327 DE ONTZETTENDE RAMP TE BRUINISSE IN ZEELAND: EEN GEHEELE VISSCHERSVLOOT VERNIETIGD, bovenstaande kiekjes geven al een heel duidelijk beeld van de vernieling, die de Qetoberstorm in de Zeeuwsche visschersplaats Bruinis se aan richtte, waar alle visschersvaartuigen die in de haven Lagen, door den orkaan her en der op den dijk of op de steenen dammen werden gekeild, waardóór de meeste onherstelbaar werden beschadigd en zoodoende aan de bevolking het middel van bestaan werd ontnomen, daar deze open visschersschuilen niet kunnen worden geassureerd. Het is een droevig schouwspel, de bevolking te zien staan bij de wrakken van hun schepen, hun ©enigsten rijkdom en middel van beslaan! Och, pater, wij zijn allen toch zoo onge lukkig, en moeder sterft bijna van verdriet. O, helpt ons, pater, en geef ons onzen vader en onzen broeder terug!" Het was een dier treurige geschiedenis sen en schokkende verzoeken, waarmede men zoo dikwijls aan 't hart der ridders en mon niken van O. L. Vrouw aanklopte. „Moed, lieve kinderen," troostte de prior, „alles kan nog ten goede keeren. Wij moe ten eerst weten, waar uw vader is, en dan probeeren om het losgeld bij elkaar te krij gen, dat de Saracenen vorderen zullen." „Dat hebben wij ook gezegd, pater," be aamde het kind, wier tranen alweer ge droogd waren. „Niets zal ons te veel zijn om onzen dierbaren vader te verlossen. Moeder heeft mij reeds haar schoonste ju- weelcn en sieraden meegegeven, en zij toon de een kistje, dat zij van onder haar kleed te voorschijn haalde. Maar dit paarlen snoer is van mijook die wil ik offeren. En moeder zei zelfs, dat zij bereid is onze kasteelen en al onze goederen te verpanden, om het los geld te kunnen' betalen. En dan hebben wij nog vele getrouwe, vazallen en vrienden, die alles willen doen om hun heer, Jean de Montfort, te bevrijden." Bij het hoor en van dezen naam werd de prior plotseling bleek en met onvaste stem herhaalde hij „Wat zegt gij, beste kind, Montfort?" „Ja, pater, Jean de Montfort; als u in deze streken bekend zijt, moet u dien naam toch kennen." „Zij is mij bekend," antwoordde de monnik haastig, „zelfs te goed bekend," voegde hij er in zichzelf aan toe. Zijn tot nu toe zoo vriendelijk gelaat kreeg een harde uitdrukk: de-zwarte oogen vlamden toornig op. Maar dit de hij zich plotseling van de verbaasde kinderi „Moed, beste kinderen", troostte de priester. de mondhooken verscherpten zich en luurde slechts een oogeniblik. Dan wend- a af en wierp zich nede*-voor het groote kruisbeeld aan den wand, het aan gezicht in de handen verbergend. „Heer," bad hij uit het diepste zijner ziel, „vergeef mij, dat de hartstocht, dien ik al lang gedoofd waande, weder op laaide in mijn gemoed. Ik smeek U, geet mij de kracht mijn vijanden te vergeven, geheel en onvoorwaardelijk, naar Uw heilig voorbeeld." Zoo bad deze monnik, dien de lezer reeds lang herkend moet hebben. Het is de voormalige kruisvaarder, Raymond van Elvaz. Sedert den tijd, dat wij hem aangetroffen hebben in de ruine van zijn voorvaderlijk slot, droeg bij het witte kleed der monniken van Petrus van No- lasco en had aan de vervulling van het moeilijke doel der orde geheel de kracht en de toewijding van zijn edel hart ge wijd. Als een donkere schaduw was nu plotseling de naam Montfort in zijn ge moed gevallen. Een oogenjblik had hij ge weifeld, doch slechts ook één oogenblik. Het beeld van den Heiland had echter den vrede en de rust in zijn ziel hersteld. Hij st-^nd op, wendde zich met een blik van zachtmoedigheid en liefde tot de kin deren en sprak„Hebt goeden moed, lieve kleinen; ik heb tot uwen en mijnen God gebédenHij zal u uw vader en broeder wedergeven. Ik zelf zal uittrekken om hen te zoeken en zal niet rusten, voor ik hen gevonden en uit hun slavernij verlost heb. Maar gij, kinderen, bidt, dat Gods schutse en zegen mij begeleide." Dan richtte hij zich tot den ouden die naar, en liet zich door hem eenige bij- II. M. DE KONINGIN BIJ DE ZWAAR GETROFFEN BRUINISSER VISSCIIERS OP BEZOEK: het heeft overal in den lande een warm gevoeL van hartelijke sympathie gewekt, dat H. M. Koningin WiLhelmina zoo da delijk persoonlijk hare belangstelling en baar medegevoel is komen beluigen in het zwaargeteisterde Bruinisse. Onze foto geeit een kiekje van Hare Majesteit in de dor psslraal, gaande tusschen de droef-zwijgende rijen der Bruinissers. WEER EÉN TOESTEL OM GAS VERSTIK KING TE VOORKOMEN: de lieer Rultc le 's Gravenhage heelt een toestel uitgevonden om gasverstikking te voorkomen. Het toestel wordt op den meter geplaatst en laat slechts 100 ft 400 liter gas door. Ontstaat er dus een gebrek in de leiding, clan ontsnapt een le geringe hoeveelheid gas, om schadelijk te werken. De eigenlijke uitvinding schijnt een geheim te wezen. Hierboven een "kiek van het beknopte toestelletje op een gasmeter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 19