde der uitspraak worden overwogen, of ook politiek soms de schaal deed over slaan al zal dit natuurlijk nooit met juistheid zijn te bepalen. Wat wij maar zeggen wilden is dit: FEUILLETON. 'Naar het Fransck. 21) Alvorens te vertrekken, zeidte haar de fcwiderwijzer„Verlangt gij, mevrouwt Idat ik1 nog langer les blijve geven? Ja zeker, mijnheer, antwoordde zij, tot het einde der vacantie. En u hadt mij gezegd, dat ik het ge heele jaar herhalingslessen hebben zou, 0nderbrak de zoon slecht gehumeurd, ik waarschuw u overigens, dat ik niet van plan ben iets uit te voeren, als men mij leen anderen onderwijzer geeft; moet ik jdan het slachtoffer zijn van al de valsche praatjes, die men u verteld heeft?... Mijn plan is, u op een kostschool te doen, onderbrak de dame met vuurrood gezicht, en dat had ik reeds veel eerder moeten doen. Aymar trok zich haastig terug, alvo rens de woordenwisseling tusschen de al te toegevende moeder en den slecht op- gevoeden zoon een voor hem nog lastiger (wending had aangenomen. .Ondanks het weinig syqcqs, dat hem beschouwt men de Bondsuitspraak in 't juiste licht, dan geeft zij o. i. geen reden om minder vertrouwen te stellen in de Regeering, die geroepen is, de nooden der schatkist en de eischen van het alge meen belang met elkaar zooveel doenlijk in overeenstemming te brengen. Laten we haar bij de volvoering van deze zware taak niet bemoeilijken. V Leerzaam verschijnsel. Het besluit van den kerkeraad der Ned. Hen,', gemeente in den Haag, om in de Kloosterkerk merkwaardig dat dit be dehuis door de eeuwen heeri zoo ge noemd blijft een proef te nemen met een liturgischen dienst, besloten met een korte preek, is een zeer leerzaam ver schijnsel. Dit besluit schijnt wel uit de lucht gevallen, maar blijkt te berusten op een algemeenen drang onder de protes tanten om wat meer vormelijks te geven aan hun godsdienstig leven. Als iets dat algemeen bekend is bespreekt toch de schrijver der beschouwingen over „Gods dienstig leven in Nederland" in het „Han delsblad" het verschijnsel, dat er in „de protestantsche volksziel" nog altijd „leeft een menigte vormen, die men allerminst vorm acht". Schr., die op verschillende vaak pakkende voorbeelden wijst, vindt het „niet verblijdend, dat het bebandel- delde verschijnsel er een van gestadige neutraliteit is in het godsdienstig leven onzer dagen." Wij zijn zoo vrij met hem van meening te verschillen. Dat verschijnsel toch, waarvan 't Haagsche besluit zoo'n merk waardige uiting is, bewijst, hoezeer de mensch er behoefte aan heeft, zich te omringen met uiterlijke teekenen, welke tot hem spreken over de innerlijke dingen. Denken we in dit verband eens na over het leerrijke antwoord op de vraag uit ons catechismusboelcje: „Wat is een sacra ment?" ALGEMEEN OVERZICHT. Het begint nu werkelijk meenens te worden met den oorlog in Tripolis de Italianen, die dachten overal, zoo als te Tripolis, na een paar demonstra ties ongestoord aan wal te kunnen gaan zijn nu in Derna en Bengasi van het te gendeel overtuigd, zoo zelfs, dat de op perbevelhebber, generaal Caneva, naar Rome om versterking voor het expeditie leger heeft geseind. Dit verzoek grondt hij o.in. op symptomen, die het uitbreken van den heiligen oorlog voorspellen. Een hooggeplaatst Italiaansch offi cier, die de toestanden in Noord-Afrika nauwkeurig kent, heeft de meening ge uit, dat met minder dan 100.000 man het bezetten en tot rust brengen van Tirpolis niet mogelijk zal zijn. Volgens latere telegrammen deelt de Messageri mede, dat de minister van oorlog besloten heeft om toebereidselen te treffen voor de vorming van een 2en expeditiekorps. tot nu toe zijn loopbaan van onderwijzer had opgeleverd, zou hij er niet van afge zien hebben, indien de onaangename ge beurtenis, die nu volgde, niet had plaats gegrepen. Op zekeren dag had Aymar, voor zijn armoedige tafel gezeten, een waren klui zen aars maaltijd genuttigd; als een woe dende kwam daar een zijner schuld- eischers binnen, wien hij een vrij groote som schuldig was. De zoon zijner kost- vrquw had tevergeefs gepoogd den in dringer wijs te maken, dat Aymar af wezig was. Ziet ge nu wel, onbeschaamde leuge naar, dat hij thuis is, riep de man, terwijl hij den jongen met de vuist dreigde. Ga heen, lief kind, zei Aymar zoo kalm mogelijk, die heer heeft het recht er toe, mij te willen spreken. Eu dat recht heb ik duur genoeg moeten koopen. Ik zou wel eens willen weten, mijnheer Koechler, hoe het komt, dat gij wel geld hebt oim uwe andere schuldeischers te betalen, terwijl gij mij fn 't vergeetboek laat. LTot op heden heb ik ongelukkig genoeg nog slechts een zeer klein deel mijner schulden kunnen afbetalen, mijn heer Gonae, want mijne inkomsten zijn zeer beperkt, en toch heb ik, zoo ver volgde de jongeling, terwijl bij een b$- Nadere bijzonderheden komen over de bezetting van Derna en Bengasi Van Derna bericht de correspondent van de „Córriere delle Sera" het vol gende Den 16den 's morgens werden de onderhandelingen tot overgave dooi de voor de stad kruisende vloot geëischt ren bereid zich onder de gewone voor- taat. De hoofden van de Arabieren wa ren bereid zich onder de gewone voor waarden over te geven, maar de Turken waren er beslist tegen. Het grootste deel van hun troepen trok uit de stad. Slechts 100 man infanterie en artillerie bleven ter verdediging achter. Kort na half twaalf werd op de Pisa het sein voor het bombardement gegeven. Om half een hield het bombardement op en een sloep van de Pisa ging naar de stad. Aan het uiterste einde bij den vuurtoren, op on geveer 150 meter van den wal aange komen, werd zij hevig met geweervuur beschoten en- moest haastig terugkeeren naar beweerd wordt, zonder verliezen te hebben geleden, daar de verschansing van de boot met zakken zand versterkt was. Toen begon het bombardement op nieuw. In het huis van een maraboet, werd de groene vlag, het teeken van iden Heiligen Oorlog, geheschen. Van het land werd met kanonschoten beant woord. Van alle schepen namen thans aan het bombardement deel. Het geluid van de schoten en de echo van de tus schen de heuvels ontploffende granaten was verschrikkelijk, de stad was ge huld in vuur en rook. Van tijd tot tijd kon men even tusschen de rookwolken door zien, welke vreeselijke verwoestin gen het bombardement had aangeridit. Ook het Italiaansche Consulaat was ver dwenen. De kruiser San MarcO richtte 't vuur op het palmbosch,- van waaruit de Tur ken nog steeds met geweervuur antwoor den. Om 2 uur werd het vuren gestaakt. De landingsmanoeuvre begon nu. 500 trozen in s/loepen, onder bescherming van de drie torpedo-jagers Lanciere, Euro en Lampo naderen de kust, maai de hooge zee maakt een landing onmo gelijk. De Turken schieten op dë sloepen doch de torpedo's beantwoorden het vuur. Door deze gedekt keeren de sloe pen naar de oorlogsschepen terugde manschappen gaan weer aan boord. Het vuur uit de groote scheepskanonnen wordt nog heviger als tevoren weder begonnen. De stad is één vuurzeeniet tegenstaande dat gaan de Turksche sol daten met schieten voort. Hun verdedi ging is goed voorbereid slechts zelden is een soldaat of een Arabier te zien. Zij blijven achter hun verschansin gen en in hun loopgraven. Een groote staeplplaats van petroleum gaat in vlam men op. Om half vier 's middags zwij gen de scheepskanonnen. De schepen' maken zich gereed voor de nachtrust. Den 18den October is dan, zooals bericht is, de landing gelukt. Te Bengasi is de landing even Qnge- makkelijk gegaan. De soldaten die een zeereis van zeven dagen onder stormweer achter den rug hadden en veel van zee-. teekenisvollen blik in het rond wierp, mijne persoonlijke uitgaven zooveel mo gelijk vereenvoudigd. Werkelijk, het ziet er hier niet weel derig uit, hernam de schuldeischer op zachteren toon; vroeger hingt gij den grooten heer uit: niets was te schoon noch te duur voor u. Dat is het juist, als men zich te veel wil verheffen, valt men en breekt den hals. Ik hoop mettertijd mijne misslagen te herstellen, mijnheer, en hen schadeloos te stellen, die er het slachtoffer van zijn geweest Wat doet gij daartoe Ik geef lessen. Een mooi beroep, om niets dan brood te eten en water te drinken, zooals de overblijfselen van uw middagmaal aan- toonen. Waarom zoekt gij geen betrek king bij den handel? De handel, ziet u, er is niets beters ter wereld dan dat, al het overige beteekent niets. Ik vrees, een dusdanige betrekking niet te zullen vinden. Welnu, wellicht kan ik er u een verschaffen. Mijn schoonzoon, een der voornaamste kaarsenfabrikanten van ge heel Straatsburg, zoekt een kantoorbe diende. Zeshonderd gulden per jaar, de kost en tusschen twee haakjes, een an dere Jkojst (dafl (dei yvve, en vrije woning ziekte te ljjden hadden gehad, moesten zonder eenige rust den 19den aan wal gaan en vochten den heelen dag zonder voedsel. Ze waren gedwongen iederen duim grond op de Turken te veroveren. De landing kon tengevolge van ondiep ten en de woelige zee niet voor Benga si plaats vinden en moest geschieden in Giuliana, onder hevig vuur van den vijand. Nauwelijks hadden de eerste Italiaan sche troepen voet aan wal gezet, of ze werden krachtdadig aangevallen door Turken en Arabieren. De nog niet ont scheepte soldaten sprongen oveT boord en te water, om spoediger bij hun kame raden te komen. Er ontstond een leven dig gevecht, dat tien uur duurde en eerst Donderdagavond om zeven uur eindigde. Men won langzamerhand terrein en ein digde met een bajonet-aanval, waarbij 't dorp Sidi Hoessein bezet werd. De Ita liaansche soldaten spreidden een bijzon deren grooten moed ten toon zij kenden geen oogenblik van aarzeling. Tijdens de ontscheping was het bombardement op Bengasi zeer hevig. De woelige zee belette ontscheping van de cavalerie. Admiraal Aubry heeft den 20sten de zer het volgende geseindDe troepen hebben gisteren de stad Bengasi bezet, na een aanval uit het jnoorden moedig afgeslagen te hebben. De ontscheepte matrozen zijn aan boord der schepen teruggekeerdde artillerie bleef aan wal. Een officier, en vijf matrozen zijn gesneuveld, twee officieren, een onder officier en dertien matrozen zijn gewond. Gedurende dezen strijd heeft generaal Briccola een stoutmoedigen aanval on dernomen. Hij rukte tot aan den Jand- tong Guiliana, waar het christelijke kerk hof ligt en bereikte yandaar met zijne troepen over een lange brug de groote Turksche kazerne; die door Duitsche ar chitecten is gebouwd. Hierin hadden zich 20 Turksche soldaten verschanst. Er ontstond nu een verbitterd gevecht om de kazerne. Nadat de Italiaansche artille rie bressen in de kazerne had geschoten, stormden de Turken te voorschijn en be gonnen een strijd van man tegen iman met de Italianen. Het bajonètgevecht duur- dfe ongeveer 20 minuten en eindigde smet de vlucht der Turken, die zware ver liezen hebben geleden. De kazerne is terstond door de Italianen bezet. In een radiogram van generaal Bricco la wordt mededeeling gedaan van her haalde aanvallen van Arabieren, waar aan de troepen te Bengasi in den nacht van 19 op 20 dezer zijn blootgesteld ge weest. In den namiddag werd ook een aanval van de Arabieren op het dorp Sabri atgeslagen. De ontscheepte troepen zijn nu samen getrokken om Bengasi. De vijandelijke macht schijnt in den nacht van dep 19n op den 20sten October bestaan te hebben uit 2000 Arabieren en een afdeelingl Turksche troepen. Men gelooft dat de andere Turksche troepen zich met 12 kanonnen hebben terug getrokken naar een hoogvlakte. De .verliezen aan vij andelijke zijde worden op ten minste 200 dooden en een groot aantal gewondejn' geschat. De verliezen der Italianen wa- bovendien. Daar is ook geen weelde te vinden, maar op dat punt moet gij geen ontevredenheid meer kennen, sedert Enfin, wat voorbij is, is voorbij en het beste is maar, er niet meer over te spreken. Welnu, bevalt het u? Deze vraag stel ik u slechts voor den vorm, want ik geloof niet, dat ge dwaas genoeg zult zijn, mijn aanbod te weigeren. Het doel, dat mijnheer Gonae zich voorstelde, was te duidelijk, dan dat Ay mar er zich in zou vergissen: door hem bij zijn schoonzoon te plaatsen, meende hij zeker het heele bedrag, of ten minste een groot deel van het jaargeld in handen te krijgen, dat deze aan zijn kantoorbe diende geven zou. Zou het echter verstan dig van hem zijn te weigeren? Als hij geen leerlingen vond, wat zou er dan van hem worden? En zijn schuldeischers zou den hem dan met volle recht kunnen ver wijten, dat hij de middelen verwaarloosde, om van zijn schuld af te komen. Er werd besloten, dat beiden den volgenden dag naar den fabrikant zouden gaan, en naar alle waarschijnlijkheid zou Aymar op het einde der week zijne betrekking kunnen aanvaarden. Aymar kon den heelen nacht geen oog dicht doen. De gedachte, voortaan geheel afhankelijk te zijn van een man zonder op voeding, als men ten minste den schoon- ren 7 gewonde officieren, 16 gesneuvel- de en 54 gewonde manschappen. Deze vrij gunstige berichten zijn uit Italiaansche bron, er zal dus nog wel het een en ander op af te dingen zijn* Vast schijnt echter te staan, dat het den Italianen niet gemakkelijk wordt ge maakt. Te meer vallen daarom de .wei nige verliezen te betwijfelen. Over den opstand in China >veet zelfs de regeering geen gunstigje berichten te vermelden. Ook? zij moet toegeven dat de keizerlijke troepen door de opstandelingen zijn verslagen. Naar het heet, zouden dezen geen ernstiget tegenstand ontmoet hebben, daar de kei zerlijke troepen wegliepen met achter lating van geschut en legertros. De op standelingen maakten zich hier meester van en begonnen onverwijld de ontruim de stellingen te versterken. De keizer lijke troepen moeten belangrijke ver liezen geleden hebben. Deze tijding heeft te Pekj,ng groote sensatie teweeg ge bracht en de ChineesChe regeering ver keert in groote ongerustheid. De gezan ten der mogendheden te Peking zijn van meening, dat uitbreiding van ,den op stand over geheel zuidelijk China thans waarschijnlijk is. Hardnekkige geruchten zijn in omloop, dat het vlaggeschip van admiraal Satsjen- ping in den grond geboord is of door dd opstandelingen genomen. Ook wordt beweerd, dat de opstande lingen meester zijn in jWangtsjou, Itsjang en den spoorweg bij Kwangsjoei. Blijkens een bericht uit Tsjangtsja van den 18den was de val van die plaats aanstaande. Het heet, dat de opstandelingen zwaar geschut in batterij hebben gebracht in een sterke stelling in de heuvelen ten noorden van Hankou Amerikaansche zendelingen in de pro vincie Tsjili zijn door studenten gewaar schuwd, dat morgen in de nabijheid van Peking de opstand zal uitbreken. Het is opmerkelijk dat de zendelingen te Woet- sjang soortgelijke waarschuwingen ontvin gen vóór daar de opstand uitbrak. Een particulier telegram uit Peking 'meldt, dat de regeering de betalingen ge schorst heeft. De revolutionairen hebben zich van dertig millioen meester gemaakt, die aan den staat toebehooren. Tal van banken likwideeren en tal van Europee- sche handelshuizen zijn failliet gegaan. Zeer teekenend voor den toestand is ook, dat Jocan-sji-kai, die de leiding van da onderdrukking van den opstand op zich moest nemen, zich wegens ziekte heeft laten verontschuldigen. Hij kan vooreerst niet naar zijn post. Een leelijke streep door de keizerlijke rekening. GEMENGD. De gezondheidstoestand van den 90- jarigen prins-regent van Beieren geeft aanleiding tot bezorgdheid. Zaterdag is op het kasteel Scharzau het aangekondigde huwelijk voltrokken tusschen aartshertog Karei Frans Jozef en prinses Zita van Parma. Keizer Frans Jozef, de koning van Saksen, de Oosten- rjjksche aartshertog-troonopvolger en zijn echtgenoote, benevens tal van aartsher- zoon naar den schoonvader mocht beoor- deelen, scheen hem dit een offer boven zijne krachten; toen wilde hij mijnheer Gonae schrijven niet meer op hem te re kenen, maar het volgend oogenblik ge voelde hij, dat hij zich moest buigen voor de wet der noodzakelijkheid. De gedachte om te vluchten, drong zich ook op aan zijn geest, maar hij verwierp die met ver ontwaardiging. De strijd welke hij had voorzien en aangenomen, had nauwelijks een aanvang genomen en nu reeds zou ontmoediging zich meester maken van zijn geest! Maar dan ware het beter geweest den strijd niet te zijn aangegaan, en) te trachten zich te doen vergeten in den vreemde. Neen, hij wilde zijn begonnen werk, het herstel zijner eer, voortzetten, of sterven. Weg, dan met ai de zwakhe den van zijn hart, of liever van een val- schen, onbeteugelden hoogmoed. Het oog steeds op het doel gericht, zal lliij zich niet bekommeren over de moeilijk heden van den weg, over de doornen, waarmede deze bezaaid is. Een pijnlijke slapeloosheid had op zijn gelaatstrekken diepe sporen achtergela ten, wat dan ook zijn kostvrouw1 onmid dellijk opviel. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1