Uit de Pers. Johannes Freund. Tweede Blad, behoorende i>ij De Leidsche Courantvan Maandag 25 Sept. no. 597. Dè kwestie. Onder dit opschrift komt de „Neder- lande r" terug op het Kamervotum van ^oensdag, waarbij de Rechterzijde wei gerde het voorstel der socialisten om de jppeningsrede met .een adres van ant iwoord te beantwoorden. Het belangwekkend artikel laten wij hier volgen: De S. D. partij is bezig den volke een geheel valsche voorstelling te geven van fjvvat is voorgevallen op jl. Woensdag, en tot onze verbazing wordt zij daarin ge steund door de liberale pers. Wij zullen onzen lezers, niet^ bekend met den gang van zaken in de Staen-Ge i'neraal, de hoogst eenvoudige zaak trach ten duidelijk te maken. Volgens het reglement van orde kan jde Kamer aan de Koningin een adres aanbieden; als een lid zulk een adres .ontwerpt, dan wordt, indien de Kamer jjdaartoe besluit, eene Commissie van re- •jöactie benoemd, het voorstei verzonden ^ïaar de Af deeling en, en dan daarover beraadslaagd in openbare ziting Niemand in de Kamer heeft zich ver zet tegen het gebruik maken van dat reck r. Eiken dag kan zoodanig voorstel ge- Idaan worden; de Kamer beslist dan, op liet oogenblik, dat dit met hare overige werkzaamheden het best overeenkomt, of zulk een verzoek in overweging zal wor den genomen. Indien de heer Troelstra of welk an der lid ook, zoodanig verzoek doet, in o e t dat in overweging worden ge nomen, en eene Kamer, die dit belette, zou machtsmisbruik begaan. De heer .Troelstra heeft echter zulk een verzoek nietgedaan. Hij heeft wel verzocht, om krachtens art. 96 van het R. v. O. de Openingsrede met eeri adres van antwoord te beant woorden. Dit verzoek nu kou, welke ook de inhoud van het adres mocht z ij n, nooit worden toegestaan, om de eenvoudige reden, dat er geen Troon rede geweest is, en een antwoord daar op dus geen plaats kan hebben. Dit is,- zoolang de Grondwet gegolden heeft, steeds de opvatting geweest van de iTweede Kamer: geen Troonrede —geen antwoord. Ziedaar de reden en de eenige reden, waarom op voorstel van eenige leden de Kamer dit voorstel van den heer Troel stra, dat nooit kon worden aangenomen, niet in behandeling heeft willen nemen. ,Wat onredelijks steekt daarin? En waarom stond de Kamer er op, dit maal alle discussie af te snijden? Ware het voorstel „aan de orde ge steld,- om te beoordeelen of het toelaat baar was", d. w. z. of eene commissie zou worden benoemd, ten einde Jiet na der te onderzoeken, dan zou door den voorsteller eene rede zijn gehouden over den inhoud van het voorstel, ten einde de verdere behandeling tc bepleiten. Dis cussie daarvoor had niet kunnen worden verhinderd. En dat alles had moeten geschieden vóór eenige andere Kamerwerkzaamheid. Immers, het gold een adres van ant woord. Zulk een adres moet natuurlijk ter stond worden behandeld, en dit ge schiedt dan ook altijd; het is de eerste Kamerwerkzaamheid na opening dei- zit ting. Maar nu heeft de Kamer gedurende dc laatste maanden des jaars het zeer druk met de begrootingen. Wil zij nog eenige andere werkzaamheid verrichten dan moet zij letterlijk elk uur uitsparen. Daarom heeft men reeds sinds vele jaren niet enkel de Indische begrooting aan de Kamerleden ter bestudeering toe gezonden, nog vóór de opening der zit ting, maar men heeft zelfs het vroeger steeds gebruikelijke Adres van Antwoord afgeschaft. Daartoe hebben alle partijen, ook de heer Troelstra, meegewerkt. Dit jaar heeft de Kamer getracht nog een paar dagen uit te winnen, door de trekking der Afdeelingen te vervroegen; deze had vroeger plaats in de 2e week der zitting; thans reeds op den 3en dag na de opening. De Kamerleden, die an ders naar huis gingen, moesten alleen daarvoor overblijven. Door dit alles gaf de Kamer te kennen, dat zij dit jaar nog zooveel mogelijk werk wil afdoen. Inzonderheid had zij het oog op de wet op de nationale militie, waar van de behandeling door zeer véle leden spoedeischend geacht wordt. Nu komt de heer T. geheel die rege ling van werkzaamheden verstoren. Daartegen ging nu het verzet. Niet tegen het verzoek om hetzij de kiesquaestie, hetzij eenige andere quaes- tie te behandelen in openbare vergade ring. Ook niet tegen de poging om daarover of om eenige andere quaestie een adres tot de Koningin te richten. Maar uitsluitend tegen den door den Voorzitter gekozen vorm, die noodwendig er toe moest leiden, de Kamer weer den tijd te doen verliezen, dien zij moeizaam had uitgespaard. Uit het Kamerverslag blijkt, dat geen andere beweegreden de meerderheid heeft geleid. Had de heer Troelstra eenvoudig ge vraagd, „over eenig onderwerp eene voordracht aan den Koning te ontwer pen", dan ware dit allicht toegestaan, en zou allicht de Kamer in den loop der zit ting een geschikt oogenblik hebben ge vonden, om dat voorstel in beraad te ne men, gelijk zij dat met anti ere voorstellen pleegi te doen. Wat beteekent nu de woeste opwinding der S. D., alsof de meerderheid in de Kamer een „schandelijk misbruik" van haar feitelijke macht had gemaakt? En wat te zeggen van een liberale pers, die steeds den mond vol heeft van n'ietsdoe- nerij, van slapheid, van niet strenge toe passing van het toch reeds zoo uiterst slappe Reglement van Orde, en die, nu de Kamer tracht iets tot stand te bren gen, eenparig de meerderheid, die niets doet dan haar plicht, aanvalt en door het slijk sleurt! Wat te zeggen van de schandelijke tijdvermorsing door de S. D. Kamerleden, die hel er op toeleggen, geheel de Staatsmachine te doen stil staan, omdat de Kamer haar werkzaam heden niet zoo wil inrichten als hun groep dit wil! Hetzelfde beginsel als bij de sabotage. Als men zijn zin niet krijgt, alles kapot trappenzelfs als geheel onschuldigen daarvan het slachtoffer worden, 's Lands belang wordt eenvoudig vertrapt, énkel omdat op den door hen bepaalden dag zij niet het woord kunnen krijgen. Men kan nu zien, welke mannen het zijn, zelfs ook met behulp van liberalen, naar 's Lands Vertegenwoordiging wor den gezonden. Wij hopen,-dat de Kamer zal voort gaan mei haren plicht te doen, en dus, zonder iemands rechten te krenken, spoed te maken met de behandeling van zaken. Willen de S. D., die incenen dat steeds alles voor hun wil moet buigen, door jniddel van obstructie eene geregelde werkzaamheid hinderen, dan kunnen wij hen hier dit, evenmin als in andere landen beletten. Hoeveel geest is voor zulk eene afbrekende werkzaamheid niet nocdig. Maar de Kamer zal veel geduld en vol harding daartegenover moeien stellen. Fiasco. Dc „Standaard" weerspreekt de bewering van het „Volk" als zou in Nederland nooit een hooger cijfer bereikt zijn op een volkspetionnement dan op het socialistisch voor algemeen stemrecht. Dit is al aanstonds onjuist, en met de cijfers tc weerleggen. Op het petitionnement van 1878 tegen de Scherjie Resolutie van Kappeijne is ge- teekend door 469.869 personen; door 305.869 van ons en door ruim 164.000 van Roomsche zijde. Alzoo door 153.001 personen meer. Iets waarbij bovendien te rekenen is inet de omstandigheid, dat de 164.000 JRoomschen, die onder het totale cijfer begrepen zijn, uitsluitend hoofden van gezinnen waren, zoo dat men huri cijfer tenminste met 2 ver menigvuldigen moet, om 'het voor verge lijking vatbaar te maken. Voorts lette men er op, dat de sociaal democraten ook de vrouw en in mas sa lieten teekenen, zoodat men, ter juiste vergelijking, ook hiervoor een aanmerke lijk bedrag van hun cijfer heeft af te trekken* Bovendien petitionneerden onzerzijds 421 Kejkeraden, die door elkaar op tien leden zijn te stellen, en wat hier bovenal niet uit het'oog mag verloren worden,- in 1878 waren bij ons voor dc teekening slechts vier dagen vastgesteld, t. w. van 22 tot 26 Juli. Vergelijkt men hiermede de actie door de sociaal-democraten voor hun petition, nement op touw gezet en maanden lang volgehouden, dan voelt toch een ieder, hoe Jiier de uitkomst tegen moet slaan. Iets wat ze zeiven weten, en moeten er kennen, en waaromtrent ze dan ook zeg gen, dat ze tenminste 100.ÜÜ0 handtee- keningen meer hadden verwacht. Bij algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen van 21 jaar, gelijk hun eiséh is, zouden er ten minste twee m i 11 i - oen kiezers moeien zijn. Er zijn er nu ruim 800.000. Eén miflioen, tweemaal honderdduizend staan dus nog buiten. En nu teeltenden op de lijsten slechts jeen driemaal honderdduizend, en onder deze zijn er stellig meer dan honderdduizend die reeds kiezer zijn. Er is alzoo geen sprake van, dat al 't volk voor het alge meen kiesrecht zou zijn opgekomen. Wat opkwam, is niets dan een zeer kleine op gezweepte minderheid. Ook de opkomst voor de betooging had, vergeleken bij wat te Brussel her haaldelijk beleefd is, o zoo weinig te be duiden. Eenige duizenden rnenschen op een mooien dag in de Residentie saam te brengen, veroischt kunst noch vliegwerk. En het fraaiste van de zaak is dan nog, dat de Koninklijke stoet, waarméde men concurreeren wilde, heelemaal wegbleef, zoodat de belooging eindelijk voor mal liep. F i a s c o is dan ook geen te kras woord om wat als product van zoo maandenlan ge actie te voorschijn kwam, in al zijn onbeduidendheid te signaleerén. ~"lBiNNËNLAND~~ Arbeidscontract. In het „Sociaal Weekblad" worden o. m. de volgende rechterlijke beslissingen inzake de wet op de arbeidsovereenkomst opgenomen Kantongerecht te Amsterdam De wet laat geen vrijheid bij over eenkomst of regiement eiken opzeggings termijn uit te sluiten. Kantongerecht te 's-Gravenhage De vordering van oen varbeider tegen zijn werkgever wegens vergoeding der schade die hij geleden heeft doordat een hond van zijn werkgever hem, tijdens hij in diens woning werkzaam was, ge beten heeft, is een vordering betrekke lijk een arbeidsovereenkomst. Kantongerecht te Alkmaar: De vordering tot ontruiming eener woning, welke een arbeider krachtens een rrbeidsovere n om;! echt had te he- won.n, kan niet ze fstanifig bii den kan ten echter uo.d n aangebracht. Wel zou dit kunnen, indien deze vor dering als gevolg van een vordering tot ontbinding der arbeidsovereenkomst- krachtens art. 1303 B. W. was inge steld. Kantongerecht te Amsterdam Wanneer een arbeidster, na het ver trek van haar paboon, den winkelchef- waarnemend patroon verzocht heeft een uur vroeger als gewoonlijk weg te mo gen gaan om een bezoek te brengen aan haar nieuwen patroon, bij wien zij binnenkort in dienst zou treden en de winkelchef dit weigert onder toevoeging dat eischeres den volgenden ochtend om een verlof kan vragen, levert het feit dat de eischeres toch heimelijk een uur vroeger dan gewoonlijk weggaat, voor den werkgever een dringende reden tot onmiddellijke dknstbeëindlging op. FEUILLETON. Naar het Duitsch. 11) „Eerst wilde zij niet, maar daarna kwam zoo'n vurig verlangen naar je bij haar op, dat ze het liefst aanstondis naar je zou zijn toegeloopen. Dat ging nu niet, maar spoedig zal ze toch bij je zijn, want weg is ze reeds en mijn brief nog inict. Ik heb drie dagen daaraan ge schreven, want het gaat met het schrij ven maar slecht. En nu, mijn lieve zoon, moet ik eindigen. De goede God zegene je en behoede je steeds en overalAmen. Je trouwe moeder, Rosa Freund." Johannes legde den brief weg én peinsde. De oude, goede meester dood! jVan hem had hij het eerste onderricht genotenFrans, zijn speelmakker, slecht geworden, en Lena, zijn kleine school vriendin, zonder toevluchtsoord en be drogen! Zalig zijn zij die rein zijn van harte! Hij stond op en ging voor het venster staan. Het was donker bui ten, geen sterretje was te zien. Zou het ook nu voor hem donker worden? Pakten zich wolken boven zijn hoofd samen? Maar kon dan steeds de zon schijnen? Was het niet helder voor hem geweest een heelen tijd, zoodat hij zelf gemeend had, dat het hem te goed ging? Daarom moesten wolken komen, en ook veel stormen. Zooals God wilde!Hij zou hem sterken, dat hij steeds den rech ten weg bewandelen zou. Zondagmiddag. Johannes zat in zijn kamer en schreef, toen koster Matz bin nentrad. Er waren eenige rnenschen te biechten, en een vrouwspersoon wacht te reeds zoo lang hij had haar ge vraagd of hij den kapelaan wilde halen maar dat had zij niet gewild. Nu waren echter nog meer rnenschen gekomen. Die vrouwspersoon scheen hier vreemd te zijn. Johannes dacht aanstonds aan Lena, Hij ging naar de kerk' en toen hij in den biechtstoel trad, zag hij werkelijk1 Lena voor zich. Hoe veranderd zag het jonge ding er uit. Zij knielde in den biechtstoel neer en Johannes hoorde naar haar woorden. Lang sprak zij en dan w.eende ze. iüe kapelaan sprak tot haar het weenen werd heviger. De beide meisjes, die aan den biechtstoel knielden, werden onge duldig. De een, een ruw dik schepsel, fluisterde haar slanke buurvrouw toe: „God, wat duurt dat lang. Die daar legt zeker een algeineene biecht af". „Wees toch stil", fluisterde de andere. Het huilen van Lena wilde niet ophou den. Men vernam het gefluister van den priester en ten slotte de ongeduldige woorden van hem: „Lena, wees toch flinker". Verwonderd hief het dikke' meisje het hoofd op. Het weenen had opgehou den en slechts de zacht fluisterende steramen waren te hooren. Eindelijk ver verscheen Lena en het slanke meisje kwam aan de beurt. Haar biecht duur de niet lang. Daarna ging het meisje naar het altaar en verrichtte haar gebed, ter wijl de andere in den biechtstoel trad. Toen zij na tamelijk langen tijd weer te voorschijn trad, had zij een hoogroode kleur en haar bewegingen waren nog heftiger dan anders. Zij bad ook niet lang, stiet haar vriendin aan en beiden verlieten de kerk!. „Nou, ik zal van mijn ouwe krijgen"., begon zij aanstonds, „ik ben zoo lang wegdie gelooft van m'n leven niet, dat ik al dien tjjd in de kerk JDaar- Een werkgever kan niet meer recht matig den arb'eider wegens een dringen de reden ontslaan, indien hem het feit, dat de dringende reden oplevert, reeds twee dagen vóór het ontslag bekend was. Kantengerecht te Amsterdam Degene, die eenmaal een dienstbetrek king heeft doen eindigen, kan deze nied zonder goedvinden der wederpartij doen herleven, ook' al is de beëindiging on rechtmatig geweest. Het onrechtmatig inhouden van een deel van het loon is door den kanton rechter geen dringende reden geoordeeld tot onmiddelijke beëindiging der dienst betrekking. De socialistische kiesrechtbetooging. lEen medewerker van de ,,'N. ,Rott. Crt." komt terug op de roo'de kiesrecht- b'etooging van Dinsdag. De schrijver zegt o.a. in zijn indrukken: Want naar waarheid en eerlijkheid mijn indrukken weergevende, door den optocht gemaakt, heb ik niets weer te geven. De optocht, lang als hij was, maakte dood-eenvoudig geen indruk en de hee- le betooging zeide niets, sprak niet, er ging niets van uit. Er zat in één woord een woord, dat de verslaggever niet zonder weemoed neerschrijft geen cop ij in. De vele rnenschen, de vele vaandels, de vele handteekeningen... daarvan was al les bekend vóórdat de dag der dagen aanbrak. Nu konden we zeggen, hoe lang men liep van kop tot staart, we konden de welkome, door alle verslaggevers vast gegrepen bizonderheid vermelden, dat de terugkomende kop schier gestuit was te gen de optrekkende staart. Dat was al. Er was geen aardigheid aan. Het verwijt treffe geenszins de orga nisators van de betooging. Het zijn weer de bourgeois, die ons méï de kous op den kop en onbeschre ven papier deden thuis komen De bourgeois, die niet mee wilden doen op straat en hun rol van schuim bekkende, verbleekende, woedende, sid derende, het eind van hun heerschappij duchtende bende eenvoudig verdraaiden te spelen. Ik hoorde een paar jongelui „weg met de socialen" roepen en daartegen over zongen een paar dienstmeisjes het socialistenlied mede, toen de muziek voorbijging. Overigens keek iecler naar den stoet, nieuwsgierig bij het begin, verveeld op één vierde, en vóór het mid den uitkijkend naar een gelegenheid weg te snappen. Geen sympathie, geen antipathie, geen enkele toejuiching, geen spoor van af keuring. De kameel, die eertijds vertelde, dat Stelio-sigaretten zoo pittig zijn en die nu volhoudt, dat „ecla" de schoenen zoo glanzend maakt, had meer succes dan de vijftienduizend betoogers. Dat al die lieden daar algemeen stem recht wenschten, vonden de Haagsche bourgeois en de Haagsche proletariërs blijkbaar best, maar daarin zat het pijn lijke voor de strijders, die uittrokken ten strijde, maar geen vijand vonden, want een vijand blijft toch altijd maar een on ontbeerlijk meubel voor een goed gestof feerd slagveld, waarop men behoorlijk heldendaden verrichten wil. De prijs der levensmiddelen. B. en W. van Rotterdam en eenige leden van den gemeenteraad zijn uitge- noodigd om ondervoorzitterschap van een der wethouders eene commissie te vor men. ten einde het dagelijksch bestuur van antwoord te dienen op de volgende vragen ,lo. Is. tengevolge van de laijgdurige droogte, in dit najaar en in den naderen den winter een buitengewoon hooge prijs te verwachten van de eerst noodige voe dingsmiddelen 2o. Zoo ja, zouden door het gemeente bestuur buitengewone maatregelem te ne men zijn tot tempering van een even tueel algemeenen nood? 3o. Welke kunnen bij bevestigende beantwoording van de voorgaande vraag dje maatregelen zijn aan heeft 't meisje Lena, alleen schuld." „Kent gij haar?" vroeg Marie. „Neen", lachte de* dikke, die Lisa heette. „Maar ik hoorde ,dat de kapelaan tot haar zei: „Lena, wees toch flinker. Hoe zou hij haar kennen?" „Het is niet mooi van je, Lisa, dat gij geluisterd hebt", zei Marie. „Dat heb ik ook niet. Maar hij sprak zoo luid en die Lena bleef er eeuwig in". „Nou, gij zijt ook nog al lang in den biechtstoel geweest". „Lang? Nou ik weet ook niet wat ik doen zal. Verbeeld je, hij heeft mij verboden, morgen naar Bollmann te gaan dansen. Ik mag daar volstrekt niet heen en hij liet mij niet eerder gaan, voor ik het hem beloofdewat doe ik' nu." ..G'j gaat natuurlijk er niet heen". „Dat is gemakkelijk gezegd. En Frits dan? Hij heeft mij toch verzocht en als ik nu niet kom, laat hij mij zitten". „Als hij een brave jongen is, doet hij dat niet, Marie. Bollmann is geen goed lokaal en ook van mij heeft de kapelaan vroeger reeds verlangd, dat ik er niet heen zou gaan, en mijn Karei, met wien ik in het voorjaar trouw, heeft mij ge zegd, dat hij mij niet zou hebben geno men, indien hij mij bij bollmann gezien Invoer van bedorven vleesch. In een onzer vorige nummers is meb ding gemaakt van den uitvoer uit de Vereenigde Staten van bedorven vleesch, dat voor Nederland bestemd was. Dr Willey, het hoofd van den keurings dienst van levensmiddelen der Ameri- kaansche regeering, was deze praktijken op het spoor gekomenhet betreft be dorven, ingemaakt paardevleesch. Het huis, dat zich aan deze bedenke lijke praktijken zou hebben schuldig ge maakt, wordt In buitenlandsche bladen vermeldhet is de vleeschexportfirma Schwartz Bros en Co. in New Jersey. De berichten, die wij over deze zaken onder de oogen kregen, zijn niet gelijk luidend. Volgens ééne lezing werd het ondeugdelijke ingemaakte paardevleesch door de Amerikaansche firma naar Neder land uitgevoerd. Volgens eene andere lezing werd het paardevleesch o.a. af komstig van nietgeslachte, maar een voudig gestorven dieren) naar Nederland uitgevoerd en daar verder voor de con sumptie verwerkt. Koloniën. Spoorweg Deli-Assahan. Met den aanleg van den spoorweg van Deli naar Asahan wordt het vol gend jaar begonnen. De kosten zijn go raamd op f5.000,000. (Bat. Nbl.) Nieuwe onder w ij sinrichtin- gen. 't Onderwijs meldt: Er wordt met zekerheid verteld, dat er te Batavia, op Salemba, tegenover het Gymnasium Willem III een roomsch- katholieke H. B. S. en gymnasium op gericht zullen worden. De terreinen, al dus onze zegsman, moeten reeds gekocht zijn en drie geestelijken, doctoren van verschillende faculteiten, zijn volgens hem reeds onderweg. Collectieve klacht. Uit Djocja bericht de correspondent van het „Soer. Hand." dat twee-honderd en-zeventig koelies van de onderneming Rewoeloe zich bij den regent van Sle- man zijn gaan beklagen over drukkende diensten waarvoor zij geen evenredig meerder loon ontvangen. De berichtge ver deelde mede, dat die rnenschen geen reden tot klagen hebben,, maar dat zjj het systeem huldigen „man kann's pro- biren". Intusschen werkt hun voorbeeld aanstekelijk en hebben hun collega's uit de riettuinen van Sedajoe gelijkluidende bezwaren ingediend. Cholera. In de eerste 10 dagen van Augustus zijn er in 't geheel van Sumatra's Oost kust 113 gevallen gerapporteerd, en van dezen zijn er 86 doodelijk afgeloope'n. Dat is een zeer groöt en weer onrust barend cijfer, als men bedenkt, dat over, de heele maand Juli pl.m. 200 gevallen werden gerapporteerd. Van Deli, Ser- dang en Langkat werden betrekkelijk weinig gevallen gemeld, maar te Soen- gei Boenoet had men 21 gevallen met 11 dooden, te Kwaloe 15 gevallen met 10 dooden, in Bila 28 gevallen met 23 dooden, en in de Rokandistricten 23 doo den. Voor het eerst sinds langen tijd is Batavia officieel gtTieel vrij van cho lera, schrijft het „Bat Nbld." van 21 Aug. De laatste patiënt, die nog onder behandeling was, is als genezen ontsla gen, en in de laatste twee etmalen is er geen nieuw geval bijgekomen, terwijl ook geen sterfgeval werd gemeld. Het rapport van het cholera-bureau wa§ ge heel schoon. Dat het/oo moge blqvenlJ Het is maar een korte vreugde ge weest roept het blad den 23sten uit. Heden meldde het cholerabureau weer eenige nieuwe gevallen van de ziekte. 1 Europeaan en 2 Oosterlingen vielen als slachtoffers van de ziekte. En zoo zal het nog wel eenigen tijcfl doorgaan De legercommandant en de militaire aviatiek. In de naaste toekomst zullen vermoe delijk achtereenvolgens een drietal offi cieren van het Indische leger, die in had. En dat heb ik den kapelaan te dan ken". „Ja, jouw Karei, dat is ook zoo'n mak ke, maar Frits is zoo wild, dat ik! soms bang voor hem ben. En als ik nu' morgen niet kom...." „Dat moogt gij niet, Lisa, gij inoogt niet naar Bollmann, gij hebt het toch beloofd. En morgen wilt gij nog wel te Communie gaan. Lisa, houd je» braaf. Op wat slechts is, rust geen ze gen". i „Neen, neen, ik ga ook niet naar Boll mann, maar herrie zal ik er wel over krijgen". Met deze woorden scheidde zij zich van haar vriendin. Het was een onge lukkig toeval, dat Fritz Lutzen juist Li za tot verloofde had genomen. Zijn af keer, dien hij tegen den kapelaan koes* terde, steeg tot haat, toen hij hoorde^ dat de geestelijke het meisje verbodeh had, in net danslokaal bij Bollmann to komen. Des te vriendelijker werd da kerel tegen het meisje, toen deze van Lena vertelde. Dat was juist iets voor zijn plan en paste zoo mooi bij hetgeert hij van Anna gehoord had, die hjj bj Bollmann had leeren kennen. (Wordt vervolgd);

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5