De Eenzame.
Ujit de Pers.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 2 Sept. No. 578.
STATEN-QENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Kort Verslag van de vergaderingen
der Kamer.
Het Kort Verslag der vergaderingen
van de .Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal verschijnt in den avond van eiken
idag, waarop de Kamer vergadert.
De abonnementsprijs bedraagt f 1.
^Vlen abonneert zich voor den tijd van een
geheel zittingjaar. Voor de verzending van
net Verslag aan abonnementen binnens
lands is geen port verschuldigd.
iWij stellen onze lezers echter in de
gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge
ven, het Kort of Analytisch Verslag te
b_ekomen voor den prijs van
50 cent.
■f De verzending van het Verslag ge
schiedt ook in dit geval portvrij.
Alle betalingen van het Kort Verslag
geschieden
bij vooruitbetaling.
De aandacht van hen, die reeds voor
de vorige zitting op het Kort Verslag
waren geabonneerd, wordt er op ge
vestigd, dat het noodig is, om, wan
neer zij ook gedurende de nieuwe
sitting het Verslag weder wenschen
te ontvangen, zich opnieuw te abon-
neeren, en dat het, met het oog op
eene geregelde toezending van het
begin der zitting af, gewenscht is
dat vooral TIJDIG te doen.
Oin de bestelling te vergemakkelijken,
komt in dit nummer een formulier voor,
hetwelk duidelijk: ingevuld, aan
de Administratie, OUDE2
SINGEL 54, LEIDEN,
moet gezonden worden.
DE DIRECTIE.
Een lied per week.
No. 48 uit „De Leeuwerk".
Ring-king.
oorden van Muziek van
René de Clercq. Jef Rheinhard.
ÏJoort gij dien ronk van ijzer, Ring-king-
king?
Nu luider en dan lijzer, Ring-king-king?
nis in die smisse, ring-king-king,
Dat ik te vrijen ging. (bis.)
Het aanbeeld spuwde gensters, Ring-
king-king
Een meisje wiesch de vensters, Ring-
king-king
.En ik vergat den ring-king-king,
Al om dat lieve ding. (bis.)
Ik volgd' haar in de kamer, Ring-king,
king;
Daarnevens viel de hamer, Ring-king-king
H aar vader smeedde, ring-king-king,
'Zijn dochterken een ring. (bis.)
Hij srneedd' hem, dat hij vaste, Ring-
king-king;
Op mijnen vinger paste, Ring-king-king;
.En dat er met 'nen ring-king-king,
Zijn dochterken aan hing. (bis.)
Nu dicht ik voor mijn vrouwke, Ring-
king-king
.Een aardig douw-douw-douwke, Ring-
king-king;
.En zie, 't is van den ring-king-king,
Dat ik haar wieglied zing. (bis.)
Uit de Hoofdstad.
i.
Koninginnedag is tegenwoordig de
feestdag bij uitnemendheid. Uit stad en
dorp worden de persverslagen van de
feestelijkheden toegezonden, die op de
zen dag gehouden worden. Ik durf niet
te zeggen, dat de hoofdstad met zijn
volksfeesten, muziekuitvoeringen, con-
FEUILLETON.
Vrij naar het Duitsch.
6)
Behalve Walfersdorff vergezelden haar
nog een paar heeren naar huis, die vroe
ger volstrekt geen acht geslagen hadden
op het eenvoudig jong dametje dat op
muziekavonden hen op haar spel vergast
te, maar nu eensklaps vol beleefdheden
waren voor de „rijke erfgename" zooals
men haar thans noemde, daar Walfer-
dorff, die het toch natuurlijk goed moest
weten met een paar geheimzinnige woor
den had gesproken over een oude tante
van wie Cordula geheel onverwacht eeni-
ge millioenen had geërfd. Walfersdorff
hield zich op de wandeling geheel op den
achtergrond, en lachte in zich zelf over
tien wedloop, die de anderen zich nu
getroostten om in de gunst van het rijke
meisje te koinen, zonder zich te bekom
meren om de ernstige gevolgen, die zijne
woorden zouden kunnen na zich sleepen.
Hij gunde liet arme meisje zoo gaarne
€en beter leven dan zij nu had.
certen, vuurwerk, enz. boven andere ste
den uitsteekt, maar zeker is het ,dat Am
sterdam ook dit jaar op spontane wijze
uiting heeft gegeven van zijn liefde voor
Koningin .Wilhelmina. Ongetwijfeld zal
menigeen zich afvragen, hoe het mo
gelijk is, dat in het hedendaagsdhe Am
sterdam, op welks bodem het socialisme
en anarchisme zoo welig tiert, zulk een
algemeene feestvreugde heerscht. 't Is
toch bekend, dat strakö uit vier, waar
schijnlijk vijf (ongeldigyerklaring van de
verkiezing van den heer Polak) van de
negen districten socialistische vertegen
woordigers zullen zetelen op het Prin
senhof. Een niet-ingewijde zal misschien
veronderstellen, dat de S. D. A. P.'ers
met hun aanhangers op den Koningin
nedag óf zullen arbeiden, óf stilletjes
thuis blijven. Maar dan vergist men zich
deerlijk, 't Is nog niet zoo lang geleden,
dat het Vorstelijk gezin zijn jaarlijks
bezoek aan Amsterdam' bracht. En op
den laatsten Zondag werd een rijtoer
gemaakt midden door het „roode" dis
trict III, en elk onpartijdig toeschrou-
wer zal moeten getuigen, hoe ook daar
door een groote menigte het Konink
lijk gezin uitbundig werd toegejuicht.
Ook thans werden in het hartje van de
arbeidersbuurten volksfeesten en mu
ziekuitvoeringen gehouden. We zullen
de laatsten zijn, om het den mensehen
kwalijk te nemen. Als het Hoogedeltmo-
gende trio Duys-Helsdingen-Hugenholtz
profiteerde van de gratis-aanbieding van
dergelijke feesten bij te wonen, dan mo
gen toch zeker de Amsterdamsche wa
ter- en melksocialisten ook wel eens ge
nieten. I
Ondanks de monarchistische gezind-
zindheid, die een groote schare der „roo
de Amsterdamsche broeders" aankleeft,
valt het echter niet te loochenen, dat
het aantal stemhien op socialisten het
laatste jaar sterk is toegenomen. Hier
mede beweer ik geenszins, dat het aan
tal socialisten gelijk staat met het aan
tal socialistische sternaren. Integendeel,
ik verzeker u, dat een groot gedeelte
van bedoelde personen verontwaardigd
zou opstuiven, wanneer men het rekende
tot de S. D. A. P.'ers. Zeker is hier ,de
vraag gewettigd: Van waar die groote
vooruitgang De oorzaken zijn velerlei
ik noem slechts den invloed der neutrale
pers, de benijdenswaardige actie der
socialisten, met de openbare onderwij
zers als keurbende, de lakschheid van
vele Katholieken in het politieke leven,
de geest van algemeene onverschillig
heid en ontevredenheid, de staking, enz.
Voorzeker een bonte rij. Mijn bestelc in
„De Leidsche CourantIaat niet toe
deze punten alle uit te werken. Met toe-
stemtning der redactie hoop ik gelegen
heid te hebben binnen eenigen tijd op
het een en ander terug te komen. Op
de eerste plaats heb ik met opzet de
neutrale pers genoemd. De administratie
der in Amsterdam verschijnende R. K.
bladen zullen het volmondig erkennen,
dat Roomsche dagbladen in veel te .wei
nig Roomsche gezinnen worden gelezen.
En wat wordt er dan door velen gele
zen Bladen als „De Courant", „De
Echo", „Nieuwsblad voor Nederland",
met uit hun uit den aard der zaak zou-
telooze artikelen, hun sensatie nieuws
berichten, hun fijn-uitgeplozen rechts
zaken, hun schunnige advertenties, zie
daar de lijfbladen van vele Katholieke
Amsterdammers. Een moeilijke, zeer
moeilijke taak is het zulke menschen te
overreden op een Christelijke candidaat
te stemmen, ze blijven weg van de
stembus, of kiezen.... den socialist. Wel
wordt door propagandaclubs getracht
abonne's te winnen voor de Katholieke
bladen, maar van dergelijke propagan
da, is, jam'mer genoeg, meer vraag dan
aanbod. Daar kan de Alg. R. K. Propa-
gandaclub met betrekking tot de laatste
verkiezingen over mede spreken.v
Bij den aanvang van mijn brief mocht
ik met vreugde memoreeren, hoe Amu
sterdam zijn national en feestdag weet
te vieren, een ander heuglijk feit van deze
weekshetwelk in het bijzonderden Katho
liek interesseert, mag zeker niet vergeten
worden. In de bekende volksbuurt den Jor-
daan is in het begin dezer week door den
Toen zij voor Cordula's woning waren
aangeland, namen allen op een allerhof
felijkste wijze afscheid. Het meisje ging
eerst even de voorkamer binnen, doch
nog vóór zij de lamp had kunnen opste
ken hoorde zij zich door haar tante roe
pen. Cordula wist niet wat te beginnen.
De zijden japon omsloot nog haar taille,
de juweelen versierden nog haar hals
en armen wat te doen? Indien zij
antwoord gaf, zou haar tante willen, dat
zij zooals gewoonlijk op den rand van
het ledikant ging zitten om haar weder
varen te vertellen, en zouden dan de vin
gers van de blinde niet voelen wat zij
aanhad? Terwijl zij nog bij zich zelve
beraadslaagde, hoe zij zich uit dezen ne-
teligen toestand zou redden, hoorde zij
dat haar tante uit het bed opstond, en al
spoedig daarna stond de voorover gebo
gen gestalte in de deur met de dóffe
oogen angstig op haar gericht.
Cordula bewoog zich niet. zij durfde
nauwelijks adem halen, alleen volgden
haar blikken, met onbeschrijfelijkenan^-st
iedere beweging van de blinde, die'lang
zaam de kamer inkwam en nu alleen maar
door de tafel van haar gescheiden was.
„Cordula", vroeg zij andermaal, doch
nu zachter en weifelender, daarop hief
zij eensklaps het hoofd op, met trillende
neusvleugels, „Dftf is lavendel," mompel-
Hoogeerwaarden Deken den eersten
steen gelegd van een nieuwe kerk en
klooster voor de E.E, P.P. Capucijnen.
Een treffende overeenkomst. Óp de
zelfde plaats, waar vroeger de Karthui-
zer monniken hun leven aan God ge
wijd hadden, zullen binnen eenigen tijd
de zonen van den H. Franciscus van As-
sissië werkzaam' zijn tot heil en welzijn
der hoofdstad.
A.
De „neutrale" pers en de stembus.
In een ingezonden artikel van het
„Centrum" lezen wij:
Veel is er den laatsten tijd geschreven
over de oorzaak der nederlaag van zoo
vele rechtsche candidaten, over den voor
uitgang van het socialisme, met name
te Amsterdam en over de Jaksheid en
onverschilligheid van een groot deel van
het kiezerskorps.
De een wijt het hier, de ander weer
daaraan. Het wil mij echter voorkomen
dat de „neutrale" dagbladpers (en de
„neutrale" vakpers) ook hier weer de
grootste rol heeft gespeeld, dat voor
al z ij het is, die aankweekt, dien geest
van laksheid en onverschilligheid in al
les, wat het politieke en godsdienstige
levert aanbelangt.
De oplage dier bladen, met name jn
Amsterdam^ den Haag en in tal van an
dere plaatsen meer, is enorm groot.
Hoevele honderde katholieke (en pro-
testantsche) gezinnen zijn er niet, waar
uitsluitend en alleen deze bladen gele
zen worden.
De geest, welke als het ware stelsel
matig door die .persproducten wordt
aangekweekt, is inderdaad verpestend.
Men slaat gewoonweg paf, als men
daar zoo'n katholiek, die jarenlang reeds
zijn wijsheid putte yit deze pers, hoort
redeneeren over geloofszaken en wat
dies meer zij. j
Het is een en al domheid en onzin
wat men te hooren krijgt, een warwinkel
zonder weerga. Men schaamt zich om
in het bijzijn van dezen of genen princi-
pieelen tegenstander, met dat soort
roomschen samen te zijn.
Maar hoe kan het nu ook anders. Over
de katholieke beweging en actie in het
openbare leven onzer dagen, over de ver
volging van de Kerk in het eene en ha
ren vooruitgang in het andere land, daar
over en over tal van andere zaken meer,
den godsdienst betreffende, leest hij
nooit wat.
In een woord hij wordt de verwron
gen voorstellingen over geloofszaken,,
leugen- en 1 asterartikel en over Kerk en
priesters en uit den duim gezogen bui-
tenlandsche kloosterschandalen, veelal
overgenomen uit buitenlandsche pers
producten, krijgt hij wel te slikken
stelselmatig onkundig gehouden met al
les wat hij juist als katholiek noodza
kelijk weten moet. Want ook al zou ze
het willen, dan nog zou de „neutrale"
redactie moeilijk over een en ander kun
nen schrijven. Eerstens omdat ze zelf
vaak niet Katholiek is en tweedens
omdat zij rekening heeft te houden met
het verschil van geestesstrooming wat
juist daar zich zoo sterk openbaart.
Men vindt erlauwe katholieken, mo
dernisten en halfgeloovige protestanten,
anarchisten, halve of drie kwart socia
listen, vegetariërs en darwinisten, spi
ritisten, theosofen, bouddhisten, reinle-
venmenschen, enz. enz. In een woord,
men ziet daar bij elkaar de elementen
die de onbewusten uitgezonderd
inede deel uitmaken van het groote vij
andelijke leger dat onder aanvoering
van vrijmetselarij en sociaal-democratie
tegenover ons staat en tegen de Katho
lieke Kerk strijdt en werkt ook met de
vuilste wapenen.
Welnu, deze pers, die zich neutraal
durft noemen, wordt met den dag ge
vaarlijker. Haar lezerstal breidt zich
steeds uit. En het is daarom, dat ik hier
zou willen vragen, of het niet wensche-
Iijker, niet noodzakelijker zoude zijn,
als de propagandaclub in de verschillen
de plaatsen des lands voorloopig maar
alle andere actie lieten rusten, om alle
krachten samen te kunnen trekken op
de zij en met bevende handen tastte zij
naar de kast die in den hoek van de ka
mer stond. Nadat zij deze geopend had,
bukte zij zich ,om even later een zucht van
verlichting te slaken. „Daar staat de doos
immers nog", fluisterde tante Renate nu,
„hoe dwaas van mij oin mij zelve zoo ang
stig te maken," ging zij voort, terwijl zij
zich omkeerde om naar haar slaapkamer
terug te gaan.
Cordula stond nu verstijfd van schrik.
Zij werd beurtelings rood en bleek en
wendde de oogen niet van de voorover
gebogen gestalte af. Het was geen be
rouw wat zij gevoelde, maar veeleer angst
dat de oude vrouw ten slotte toch zou
merken, wat zij had durven doen. Deze
enkele minuten schenen haar evenveel
uren toe.
Toen mevrouw von Felsen al sinds
lang de kamer weder verlaten had, stond
het jonge meisje nog altijd onbewegelijk
op dezelfde plek; eerst toen de geregelde
ademhaling van de blinde haar de zeker
heid verschafte, dat deze in slaap was ge
vallen, waagde Cordula het zich te be
wegen. Zoo stil mogelijk begaf zij zich nu
naar de keuken om zich daar te ontklee-
den en keerde toen met den domino over
den arm naar de voorkamer terug.
Zooals zij wel vermoed had, werd de
oude d^mc pok nu wakker en thans haast-
het terrein der pers. De pers is al
les. Zoolang we haar niet hebben en
niet in ieder roomsch gezin de .„neu
trale" dagbladpers door de Katholieke
hebben vervangen, staan we nog voor
een schrikkelijk1 tekort
Mochten we er in stagen deze perspro
ducten der „neutraliteit" uit de nog hon
derden Roomschen gezinnen te bannen
dan zou dat beteekenen, eene! overwin
ning, waarbij geen enkele stembus-zege
te vergelijken valt. 1
Al die actie en moeite en opoffering
welke thans om die visch-nodh-vleesdh
katholieken enz. naar de stembus te krij
gen (en hoe stemmen ze dan nog?) nog
noodig is, zou dan grootendeels kunnen
vervallen, omdat dan heit katholieke
blad als vanzelf dien katho 11 ieiken
geest weer aankweekt, wellee noodig
is om met succes den strijd tegen het
ongeloof te kunnen voeren. Het gere
geld lezen van een katholiek! blad al
leen kan weer goed maken, wat door
„neutrale" lectuur was bedorven.
Met de enkele redevoeringen, strooi
biljetten, verkiezingskrant enz. bereikt
men dat mijns inziens niet.
Het Petitionement.
Het „Huisgezin" schrijft:
„Het Volk" is noch over de aanmel
dingen voor den Rooden Dinsdagoptocht
noch over het aantal (handteekeningen
tevreden.
Al wat het blad tot dusver over het
reusachtig succes van beide gedebiteerd
heeft, is dus humbug geweest.
Het „Volk" vindt het erg mooi, dat
uit alle negerijen één, soms twee afge
vaardigden eenigen zelfs met een
banier naar Den Haag zullen opgaan
doch de „massale deelname," blijft uit.
„Het aantal vertegenwoordigde ar
beiders zal, wij weten het, enorm zijn,
maar het aantal tegenwoordige arbei
ders moet ook kranig zijn".
Aldus het „Volk".
Inderdaad, het maakt niet veel indruk
te vertellen, dat heel het proletariaat
vertegenwoordigd is, als daar maar een
betrekkelijk onaanzienlijk groepje door
de straten der residentie aansjokt.
Belooft de optocht niet te beantwoor
den aan de voorstelling, door de verhit
te verbeelding der socialistische leiders
daarvan gegeven, het zoo luidruchtig be
zongen volkspetitionnement, blijft mede
beneden de verwachting.
Er is, natuurlijk, een „welsprekend"
cijfer handteekeningen aanwezig, maar
het „welsprekendst mogelijke cijfer
is er niet. Dat wil zeggen: er zijn nog
vele, vele duizenden handteekeningen te
halen, die men blijkbaar niet van plan
is te halen".
Aldus weer het „Volk".
In bijzonderheden tredend, deelt het
sociaal-democratische orgaan mee, dat
men voornamelijk in de groote steden bij
de pakken is gaan neerzitten, dat men
met verbazingwekkende gelatenheid het
petitionnement laat mislukken, en dat
dit feit een „miserabelen indruk"maakt.
Ten slotte de bekentenis: „het ge
tal handteekeningen blijft duizenden be
neden, wat het had kunnen zijn als de
partijgenooten niet te laks waren ge
weest om ze te halen".
Wat het „Volk" thans schrijft klopt
niet volkomen met de brallende bulle
tins, tot dusver over het petitionnement
in dat blad verschenen.
Die moesten den schijn wekken of
alom de uiterste geestdrift voor de kies
recht-actie bestond, of, op een enkel
onbereikbaar plaatsje na, over heel het
land het gansche proletariaat met groote
eenstemmigheid op de lijsten teekende.
Achteraf blijkt thans, dat al dat voor
barig overwinningsgeschreeuw geen an-
de bedoeling heeft gehad dan er den
moed in te houden of te brengen, dan
de laksche broeders door het voorhou
den van de prachtige resultaten elders
tot meer ijver prikkelen.
Bluf en nogmaals bluf is het ken
merk van deze socialistische campagne
geweest. Het is goed, dat ook voor
volgende gelegenheden te onthouden,
want de heeren hebben er een handje
van, op de groote trom te slaan en de
goe gemeente door fantastische voor
stellingen te imponeeren.
te Cordula zich, nadat zij schijnbaar "haar
domino had uitgetrokken, maar in wer-
keifjkheid de zijden japon en de diaman
ten had opgeborgen, stak de lamp op en
ging naar het bed van haar tante toe.
Zij gevoelde nu, zonder eenigen angst
meer, hoe deze mét de hand over haar
kleederen heenstreek, doch al spoedig be
gon tante nu over den „dwazen inval",
zooals zij het noemde, die even te voren
bij haar was opgekomen.
„Ik weet niet, hoe ik eensklaps op de
gedachte kwam, kindje, dat jij mijn trouw
japon aan "had. Ik had het zeker ge
droomd, en ook dat ik de deur hoorde
opengaan. Hoe zou het toch komen dat
vandaag alles zoo naar lavendel riekt?"
viel zij zich zelve in de rede, terwijl zij
zich over de hand van het jonge meisje
heenboog.
Cordula streek haar zacht over de ge
rimpelde wangen. „Wat moet u zich op
gewonden hebben, tante, dat u zulke
droombeelden hebt", begon zij om echter
even later het gesprek behendig op een
ander onderwerp te brengen. „Hoe is u
toch zoozeer aan die trouwjapon ge
hecht, tantetje", ging zij daarom voort,
„u waart toch immers niet gelukkig in
uw huwelijk?"
Mevrouw von Felsen richtte zich nu
in haar bed op. „Je hebt mij vroeger
Het oprichten van scholen.
In het „Centrum'- driestart K.
In en buiten de Kamer kan men vart
linksche zijde nog al eens vernemen, dat
het zoo eenvoudig is een bijzondere!
school op te richten. Men stelt het dan
voor, alsof van particuliere zijde geen
offers meer noodig zijneen of twee per
sonen richten een school op, het Rijk
verleent de bijdrage en klaar is Kees<
Het kan zijn nut hebben, tegenover
dergelijke beweringen even vast te leg
gen wat hieromtrent voorkomt in het
vijfde jaarverslag van 1de Nutscommissio
voor Onderwijs.
Aan die Commissie is o.a. gebleken:
dat het initiatief tot het oprichten vatt
een bijzondere Nutsschool, waarin alge
meen toegankelijk onderwijl zou kunnen:
worden gegeven, door een voldoend
aantal geschikte bekwame onderwijzers,
in goed ingerichte lokalen en met de
beste leermiddelen tot heden niet werd
genomen door Ide vrienden van het open
baar onderwijs, eenerzijdsanderzijds
omdat voor zulk eene voor allen toe
gankelijke en de openbare school waar
noodig vervangende bijzondere Nuts
school, denoodigebelangstelling
en offervaardigheid ontbreekt."
Wel zeker, het is veel eenvoudiger en
goedkooper als de overheidskas betaalt 1
De populariteit van onze Koningin.
Een Nederlandsch correspondent van
een der Indische bladen, de bekende hoef
ijzer-correspondent van het „Hbl.", heeft
in een der Indische bladen eenige lieflijk
heden geschreven over H. M. de Ko
ningen. Ja, H. M. gedroeg zich naar
's mans meening „onberispelijk", doch zij
gaf en geeft niet den indruk van te zijn
„het hart van den Staat"; wezenlijke be
langstelling toont H. M. niet, dan „voor
haar kind, naar 'tschijnt"; enz. enz.
De „Nieuwe Prov. Groninger
Courant" is over deze ontboezeming
van den Haagschen journalist niet ge
sticht, en zegt:
De heer Elout waagt het waarlijk nog
te betwijfelen, of de Koningin wel voor
haar kind gevoelt. Waarlijk, dat zal geen
soc.-dem. hem verbeteren. De reden voor
deze treurige taal schijnt te zijn, dat onza
Koningin „zich opsluit in een kringetje
van engdenkende hovelingen en van stren
ge bigotterie", 't Laatste is eigenlijk de
kwestie. De Koningin is geloovig, ziet
ge. En nu kan ze immers niet populair
zijn.
Als ge in de vrijzinnige pers over po
pulaire vorsten wilt lezen, dan moeten
het mannen zijn van „moderne levens
opvatting". Mannen, die den „vooruit
gang" en de verlichting willen, d. w. z.
die vrijzinnig -zich toonen. In dien zin
werd onlangs van den Duitsdien kroon
prins o zooveel moois verteld. De vrij
zinnige pers belooft aan de vorsten ko
lossale populariteit... als ze maar vrij
zinnig willen zijn. Maar anders worden
ze gescholden en doet men alsof ze de
liefde van hun volk niet hebben. Hoe
ging 't indertijd met den koning van
Saksen?
Hij was een man van strenge bigot
terie maar zijn vrouw, die er met
een musicus van door ging en haar kin
deren verliet, die vrouw werd geprezen
als een vrouw van beteekenis en goeden
smaak.
Toen wij het schandelijk geschrijf van
den heer Elout lazen, dachten we onwille
keurig aan de treffende gebeurtenis op
Het Loo, hoe de honderden Chr. onder
wijzers daar voor de Koningen met haar
kind henen trokken. Voorzeker, toen deze
mannen in de school waren teruggekeerd,
zullen ze aan hun kinderen iets anders
hebben kunnen mededeelen dan wat een
liberaal journalist in een Indisch blad
durft op te disschen.
De Weck.
Cambon is dezer dagen weer naar
Berlijn teruggekeerd om daar volgens
het door den ministerraad opgestelde
protocol de onderhandelingen over Ma
rokko tot een vreedzaam en allen bevre
digend einde te brengen.... als het hem lukt
Dat blijft nu de groote vraag, want naar
Frankrijk's zin vraagt Duitschland wel
nooit naar ini/ii verleden gevraagd, meis7
je, maar nu je daarover begint, wil ik je
een en ander dienaangaande mededee
len, misschien dat je dan veel duidelijk
zal worden, wat je tot nu toe dikwijls
vreemd en onbillijk toescheen. Ik ben,
zooals je weet, de dochter van een ca-
valerie-officier. Juist toen ik volwassen
werd, benoemde men mijn vader tot com
mandant van het garde regiment. Mijn
ouders leefden op groolen voet, men zag
ons overal, wij maakten groote reizen en
de geheele inrichting van ons huis was
zoodanig, dat iedereen ons wel voor rijk
moest aanzien. Dit was echter geens
zins het geval en toch deden mijn ouders
niets om mij dien waan te ontnemen,
noch om de buitenwereld- in te lichten
hoe het met hun financieele omstandig
heden gesteld was. Er waren genoeg
jongelui, die mij ten huwelijk vroegen.
Een hunner viel bijzonder in den smaak
van mijn vader, en dat ik het hierin met
hem eens was, zult ge lichtelijk kunnen
begrijpen, daar je de portretten van je
oom meermalen gezien hebt en ik er
nog aan kan toevoegen dat hij een aan
genaam rnensch was en over een groot
vermogen te beschikken had.
(Wj?rdt vervolgd