Uoor onze jongens en meisjes. Beste vriendjes en vriendinnetjes, Oplossinaen, nieuwe Opgaven. 328 schijnlijk was hij daar echter ook in dezelfde streek. onderpand voor een behouden thuiskomst. Nu nam de pater afscheid van de kinderen, en zij vertrokken gelukkig en tevreden met zijn zegen als (Wordt vervolgd.) MR. W. H. JANSEN, f dd van den gemeenteraad en vele jaren wethouder van financiën te. SchiedamRidder in de Orde van, St. Gregorius, en een der beste ka tholieke oormannen van Schiedam, dezer dagen in den Heer overleden. zonderheden omtrent het lot zijns meesters vertellen. Deze wist ech ter slechts mede te deelen, dat de gevangen graaf naar de st;ad Al- mahadia in Barbarije in slavernij was weggevoerd, en daar aan een rijken Muzelman verkocht was. Waar de jongen was, had men niet te weten kunnen komen, waar- KIJKJES UIT TRIPOLIS, IIET LAND WAAROM ITALIË MET TURKIJE OORLOG VOERT: een moskee van de Senoessis, de meest fana'icke bede der Muzelmannen in Tripolis, die pas den heiligen oorlog hebben uitgeroepen tegen de Christenen. In de medaillons: I nks een gewa pend man van den stam der Toeboe's, de oorlogszuchligste bewoners van het Tripolitaansche achterland; rechts Maine Abd'el Kader, hoofdleider van de Toeboe's. In tegenstelling met een verhaaltje, dat eeni- gen tijd geleden hier in deze rubriek is opge nomen, vindt ge hieronder een verhaaltje, dat ingezonden is door Hermina Gerritsma. Het gaat over: DE KAT VAN DE „ALBATROS". Grim was een groote grijze -kat, die van jongs af altijd aan boord van een schip ge leefd had. Zij was de algemeene „lieveling" op de „Albatros" en de ruwe matrozen hadden voor de zachte Grim altijd een vriendelijk woord of een lekker beetje .over. Poes van haar kant deed dan ook haar best het schip zooveel moge lijk zuiver te houden van ratten en muizen en voelde zich heel gewichtig onder al die zeelui. Ook was het ferme dier nooit zeeziek, maar toch was het heel niet gesteld op woest stormweer, want dan werden haar pootjes wel eens nat en daar had poes een grooten hekel aan. Zij klom dan maar liefst hoog en droog op een of ander meubelstuk, dat dan een goede barricade vorm de. Maar ziet, op zekeren dag werd de „Alba tros" in de Noordzee door een vrecselijk storm- weer beloopen. Het schip werd eenige dagen lang heen en weer geslingerd door de hooge golven, als was het een roeibootje en strandde eindelijk op de rotsige kusten van Oost-Enge- land. Na ontzettend veel inspanning, kwam echter geheel de bemanning behouden aan wal en werd zij liefderijk opgenomen door het eenvou dige visschersvolk, dat hun droge kleeding. goed eten en drinken en een vriendschappelijke opneming in hun woning gaf. En vreemd genoeg, niemand had meer aan de arme Grim gedacht, die nog altijd hulpeloos rondscharrelde op het zinkende wrak. Den volgenden dag echter zag de kustwachter, die het wrak bewaken moest, daarop iets bewegen. Hij riep de hulp der vis- schers in en de reddingsboot toog uit. Bij het wrak gekomen, bleek dit voorwerp de grijze kat te zijn. die half dol van honger en ver- meienis en door het schreeuwen beangst, wan hopig in een hoekje kroop. De kustwachter ging aan boord en zocht het schuwe dier te vangen, wat na veel inspan ning gelukte. Hij greep de kat, bij haar nek vel, stopte haar onder zijn wambuis en liet ze verder over aan de goede zorgen van zijn vrouw, die de schipbreukelinge nu zoodanig vertroetelde, dat zij weldra weer geheel en al de oude was, met dit verschil echter, dat zij dui delijk te kennen gaf, nu maar liever niet. meer op zee te gaan. Zoo werd Grim dus op pensioen gesteld en 1. ziet. 2. nati, 3. 4. 5. 6. zij kan nog lang daarvan genieten, als alles goed gaat. Dit zijn de oplossingen der raadsels van de vorige week De pot verwijt den ketel, dat hij zwart Santiago. Frankrijk. Antofogasto. Oincin- Spa. Constantinopel. San Francisco. Triomf. Lei den. Leiden. Washington. - Wit as koning. De schaduw. 7. De ezel in de Ark van Noë. 8. Delft elft elf el. 9. De tanden en kiezen. 1. Er was eens een vader, die vier zonen had. Hij had zich door noesten arbeid tot grooten welstand opgewerkt en zijne kinderen tot flin ke mannen gemaakt, die hun handen uit de mouwen wasten te steken. Toen hij stierf, was hij vijf-en-zeventig jaar oud en liet in zijn tes tament de volgende bepaling na„Het spreek woord zegt, dat een vader zich verdubbeld ziet in elk zijner kinderen en daar ik nu vijf-en-ze ventig jaren oud geworden ben en vier zonen heb groot gebracht, die den naam van hun va der eer aandoen, kan ik rekenen voor de we reld driehonderd jaren geleefd te hebben. Ik be paal hierbij, dat dit feit op de nakomelingschap vereeuwigd worde op de volgende wijze: Op mijn landgoed zal een gedenksteen wor den opgericht in den vorm van een zuil van twaalf meter hoogte en rustende op een voet stuk van graniet. De oppervlakte der zuil zal verdeeld worden' in vier-en-twintig vakken, /.ooals onderstaande tee'kening aanduidt: In deze vier-en-itwintig vakken moet de cij fers van 124 zoodanig worden ingevuld, dat beide kolommen ieder voor zich de somma van honderd-en-vijftig opleveren. Hoe hebben de zonen deze opdracht van hun vader vervuld? Zooals ge ziet, heb ik hier uit heele en halve lucifersstokjes het woord „eind" gev'oxmd. Hiervan moet ge een ander woord vormen, en wel den naam van een dier, welles vleesch ge wel eens gegeten zult hebben. Ma'ar ge moogt slechts één heel en twee halve stokjes meer ge bruiken en één half stokje verplaatsen. 3. Wat brandt langer, een korte-of een lange kaars 4. Wait is de hoogste post? 5. Ik ben zoo blank en zoo rein als een duif, maar mijn begin is .het. eind van alles. Snijdt men mijn hoofd en hals af, dan word ik hon derd jaar. 6. Met v ben ik een deel van een visch Met k een deel van een mensch; Met z een deel van. een leesles; Met t ben ik een metaal. 7. Mijn moeder heeft een zuster, die na tuurlijk een tante van mij is; maar deze laatste heeft ook een zuster, die echter geen tante van mij is; hoe kan dat nu? 8. Wie is de vlugste en nauwkeurigste schil der? 9. Men vindt mij bij den grutter; maar keert men mij om, dan word ik door den bak ker gebruikt. CORRESPONDENTIE. B. A. te Rotterdam. Uw brief met het portretje ontvangen. Mijn hartelijken dank, ik vind het zeer aardig-. Krijg ik nog meer van u voor de kinderrubriek? Aan alle lezertjes en lezeresjes van de Kin derrubriek. Nu de lange winteravonden weer aankomen, noodigt de Raadselredacteur allen uit om ieder naar zijn believen verhaal tjes, raadsels, spelletjes of aardigheden in te zenden, maar liefst geen figuren met ronde of gebogen lijnenik zal zooveel mogelijk allen aan 't woord laten. Ge kent het adres, niet waar: Kinderhuisvest 2933, Haarlem. DE RAADSELREDACTEUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 20