Aymar. Uitslag der Herstemming voor 2 leden van den Gemeenteraad op Vrijdag 20 October. Uit de Pers. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 21 Oct. no. 620. Een lied per week. No.26 uit „De Leeuwerk"! De kleinste. Mfioorden van Muziek van ij. P. Heije. Jos. Beltjens. fin 't groene dal, in 't stille dal, •Waar kleine bloempjes bloeien, Paar ruischt een blanke waterval. 'En druppels spatten overal, pm ieder bloempje te besproeien. Ook 't kleinste. Pm ieder bloempje te besproeien, Ooit 't kleinste! !En tk>ven op der heuv'len spits, Waar forsche boom en groeien, paar zweept de stormvlaag fel en bits, Daar treft de rosse bliksemflits, |Ei? splijt, bij 't daav'rend onweerloeien, Den grootste, (En splijt, bij 't daav'rend onweerloeien, Den grootste. pmhoog, omlaag, op berg en dal, Ben 'k in de hand des Heeren tToch kies ik, als ik kiezen zal, Mijn stille plek* mijn waterval, (Toch blijf ik steeds naar mijn begeeren, De kleinste, iToch blijf ik steeds naar mijn begeeren, De kleinste! Uit de Hoofdstad. IV. I Daar wordt in Amsterdam1 in dei laat- iste weken veel en druk geprotesteerd. jNu echter niet door anarchisten, die in ide stakingsdagen vooral protest aantee- kenden tegen het optreden van politie en militairen en toch zoo onschuldig iyvaren. Zij, die het gezag liefst met voe ten treden, zij, die de vurigste bestrij ders zijn van den Godsdienst, zij ont kenden immers halsstarrig hun aange wreven terrorisme, zij zouden niet ge- Maagd hebben werkwillige arbeiders te imolesteeren, hen werd immers tergend Onrecht aangedaan Ook niet door socialisten, die im mers protesteerden tegen den smaad der rechterzijde, omdat deze, volgens de roode heeren, de minderheid onderdruk te. Zij, die in woord en geschrift de grootste grofheden plegen, leugenachti ge berichten met graagte opnemen, eer en goeden naam van andersdenkendert bezoedelen en het zelfs goedkeuren, dat een bejaard en geëerd „Staatsman, als Jhr. de Savornin Lolunan (al is men het niet hem altijd niet eens) zich niet vrije- ilijlc op den publieken weg kon bewe gen, zouden zij ook geen protest mogen aanteekenen Thans echter wordi in de hoofdstad geprotesteerd door eerzame burgers, die op de eerste plaats winkeliers zijn, die zich Tieel weinig bekommerden om dd groote zaken, die op het Binnen- of Prin senhof behandeld werden, maar nu door de verordening op de winkelsluiting wak ker geschud zijn en reeds dreigend hun stembiljet'in de hoogte houden. Verga deringen zijn aan de orde van den dag van klein-winkeliers, waarop vooral de socialisten menigen harden noot moeten kraken, ofschoon niet vergeten mag wor- 'den, dat ook mannen van rechts vóór de sluiting hebben gestemd. En wat kon look anders verwacht worden van een ver ordening, die toch zeker wel in de neu trale zóne mag ingelijfd worden Als goedgezind burger deed de klein- fwinkelier altijd zijn plicht, hield ^idh aan de rijks- en gemeentewetten, betaal de na de eerste waarschuwing igetrouw zijn belasting en.... had nooit iïets op zijn kerfstok, van wege de po litie. Integendeel, hij presenteerde ^ma- heertje" menigmaal een sigaar, bood Ide- zen op koude winterdagen een kop war me koffie, ja wel eens (o, gruwel) „Oen FEUILLETON. 'Naar het Fransch. 20) Kon ik er u toe bewegen, hernam het meisje verlegen. Wel zeker, dat zou wat moois We zen, mompelde Jeanneton tusschen de tanden, maar toch hard genoeg, om ver staan te worden. Ik zweer, vervolgde Aymar, met vuur, dat ik dit huis niet zal 'binnengaan, ..dan op uitnoodiging van mijn vader, daar kan hij verzekert van zijn en gij ook, (Magdalena. O, als het slechts van mij had gehangen, zijne gevoelens te verzachten... [Maar waarom toch zijt gij in een stad ('blijven wonen, die zulke pijnlijke her inneringen voor u heeft. Waarom hier Bblijven wonen, tegen den wil van uwen Vader en terwijl gij zoovele redenen hadt ffc>m u te verwijderen f Dat anderen zich verwonderen of [jftiijn gedrag laken, begrijp ik; maar mij Ijiuiikt, dat gij ten minste de oorzaak ra „b randeW ijnt j e" aan, wat wel niet mocht, maar och, je superieuren behoe ven alles niet te weten! Ofschoon de winkeliers zeker niet re- volutionnair zijn aangelegd zijn er nu toch, die zich willens en wetens laten bekeuren en met den strafrechter kennis gemaakt hebben, omdat zij na het vast gestelde sluitingsuur verkoopen. En zou het vonnis ten nadeele van den winkelier zijn, dan zullen (ook in de hoogste instantie) de opgerichte buurt verenigingen, tot spijt natuurlijk der winkelbedienden, blijven werken voor in trekking of verzachting van de verorde ning. iWe leven in een duren tijd, ook en vooral in de hoofdstad, wie zal het ont kennen? Als gevolg van den woning nood profiteeren de huiseigenaren niet alleen van het verhoogen der huurprij zen, maar velen weigeren nog 'bovendien hunne woningen aan hen, die met veel kinderen gezegend zijn. Aldus snijdt liet mes aan twee kantenmeer huur en min der onderhoudskosten, en „moord en brand" wordt er geschreeuwd, wanneer eenige hunner „krotten" onbewoonbaar verklaard worden. De nasleep van den buitengewoon dro gen zomer is, naar algemeen oordeel, de duurte der levensmiddelen. Er zijn er, die zeggen: niets van aan, de oogst is niet mislukt, de aardappelen hebben hun wasdom wel bereikt, de groenten ontbreken niet, de vruchten aan de hoo rnen zijn niet verdroogd, maar de schuld van alles is.... het kapitalisme. Ik waag mij niet op het glibberig pad der economie, om hier als scheidsredhter op te treden. Dat verschillende categorieën gemeen te-werklieden en ambtenaren om loons- verhooging of tijdelijke toeslag op het loon verzoeken is begrijpelijk en ik hoop, dat hun pogingen met succès bekroond worden. Het zijn dure tijden, ook voor hen, die niet uit de gemeente-ruif kunnen trek ken, en toch ook moeten leven. En nog staan we voor het begin van den "winter. Desniettegenstaande moeten de schouwburgen en vooral de variété's iederen avond goed bezocht zijn. Nu be doel ik daarmede niet, dat het grootste contingent der bezoekers door bovenge noemde volksklassen geleverd wordt, integendeelDe gelegenheid maakt ech ter den dief en ontegenzeggelijk is het waar, dat velen uit de lagere standen meer uitgaan, dan hun beurs het toelaat. Als het niet zoo afgezaagd was, zou ik zeggen, dat bioscoop-thea ters als paddestoelen uit den grond r ij z e n en die tijd zal niet ver af zijn, dat in iedere wijk een bioscoop gevestigd is. Dezer dagen vernam ik o.a., dat er op het oogenblik ten stadhuize nog 15, zegge vijftien, aanvragen in be handeling zijn, betreffende het bouweh, verbouwen of inrichten van perceele'n als bioscoop-theaters. En wanneer wij dan hooren, dat zelfs in liberale kringen met afkeuring over Tiet vertoonen van som mige films wordt gesproken, wanneer wij op aanplakbiljetten lezen, dat kin deren beneden 16 jaar niet worden toe gelaten (des te meer kindexen van 16 jaar en 'daarboven komen er dan), dan behoeven wij ons zeker over deze aan vragen niet te verblijden en vertrouwen wij dat de Katholieke Amsterdammer in deze dure tijden zijn lieve geld beter be steedt, dan voor het bezoeken van der gelijke théaters. A. S. District I (vac. G. Wildeboer). District III (vac. C. Meuleman). Gekozen: H. W. Fischer (Lib.). 1. III. IV. VI. VII. IX. Raadhuis. Havers tr. De Bur;. Totaal. v. d.Werfstr. Groeuestee;. Medusastr. Tofaat Aantal kiezers 660 674 635 1969 Aantal Kiezers 750 330 646 1726 Uitgebrachte stemmen 468 472 469 1409 Uitgebr. stemmen 572 228 436 1236 Van onwaarde 5 3 8 16 Van onwaarde 9 3 3 15 Geldige stemmen 463 469 461 1393 Geldige stemmen 563 225 433 1221 Hiervan verkregen: Hiervan verkregen J. G. VAN ES (a. r.) 195 217 227 639 A. H.J. ENGELS (r.-k.) -273 95 219 587 H. W. FISCHER (l.) 268 252 234 754 G. M. KRUIMEL (l.) 290 130 214 634 Gekozen: G. M. Kruimel (Lib.). De oogen uitsteken. In het „Huisgezin" lezen wij: Het is op het oogenblik vanwege de duurte een bange tijd, die dezen winter nog banger dreigt te worden. Men overweegt hoe .in den nood ie' voorzien, zonder de belangen van ande ren, die het óók1 niet breed hebben, te schaden. In het algemeen kan men zeggen dat van de honderd menschen negentig zich minder of meer zullen moeten bekrim pen. den zoudt. Er ontstond eene korte stilte, waarin Magdalena naar het scheen, de waarheid gistte, want zij zeide treurig: Helaas, arme Aymar, wat beklaag ik u, die hoop kan nooit verwezenlijkt worden. En indien er in mijn binnenste een stem was, die mij zonder ophouden her- haaide „Moed, ik zal je ondersteunen, ik, die beloofd heb, dat de berouwheb bende zondaar mij nooit tevergeefs aan roept zoudt gij mij dan nog laken Magdalena was zeer bewogen. Als God u steunt, houdt ik alles voor mogelijk, hernam zij; Zijne macht evenaart Zijne goedheid. Wilt gij die voor mij afsmeeken, Magdalena, uwe gebeden moeten dien weg ten hemel vinden. Mejuffrouw, de huisdeur wordt ge opend, wellicht komt mijnheer Koechler u te gemoet, zooals hjj zoo dikwijls (doet, riep J-eanneton. Deze boodschap, waar of verzonnen, deed de beide jongelieden beven, daar zij evenzeer de tegenwoordigheid ducht ten van den strengen grijsaard. Aymar verwijderde zich zionder zelfs eenmaal het hoofd om te wenden, terwijl Magda lena bij zich zelve zeide: „V£at heeft Ihiet ongeluk hein veranderd.": Wie tien gulden heeft uit te geven jen nu voor wat anders tien gulden kost twaalf heeft te betalen, komt twee gul den te kort. Terwijl voor de meeste menschen, ze ker in den arbeidersstand maar ooki daarbuiten, de toestand zorgelijk is, or ganiseert het „Volk", dat zelf zicft een arbeiders orgaan noemt, 'n reis naar Berlijn. Er zijn zeven dagen mee gemoeid en het program is aanlokkelijk. Voor 75 gulden is men de man. Dat er onder de Sociaal-Democrati sche Arbeiderspartij 54 menschen zijn het maximum aantal deelnemers dat het „Volk" kan gebruiken die dat bedrag kunnen missen, weten we heel goed. Maar we vinden het rechtaf stuitend, dat het „Volk" in deze dagen, nu zooveel gezinnen in zorg zitten, nu toch ook on der haar geestverwanten een groot aan tal niet weten hoe het (hoofd boven water te houden, pleizierreisjes organiseert en brutaal in haar kolommen etaleert. Moet dit de arme drommels, voor wie een toelage van 75 gulden alle zorg voor den winter zou wegnemen, niet de oogen uitsteken? We kunnen ons voorstellen, dat meer dan één sociaal-democraat de vuisten balt als hij het reisprogram met al zijn genoegens en ontspanningen' leest. De opzet van het „Volk" is tergend en getuigt van weinig smaak, gevoel en hart. Als wij dit constateeren zijn we er ze ker van, een hoop sociaal-democraten op onze hand te hebben. Vertraging. De „Standaard" zegt, dat het ver zet van social-democralische zijde tegen het houden van een avondvergadering toont in wat hachlijke positie we allengs geraken, nu er ook ditmaal een groep van Links was, die met hen meestemde. Op zich zelf deert zulk verzet niet. In een half uur was het ondervangen. Het voorstel van den Voorzitter verkreeg een groote meerderheid, en de Avondverga dering gaat door. Maar het bedenke lijke dat in dit incident school, ligt hier in, dat nu blijkt hoe men liefst toch de Militiewet in November niet Iaat af- loopen, en er op bedacht is, dit tegen te houden. Reeds bij het yoorstel van den heer Schaper om de Bakkerswet te laten voorgaan, zag men zich een aantal Liberalen bij hem voegen. Het is het Anti-jnilitairisme dat meer dan één Liberaal in Tiet bloed zit, en hem telkens verrast. Van Rechts mag men daarom wel zeer op zijn hoede zijn. In de eerste „plaats om te zorgen dat men opkomt. Anders loopt men telkens gevaar, dat de ver gadering wegens onvoltalligheid zal moeten afbreken, doordien men opzette lijk met dit doel stemming vraagt. In de tweede plaats zal het zaak zijn, zoo weinig mogelijk te spreken, om geen nieuw debat uit te lokken. Geheel zwij gen gaat natuurlijk niet. Maar men zij op zijn woorden spaarzaam. In de derde plaats late men de beantwoording van de oppositie liefst zooveel het kan aan de regeering over. En in de vierde plaats vermeerdere men niet zelf het aanta'l amendementen. Elk amendement kost aan de Kamer allicht een uur. Van so IX. BEWOLKTE DAGEN. In een aangenamer gemoedsstemming dan toen Aymar de stad verlaten had, kwam hij er weer in terug. Het had (hem goed gedaan, de stem eener vriendin te hooren. Magdalena verachtte hem niet, haar vergiffenis had Jjij verworven, en dit was hem eene troostrijke gedachte. Zoodra hij was teruggekeerd, haastte hij zich naar zijn leerling, want hij vreesde te laat te zijn. De kleine jongen scheen verrast, toen hij hem bemerkte. Hebt gij dan mijn brief niet ont vangen? vroeg hij. Neen. Ik had u geschreven, niet te ko men, omdat ik ziek was. Maar die ziekte schijnt mij niet ernstig genoeg toe, om u te beletten les te nemen, hernam de onderwijzer lachende Zeker, ik maak het ook h.eel goed, maar mijne moeder heeft mij dit zoo ge dicteerd. O, zei Aymar, 41e reeds ongerust en opgewonden werd. Ja, zij moest uit en daar zij dus niet bij de les tegenwoordig kon zijn, zoo- als zij sinds eenigen tijd gewoon is, gaf zij er. de vopitou: êéWU dat ik geen les ciaal-democratische zijde zijn er nu al 21 ingediend, die op twee heele dagen beslag kunnen leggen. Het is wel hard, aldaar door een klei ne fractie geringeloord te worden, maar het parlementaire leven heeft het eigen aardige, zulke onwelkome verschijnse len met zich te brengen. En vooral onze Tweede Kamer is berekend op leden die tucht over zich zeiven oefenen en daarom op het punt van tucht over wie verkeerd wil, uiterst zwak. Samenwerking der linkerzijde. De „Nieuwe Rotterdamsche Courant", wiens artikel over het voor- stel-Troelstra wij reeds vermeldden, vindt daarin aanleiding tot het schrijven van eenige artikelen ten betooge van de mogelijkheid van samenwerking der drie vrijzinnige groepen bij de stembus in 1913 ter verkrijging van een algeheele grondwetsherziening. Het blad treedt op 't oogenblik niet in détails over de punten, welke zulk eene hervorming zou kunnen omvatten. Slechts een onderdeel beschouwt het iets nader, nl. de positie van de Eerste Kamer. Want wie is op 't oogenblik nog met de organisatie en de werking van de Eerste Kamer tevreden? Het blad zet dan uiteen hoe het zich de Eerste Kamer denkt: In algemeene bewoordingen gezegd, behoort de Eerste Kamer te zijn het lichaam, waar partijhartstochten en volks- meeningen van den dag geen toegang kunnen verkrijgen, opdat zij haar taak als instituut van revisie ten aanzien van de wetgeving overeenkomstig 's lands belang zal behartigen. Om dit karakter door de Kamer te doen behouden, is eisch, dat hare positie zal worden ver sterkt Hare positie „niet als tegenwicht" tegen een zich naar nieuwere begrippen hervormende wetgeving, maar hare onaf hankelijke positie ten opzichte van het partijgareel, waarin de volkskamer dik wijls te zeer loopt. Het is de onvergeef lijke fout van de ontbinding van 1904 geweest, dat dit karakter van onafhan kelijkheid ook van een tijdelijke regee ring aan de Kamer met ruwe hand is ontnomen, om haar onder directen partij invloed te brengen. Het recht van ont binding van de Eerste Kamer is een on ding, dat, tenzij dan voor zeer enkele met name in de Grondwet te noemen gevallen wier bespreking thans buiten ons bestek ligt behoort te worden ge schrapt. Als instituut van revisie heeft de Kamer een schoone roeping. Wat noodig is, komt hierop neer, dat de Eerste Kamer zoo los mogelijk zal komen te staan van het in de Tweede Kamer geldende partijverband. Het weer zinwekkende, waarop ons de Tweede Ka mer meermalen onthaalt, dat de stem juist vierkant andersom is van hetgeen inen na de uitgesproken rede zoude ver wachten, een verschijnsel, dat, wanneer men niet oppast, ook in de Eerste Kamer langzaam aan burgerrecht zal gaan ver krijgen, moet althans hier tot de onmo gelijkheden behooren. Haar zelfstandig heid naar alle zijden te verhoogen, dat is, dunkt ons, de ware versterking, die de Eerste Kamer behoeft. Hef algemeen kiesrecht besprekend, wijst de „N. Rott. Crt." er nog eens op, dat Uivoering van A. S. geen groote of grootsche verbetering, maar wel een nemen zou. Dat alles zou niet gebeurd zijn, indien zij laatst geen bezoek had gehad van eene oude praatzieke vriendin. Zoo moogt gij niet spreken, over eene vriendin van mevrouw uw moeder, onderbrak Aymar op eenigSzins stren gen toon. Welnu, zij heeft u niet ontzien, en nu neemt gij nog hare verdediging op u. Aymar voelde het bloed, naar de wan gen stijgen. Overigens, mijne moeder heeft mij gezegd, dat ik u toch dit geld ter hand moest stellen, indien u mijn brief te laat ontvangen had. Dank u, hernam de jongeling le vendig, ik neem slechts loon aan voor de lessen, die ik werkelijk geef. Ik werk liever met u, dan alleen, en nu u toch hier zijt... Neen, ik mag dat niet doen en gij zoudt uwe moeder ongehoorzaam zijn. En die oude klapster, die beweerde dat gij uw vader tot wanhoop had ge bracht door «w slecht gedrag, die loog toch zeker? Neen, mijn kind, zij had gelijk, ik heb het hart van mijh vader zeer be droefd en groote misslagen bedreven moogt ëll de buitensporigheden vermij den,, die mij ten gronde hebben gebracht en noojt bekend rallen jnet de ^yreedd billijke en dus wenschelijke, een liberale! hervorming is. Het blad opent echter een nieuw ge zichtspuntvoor een saam werking der vrij- zinnigen en komt tot een verdediging van evenredige vertegenwoordiging, een nieuw punt, waarin de vrijzinnige groe pen kunnen samenwerken. Dat evenredige vertegenwoordiging op zichzelve eene begeerlijke verbetering zal zijn, behoeven wij thans niet te betoo- gen. Maar er zullen ook indirecte voor deden aan verbonden zijn, die niet buiten rekening mogen worden gelaten. Even redige vertegenwoordiging zal de onna tuurlijke stembus-coalities van politiek heterogene elementen tot een eind bren gen en daarmede tevens de verplichtin gen doen ophouden, die uit een geza- menlijken stembusstrijd ook na de over winning voortspruiten, en onze politiek deerlijk vertroebelen. Van een ministerie, dat staat tegenover eene Kamer, waar van de partijgroepen niet langer hun steunpunt hebben in een verkiezingsac- coord van „Helpt gij mij hier, dan help ik u daar," inaar in hunne beginselen teti aanzien van de vraagstukken van practi- sche politiek die blij evenredige ver tegenwoordiging onvermijdelijk naar vo ren moeten worden gebracht; hoe zal b.v. anders een kiezer moeten weten of hij christelijk-historisch of anti-revolutionair of hij vrijzinnig-democratisch dan wel Unie-liberaal stemmen moet? van een ministerie, dat tegenover zulk eene Ka mer staat, zal men mogen eischen en men zal dat zonder eenigen twijfel ook doen dat het in de Kamer eene meer derheid heeft, met haar homogeen ten opzichte van het practische r eg ee rings program. De vrijheid, welke de voor den stembussirijd gecoali- seerde partijen thans missen, om de re- geeringsvcorstellen aan hun beginselen en daaraan uitsluitend te toetsen, is dan her- Inhoud van Tijdschriften. De Lelie. De Lelie van deze maand stelt haar vorige zuster in den schaduw. Er is een schoone vooruitgang te bespeuren die moed geeft. Het opent al met een mooie fantasie van Henny de Kok. „St. Francis- cus en zijne Jonkvrouw". Voorts brengt G. W. Elberts een zijner bekende Engel- sche vertalingen over Eenige wenken be treffende ornament en kleur. Alb. Steen- hof-Smulders vervolgt haar studie over Madame, terwijl het slot er is van O. L V. wil het. Laat men nu niet weer vervolg nummers plaatsen, die in twee jaargangen loopen. Aan een praatje over Iersche kant met uitgewerkt voorbeeld en het mode praatje kunnen de dames hun hart opha len. 2 zoetvloeiende gedichten van Joz. de Voght verhoogen de waarde van dit nummer. Vooral „Pastorale" als bijvoeg sel door Firmin Swinnen getoonzet los in- liggend. Het geheel ziet er meer verzorgd uit dan de eerste aflevering. Van Onzen Tijd. Het nummer van deze week begint met drie mooie Brabantsche vertellingen van Marie Gijsen. Rirth Klop Jr. bespreekt den Vlaamschen toondichter Lodewijk Mortelmans. Maria Viola teekeningen van Fautin Latour. Een interessant artikel is pijnen der boete. Daarna verwijderde hij zich haastig, zonder den jongen den tijd te geven nog één woord te zeggen. Aymar wilde eerst schrijven, aan de moeder van zijn leerling, een anderen! onderwijzer te zoeken, dat was de raad, dien gekwetste hoojgmoed hem in gaf, maar hij luisterde beter naar dien, welken cle voorzichtigheid aanwees. Had hij niet, vooral in den eersten tijd beleedigingen van allerlei soort te vreef- zen Was hij alvorens het treurige be wijs zijner eigene zwakheid te leveren, toegevender geweest voor anderen, dan dezen nu voor hem waren. Daar de opbrengst zijner lessen be stemd was, om zijne schuldeiscliers te voldoen, had hij niet het redil er afstand van te doen, alleen, omdat hij het wildev neen, hij .moest zich opnieuw wapenen met moed en onderwerping. Toen hij zich den volgendon dag we der bij de moeder van zijn leerling be vond, bewees de verlegenheid der vrouw! dat de kleine jongen alles had overge bracht, wat er tusschen hen beiden was voorgevallen. Ten einde de uitwerking! van het gebeurde te verminderen, ver wijderde de moeder zich meermalen ga- durende de twee lesuren. (Wordt .vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9