Gemengd Nieuws.
Weekpraatje.
Een reuzenweek heeft Leiden thans
achter zich, een week waarin men kon
•leeren en waarin men kon genieten. E i
poch de Leidenaars, noch de bewoners
der omstreken hebben zich onbetuigd
gelaten, 'twas een en al drukte dat
men hier zag.
Geen wonder ook. Landbouwtentoon
stelling, Concöurs-hippique, Lunapark
Ajaxterrein, 't waren allen even zoovele
.aantrekkelijkheden, die een onweerstaan
bare kracht op allen oefenden. En met
moeite kunnen we ons thans weerhouden
om op Zfetérdagavond nog eens over dat
alles te praten. En toch moeten we ons
weerhouden, want er is al zooveel over
'gezegd, dat we moeielijk nog een iets
nieuws erover kunnen vertellen. En hier
mee bedoel ik niet alleen het praten on
der elkaar bij een kopje koffie en het
geschrijf in de kranten, maar pok de
officieele redevoeringen bij de openings
plechtigheid en hetgeen door minister
Talma bij zijn komst -op liet terrein is
gezegd. De goede en kwade zijden van
de tentoonstelling zijn aldus genoeg
genoeg toegelicht, en het zou overbo
dig worden als w e 't er nu nog eensover
hadden. Eén ding moet echter nog van
mijn hart, iets wat misschien meerde
ren is opgevallen, ofschoon men het
niet verwacht had. Ik bedoel dat de
deelname in vele nummers van het con
cours hippique zoo gering was. De uit
geloofde prijzen waren toch wel der
moeite waard om er met een mooi span
netje heen te gaan. Ook de nummers,
waarin nog a! deelname was, blonken
niet door deelnemers uit den omtrek,
ze ontbraken wel niet geheel, doch ik
zou de vraag wel willen stellen, of
jneer deelname uit de omstreken niet
mogelijk ware geweest. Of zouden ze
misschien met hun spannetje naar Wijn
malen gegaan zjjn.
Wat betreft dé prae sta ties van dezen
vliegmensch, ze zijn gelukkig niet te
gengevallen. Alles is wel niet even vlot
gegaan, doch dir is voornamelijk te
wijten aan de minder gunstige ligging
van het terrein. De vliegmensch
zelf heeft alles gedaan om zijn ouden
roem te handhaven. Of hij dien
roem gehandhaafd heeft? In zekeren
zin ja. Wel was hij niet steeds in de
gelegenheid flinke vluchten te maken,
maar wanneer hij vloog, was het kra
nig, gisteren nog liet hij zich r.iet door
den tamelijk sterken wind afschrikken.
lEen ding houdt me sedert het vliegen
van Wijnmalen sterk bezig, vooral na
zijn vlucht van Donderdag naar 's-Gra-
venhage. Had Wijnmalen toen den vlie
genier Lütge, die nog steeds in Noord-
wijk zit, niet op sleeptouw kunnen ne
men. Dan had deze veilig en wel weer
in den Haag gezeten. Doch van den an
deren kant kunnen we blij zijn, want als
nu de vliegw eek te Leiden achter den rug
is en we denken nog eens na over de
schoone luchtevoluties van Henri Wijn
malen, so'ezend met de oogen in de lucht,
dan zullen we misschien plotseling op
geschrikt worden door het zien van een
anderen vogelmensch. En des te aange
namer zullen dan die droomen zijn als
we tevens de werkelijkheid nog eens
zien.
Doch genoeg over luchtdroomen. We
kunnen ons daar toch niet te lang mee
bezighouden, of we worden toch weer
tot de koude werkelijkheid terugeroe
pen. In Rotterdam droomde ook de coa
litiepartij van de schoonheid van een
reuzen-overwinning in den gemeenteraad
op de liberalen behaald. In haar goed
heid liet zij den liberalen nog twee w et-
houderszetels behouden (waarvoor zij
zooals men weet van de „N .R. Ct."
nog een uitbrander kreeg.) Toch was de
meerderheid in het dagelijksch colle
ge nog linksch, want de stem van den
fin casie liberalen) voorzitter geeft bij
het staken der stemmen den doorslag. En
van die meerderheid maakt het dage-
Jijksch college een schoon gebruik, door
de onlangs gekozen rechtsche wethou
ders te forceeren van hun wethouders
zetel afstand te doen. De verdeeling
der verschillende afdeeling immers
werd zóó klaargespeeld, dat de twee
rechtsche wethouders onmogelijk een ze
tel konden aannemen.
Dat men ook te go e d kan zijn, hoort
men dikwijls zeggen, inaar dat het ook
dikwijls waar is, wordt hier wederom
zonneklaar bewezen. STAN.
STATEN-GÊNERAAL.
TWEEDE KAMER.
Suppletoire Oorlogsbegrooting
voor 1911.
In de memorie van toelichting van
de suppletoire oorlogsbegrooting (posi
tieverbetering officieren) herinnert de
minister er aan, dat door hem reeds den
lOen Febr. j.l. in de Eerste Kamer werd
medegedeeld, dat het zijne meening is,
dat eene gewijzigde-regeling van de
tractementen der officieren een maatre
gel is, welke niet op zich zelf behoort
te worden genomen, doch die in verband
moet worden gebracht met andere voor
zieningen, teneinde eene snelle rebe-
•vordering, voornamelijk tot de mid
delrangen van het officierskorps te ver
krijgen zijnde dit laatste een legerbe
lang van groote beteekenis. Deze ver
snelling in de bevordering zal in hoofd
zaak de wapens der infanterie en der
artillerie ten goede komen,, en zal ver
kregen worden door twee maatregelen,
nanieiijk: le. vci.-7ieerd.erdv 11 overgang
van actief dienende officieren naar het
reserve-personeel, met bestemming voor
den dienst bij de landweer; en 2e. wij
ziging van de organisatie van het pf-
ficierskorps, in dien zin, dat meerdere
hoofdofficieren, zoowel in de vredes-als
in de oorlogsfo.rmatie zullen worden op
genomen, terwij.' bij het wapen der in
fanterie ook het aantal kapiteins niet
12 zai worden uitgebreid.
Door deze twee maatregelen wordt
voldaan aan den eisch dien hij aan de
positieverbetering der actief dienende
officieren meende te moeten stellen, 11.1.
dat zij eene verjonging van het offi
cie rskorps in de middelrangen tenge
volge zou moeten hebben.
Nevens de betere regeling van de po
sitie der actief dienende oftiiieren, komt
het voorts wenschelijk voor, pok over
te gaan tot eene verhooging der pen
sioenen ten einde het verlaten van den
dienst minder bezwaarlijk te maken.
Het kwam den minister doelmatig
voor, zijn stelsel van positieverbetering
in zijn geheel aan de Kamer voor
te leggen en inmiddels geiden aan te
vragen, om de salarisverhoogiug reeds
dadelijk te kunnen doen ingaan.
De invoering van de nieuwe tracte-
ments,regeling zal voor het IoopenJdt
jaar vermoedelijk een hoogere uitgaaf
tengevolge hebben van f 45S.679.
Een ander aangevraagd bedrag houdt
verband met eene aansluiting van de
artillerie-inrichtjngen aan de Hembrug,
aan den spoorw eg tusschen Amsterdam
Den Helder, waaromtrent de vereisch-
te overeenstemming thans is verkregen.
Voorts wordt aangevraagd een be
drag ad f 4090, voor het maken van
een ballonlcods, den aankoop en het
gebruik van gascylinders en vulinrich-
ting en voor het overnemen van en het
oefenen met een motorballon.
Aan de bij deze suppletoire oorlogs-
Tegi ooting, reeds genoemde toegevoeg
de nota, betreffende de maatregelen
ter verbetering van de positie der offi
cieren, ter verbetering van de encadree-
ring der landweer en ter verbetering-
van de bevelvoering in het actieve leger
wordt het volgende ontleend:
Wil men eene blijvende positiever
betering der officieren bereiken, dan
zal een tractementsverhooging alleen
hierin niet kunnen v rzien, aangezien
een der factoren, welke den geest in
het officierskorps grootendeels beheer-
schen, gevormd wordt door de snelheid
der bevordering. Deze is op 't oogen-
blik zeer gering, waardoor hoofdzakelijk
in dc middelrangen de officieren te oud
zijn voor de door hen bekleede betrek
kingen. Aangezien bovendien de tracte
menten ook verband houden met de ran
gen, genieten zij op hoogeren leeftijd
tractementen, welke niet in overeenstem-
rping zijn met hunne behoeften.
Er is derhalve naar gestreefd in de
eerste plaats de bevordering der offi
cieren, voornamelijk in de middelrangen
bij de wapens, waar zulks, gelet qp de
voorgenomen maatregelen, mogelijk was
te versnellen. Hierdoor verkreeg men
behalve het voordeel, dat men den of
ficieren op jongeren leeftijd de meer
verantwoordelijke betrekkingen opdraagt
voor een deel ook de oplossing van het
bezoldigirigsvraagstuk
Middelen w aardoor versnel
ling van de bevordering in de
m i d d e 1 r a n g en k an worden ver
kregen.
In hoofdzaak valt op twee middelen
te wijzen, le. het scheppen van een
gunstiger verhouding tusschen het aan
tal subalternofficieren en het aantal
hoofdofficieren, en het tweede middel
is gelegen in eene grootere uittreding
uit het leger tusschentijds d.i. zonder
den geheel en diensttijd te hebben
volbracht.
Wil men hiertoe geraken, dan zalmen
het evenredig pensioen moeten verhoo-
gen. Meer breedvoerig schetst de minis
ter de wijze, waarop z.i. de twee hier-
voren genoemde middelen in toepassing
gebracht kunnen worden. Hij betoogt
daarbij o.a. dat de oorlogsaanvoering' in
het Nederl. leger in menig opzicht on
matig en onvoldoende geregeld is en dat
reeds in vredestijd een goede indeeling
aan de bevelgeving aanwezig moet ^rijn.
De taak van een kolonel te velde zoo
als die thans geregeld is, is niet te ver
vullen. Geheel anders zou de toestand
wezen, wanneer de commandoregeling
op rationeele v^'ze reeds in vredestijd
was georganiseerd in dier voege, dat
tusschen den kolonel en de bataljons
commandanten personen aanwezig wa
ren, die als commandanten van groep
en bataljons, den kolonel de leiding in
en buiten het gevecht vergemakkelijk
ten. -
Een gewijzigde ïndeeliiig van het re
giment is o,ok uit andere hoofde niet
alleen gewenscht, maar zelfs noodza
kelijk te achten. Een radicaal middel is:
splitsing van het te groote' regiment
in afdeelingen met ruime bevoegdheid
van den commandant, zal bij een goede
regeling van den arbeid uitkomst geven
terwijl eindelijk de gewijzigde indeeling
der militie een andere vredesorganisa
tie wenschelijk maakt.
Ontworpen organisatiewijzi
ging.
Hierbij geeft de minister aan, welke
vredes- en oorlogsindeeling van het re
giment door hem het meest wenschelijk
wordt geacht.
V r e d es-o r ga 11 isat i e: Het regi
ment onder bevel van een kolonel, is
ingedeeld in twee afdeelingen, eik van
drie bataljons, a drie compagnieën.
In elke afdeeling, gecommandeerd
door een luitenant kolonel, aan wien een
luit.-adjudant is toegevoegd, ontvangen
twee bataljons de miliciens van de Ja-
nuariploeg, Het derde bataljon der af
deeling bestaat uit twee compagiiiën als
mede een depot-compagnie. De eerst
bedoelde (twee) compagniën ontvangen
de recruten van de Octoberplqeg. De
derde compagnie (depot-compagnie) out
vangt geen miliciensrecruten, doch neemt
in zich op: de recruten-vrijiw, i'gers,
het blijvend gedeelte (pl.m. 150 man
per compagnie), het jonge kader, het
welk van het instructiebataljon overkomt
enz.
Bij de depot-compagnieën hebben alle
opleidingen plaats, welke den geregel-
den gang der oefeningen in dc gewone
compagniën zouden schaden.
Elk bataljon wordt gecommandeerd
door een majoor, aan wien een luit.-
adj. is toegevoegd elke compagnie heeft
een kapitein en twee luitenants.
Vervolgens geeft de minister den over
gang van vredes- en oorlogsvoet aan. Bij
de oorlogsorganisatie bestaat liet regi
ment uit twee afdeelingen, elk van 3
bataljons en wel eene afdeeling ge
formeerd steeds uit drie linie-bataljons,
de andere afdeeling uit twee liniebatal
jons en één landweerbataljon, indien een
der linie-bataljons voor den dienst in
de linie en stellingen wordt aangewezen.
De afdeelingen en bataljons behou
den hunne vredescommandanten.
Aantal benoodigde officieren.
Tengevolge van bovenomschreven or
ganisatie zal, behalve bij het wapen der
infanterie, met inbegrip van de mitrail
leer- en wiélrijdersafdeeliiigen, inrichtin
gen van onderwijs, staven enz. moeten
worden voorzien in het bezetten van
12 kolonelsplaatscn. 24 luit.-kolonelsplaat
sen, 70 majoorsplaatsen, 304 kapiteins
plaatsen, 65? luitenantsplaatsen, derhalve
eene vermeerdering van 36 hoofdofficiers-
plaatsen cn 12 kapiteinsplaatsen.
De o rg a.n is a ti e w ijz igi ng bij
de artillerie maakt ook een venneer-
dering van het aantal hoofdofficieren
noodig.
Voor zooveel de veld-artillerie betreft,
zal eene indeeling van het regiment in
drie afdeelingen moeien worden aange
nomen, terwijl ook bij de-vesting-artiL
lerie eene gewijzigde onderverdeeling
van hei regiment zal moeten tot stand
komen.
Daarentegen is het in de toekomst te
verwachten, dat in de directie over de
artillerie-inrichtingen in dien zin een wij
ziging zal zijn aan te brengen, aan
hei hoofd van het geheel en van de drié
werkplaatsen zelve burger ambtenaren, in
stede van Hoofdofficieren van het wapen
der ariillerie, zullen moeten worden ge
steld.
Een cn ander is oorzaak, dat de or
ganisatie van het officierskorps der artil
lerie in de toekomst als volgt kan worden
aangenomen: 9 kolonels, 34 luit.-kolonels
en majoors, 128 kapiteins en 251 luite
nants, derhalve eene vermeerdering met
6 hoofdofficieren.
Als tweede middel om tot eene.vluggere
doorstrooming in het officierskorps te ge
raken, werd genoemd de bevordering van
de tuss.chentijdsche verlating van den
dienst. Met de navolgende pensioenenbe
dragen kan, naar ministers mcening, een
bevredigende toestand verkregen wor
den: luit.-generaal f3000, generaal-ma-
jaar f2800, kolonel f2500, luit.-kolonels
f2300, majoors f2100, kapitein f1500 met
verhooging tot f2000, eerste-lurt. f1000
met verhooging tot f1200, tweede-luit.
f 900.
Deze algemeene verhoogingen van de
pensioenen heeft tengevolge, dat het even
redig pensioen bij gedeeltelijk volbrach
ten diensttijd mede verhooging ondergaat.
Op zich zelf is dit middel evenwel niet
voldoende om het gewenschte resultaat
te bereiken. Daarnevens zal de mogelijk
heid moeten bestaan om het pensioen te
doen aangroeien tot f200 'sjaars, zijnde
hetzelfde bedrag, hetwelk door een ka
pitein, in het leger dienende, kan worden
verworven.
Dit zou kunnen worden verkregen door
eene bepaling, dat zij, die zich verbin
den hunne reserveplicht te vervullen bij
de landweer, hunne verdere diensten naar
een anderen voorde el iger maatstaf
zullen zien vergolden, dan volgens de
reserve wet thans -het geval is.
Zoo zal ook voorzien worden in het
zoo nijpend gebrek aan reserve-officieren
der landweer.
Vervolgens betoogt dc minister, dat de
voorafgaande maatregelen van invloed
zijn op den gang der bevorde
ring.
Bij het wapen der infanterie zal
men verkrijgen eene verbetering van den
ga ng der promotie, welke zich teekent
door de \olgende cijfers: een officier,
die op 22-jarigen leeftijd tot tweede^
luitenant wordt aangesteld, bereikt na
15 jaren den rang van kapitein, 8 jaren
later dien van majoor, 5' L> jaar later dien
van luit.-kolonel, 4 jaar later, dus op 54-
a 55-jarigen leeftijd, dien van kolonel en
zal na 3 of 4 jaren in dien rang te hebben
gediend, den voor pensioen gevorderden
diensttijd van 40 jaar hebben volbracht,
en dus, indien hij niet tot opperofficier
wordt bevorderd, in het genot van pen
sioen kunnen treden. Ook bij het wapen
der artillerie zal een verbetering ver
kregen worden.
Traktementsregeling. Bij het
ontwerpen van een traktementsregeling
JG.
voor de ofiic.ereh is 0. a. uitgegaan van
de volgende beginselen
le. de traktementen van het wapen dei-
genie blijven in hoofdzaak dezelfde, ter
wijl overigens de traktementen van de
officieren der in:anierje, cavalerie, artil
lerie, mil. administratie, marechaussee en
van den ganschen staf onderling gelijk
zijn; 2e. afzonderlijke regelingen zijn ont
werpen voqr de officieren van den ge
neeskundigen dienst, van*.den gencralen
staf, \oor dc administrateurs van klee
ding en van de.militaire hospitalemen voqr
de magazijnmeesters dei artillerie; 3e.
het traktement van een 2e-luitenant be
draagt in 't algemeen f UOO; 4e. de trak
tementen der luit.-kolonels worden ge
bracht op f 40005e. de traktementen
der opperofiicieren ondergaan geen wij
ziging; 6e. het beginsel van periodieke
verhoogingen blijft gehandhaafd, met dien
verstande, dat het aantal termijnen in
den rang van luitenant en van kapitein
vermeerderd moet worden en in den rang
van majoor de invoering van termijnen
van verhooging noodzakelijk is.
Als minimum moet het traktement voor
een kapitein en een majoor (hetwelk dus
na het minimum aantal dienstjaren w ordt
genoten), onderscheidenlijk op f2000 en
f3000 worden gesteld.
Volgens de voorgestelde traktcments-
regeling zullen de traktementen bedra
gen: voor een 2e-lui(enant f 1100, le.
luüenant f1300—2400 (na 18 j. dienst als
officier), kapitein f2000—3000, majoor
f 30003500, luit.-kolonel f 4000.
Voorts wordt in de nota becijferd, dat
uil een en ander volgt, dat het officiers
korps der toekomst f618.000 duurder zal
zijn dan het tegenwoordige officierskorps,
bezoldigd naar de regeling van het jaar
1904. Verder wordt becijferd, dat de
nieuwe pensioenschaal een meerdere uit
gaaf van f50.000 per jaar vordert, en
welke verdere meerdere kosten van de
nieuwe regeling een gevolg zullen zijn.
Ten slotte bevat de nota o. a. eene
vergelijking met het stelsel van minister
Cool.
Militiewet.
Gelijk bekend, was voorgesteld de
nieuwe Militiewet in werking te doen
treden op 1 Januari 1912.
In verband met dezen datum van in
voering zou de lichting van 1912 reeds
de sterkte krijgen van 23.000 man en zou
de wijze van dienstvervulling voor de
ingelijfden dezer lichting zijn geregeld op
den nieuwen voet.
De aanneming op 8 Juni ji. van het 1
voorstel-Nolens bracht verandering in den
stand van zaken. Van toepassing van jle
nieuwe wettelijke bepalingen nog op de
lichting van 1912 kan thans geen sprake
meer zijn, zoodat de lichting van 1913
de eerste is, voor welke deze zullen
kunnen gelden. Het is dan evenwel wen
schelijk, dat zij tevens gerecruteerd wordt
naar de daarvoor in het ontwerp neer
gelegde beginselen.
In dien gedachtengang is het noodig,
dat de inwerkingtreding van de wet
worde gesteld op 1 Maart 1912.
De ingrijpende wijzigingen, die hoofd
stuk XII van het ontwerp zal moeten
ondergaan, ten einde de invoering van
de wet op 1 Maart 1912 te kunnen doen
geschieden, maken het onderwerp uit van
een ingediende Nota van Wijzigingen.
Nopens de voorloopig uitgesloten lote-
lingen, wier zaak nog niet definitief is af
gedaan, wordt voorgesteld, dat zij worden
behandeld alsof zij tot den dienst aan
gewezen zijn. Het bestaande recht op
vrijstelling wordt uitdrukkelijk in stand
gehouden. Verkeert de man in een uit-
sluitingsgeval, dan voorziet daarin reeds
art. 35 vierde lid, en is hij ongeschikt, dan
wordt hij, zoodra dit na zijn inlijving
blijkt, volgens art. 97a terstond ontslagen.
Een ander punt is de duur der eerste
oefening van de nakomers der Jichting
1912, die in 1913 moeten worden inge
lijfd. Voor de lichting 1913, de eersfe van
de grootere sterkte enz., zullen in 1912
zoo goed als alle verrichtingen geschie
den naar de nieuwe bepalingen. Ook zal
derhalve in November van dat jaar liet
bij art. 67 bedoeld onderzoek omtrent
voorgeoefendheid worden gehouden.
Daar het uiteraard niet is vast te stel
len, wie bij instandhouding van het voor
bereidend militair onderricht op grond
van voorgeoefendheid aanspraak zou
hebben op verkorten oefentijd, is het,
om in allen deele billijkheid te betrach
ten, moeilijk te ontgaan, al de in 1913 in
te lijven nakoiners van de lichting 1912
bij de óVs-maanders in te deelen.
Zoo is de Regeering er toe gekomen,
bij art. 106, vierde lid, voor die nakomers
een bij uitstek gunstige bepaling voor
te stellen.
Opgemerkt wordt nog, dat ook reeds
in September 1912 inlijving van nakomers
voor de lichting van dat jaar geschiedt
en daarbij de thans bestaande bepalingen
zullen gelden.
Het veranderen van reeds als viermaan-
der ingelijfde personen, wier opleiding
nog moet plaats hebben, in óVa-maanders,
is geregeld in art. 111, derde lid.
De hitte. De 27-jarige gehuwde
mijnwerker Antoon T., werkzaam op de
Wilhelmschacht bij Kerkrade werd door
een zonnesteek getroffen. Hij werd naar
het hospitaal overgebracht, waar hij
spoedig overleed.
Gevaarlijk speelgoed. Een
monteur van de electrische tram inspec
teerde het traject tusschen Kerkrade en
JRolduc,
Hij zag vlameii slaan uit een dennen
bosch je en ging er heen om het vuur
te blusschen. Toen hij dichterbij k\vam
liepen enkele knapen weg, en tegelijker
tijd had er een hevige ontploffing plaats.
De monteur bekwam wonden in het ge
laat en (jan verschillende lichaamsdee-
len. Hij werd naar het hospitaal overge
bracht. Men vermoedt, dat de knapen een
ladjng dynamiet dat in c|e mijnen
gebruikt wordt hadden gereedge
maakt.
Schuit g' e k e n t e r d. Eergister
avond is te Amsterdam vlak vóór den
Schreierstoren een houten dekschuit, be
laden met 30 ton steenkolen, van de
Steenkolenhandelsvereeniging, geken
terd. De schuit is blijven drijven, de
kolen gingen te loor. Er hadden geen
persqonlijke ongelukken plaats.
Poging tot doodslag. We
gens poging tot doodslag gepleegd te
Kilder (gein. Borgh), is gisteren naar
het huis van bewaring te Arnhem overge
bracht de 4-1-jarige arbeider J. L, die
in den avond van 10 Sept. op de kermis
te Kilcler in dronkenschap een anderen
kermishouder zonder eenige reden
met een revolver een ernstige wond
aan het bovenbeen heeft toegebracht.
„(A. Ct.")
Verdronken. In de Catten-
broeksche buurt, gemeente Linschoten,
is het 4-jarig dochtertje van den vee
houder C. de Haan, al spelende in de
vaart gevallen en eenigen tijd later daar
uit levenloos opgehaald.
Prettige verhouding. Drie
raadsleden der gemeente Hengelo
(Geld.), de heeren G. J. Fredeiiks, D.
J. Jansen en A. Enzerink, zijn gedag
vaard om 27 dezer voor de Rechtbank
te Zutphen te verschijnen, wegens het
zich wederrechtelijk bevinden op het erf
van den burgemeester op een avond in
Februari.
De drie genoemde heeren hadden zich
dien avond ten huize van den burgemees
ter vervoegd om den sleutel van het
gemeentehuis te vragen, waar ze het ko
hier van den hoofdelijken omslag wil
den onderzoeken. De sleutel werd ge
weigerd en van de Raadsleden werd
verlangd, dat ze onmiddellijk het erf ver
lieten Toen ze niet dadelijk heengingen,
werd procesverbaal tegen hen opge
maakt. Eerst* thans wordt 0 ziak ver
volgd.
Branden. Gisteravond ontstond
aan de Molenstraat te Enschede ten huize
van de wed. J. Snuvers door onbekende
oorzaak brand. Het perceel brandde ge
deeltelijk uit. De bewoonster en de
eigenaresse, de gemeente Enschede, wa
ren verzekerd.
De „Zw. Ct." maakt melding van
een heidebrand, welke gistermiddag om
streeks 12 uur ongeveer 5000 meter van
't station Elburg-Oldebroek naar Zwolle
aan de spoorlijn is ontstaan en zich
spoedig kolossaal uitbreidde, tot vei
over de geheele breedte van het schiet-
terrein. Alle manschappen uit het kamp,
wel 600, werden daarheen gezónden ori
te blusschen. Om 5 uur brandde de hei
nog hevig, doch men hoopte den brand
te stuiten aan den weg Heerde—Wezep.
Ook vele boeren uit den omtrek hielpen
mee. Het middagmaal der militairen is
per auto naar genoemden weg gezoneen
om het daar te nuttigen.
Te Goor is gisteren jn de School
straat een blok van twee woningen afge
brand, bewoond' door den eigenaar G. J.
Smit en door J. Scholten. Door gebrek
aan water kon de brandweer niets uit
richten, zoodat het perceel, dat voor twee
jaren nieuw gebouwd is, geheel verloren
ging. Alleen kon een belendend perceel
behouden worden, waarvan het dak ech
ter door een invallenden muur vernield
werd. Assurantie dekt de schade.
(„Zw. Ct.")
Ongelukken. Gistermorgen
kreeg bij het lossen van ijzeren staven
voor de firma Reesink en Co. te Zutphen
de arbeider E. een staaf op het hoofd,
die hem den schedel verbrijzelde. Hij was
onmiddellijk dood.
In de vernikkelfabriek van Gebrs.
van Werven te Meppel sprong gisteren
een machine. 'Hierdoor stortte een daar
aan grenzende werkplaats in, waarin de
32-jarige schilder J. Strik werkzaam was.
De ongelukkige werd dood onder het puin
vandaan gehaald.
Iemand, die Zondag van den Haag
uit een fietstocht door het Westland was
gaan maken, keerde niet in zijn kosthuis
aan de Vaillantlaan terug.
Dinsdag is zijn rijwiel en kort daarop
zijn lijk opgevischt uit de hoofdvaart tus
schen Loosduinen en Poeldijk.
Nabij Doesburg reed de heer Her-
kulens uit Arnhem met zijn auto den
Drentschen dijk af. De heer H. werd
uit de auto geslingerd en werd met been
breuk opgenomen en naar Arnhem ver
voerd. De auto werd beschadigd en ligt
in den Drentsche Kolk.
Woensdagavond js de electrische
tram op den Velperweg bij Arnhem in
botsing gekomen met een waschwagen,
waarop een vrouw was gezeten. De
vrouw viel er af en werd naar het zie
kenhuis vervoerd, alwaar zij kort daarna
is overleden.
Gisternacht is in het Ziekenhuis te
Rotterdam overleden de 50-jarige losse
werkman K. de B., die den 25sten
April 11. bij het heien aan de Houtlaan
aldaar, doordat de reep brak, een heipaal
op den rug heeft gekregen, tengevolge
waarvan hij hoogst ernstige inwendige
kwetsuren kreeg.