Uit de Pers.
Johannes Freund.
Tweede Blad, behoorende
i>ij De Leidsche Courantvan
Maandag 25 Sept. no. 597.
Dè kwestie.
Onder dit opschrift komt de „Neder-
lande r" terug op het Kamervotum van
^oensdag, waarbij de Rechterzijde wei
gerde het voorstel der socialisten om de
jppeningsrede met .een adres van ant
iwoord te beantwoorden.
Het belangwekkend artikel laten wij
hier volgen:
De S. D. partij is bezig den volke een
geheel valsche voorstelling te geven van
fjvvat is voorgevallen op jl. Woensdag, en
tot onze verbazing wordt zij daarin ge
steund door de liberale pers.
Wij zullen onzen lezers, niet^ bekend
met den gang van zaken in de Staen-Ge
i'neraal, de hoogst eenvoudige zaak trach
ten duidelijk te maken.
Volgens het reglement van orde kan
jde Kamer aan de Koningin een adres
aanbieden; als een lid zulk een adres
.ontwerpt, dan wordt, indien de Kamer
jjdaartoe besluit, eene Commissie van re-
•jöactie benoemd, het voorstei verzonden
^ïaar de Af deeling en, en dan daarover
beraadslaagd in openbare ziting
Niemand in de Kamer heeft zich ver
zet tegen het gebruik maken van dat
reck r.
Eiken dag kan zoodanig voorstel ge-
Idaan worden; de Kamer beslist dan, op
liet oogenblik, dat dit met hare overige
werkzaamheden het best overeenkomt, of
zulk een verzoek in overweging zal wor
den genomen.
Indien de heer Troelstra of welk an
der lid ook, zoodanig verzoek doet,
in o e t dat in overweging worden ge
nomen, en eene Kamer, die dit belette,
zou machtsmisbruik begaan.
De heer .Troelstra heeft echter zulk
een verzoek nietgedaan.
Hij heeft wel verzocht, om krachtens
art. 96 van het R. v. O. de Openingsrede
met eeri adres van antwoord te beant
woorden.
Dit verzoek nu kou, welke ook de
inhoud van het adres mocht
z ij n, nooit worden toegestaan, om de
eenvoudige reden, dat er geen Troon
rede geweest is, en een antwoord daar
op dus geen plaats kan hebben.
Dit is,- zoolang de Grondwet gegolden
heeft, steeds de opvatting geweest van de
iTweede Kamer: geen Troonrede —geen
antwoord.
Ziedaar de reden en de eenige reden,
waarom op voorstel van eenige leden de
Kamer dit voorstel van den heer Troel
stra, dat nooit kon worden aangenomen,
niet in behandeling heeft willen nemen.
,Wat onredelijks steekt daarin?
En waarom stond de Kamer er op, dit
maal alle discussie af te snijden?
Ware het voorstel „aan de orde ge
steld,- om te beoordeelen of het toelaat
baar was", d. w. z. of eene commissie
zou worden benoemd, ten einde Jiet na
der te onderzoeken, dan zou door den
voorsteller eene rede zijn gehouden over
den inhoud van het voorstel, ten einde
de verdere behandeling tc bepleiten. Dis
cussie daarvoor had niet kunnen worden
verhinderd.
En dat alles had moeten geschieden
vóór eenige andere Kamerwerkzaamheid.
Immers, het gold een adres van ant
woord.
Zulk een adres moet natuurlijk ter
stond worden behandeld, en dit ge
schiedt dan ook altijd; het is de eerste
Kamerwerkzaamheid na opening dei- zit
ting.
Maar nu heeft de Kamer gedurende
dc laatste maanden des jaars het zeer
druk met de begrootingen. Wil zij nog
eenige andere werkzaamheid verrichten
dan moet zij letterlijk elk uur uitsparen.
Daarom heeft men reeds sinds vele
jaren niet enkel de Indische begrooting
aan de Kamerleden ter bestudeering toe
gezonden, nog vóór de opening der zit
ting, maar men heeft zelfs het vroeger
steeds gebruikelijke Adres van Antwoord
afgeschaft. Daartoe hebben alle partijen,
ook de heer Troelstra, meegewerkt.
Dit jaar heeft de Kamer getracht nog
een paar dagen uit te winnen, door de
trekking der Afdeelingen te vervroegen;
deze had vroeger plaats in de 2e week
der zitting; thans reeds op den 3en dag
na de opening. De Kamerleden, die an
ders naar huis gingen, moesten alleen
daarvoor overblijven.
Door dit alles gaf de Kamer te kennen,
dat zij dit jaar nog zooveel mogelijk werk
wil afdoen. Inzonderheid had zij het oog
op de wet op de nationale militie, waar
van de behandeling door zeer véle leden
spoedeischend geacht wordt.
Nu komt de heer T. geheel die rege
ling van werkzaamheden verstoren.
Daartegen ging nu het verzet.
Niet tegen het verzoek om hetzij de
kiesquaestie, hetzij eenige andere quaes-
tie te behandelen in openbare vergade
ring.
Ook niet tegen de poging om daarover
of om eenige andere quaestie een adres
tot de Koningin te richten.
Maar uitsluitend tegen den door den
Voorzitter gekozen vorm, die noodwendig
er toe moest leiden, de Kamer weer den
tijd te doen verliezen, dien zij moeizaam
had uitgespaard.
Uit het Kamerverslag blijkt, dat geen
andere beweegreden de meerderheid heeft
geleid.
Had de heer Troelstra eenvoudig ge
vraagd, „over eenig onderwerp eene
voordracht aan den Koning te ontwer
pen", dan ware dit allicht toegestaan, en
zou allicht de Kamer in den loop der zit
ting een geschikt oogenblik hebben ge
vonden, om dat voorstel in beraad te ne
men, gelijk zij dat met anti ere voorstellen
pleegi te doen.
Wat beteekent nu de woeste opwinding
der S. D., alsof de meerderheid in de
Kamer een „schandelijk misbruik" van
haar feitelijke macht had gemaakt? En
wat te zeggen van een liberale pers, die
steeds den mond vol heeft van n'ietsdoe-
nerij, van slapheid, van niet strenge toe
passing van het toch reeds zoo uiterst
slappe Reglement van Orde, en die,
nu de Kamer tracht iets tot stand te bren
gen, eenparig de meerderheid, die niets
doet dan haar plicht, aanvalt en door
het slijk sleurt! Wat te zeggen van de
schandelijke tijdvermorsing door de S.
D. Kamerleden, die hel er op toeleggen,
geheel de Staatsmachine te doen stil
staan, omdat de Kamer haar werkzaam
heden niet zoo wil inrichten als hun groep
dit wil!
Hetzelfde beginsel als bij de sabotage.
Als men zijn zin niet krijgt, alles kapot
trappenzelfs als geheel onschuldigen
daarvan het slachtoffer worden, 's Lands
belang wordt eenvoudig vertrapt, énkel
omdat op den door hen bepaalden dag
zij niet het woord kunnen krijgen.
Men kan nu zien, welke mannen het
zijn, zelfs ook met behulp van liberalen,
naar 's Lands Vertegenwoordiging wor
den gezonden.
Wij hopen,-dat de Kamer zal voort
gaan mei haren plicht te doen, en dus,
zonder iemands rechten te krenken, spoed
te maken met de behandeling van zaken.
Willen de S. D., die incenen dat steeds
alles voor hun wil moet buigen, door
jniddel van obstructie eene geregelde
werkzaamheid hinderen, dan kunnen wij
hen hier dit, evenmin als in andere landen
beletten. Hoeveel geest is voor zulk eene
afbrekende werkzaamheid niet nocdig.
Maar de Kamer zal veel geduld en vol
harding daartegenover moeien stellen.
Fiasco.
Dc „Standaard" weerspreekt de
bewering van het „Volk" als zou in
Nederland nooit een hooger cijfer bereikt
zijn op een volkspetionnement dan op
het socialistisch voor algemeen stemrecht.
Dit is al aanstonds onjuist, en met de
cijfers tc weerleggen.
Op het petitionnement van 1878 tegen
de Scherjie Resolutie van Kappeijne is ge-
teekend door 469.869 personen; door
305.869 van ons en door ruim 164.000
van Roomsche zijde. Alzoo door 153.001
personen meer. Iets waarbij bovendien
te rekenen is inet de omstandigheid, dat
de 164.000 JRoomschen, die onder het
totale cijfer begrepen zijn, uitsluitend
hoofden van gezinnen waren, zoo
dat men huri cijfer tenminste met 2 ver
menigvuldigen moet, om 'het voor verge
lijking vatbaar te maken.
Voorts lette men er op, dat de sociaal
democraten ook de vrouw en in mas
sa lieten teekenen, zoodat men, ter juiste
vergelijking, ook hiervoor een aanmerke
lijk bedrag van hun cijfer heeft af te
trekken*
Bovendien petitionneerden onzerzijds
421 Kejkeraden, die door elkaar op tien
leden zijn te stellen, en wat hier bovenal
niet uit het'oog mag verloren worden,- in
1878 waren bij ons voor dc teekening
slechts vier dagen vastgesteld, t. w. van
22 tot 26 Juli.
Vergelijkt men hiermede de actie door
de sociaal-democraten voor hun petition,
nement op touw gezet en maanden lang
volgehouden, dan voelt toch een ieder,
hoe Jiier de uitkomst tegen moet slaan.
Iets wat ze zeiven weten, en moeten er
kennen, en waaromtrent ze dan ook zeg
gen, dat ze tenminste 100.ÜÜ0 handtee-
keningen meer hadden verwacht.
Bij algemeen stemrecht voor mannen
en vrouwen van 21 jaar, gelijk hun eiséh
is, zouden er ten minste twee m i 11 i -
oen kiezers moeien zijn. Er zijn er nu
ruim 800.000. Eén miflioen, tweemaal
honderdduizend staan dus nog buiten. En
nu teeltenden op de lijsten slechts jeen
driemaal honderdduizend, en onder deze
zijn er stellig meer dan honderdduizend
die reeds kiezer zijn. Er is alzoo geen
sprake van, dat al 't volk voor het alge
meen kiesrecht zou zijn opgekomen. Wat
opkwam, is niets dan een zeer kleine op
gezweepte minderheid.
Ook de opkomst voor de betooging
had, vergeleken bij wat te Brussel her
haaldelijk beleefd is, o zoo weinig te be
duiden. Eenige duizenden rnenschen op
een mooien dag in de Residentie saam te
brengen, veroischt kunst noch vliegwerk.
En het fraaiste van de zaak is dan nog,
dat de Koninklijke stoet, waarméde men
concurreeren wilde, heelemaal wegbleef,
zoodat de belooging eindelijk voor mal
liep.
F i a s c o is dan ook geen te kras woord
om wat als product van zoo maandenlan
ge actie te voorschijn kwam, in al zijn
onbeduidendheid te signaleerén.
~"lBiNNËNLAND~~
Arbeidscontract.
In het „Sociaal Weekblad" worden o.
m. de volgende rechterlijke beslissingen
inzake de wet op de arbeidsovereenkomst
opgenomen
Kantongerecht te Amsterdam
De wet laat geen vrijheid bij over
eenkomst of regiement eiken opzeggings
termijn uit te sluiten.
Kantongerecht te 's-Gravenhage
De vordering van oen varbeider tegen
zijn werkgever wegens vergoeding der
schade die hij geleden heeft doordat een
hond van zijn werkgever hem, tijdens
hij in diens woning werkzaam was, ge
beten heeft, is een vordering betrekke
lijk een arbeidsovereenkomst.
Kantongerecht te Alkmaar:
De vordering tot ontruiming eener
woning, welke een arbeider krachtens
een rrbeidsovere n om;! echt had te he-
won.n, kan niet ze fstanifig bii den kan
ten echter uo.d n aangebracht.
Wel zou dit kunnen, indien deze vor
dering als gevolg van een vordering tot
ontbinding der arbeidsovereenkomst-
krachtens art. 1303 B. W. was inge
steld.
Kantongerecht te Amsterdam
Wanneer een arbeidster, na het ver
trek van haar paboon, den winkelchef-
waarnemend patroon verzocht heeft een
uur vroeger als gewoonlijk weg te mo
gen gaan om een bezoek te brengen
aan haar nieuwen patroon, bij wien zij
binnenkort in dienst zou treden en de
winkelchef dit weigert onder toevoeging
dat eischeres den volgenden ochtend om
een verlof kan vragen, levert het feit
dat de eischeres toch heimelijk een uur
vroeger dan gewoonlijk weggaat, voor
den werkgever een dringende reden tot
onmiddellijke dknstbeëindlging op.
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
11)
„Eerst wilde zij niet, maar daarna
kwam zoo'n vurig verlangen naar je bij
haar op, dat ze het liefst aanstondis naar
je zou zijn toegeloopen. Dat ging nu
niet, maar spoedig zal ze toch bij je zijn,
want weg is ze reeds en mijn brief nog
inict. Ik heb drie dagen daaraan ge
schreven, want het gaat met het schrij
ven maar slecht. En nu, mijn lieve zoon,
moet ik eindigen. De goede God zegene
je en behoede je steeds en overalAmen.
Je trouwe moeder,
Rosa Freund."
Johannes legde den brief weg én
peinsde. De oude, goede meester dood!
jVan hem had hij het eerste onderricht
genotenFrans, zijn speelmakker, slecht
geworden, en Lena, zijn kleine school
vriendin, zonder toevluchtsoord en be
drogen! Zalig zijn zij die rein zijn
van harte! Hij stond op en ging voor
het venster staan. Het was donker bui
ten, geen sterretje was te zien. Zou
het ook nu voor hem donker worden?
Pakten zich wolken boven zijn hoofd
samen? Maar kon dan steeds de zon
schijnen? Was het niet helder voor hem
geweest een heelen tijd, zoodat hij zelf
gemeend had, dat het hem te goed ging?
Daarom moesten wolken komen, en ook
veel stormen. Zooals God wilde!Hij
zou hem sterken, dat hij steeds den rech
ten weg bewandelen zou.
Zondagmiddag. Johannes zat in zijn
kamer en schreef, toen koster Matz bin
nentrad. Er waren eenige rnenschen te
biechten, en een vrouwspersoon wacht
te reeds zoo lang hij had haar ge
vraagd of hij den kapelaan wilde halen
maar dat had zij niet gewild. Nu waren
echter nog meer rnenschen gekomen. Die
vrouwspersoon scheen hier vreemd te
zijn.
Johannes dacht aanstonds aan Lena,
Hij ging naar de kerk' en toen hij in den
biechtstoel trad, zag hij werkelijk1 Lena
voor zich. Hoe veranderd zag het jonge
ding er uit.
Zij knielde in den biechtstoel neer
en Johannes hoorde naar haar woorden.
Lang sprak zij en dan w.eende ze. iüe
kapelaan sprak tot haar het weenen
werd heviger. De beide meisjes, die aan
den biechtstoel knielden, werden onge
duldig. De een, een ruw dik schepsel,
fluisterde haar slanke buurvrouw toe:
„God, wat duurt dat lang. Die daar legt
zeker een algeineene biecht af".
„Wees toch stil", fluisterde de andere.
Het huilen van Lena wilde niet ophou
den. Men vernam het gefluister van den
priester en ten slotte de ongeduldige
woorden van hem: „Lena, wees toch
flinker".
Verwonderd hief het dikke' meisje
het hoofd op. Het weenen had opgehou
den en slechts de zacht fluisterende
steramen waren te hooren. Eindelijk ver
verscheen Lena en het slanke meisje
kwam aan de beurt. Haar biecht duur
de niet lang. Daarna ging het meisje naar
het altaar en verrichtte haar gebed, ter
wijl de andere in den biechtstoel trad.
Toen zij na tamelijk langen tijd weer te
voorschijn trad, had zij een hoogroode
kleur en haar bewegingen waren nog
heftiger dan anders. Zij bad ook niet
lang, stiet haar vriendin aan en beiden
verlieten de kerk!.
„Nou, ik zal van mijn ouwe krijgen".,
begon zij aanstonds, „ik ben zoo lang
wegdie gelooft van m'n leven niet,
dat ik al dien tjjd in de kerk JDaar-
Een werkgever kan niet meer recht
matig den arb'eider wegens een dringen
de reden ontslaan, indien hem het feit,
dat de dringende reden oplevert, reeds
twee dagen vóór het ontslag bekend was.
Kantengerecht te Amsterdam
Degene, die eenmaal een dienstbetrek
king heeft doen eindigen, kan deze nied
zonder goedvinden der wederpartij doen
herleven, ook' al is de beëindiging on
rechtmatig geweest.
Het onrechtmatig inhouden van een
deel van het loon is door den kanton
rechter geen dringende reden geoordeeld
tot onmiddelijke beëindiging der dienst
betrekking.
De socialistische kiesrechtbetooging.
lEen medewerker van de ,,'N. ,Rott.
Crt." komt terug op de roo'de kiesrecht-
b'etooging van Dinsdag. De schrijver
zegt o.a. in zijn indrukken:
Want naar waarheid en eerlijkheid
mijn indrukken weergevende, door den
optocht gemaakt, heb ik niets weer te
geven.
De optocht, lang als hij was, maakte
dood-eenvoudig geen indruk en de hee-
le betooging zeide niets, sprak niet, er
ging niets van uit.
Er zat in één woord een woord, dat
de verslaggever niet zonder weemoed
neerschrijft geen cop ij in.
De vele rnenschen, de vele vaandels, de
vele handteekeningen... daarvan was al
les bekend vóórdat de dag der dagen
aanbrak. Nu konden we zeggen, hoe lang
men liep van kop tot staart, we konden
de welkome, door alle verslaggevers vast
gegrepen bizonderheid vermelden, dat de
terugkomende kop schier gestuit was te
gen de optrekkende staart.
Dat was al. Er was geen aardigheid
aan.
Het verwijt treffe geenszins de orga
nisators van de betooging.
Het zijn weer de bourgeois, die ons
méï de kous op den kop en onbeschre
ven papier deden thuis komen
De bourgeois, die niet mee wilden
doen op straat en hun rol van schuim
bekkende, verbleekende, woedende, sid
derende, het eind van hun heerschappij
duchtende bende eenvoudig verdraaiden
te spelen.
Ik hoorde een paar jongelui „weg
met de socialen" roepen en daartegen
over zongen een paar dienstmeisjes het
socialistenlied mede, toen de muziek
voorbijging. Overigens keek iecler naar
den stoet, nieuwsgierig bij het begin,
verveeld op één vierde, en vóór het mid
den uitkijkend naar een gelegenheid weg
te snappen.
Geen sympathie, geen antipathie, geen
enkele toejuiching, geen spoor van af
keuring.
De kameel, die eertijds vertelde, dat
Stelio-sigaretten zoo pittig zijn en die
nu volhoudt, dat „ecla" de schoenen zoo
glanzend maakt, had meer succes dan
de vijftienduizend betoogers.
Dat al die lieden daar algemeen stem
recht wenschten, vonden de Haagsche
bourgeois en de Haagsche proletariërs
blijkbaar best, maar daarin zat het pijn
lijke voor de strijders, die uittrokken ten
strijde, maar geen vijand vonden, want
een vijand blijft toch altijd maar een on
ontbeerlijk meubel voor een goed gestof
feerd slagveld, waarop men behoorlijk
heldendaden verrichten wil.
De prijs der levensmiddelen.
B. en W. van Rotterdam en eenige
leden van den gemeenteraad zijn uitge-
noodigd om ondervoorzitterschap van een
der wethouders eene commissie te vor
men. ten einde het dagelijksch bestuur
van antwoord te dienen op de volgende
vragen
,lo. Is. tengevolge van de laijgdurige
droogte, in dit najaar en in den naderen
den winter een buitengewoon hooge prijs
te verwachten van de eerst noodige voe
dingsmiddelen
2o. Zoo ja, zouden door het gemeente
bestuur buitengewone maatregelem te ne
men zijn tot tempering van een even
tueel algemeenen nood?
3o. Welke kunnen bij bevestigende
beantwoording van de voorgaande vraag
dje maatregelen zijn
aan heeft 't meisje Lena, alleen schuld."
„Kent gij haar?" vroeg Marie.
„Neen", lachte de* dikke, die Lisa
heette. „Maar ik hoorde ,dat de kapelaan
tot haar zei: „Lena, wees toch flinker.
Hoe zou hij haar kennen?"
„Het is niet mooi van je, Lisa, dat
gij geluisterd hebt", zei Marie.
„Dat heb ik ook niet. Maar hij sprak
zoo luid en die Lena bleef er eeuwig
in".
„Nou, gij zijt ook nog al lang in den
biechtstoel geweest".
„Lang? Nou ik weet ook niet wat
ik doen zal. Verbeeld je, hij heeft mij
verboden, morgen naar Bollmann te gaan
dansen. Ik mag daar volstrekt niet heen
en hij liet mij niet eerder gaan, voor
ik het hem beloofdewat doe ik' nu."
..G'j gaat natuurlijk er niet heen".
„Dat is gemakkelijk gezegd. En Frits
dan? Hij heeft mij toch verzocht en als
ik nu niet kom, laat hij mij zitten".
„Als hij een brave jongen is, doet hij
dat niet, Marie. Bollmann is geen goed
lokaal en ook van mij heeft de kapelaan
vroeger reeds verlangd, dat ik er niet
heen zou gaan, en mijn Karei, met wien
ik in het voorjaar trouw, heeft mij ge
zegd, dat hij mij niet zou hebben geno
men, indien hij mij bij bollmann gezien
Invoer van bedorven vleesch.
In een onzer vorige nummers is meb
ding gemaakt van den uitvoer uit de
Vereenigde Staten van bedorven vleesch,
dat voor Nederland bestemd was. Dr
Willey, het hoofd van den keurings
dienst van levensmiddelen der Ameri-
kaansche regeering, was deze praktijken
op het spoor gekomenhet betreft be
dorven, ingemaakt paardevleesch.
Het huis, dat zich aan deze bedenke
lijke praktijken zou hebben schuldig ge
maakt, wordt In buitenlandsche bladen
vermeldhet is de vleeschexportfirma
Schwartz Bros en Co. in New Jersey.
De berichten, die wij over deze zaken
onder de oogen kregen, zijn niet gelijk
luidend. Volgens ééne lezing werd het
ondeugdelijke ingemaakte paardevleesch
door de Amerikaansche firma naar Neder
land uitgevoerd. Volgens eene andere
lezing werd het paardevleesch o.a. af
komstig van nietgeslachte, maar een
voudig gestorven dieren) naar Nederland
uitgevoerd en daar verder voor de con
sumptie verwerkt.
Koloniën.
Spoorweg Deli-Assahan.
Met den aanleg van den spoorweg
van Deli naar Asahan wordt het vol
gend jaar begonnen. De kosten zijn go
raamd op f5.000,000. (Bat. Nbl.)
Nieuwe onder w ij sinrichtin-
gen.
't Onderwijs meldt:
Er wordt met zekerheid verteld, dat
er te Batavia, op Salemba, tegenover het
Gymnasium Willem III een roomsch-
katholieke H. B. S. en gymnasium op
gericht zullen worden. De terreinen, al
dus onze zegsman, moeten reeds gekocht
zijn en drie geestelijken, doctoren van
verschillende faculteiten, zijn volgens
hem reeds onderweg.
Collectieve klacht.
Uit Djocja bericht de correspondent
van het „Soer. Hand." dat twee-honderd
en-zeventig koelies van de onderneming
Rewoeloe zich bij den regent van Sle-
man zijn gaan beklagen over drukkende
diensten waarvoor zij geen evenredig
meerder loon ontvangen. De berichtge
ver deelde mede, dat die rnenschen geen
reden tot klagen hebben,, maar dat zjj
het systeem huldigen „man kann's pro-
biren". Intusschen werkt hun voorbeeld
aanstekelijk en hebben hun collega's uit
de riettuinen van Sedajoe gelijkluidende
bezwaren ingediend.
Cholera.
In de eerste 10 dagen van Augustus
zijn er in 't geheel van Sumatra's Oost
kust 113 gevallen gerapporteerd, en van
dezen zijn er 86 doodelijk afgeloope'n.
Dat is een zeer groöt en weer onrust
barend cijfer, als men bedenkt, dat over,
de heele maand Juli pl.m. 200 gevallen
werden gerapporteerd. Van Deli, Ser-
dang en Langkat werden betrekkelijk
weinig gevallen gemeld, maar te Soen-
gei Boenoet had men 21 gevallen met
11 dooden, te Kwaloe 15 gevallen met
10 dooden, in Bila 28 gevallen met 23
dooden, en in de Rokandistricten 23 doo
den.
Voor het eerst sinds langen tijd is
Batavia officieel gtTieel vrij van cho
lera, schrijft het „Bat Nbld." van 21
Aug. De laatste patiënt, die nog onder
behandeling was, is als genezen ontsla
gen, en in de laatste twee etmalen is
er geen nieuw geval bijgekomen, terwijl
ook geen sterfgeval werd gemeld. Het
rapport van het cholera-bureau wa§ ge
heel schoon. Dat het/oo moge blqvenlJ
Het is maar een korte vreugde ge
weest roept het blad den 23sten uit.
Heden meldde het cholerabureau weer
eenige nieuwe gevallen van de ziekte. 1
Europeaan en 2 Oosterlingen vielen als
slachtoffers van de ziekte.
En zoo zal het nog wel eenigen tijcfl
doorgaan
De legercommandant en de
militaire aviatiek.
In de naaste toekomst zullen vermoe
delijk achtereenvolgens een drietal offi
cieren van het Indische leger, die in
had. En dat heb ik den kapelaan te dan
ken".
„Ja, jouw Karei, dat is ook zoo'n mak
ke, maar Frits is zoo wild, dat ik!
soms bang voor hem ben. En als ik nu'
morgen niet kom...."
„Dat moogt gij niet, Lisa, gij inoogt
niet naar Bollmann, gij hebt het toch
beloofd. En morgen wilt gij nog wel
te Communie gaan. Lisa, houd je»
braaf. Op wat slechts is, rust geen ze
gen". i
„Neen, neen, ik ga ook niet naar Boll
mann, maar herrie zal ik er wel over
krijgen".
Met deze woorden scheidde zij zich
van haar vriendin. Het was een onge
lukkig toeval, dat Fritz Lutzen juist Li
za tot verloofde had genomen. Zijn af
keer, dien hij tegen den kapelaan koes*
terde, steeg tot haat, toen hij hoorde^
dat de geestelijke het meisje verbodeh
had, in net danslokaal bij Bollmann to
komen. Des te vriendelijker werd da
kerel tegen het meisje, toen deze van
Lena vertelde. Dat was juist iets voor
zijn plan en paste zoo mooi bij hetgeert
hij van Anna gehoord had, die hjj bj
Bollmann had leeren kennen.
(Wordt vervolgd);