Uit de Pers.
Erna von Harneck.
BUITENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 26 Augustus.
STATEN-QENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Kort Verslag van de vergaderingen
der Kamer.
Jdet Kort Verslag der vergaderingen
Van de .Tweede Kamer der Staten-Gene-
ifaa! verschijnt in den avond van eiken
dag, waarop de Kamer vergadert.
De abonnementsprijs bedraagt f 1.—.
IMen abonneert zich voor den tijd van een
geheel zittingjaar. Voor de verzending van
Eet Verslag aan abonnementen binnens
lands is geen port verschuldigd.
iWij stellen onze lezers echter in de
gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge-
,Ven, het Kort of Analytisch Verslag te
bekomen voor den prijs van
50 cent.
J De verzending van het Verslag ge
schiedt ook in dit geval portvrij.
Alle betalingen van het Kort Verslag
geschieden
bij vooruitbetaling.
De aandacht van hen, die reeds voor
de vorige zitting op het Kort Verslag
waren geabonneerd, wordt er op ge
vestigd, dat het noodig is, om, wan
neer zij ook gedurende de nieuwe
fitting het Verslag weder wenscheu
te ontvangen, zich opnieuw te abon-
neeren, en dat het, met het oog op
eene geregelde toezending van het
begin der zitting af, gewenscht is
dat vooral TIJDIQ te doen.
Om de bestelling te vergemakkelijken,
komt in dit nummer een formulier voor,
hetwelk duidelijk ingevuld, aan
de Administratie, OUDE
SINGEL 54, LEIDEN,
inoet gezonden worden.
DE DIRECTIE.
Een lied per week.
No. 2 uit „De L e e u w e r k".
Wilhelmus.
Woorden van Marnix v. St. Aldegonde.
.Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen bloet;
Den Vaderlant ghetrouwe
Blijf ick tot in den doot.
Een prince van Oranjen
Ben ick vrij onverveert;
Den Coninck van Hispanjen
Heb ick altijt gheeert.
Mijn schilt en de betrouwen
Sijt ghij, o Godt, mijn Heer!
Op U so wil ick bouwen,
Verlaet mij nimmermeer!
Dat ick doch vroom mach blijven,
U dienaer t' aller stont,
Die tyranny verdrijven,
Die mij mijn hert doorwont.
XJet werk der vrijmetselarij.
Het „H u i s g e z i n" wijst er op, dat er
een tijd geweest is, dat men te veel over
de vrijmetselarij sprak; dat men, onder
den invloed eener handig en listig op
touw gezette vertooning, haar allerlei
dwaasheden toedichtte en zoo het gevaar
liep het groote, reëeie kwaad uit het oog
te verliezen, dat zij aanricht.
Want of de vrijmetselarij al dan niet
zich met dwaze ceremoniën ophoudt, ze
ker is dat zij de groote vijandin is van
den godsdienst, met name van het Catho-
licisme en de Kerk.
Daarom is, al blijft zij in de noorde
lijke landen volstrekt niet werkeloos, haar
;actie toch vooral op de staten van Mid
den- en Zuid-Europa gericht, terwijl zij
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
100) (Slot.)
Voor Erna was het inderdaad een tijd
van bittere kwelling. Dat haar broeder
paarden en huisraad voor een appel en
teen ei van de hand deed, om maar zoo
spoedig imogelijk alle draden af te snij
den, die hem nog aan het vaderland ver
bonden, kon zij niet verhinderen en moest
zij, in 't gevoel harer onmacht, zonder
teegensp.raak dulden. Gansch andere zor
gen waren het, die de dochter van het
huis Harneck met diepen smart ver
vulden.
Herman was voor het gerecht gedaagd;
dien had hem, evenals de overigen, die in
de Hollenstrasse waren aangetroffen, her
haaldelijk in verhoor genomen. Werd hij
"al niet gestraft, de smet bleef toch op
Zijn naam kleven. In alle kringen der
bevolking van de kleine stad maakte die
gebeurtenis het onderwerp aller gesprek
ken uit. Overal meende Erna medelij
dende gezichten te ontmoeten. Zij ver
liet het huis nauwelijks meer.
Bij Herman wisselden zorgeloosheid
det vertwijfeling af, Heden in uitgelaten
mede in Zuid-Amerika groote activiteit
ontplooid heeft en nog ontwikkelt.
Bij al wat in de laatste halve eeuw in
Frankrijk en Oostenrijk, in Italië Spanje
en Portugal, tegen de Kerk en den Paus
is beraamd en uitgevoerd, heeft zij de
hand in het spel gëhad. Zij had er zelfs de
hooge hand in, van haar kwamen de
denkbeelden, zij haid de staatslieden en
politici in haar dienst,, zij bewerkte de
massa's. Om bij het jongste verleden te
blijven, de omverwerping der monarchie
in Portugal met de daarop onmiddellijk
gevolgde onderdrukking der katholieke
Kerk is het werk der vrijmetselarij.
Zij zou natuurlijk in haar opzet niet zoo
gemakkelijk geslaagd zijn, indien het ko
ningschap anders, nobeler ware opgetre
den en niet zelf den grond voor een revo
lutie geëffend had. En de onderdruk
king der Kerk zou evenmin een zoo lichte
taak zijn geweest, indien onder het Ko
ningschap de rechten der Kerk beter wa
ren geëerbiedigd en het geloof en de
godsdienstzin der Portugeezen niet reeds
waren ondermijnd.
Ook onder de monarchie heeft de vrij
metselarij steeds veel invloed in Portugal
gehad. Thans heeft zij de macht in han
den en de bewindvoerders zijn eenvou
dig haar creaturen, haar zaakwaarnemers.
Dit is zóó sterk, dat in een bijeenkomst
van vrijmetselaren, minister Alfonso Cos
ta,, een der verwoedste bestrijders van het
geloof, de man der beruchte scheidings-
wet. ronduit gezegd heeft, dat hij deze
wet zóó had ingericht om binnen drie ge
slachten het katholiek geloof uitte roeien.
Niet altijd treedt de vrijmetselarij zoo
openlijk op. Ook in Portugal heeft zij zich
in den aanvang met het ldeed der huiche
larij omhangen, toen in de eerste pro
clamatie na het verjagen der dynastie
de vrijheid van geweten en van gods
dienst de hoeksteen der republiek werd
genoemd. I
Thans meent zij sterk genoeg te staan
om' het imom te kunnen afwerpen en zich
voor te doen zooals zij werkelijk isde
gezworen vijandin van alle geopenbaard
geloof en van de katholieke Kerk in het
bijzonder. I
Er zijn nog mënschen die Im'eenen, dat
de vrijmëstelarij, zeker in onze dagen,
een onschuldig genootschap is, hetwelk
zich, zij het dan in een geheimzinnig
waas, aan werken van naastenliefde
wijdt. 1
jWelnu, wie zoo denken, m'oge hetgeen
men op dit oogenblik 'in Portugal er
vaart de oogen openen. De vrijmetse
larij is de onverzoenlijke vijandin van
ons geloof, zij moge dan brutaal in het
openbaar of, zooals zij meestal doet, in
het geniep optreden.
Blijft Vereenigd.
De „Volks ba nier" merkt op, dat
toen de kreet weerklopk over de gansche
wereld: „Arbeiders, vereenigt U!", men
er ,maar direct bij had moeten voegen:
„En blijft vereenigd!"
Want de meeste besturen zullen het
terstond ^willen getuigen, dat het soms een
heele toer is, om de leden bijeen 'te. hou
den.
Dat verschijnsel doet zich voor in alle
organisaties, van wat partij of richting
ook.
Is dat niet jammer?. Dat is niet alleen
jammer, maar dat is doodgewoon een
schandaal!
Dat breekt de kracht der organisatie.
Want vergeet niet: het altijd door wis
selen van komen en gaan ondermijnt de
hechtste organisatie.
Daarom hoog de leuze„V e r e e n'ï g t
U en blijft vereenigd!"
Waaraan zoo zal men vragen
waaraan is dat in- en uittrekken toe te
schrijven?
De hoofdoorzaak is in ieder geval daar
in te zoeken, dat de menschen niet ge
noeg doordrongen zijn van het groote nut
der organisatie.
Het nut er van erkennen deze, want
ze worden tot die erkenning gedwongen.
Bijv.Er breekt eensklaps een loonbe-
weging uit.
Een staking, een kwestie op fabriek of
werkplaats.
vroolijkheid de schoone plannen voor de
toekomst smedend, den volgenden dag
was hij. prikkelbaar en heftig, wandelde
in somber zwijgen het huis door, ieder
een verwenschend.
"De betrekkingen van Erna tot Stein-
fels werden noch door hem, noch door
Lili op 't tapijt gebracht De smart, welke
Erna's hart vervulde, over het, zij het ook
door eigen schuld veroorzaakte'lot haars
broeders, vonden in haar brieven naar
Falkenhaus zoo droeve uitdrukking, dat
Steinfels besloot, het kostte wat het wilde,
pogingen aan te wenden om het ijs tus-
schen hem en Herman te breken. Zoo
dra Erna schreef, dat de laatste toebe
reidselen waren getroffen, e jude afreize
van haar broeder aanstaande was, ging
hij naar Nesthausen.
Bij de Eichstett's, de oude vrienden,
iii wier deelneming het arme meisje een
steun gevonden had, kwam het bruids
paar bijeen. Het wederzien van .Hans
Otto gaf Erna moed. ,Toen zij zich door
zijn arm omsloten voelde en zijn liefde
woorden hoorde; toen hij haar mede
deelde, haar broeder grootmoedig de
hand ter verzoening te reiken, toen blikte
zij blijmoedig op; hoop en vertrouwen
bezielden haar weder.
Wat echter van deze zijde van Steinfels
geschieden zou moest spoedig gebeuren.
Den volgenden dag zou de heer von
Gloekner komen, om zijn nicht en het
kind ,voor jAma,l;iephof af te Jialen, ,e.n
Dan een, twee, drie de organisatie in.
Is de kwestie weer opgelost, dan we
der even vlug die organisatie uit.
Want... die organisatie vraagt offers!
En daar kunnen ze niet te best tegen.
Zoo lang ze we zullen maar zeggen
zoo lang ze uit een soort maatschappe
lijk lijfsbehoud zich als 't ware door in
tuïtie" gedrongen gevoeeln, zich bij hun
kameraden aan te sluiten, gebeurt het
menigmaal, dat ze op de vergaderingen
het grootste :woord hebben en de orga
nisatie, uit hoofde van hun onverant-
woordelijkheidsgevoel, in de moeilijkste
omstandigheden brengen.
Er zijn i\og een ander soort personen,
die de organisatie meer last dan voordeel
bezorgen. ;Het zijn dezulken, die door
overreding eindelijk de vereeniging intre
den, imaar feitelijk zulks met tegenzin
doen. Ze zijn een poos lid, dan zoeken ze
allerlei redenen om er weer uit te ko
men.
Het vergaderen is hun een last.
De contributie wordt hen te zwaar.
Het lezen van het Bondsorgaan een
plaag.
Ze zoeken allerlei redenen om er weer
uit te gaan.
Dat begint met een week contributie
over te slaan.
Die week blijft achter.
Dan volgen er meer weken, het be
drag wordt te hoog, ze moeten, ze zullen
er uit.
Zoo is dë^gewone loop van zaken bij
deze zwakke broederen, waarbij de kame
raadschap ver is te zoeken en 't is hun
een verluchting, een opluchting, dat zij
weer buiten de organisatie staan en zoo
genaamd „vrij" zijn, en niet langer met
statuten en reglementen te doen heb
ben.
Op onze propagandisten rust de ver
moeiende en dikwijls ondankbare taak,
dezulken tot recht en rede te brengen, en
niet te rusten, voordat zij overtuigd zijn
dat de organisatie niet is een slaafsche
bond, maar een lichaam, waarin zij met
eenige goeden wil en een weinig krachts
inspanning zich ten slotte thuis en inder-
daat vrij zullen gevoelen tegenover hen,
die door hun ongeorganiseerd blijven een
groote verantwoording hebben," zoowel
voor zich als voor hun gezin.
Daaromeen ieder onzer helpe mee
propaganda maken, om de vereenigden
ook vereenigd te doen blijven.
Van wetten, dat geen wetten zijn.
De „Standaard" bespreekt de
vraag, of wetten, die door een onvol
tallige Kamer dus in strijd met de
grondwet zijn aangenomen, voor den
rechter rechtskracht bezitten.
Niemand zou er aan denken, meent
het blad, van den rechter te verlangen,
dat hij zou toepassen een wet, die nieU
krachtens voorschrift van de Grondwet,
was afgekondigd. Hoeveel te min |dan
zou men van hem kunnen vorderen, in
toepassing te brengen een wet, die niet
den in de Grondwet voorgeschreven ,\veg
heeft afgelegd aleer te zijn gesanctio
neerd. i
De hier gehuldigde opvatting vindt
steun in de jurisprudentie van den Hoo-
gen Raad. Wel is waar kwam' de quaes-
tie, zooals zij nu onlangs door de praktijk
gesteld dreigde te worden, nog nirri-
mer voor ons hoogste rechtscollege, voor
zoover ons bekend is maar wel besliste
het over een traktaat, dat niet voldeed
aan de grondwettelijk gestelde eischen.
Schoon nu een traktaat mag en moet be
schouwd worden als boven de Grond
wet te staan en aan deze eventueel tel
dërogeeren, besliste de Hooge Raad, (dat
een aangevochten traktaat rechtskracht
miste, hoewel het er volkomen als eeii
traktaat uitzag, en alleen ten onrechte
verzuimd was, het voor de Staten-Gene-
raal te brengen. Aangenomen mag wor
den, dat de overweging, die men hier
liet gelden tegenover een boven del
Grondwet staand traktaat, niet veel Ihieer
kracht gelden moet tegenover een onder
de Grondwet staande wet.
Al het aangevoerde heeft alleen be
trekking op gevallen, waarin geconsta
teerd is en vóór, of dóór, den rechter be-
reeds des middags van denzelfden dag
zou ,Herman met zijn vrouw afreizen.
Kom morgen met oom Frans, zeide
Erna vastberaden, nadat zij lang had na
gedacht. Wees toegevend voor hem, zoo
als gij 'tvoor mij geweest zijt.
Deemoedig keek Erna naar Steinfels op.
Toegevend voor u, liefste? ant
woordde hij bewogen. Ik dank God
dagelijks, idat Hij mij u deed weder-
vinden.
Des avonds waren broeder en zuster
samen bezig koffers te pakken. ,Toen het
schemerig in de kamer geworden was,
liet het meisje plotseling de handen zin
ken en zeide zacht:
Het is onze laatste avond, /Herman.
Mag ik u wat vragen?
,Toch geen geld, sprak hij. Ik heb
zelf geen overvloed. Het zal je toch op
Amalienhof aan niets ontbreken. En als
ge
Hij hield op.
'Als ge Steinfels' vrouw zijt, wildet
ge zeggen? Juist over hem wil ik spre
ken. Laat vergeten zijn, wat scheidend
tusschen u beiden ligt. Ik bemin hem,
ik ben trots op hem, maar niet ik alleen.
Men heeft al lang het vooroordeel, dat
men in onze kringen tegen hem meende
te moeten doen gelden, als onrechtvaar
dig erkend. Men rekent het zich als een
eer aan, met hem té verkeeren.
Erna's oogen blonken.
_cr= ffijldet g'j er piet ,aan toevoegen,
wezen kan worden, dat niet is voldaan
aan de eischen, die door de Grondwet
inzake haar tot stand kóming aan de
wet zijn gesteld. Geëcarteerd moeten1
worden al die gevallen, waarin van be
wijs geen sprake is. In vele van de ge
vallen, dat, naar men meent, de Kamers
der Statén-Generaal niet rechtsgeldig
vergaderen, is trouwens niet alleen het
b e w ij s uitgesloten, maar is er even
min zekerheid en bestaat er niets
meer dan een vermoeden. In zooda
nige gevallen is er niets op de rechts
kracht eener wet af te dingenalleen
dan kan zij ontkend worden, wanneer
het b e w ij s is geleverd, dat een niet
rechtsgeldige vergadering van een (der
Kamers erover besliste.
Moeilijk Scan intusschen worden aange
nomen, dat het de bedoeling van de
Grondwet is, dat zoodra iemand ver
moedt, dat de helft der leden ee*ner»
Kamer niet meer aanwezig is, hij een
stem'ming uitlokke, die eventueel het
sluiten der vergadering, ten gevolge
heeft. Wie 's morgens bij den aanvang
eener vergadering de presentielijst gei-
teekend heeft, mag geacht worden Ite
weten wat aan de orde komt, zoodat het
aangenomen worden eener wet zonder
hoofdelijke stemlming door een slecht
bezette Kamer mag gerekend worden te
willen zeggen, dat ook die leden, die de
presentielijst teekenden, maar daarna in
den loop der vergadering heengingen,
geen bedenking hadden tegen het aan
hangig wetsontwerp. Het ontbreken van
het quorum1 kan in geen enkel opzicht
tegen de rechtskracht eener wet worden
aangevoerd, zoolang het niet gecon
stateerd is, en niet wel is in tezienj
dat het aanbeveling zou kunnen verdie
nen, het ontbreken ervan zoo spoedig
mogelijk te constateeren, daar dit ,een
onnoodig veelvuldige stokking in de
werkzaamheden der Kamers zou teweeg-^
brengeneen stokking, die niet door
de Grondwet kan zijn bedoeld.
De Week.
.Het wordt in den laatsten tijd met den
dag treuriger met het nieuws. Z. H. de
Paus, wiens ziekte voor de bladen dank
bare copie opleverde, is thans gelukkig
geheel hersteld en doet zijn zaken weer
geheel als vroeger, al moet hij zich na
tuurlijk nog wat in acht nemen. Uit de
Marokko-kwestie kan op het oogenblik
nog niemand wijs worden, ofschoon na
tuurlijk de groote bladen er in heele
lange artikels maar met de pet naar
slaan. Nu, dat onschuldige genoegen
gunnen wij hun gaarne, als ze maar
binnen de perken blijven en niet, zoo
als nogal eens gebeurt, door hun op-
hitsenden toon de heele boel in de war
sturen. Door op die manier den volks
wil te influenceeren, zouden zij de re
geeringen tot een oorlog kunnen dwin
gen, die deze zelf niet willen. Dat is meer
gezien. ,Enfin, laat ons hopen, dat het
zoo'n vaart niet zal loopen.
De stakingen in Engeland zijn nu ook
zoo goed als geëindigd en leveren dus,
behalve wat nagepraat, in de pers ook
geen belangrijk nieuws meer op.
Maar gelukkig hebben we nu de ver
kiezing in Portugal gekregen, waar het
verder ook nog zoo'n janboel is, dat
het de moeite van een beschouwing wel
waard is.
Zooals we juist konden vernemen, is
Manuel d'Arriaga tot president gekozen.
Die presidentskeuze heeft anders heel
wat voeten in de aarde gehad. Nadat er
al verschillende candidaten voor deze
eerepost genoemd waren, bleef eindelijk
de definitieve keuze gevestigd op Ber
nardino Machado, den bekenden minister
van buitenlandsche zaken, die in den
laatsten tijd door de Timor-kwestie zoo
van zich heeft doen sprekenBraamcamp,
den voorzitter van de constituinte, en Ma-
gelhaes Lima, die reeds aanstonds na
de revolutie als toekomstig president was
gedoodverfd.
dat ik oneer over den naam Harneck ge
bracht heb? Een wegens schulden en
spelen ontslagen officier! antwoordde
Harneck bitter. Misschien voelt baron
Steinfels zich wel boven mij verheven.
Hij is tot verzoening bereid, en ik,
ik heb geen anderen wensch, dan dat
hij u nog eenmaal zonder twist ont
moete. Herman, om wille van de liefde
onzer kinderjaren, sla dat verzoek niet af.
Het duurde lang voor hij antwoordde:
Is hij hier? Nu, dan mijnentwege....
Ik wierp zooveel achter mij, dat
Maar nu, Erna, ga, ga! Ik wil alleen
zijn.
Hij stampte met den voet op den
grond en wees het meisje gebiedend van
zich weg.
Erna ging. Toen zij de deur achter
zich gesloten had, steunde hij luide.
De begroeting tusschen Harneck en
Hans Otto had den volgenden morgen
onder hoffelijke vormen plaats. Gespro
ken werd daarbij niet veel. Toch scheen
Herman gedurende den nacht het ruwe
en afstootende, dat hij den laatsten tijd
meest getoond had, afgelegd te hebben.
Hij schertste over het treurige gezicht
van zijn zuster eu verzekerde het knaapje,
dat papa zijn lieven jongen spoedig zou
laten overkomen.
Erna meende van smart te sterven,
toen liet uur van afscheid gloeg. Bevend,
De laatste wilde echter geen moeite
doen om het baantje te krijgen; hij had
zeker al genoeg van het onderling ge
harrewar. Braamcamp had als voorzitter
der constituinte reeds genoeg gezien hoe
slecht de voormannen der republiek ia
toom te houden warendus hij bedankte^
Bleef toen Machado, dien de meer-
gematigden liever niet zagen, omdat hij
de stroopop van den drijver Costa was,
en tegenover wien men toen de nu ge
kozen Arriago zette.
Eigenaardig is de manier, Idoor het
dagblad „Paiz'? gebruikt om Machado
een politieken hak te zetten. De grond
wet bepaalde, dat niet tot president kon
gekozen worden iemand, die van een'
andere nationaliteit geweest was. Nu had
het blad weten op te snuffelen, dat hij
eigenlijk JBraziliaan was, wat bleek uit
een (eigenaardig document uit den tijd
dat hij te Coimbra student was.
Toen keizer Pedro II in 1872 Portugal
bezocht, werd hem door de Braziliaan-
sche studenten te Coimbra een huide
adres gezonden en dit was o. m. onder
teekend door Bernardino Machado. Eigen
aardig is nog, dat de candidaat voor het
presidentschap der republiek zich uit
sloofde om een monarch hulde te bren
gen. Enfin, hij zal zoowel het een als
het ander wel ontkennen.
Wat nu de presidentskeuze zelve aan
gaat, meen en sommigen, dat de Katho
lieken zich over de keuze van Arriago
kunnen verheugen. Wel heeft hij gezegd
niets aan de scheidingswet te zuilen ver
anderen, maar het feit, dat hij een tegen
stander van Costa is, geeft gegronde hoop
dat hij minder intransigent zal zijn dan
deze. In ieder geval mag men blij zijn,
dat het uit is met het rijk van dezen
vijand en bestrijder van het Katholicisme
niet alleen, maar van alle geloof. Dat heer
schap heeft, nota bene, op een bijeen
komst van vrijmetselaars gezegd, dat hij
zijn scheidingswet zoo had ingericht om
binnen drie generaties het Katholiek ge
loof uit te roeien. Alsof het niet van
overbekendheid is, dat juist door de ver
drukking het Katholie kgeloof het weligst
tiert, dat juist daardoor het geloof zui
verder wordt. Het satanskind zal aan zich
zelf bewezen zien de waarheid van Chris
tus' belofte: ,,de poorten der hel zullen
haar niet overweldigen". In zooverre dus
zijn wij gerust en wij moeten nu maar
afwachten wat het nieuwe regime geven
zal. Het zal echter de vraag zijn, of het
zich staande houden kan.
We gelooven, dat de republiek zich zelf,
langzaam maar zeker, naar den kelder
helpt. Men effent er de baan wel voor
Couceiro en zijn volgelingen, die zich in
den laatsten tijd zeer kalm houden.
Over den heerschenden wantoestand
schrijft nog de „Univers" het volgende:
„Het anarchisme heerscht overal.Wan-
neer de soldaten het b.v. plotseling in
hun hoofd krijgen, te weigeren in dc
kazernen te overnachten, dan keeren zij
gewoon niet terug en gaan slapen in de
stad. Wanneer zij officieren ontmoeten,
salueeren zij niet, en worden hen aan
merkingen gemaakt, dan zijn er velen,
die tot handtastelijkheden overgaan. El
ders weer komen zij in opstand, zij wei
geren het voedsel en vallen hunne supé
rieuren aan, die hen op hun plicht willen
wijzen. In een ander stadsgedeelte loopt
een dronken troep soldaten; scheldwoor
den en verwensc'hingen laten zij hoorei»
tegen het gouvernement. Deze militairen
eischen dan van voorbijkomende officie
ren geld, en wanneer men hen bestraffen
wil door inhouding/ van verlof, dan nemen
zij hun geweer en bagage, en gaan zij
heel eenvoudig heen. Onder de werk
lieden worden de stakingen menigvuldi-
ger en de vrouwen beginnen te klagen
over de duurte van de levensmiddelen,
de schuld ervan wijten zij aan het gou
vernement. De bezittende klasse durft
weinig te zeggen, wetende dat zij dan
getroffen zal worden door een zwaardere
belasting.
Wel het beste bewijs van de kwaal,
welke het land ruïneert, is, dat het leven
der natie verkwijnt en sterft. De dag
bladen worden geschorst, de zaken ge
sloten, de gevangenissen zijn vol inet
niet bij machte tranen te storten, viel
zij haar broeder in de armen. Lang duurde
het voor Herman zijn zuster losliet; toen
voerde hij haar naar Steinfels en liep
met afgewend gezicht heen.
Lili, zijn vrouw, nam weenend af
scheid van het knaapje, dat nog niet
begreep, welke ernstige verandering in
't leven zijner ouders daar voor zijn oogen
plaats greepdaarna bood zij haar gehate
schoonzuster koel de wang voor een kus.
In haar kleine, enge ziel was geen plaats
voor verrassende neigingen.
Vanuit Hamburg, waar de Haniecks
zich inscheepten, kwamen eenige blad
zijden van haar broeder tot Erna. Daarna
werd niets meer van beiden vernomen*
De stoomboot, waarmede zij den over
tocht aanvaardden, bereikte de haven
niet. Het moest den stormen, die dezen
tijd op de oceaan woedden, ten prooi
gevallen zijn. Een tijd lang hoopte men
nog op tijding van het schip. Eindelijk
was het als „vermist" van de lijst af
gevoerd.
Albert bleef voorloopig op Amalienhof
en werd later mede naar Falkenhaus ge
nomen, waar hij onder Erna's hoede op
groeide. In het hart der gelukkige vrouw
van Hans Otto Steinfels was toch altijd
nog een ruime plaats voor het kind van
den broeder, dien zij als een doode be
weende.