Uit de Pers. Erna von Harneck. BUITENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 26 Augustus. STATEN-QENERAAL. TWEEDE KAMER. Kort Verslag van de vergaderingen der Kamer. Jdet Kort Verslag der vergaderingen Van de .Tweede Kamer der Staten-Gene- ifaa! verschijnt in den avond van eiken dag, waarop de Kamer vergadert. De abonnementsprijs bedraagt f 1.—. IMen abonneert zich voor den tijd van een geheel zittingjaar. Voor de verzending van Eet Verslag aan abonnementen binnens lands is geen port verschuldigd. iWij stellen onze lezers echter in de gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge- ,Ven, het Kort of Analytisch Verslag te bekomen voor den prijs van 50 cent. J De verzending van het Verslag ge schiedt ook in dit geval portvrij. Alle betalingen van het Kort Verslag geschieden bij vooruitbetaling. De aandacht van hen, die reeds voor de vorige zitting op het Kort Verslag waren geabonneerd, wordt er op ge vestigd, dat het noodig is, om, wan neer zij ook gedurende de nieuwe fitting het Verslag weder wenscheu te ontvangen, zich opnieuw te abon- neeren, en dat het, met het oog op eene geregelde toezending van het begin der zitting af, gewenscht is dat vooral TIJDIQ te doen. Om de bestelling te vergemakkelijken, komt in dit nummer een formulier voor, hetwelk duidelijk ingevuld, aan de Administratie, OUDE SINGEL 54, LEIDEN, inoet gezonden worden. DE DIRECTIE. Een lied per week. No. 2 uit „De L e e u w e r k". Wilhelmus. Woorden van Marnix v. St. Aldegonde. .Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen bloet; Den Vaderlant ghetrouwe Blijf ick tot in den doot. Een prince van Oranjen Ben ick vrij onverveert; Den Coninck van Hispanjen Heb ick altijt gheeert. Mijn schilt en de betrouwen Sijt ghij, o Godt, mijn Heer! Op U so wil ick bouwen, Verlaet mij nimmermeer! Dat ick doch vroom mach blijven, U dienaer t' aller stont, Die tyranny verdrijven, Die mij mijn hert doorwont. XJet werk der vrijmetselarij. Het „H u i s g e z i n" wijst er op, dat er een tijd geweest is, dat men te veel over de vrijmetselarij sprak; dat men, onder den invloed eener handig en listig op touw gezette vertooning, haar allerlei dwaasheden toedichtte en zoo het gevaar liep het groote, reëeie kwaad uit het oog te verliezen, dat zij aanricht. Want of de vrijmetselarij al dan niet zich met dwaze ceremoniën ophoudt, ze ker is dat zij de groote vijandin is van den godsdienst, met name van het Catho- licisme en de Kerk. Daarom is, al blijft zij in de noorde lijke landen volstrekt niet werkeloos, haar ;actie toch vooral op de staten van Mid den- en Zuid-Europa gericht, terwijl zij FEUILLETON. Naar het Duitsch. 100) (Slot.) Voor Erna was het inderdaad een tijd van bittere kwelling. Dat haar broeder paarden en huisraad voor een appel en teen ei van de hand deed, om maar zoo spoedig imogelijk alle draden af te snij den, die hem nog aan het vaderland ver bonden, kon zij niet verhinderen en moest zij, in 't gevoel harer onmacht, zonder teegensp.raak dulden. Gansch andere zor gen waren het, die de dochter van het huis Harneck met diepen smart ver vulden. Herman was voor het gerecht gedaagd; dien had hem, evenals de overigen, die in de Hollenstrasse waren aangetroffen, her haaldelijk in verhoor genomen. Werd hij "al niet gestraft, de smet bleef toch op Zijn naam kleven. In alle kringen der bevolking van de kleine stad maakte die gebeurtenis het onderwerp aller gesprek ken uit. Overal meende Erna medelij dende gezichten te ontmoeten. Zij ver liet het huis nauwelijks meer. Bij Herman wisselden zorgeloosheid det vertwijfeling af, Heden in uitgelaten mede in Zuid-Amerika groote activiteit ontplooid heeft en nog ontwikkelt. Bij al wat in de laatste halve eeuw in Frankrijk en Oostenrijk, in Italië Spanje en Portugal, tegen de Kerk en den Paus is beraamd en uitgevoerd, heeft zij de hand in het spel gëhad. Zij had er zelfs de hooge hand in, van haar kwamen de denkbeelden, zij haid de staatslieden en politici in haar dienst,, zij bewerkte de massa's. Om bij het jongste verleden te blijven, de omverwerping der monarchie in Portugal met de daarop onmiddellijk gevolgde onderdrukking der katholieke Kerk is het werk der vrijmetselarij. Zij zou natuurlijk in haar opzet niet zoo gemakkelijk geslaagd zijn, indien het ko ningschap anders, nobeler ware opgetre den en niet zelf den grond voor een revo lutie geëffend had. En de onderdruk king der Kerk zou evenmin een zoo lichte taak zijn geweest, indien onder het Ko ningschap de rechten der Kerk beter wa ren geëerbiedigd en het geloof en de godsdienstzin der Portugeezen niet reeds waren ondermijnd. Ook onder de monarchie heeft de vrij metselarij steeds veel invloed in Portugal gehad. Thans heeft zij de macht in han den en de bewindvoerders zijn eenvou dig haar creaturen, haar zaakwaarnemers. Dit is zóó sterk, dat in een bijeenkomst van vrijmetselaren, minister Alfonso Cos ta,, een der verwoedste bestrijders van het geloof, de man der beruchte scheidings- wet. ronduit gezegd heeft, dat hij deze wet zóó had ingericht om binnen drie ge slachten het katholiek geloof uitte roeien. Niet altijd treedt de vrijmetselarij zoo openlijk op. Ook in Portugal heeft zij zich in den aanvang met het ldeed der huiche larij omhangen, toen in de eerste pro clamatie na het verjagen der dynastie de vrijheid van geweten en van gods dienst de hoeksteen der republiek werd genoemd. I Thans meent zij sterk genoeg te staan om' het imom te kunnen afwerpen en zich voor te doen zooals zij werkelijk isde gezworen vijandin van alle geopenbaard geloof en van de katholieke Kerk in het bijzonder. I Er zijn nog mënschen die Im'eenen, dat de vrijmëstelarij, zeker in onze dagen, een onschuldig genootschap is, hetwelk zich, zij het dan in een geheimzinnig waas, aan werken van naastenliefde wijdt. 1 jWelnu, wie zoo denken, m'oge hetgeen men op dit oogenblik 'in Portugal er vaart de oogen openen. De vrijmetse larij is de onverzoenlijke vijandin van ons geloof, zij moge dan brutaal in het openbaar of, zooals zij meestal doet, in het geniep optreden. Blijft Vereenigd. De „Volks ba nier" merkt op, dat toen de kreet weerklopk over de gansche wereld: „Arbeiders, vereenigt U!", men er ,maar direct bij had moeten voegen: „En blijft vereenigd!" Want de meeste besturen zullen het terstond ^willen getuigen, dat het soms een heele toer is, om de leden bijeen 'te. hou den. Dat verschijnsel doet zich voor in alle organisaties, van wat partij of richting ook. Is dat niet jammer?. Dat is niet alleen jammer, maar dat is doodgewoon een schandaal! Dat breekt de kracht der organisatie. Want vergeet niet: het altijd door wis selen van komen en gaan ondermijnt de hechtste organisatie. Daarom hoog de leuze„V e r e e n'ï g t U en blijft vereenigd!" Waaraan zoo zal men vragen waaraan is dat in- en uittrekken toe te schrijven? De hoofdoorzaak is in ieder geval daar in te zoeken, dat de menschen niet ge noeg doordrongen zijn van het groote nut der organisatie. Het nut er van erkennen deze, want ze worden tot die erkenning gedwongen. Bijv.Er breekt eensklaps een loonbe- weging uit. Een staking, een kwestie op fabriek of werkplaats. vroolijkheid de schoone plannen voor de toekomst smedend, den volgenden dag was hij. prikkelbaar en heftig, wandelde in somber zwijgen het huis door, ieder een verwenschend. "De betrekkingen van Erna tot Stein- fels werden noch door hem, noch door Lili op 't tapijt gebracht De smart, welke Erna's hart vervulde, over het, zij het ook door eigen schuld veroorzaakte'lot haars broeders, vonden in haar brieven naar Falkenhaus zoo droeve uitdrukking, dat Steinfels besloot, het kostte wat het wilde, pogingen aan te wenden om het ijs tus- schen hem en Herman te breken. Zoo dra Erna schreef, dat de laatste toebe reidselen waren getroffen, e jude afreize van haar broeder aanstaande was, ging hij naar Nesthausen. Bij de Eichstett's, de oude vrienden, iii wier deelneming het arme meisje een steun gevonden had, kwam het bruids paar bijeen. Het wederzien van .Hans Otto gaf Erna moed. ,Toen zij zich door zijn arm omsloten voelde en zijn liefde woorden hoorde; toen hij haar mede deelde, haar broeder grootmoedig de hand ter verzoening te reiken, toen blikte zij blijmoedig op; hoop en vertrouwen bezielden haar weder. Wat echter van deze zijde van Steinfels geschieden zou moest spoedig gebeuren. Den volgenden dag zou de heer von Gloekner komen, om zijn nicht en het kind ,voor jAma,l;iephof af te Jialen, ,e.n Dan een, twee, drie de organisatie in. Is de kwestie weer opgelost, dan we der even vlug die organisatie uit. Want... die organisatie vraagt offers! En daar kunnen ze niet te best tegen. Zoo lang ze we zullen maar zeggen zoo lang ze uit een soort maatschappe lijk lijfsbehoud zich als 't ware door in tuïtie" gedrongen gevoeeln, zich bij hun kameraden aan te sluiten, gebeurt het menigmaal, dat ze op de vergaderingen het grootste :woord hebben en de orga nisatie, uit hoofde van hun onverant- woordelijkheidsgevoel, in de moeilijkste omstandigheden brengen. Er zijn i\og een ander soort personen, die de organisatie meer last dan voordeel bezorgen. ;Het zijn dezulken, die door overreding eindelijk de vereeniging intre den, imaar feitelijk zulks met tegenzin doen. Ze zijn een poos lid, dan zoeken ze allerlei redenen om er weer uit te ko men. Het vergaderen is hun een last. De contributie wordt hen te zwaar. Het lezen van het Bondsorgaan een plaag. Ze zoeken allerlei redenen om er weer uit te gaan. Dat begint met een week contributie over te slaan. Die week blijft achter. Dan volgen er meer weken, het be drag wordt te hoog, ze moeten, ze zullen er uit. Zoo is dë^gewone loop van zaken bij deze zwakke broederen, waarbij de kame raadschap ver is te zoeken en 't is hun een verluchting, een opluchting, dat zij weer buiten de organisatie staan en zoo genaamd „vrij" zijn, en niet langer met statuten en reglementen te doen heb ben. Op onze propagandisten rust de ver moeiende en dikwijls ondankbare taak, dezulken tot recht en rede te brengen, en niet te rusten, voordat zij overtuigd zijn dat de organisatie niet is een slaafsche bond, maar een lichaam, waarin zij met eenige goeden wil en een weinig krachts inspanning zich ten slotte thuis en inder- daat vrij zullen gevoelen tegenover hen, die door hun ongeorganiseerd blijven een groote verantwoording hebben," zoowel voor zich als voor hun gezin. Daaromeen ieder onzer helpe mee propaganda maken, om de vereenigden ook vereenigd te doen blijven. Van wetten, dat geen wetten zijn. De „Standaard" bespreekt de vraag, of wetten, die door een onvol tallige Kamer dus in strijd met de grondwet zijn aangenomen, voor den rechter rechtskracht bezitten. Niemand zou er aan denken, meent het blad, van den rechter te verlangen, dat hij zou toepassen een wet, die nieU krachtens voorschrift van de Grondwet, was afgekondigd. Hoeveel te min |dan zou men van hem kunnen vorderen, in toepassing te brengen een wet, die niet den in de Grondwet voorgeschreven ,\veg heeft afgelegd aleer te zijn gesanctio neerd. i De hier gehuldigde opvatting vindt steun in de jurisprudentie van den Hoo- gen Raad. Wel is waar kwam' de quaes- tie, zooals zij nu onlangs door de praktijk gesteld dreigde te worden, nog nirri- mer voor ons hoogste rechtscollege, voor zoover ons bekend is maar wel besliste het over een traktaat, dat niet voldeed aan de grondwettelijk gestelde eischen. Schoon nu een traktaat mag en moet be schouwd worden als boven de Grond wet te staan en aan deze eventueel tel dërogeeren, besliste de Hooge Raad, (dat een aangevochten traktaat rechtskracht miste, hoewel het er volkomen als eeii traktaat uitzag, en alleen ten onrechte verzuimd was, het voor de Staten-Gene- raal te brengen. Aangenomen mag wor den, dat de overweging, die men hier liet gelden tegenover een boven del Grondwet staand traktaat, niet veel Ihieer kracht gelden moet tegenover een onder de Grondwet staande wet. Al het aangevoerde heeft alleen be trekking op gevallen, waarin geconsta teerd is en vóór, of dóór, den rechter be- reeds des middags van denzelfden dag zou ,Herman met zijn vrouw afreizen. Kom morgen met oom Frans, zeide Erna vastberaden, nadat zij lang had na gedacht. Wees toegevend voor hem, zoo als gij 'tvoor mij geweest zijt. Deemoedig keek Erna naar Steinfels op. Toegevend voor u, liefste? ant woordde hij bewogen. Ik dank God dagelijks, idat Hij mij u deed weder- vinden. Des avonds waren broeder en zuster samen bezig koffers te pakken. ,Toen het schemerig in de kamer geworden was, liet het meisje plotseling de handen zin ken en zeide zacht: Het is onze laatste avond, /Herman. Mag ik u wat vragen? ,Toch geen geld, sprak hij. Ik heb zelf geen overvloed. Het zal je toch op Amalienhof aan niets ontbreken. En als ge Hij hield op. 'Als ge Steinfels' vrouw zijt, wildet ge zeggen? Juist over hem wil ik spre ken. Laat vergeten zijn, wat scheidend tusschen u beiden ligt. Ik bemin hem, ik ben trots op hem, maar niet ik alleen. Men heeft al lang het vooroordeel, dat men in onze kringen tegen hem meende te moeten doen gelden, als onrechtvaar dig erkend. Men rekent het zich als een eer aan, met hem té verkeeren. Erna's oogen blonken. _cr= ffijldet g'j er piet ,aan toevoegen, wezen kan worden, dat niet is voldaan aan de eischen, die door de Grondwet inzake haar tot stand kóming aan de wet zijn gesteld. Geëcarteerd moeten1 worden al die gevallen, waarin van be wijs geen sprake is. In vele van de ge vallen, dat, naar men meent, de Kamers der Statén-Generaal niet rechtsgeldig vergaderen, is trouwens niet alleen het b e w ij s uitgesloten, maar is er even min zekerheid en bestaat er niets meer dan een vermoeden. In zooda nige gevallen is er niets op de rechts kracht eener wet af te dingenalleen dan kan zij ontkend worden, wanneer het b e w ij s is geleverd, dat een niet rechtsgeldige vergadering van een (der Kamers erover besliste. Moeilijk Scan intusschen worden aange nomen, dat het de bedoeling van de Grondwet is, dat zoodra iemand ver moedt, dat de helft der leden ee*ner» Kamer niet meer aanwezig is, hij een stem'ming uitlokke, die eventueel het sluiten der vergadering, ten gevolge heeft. Wie 's morgens bij den aanvang eener vergadering de presentielijst gei- teekend heeft, mag geacht worden Ite weten wat aan de orde komt, zoodat het aangenomen worden eener wet zonder hoofdelijke stemlming door een slecht bezette Kamer mag gerekend worden te willen zeggen, dat ook die leden, die de presentielijst teekenden, maar daarna in den loop der vergadering heengingen, geen bedenking hadden tegen het aan hangig wetsontwerp. Het ontbreken van het quorum1 kan in geen enkel opzicht tegen de rechtskracht eener wet worden aangevoerd, zoolang het niet gecon stateerd is, en niet wel is in tezienj dat het aanbeveling zou kunnen verdie nen, het ontbreken ervan zoo spoedig mogelijk te constateeren, daar dit ,een onnoodig veelvuldige stokking in de werkzaamheden der Kamers zou teweeg-^ brengeneen stokking, die niet door de Grondwet kan zijn bedoeld. De Week. .Het wordt in den laatsten tijd met den dag treuriger met het nieuws. Z. H. de Paus, wiens ziekte voor de bladen dank bare copie opleverde, is thans gelukkig geheel hersteld en doet zijn zaken weer geheel als vroeger, al moet hij zich na tuurlijk nog wat in acht nemen. Uit de Marokko-kwestie kan op het oogenblik nog niemand wijs worden, ofschoon na tuurlijk de groote bladen er in heele lange artikels maar met de pet naar slaan. Nu, dat onschuldige genoegen gunnen wij hun gaarne, als ze maar binnen de perken blijven en niet, zoo als nogal eens gebeurt, door hun op- hitsenden toon de heele boel in de war sturen. Door op die manier den volks wil te influenceeren, zouden zij de re geeringen tot een oorlog kunnen dwin gen, die deze zelf niet willen. Dat is meer gezien. ,Enfin, laat ons hopen, dat het zoo'n vaart niet zal loopen. De stakingen in Engeland zijn nu ook zoo goed als geëindigd en leveren dus, behalve wat nagepraat, in de pers ook geen belangrijk nieuws meer op. Maar gelukkig hebben we nu de ver kiezing in Portugal gekregen, waar het verder ook nog zoo'n janboel is, dat het de moeite van een beschouwing wel waard is. Zooals we juist konden vernemen, is Manuel d'Arriaga tot president gekozen. Die presidentskeuze heeft anders heel wat voeten in de aarde gehad. Nadat er al verschillende candidaten voor deze eerepost genoemd waren, bleef eindelijk de definitieve keuze gevestigd op Ber nardino Machado, den bekenden minister van buitenlandsche zaken, die in den laatsten tijd door de Timor-kwestie zoo van zich heeft doen sprekenBraamcamp, den voorzitter van de constituinte, en Ma- gelhaes Lima, die reeds aanstonds na de revolutie als toekomstig president was gedoodverfd. dat ik oneer over den naam Harneck ge bracht heb? Een wegens schulden en spelen ontslagen officier! antwoordde Harneck bitter. Misschien voelt baron Steinfels zich wel boven mij verheven. Hij is tot verzoening bereid, en ik, ik heb geen anderen wensch, dan dat hij u nog eenmaal zonder twist ont moete. Herman, om wille van de liefde onzer kinderjaren, sla dat verzoek niet af. Het duurde lang voor hij antwoordde: Is hij hier? Nu, dan mijnentwege.... Ik wierp zooveel achter mij, dat Maar nu, Erna, ga, ga! Ik wil alleen zijn. Hij stampte met den voet op den grond en wees het meisje gebiedend van zich weg. Erna ging. Toen zij de deur achter zich gesloten had, steunde hij luide. De begroeting tusschen Harneck en Hans Otto had den volgenden morgen onder hoffelijke vormen plaats. Gespro ken werd daarbij niet veel. Toch scheen Herman gedurende den nacht het ruwe en afstootende, dat hij den laatsten tijd meest getoond had, afgelegd te hebben. Hij schertste over het treurige gezicht van zijn zuster eu verzekerde het knaapje, dat papa zijn lieven jongen spoedig zou laten overkomen. Erna meende van smart te sterven, toen liet uur van afscheid gloeg. Bevend, De laatste wilde echter geen moeite doen om het baantje te krijgen; hij had zeker al genoeg van het onderling ge harrewar. Braamcamp had als voorzitter der constituinte reeds genoeg gezien hoe slecht de voormannen der republiek ia toom te houden warendus hij bedankte^ Bleef toen Machado, dien de meer- gematigden liever niet zagen, omdat hij de stroopop van den drijver Costa was, en tegenover wien men toen de nu ge kozen Arriago zette. Eigenaardig is de manier, Idoor het dagblad „Paiz'? gebruikt om Machado een politieken hak te zetten. De grond wet bepaalde, dat niet tot president kon gekozen worden iemand, die van een' andere nationaliteit geweest was. Nu had het blad weten op te snuffelen, dat hij eigenlijk JBraziliaan was, wat bleek uit een (eigenaardig document uit den tijd dat hij te Coimbra student was. Toen keizer Pedro II in 1872 Portugal bezocht, werd hem door de Braziliaan- sche studenten te Coimbra een huide adres gezonden en dit was o. m. onder teekend door Bernardino Machado. Eigen aardig is nog, dat de candidaat voor het presidentschap der republiek zich uit sloofde om een monarch hulde te bren gen. Enfin, hij zal zoowel het een als het ander wel ontkennen. Wat nu de presidentskeuze zelve aan gaat, meen en sommigen, dat de Katho lieken zich over de keuze van Arriago kunnen verheugen. Wel heeft hij gezegd niets aan de scheidingswet te zuilen ver anderen, maar het feit, dat hij een tegen stander van Costa is, geeft gegronde hoop dat hij minder intransigent zal zijn dan deze. In ieder geval mag men blij zijn, dat het uit is met het rijk van dezen vijand en bestrijder van het Katholicisme niet alleen, maar van alle geloof. Dat heer schap heeft, nota bene, op een bijeen komst van vrijmetselaars gezegd, dat hij zijn scheidingswet zoo had ingericht om binnen drie generaties het Katholiek ge loof uit te roeien. Alsof het niet van overbekendheid is, dat juist door de ver drukking het Katholie kgeloof het weligst tiert, dat juist daardoor het geloof zui verder wordt. Het satanskind zal aan zich zelf bewezen zien de waarheid van Chris tus' belofte: ,,de poorten der hel zullen haar niet overweldigen". In zooverre dus zijn wij gerust en wij moeten nu maar afwachten wat het nieuwe regime geven zal. Het zal echter de vraag zijn, of het zich staande houden kan. We gelooven, dat de republiek zich zelf, langzaam maar zeker, naar den kelder helpt. Men effent er de baan wel voor Couceiro en zijn volgelingen, die zich in den laatsten tijd zeer kalm houden. Over den heerschenden wantoestand schrijft nog de „Univers" het volgende: „Het anarchisme heerscht overal.Wan- neer de soldaten het b.v. plotseling in hun hoofd krijgen, te weigeren in dc kazernen te overnachten, dan keeren zij gewoon niet terug en gaan slapen in de stad. Wanneer zij officieren ontmoeten, salueeren zij niet, en worden hen aan merkingen gemaakt, dan zijn er velen, die tot handtastelijkheden overgaan. El ders weer komen zij in opstand, zij wei geren het voedsel en vallen hunne supé rieuren aan, die hen op hun plicht willen wijzen. In een ander stadsgedeelte loopt een dronken troep soldaten; scheldwoor den en verwensc'hingen laten zij hoorei» tegen het gouvernement. Deze militairen eischen dan van voorbijkomende officie ren geld, en wanneer men hen bestraffen wil door inhouding/ van verlof, dan nemen zij hun geweer en bagage, en gaan zij heel eenvoudig heen. Onder de werk lieden worden de stakingen menigvuldi- ger en de vrouwen beginnen te klagen over de duurte van de levensmiddelen, de schuld ervan wijten zij aan het gou vernement. De bezittende klasse durft weinig te zeggen, wetende dat zij dan getroffen zal worden door een zwaardere belasting. Wel het beste bewijs van de kwaal, welke het land ruïneert, is, dat het leven der natie verkwijnt en sterft. De dag bladen worden geschorst, de zaken ge sloten, de gevangenissen zijn vol inet niet bij machte tranen te storten, viel zij haar broeder in de armen. Lang duurde het voor Herman zijn zuster losliet; toen voerde hij haar naar Steinfels en liep met afgewend gezicht heen. Lili, zijn vrouw, nam weenend af scheid van het knaapje, dat nog niet begreep, welke ernstige verandering in 't leven zijner ouders daar voor zijn oogen plaats greepdaarna bood zij haar gehate schoonzuster koel de wang voor een kus. In haar kleine, enge ziel was geen plaats voor verrassende neigingen. Vanuit Hamburg, waar de Haniecks zich inscheepten, kwamen eenige blad zijden van haar broeder tot Erna. Daarna werd niets meer van beiden vernomen* De stoomboot, waarmede zij den over tocht aanvaardden, bereikte de haven niet. Het moest den stormen, die dezen tijd op de oceaan woedden, ten prooi gevallen zijn. Een tijd lang hoopte men nog op tijding van het schip. Eindelijk was het als „vermist" van de lijst af gevoerd. Albert bleef voorloopig op Amalienhof en werd later mede naar Falkenhaus ge nomen, waar hij onder Erna's hoede op groeide. In het hart der gelukkige vrouw van Hans Otto Steinfels was toch altijd nog een ruime plaats voor het kind van den broeder, dien zij als een doode be weende.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5