Uit de Pers.
Erna von Harneck.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 29 Juli.
Een lied per week.
No. 24 uit „D c Leeuw er k".
Het Lied.
^oorden van Muziek van
A. cLe la Montagne. Jan Blockx.
1
Jn reinen eenvoud klinkt
Het uit aller hart en mond
In alle talen zingt
Het de gansche wereld rond,
De gansche wereld rond.
;t Galmt van den bergentoppen
In groene dalen voort,
Alom waar harten kloppen,
Het frissche volkenwcford.
Alom waar harten kloppen,
Het frissche volkenwoord.
2
't Vindt kinderlijke klanken
Voor heiige moedertrouw;
;t Vindt woorden als gezangen
Voor de aangebeden vrouw,
Voor de aangebeden vrouw.
Het brengt waar tranen vloeien,
En in den zonn'gen woon,
>Vaar liefde en vreugde bloeien.
Den eenen rechten toon
JiVaar liefde en vreugde bloeien,
Den eenen rechten toon.
3
't Strooit op de levenspaden,
Een groen bekranste fee,
De milde, blijde zaden
Van hooger rust en vree,
Van hooger rust en vree.
Het brengt met licht en klaarheid
Het lijdend hart zijn groet;
Eenvoudig als de waarheid,
Rein als het volksgemoed;
Eenvoudig als de waarheid,
Rein als het volksgemoed.
Partij-vorming.
De „Standaar d" heeft twee artike
len geschreven over dit onderwerp, waar
in h et blad cene beschouwing geeft over
partijvorming in het algemeen en over
idie der anti-revolutionairen in hare ver-
fiouding tot de Christelijk Historische
partij in het bijzonder.
Toen in Maart 1908 het tegenwoordig
Kabinet optrad, wist ieder dat Minister
Tul.ixu voor verplichte verzekering was,
'en dat-alzoo het Kabinet, door hem de
portefeuille van Landbouw, Handel en
jNijvei'heid toe te vertrouwen, met hem
voor dit beginsel gekozen had. Wie het
daarmee nu niet eens was, zóó oneens,
dat hij 't zijn plicht adhtte zich' hierte
gen te moeten verzetten, had bij de stem
bus van 1Q09 moeten spreken. Innerlijke
contradictie daarentegen schuilt er in,
om, gelijk nu geschied is, bij de stean-
bus zulk een Kabinet te steunen, en dan
jtoch, als het aan de sociale wetten toe
komt, te zeggen ik stem tegen. Dat kan
en mag op een ondergeschikt punt, maar
het kan niet en het mag niet op Wat
'hoofdpunt van het optreden van liet Ka
binet was, en als zijn to be or not:
to be door vriend'en vijand wordt ge-
'eerbiedigd.
Er is geen quaestie van of een ieder
voelt: Verwierp de Kamer liet beginsel
vaii verplichte verzekering, dan zou de
Minister, die dat beginsel voorstond niet
kunnen aanblijven. Ja, zoozeer zou door
zulk een votum van de Kamer geheel de
politieke positie op losse schoevcn wor
den gezet, dat heel het Kabinet zijn
ambtgenoot in het heengaan had te be
geleiden. Er is in de politiek allerlei
waarover men verschillen kan, maar hier
over niet. En daarom houden we vol,
dat waar het vraagstukken van actueele
politiek betreft, elke partij vooraf be
hoort te weten, of ze de voorgestelde op
lossing -steunt of tegenstaat. Vol, dat
zoo de partij zegt: „We steunen het
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
78)
Harneck had de woorden „Erna's vrien
den" op honenden toon uitgesproken en
zond zijn zuster nog een somberen blik
toe, voor hij met zijn vrouw de kanier
verliet.
Met een wolk op 't voorhoofd opende
Erna de deur van Bertie's kamer. De
kleine zat onthutst aan zijn speeltafel.
Oogenblikkclijk was de gespannen toe
stand, die haar naar werk deed verlangen,
verdwenen. Zij streek het kind over het
blonde haar en zeide goedig:
Wilt gij een beetje met mij gaan
wandelen, lieveling? Kom, neem jas en
muts, dan zullen w ij eens gaan zien hoe
groot Nesthausen is.
Door het venster van haar kamer zag
mevrouw von Harneck haar schoonzuster
met het knaapje van de wandeling terug
denkbeeld", ze dan niet als candidaat
mag nemen iemand die er tegen staat.
En vol evenzoo, dat het opgetreden
Kabinet het onbetwistbaar recht heeft
om van de partijen, wier steun tot optre
den bewoog, het zenden naar de Kamer
van zulke mannen te vragen, die op zulke
hoofdpunten van Staatsbeleid met de Re
geering meegaan.
In geen ander land zou er ook maar de
minste noodzaak bestaan om deze waar
heid nogmaals aan te dringen. Er is geen
land ter wereld, en er is geen partij,
waar ook, die er anders over denkt. Men
moge qr niet steeds in slagen, oin zoo
goed aaneengesloten op te treden, en
vandaar kan het voorkomten en komt
liet voor, dat zich moeilijkheden voor
doen. Maar in beginsel aarzelt geen en
kele pafrtij, in welk land ook, toe te stem
men, dat zoo en niet anders de politieke,
regel is, dien uien heeft te volgen. In ons
land daarentegen is liet opkomen voor
dezen regel noodzakelijk, en zal dit nood
zakelijk blijven, zoolang de Gliristclijk-
Historische partij niet alleen feitelijk te
gen dezen regel zondigt, maar zelfs prin
cipieel een standpunt poogt te verdedigen,
die haar tot verwerping van dezen regel
recht zou geven.
Vergaderen op Zondag.
Met instemming lezen wij in de
„V o 1 k s b a n i e r" onder bovenstaand
opschrift
„Zoo Janus! hoe maak je liet? Zei ik
het niet, vrouw, vanmorgen: „Het kan
best gebeuren, dat neef Janus vandaag
komt. Telken jarc koin je Zondag na
Pinksteren eens in de stad kijken."
„Ik maak het best en jullie ook? Kom
aan! hoe beter, hoe liever. Ja, neef! je
weet Zondag na Pinksteren is 't bij ons
kermis. Zoo heet liet tenminsteeen paar
koekenkramen en een poffertjeskraam,
ziedaar al. Een draaimolen komt de laat
ste jaren niet eens meer. De meeste dor
pelingen gaan die dagen uit en ik ouder
gewoonte naar m'n neef toe."
itstekend! Je weet het, Janus: al-
tiiu welkom!"
„Behalve as je twee, drie vergaderin
gen hebt."
„Daar behoef je geen vrees meer voor
te hebben, dat is uitGeen enkele verga
dering wordt hier meer gehouden op
Zondag, tenzij bij hooge, zeer hooge uit
zondering. Zelfs de Encycliek meeting
heeft niet op Zondag plaats gehad."
„En verleden jaar, toen ik bij je was,
had je geloof ik dien dag vergadering
van den Volksbond, het Kruisvcrhond en
de Kiesverecniging. Is 't niet
„Daar hel) je gelijk in, maar nu ver
gaderen alle Katholieke vereenigingen
in de week."
„Wat een ommekeer? Hoe komt dat
zoo?"
„De H.H. Geestelijken en tal van Ka
tholieke mannen hebben de handen ineen
geslagen, om dat euvel te verhelpen. Het
liep de spuigaten uit."
„Nou, ik vind liet ook beter, dat op
een werkdag vergaderd wordt, 't Is al
lemaal maar gewoonte, dat vergaderen
op Zondag, 't Is net zoo als je dat in
stelt."
„Juist gezegd, Janus! In den beginne
ging het vergaderen in de week niet best,
maar we hebben volgehouden en nu wor
den de vergaderingen beter bezocht dan
vroeger ooit op Zondag. En 't wordt
nog steeds beter."
„Ik neem liet gaarne aan."
„Ik heb hier .toch een tijd gekjend, dat
eiken Zondag na den Hoogmis er ver
gadering was, dan van den Volksbond,
dan van het Kruisvcrbond. dan van de
Ka-Es-Aa enz. Van gezellig koffiedrin
ken met vrouw en kinderen geen sprake.
Kwam je van de vergadering, dan was
Ifcct eten, soms na de Vespers weer ver
gaderen en 't is gebeurd na het Lof an
dermaal Is me dat een Zondag?"
,,'t Lijkt naar niets neef!"
„De besturen hielden geen voeling
met elkaar en zoodoende had je wel eens
een Zondag vrij, maar dan kwam er weer
één tegen met twee, drie vergaderingen.
En dan zat je of in de kerk of jn 't
vereenigingsgebounv. De vrouwen begon
nen dan en terecht te pruttelen: „de ge-
heele week hen je op je werk en die
cene dag in de week dat je dan nog vrij
komen. Met zeldzame uitdrukking knikte
zij in gedachten met liet hoofd en trad
terug, opdat liet zoekend oog van Albert
haar niet ontdekken zou.
Na liet voorgevallene aan de boodschap
naar Eichstett tc herinneren, scheen het
Erna niet raadzaam, maar zij was beslo
ten in het gegeven geval ook zonder die
boodschap, te gaan. Zij was slechts be
zorgd, hoe zij liet zou inrichten, dat de
knaap zich niet beangstigen zou.
Aarzelend trad zij de keuken in en vond
tot haar verrassing de oude in goede luim.
Wel zeker wil ik voor den jongen
zorgen, sprak zij, toen Erna haar had
gezegd, waar liet om te doen was. Ga
maar gerust, freule. U heeft mij van
morgen geholpen, nu is 't mijn beurt.
Kathrine zal je een heerlijk soepje koken,
lammetje; zij zal je naar bed brengen en
komt met haar breiwerk bij je zitten.
- Eerst moet gc met mij bidden, merk
te Bertie op, zich vergenoegd jn den
blinkenden koperen ketel spiegelend. Dat
doet tante altijd.
Dan zal Kathrine het ook doen,
luidde het antwoord na kortstondig stil
zwijgen.
De oude liet, toen freule von Harneck
vertrokken was, eenige minuten de vlij
tige handen in den schoot rusten cn staar
de in den rooden gloed.
bent, ben je nog niet thuis. De kinderen
zien d'r vader tegenwoordig hcelcinaal
niet meer. Zondag en in de week pre
cies eender: ze zien hem even om tc eten
en danweg is hij weer."
„Heeleinaal ongelijk hadden ze niet?"
„Waarachtig niet, Janus? Groot gelijk
zelfs. Wat denk je dat er toen gebeurde?"
„God mag 't weten?"
„Verscheidene mannen gingen een an
der leven leiden. Ze waren 's Zondags
ineer tluiis".
„O, zoo".
„Ja. Maar tcif koste van de kerk. Ze
gingen geregeld als er vergadering was
naar de vroegmis, kwamen in geen Hoog-
dienst, geen Lof meer. Onder kerktijd
liepen ze te wandelen, of waren in den
huïsclijken kring. Opvallend was liet,
hoe weinig mannen meer dan eenmaal
Zondags naar den tempel gingen".
„Dus ze gingen meer naar de verga
dering dan naar Gods Huis?"
„Zoo liep het, Janus, en toen was 't
uit. De vrouwen in der schik, dat kan
je begrijpen. Ze zien de mannen liever
driemaal ui de week des avonds naar
de vergadering gaan dan driemaal op
één Zondag. I )at begrijp je toch wel
„Ik begrijp het zeer goed. Wat ze
hier doen kan overal geschieden. I n ik
heb het niet ver mis, vermeen ik, als ik
zeg, dat liet in het belang van Kerk,
Maatschappij en Huisgezin en niet in
't minst van de vcreeniging zelf is, als er
zoo min mogelijk op Zondag vergaderd
wordt.
„Volkomen met je eens, Janus!"
Weekpraatje.
De voornaamste gebeurtenissen in de
week zijn steeds nogal gemakkelijk te
achterhalen. Als men tenminste vrienden
of kennissen ontmoet dan behooren
meestal eenige ontboezemingen over een
of ander belangrijk feit tot liet begin
noji liet gesprek. En zoo was deze w eek
liet woord wait op ieders lippen lag:
„Och wat is het w arm". Nu wil ik gaarne
toegeven dat liet erg warm w as, en ook
dat deze warmte een gewichtig evene
ment is geweest in deze w eek, jnaar de
ze warmte lijkt me toch geen geschikte
stof toe om er op Zaterdagavond met
mijn lezers wat over tc keuvelen, 't Zou
zelfs zeer verkeerd van mij zijn, want
misschien zouden ze nog warmer wor
den van al dat gebabbel na een drukken
werkdag. Misschien zou de een of ander
willen dat ik met mijn causerie wachtte
tot Zondagmiddag na den maaltijd ('t
is wellicht dan nog warmer), dan loo-
pen zij kans om op een gemakkei ijken
stoel onder liet praten over de warmte
in een rustig dutje te vallen.
Doch uit dit alles blijkt mij overdui
delijk dat de warmte geen geschikte stof
is ter behandeling, ten eerste je «naakt
de «neiischcn er nog warmer van, vervol
gens, je hoort overal hetzelfde. Ik zou
natuurlijk wel wat kunnen varieeren en
b.v. spreken over liet groot aantal per
sonen, dat verkwikking zoekend in liet
zilte nat, liet leven verliest, of over de
droogte van den grond waarover onder
de landbouwers nogal geklaagd wordt.
Nog zou ons gesprek kunnen loopen
over zoo menige vergadering, die als
een doodgeboren kindje kort na dc ope
ning (al weer door de warmte) moest
gesloten worden, omdat de aanwezigen
liet anders zouden afleggen, of van an
dere die niet eens geopend konden wor
den, omdat de leden liet beter geacht
hadden thuis of in liet bad tc blijven
(inplaats van tc worden genoodzaakt
in debat te treden). Zelfs bij heeren
die voor dc gemeentebelangen moeten
zorgen, schijnen die belangen te ver
smelten, als liet er tenminste op aan
komt, ter wille van stad of dorp in het
zweet des aauschijns tc vergaderen.
Doch genoeg, ik wil er niet van spre
ken, en liet zou ine waarlijk nog ge
beuren, dat wc er een boompje over gin
gen opzetten.
Neen toch niet over een enkele epi
sode uit de u r 'tegesehiedenis moet ik
het nog even hebben. Ik bedoel de ge
meenteraadsverkiezingen in den lande.
De heeren in sommige steniburcaux wa1-
rcn-misschien hij het opnemen der stcm-
Bidden. Onze barones heeft stellig
niet iederen avond gebeden. Dc bonne
kan niet spoedig genoeg het beduimelde
boek uit de leesbibliotheek weer opne
men. Hm. De menschen zeggen wel, dat
de freule hoogmoedig is, maar eigenlijk
is dat toch maar schijn. Zij staat op haar
stuk en daar heeft z.ij gelijk in. Lieve
hemel, de baron blijkt menigmaal den dui
vel in 't lijf te hebben. En mijn barones
dat gaat je niet aan, oude. Doe wat je
moet doen en spreek niet over je meer
dere.
Kathrine werkte met verdubbelden ijver
onverstaanbare woorden mompelend.
Intussehen lag mevrouw von Harneck
in haar kamer op een rustbed. Na een
poosje van rust hief zij liet hoofd op,
dat zij met een uitdrukking van ergernis
in het kussen gedrukt had en vroeg:
Hoe vindt ge dat van mevrouw Eich
stett, Herman, om alleen je zuster tc noo-
digen
Eerlijk gesproken verbaast het mij
niet. Gij stond vroeger slechts in een ver
wijderde betrekking tot dc Eichstett's,
terw ijl Erna zeer met hen bevriend was en
nog is.
Waarom heeft men ons verplicht
naar dit nest, waar de menschen een
nieuw aangekomene niet eens met open
armen ontvangen, .was Lilt's verdrietig
men ook een weinig door de warmte
bevangen. Ik heb hier niemand in het
bijzonder op het oog, en bedoel even
zeer ile offic I Mi.üurs als het
publiek dat ook „turfde."
Op sommige plaatsen klopten de re
keningen van die twee niet, 't gevolg er
van wab natuurlijk ruzie, ruzie op fat
soenlijke manier, men werd niet hand
gemeen, daar was 't te warm voor.
Het eerste geval deed zich voor hier
in onze onmiddclijkc omgeving, nl. in
Katwijk, doch de commissie die dc ge
loofsbrieven heeft onderzocht, kwam na
rijp overleg tot de conclusie dat de
heeren konden worden toegelaten. Dus
het protest van eenige kiezers werd voor
kennisgeving aangenomen.
In Amsterdam en 's OraVenliage is
ook niet alles in volmaakte orde afge-
loopcn, want er werd en wordt druk
geprotesteerd. Van die protesten zul -
ïen bevoegde autoriteiten natuurlijk
goede nota nemen. En bij het on
derzoek der geloofsbrieven zal wel blij
ken dat liet protest op niets neerkwam.
De steniburcaux immers zijn zich van
hun taak en verantwoordelijkheid wel
bewust cn niet spoedig is er een ver
gissing op hun rekening te boeken.
Als slot wil ik mijn lezers nog even
bezig houden met middelen tegen de
warmte. Men zal zeggen, dat weten wc,
eet of drink iets verfrisschcnds. Maar dan
wil ik iets verfrisscheiul opnoemen. Lek
kere komkommers. Die kan men over
al krijgen, zelfs aan redacticbureaux.
Het Handelsblad b.v. trachtte dezer da
gen een „mooie lange" aan den man
te brengen. Volgens dat blad zou de
minister van koloniën, de lieer De Waal
Malefijt aftreden (misschien ook al van
warmte, als je den gchoclen dag over
Indië bezig bent, dan moet je het wel
warm krijgen.) Zijn opvolger zou wor
den dc lieer Colijn, de minister van
oorlog, terwijl jlir. G. Alting van Qcu-
sau, (Katli.) minister van oorlog zou
worden.
De Handelsbladredactie houdt zeker
veel van biljarten, om zoo met een stoot
je de heele boel door elkaar tc gooien
cn desnoods alles in de zakken te doen
verdwijnen.
„Mooie komkommers". Och wat is
het warm. STAN.
Brieven uit de Veen.
ii.
Ainicc.
Wij Veenders, we mogen dan geboren
zijn bij de geur van peulen cn augurken
en dus als waschechtc Veenders te boek
staan, of wd van elders zijn ingevoerd,
en dus als geïmporteerd (enkele Veen-
dei s zouden zeggen ingepórtcerd) goed
zijn aan te merken, wij allen zijn liet op
de meest gezellige wijze over vele zaken
oneens, doch op één punt heerscht er
cene gelukkige eensgezindheid en dat is
als er sprake is van het inwendig fraaie
onzer parochiekerk.
Een ieder herinnert zich zonder leed of
smart, het torenspitsje van hout, zoo'n
leuk ding, dat men onwillekeurig moet
lachen. Wat maakte dat dompertje van
hout toch een vreemden indruk, onwille
keurig dacht men aan een stuk speelgoed
uit een Neurcnbergcr speelgoeddoos, en
't ding keek nog bovendien zoo parmantig
uit zijn groene galmbordeii, alsof liet zeg
gen wouvindt je me niet mooi, lië, een
echt Zondagskind, vindt ge niet? Stel u
daarbij nog voor dat 't spitsje op 'n <*lcr-
bouw stond van forschc afmetingen, hoog
hecht en sterk, dan zal men zich 'n good
beeld van het geheel kunnen maken. Was
liet te verwonderen, dat prof. All), Thij-
men indertijd het Brasemcr meer pas-
scerende onze kerk hij een omgekeerde
laars vergeleek? Van dat beeld (de laars
bedoel ik) was pastoor v. d. Sloot, g.,
niet gedicud, die het voor zijn kerk op
nam, maar het vermoedelijk tegen dezen
asceet niet heeft kunnen houden.
Het zag er dan een dertigtal jaren ake-
lig genoeg uit, want behalve het houten
stompje op den toren, prijkte onze paro
chiekerk ook met een dak van pannen,
gaf liet inwendige te zien doorwaterde
muren, waarop alle kleuren van den re-
antwoord. Mevrouw von Lichstctt had
ons beiden ook kunnen verzoeken.
Gij vergeet uw migraine, troostte
Herman. Het zou toch vergeefs zijn ge
weest, als de commandantsche ons wer
kelijk de eer had aangedaan.
Ach, dat zou nog wel gegaan heb
ben.
O, zoo, lachtte hij. Nu veroorloof
mij, lieve vrouw, dat ik op mijn schrijfka
mer ook op een oor ga liggen.
Erna had inmiddels alles voor Bertie
in gereedheid gebracht en verkleedde zich
nu. Zij verheugde zich iu liet vooruitzicht
van den ongestoorde» avond bij liet echt
paar Eichstett. Een lied neuriënd stond
zij voor den spiegel om haar blonde haar
tc ordenen.
Daar trad Laura binnen en zeide op
snibbigen toon, dat de gn.idigc Frau zoo
juist voor dc freule het bezoek had laten
afzeggen, zij had hevige hoofdjiijn en zou
nu misschien hare hulp noodig hebben.
Erna keek het meisje eenige oogen-
blikkcn sprakeloos aan, daarop antwoord
de zij, zich tot kalmte dwingend:
Verlangt mijn schoonzuster, dat ik
terstond tot haar kom?
Laura bemerkte met leedvermaak Er
na's teleurstelling. Onverschillig ant
woordde /ij, dat haar daarvan niets was
gezegd, cn spottend voegde zij er aan
genboog prijkten, uitslag au salpeter enz.
Kortom, liet was mistroostig, om aan tc
zien. Ook ontbrak een goed orgel. Het
zou echter anders worden. Het kleed van
verlatenheid hetwelk onze kerk te aan
schouwen gaf, zou zij afleggen om zich
statiglijk aan tc leggen een diadeem van
heerlijkheid.
Na liet overlijden van de pastoors van
Rijn cn Schliitcr i.g., zond ons Mgr. pas
toor van Rijn. De herder die nog voort
leeft in de harten van velen. Op pastoor
van Rijn kunnen worden toegepast deze
woordni uit de H. Mis: Heer ik bemin
den luister van Uw Huis en de woon
plaats Uwer Heerlijkheid."
Dat was geen ijdelc klank. Pastoor van
Rijn toog aan het werk. Allereerst moest
het pedante houten spitsje het ontgelden.
(Goddank), het verdween, en maakte
plaats voor een torenspits, een juweel,
waardig het groote stcenen onderstuk tc
sieren. Slank en sierlijk verhief zij zich iit
de ruimte, nu een genot om omhoog te
zien, hoe ze daar haar lied zingt: Mijn
spits wijst naar den Hooge, naar den
Eeuwigen Schepper heen. Zingc /ij dat
lied nog lange jaren.
Na de spits liet dak van pannen. Een
keurige dakbeklecdiug van leien kwam
in de plaats cn kwam liet inwendige der
kerk verhoogen, zoodat zij nu uitwendig
in een passend gewaad stak.
Ik sprak zoocvcu over het gemis van
een goed orgel. Ook dat werd anders.
Een dier vrome Christenzielen, waarvan
de annalen der vorige roomsche eeuwen
zoo dikwerf koud geven, door het stich
ten van kloosters, kerken, ziekenhuizen
enz., en daardoor getuigenis afleggend
van hunne liefde voor het goede room-
sehc geloof, zou getuigenis afleggen dat
ook in onze eeuw die liefde voortleefde;
en kwam de kerk door haar vrome room
sche geest ui het bezit van een uitstekend
orgel. Hit was treffend, toen voor het
eerst de ruischcndc accoorden de tcnipd-
ruimte vulden en ons dankbaar een stille
groet cn gebed aan hare nagedachtenis
deed brengen.
Nauw keurige onderzoekingen wa u in
middels verricht teneinde /wakke punten,
die vocht door lieten op tc sporen cn ver
beteringen aan te brengen om cene her
haling te voorkomen. Hiermede was veel
tijd gemoeid, doch Ook hieraan kwam een
einde, en werden dc muren geacht dc
weelde te kunnen dragen met een kruis
weg te worden versierd.
locn kwam „Jan Dunselman", dc kuil-
kunstenaar van het penseel. Een geeste
lijke afstammeling van de beroemde voor
gangers op het gebied der kerksehildering
Aan hem weril de ervaardigiiig opge
dragen van de Via Dolorosa, die thans
ons kerkgebouw versierd cn een bc/icli-
tiging overwaard maakt, 't Kostte veel
tijd, maar die bleek wel besteed, ih men
deze cyclus van tafcreelcn van 's Hgeren
lijden beschouwd, of onze poëet iu schil
deren geslaagd is. Beschouw bv. de elfde
statie cn zie de twee Raadshecren waar
van een met opgeheven vinger. Is het
niet of hij woorden spreekt van huichel
achtigheid en staat hem dc veinzerij niet
op het gezicht te lezen, en doet de ge-
hccle houding geen afkeer cn verachting
voor hem opvatten
liet inwendig aanzien was met de
Kruisweg aanzienlijk verbeterd, maar dc
kroon op het werk, dc gchcele beschilde
ring der kerk, moest nog tot stand ko
men. Ook hiervoor werd het penseel van
onzen Jan Dunselman ter hulp geroepen.
Goud, veel goud, harmonisch met andere
tinten aangebracht, was het devies waar
op werd voortgewerkt, en dc liefde en
geestdrift van pastoor van Rijn bleef on
verzwakt, offers brengene, wanneer
zulks noodig bleek. Het geheel werd dan
ook indrukwekkend en grootsch.
Het kunstwerk kwam voor een groot
gedeelte tot stand. I)e afwerking mocht
Pastoor van Rijn niet beleven. Wegens
wankele gezondheid was Z.Ecrw. ver
plicht emeritaat aan te vragen en verliet
hij kort daarop zijne parochie om zich
te Delft tc vestigen, en ua ccnigcu tijd za
lig ontsliep.
Nu... ik voel een /achten druk op iinjiie
schouder cn blik iu liet vermanende oog
van onzen redacteur, waarin liet onge
schreven verzoek stond te lezen, het ros»
toe
Als de gnadigc fr.iulciii echter be
veelt
Dankc, het is goed zoo, klonk het
haar koel tegemoet.
Het duurde eenigen tijd voor Erna van
de verrassing over dit ingrijpen in haar
vrijheid bekomen was. Met heftige bewe
gingen wierp zij pelsmuts en handschoe
nen weder in de lade. Bertie's vraag,
waarom zij hein nu toch hielp, bcant -
woordde zij ontwijkend, daar Kathrine
juist onder onverstaanbaar ontevreden ge
mompel het avondeten van het joiigskc
binnenbracht. Mistroostig zat zij hij het
bed van den knaap, toen deze reeds lang
sliep. Niemand riep haar, niemand had
haar hulp noodig. Dat had zij vooruit in
gezien.
Toen het tegen acht uur liep, stond zij
op en ging naar de huiskamer.
I-ili's plaats was ledig en Herman zat
bij de tafel, waar de kamenier bezig wis
de vers billende benoodigdheden voor het
theedrinken en het avondmaal tc rang
schikken. Louise vertrok en zoo bleven
broeder cn zuster alleen. Stilzwijgend za
ten zij tegenover elkander. Hoe vast Erna
ook besloten was, op tc komen tegen het
eigenmachtig optreden van haar schoon-
zust- r, aarzelde zij toch den kamp u» te
vangen. (Wordt vervolgd.)