respondent dit beschrijft, behoeft men eigenlijk niet heelemaal als ernstig te beschouwen. i Hoe moeilijk het echter is pin \vat krom is ook maar eenigzins recht te praten, blijkt weer uit hetgeen Bernar dino Machado over die schermutseling in Lakinaras heeft beweerdLakmaras Nederlandsch gebied ten Westen van de vormt des malle verbinding tusschen het z.g. groote grens en het naar het Zuid oosten in het Portugeesch gebied uit stekende Nederlandsche (in beginsel aan Portugal afgestane) landschap Maoeka- tar. Lakrnaras is sedert de bekrachtiging van het tractaat van 1904 onbetwist Ne- derlandsch gebied. Men weet reeds, dat de controleur van Beloe, Seyne Kok, terugkëerende van een tocht naar Maoekatar bij Kota. Lakmaras en op den berg Boeloe, het •grenspunt waar het Portugeesch gebied met Lakinaras en Maoekatar samenkomt, Portugeesche versterkingen aantrof. De Portugeesche commandant verklaarde den bouw dier versterkingen door te be weren, dat de Nederlandsche troepen de grens van Lakmaras en Maoekatar over schrijdende, het Portugeesche gebied hadden geschonden. Als men nu op eigen gebied met geweervuur wordt bestookt, minister Bernardino Machado spreekt niet tegen, dat de Portugeesche neger- soldaten, het eerst hebben gevuurd dan is het toch zeker geen overijling te noemen als aan dat vijandige optre den kort en goed een einde wordt ge maakt. Overigens spreken de verdere uitla tingen van Bernardino Machado voor zich zelf. Wij kunnen rustig de verschij ning van het dezer dagen aangekondig de Oranjeboek over Timor afwachten, dan zal ook wel uit de overgelegde stuk ken blijken wie de Nederlandsche regeë- ring verzocht heeft, het geschrevene en gesprokene in de Timor-quaestie geheim te houden. Land- en Tuinbouw. De Nederlandsche Landbouw in 1910. Nummer vier van de Verslagen en Me- dedeetingen van de Directie van den landbouw bevat het verslag óver den landbouw in Nederland over 1910. Wij ontleenen daaraan het volgende: Tengevolge van den regenrijken zo mer van 1909 verkeerde de bodem in den herfst van dat jaar in een ongezonden toestand en daar ook in de maanden September en October het weer veelal re genachtig was, had de herfstbestelling on der ongunstige omstandigheden plaats. Van eene behoorlijke, deugdelijke grond- bewerkipng was dikwijls geen sprake en ook het zaaien zelf moest veelal geschie den bij regen en in een natten bodem. De winter van 1909—1910 kenmerkte zich door hooge temperaiuur, weinige da gen met vorst en grooten regenval. In Friesland en langs de groote rivieren stonden groote gebieden in Februari on der water. Voor zoover deze landerijen met gras bezet waren, heeft deze hooge waterstand echter betrekkelijk weinig schade veroorzaakt, aangezien de maand Maart bijna voortdurend droog was en er gunstige winden heerschten, zoodat men spoedig van het overtollige water was verlost. Langs de groote rivieren, met name in Gelderland en Noordbrabant is echter menig stuk winterkoren, ten ge volge van den hoogen waterstand iin den winter teloor gegaan. Van veel groote ren omvang was echter de nadeeiige in vloed, dien de natte winter zonder vorst op de structuur van den bodem, welke tengevolge van den voorafgaanden re genrijken zomer en de onvoldoende be werking in den herfst toch reeds in een ongezonden toestand verkeerde, heeft uit geoefend. Op de zware en laaggelegen grondsoorten was deze ongunstige toe stand van den grond de hoofdoorzaak van de onbevredigende resultaten, die men daar met de teelt van vele akker bouwgewassen heeft verkregen. Doch ook op de andere gronden heeft de na- deelige invloed van den slechten toestand van den ondergrond zich gedurende den geheelen zomer doen gevoelen. Uit het bovenstaande blijkt, dat de .wintergewassen goed door den winter gekomen zijn. Slechts sommige perceelen waarop de planten door het hooge water gedood waren, en enkele in Groningen waar zaaizaad van onvoldoende kiern- kracht (ook een gevolg van den regen- rijken zomer van 1909) was gebruikt, moesten worden omgeploegd. Akkerbouw. Hoewel het weer in 1910 voor den akkerbouw op de klei over het geheel verre van gunstig is te noemen, was het toch in vele opzichten belangrijk beter dan in 1909. Dat de re sultaten van het akkerland dus afge zien van de veehouderij op 'deze grond soort weinig beter, van sommige ge wassen zelfs nog slechter, waren dan in 1909, moet dan ook in de eerste plaats worden tloegeschreven aan den ongezon den toestand van den bodem. Op het zand, waar de inkomsten groo tend eels uit de veehouderij moeten ko men, waren de resultaten van het bedrijf goed. Wel is waar gaf de rogge veel minder hooge opbrengsten dan in 1909 'en leverden ook de aardappelen maar ma tige opbrengsten, doch dit werd meer dan goed gemaakt door den rijken oogst van voedergewassen, de hooge prijzen 'der veehouderijproducten en de lage prij zen van de aan te koopen voedermid- delen. 1 Ook op de veenkoloniale dalgronden waren de financieele resultaten gunstig te noemen. Ten aanzien van Z u i d-H o 11 a n d wordt nog medegedeeld: Was de veehou derij Ln 1910 zeer voordeelig, de akker bouwgewassen gaven niet meer dan mid delmatige uitkomsten. Granen en peul vruchten lieten in opbrengst dikwijls te vvenschen over en dit kon door de gun stige financieele resultaten van den aard- appelbouw niet worden goedgemaakt. Omtrent de uitkomsten uit de teelt der verschillende gewassen verkregen, valt nog het volgende op te merken: T a r w e. Door den ongunstigen bo demtoestand ontwikkelden de granen zich in den zomer weinig naar wensch. De kwaliteit was vrij goed. De prijs was over het geheel lager dan in de voorgaande jaren, tengevolge van de meer gunstige graanoogsten in bijna alle landen, waar door een ruinn aanbod van granen was. Stroop rijzen. In tegenstelling met het graan waren de prijzen van 't stroo zeer hoog door de kleine oogsten, door den levendigen exporthandel en de ster ke concurrentie van de cartonfabrieken onderling. Sommige fabrieken hadden echter ernstig met gebrek aan grondstof te kampen. Rogge. Was 1909 een buitengewoon rijk roggejaar, van 1910 valt dit niet te zeggen. De opbrengst viel algemeen te gen. Ook de kwaliteit leed nogal door het ongunstige oogstweer. De prijs van de rogge was over het geheel laag, doch voor de zandstreken, waar het graan ge heel op de boerderij vervoederd wordt, speelt dit geen rol. Haver. Van den naverbouw waren de resultaten over 1910 aanmerkelijk beter dan in 1909, toen vooral de kwaliteit zeer inferieur was. De prijs van haver was aanvankelijk laag, doch liep later iets op, zonder echter den stand van het vorige jaar te bereiken. Erwten. Vertoonde de erwtenbouw in de laatste jaren eene neiging tot uit breiding, in 1910 was de met erwten be zette oppervlakte kleiner dan in het vo rige jaar. Behalve aan de lagere prijzen der karwij (waarvan erwten de meest ge bruikelijke dekvrucht vormen) moet dit zeker ook worden toegeschreven aan de slechte resultaten, in de laatste jaren in de streken, waar de cultuur algemeen "is, verkregen. Over het geheel was de erwtenoogst in 1910 nog iets slechter dan in 1909. De St. JanszLekte trad hevig op en het resultaat was, dat het gewas zeer geringe opbreng sten gaf, terwijl ook 'de kwaliteit dikwijls slecht was. Vlas. Tengevolge van de hooge vlas- prijzen in het vorige jaar is de inet dit ge was bezaaide oppervlakte, die in de laat ste jaren sterk was afgenomen, weder be langrijk uitgebreid. Terwijl in 1907 nog 16.81 S H.A. met vlas waren beteeld, be droeg deze oppervlakte in 1909 nog maar 10.050 H.A. In 1910 waren wederom 11.148 H.A. met vlas bezet. De met den vlasbouw verkregen re sultaten zijn goed tot zeer goed te noe men. Tengevolge van de ongunstige bo demstructuur was de opbrengst niet groot en bleek zij later nog algemeen te gen te vallen. De hoedanigheid was aan vankelijk zeer goed, maar door de vele regens Ln Juli heeft ook deze dikwijls vrij wat geleden. De boeren, die reeds op stam per H.A. verkochten, besomden hooge prijzen met het oog op de goede vooruitzichten van den oogst en zij, die later per K.G. verkochten, ontvingen zul ke hooge prijzen dat ook voor hen, on danks de lagere opbrengsten, het resul taat zeer goed was. Aardappelen. De opbrengst liep aanmerkelijk uiteen al naar de verbouw de soort en de grondsoort. Zooals ge woonlijk in minder gunstige jaren heb ben de nieuwe soorten over het geheel betere uitkomsten gegeven dan de oude afgeleefde, die aan de slechte invloeden minder weerstand hebben kunnen bieden. Voorts werden algemeen met het bespui ten met Bordeaux'sche pap zeer goede resultaten verkregen. Dooreengenomen kart men opbrengst en kwaliteit vrij goed noemen. De prijzen waren echter zeer hoog, zoodat de cultuur in de meeste ge vallen zeer goed loonend was. Deze gun stige toestand van de aardappelmarkt moet worden toegeschreven aan het mis lukken van den aardappeloogst in Frank rijk, waardoor dit land groote partijen moest invoeren. Suikerbieten. De opbrengst aan bieten was nog al uiteenloopend en, hoewel beter dan in 1909, toch niet meer dan middelmatig te noemen. Het suiker gehalte was echter bepaald hoog. Daar de prijzen van de suikerbieten hoog wa ren, zijn de financieele resultaten van den hietenbouw goed geweest. Over de veehouder ij vermeldt 't verslag de volgende bijzonderheden Rundvee. Het jaar 1910 liet zich in de eerste maanden niet bijlzonder gun- itgi voor den veehouder aanzien. De onvoldoende hooioogst van het vorige jaar maakte den aankoop van groote hoe veelheden krachtvoeder noodzakelijk. De grasgroei was het geheele jaar door vol doende. Neemt men daarbij in aanmer king, dat de prijzen van vee, boter en kaas hoog was, zoo kan men het jaar 1910 met recht tot de voorden veehouder en zuivelbereiding zeer gunstige rekenen. Gezondheidstoestand. De pes simistische voorstellen, dat de veestapel ernstige gevolgen zou ondervinden van de vele regens en den hoogen waterstand, in 1909, waardoor weinig en slecht hooi werd gewonnen, is niet uitgekomen. Het mond- en klauwzeer kwam in drie stallen slechts voor. Zeer talrijk waren daarentegen het aantal gevallen van miltvuur. Handel in vee en vleesch. Door drieërlei oorzaken waren de 'veeprijzen in 1910, vooral in het tweede gedeelte van het jaar, zeer hoog. ln de eerste plaats was in 1909, met het oog op den slech ten voederoogst, meer vee dan gewoon lijk verkocht, zoodat door vele veehouders in 1910 moest worden bijgekocht of, zoo dit al niet het geval was, toch minder kon worden verkocht dan gewoonlijk. Voorts was, zooals reeds werd opgemerkt de grasgroei zeer ruim, zoodat er voed sel in overvloed was. En ten slotte kwam er flinke vraag uit het buitenland. De uitvoer van slachtvee zoowel als van melk- en fokvee was belangrijk klei ner dan in 1909 en ook nog dan in 1908. Zij bedroeg 63.054 st. slachtvee (tegen 83.100 i<n 1909) en 24.080 melk- en fok vee (tegen 25.900 in 1909). Het grootste gedeelte, resp. 62.939 en 22.339 sc., ging naar België. Volgens de Belgische sta tistiek bedroeg de invoer van rundvee uit Nederaind iu België 58.586 st., zoo dat pl.m. 25.000 st. vee door België naar Frankrijk, Spanje, Italië en Zwitserland zijin geëxporteerd. Oostenrijk kocht, vooral in Friesland, veel gebruikskoeien. De vraag naar Ne- dcrlandsch fokvee voor Zukl-Afrika was in 1910 niet minder levendig dan andere jaren. Rusland nam in 1910 slechts weinig vee. Zweden was het grootste deel van het jaar wegens enkele hier te lande voorgekomen gevallen van mond- en klauwzeer voor ons vee gesloten. Naar Brazilië, dat ieder jaar meer begint te nemen, gingen in den zomer van 1910 eenige heel goede zendingen fokvee, vooral stieren. Uit verschillende aan vragen blijkt, dat in de Vereenigde Staten van Amerika groote lust bestaat om fok vee uit ons land in te voeren. Niet on vermeld mag blijven het succes, behaald door de inzendingen van Nederlandsch vee (6 stieren en 10 vrouwelijke runde ren )op de internationale tentoonstelling te Buenos-Aires. De uitvoer van versch rund- en kalfs- vleesch bedroeg volgens de Nederland sche statistiek in 1910 15.934.000 K.G. tegen 16.823.000 K.G. in 1909. Hiervan ging naar Engeland 9.652.000 K.G. tegen 10.439.000 K.G. in 1909 en naar Duitsch land 5.396.000 K.G. tegen 5.869.000 K.G. in 1909. In Zuidholland werden in 1910 weer enkele nieuwe controle- en fokvereeni. gingen opgericht, zoodat het aantal dier vereenigingen thans 27 bedraagt. De Rijkslandbouwleeraar voor deze provin cie merkt in verband met de fokkerij het volgende op. Meer en meer kan men de uitkomsten van het stelselmatig fok ken aan eigen praktijk toetsen en dit stelselmatig fokken wordt door het voort durend toenemen der fokvereenigingen in hooge mate bevorderd. Het gevaar van te eenzijdig fokken in de melkin richting zal voortdurend bestreden moe ten worden. De goede fokdieren brengen zeer hooge prijzen op en ook dat moedigt de fokkers in hooge mate aan. Ook in het afgeloopen jaar zijn een paar goede fokdieren uit Friesland ingevoerd, of schoon men daarvan eenigermate terug komt, nu er meer in de provincie ge fokte dieren ter beschikking komen, die in den regel sterker gevoed, in de jeugd zwaarder en vroeger rijp zijn dan het Friesche fokvee. Men vreest, dat men door het invoeren van Friesch fokvee dieren krijgt, welke te fijn van beenen blijven. Boter. De welige grasgroei, alsmede de goede oogst der andere voederge wassen heeft gunstig op de meJkgift ge werkt. Het aantal boterfabrieken, daar onder begrepen de kaasfabrieken en melk inrichtingen, die eene eenigszins belang rijke hoeveelheid boter maken, bedroeg 958, waarvan 620 met stoom werkten en 338 met handkracht werden gedreven. De hoeveelheid boter, vervaardigd in stoomfabrieken, steeg van 33.133.00 K. G. in 1906 tot 42.295.900 K.G. in 1910, terwijl de in handkrachtfabrieken berei de hoeveelheid daalde van 6.241.000 K.G. in 1906 tot 3.972.600 K.G. in 1910. Het aantal coöperatieve fabrieken be droeg in 1910 680, waarvan 379 met stoom werkten en 301 door handkracht werden gedreven. Het aantal niet-coöpe- ratieve fabrieken bedroeg 278, n.l. 241 stoom- en 37 handkrachtfabrieken. Volgens de Nederlandsche statistiek be droeg onze boteruitvoer in 1910 32.809.000 K.G. tegen 31.156.000 K.G. in 1909 en 33.072.000 K.G. in 1908, terwijl werd in gevoerd 2.032.000 K.G., tegen 1.922.000 K.G. in 1909. Minder gunstig dan de Nederlandsche cijfers zijn die van de Engelsche, Duitsche en Belgische statis tiek. Volgens deze gegevens heeft de invoer van boter uit Nederland bedra gen in 1910: in Engeland 7.850.000 K.G., in Duitschland 16.167.000 K.G. en in Bel gië 4.740.000 K.G.totaal 28.757.000 K.G. De boterprijzen waren in 1910 weder om hooger dan in 1909. Kaas. De totale kaasproductie be droeg in 1910 in ons land bijna 84 mil- lioen K.G., waarvan op de boerderij 41.854.200 en in fabrieken 42.118.000 KG. werd bereid. De kaasbereiding op de boerderij komt nagenoeg uitsluitend voor in de provin ciën Noord- en Zuidholland en Utrecht. Zondert men pl.m. 1.500.000 K.G. Leid- sche en Delftsche kaas uit, zoo bestaat de op de boerderij vervaardigde kaas geheel uit volvette of nagenoeg vette kaas (Goudsdie en Edammer). De pro ductie van Edammer kaas is reeds voor het grooiste deel van de boerderij naar de fabriek verplaatst. Er waren in 1910 291 fabrieken waar kaas werd gemaakt. Deels zijn dit boter fabrieken en deels kaasfabrieken, waar van sommige ook boter maken. Was 1910 voor den boterproducent een goed jaar, niet minder was dit het geval voor den kaasberekier. De prijzen van alle soorten kaas toch waren buiten gewoon hoog. Onze kaasuitvoer bedroeg in 1910 vol gens de Nederl. statistiek 55.633.000 KG. tegen 56.278.000 K.G. in 1909. De statis tieken der drie belangrijkste landen van invoer geven de volgende cijfers. België 10.124.000 K.G., Duitschland 13.093.000 K.G., Engeland 11.776.000 K.G.totaal 34.993.000 K.G. K a a s c o n t r 1 e. Omtrent de kaas- contrólcstations kan het volgende worden medegedeeld. Bij het station Noordhol- land waren op 1 Januari 1911 lid 22 boerderijen en 8 fabrieken. De hoeveel heid kaas, in 1910 door de leden gepro duceerd, bedroeg 1.229.000 K.G. Het aan tal leden van het kaascontrölestation Zuidholland nam in den loop van 1910 aanmerkelijk toe en steeg van 28 tot 92, waarvan slechts één in den loop van het jaar bedankte. De hoeveelheid door de leden geproduceerde kaas bedroeg 648.000 K.G. Gemengd Nieuws. Een merkwaardig geval. Men meldt aan de „A. Ct.": Bij het 11e regiment infanterie heeft zich het navolgende merkwaardige geval voorgedaan. Een vaandrig van het reservekader, dus iemand die zonder nader examen be noembaar is tot reserve-officier, wenscht vrijwillig officier te worden en legt daar toe examen af voor den cursus en slaagt. Slechts aan één eisch moet nog worden voldaan, nl. aan het examen voor vrij willig sergeant De vaandrig doet examen voor ser geant enzakt op practischen veld dienst en theoretischen velddienst, in- wendigen dienst, wapen- en schietoefe-. ning, gymnastiek en pionieren. Indien hij geslaagd was, zou hij in October a.s. zijn teruggesteld tot sergeant en in op leiding komen voor den hoofdcursus om. vervolgens tot officier te worden op geleid. "Nu hij gezakt is voor sergeant, blijft hij vaandrig en wordt naar traditie binnen eenigen tijd benoemd tot reserve tweede luitenant. Alsdan zijn de sergeant-majoor- instructeur, sergeant le klasse en ser geanten zijne ondergeschikten. Een noodlottig schot? Men schrijft uit Grouw dd. 22 Aug.: De burgemeester van Idaarderadeel, wonende alhier, werd gisteren tegen den avond met een treurig feit in kennis ge steld, dat zich had voorgedaan in het veld onder behoor van het dorpje Warga. Gistermorgen gingen de 10-jarige S. van Wijngaarden en de 12-jarige S. v. d. Meer het veld in om op eenden te schieten. Van der Meer had daartoe een revolver met patronen uit de kast van zijln groot vader genomen, bij wien hij inwoont. Zijn vader vertoeft n.l. als melkknecht in Duitschland. Terwijl de jongens al een aardig eind de landen waren ingeloopen, is toen een schot afgegaande kogel trof den jongen Van Wijngaarden in een der oogen en drong door tot in de hersenen. Nadat twee geneesheeren het slacht offer hadden verboilflen, werd de knaap naar zijn woning vervoerd, waar hij in den namiddag overleed. De burgemeester stelde een uitgebreid onderzoek in, doch het leidde voorloopig niet tot eenig resultaat Den 12-jarigen Van der Meer werd een langdurig ver hoor afgenomen. De justitie is met het feit in kennis gesteld. Onthoofd. De Fransche wed strijd-zwemmer Favier, die zich Zondag naar een sportfeest te Vichy begeven wilde, boog zich in den trein tijdens het rijden te ver uit een coupé-raampje en werd daarbij door een, van uit tegenover gestelde richting komenden trein letter lijk onthoofd. Faillissementen. Uitgesproken: H- H. J. van Eist, winke lier in religieuze artikelen en kantoorbehoeften te Haarlem. Curator: mr. A. H. J. Merens. J. G, Holleman, koopman te Arnhem. Curator: mr. A. W. baron Sloet. P. J. L. Koninckx, koopman, te Helmond. CuratorP. Richelle. Opgeheven: A. W. van Eekeren,vroeger winkelier en koopman, thans timmermansknecht, te Bergen op Zoom. Geëindigd: A. Oosterom, koopman, te Zeist. A. G. Meijer, manufacturier, te R'dam. Stoomvaartberichten. Het ss M a 1 a n g, van Rotterdam naar Java, arriveerde 22 Aug. te Port Said. Het ss M e- n a d o, van Rotterdam naar Java, arriveerde 21 Aug. te Sabang. Het ss Maartensdijk, van Rotterdam naar Baltimore, arriveerde 21 Aug, te Boston. Het ss Gneisenau, van Rotterdam naar Japan, arriveerde 20 Aug. te Aden. Het ss Sindoro, van Java naar Rot terdam, arriveerde 22 Aug. te Suez. Het ss Ban da, van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 21 Aug. te Port Said. Het ss G r o t i u s, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 22 Aug, te Port Said. Het ss F 1 o r e s, van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 22 Aug. te Port Said. Het ss Sumatra, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 22 Aug. Kaap del Armi. Het ss Potsdam vertrok 22 Aug. van New- York naar Rotterdam. Het ss Prins Frede- rik arriveerde 21 Aug, van Amsterdam te Paramaribo. Het ss P r 1 n s W i 11 e m V arri veerde 20 Aug. van West-lndië 1c New-York Het ss Eemland, van Amsterdam naai Buenos Ayres, vertrok 21 Aug. van Lcixoes Het ss Zeelandia, van Amsterdam naa» Buenos Ayres, vertrok 2! Aug. van Lissabon Het ss Koning Willem 111, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 22 Aug. van Southamton Het ss A rn s t e 1 d ij k, van Baltimore naar Rot terdam, passeerde 22 Aug. Scilly. Het ss H o 1 a n d a van Buenos-Ayres naar Amstcrddaiii passeerde 21 Aug. Teuerif fe. Het ss P u I y p hem us arriveerde 22 Aug. van Java te Am-' sterdam. Burgerlijke Stand. LEIDEN. Geboren: Hendrik, z. van J. Zwar. 1 fvM'/Janje Masje d. van.J. Gijsman en -1 J. C. Stouten Jacoba Juriana Anthonia d van A. J. Vreeburg en M. C. van den Berg -' Pieter z. van P. Bankert en A. Kloek Geer- truida Helena d. van C. J. Koning en G. H Zwarts Wijntje Hendrika d. van W. Sernö en E. A. Boere Elisabeth Johanna, d. van L van Velzen en J. C. van den Eshof Roza Josephien d. van A. van Gelderen en M. Koe-' koek Geertruida Adriana d. van W. J. Be- melman en C. C. van der Kroft Helena Ma-! "•*1 d. I. Clania en S. E. M. Korenhof Neelja van W. Vrijbloed en G. Stouten Jacob z. van K. A. de Kater en C. v. d. Kaats Elisa-. beth d. van K. A, de Kater cn C. van der Kaats (tweeling) Matthijs Abraham z. van P C. Susan en H. A. de Vries Petrus Johannes zi Van t?*/-.Veen en S- de Clercq Johannes z, van K. Ouwerkerk en E. van den Boogaard Jan z. van M. H. de Bruin en M. M. Tiwren- hout. Overleden: P. Kok, z„ 18 d. A. Sleijscr- Godefroy, v., 6o j. H. Hennink, m., 44 j. C. M. v. d. Heijden-Langevcld, w., 65 j. h de Kater, z.. 4 uren. E. de Kater, d„ 14 uren. J. G. du Croix-Uiteuhout, v., 62 j. J. Boom. z., 3 w. J, Zweistra, d., 17 m. M. C, Pikaar, d., 3 m. M. Jongbloed, w., 74 j. Opgave van Personen die zich in Leiden hebben gevestigd. M. Lagerenberg, Stille Rijn 6. G. C. Nauta-van Wtngen en gez., Noord einde 54. J. M. Kouw en gez., Rapenburg 44. L. de Hertogh en gez., Langegracht34,bleekers- knecht. Wed. van Beelen en gez., Oostdwarsgracht 25, P. M. S. H. Pos, Haven 24. B. Schekkerman, Steenstraat 26, modiste. M. W. B. Voeten. Oude Rijn 70a. M. Bon, Witte Singel 85, dienstbode. C. Blom, Acad. Ziekenhuis, verpleegster. J. Morra, Kort-Rapenburg 11, dienstbode. Wed. van Eijsden en gez., 2e Huigdwars- straat 11. Wed. Butin Bik en gez. Boisotkade 6. A. Besemer en gez., Heerenstraat 90, kleeder* bleeker. J. R. A. Franck, Vreewijkstraat 19. G, Stegehuis, Morschstraat 43. Chr. B. Licht en gez., Sehuttersstr. 3a. E. Treffers, Oude Singel 24. A. Lucasseij-Besemer en gez., Heerenstraat 99 Opgave van Personen die uit Leiden zijn vertrokken. P. I. Zandvoort, Gorinchem, Gorthuistraat. P. J. Janssen, Sloten, Adm.de RuyterwegJ 5& Wed. Burg-Scott, Ned.-Jndië. P. Bolstier, den Haag, Douzastraat 20. J. Kolff, Hummelo en Keppcl. S. W. Drogt, Bergen op Zoom, Hoogstraat 322. J. C. v. Ark, Gouda. W. L, Langeveld, den Haag, Ravensteiiisü-, 193. Tjalling J. Risselada, Nijmegen, Bijleveldsir.32. Mej. C. v. Leeuwen, Tiel, St. Walburgstr. 112, A. Bakker. Voorburg, Heerenstr. 96. Fr. j. M. Ververs. Hillegom, Molenstr. 23. Abr. Heiligers. Zevenaar. D. Visser. Zoeterwoude. Mej. C. Sc'niferli, Zoeterwoude. Marktberichten-. TER AAR. 22 Augustus. De prijzen aan de Ter Aarsche augurkenveiling waren lieden voor: fijn 1 f 8, fijn 11 fü,95 a f7,20, fijnb. I. f5.45 a f 5,80, basterd I f 4,05 a f 4.20, grof I f 2,95 a f3,30, grof II f 1,60. Stek f 1.45 a 11,55. Aanvoer 952 Vi H.L. 21 Aug. Op de heden gehouden veiling van dt, Vcreeniging De Ter-Aarsche augurkenveiling t* Ter Aar, afdeeling Nieuw Leuven, besteedde mei? voor Eng. komkommers'lste soort f2,50 a 3,80, dito 2de soort f 0.60 a 1,10. De augurkenprijzen waren: Fijn f7.35a 7.65, Fijnb. f 5,35 a 5,70, basterd f 4,25 a 5.grof f 3.— a 3.25, groot grof f 1.40 a f 1.5c, stek f 1.40 a 1.45. ROELOFARENDSVEEN,22Aug. Coöperatieve Vereeniging „Groentenveiling". De prijzen wa ren heden voor: 2 halve H.L. fijn 1 f 7,70, 1 halve H.L. basterd I f 3, 1057 halve H. L. grof 1 f 3.10 a f f 3.40, 21 halve H.L, grof II f2.65 600 halve H.L. groot grof f 1.60 a f 1.90; 629 halve H.L. stek f 150 a f 1.60. SNEEK, 22 Aug. Op de veemarkt waren aangevoerd: 21 koeien f 100 270, 142 kal veren f 10 a 45, 13 schapen f 16 a 28, 11 lam meren f af—, 274 varkens f 20 a 85, 4 biggen f 0 a f 0 stieren en 1 paard. Marktboter, lste keur f 59.50 aaanvoei 9/4 en 1/8 vn, Bij de Vereeniging: le keur f 50.— a Fabrieksboter. Aanvoer 5/3 en 35/6 vn. Prijs f 62.50 a Noteering van de commissie der Vereeniging van boter- en kaashandelaren in Frieslandl Boter eerste soort f 64,— Aanvoer 464 kilo. MEPPEL, 22 Aug. Boterraijn. Aanvoer 2875 kg. Hoogste prijs f 1.56, laagste prijs f 1.53, middenprijs f 1.54 per kiio. PURMEREND, 22 Aug. Heden waren aange voerd 146 stapels kaas hoogste prijs voor fabrieks* f35.—, boeren- f 35.00, middelbare f34.—Han del vlug. Vee. 208 runderen, vel vee 68 a 82 c. pef kg, 70 paarden, 86 vette kalveren f0.75 a 0.95 per kg., 259 nuchtere id. f 12.—a 26,—per stuk. 530 vette varkens 51 a 57 c. per kg., 27 magere id. f 18 a 28, 330 biggen 7 a 12 per stuk. 229J schapen en lammeren. Hand elsbericliten LONDEN, 21 Aug. Vleeschmarkt De aan voet ter Central Meatmarket bestond heden uit 25(1 achter- en voorbouten uit Amerika, 6900 achter en voorbouten uit Argentinië, alsmede 30 toij Schotsche runderen. De handel is ter plaats* geslachte runderen was redelijk tot iets flauwer* prijzen De aanvoer van bevroren rundvleescii overtrof de vraag en de prijzen waren flauw. Schapen schaarsch en duur. Kalveren kalnv Varkens flauw. Men noteerde per steen van 8 pd.runderen 2/0 a 4/8, Engelsche schapen 41* a 4/10, Hollandsche schapen (kleine) 3/10 a 4/4 Engelsche en Hollandsche kalveren 4/0 a 5/Q Engelsche varkens 3/6 a 4/0. Hollandsche var kens 3/4 a 3/8. r- a ROTTERDAM, 22 Aug. Koffie. Goed oró> Java 47 c., g. o. Santos 37 c, Suiker. Biet- kalm; per Aug. f 17J4 Oct./Dec. f 15% genoteerd. AMSTERDAM, 22 Aug. Koffie. Goed ord lava 47 c., good average Santos 37 c. Suiker Biet- kalm; per Attgs. 17H pe( Oct./Dec. f 15% geboden, per Jan./Maart f 16He te koop en per Mei f 16'y% gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 6