BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. der Italiaansche waren is nu ook door de regeering tien uitvoer gelegd. Een wet is afgekondigd, die .op alle goede ren uit Italië aangevoerd een invoerrecht van 100 pet. der waarde legt. De Engelsche plannen omtrent Egypte worden maar zwakjes ge logenstraft. De „Vossische Zeitung" onivangt uit Londen het volgende zoogenaamde de menti der geruchten over Engeland's plannen in Ejgypte. Het telegram klinkt echter meer als een bevestiging dan als een logenstraf fing. Tegenover de geruchten uit Ber lijn, wordt hier in officieele kringen ver zekerd, dat het bericht als zou Enge land aan een formeele annexatie van Egypte denken, geheel onwaar is. Elet is echter een andere kwestie of Engeland misschien iets later de toe stemming der mogendheden tot afschaf fing der capitufata en de gemengde ge rechtshoven zal aanvragen. In goed onderrichte kringen gelooft men, dat na het einde der Marokkó-af- faire Engeland er aan zal kunnen den ken, deze stap te doen. Maar 't zal in geen geval verder gaan. Men vermoedt, dat de mogendheden geen bezwaar zullen maken. Me dunkt dat voorloopig de pogend- heden zich er niet druk over maken, als het waar is dat Engeland tot de oplos sing der Marokko-kwestie wil wachten. Dan kan het toch nog een aardig poosje wachten. Het heeft er nog niets van dat de onderhandelingen iets vlugger dan met een slakkegangetje voortgaan. Daar van beide kanten wordt beweerd, dat men aan de uiterste grens van te gemoetkomendheid aangeland is, schijnt in de onderhandelingen omtrent den Kongo een stilstand te zijn ingetreden. Het schijnt, dat door de steeds meer aangegroeide oppositie in de kringen van de Fransche koloniale staatslieden en afgevaardigden de houding van het het Fransche kabinet weifelend is ge worden en de terugwerking daarvan op de onderhandelingen in Berlijn niet is uitgebleven. Uit kringen van Duitsche afgevaardig den wordt hierover aan de „National Zeitung' verzekerd, dat de schriftelij ke mededeeling van den rijkskanselier en zijn verklaring van gister in dera Rijksdag, dat n.l. geen inlichtingen over den stand der buitenlandsche kwesties zullen gegeven worden, als teekenen worden opgevat, dat de regeering tegen woordig volstrekt niet in staat is, bevre digende inlichtingen te geven over het te verwachten resultaat van de verdere onderhandelingen. Aan deze opvatting hebben ook de besprekingen, die de rijks kanselier en staatssecretaris von Kiderlen jWachter met de afgevaardigden van de meest verschillende partijen gisteren en heden hebben gehouden, niets veranderd. Algemeen beoordeelt men het verloop van de onderhandelingen pessimistisch en er zijn niet weinig afgevaardigden, tlie liever zouden zien, dat de onderhandelin gen mislukten, dan dat zij tot een totaal onbevredigend resultaat zouden leiden. Zelfs de grootste optimisten veronder stellen, dat de onderhandelingen toch nog minstens drie of vier weken zullen duren. De Portugeesche monarchisten willen er het bijltje nog niet bij neer leggen. Naar uit Lissabon wordt gemeld bereiden de royalisten ongetwijfeld een nieuwen inval in Portugal voor en wel in het district Montalegre. Zij zijn op het oogenblik een kilometer van de grens verwijderd, en hebben maxim-kanonnen maar tellen slechts 800 man. De regeering heeft reeds 5000 man van alle wapenen op het bedreigde punt sa mengetrokken. Als de royalisten het toch zouden wagen, om bij Melir Sirmeres" de grens te overschrijden, dan zou hun vernietiging onvermijdelijk zijn. Men veronderstelt echter, dat de roya listen volstrekt niet van plan zijn den inval werkelijk ten uitvoer te brengen» Hun verblijf aan de grens zal alleen ten doel hebben om de regeering moeilijk heden en groote kosten te "bezorgen, doordat deze het leger en de marine voort durend op voet van oorlog moet hou den. Berichten uit Verin in Spanje houden volgens een telegram uit Vigo aan de „Köln. Ztg." in, dat Paiva Couceirozich na de aankomst van talrijke goed ge wapende monarchisten, aan de spits van 'een sterke kolonne bevindt. Men ver moedt nu weer, dat niet een marsch naar de Noordwestelijke provincie Minho, doch naar de in Noordoost Portugal gelegen stad Braganza ondernomen zal worden. De Portugeesche Kamer heefi nu een artikel van het wetsontwerp op de pro cedure in politieke aangelegenheden goedgekeurd, waarbij bijzondere recht banken worden ingesteld om monarchis tische samenzweerders te vonnissen. Van den opstand in China weinig nieuws. We meldden reeds dat het gevecht tusschen opstandelingen en re- geeringstroepen was begonnen. Twee duizend man trouw gebleven troepen stonden tegenover 10000 opstandelingen. Admiraal Satsjenping had aan de Chi- neesciie kruisers bevolen hoepen te lan den. Daarop rukten van den .kant van LWoetsjang opstandelingen aan en open den onmiddellijk het vuur. De kanonnen der scheepsmacht, onder Satsjenping be antwoordden dat vuur onmiddellijk. Aan beide oevers der rivier werd het gevecht met kracht voortgezet Ook de buitenlandsche schepen zet ten troepen aan wal. De opstandelingen dreven de regee- ringstroepen voor zich uit tot dat hun ammunitie op was. Toen trokken zij te rug. Van de wederzijdesche verliezen is nog niets bekend. Koninklijke besluiten. Bij kon. besluit is benoemd tot lid en voorzitter van het college van curatoren der rijksuniversiteit te Utrecht jhr. mr. J. Röell. Mr. Jules N. de Vries. De gemeenteraad van Amsterdam be sloot gisteravond zonder hoofdelijke stem ming mr. Jules N. de Vries als lid van den gemeenteraad toe te laten. De commissie van onderzoek had den eigenlijken geloofsbrief in orde bevonden en eenstemmig (zulks in tegen- spraak met hei gister vermelde „Tel." bericht) was zij na ernstige overweging tot de conclusie gekomen, dat de gedane mededeeling inzake beweerde onregel matigheden bij verkiezing te vaag en te onbestemd zijn om aanleiding te geven tot het instellen van een nader onderzoek of om den Raad te adviseeren tot zoo danig onderzoek over te gaan. Ontslag gehuwde Onderwijzeres. In de gisteravond gehouden vergade ring van den Amsterdamschen gemeen teraad is de voordracht van B. en W. om mej. Lub-Kooiman eervol ontslag te verleen en als onderwijzeres wegens hu welijk verworpen met 25 tegen 16 stem men. De gehuwde onderwijzeres blijft dus in de school. Na sluiting der vergadering werd op straat, vooral door onderw ijzers en on derwijzeressen, den raadsleden, die te gen de voordracht hadden gestemd, een ovatie gebracht. LEIDEN, 19 October. Den 23 Oct. a.s. hoopt den heer H. J. v. Kerkhoff den dag te herden ken, waarop hij voor 25 jaar geleden in dienst trad in het kleedermagazijn „De Stad Parijs". Door den heer A. P. H. Hotz, con sul-generaal der Nederlanden te Bey- ruth, Syrië, is aan 's Rijks museum van natuurlijke historie alhier eene verzame ling van 220 zeer goed geconserveerde vlinders uit Syrië ten geschenke gege ven. Den schenker is daarvoor de dank der Regeering betuigd. Bij Kon. besluit is herbenoemd tot lid van het college van curatoren der Rijks-Universiteit alhier mr. J. A. Loeff. Bij beschikking van d.en Minister van Marine is de kapitein ter zee N. J. Van den Worm, benoemd commandant van Hr. Ms. Van Galen, met 30 dezer eervol ontheven van het bevel over het bij de Kweekschool voor Zeevaart alhier geplaatst marinepersoneel, en is alsdan met dat bevel belast de luit. ter zee 'der le klasse C. L. Van Buuren. Op de voordrachten resp. voor de benoeming van een onderwijzeres en een onderwijzer aan de openbare burger school aan de Falckstraat te 's-Graven- hage komen voor: mej. H. M. Ittmann als no. 1 en de heer J. Rijkse als no. 2, beiden alhier. De andere voorgedragenen wonen te 's-Gravenhage. In de week van 11 tot en met 17 October werden uit de provincie Zuid- Holland ter kennis van den Centralen Gezondheidsraad gebracht 24 gevallen van typhus of febris typhoïdea, 92 ge vallen van roodvonk en 32 gevallen van dyphteritis. Hiervan kwamen voor te Leiden 16 gevallen van roodvonk; te Boskoop 3 gevallen van djphterituste Hazers- w o u d e, 1 geval van roodvonk te Nieuwkoop t geval van typhus of febris typhoïdea en te N o o r d w ij k e r- hout 1 geval van diphteritus. ROOMSCHE AGENDA. Donderdag 6 uur en 8V2 uur, Bondsgebouw, Rapenburg 10. Lezing met lichtbeelden door den Welecrw. Pater J. G. Tesser over het leven van den H. Franciscus van Assisië. Toegang vrij. KATWIJK. De benoeming van den heer M. van Egmond tot wethouder van Kat wijk is bij Kon. besluit geschorst. KATWIJK AAN ZEE. Op den publie- ken afslag werden de volgende prijzen besteed: volle pekelharing f 12.3012.90, f 13.15—13.45, maatjes dito f 11.35, ijle dito f 10.70—10.95—11.15, steurharing f8.75 9.50 10.60 11 11.40 13.20, makree) f7.80 8.10— 8.50—9.10 9.55 11.40 per kantje. KATWIJK AAN DEN RIJN. Met de nieuwe dienstregeling der electrische tram is ook de postdienst alhier eenig- zins gewijzigd. De buslichting is nu voortaan als volgtRichting Leiden v.m. 4.30, 9,40 n.m. 2.40, 6.40. Richting Kat wijk aan Zee v.m. 4.30, 10,15; n.m. 1.55 6.30. NOORDW1JKERHOUT. Door het be stuur der R. K. Bloemist-, Land- en Tuinbouw-werkliedenvereeniging „Door Eendracht verbonden" is dezer dagen van Z. D. H. Mgr. A.J. Callier, de goed keuring op de statuten en reglement ont vangen. Tevens is tot adviseur der vereeniging aangewezen de Zeereerw. heer pastoor W. A. van Halen. SASSENHEIM. Als een bijzonderheid kunnen wij mededeelen, dat bij den Heer P. Zeestraten, bloemist alhier, verschei dene rijpe frambozen aan de struiken zitten. Zeker toch wel voor den tijd van het jaar iets buitengewoons., ZOETERWOUDE. Op Maandag 6 Nov- a.s. zal ter schouw gevoerd warden in denörooggemaakleiiGeiderwoudschen pol der over de tochten, Kavel-, Barm en Heinslooten, duikers, hoofden en bruggen de Gelderwoudsche vaart en de Limiet scheiding tusschen Zoeterwoude en Bent huizen. Op Woensdag 8 Nov. a.s. zal schouw worden gedreven over tochten en slooten in den Geer- en kleinen Blankwaardpolder onder Zoeterwoude en btompwijk. Mede zal op laatst gemelden datum schouw worden gedreven over de kader dammen en slooten in den Grooten Westeindschen polder onder Zoeterwoude en Stompwijk gelegen. GEWESTELIJK GEMENGD. F. v. d. W., voerman te Sassen- h e i m, werd door een paard, 't welk hij uitspande, zoodanig tegen een schutting gedrongen dat hij ernstig aan hoofd en borst gekwetst werd. Geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Naar omstan digheden is de toestand redelijk wel. Kerknieuws. Pater von Bönninghausen. De Zeereerw. Pater B. von Bönning hausen, rector aan de St. Ignatiuskerk te Rotterdam is benoemd tot direcieur van het college te Katwijk aan den Rijn. Leger en Vloot. Drie honderd dertig korporaals uit de directiën der Marine te Willemsoord, Amsterdam en Heilevoetsluis zeggen in een adres aan de Tweede Kamer: „dat dit afgeloopen jaar met verlan gen naar eenige positie-verbetering door hen is uitgezien, dat zij zich nog steeds teleurgesteld gevoelen, dat de gunstige bepalingen be treffende de gelegenheid voor de gehuw den, om den middagmaaltijd in den hui- selijken kring te mogen nuttigen, waar aan is verbonden, dat het voedinggeld wordt uitbetaald, ook al wordt de maal tijd niet thuis genoten, wel op de ge huwde onderofficieren, doch niet op de gehuwde korporaals is van toepassing gebracht dat zij het zeker als een verbetering van positie zouden beschouwen, als zij dienaangaande in dezelfde conditie wer- werden gesteld, als de gehuwde onder officieren. Een adres van gelijke strekking is ge zonden aandenjnnnj^ STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAAIER" Zitting van Woensdag 18 Oct. (Verv.) Aan de orde is de Militiewet. De heer Thomson (U.-L.) zijn re de voortzettendkritiseerde ten slotte de legerorganisatie, zooals de Minister die wil. Verder wordt het wapen der in fanterie opgeofferd aan inlossing van een belofte, waaraan het optreden des Ministers verbonden is, n.l. de regeling der positie van de officieren. Sprekers conclusie was, dat de minister door de militie-wijziging de toestanden laat zooals ze zijnhet bestaande blijft geconsolideerd en wat intens slecht is, zal intens slecht blijven. De eenige oplossing bleef spr. achten het volksleger, in verband waarmede hij de goede hoedanigheden van het Zwit- sersche leger roemde, aan de hand ook van rapporten van Nederlandsche en vreemde hoofdofficieren, uitgezonden om dit leger te bestudeeren. De heer Middelburg (A.R.) be pleit kortelijk een weerbelasting en. vraagt de Regecring spoedig hare be lofte tot invoering van zulk eene belas ting in te lossen. De heer Tydeman (O. L.) was over tuigd dat wij na aanneming dezer voor stellen spoedig weder nieuwe onvolko menheden van hei stelsel zullen ontdek ken en dat wij op allerlei teleurstellin gen zullen gewezen worden. Daarom is het 't beste zich thans te beperken tot verkri^ing van het redelijk goede. Maar op één punt is spr.'s overtuiging even wel ongeschokt, nl. dat de defensiebelan- gen kunnen noch mogen worden ver waarloosd al zal dat groote financieele offers vragen, fe groote offers zelfs in vergelijking met den kleinen omvang van ons land. Daarom is urgent een ingrijpende wij ziging der militiewet 1901, om tot af doende verbetering te komen. En daar in wil spr. den Minister volgen, ondanks enkele bezwaren tegen hei stelsel. Spr. stelt zich derhalve en geheel op het standpunt der regeering, dat niets anders beoogt dan technische verbete ring van de Militiewet van 1901 en zal zich dan onthouden van bespreking der z.i. overigens onjuiste tegenstelling dat de Militiewet ingaat tegen het beginsel van vorming van een volksleger. Tegenover den heef Thomson prees spr. de verhooging van het contingent als van het grootste belang en geschikt om de belangstelling van het volk in het leger levendig te maken en het volk te leeren wat militair dienen is. Twee grieven heeft spr. tegen het ont werp. Ten eerste gemis aan eenvoud. Ten tweede een groote ongelijkheid in de behandeling der militie, welke principi eel ontoelaatbaar is en derhalve tot een minimum behoort te worden terugge bracht. Die ongelijkheid vergroot inen door het instituut der militaire werkers in deze wet te brengen. Een andere on gelijkheid ligt in het blijvend gedeelte. Spr. sluit zich aan bij het stelsel, in een der amendementen van den heer van Vlijmen neergelegd, 11I. 2 ploegen elk van IO1/2 maand dienst, en vervallen van de militaire werkers. Avondvergadering'. De algemeene beraadslagingen over de Militiewei werden voortgezet. De heer Kuijper (A. R.) ontkende dat door liet ontwerp de financieele las ten buitengewoon verzwaard worden. Tegenover de stijging \an de welvaart sedert 1851 stelde hij dat toen 1 3 thans 1/6 van het budget voor het oorlogsbud get wordt uitgegeven. Ook per hoofd der bevolking zijn de lasten, in vergelijking met andere lan den, niet buitengewoon zwaar. Hij zette voorts uiteen, dat, gjiat de verhooging van contingent door, de oor logsuitgaven voor kazerne-ment zullen stijl- gen, terwijl ook meer zal gevorderd wor den voor aanmaak van munitie voor de kustdefensie en in dit verband vroeg hij of de Regeering bereid was de opbrengst van eene eventueelc weerbelasting te brengen in mindering van de oorlogslas ten. Erkennende dat in 1901 als gevolg van den Transvaaloorlog ook in an ti-revolutionaire kringen sympathie was voor het volksleger, wees hij er op dat die sympathie daalde door gebeurtenis sen in dien krijg zelve (Cronjé's val) en niet het minst door het feit dat Zwitser land zelf verzwaring bracht in zijn volks leger. Nederland ligt bovendien aan zee, zoodat hier eerder dan in Zwitserland de oorlogstoestand kan intredenterwijl Nederland wèl, Zwitserland geen kolo niën heeft Zwitserland kan daarom met minder macht, met minder forten volstaan terwijl de Zwitsersche volksaard anders is. Daar zijn elementen voor een volks leger aanwezig; hier ontbreken zij voors hands. Gaat men na dat wij alleen kans hebben in oorlog te komen met landen met langer oefentijd dan wij, dan was bet in 1901 een daad van moed met een korten oefentijd te komen. Deze Minister, die nog korter oefentijd in het vooruitzicht stelt, verdient hulde; ook omdat hij bestaande fouten corri geert. Ideaal zijn de middelen tot herstel der fouten niet. Verre van daar, het is geknutsel, doch practisch en zal doei tref fen. Omtrent twee punten van moreel be lang (ruiling voor het blijvend gedeelte en vrijstelling van kostwinners) moet de anti-rev. partij zich haar steun voorbe houden. In verbinding tot de stijging der be volking, is ook de voorgestelde verhoo ging van het contingent gewettigd en de anti-rev. partij zal dan ook zonder aarezling,-" voor dit ontwerp stemmen. Eer bied voor eigen volksbestaan, aldus ein digde spr., gaat te loor, wanneer wij niet bereid zijn offers te brengen, die noo- dig zijn voor ons onafhankelijk volksbe staan. De heer D u y m a e r v an T w i s t (A. R.) achtte den weg door de regeering in geslagen, de juiste en hij meende dat de voorstanders van het volksleger voor dit ontwerp dankbaar konden zijn. Het rap port van den Defensieraad toonde z. i. de urgentie der regeling aan. De „ver wording" van ons leger is toe te schrijven aan de bevelvoerders, aan de slechte en- cadreering, vooral bij de Landweer en zij die nu hun pen roeren, hebben het reservekader vermoord. Het kader moest door tegenwerking en de slechte voor opleiding in gehalte achteruit gaan. Dat is de schuld van de legerautoriteiten die ook het tweeploegenstelsel reeds ver oordeelde vóór het was ingevoerd. Vertoont het advies van den Raad v?n Defensie, dat de Regeering niet voor haar rekening heeft genomen, al scha duwzijden, er zijn ook lichtzijden. De Militiewet draagt niet de schuld der gebreken. Doch naast die wet is in het leger noodig een geest van tevreden heid die allen hun dienst en plicht met ijver moet doen vervullen. Een korteren eerste-oefentijd dan van 81/2 maand achtte spr. vooralsnog niet mogelijk, zoomin als een Volksleger. Dankbaar was hij dat de vooroefening gehandhaafd en aan de vooigeoefenden een 61/2 maandschen oefentijd wordt ge geven dankbaar óók voor de hand having van het ploegenstelsel dat, mits goed toegepast, ook goed is. Daarente gen had hij liever gezien dat de Minister de oorspronkelijke regeling van het blij vend gedeelte h:id gehandhaafd, terwijl hem ook het stelsel der militaire wer kers niet kon bekoren. Z.i. konden de corveédiensten worden beperkt. Einde lijk verklaarde hij zich weinig ingeno men met de vrijstelling van kostwinners, vreezende dat de Regeering daardoor miliciens te kort zal komen voor de be reden korpsen en de zeemilitie. De ra ming der kosten scheen hem ten slotte te laag. Hij eindigde met den wensch dat ook de linkerzijde deze wet zou aanvaar den» De heer de Stuers (R. K.) vroeg zich af of wij na aanneming van deze wet gerust kunnen zijn. Hij durfde die vraag niet bevestigend beantwoorden. Er bleef wantrouwen bij hem bestaan. Houdt men het verschil1 tusschen oefening en vorming inl het oog, dan zegt spr. geen vertrouwen te hebben in een S maandschen oefen tijd. Te minder als hij let op het feit dat Duitschland en Frankrijk 2 jaar noodig hebben. De heer Marchant (V. D.) kwam er tegen op dat het leger werd gebezigd als laboratorium voor proefneming en critiseerde scherp de leden van den Raad van Defensie. Tot het ontwerp komende eischt de Regeering voor de mobilisatie steeds mannen onder de wapenen, maar spr. begreep niet dat men in Zwitserland wèl, hier niet snel zou kunnen mobiliseereh. Spr. eischte voor zich en zijn vrienden het recht van critiek op. De Militiewet is naast technische ook sociale wet en daarom is het verheugend uat ook niet- deskundigen meer en meer gaan mee spreken. Spr. wees op het veranderde stand punt van de heeren Tydeman en Kuy- per, vooral van laatstgenoemde, die he denavond een reeks verschillen met Zwit serland opsomde, die oolc in 1901 be stonden, doch oen aan zijn aandacht ont gaan schijnen te zijn. De eene Minister na den anderen kwam en ging, zonder dat er iets is ge beurd terwjj! men achteraf hoort dat milljoenen zijr. weggeworpen. Spr. zal morgenochtend te half elf zijn rede voort zetten. Zitting van Donderdag 19 October. De algemeene beschouwingen over de Militiewet worden voortgezet. De heer Marchant (V.D.) vervolgde zijn gisteravond afgebroken rede en betwist te in de eerste plaats dat de proef niet het instituut der viermaanders afdoende is geweest. De militaire werkers noch de instelling van een voor- en najaars- ploeg van verschillende sterkte, kunnen spr.'s goedkeuring wegdragen, omdat de eenheid er door verstoord wordt. Spr. handhaafde zijn critiek ten aanzien van het beleid van Minister Sabron. Een amendement werd door spr. aangekon digd. teneinde de regeering te dwingen haar voorstellen omtrent de vooroefe ningen te wijzigen. En wat de contin- gentsverheoging aangaat, zoolang de diensttijd in de kazerne niet wordt ver kort, is spr. voor geen contingentsver- hooging te vinden. De heer De Savornin Lobman (C.H.) prees de deugdelijke waarborgen van dit ontwerp en verklaarde er voor te zullen stemmen, ook al had hij, even als de heer De Stuers, een langer oefe- ningstijd gewenscht. Uitvoerig zette spr. uiteen, waarom hij ons land ongeschikt acht voor een volksleger. Daartoe ont breekt bij ons de vaderlandschlievende opofferende geest. Spr. kwam op tegen de afbrekende critiek welke op het leger wordt uitgeoefend, waardoor de waarde van het leger in het oog^ des volks daalt en de tucht 1 het leger wordt onder mijnd. Alleen dan toch kunnen wij een krijgshaftige natie krijgen wanneer het geheele volk tot opofferingen bereid is. De heer Arts (R.K.) kwam op tegen de verzwaring van lasten, welke dit wets ontwerp oplegt. In 10 jaar tijd stegen de oorlogskosten van 22 op 29 millioen en steeg het contingent van 11000 op 23000. Wanneer spr. de voor- en na deden tegen elkaar opweegt, kan hij niet zeggen bevredigd te zijn. Ook het instituut der militaire werkers en de kaderplicht konden hem niet bevallen omdat daar doof dwang wordt opge legd. Tegen elke poging om den dienst tijd nog meer te verlengen, verklaarde spr. te moeten opkomen. Elke verzwa ring van lasten, van welke zjjdc die ook mocht komen, zou voor spr. de aan neming van het ontwerp onmogelijk ma ken. Voorlooj ig behield spr. zich zijn stem voor. De heer Nolens (R.K.) meende dat de penvoerders in de niilitaire wereld die nu critiek voeren, beter hadden ge daan zelf verbeteringen aan te brengen^ „toen zij er nog toe in de gelegenheid waren". Tegen publiceering van het rapport van den Raad van Defensie had spr. geen bezwaar. Dit heeft de gemoe deren eens wakker geschud. Met den heer Duymaer van Twist was spr. het eens, dat de legerautoriteiten mede schuld dr 1 aan den huidigen toestand van het leger. Uitvoerig zette spr. uiteen de (bekende) gronden waarop destijds besloten werii tot uitstel van de behan deling der Militiewet tot het nieuwe zittingsjaar. Men wilde niet het verwijt! op zich laden, dat de meerderheid dei Militiewet er door wilde jakkeren. Spr. meende dat men met het uitstel een dienst heeft ewëzen aan de Regeering en aan de wet. De bedoeling door de „Nieuwe Courant" aan de Katholieken toegeschreven met het uitstel namelijk om minister Colijn te laten duikelen wordt weerlegd door de behandel inigl van het ontwerp welke spr. hoopte daf een gunstig resultaat moge hebben voofr den minister van oorlog. Spr. advisee de om hetgeen bij dit ontwerp gebodc wordt, te accepteeren. De zitting duurt voo> -Rechtszaken. Haagsche Rechtbank. Dc Rechtbank veroordeelde heden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 2