De Eenzame. Ujit de Pers. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 2 Sept. No. 578. STATEN-QENERAAL. TWEEDE KAMER. Kort Verslag van de vergaderingen der Kamer. Het Kort Verslag der vergaderingen van de .Tweede Kamer der Staten-Gene- raal verschijnt in den avond van eiken idag, waarop de Kamer vergadert. De abonnementsprijs bedraagt f 1. ^Vlen abonneert zich voor den tijd van een geheel zittingjaar. Voor de verzending van net Verslag aan abonnementen binnens lands is geen port verschuldigd. iWij stellen onze lezers echter in de gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge ven, het Kort of Analytisch Verslag te b_ekomen voor den prijs van 50 cent. ■f De verzending van het Verslag ge schiedt ook in dit geval portvrij. Alle betalingen van het Kort Verslag geschieden bij vooruitbetaling. De aandacht van hen, die reeds voor de vorige zitting op het Kort Verslag waren geabonneerd, wordt er op ge vestigd, dat het noodig is, om, wan neer zij ook gedurende de nieuwe sitting het Verslag weder wenschen te ontvangen, zich opnieuw te abon- neeren, en dat het, met het oog op eene geregelde toezending van het begin der zitting af, gewenscht is dat vooral TIJDIG te doen. Oin de bestelling te vergemakkelijken, komt in dit nummer een formulier voor, hetwelk duidelijk: ingevuld, aan de Administratie, OUDE2 SINGEL 54, LEIDEN, moet gezonden worden. DE DIRECTIE. Een lied per week. No. 48 uit „De Leeuwerk". Ring-king. oorden van Muziek van René de Clercq. Jef Rheinhard. ÏJoort gij dien ronk van ijzer, Ring-king- king? Nu luider en dan lijzer, Ring-king-king? nis in die smisse, ring-king-king, Dat ik te vrijen ging. (bis.) Het aanbeeld spuwde gensters, Ring- king-king Een meisje wiesch de vensters, Ring- king-king .En ik vergat den ring-king-king, Al om dat lieve ding. (bis.) Ik volgd' haar in de kamer, Ring-king, king; Daarnevens viel de hamer, Ring-king-king H aar vader smeedde, ring-king-king, 'Zijn dochterken een ring. (bis.) Hij srneedd' hem, dat hij vaste, Ring- king-king; Op mijnen vinger paste, Ring-king-king; .En dat er met 'nen ring-king-king, Zijn dochterken aan hing. (bis.) Nu dicht ik voor mijn vrouwke, Ring- king-king .Een aardig douw-douw-douwke, Ring- king-king; .En zie, 't is van den ring-king-king, Dat ik haar wieglied zing. (bis.) Uit de Hoofdstad. i. Koninginnedag is tegenwoordig de feestdag bij uitnemendheid. Uit stad en dorp worden de persverslagen van de feestelijkheden toegezonden, die op de zen dag gehouden worden. Ik durf niet te zeggen, dat de hoofdstad met zijn volksfeesten, muziekuitvoeringen, con- FEUILLETON. Vrij naar het Duitsch. 6) Behalve Walfersdorff vergezelden haar nog een paar heeren naar huis, die vroe ger volstrekt geen acht geslagen hadden op het eenvoudig jong dametje dat op muziekavonden hen op haar spel vergast te, maar nu eensklaps vol beleefdheden waren voor de „rijke erfgename" zooals men haar thans noemde, daar Walfer- dorff, die het toch natuurlijk goed moest weten met een paar geheimzinnige woor den had gesproken over een oude tante van wie Cordula geheel onverwacht eeni- ge millioenen had geërfd. Walfersdorff hield zich op de wandeling geheel op den achtergrond, en lachte in zich zelf over tien wedloop, die de anderen zich nu getroostten om in de gunst van het rijke meisje te koinen, zonder zich te bekom meren om de ernstige gevolgen, die zijne woorden zouden kunnen na zich sleepen. Hij gunde liet arme meisje zoo gaarne €en beter leven dan zij nu had. certen, vuurwerk, enz. boven andere ste den uitsteekt, maar zeker is het ,dat Am sterdam ook dit jaar op spontane wijze uiting heeft gegeven van zijn liefde voor Koningin .Wilhelmina. Ongetwijfeld zal menigeen zich afvragen, hoe het mo gelijk is, dat in het hedendaagsdhe Am sterdam, op welks bodem het socialisme en anarchisme zoo welig tiert, zulk een algemeene feestvreugde heerscht. 't Is toch bekend, dat strakö uit vier, waar schijnlijk vijf (ongeldigyerklaring van de verkiezing van den heer Polak) van de negen districten socialistische vertegen woordigers zullen zetelen op het Prin senhof. Een niet-ingewijde zal misschien veronderstellen, dat de S. D. A. P.'ers met hun aanhangers op den Koningin nedag óf zullen arbeiden, óf stilletjes thuis blijven. Maar dan vergist men zich deerlijk, 't Is nog niet zoo lang geleden, dat het Vorstelijk gezin zijn jaarlijks bezoek aan Amsterdam' bracht. En op den laatsten Zondag werd een rijtoer gemaakt midden door het „roode" dis trict III, en elk onpartijdig toeschrou- wer zal moeten getuigen, hoe ook daar door een groote menigte het Konink lijk gezin uitbundig werd toegejuicht. Ook thans werden in het hartje van de arbeidersbuurten volksfeesten en mu ziekuitvoeringen gehouden. We zullen de laatsten zijn, om het den mensehen kwalijk te nemen. Als het Hoogedeltmo- gende trio Duys-Helsdingen-Hugenholtz profiteerde van de gratis-aanbieding van dergelijke feesten bij te wonen, dan mo gen toch zeker de Amsterdamsche wa ter- en melksocialisten ook wel eens ge nieten. I Ondanks de monarchistische gezind- zindheid, die een groote schare der „roo de Amsterdamsche broeders" aankleeft, valt het echter niet te loochenen, dat het aantal stemhien op socialisten het laatste jaar sterk is toegenomen. Hier mede beweer ik geenszins, dat het aan tal socialisten gelijk staat met het aan tal socialistische sternaren. Integendeel, ik verzeker u, dat een groot gedeelte van bedoelde personen verontwaardigd zou opstuiven, wanneer men het rekende tot de S. D. A. P.'ers. Zeker is hier ,de vraag gewettigd: Van waar die groote vooruitgang De oorzaken zijn velerlei ik noem slechts den invloed der neutrale pers, de benijdenswaardige actie der socialisten, met de openbare onderwij zers als keurbende, de lakschheid van vele Katholieken in het politieke leven, de geest van algemeene onverschillig heid en ontevredenheid, de staking, enz. Voorzeker een bonte rij. Mijn bestelc in „De Leidsche CourantIaat niet toe deze punten alle uit te werken. Met toe- stemtning der redactie hoop ik gelegen heid te hebben binnen eenigen tijd op het een en ander terug te komen. Op de eerste plaats heb ik met opzet de neutrale pers genoemd. De administratie der in Amsterdam verschijnende R. K. bladen zullen het volmondig erkennen, dat Roomsche dagbladen in veel te .wei nig Roomsche gezinnen worden gelezen. En wat wordt er dan door velen gele zen Bladen als „De Courant", „De Echo", „Nieuwsblad voor Nederland", met uit hun uit den aard der zaak zou- telooze artikelen, hun sensatie nieuws berichten, hun fijn-uitgeplozen rechts zaken, hun schunnige advertenties, zie daar de lijfbladen van vele Katholieke Amsterdammers. Een moeilijke, zeer moeilijke taak is het zulke menschen te overreden op een Christelijke candidaat te stemmen, ze blijven weg van de stembus, of kiezen.... den socialist. Wel wordt door propagandaclubs getracht abonne's te winnen voor de Katholieke bladen, maar van dergelijke propagan da, is, jam'mer genoeg, meer vraag dan aanbod. Daar kan de Alg. R. K. Propa- gandaclub met betrekking tot de laatste verkiezingen over mede spreken.v Bij den aanvang van mijn brief mocht ik met vreugde memoreeren, hoe Amu sterdam zijn national en feestdag weet te vieren, een ander heuglijk feit van deze weekshetwelk in het bijzonderden Katho liek interesseert, mag zeker niet vergeten worden. In de bekende volksbuurt den Jor- daan is in het begin dezer week door den Toen zij voor Cordula's woning waren aangeland, namen allen op een allerhof felijkste wijze afscheid. Het meisje ging eerst even de voorkamer binnen, doch nog vóór zij de lamp had kunnen opste ken hoorde zij zich door haar tante roe pen. Cordula wist niet wat te beginnen. De zijden japon omsloot nog haar taille, de juweelen versierden nog haar hals en armen wat te doen? Indien zij antwoord gaf, zou haar tante willen, dat zij zooals gewoonlijk op den rand van het ledikant ging zitten om haar weder varen te vertellen, en zouden dan de vin gers van de blinde niet voelen wat zij aanhad? Terwijl zij nog bij zich zelve beraadslaagde, hoe zij zich uit dezen ne- teligen toestand zou redden, hoorde zij dat haar tante uit het bed opstond, en al spoedig daarna stond de voorover gebo gen gestalte in de deur met de dóffe oogen angstig op haar gericht. Cordula bewoog zich niet. zij durfde nauwelijks adem halen, alleen volgden haar blikken, met onbeschrijfelijkenan^-st iedere beweging van de blinde, die'lang zaam de kamer inkwam en nu alleen maar door de tafel van haar gescheiden was. „Cordula", vroeg zij andermaal, doch nu zachter en weifelender, daarop hief zij eensklaps het hoofd op, met trillende neusvleugels, „Dftf is lavendel," mompel- Hoogeerwaarden Deken den eersten steen gelegd van een nieuwe kerk en klooster voor de E.E, P.P. Capucijnen. Een treffende overeenkomst. Óp de zelfde plaats, waar vroeger de Karthui- zer monniken hun leven aan God ge wijd hadden, zullen binnen eenigen tijd de zonen van den H. Franciscus van As- sissië werkzaam' zijn tot heil en welzijn der hoofdstad. A. De „neutrale" pers en de stembus. In een ingezonden artikel van het „Centrum" lezen wij: Veel is er den laatsten tijd geschreven over de oorzaak der nederlaag van zoo vele rechtsche candidaten, over den voor uitgang van het socialisme, met name te Amsterdam en over de Jaksheid en onverschilligheid van een groot deel van het kiezerskorps. De een wijt het hier, de ander weer daaraan. Het wil mij echter voorkomen dat de „neutrale" dagbladpers (en de „neutrale" vakpers) ook hier weer de grootste rol heeft gespeeld, dat voor al z ij het is, die aankweekt, dien geest van laksheid en onverschilligheid in al les, wat het politieke en godsdienstige levert aanbelangt. De oplage dier bladen, met name jn Amsterdam^ den Haag en in tal van an dere plaatsen meer, is enorm groot. Hoevele honderde katholieke (en pro- testantsche) gezinnen zijn er niet, waar uitsluitend en alleen deze bladen gele zen worden. De geest, welke als het ware stelsel matig door die .persproducten wordt aangekweekt, is inderdaad verpestend. Men slaat gewoonweg paf, als men daar zoo'n katholiek, die jarenlang reeds zijn wijsheid putte yit deze pers, hoort redeneeren over geloofszaken en wat dies meer zij. j Het is een en al domheid en onzin wat men te hooren krijgt, een warwinkel zonder weerga. Men schaamt zich om in het bijzijn van dezen of genen princi- pieelen tegenstander, met dat soort roomschen samen te zijn. Maar hoe kan het nu ook anders. Over de katholieke beweging en actie in het openbare leven onzer dagen, over de ver volging van de Kerk in het eene en ha ren vooruitgang in het andere land, daar over en over tal van andere zaken meer, den godsdienst betreffende, leest hij nooit wat. In een woord hij wordt de verwron gen voorstellingen over geloofszaken,, leugen- en 1 asterartikel en over Kerk en priesters en uit den duim gezogen bui- tenlandsche kloosterschandalen, veelal overgenomen uit buitenlandsche pers producten, krijgt hij wel te slikken stelselmatig onkundig gehouden met al les wat hij juist als katholiek noodza kelijk weten moet. Want ook al zou ze het willen, dan nog zou de „neutrale" redactie moeilijk over een en ander kun nen schrijven. Eerstens omdat ze zelf vaak niet Katholiek is en tweedens omdat zij rekening heeft te houden met het verschil van geestesstrooming wat juist daar zich zoo sterk openbaart. Men vindt erlauwe katholieken, mo dernisten en halfgeloovige protestanten, anarchisten, halve of drie kwart socia listen, vegetariërs en darwinisten, spi ritisten, theosofen, bouddhisten, reinle- venmenschen, enz. enz. In een woord, men ziet daar bij elkaar de elementen die de onbewusten uitgezonderd inede deel uitmaken van het groote vij andelijke leger dat onder aanvoering van vrijmetselarij en sociaal-democratie tegenover ons staat en tegen de Katho lieke Kerk strijdt en werkt ook met de vuilste wapenen. Welnu, deze pers, die zich neutraal durft noemen, wordt met den dag ge vaarlijker. Haar lezerstal breidt zich steeds uit. En het is daarom, dat ik hier zou willen vragen, of het niet wensche- Iijker, niet noodzakelijker zoude zijn, als de propagandaclub in de verschillen de plaatsen des lands voorloopig maar alle andere actie lieten rusten, om alle krachten samen te kunnen trekken op de zij en met bevende handen tastte zij naar de kast die in den hoek van de ka mer stond. Nadat zij deze geopend had, bukte zij zich ,om even later een zucht van verlichting te slaken. „Daar staat de doos immers nog", fluisterde tante Renate nu, „hoe dwaas van mij oin mij zelve zoo ang stig te maken," ging zij voort, terwijl zij zich omkeerde om naar haar slaapkamer terug te gaan. Cordula stond nu verstijfd van schrik. Zij werd beurtelings rood en bleek en wendde de oogen niet van de voorover gebogen gestalte af. Het was geen be rouw wat zij gevoelde, maar veeleer angst dat de oude vrouw ten slotte toch zou merken, wat zij had durven doen. Deze enkele minuten schenen haar evenveel uren toe. Toen mevrouw von Felsen al sinds lang de kamer weder verlaten had, stond het jonge meisje nog altijd onbewegelijk op dezelfde plek; eerst toen de geregelde ademhaling van de blinde haar de zeker heid verschafte, dat deze in slaap was ge vallen, waagde Cordula het zich te be wegen. Zoo stil mogelijk begaf zij zich nu naar de keuken om zich daar te ontklee- den en keerde toen met den domino over den arm naar de voorkamer terug. Zooals zij wel vermoed had, werd de oude d^mc pok nu wakker en thans haast- het terrein der pers. De pers is al les. Zoolang we haar niet hebben en niet in ieder roomsch gezin de .„neu trale" dagbladpers door de Katholieke hebben vervangen, staan we nog voor een schrikkelijk1 tekort Mochten we er in stagen deze perspro ducten der „neutraliteit" uit de nog hon derden Roomschen gezinnen te bannen dan zou dat beteekenen, eene! overwin ning, waarbij geen enkele stembus-zege te vergelijken valt. 1 Al die actie en moeite en opoffering welke thans om die visch-nodh-vleesdh katholieken enz. naar de stembus te krij gen (en hoe stemmen ze dan nog?) nog noodig is, zou dan grootendeels kunnen vervallen, omdat dan heit katholieke blad als vanzelf dien katho 11 ieiken geest weer aankweekt, wellee noodig is om met succes den strijd tegen het ongeloof te kunnen voeren. Het gere geld lezen van een katholiek! blad al leen kan weer goed maken, wat door „neutrale" lectuur was bedorven. Met de enkele redevoeringen, strooi biljetten, verkiezingskrant enz. bereikt men dat mijns inziens niet. Het Petitionement. Het „Huisgezin" schrijft: „Het Volk" is noch over de aanmel dingen voor den Rooden Dinsdagoptocht noch over het aantal (handteekeningen tevreden. Al wat het blad tot dusver over het reusachtig succes van beide gedebiteerd heeft, is dus humbug geweest. Het „Volk" vindt het erg mooi, dat uit alle negerijen één, soms twee afge vaardigden eenigen zelfs met een banier naar Den Haag zullen opgaan doch de „massale deelname," blijft uit. „Het aantal vertegenwoordigde ar beiders zal, wij weten het, enorm zijn, maar het aantal tegenwoordige arbei ders moet ook kranig zijn". Aldus het „Volk". Inderdaad, het maakt niet veel indruk te vertellen, dat heel het proletariaat vertegenwoordigd is, als daar maar een betrekkelijk onaanzienlijk groepje door de straten der residentie aansjokt. Belooft de optocht niet te beantwoor den aan de voorstelling, door de verhit te verbeelding der socialistische leiders daarvan gegeven, het zoo luidruchtig be zongen volkspetitionnement, blijft mede beneden de verwachting. Er is, natuurlijk, een „welsprekend" cijfer handteekeningen aanwezig, maar het „welsprekendst mogelijke cijfer is er niet. Dat wil zeggen: er zijn nog vele, vele duizenden handteekeningen te halen, die men blijkbaar niet van plan is te halen". Aldus weer het „Volk". In bijzonderheden tredend, deelt het sociaal-democratische orgaan mee, dat men voornamelijk in de groote steden bij de pakken is gaan neerzitten, dat men met verbazingwekkende gelatenheid het petitionnement laat mislukken, en dat dit feit een „miserabelen indruk"maakt. Ten slotte de bekentenis: „het ge tal handteekeningen blijft duizenden be neden, wat het had kunnen zijn als de partijgenooten niet te laks waren ge weest om ze te halen". Wat het „Volk" thans schrijft klopt niet volkomen met de brallende bulle tins, tot dusver over het petitionnement in dat blad verschenen. Die moesten den schijn wekken of alom de uiterste geestdrift voor de kies recht-actie bestond, of, op een enkel onbereikbaar plaatsje na, over heel het land het gansche proletariaat met groote eenstemmigheid op de lijsten teekende. Achteraf blijkt thans, dat al dat voor barig overwinningsgeschreeuw geen an- de bedoeling heeft gehad dan er den moed in te houden of te brengen, dan de laksche broeders door het voorhou den van de prachtige resultaten elders tot meer ijver prikkelen. Bluf en nogmaals bluf is het ken merk van deze socialistische campagne geweest. Het is goed, dat ook voor volgende gelegenheden te onthouden, want de heeren hebben er een handje van, op de groote trom te slaan en de goe gemeente door fantastische voor stellingen te imponeeren. te Cordula zich, nadat zij schijnbaar "haar domino had uitgetrokken, maar in wer- keifjkheid de zijden japon en de diaman ten had opgeborgen, stak de lamp op en ging naar het bed van haar tante toe. Zij gevoelde nu, zonder eenigen angst meer, hoe deze mét de hand over haar kleederen heenstreek, doch al spoedig be gon tante nu over den „dwazen inval", zooals zij het noemde, die even te voren bij haar was opgekomen. „Ik weet niet, hoe ik eensklaps op de gedachte kwam, kindje, dat jij mijn trouw japon aan "had. Ik had het zeker ge droomd, en ook dat ik de deur hoorde opengaan. Hoe zou het toch komen dat vandaag alles zoo naar lavendel riekt?" viel zij zich zelve in de rede, terwijl zij zich over de hand van het jonge meisje heenboog. Cordula streek haar zacht over de ge rimpelde wangen. „Wat moet u zich op gewonden hebben, tante, dat u zulke droombeelden hebt", begon zij om echter even later het gesprek behendig op een ander onderwerp te brengen. „Hoe is u toch zoozeer aan die trouwjapon ge hecht, tantetje", ging zij daarom voort, „u waart toch immers niet gelukkig in uw huwelijk?" Mevrouw von Felsen richtte zich nu in haar bed op. „Je hebt mij vroeger Het oprichten van scholen. In het „Centrum'- driestart K. In en buiten de Kamer kan men vart linksche zijde nog al eens vernemen, dat het zoo eenvoudig is een bijzondere! school op te richten. Men stelt het dan voor, alsof van particuliere zijde geen offers meer noodig zijneen of twee per sonen richten een school op, het Rijk verleent de bijdrage en klaar is Kees< Het kan zijn nut hebben, tegenover dergelijke beweringen even vast te leg gen wat hieromtrent voorkomt in het vijfde jaarverslag van 1de Nutscommissio voor Onderwijs. Aan die Commissie is o.a. gebleken: dat het initiatief tot het oprichten vatt een bijzondere Nutsschool, waarin alge meen toegankelijk onderwijl zou kunnen: worden gegeven, door een voldoend aantal geschikte bekwame onderwijzers, in goed ingerichte lokalen en met de beste leermiddelen tot heden niet werd genomen door Ide vrienden van het open baar onderwijs, eenerzijdsanderzijds omdat voor zulk eene voor allen toe gankelijke en de openbare school waar noodig vervangende bijzondere Nuts school, denoodigebelangstelling en offervaardigheid ontbreekt." Wel zeker, het is veel eenvoudiger en goedkooper als de overheidskas betaalt 1 De populariteit van onze Koningin. Een Nederlandsch correspondent van een der Indische bladen, de bekende hoef ijzer-correspondent van het „Hbl.", heeft in een der Indische bladen eenige lieflijk heden geschreven over H. M. de Ko ningen. Ja, H. M. gedroeg zich naar 's mans meening „onberispelijk", doch zij gaf en geeft niet den indruk van te zijn „het hart van den Staat"; wezenlijke be langstelling toont H. M. niet, dan „voor haar kind, naar 'tschijnt"; enz. enz. De „Nieuwe Prov. Groninger Courant" is over deze ontboezeming van den Haagschen journalist niet ge sticht, en zegt: De heer Elout waagt het waarlijk nog te betwijfelen, of de Koningin wel voor haar kind gevoelt. Waarlijk, dat zal geen soc.-dem. hem verbeteren. De reden voor deze treurige taal schijnt te zijn, dat onza Koningin „zich opsluit in een kringetje van engdenkende hovelingen en van stren ge bigotterie", 't Laatste is eigenlijk de kwestie. De Koningin is geloovig, ziet ge. En nu kan ze immers niet populair zijn. Als ge in de vrijzinnige pers over po pulaire vorsten wilt lezen, dan moeten het mannen zijn van „moderne levens opvatting". Mannen, die den „vooruit gang" en de verlichting willen, d. w. z. die vrijzinnig -zich toonen. In dien zin werd onlangs van den Duitsdien kroon prins o zooveel moois verteld. De vrij zinnige pers belooft aan de vorsten ko lossale populariteit... als ze maar vrij zinnig willen zijn. Maar anders worden ze gescholden en doet men alsof ze de liefde van hun volk niet hebben. Hoe ging 't indertijd met den koning van Saksen? Hij was een man van strenge bigot terie maar zijn vrouw, die er met een musicus van door ging en haar kin deren verliet, die vrouw werd geprezen als een vrouw van beteekenis en goeden smaak. Toen wij het schandelijk geschrijf van den heer Elout lazen, dachten we onwille keurig aan de treffende gebeurtenis op Het Loo, hoe de honderden Chr. onder wijzers daar voor de Koningen met haar kind henen trokken. Voorzeker, toen deze mannen in de school waren teruggekeerd, zullen ze aan hun kinderen iets anders hebben kunnen mededeelen dan wat een liberaal journalist in een Indisch blad durft op te disschen. De Weck. Cambon is dezer dagen weer naar Berlijn teruggekeerd om daar volgens het door den ministerraad opgestelde protocol de onderhandelingen over Ma rokko tot een vreedzaam en allen bevre digend einde te brengen.... als het hem lukt Dat blijft nu de groote vraag, want naar Frankrijk's zin vraagt Duitschland wel nooit naar ini/ii verleden gevraagd, meis7 je, maar nu je daarover begint, wil ik je een en ander dienaangaande mededee len, misschien dat je dan veel duidelijk zal worden, wat je tot nu toe dikwijls vreemd en onbillijk toescheen. Ik ben, zooals je weet, de dochter van een ca- valerie-officier. Juist toen ik volwassen werd, benoemde men mijn vader tot com mandant van het garde regiment. Mijn ouders leefden op groolen voet, men zag ons overal, wij maakten groote reizen en de geheele inrichting van ons huis was zoodanig, dat iedereen ons wel voor rijk moest aanzien. Dit was echter geens zins het geval en toch deden mijn ouders niets om mij dien waan te ontnemen, noch om de buitenwereld- in te lichten hoe het met hun financieele omstandig heden gesteld was. Er waren genoeg jongelui, die mij ten huwelijk vroegen. Een hunner viel bijzonder in den smaak van mijn vader, en dat ik het hierin met hem eens was, zult ge lichtelijk kunnen begrijpen, daar je de portretten van je oom meermalen gezien hebt en ik er nog aan kan toevoegen dat hij een aan genaam rnensch was en over een groot vermogen te beschikken had. (Wj?rdt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5