BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
der Italiaansche waren is nu ook door
de regeering tien uitvoer gelegd. Een
wet is afgekondigd, die .op alle goede
ren uit Italië aangevoerd een invoerrecht
van 100 pet. der waarde legt.
De Engelsche plannen
omtrent Egypte worden maar zwakjes ge
logenstraft.
De „Vossische Zeitung" onivangt uit
Londen het volgende zoogenaamde de
menti der geruchten over Engeland's
plannen in Ejgypte.
Het telegram klinkt echter meer als
een bevestiging dan als een logenstraf
fing. Tegenover de geruchten uit Ber
lijn, wordt hier in officieele kringen ver
zekerd, dat het bericht als zou Enge
land aan een formeele annexatie van
Egypte denken, geheel onwaar is.
Elet is echter een andere kwestie of
Engeland misschien iets later de toe
stemming der mogendheden tot afschaf
fing der capitufata en de gemengde ge
rechtshoven zal aanvragen.
In goed onderrichte kringen gelooft
men, dat na het einde der Marokkó-af-
faire Engeland er aan zal kunnen den
ken, deze stap te doen. Maar 't zal in
geen geval verder gaan.
Men vermoedt, dat de mogendheden
geen bezwaar zullen maken.
Me dunkt dat voorloopig de pogend-
heden zich er niet druk over maken, als
het waar is dat Engeland tot de oplos
sing der
Marokko-kwestie
wil wachten. Dan kan het toch nog een
aardig poosje wachten. Het heeft er nog
niets van dat de onderhandelingen iets
vlugger dan met een slakkegangetje
voortgaan.
Daar van beide kanten wordt beweerd,
dat men aan de uiterste grens van te
gemoetkomendheid aangeland is, schijnt
in de onderhandelingen omtrent den
Kongo een stilstand te zijn ingetreden.
Het schijnt, dat door de steeds meer
aangegroeide oppositie in de kringen
van de Fransche koloniale staatslieden
en afgevaardigden de houding van het
het Fransche kabinet weifelend is ge
worden en de terugwerking daarvan op
de onderhandelingen in Berlijn niet is
uitgebleven.
Uit kringen van Duitsche afgevaardig
den wordt hierover aan de „National
Zeitung' verzekerd, dat de schriftelij
ke mededeeling van den rijkskanselier
en zijn verklaring van gister in dera
Rijksdag, dat n.l. geen inlichtingen over
den stand der buitenlandsche kwesties
zullen gegeven worden, als teekenen
worden opgevat, dat de regeering tegen
woordig volstrekt niet in staat is, bevre
digende inlichtingen te geven over het
te verwachten resultaat van de verdere
onderhandelingen. Aan deze opvatting
hebben ook de besprekingen, die de rijks
kanselier en staatssecretaris von Kiderlen
jWachter met de afgevaardigden van de
meest verschillende partijen gisteren en
heden hebben gehouden, niets veranderd.
Algemeen beoordeelt men het verloop
van de onderhandelingen pessimistisch
en er zijn niet weinig afgevaardigden, tlie
liever zouden zien, dat de onderhandelin
gen mislukten, dan dat zij tot een totaal
onbevredigend resultaat zouden leiden.
Zelfs de grootste optimisten veronder
stellen, dat de onderhandelingen toch
nog minstens drie of vier weken zullen
duren.
De Portugeesche monarchisten
willen er het bijltje nog niet bij neer
leggen. Naar uit Lissabon wordt gemeld
bereiden de royalisten ongetwijfeld een
nieuwen inval in Portugal voor en wel
in het district Montalegre. Zij zijn op
het oogenblik een kilometer van de grens
verwijderd, en hebben maxim-kanonnen
maar tellen slechts 800 man.
De regeering heeft reeds 5000 man van
alle wapenen op het bedreigde punt sa
mengetrokken. Als de royalisten het toch
zouden wagen, om bij Melir Sirmeres"
de grens te overschrijden, dan zou hun
vernietiging onvermijdelijk zijn.
Men veronderstelt echter, dat de roya
listen volstrekt niet van plan zijn den
inval werkelijk ten uitvoer te brengen»
Hun verblijf aan de grens zal alleen ten
doel hebben om de regeering moeilijk
heden en groote kosten te "bezorgen,
doordat deze het leger en de marine voort
durend op voet van oorlog moet hou
den.
Berichten uit Verin in Spanje houden
volgens een telegram uit Vigo aan de
„Köln. Ztg." in, dat Paiva Couceirozich
na de aankomst van talrijke goed ge
wapende monarchisten, aan de spits van
'een sterke kolonne bevindt. Men ver
moedt nu weer, dat niet een marsch naar
de Noordwestelijke provincie Minho, doch
naar de in Noordoost Portugal gelegen
stad Braganza ondernomen zal worden.
De Portugeesche Kamer heefi nu een
artikel van het wetsontwerp op de pro
cedure in politieke aangelegenheden
goedgekeurd, waarbij bijzondere recht
banken worden ingesteld om monarchis
tische samenzweerders te vonnissen.
Van den opstand in China
weinig nieuws. We meldden reeds dat het
gevecht tusschen opstandelingen en re-
geeringstroepen was begonnen. Twee
duizend man trouw gebleven troepen
stonden tegenover 10000 opstandelingen.
Admiraal Satsjenping had aan de Chi-
neesciie kruisers bevolen hoepen te lan
den. Daarop rukten van den .kant van
LWoetsjang opstandelingen aan en open
den onmiddellijk het vuur. De kanonnen
der scheepsmacht, onder Satsjenping be
antwoordden dat vuur onmiddellijk.
Aan beide oevers der rivier werd het
gevecht met kracht voortgezet
Ook de buitenlandsche schepen zet
ten troepen aan wal.
De opstandelingen dreven de regee-
ringstroepen voor zich uit tot dat hun
ammunitie op was. Toen trokken zij te
rug. Van de wederzijdesche verliezen is
nog niets bekend.
Koninklijke besluiten.
Bij kon. besluit is benoemd tot lid en
voorzitter van het college van curatoren
der rijksuniversiteit te Utrecht jhr. mr.
J. Röell.
Mr. Jules N. de Vries.
De gemeenteraad van Amsterdam be
sloot gisteravond zonder hoofdelijke stem
ming mr. Jules N. de Vries als lid van
den gemeenteraad toe te laten.
De commissie van onderzoek had den
eigenlijken geloofsbrief in orde bevonden
en eenstemmig (zulks in tegen-
spraak met hei gister vermelde „Tel."
bericht) was zij na ernstige overweging
tot de conclusie gekomen, dat de gedane
mededeeling inzake beweerde onregel
matigheden bij verkiezing te vaag en te
onbestemd zijn om aanleiding te geven
tot het instellen van een nader onderzoek
of om den Raad te adviseeren tot zoo
danig onderzoek over te gaan.
Ontslag gehuwde Onderwijzeres.
In de gisteravond gehouden vergade
ring van den Amsterdamschen gemeen
teraad is de voordracht van B. en W.
om mej. Lub-Kooiman eervol ontslag te
verleen en als onderwijzeres wegens hu
welijk verworpen met 25 tegen 16 stem
men. De gehuwde onderwijzeres blijft
dus in de school.
Na sluiting der vergadering werd op
straat, vooral door onderw ijzers en on
derwijzeressen, den raadsleden, die te
gen de voordracht hadden gestemd, een
ovatie gebracht.
LEIDEN, 19 October.
Den 23 Oct. a.s. hoopt den heer
H. J. v. Kerkhoff den dag te herden
ken, waarop hij voor 25 jaar geleden in
dienst trad in het kleedermagazijn „De
Stad Parijs".
Door den heer A. P. H. Hotz, con
sul-generaal der Nederlanden te Bey-
ruth, Syrië, is aan 's Rijks museum van
natuurlijke historie alhier eene verzame
ling van 220 zeer goed geconserveerde
vlinders uit Syrië ten geschenke gege
ven.
Den schenker is daarvoor de dank der
Regeering betuigd.
Bij Kon. besluit is herbenoemd tot
lid van het college van curatoren der
Rijks-Universiteit alhier mr. J. A. Loeff.
Bij beschikking van d.en Minister
van Marine is de kapitein ter zee N. J.
Van den Worm, benoemd commandant
van Hr. Ms. Van Galen, met 30 dezer
eervol ontheven van het bevel over het
bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier
geplaatst marinepersoneel, en is alsdan
met dat bevel belast de luit. ter zee 'der
le klasse C. L. Van Buuren.
Op de voordrachten resp. voor de
benoeming van een onderwijzeres en een
onderwijzer aan de openbare burger
school aan de Falckstraat te 's-Graven-
hage komen voor: mej. H. M. Ittmann
als no. 1 en de heer J. Rijkse als no. 2,
beiden alhier. De andere voorgedragenen
wonen te 's-Gravenhage.
In de week van 11 tot en met 17
October werden uit de provincie Zuid-
Holland ter kennis van den Centralen
Gezondheidsraad gebracht 24 gevallen
van typhus of febris typhoïdea, 92 ge
vallen van roodvonk en 32 gevallen van
dyphteritis.
Hiervan kwamen voor te Leiden 16
gevallen van roodvonk; te Boskoop
3 gevallen van djphterituste Hazers-
w o u d e, 1 geval van roodvonk te
Nieuwkoop t geval van typhus of
febris typhoïdea en te N o o r d w ij k e r-
hout 1 geval van diphteritus.
ROOMSCHE AGENDA.
Donderdag 6 uur en 8V2 uur,
Bondsgebouw, Rapenburg 10. Lezing met
lichtbeelden door den Welecrw. Pater
J. G. Tesser over het leven van den
H. Franciscus van Assisië. Toegang vrij.
KATWIJK. De benoeming van den heer
M. van Egmond tot wethouder van Kat
wijk is bij Kon. besluit geschorst.
KATWIJK AAN ZEE. Op den publie-
ken afslag werden de volgende prijzen
besteed: volle pekelharing f 12.3012.90,
f 13.15—13.45, maatjes dito f 11.35, ijle
dito f 10.70—10.95—11.15, steurharing
f8.75 9.50 10.60 11 11.40
13.20, makree) f7.80 8.10— 8.50—9.10
9.55 11.40 per kantje.
KATWIJK AAN DEN RIJN. Met de
nieuwe dienstregeling der electrische
tram is ook de postdienst alhier eenig-
zins gewijzigd. De buslichting is nu
voortaan als volgtRichting Leiden v.m.
4.30, 9,40 n.m. 2.40, 6.40. Richting Kat
wijk aan Zee v.m. 4.30, 10,15; n.m. 1.55
6.30.
NOORDW1JKERHOUT. Door het be
stuur der R. K. Bloemist-, Land- en
Tuinbouw-werkliedenvereeniging „Door
Eendracht verbonden" is dezer dagen
van Z. D. H. Mgr. A.J. Callier, de goed
keuring op de statuten en reglement ont
vangen.
Tevens is tot adviseur der vereeniging
aangewezen de Zeereerw. heer pastoor
W. A. van Halen.
SASSENHEIM. Als een bijzonderheid
kunnen wij mededeelen, dat bij den Heer
P. Zeestraten, bloemist alhier, verschei
dene rijpe frambozen aan de struiken
zitten. Zeker toch wel voor den tijd van
het jaar iets buitengewoons.,
ZOETERWOUDE. Op Maandag 6 Nov-
a.s. zal ter schouw gevoerd warden in
denörooggemaakleiiGeiderwoudschen pol
der over de tochten, Kavel-, Barm en
Heinslooten, duikers, hoofden en bruggen
de Gelderwoudsche vaart en de Limiet
scheiding tusschen Zoeterwoude en Bent
huizen.
Op Woensdag 8 Nov. a.s. zal schouw
worden gedreven over tochten en slooten
in den Geer- en kleinen Blankwaardpolder
onder Zoeterwoude en btompwijk.
Mede zal op laatst gemelden datum
schouw worden gedreven over de kader
dammen en slooten in den Grooten
Westeindschen polder onder Zoeterwoude
en Stompwijk gelegen.
GEWESTELIJK GEMENGD.
F. v. d. W., voerman te Sassen-
h e i m, werd door een paard, 't welk hij
uitspande, zoodanig tegen een schutting
gedrongen dat hij ernstig aan hoofd en
borst gekwetst werd. Geneeskundige hulp
moest worden ingeroepen. Naar omstan
digheden is de toestand redelijk wel.
Kerknieuws.
Pater von Bönninghausen.
De Zeereerw. Pater B. von Bönning
hausen, rector aan de St. Ignatiuskerk te
Rotterdam is benoemd tot direcieur van
het college te Katwijk aan den Rijn.
Leger en Vloot.
Drie honderd dertig korporaals uit de
directiën der Marine te Willemsoord,
Amsterdam en Heilevoetsluis zeggen in
een adres aan de Tweede Kamer:
„dat dit afgeloopen jaar met verlan
gen naar eenige positie-verbetering door
hen is uitgezien,
dat zij zich nog steeds teleurgesteld
gevoelen, dat de gunstige bepalingen be
treffende de gelegenheid voor de gehuw
den, om den middagmaaltijd in den hui-
selijken kring te mogen nuttigen, waar
aan is verbonden, dat het voedinggeld
wordt uitbetaald, ook al wordt de maal
tijd niet thuis genoten, wel op de ge
huwde onderofficieren, doch niet op de
gehuwde korporaals is van toepassing
gebracht
dat zij het zeker als een verbetering
van positie zouden beschouwen, als zij
dienaangaande in dezelfde conditie wer-
werden gesteld, als de gehuwde onder
officieren.
Een adres van gelijke strekking is ge
zonden aandenjnnnj^
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAAIER"
Zitting van Woensdag 18 Oct. (Verv.)
Aan de orde is de Militiewet.
De heer Thomson (U.-L.) zijn re
de voortzettendkritiseerde ten slotte
de legerorganisatie, zooals de Minister
die wil. Verder wordt het wapen der in
fanterie opgeofferd aan inlossing van
een belofte, waaraan het optreden des
Ministers verbonden is, n.l. de regeling
der positie van de officieren.
Sprekers conclusie was, dat de minister
door de militie-wijziging de toestanden
laat zooals ze zijnhet bestaande blijft
geconsolideerd en wat intens slecht is,
zal intens slecht blijven.
De eenige oplossing bleef spr. achten
het volksleger, in verband waarmede hij
de goede hoedanigheden van het Zwit-
sersche leger roemde, aan de hand ook
van rapporten van Nederlandsche en
vreemde hoofdofficieren, uitgezonden om
dit leger te bestudeeren.
De heer Middelburg (A.R.) be
pleit kortelijk een weerbelasting en.
vraagt de Regecring spoedig hare be
lofte tot invoering van zulk eene belas
ting in te lossen.
De heer Tydeman (O. L.) was over
tuigd dat wij na aanneming dezer voor
stellen spoedig weder nieuwe onvolko
menheden van hei stelsel zullen ontdek
ken en dat wij op allerlei teleurstellin
gen zullen gewezen worden. Daarom is
het 't beste zich thans te beperken tot
verkri^ing van het redelijk goede. Maar
op één punt is spr.'s overtuiging even
wel ongeschokt, nl. dat de defensiebelan-
gen kunnen noch mogen worden ver
waarloosd al zal dat groote financieele
offers vragen, fe groote offers zelfs in
vergelijking met den kleinen omvang van
ons land.
Daarom is urgent een ingrijpende wij
ziging der militiewet 1901, om tot af
doende verbetering te komen. En daar
in wil spr. den Minister volgen, ondanks
enkele bezwaren tegen hei stelsel.
Spr. stelt zich derhalve en geheel op
het standpunt der regeering, dat niets
anders beoogt dan technische verbete
ring van de Militiewet van 1901 en zal
zich dan onthouden van bespreking der
z.i. overigens onjuiste tegenstelling dat
de Militiewet ingaat tegen het beginsel
van vorming van een volksleger.
Tegenover den heef Thomson prees
spr. de verhooging van het contingent
als van het grootste belang en geschikt
om de belangstelling van het volk in het
leger levendig te maken en het volk te
leeren wat militair dienen is.
Twee grieven heeft spr. tegen het ont
werp. Ten eerste gemis aan eenvoud. Ten
tweede een groote ongelijkheid in de
behandeling der militie, welke principi
eel ontoelaatbaar is en derhalve tot een
minimum behoort te worden terugge
bracht. Die ongelijkheid vergroot inen
door het instituut der militaire werkers
in deze wet te brengen. Een andere on
gelijkheid ligt in het blijvend gedeelte.
Spr. sluit zich aan bij het stelsel, in
een der amendementen van den heer van
Vlijmen neergelegd, 11I. 2 ploegen elk van
IO1/2 maand dienst, en vervallen van de
militaire werkers.
Avondvergadering'.
De algemeene beraadslagingen over de
Militiewei werden voortgezet.
De heer Kuijper (A. R.) ontkende
dat door liet ontwerp de financieele las
ten buitengewoon verzwaard worden.
Tegenover de stijging \an de welvaart
sedert 1851 stelde hij dat toen 1 3 thans
1/6 van het budget voor het oorlogsbud
get wordt uitgegeven.
Ook per hoofd der bevolking zijn de
lasten, in vergelijking met andere lan
den, niet buitengewoon zwaar.
Hij zette voorts uiteen, dat, gjiat de
verhooging van contingent door, de oor
logsuitgaven voor kazerne-ment zullen stijl-
gen, terwijl ook meer zal gevorderd wor
den voor aanmaak van munitie voor de
kustdefensie en in dit verband vroeg hij of
de Regeering bereid was de opbrengst
van eene eventueelc weerbelasting te
brengen in mindering van de oorlogslas
ten.
Erkennende dat in 1901 als gevolg
van den Transvaaloorlog ook in an
ti-revolutionaire kringen sympathie was
voor het volksleger, wees hij er op dat
die sympathie daalde door gebeurtenis
sen in dien krijg zelve (Cronjé's val) en
niet het minst door het feit dat Zwitser
land zelf verzwaring bracht in zijn volks
leger. Nederland ligt bovendien aan zee,
zoodat hier eerder dan in Zwitserland
de oorlogstoestand kan intredenterwijl
Nederland wèl, Zwitserland geen kolo
niën heeft Zwitserland kan daarom met
minder macht, met minder forten volstaan
terwijl de Zwitsersche volksaard anders
is.
Daar zijn elementen voor een volks
leger aanwezig; hier ontbreken zij voors
hands. Gaat men na dat wij alleen kans
hebben in oorlog te komen met landen
met langer oefentijd dan wij, dan was
bet in 1901 een daad van moed met een
korten oefentijd te komen.
Deze Minister, die nog korter oefentijd
in het vooruitzicht stelt, verdient hulde;
ook omdat hij bestaande fouten corri
geert. Ideaal zijn de middelen tot herstel
der fouten niet. Verre van daar, het is
geknutsel, doch practisch en zal doei tref
fen.
Omtrent twee punten van moreel be
lang (ruiling voor het blijvend gedeelte
en vrijstelling van kostwinners) moet de
anti-rev. partij zich haar steun voorbe
houden.
In verbinding tot de stijging der be
volking, is ook de voorgestelde verhoo
ging van het contingent gewettigd en
de anti-rev. partij zal dan ook zonder
aarezling,-" voor dit ontwerp stemmen. Eer
bied voor eigen volksbestaan, aldus ein
digde spr., gaat te loor, wanneer wij niet
bereid zijn offers te brengen, die noo-
dig zijn voor ons onafhankelijk volksbe
staan.
De heer D u y m a e r v an T w i s t (A.
R.) achtte den weg door de regeering in
geslagen, de juiste en hij meende dat de
voorstanders van het volksleger voor dit
ontwerp dankbaar konden zijn. Het rap
port van den Defensieraad toonde z. i.
de urgentie der regeling aan. De „ver
wording" van ons leger is toe te schrijven
aan de bevelvoerders, aan de slechte en-
cadreering, vooral bij de Landweer en
zij die nu hun pen roeren, hebben het
reservekader vermoord. Het kader moest
door tegenwerking en de slechte voor
opleiding in gehalte achteruit gaan. Dat
is de schuld van de legerautoriteiten die
ook het tweeploegenstelsel reeds ver
oordeelde vóór het was ingevoerd.
Vertoont het advies van den Raad v?n
Defensie, dat de Regeering niet voor
haar rekening heeft genomen, al scha
duwzijden, er zijn ook lichtzijden.
De Militiewet draagt niet de schuld
der gebreken. Doch naast die wet is in
het leger noodig een geest van tevreden
heid die allen hun dienst en plicht met
ijver moet doen vervullen.
Een korteren eerste-oefentijd dan van
81/2 maand achtte spr. vooralsnog niet
mogelijk, zoomin als een Volksleger.
Dankbaar was hij dat de vooroefening
gehandhaafd en aan de vooigeoefenden
een 61/2 maandschen oefentijd wordt ge
geven dankbaar óók voor de hand
having van het ploegenstelsel dat, mits
goed toegepast, ook goed is. Daarente
gen had hij liever gezien dat de Minister
de oorspronkelijke regeling van het blij
vend gedeelte h:id gehandhaafd, terwijl
hem ook het stelsel der militaire wer
kers niet kon bekoren. Z.i. konden de
corveédiensten worden beperkt. Einde
lijk verklaarde hij zich weinig ingeno
men met de vrijstelling van kostwinners,
vreezende dat de Regeering daardoor
miliciens te kort zal komen voor de be
reden korpsen en de zeemilitie. De ra
ming der kosten scheen hem ten slotte
te laag. Hij eindigde met den wensch dat
ook de linkerzijde deze wet zou aanvaar
den»
De heer de Stuers (R. K.) vroeg
zich af of wij na aanneming van deze wet
gerust kunnen zijn.
Hij durfde die vraag niet bevestigend
beantwoorden. Er bleef wantrouwen
bij hem bestaan. Houdt men het verschil1
tusschen oefening en vorming inl
het oog, dan zegt spr. geen vertrouwen
te hebben in een S maandschen oefen
tijd. Te minder als hij let op het feit dat
Duitschland en Frankrijk 2 jaar noodig
hebben.
De heer Marchant (V. D.) kwam
er tegen op dat het leger werd gebezigd
als laboratorium voor proefneming en
critiseerde scherp de leden van den Raad
van Defensie.
Tot het ontwerp komende eischt de
Regeering voor de mobilisatie steeds
mannen onder de wapenen, maar spr.
begreep niet dat men in Zwitserland wèl,
hier niet snel zou kunnen mobiliseereh.
Spr. eischte voor zich en zijn vrienden
het recht van critiek op. De Militiewet
is naast technische ook sociale wet en
daarom is het verheugend uat ook niet-
deskundigen meer en meer gaan mee
spreken.
Spr. wees op het veranderde stand
punt van de heeren Tydeman en Kuy-
per, vooral van laatstgenoemde, die he
denavond een reeks verschillen met Zwit
serland opsomde, die oolc in 1901 be
stonden, doch oen aan zijn aandacht ont
gaan schijnen te zijn.
De eene Minister na den anderen
kwam en ging, zonder dat er iets is ge
beurd terwjj! men achteraf hoort dat
milljoenen zijr. weggeworpen. Spr. zal
morgenochtend te half elf zijn rede voort
zetten.
Zitting van Donderdag 19 October.
De algemeene beschouwingen over de
Militiewet worden voortgezet. De
heer Marchant (V.D.) vervolgde zijn
gisteravond afgebroken rede en betwist
te in de eerste plaats dat de proef niet
het instituut der viermaanders afdoende
is geweest. De militaire werkers noch
de instelling van een voor- en najaars-
ploeg van verschillende sterkte, kunnen
spr.'s goedkeuring wegdragen, omdat
de eenheid er door verstoord wordt.
Spr. handhaafde zijn critiek ten aanzien
van het beleid van Minister Sabron. Een
amendement werd door spr. aangekon
digd. teneinde de regeering te dwingen
haar voorstellen omtrent de vooroefe
ningen te wijzigen. En wat de contin-
gentsverheoging aangaat, zoolang de
diensttijd in de kazerne niet wordt ver
kort, is spr. voor geen contingentsver-
hooging te vinden.
De heer De Savornin Lobman
(C.H.) prees de deugdelijke waarborgen
van dit ontwerp en verklaarde er voor
te zullen stemmen, ook al had hij, even
als de heer De Stuers, een langer oefe-
ningstijd gewenscht. Uitvoerig zette spr.
uiteen, waarom hij ons land ongeschikt
acht voor een volksleger. Daartoe ont
breekt bij ons de vaderlandschlievende
opofferende geest. Spr. kwam op tegen
de afbrekende critiek welke op het leger
wordt uitgeoefend, waardoor de waarde
van het leger in het oog^ des volks daalt
en de tucht 1 het leger wordt onder
mijnd. Alleen dan toch kunnen wij een
krijgshaftige natie krijgen wanneer het
geheele volk tot opofferingen bereid is.
De heer Arts (R.K.) kwam op tegen
de verzwaring van lasten, welke dit wets
ontwerp oplegt. In 10 jaar tijd stegen
de oorlogskosten van 22 op 29 millioen
en steeg het contingent van 11000 op
23000. Wanneer spr. de voor- en na
deden tegen elkaar opweegt, kan hij
niet zeggen bevredigd te zijn. Ook het
instituut der militaire werkers en de
kaderplicht konden hem niet bevallen
omdat daar doof dwang wordt opge
legd. Tegen elke poging om den dienst
tijd nog meer te verlengen, verklaarde
spr. te moeten opkomen. Elke verzwa
ring van lasten, van welke zjjdc die
ook mocht komen, zou voor spr. de aan
neming van het ontwerp onmogelijk ma
ken. Voorlooj ig behield spr. zich zijn
stem voor.
De heer Nolens (R.K.) meende dat
de penvoerders in de niilitaire wereld
die nu critiek voeren, beter hadden ge
daan zelf verbeteringen aan te brengen^
„toen zij er nog toe in de gelegenheid
waren". Tegen publiceering van het
rapport van den Raad van Defensie had
spr. geen bezwaar. Dit heeft de gemoe
deren eens wakker geschud. Met den
heer Duymaer van Twist was spr. het
eens, dat de legerautoriteiten mede
schuld dr 1 aan den huidigen toestand
van het leger. Uitvoerig zette spr. uiteen
de (bekende) gronden waarop destijds
besloten werii tot uitstel van de behan
deling der Militiewet tot het nieuwe
zittingsjaar. Men wilde niet het verwijt!
op zich laden, dat de meerderheid dei
Militiewet er door wilde jakkeren. Spr.
meende dat men met het uitstel een
dienst heeft ewëzen aan de Regeering
en aan de wet. De bedoeling door de
„Nieuwe Courant" aan de Katholieken
toegeschreven met het uitstel namelijk
om minister Colijn te laten duikelen
wordt weerlegd door de behandel inigl
van het ontwerp welke spr. hoopte daf
een gunstig resultaat moge hebben voofr
den minister van oorlog. Spr. advisee
de om hetgeen bij dit ontwerp gebodc
wordt, te accepteeren.
De zitting duurt voo>
-Rechtszaken.
Haagsche Rechtbank.
Dc Rechtbank veroordeelde heden