3e Jaargang.
No. 618.
Op eigen krachten.
Aymar.
BUITENLAND.
e C^icbclve Sou/zo/nt
Bureau OUDE SINGEL 54. LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAO, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 11.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeeiingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine AdvertentiSngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent. iedere regel meer 10 cent.
De stembus roept de kiezers van de
districten I en III weer op om morgen
beslissing te nemen wie de burgerij in
den gemeenteraad zal vertegenwoordi
gen.
Deze beslissing zal nog langen tijd
zijn invloed doen gelden zij is van groo
te beteekenis, omdat ervan afhangt of
de meerderheid van den raad rechts zal
blijven dan niet.
Onze aansporing om trpuw te gaan
stemmen, heeft daarom meer dan gewone
beteekenis. Geen Katholiek, geen chris
telijk kiezer mag morgen zijn plicht
verzaken, zijn plicht, die hem gebiedt om
door zijn stem aan ons de overwinning te
helpen bezorgen.
Wij zijn daarbij aangewezen op
eigen krachten. De kiesvereeniging
[Burgerplicht en Gemeentebelang heeft
het niet van zich kunnen krijgen in dis
trict I. dr. van Es aan te bevelen. Zij
laat de kiezers v r ij, hetgeen in onze
joegen een verkapte steun aan den libe
raal is.
De houding van B. en G. laat ons
feitelijk koud. Ja, wij juichen zelfs toe,
dat d i t besluit en ge$n ander viel. Hoe
licht had men door ?en event, „steunen"
van onzen candi'daat een zekere zorge
loosheid bij onze kiezers doen ontstaan,
die rekenend op dien steun reeds van
een gemakeldijke overwinning droom
den, terwijl de invloed van B. en G.
nog onbekend is. Maar bovenal, wij zien
in den strijd voor den gemeenteraad een
;p r i n c i p i e e 1 e, waarbij niet de per
soon maar de overtuiging van den can-
didaat op den voorgrond staat. Zeker,
ook als persoon meenen wij dat dr. van
,Es eene vergelijking met zijn liberalen
tegencandidaat glansrijk kan doorstaan.
Zijn optreden in de Graanbeurs aan den
vooravond van de stemming heeft een
gunstigen indruk gemaakt Maar bovenal
bevelen wij dr. van Es aan als een Warm
aanhanger der anti-revolutionaire par
tij, op wie wij in den Raad steeds kunnen
rekenen.
Wip moeten dus door eigen krachten
de v iorie behalen. Moge dit eene prik
kel zijn om toch vooral niet van de stem
bus weg te blijven in district I zoowel
als in district III.
Want ook in het laatste district zal het
spannen. Na den uitslag van dezen zo
mer vertrouwen de liberalen vaster dan
ooit te voren ons weer een nederlaag te
bezorgen en schermen zij met hiin dok-
terscandidaat. Bij een vorige gelegen
heid hebben wij al aangetoond, dat de
zorg der liberalen om een medicus in den
'Raad te hebben, nooit groot is geweest
en dat hun voorliefde voor een genees
heer ineens is opgekomen, nu zij mee
nen er politieke winst mee te kunnen be
halen. Wel merkwaardig is daarbij, dat
dr. Kruimel aanbevolen wordt, omdat hij
geen politieke persoonlijkheid zou
zijn; de man is neutraal. Maar kort
daarop laat men volgen, dat zijn lieve
lingsstudie Darwin en Haeckel was, twee
mannen, wier theorieën door geloovige
Christenen worden verfoeid. Het klets-
FEUILLETON.
Naar het Fransch.
18J
Dien dag verliet Leopold zijn vriend
Ongerust en ontevreden; hij was er zoo
ver van af, het werkelijke voornemen
van Aymar te vermoeden, dat hij het
zelfs niet geloofd zou hebben, indien zijn
vriend het hem zonder omwegen had
medegedeeld.
Den dag waarop Aymar de gevangenis
zou verlaten, kwam Leopold reeds zeer
vroeg hij scheen gelukkig, maar be
zorgd tevens.
Ik breng je bij mij thuis, zeide hij,
wij zullen samen ontbijten. Daarna zullen
wij opnieuw over uwe toekomstplannen
spreken. Eerst hoopte ik, dat gij uit mijne
beurs zoudt putten met de vrijheid van
'een vriend, maar gisteren ontving ik een
brief van uw vader met eene som gelds,
groot genoeg, schreef hij, om uw onmid
dellijk vertrek te vergemakkelijken.
Aymar glimlachte bitter.
Daar ik a*a de mij opgelegde voor
praatje van de neutraliteit moet weer
opgeld doen om stemmen te bemachtigen
en de kiezers te misleiden. Neen, wij
hebben liever geen geneesheer in den
Raad dan dat wij bij de keuze tusschen
een darwinist en een christen aan den
eersten de voorkeur zouden geven.
De „Balans", het beruchte vrijzinnige
schendblaadje dat in lasterlijke aantijgin
gen voor socialistische en anarchistische
lectuur niet behoeft onder te doen, is
bevreesd, dat bij de verkiezing van En
gels in den Raad de encycliek1 Rerum
Novarum op alles zou worden nagesla
gen. Deze bewering is even belachelijk
als onzinnig. Maar wanneer bij sociale
aangelegenheden deze pauselijke zend
brief de grondwet en de vraagbaak van
de Katholieken is, dan kan slechts toe
gejuicht worden als de Katholieken luis
teren naar 's Pausen vermaningen, waar
van de rechtvaardigheid jegens alle stan
den en de naasteliefde de grondslagen
vormen.
De „Balans", die zoo minachtend
spreekt over alles wat ons dierbaar is,
die ons schijnheiligheid en leugen ver
wijt, drukt in zijn blad af het woord van
den H. Franciscus„Hij, wiens hart in
liefde uitgaat tot de .wereld, boezemt
liefde in.
Als dat geen misleiding is
Tegenover deze onwaardige strijdwij
ze van de linkerzijde moeten wij ons
schrap zetten. Wij moeten ons niet laten
misleiden door schoonklinkende schijn-
leuzen en ons niet laten beetnemen door
onware praatjes over neutrale Candida-
ten, die niet bestaan en nooit zullen
bestaan.
Onze tegencandidaten zijn onVervalsch-
te liberalen, die wij in den gemeenteraad
tegenover ons zullen vinden. Daarom 'be
strijden wij hen daarom hopen wij, dat
zij er nimmer in zullen komen en daar
om vertrouwen wij, dat morgen ALLE
Christelijke kiezers zullen gaan stem
men
in DISTRICT I op den heer
J G. VAM ES
en in DISTRICT III op den heer
A. H J. ENGELS
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet. Voor en tegenstanders
aan het woord.
Tien sprekers van allerlei richting heb
ben gisteren in de dag- en avondzitting
het woord gevoerd. En merkwaardig ge
noeg is de sympathie voor het wetsont
werp grooter, naarmate men dichter bij
den Minister staat De goede ontvangst
in de rechtsche zoowel als in de link-
sche pers van het militie-ontwerp Colijn
deed niet verwachten, dat in de Kamer
van liberale en vrijzinnig-democratische
zijde zoo'n hardnekkige oppositie zoit
worden gevoerd, die het vermoeden
volkomen wettigt, dat de politiek aan
dezen tegenstand niet geheel vreemd is.
De beoordeeling van het ontwerp b.v.
door generaal Eland in het „Vaderland"
was milder dan de critiek van het Kamer-
waarde niet zal voldoen, zeide hij, zal mijn
vader wel begrijpen, dat ik zijne gave
niet aanneem, evenals ik, mijn waarde
Leopold, de uwe zou geweigerd hebben.
Ik ben overigens niet zoozeer van geld
verstoken, als gij schijnt te veronder
stellen. Ik heb hier eene kleine som ver
diend, die de directeur mij zoo juist heeft
ter hand gesteld en die in mijne behoeften
voorzien zal tot op liet oogenblik waarop
ik een middel van bestaan zal gevonden
hebben.
Het verdriet ziende van zijn vriend bij
het hooren dezer woorden, haastte Aymar
er bij te voegen:
Maar met alle genoegen neem ik
uw ontbijt aan, mijn dierbare vriend; een
vol uur wil ik in uw bijzijn blijven, een
uur van ware en teruggevonden vrij
heid dat is nu toch niet te veel eischend
voor een man, die zeventien maanden
opgesloten is geweest.
Een rijtuig wachtte aan de poort der
gevangenis voor de twee vrienden.
O, riep Aymar, met volle borst
ademend, wat doet het goed, op zich
niet meer die hooge, sombere muren te
voelen drukken! En toch, wie weet of
ik niet dikwijls de uren zal te betreuren
hebben, daar doorgebracht
Bij den jeugdigen advocaat thuisgeko
men, scheen hij met zeker genoegen een
lid Eland, die er verder van af schijnt
te staan dan zijn collega Verhey. De wilde
kapitein Thomson, wiens ideeën aan de
socialistische verwant zijn en slechts wei
nig gelijkenis vertoonen met die van zijn
politieke partij, heeft op hartstochtelijke
wijze het ontwerp bestreden en een lans
gebroken voor het volksleger, daarin ge
volgd door den woordvoerder der v. d.
fractie, mr. Marchant, wiens redevoering
vandaag vervolgd wordt
Tegenover deze critici staan de ver
dedigers van het ontwerp: mr. Tyde-
man, dr. Kuyper, kapitein Duymaer van
Twist en schoorvoetend ook jhr. de
Stuers.
Het horiscoop trekkend, kan nu reeds
reeds gezegd worden, dat de wet een
flinke meerderheid in de Kamer zal vin
den, al zullen vele leden van de uiterste
linkerzijde, daaronder ook een deel van
de, misschien wel alle, unie-liberalen, te
genstemmen.
De heer Eland, wiens naam aan de
tegenwoordige militiewet verbonden is,
ziet in het Ontwerp een credit- en een
debetzijde. Er wordt b.v. niet te veel hoo.
op de vork geladen en daarmede voldaan
aan een reecis vroeger geuiten wensch
van den heer Eland, dat de fouten van
het tegenwoordig stelsel moeten worden
verbeterd. Hij juicht het ontwerp toe om
dat het ons een stap nader brengt tot>den
algemeenen dienstplicht en gaat met de
afschaffing der viermaanders mede, mits
daardoor een verkorte eerste oefenings-
tijd wordt bereikt. Dat alles boekt
hij op de creditzijde. De schaduwkant in
zijn oog is het tweeploegenstelsel en de
con tingentsverhooging, welke laatste hij
alleen wenscht tot vergrooting der le-
gersterkte en niet, zoo als de regeering
doet, als tegenwicht voor nevenzaken. De
eerste oefentijd voor beide wapens vindt
hij verbazend lang en vandaar de motie
van, hem en de heeren Verhey, Thom
son en Marchant, dat, als onmisbare voor
waarde voor de verhooging van het con
tingent het verblijf in de kazerne behoort
te worden verkort.
Op zich zelf dus een tamelijk welwil
lend oordeel van dezen oud-minister van
oorlog. Maar de motie, die de meeste
kans op verwerping.heeft, zal hem ten
slotte wel doen tegenstemmen.
De grappige heer Roodhuyzen heeft
een met moppen gekruide redevoering
gehouden, om aan te geven op welk
standpunt de niet-militaire leden der Ka
mer tegenover het wetsontwerp staan.
Nu zouden wij naar zoo'n uiteenzetting
met belangstelling luisteren, als de heer
Roodhuyzen niet zoo'n politicus was, die
zich niet tot een zakelijke beschouwing
bepaalde maar de gelegenheid te baat
nam om de houding der regeering in
zake de uitstel-motie Nolens te hekelen.
Ook de defensie-politiek van het Kabinet
kon het Kamerlid voor Brielle niet be
hagen (wie verwondert zich daar feite
lijk nog over?) zoodat het vertrouwen
in het Ministerie, dat bij de niet-des-
kundigen moet bestaan in de voorgestel
de militaire maatregelen, niet heel groot
is.
Toen kwam kapitein Thomson aan
dragen met het reeds door de „N. Ct"
vertrek te beschouwen, zoo niet met
weelde gemeubileerd, dan toch met alle
mogelijke zorg. Daarna zeide hij luid:
Dat alles is niet meer voor mij ge
maakt. Ik heb verplichtingen te vervullen,
waarvoor ik het geld behoef, dat de
vrucht van mijn arbeid wezen zal. En
ook tot dat doel alleen zal ik dat geld
besteden.
Gij vormt daar een goed en edel
besluit, hernam Aymar, de hand van zijn
vriend nemend, maar als gij wilt...
Geen woord meer over dit onder
werp; straks zal ik u zeggen waartoe
ik besloten ben^ en, indien het u goed
dunkt, deel dan mijn voornemen aan mijn
vader mede. $meek hem tevens mijtn
tegenwoordig gedrag niet al te streng
te beoordeel en.
Aymar's eerste zorg was in eene ach
teraf gelegen straat eene eenvoudige
kamer te huren, gemeubileerd met een
tafel, een stoel en een armoedig bed; de
huurprijs was zeer gering en dat was
het juist, wat hij verlangde.
Na lang nadenken was hij besloten
meetkundige lessen te gaan geven, om
aldus met vrucht de kennis aan te wen
den, die hem eertijds onder de beste
leerlingen der polytechnische school on
derscheiden hadden. Jot dit doel begaf
Jtyj «ich reeds 4e» ge#ten dag naar een
voorspelde argument, dat de wet te
vlug was ingediend! En toen begon
een heftige philipicca tegen minister Co-
lijn, tegen „onze Colijn", zooals $le
„Stand." hem had genoemd. Door zijn
gevoel zich latende meesleepen, had ide
woordvoerder der Lib. Unie af en toe
wed pakkende momenten in zijn rede; de
gloed waarmede hij zijn overtuiging ver
dedigde, deed warm aan, doch ontegen
zeggelijk vulde die warmte niet het ge
brek aan argumenten aan. Dit bleek het
beste, toen de heer Tydeman vlak na
kapitein Thomson het woord voerde en
als eerste verdediger van het ontwerp
optrad. Hij zou den Minister volgen en
deed dit te liever, omdat hij de zaak los
wenscht te maken van partijpolitiek, al
zal de heer Roodhuyzen hem daarbij .al
licht ook indeeien bij de rechterzijde,
evenals „De Nieuwe Courant". Maar hij
protesteert tegen die indeeling van den
„compagnies-commandant" Roodhuyzen.
Hij betwistte, dat de voorgestelde wij
zigingen niet gingen in de richting van
een volksleger, ofschoon het Zwitsersch
stelsel n u niet lean en mag aanbevolen
worden voor Nederland.
In gelijken zin sprak ook dr. Kuyper,
met wiens naar stijl en inhoud keurige
rede de avondzitting opende. Hij toonde
aan, dat de kosten der defensie niet zoo
schrikbarend stegen als men het wil doen
voorkomen en dat een volksleger voor
ons land en onzen volksaard niet deugt
Al behoudt de A. R. partij zich haar hou
ding voor ten opzichte van de ruiling voor
het blijvend gedeelte en de vrijstelling
van kostwinners, zij zal niet aarzelen uit
nationaal oogpunt haar stem aan dit ont
werp te geven. Eerbied voor ons eigen
volksbestaan eindigde dr. Kuyper zijn
rede gaat te loor wanneer wij niet
bereid zijn offers te brengen, die voor
ons onafhankelijk volksbestaan noodigzijn
Nadat de heer Duymaer van Twist uit
militair oogpunt het ontwerp had beke
ken, hield de heer de Stuers een pleidooi
voor langer oefeningstijd. In gemoede
raadde deze spreker, die eens ons leger
een „onsamenhangende bende" noem
de, aan, toch niet te veel te vertrouwen
op Onze Lieve Heer. Als men ziét, dat
men in Frankrijk en Duitschland twee
jaar noodig heeft, dan is het een ijdele
waan, dat wijde Duitschers en Franschen
zullen tegenhouden met jongens van 6
maanden. Er zijn zeker flinke joqgens ge
noeg in ons leger, maar heldenmoed al
léén is niet voldoende om een overmach-
tigen vijand te keeren. Wanneer wij een
leger moeten hebben, dan moet ook dat
leger goed zijn, en om dat leger goed te
krijgen, zijn wij nu al meer dan vjjftig
jaar zonder resultaat bezig.
De heer de Stuers zei onbewimpeld
eenige harde waarheden
ALGEMEEN OVERZICHT.
Zoodra Italië de kusthavens van Tri
polis bezet heeft, waarna het van plan
is de mogendheden kennis te geven dat
het die Turksche provincie inlijft, zullen
der voornaamste inrichtingen van Straats
burg. Dit was voor hem de eerste be
proeving en men zal begrijpen met welk
een beklemd hart hij vroeg den directeur
te spreken, wien bekend was, dat Aymar
eertijds tot het getal der leerlingen dier
inrichting behoord had.
Met een enkelen blik herkende mijn
heer N. dan ook den jeugdigen Koechler,
en de verbazing, die uit dien oogopslag
sprak, was weinig aanmoedigend voor
den toch reeds beangstigden jongeling.
Wat mag mijnheer van mij willen?
vroeg de directeur, zonder hem zelfs een
stoel aan te bieden; houd mij vooral
niet lang op, want al mijne oogenblikken
zijn kostbaar.
Ik kwam u'mijne diensten aanbieden,
voor het geval u soms een onderwijzer
voor het onderricht in de meetkunde
noodig mocht hebben, bracht Aymar met
moeite uit.
En gij komt u daarvoor aanbieden,
ffij?
Ja, mijnheer, antwoordde Aymar,
voorwendend niet te hebben opgemerkt,
hoe kwetsend op dat woord „gij" de klem
toon was gelegd.
Veroorloof mij u te zeggen, jonge
ling, dat dit van uw kant een even stout
moedig als onverstandig voornemen is,
ik heb verplichtingen te vervullen tegen-
we de poppen aan het dansen krijgen id
de
Aegeïsche Zee.
De Porte zou dan 48 uur den tijd helft*
ben om de inlijving te erkennefn. Doet zij
het niet, dan zou Italië, na een nieuwd
verzekering ten opzichte van den status
quo op den Balkan, Mjriilene bezetten!
en de zeeëngten blokkeeren.
Het schijnt dat men in Turkije zulkd
spoedig verwacht. Althans weet het
Berl. Tageblatt" mede te deelen dat de!
vloot met verzegelde orders de Darda-
nellen verlaten heeft. Men zegt, dat zij
moet trachten het Italiaansohe eskader
aan te vallen, maar alleen onder deze
voorwaarde, dat de terugtocht naar do
Dardanellen vrij blijft.
Voor Smirna, Boiroet, Saloniki en do
Dardanellen zijn nieuwe mijnen gelegd,
om den ingang tot de havens en wate
ren te beschermen. i,
Ook de andere mogendheden schijnen'
in de Aegeïsche Zee een treffen te vot-
wachten. Voor Mytilene kruist n.l. een
vreemd eskader, waarover de berichten
het niet eens zijn of het een Engelsch Idani
wel een Amerikaansch is.
Zoo spoedig echter zal Italië niet Iklaar
zijn in Afrika.
De toestand in Bengasi schijnt zeer
ernstig te zijn en veel gevaarlijker dan
in Tripolis. De Turken bereiden zich voor
op een tegenstand op leven en doodj
het aantal hunner geregelde troepen
wordt op 2500 tot 3000 man geschat.
Ook Derna moet nog steeds niet, on-1
danks lievig bombardement in handen
der Italianen zijn. j
De Turken in Tripolis schijnen vrij
wel gedemoraliseerd te £ijn. De „Ma-
tin" ontvangt n.l. uit Marta bericht, dat
men daar verzekert dat driehonderd
Turksche soldaten en officieren de Tune
sische grens hebben overschreden en een
toevlucht gezocht hebben te Ksar-boe-
Garden, waar zich een Fransch garni
zoen bevindt.
De Fransche bevelhebber had, na de
Turken ontwapend te hebben, lastgevin
gen gevraagd aan zijn regeering om de
manschappen en officieren over Sfax
naar hun vaderland terug te zenden.
Wat den binnenlandschen toestand van
Turkije aangaat wordt uit Saloniki aan
de „Frankf. Ztg." geseind, dat de Turk
sche militaire partij toebereidselen maakt
om zich af te scheiden van het Comité
voor Eenheid en Vooruitgang. Zij moet
nl. plan hebben om, zoodra hij" het gun
stige oogenblik gekomen acht, de regee*-.
ring omver te werpen, na ontbinding)j
van de Kamer een pronunciamento uit
te vaardigen en een militaire dictatuur
in te voeren, die de teugels van het be
wind zoo lang in handen zal houden, tot
andere personen, die volkomen het ver
trouwen des lanc(s waardig zijn en Ju
staat om de belangen van het Ottomaan-
sche rijk werkelijk te behartigen, de re
geering van haar kunnen overnemen.
Er worden op het oogenblik in de
verschillende provincies voorbereidende
maatregelen getroffen ter uitvoering van
dit plan, zoo mogelijk reeds binnen acht
dagen.
De voorgenomen zwaardere belasting
over de Ouders wier kinderen mij zijn toe
vertrouwd en door u als onderwijzer aan
te stellen, zou ik mij hunne rechtmatige
ontevredenheid op den hals halen. Het
spijt mij, genoodzaakt te zijn, u aldus toe
te spreken, maar in uwe positie zou ieder
ander zich zoo spoedig mogelijk onttrek
ken aan zijn vroegere omgeving.
En toch wil ik hier blijven, hernam
Aymar.
Waarom vertrekt gij niet naar Ame
rika of elders? Naar een land, waar nie
mand u rekenschap zal vragen van uw
verleden, waar men, wat dit betreft, in
de volmaakste veiligheid leeft, terwijl gij,
door in uw geboorteplaats te blijven, de
herinnering aan uw slecht gedrag leven,
dig houdt.
Ik herhaal u, mijnheer, dat ik niet
vertrekken zal, hier is het, dat allen ge
tuigen zijn geweest van mijn misslagen,
daarom is het ook hier, dat ik zal trach
ten ze te herstellen.
Mijnheer N. haalde de schouders op.
Ik kan niet begrijpen, vervolgde
Aymar op haastigen toon, welke verwijh
ten gij zult oploopen, door mij de meet
kunde in uwe inrichting te laten onderwin
zen?,
(Wordt vervolgd^