33 Erna von Harneck. BUITENLAND. No. 519. Bureau OUDE! SINGEL 54. LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post ƒ1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag Juni 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 .regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. V Een pluimpje. De jOldenzaalsche correspondent van Handelsblad schrijft „De !R. ,K. Kiesvereeniging „Recht en Plicht" te Oldenzaal heeft op loffelijke wijze (de door haar gehuldigde idéé (van evenredige vertegenwoordiging bij •de candidaatstelling van zes personen voor de a.s. gemeenteraadsverkiezing in practijk gebracht. Zij stelde voor de zes vacante plaatsen vier Katholieken en twee liberale candidaten. Daar onge twijfeld dit zestal bij enkele candidaat stelling verkozen zal verklaard worden, w ordt de verhouding van het aantal Ka tholieken tot dat der andersdenkenden ,in den Raad dier gemeente als 10—3, welke cijfers een juiste verhouding van Katholieken en niet-Katholieken in de 'gemeente aangeven." [Wat 'n mooi pluimpje, hé? Niet alleen de Oldenzaalsche R. K. Kies- treeniging, maar wij allemaal kunnen ,ar lekker mee wezen. U moet n.l. weten, dat de liberalen altijd zoo'n stelsel van evenredige vertegen woordiging hebben in toepassing ge bracht. Zoowel bij benoemingen als bij ver kiezingen rekenden zij zorgvuldig uit, hoe )de „juiste verhouding van Katholieken en niet-Katholieken'* moest wezen. En dat doen ze nog. Als men toevallig eens een plaats vindt, waar de Katholieken de grootste moeite idoen om 'een paar raadszetels te bemach tigen, dan komt dat, wijl diezelfde Katho lieken eigenlijk overvragen. De liberalen schonken hun reeds wat hun toekwam en nu eischen zij nog meer. Schande! En als ge eens bij uitzondering een gemeente tegenkomt, waar enkele Katho lieken slechts een paar ondergeschikte baantjes bekleeden, dan komt dat, wijl daar óf weinig óf slechts domme Katho lieken wonen. Anders zouden de baantjes ook daar stellig ljeter verdeeld zijn. Ja, ja, de liberalen zijn altijd voor standers van evenredige vertegenwoordi ging geweest en daarom doet het hun zoo groot genoegen, dat de Oldenzaalsche R. K. Kiesvereeniging eindelijk ook dien -kant uitgaat „Loffelijk" wordt haar streven ge noemd. Nu, wij sympathiseeren ten zeerste met dat streven en wenschen die vereeniiging van harte geluk met het pluimpje, haar van deze zoo bijzonder „bevoegde" zijde geworden. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De vraagpunten. De verdediging van den Minister. De houding der Ka tholieken en Christ.-Historischen. Minister Talma is gisteren meer dan 21/2 uur aan het woord geweest en in een forsch betoog heeft hij de voornaam ste argumenten weerlegd, die tegen zijn stelselscheiding van ziekengeld en ge neeskundige hulp, waren ingebracht; nogmaals te berde brengend, wat voor zijn ontwerp pleitte. Maar vooraf dien de de heer Talma de linkerzijde een flin- FEUILLETON. Naar het Duitsch. 49) - Erichantwoordde Erna min of meer ongeduldig. Ik kan niet. Vraag niet langer. Oij kent mij te goed, om nog van mij de verzekering te behoeven, dat ik niet uit kinderachtigen trots weiger aan öw wenschen te genioet te komen. Met kouden hoon antwoordde hij: Nu ja, ik ken je goed en je geheel te doorzien maakt ge mij wel licht van wan neer je ommekeer dagteekent, is mij .evenzeer nauwkeurig bekend. Papa zal zeker dien nieuwen vrijer met open ar men ontvangen. In het kale nest daar ginds zal het zeker wel een aangenaam leven wezen als in het slot Neinstetten. iHet mag je wel bekomen. Wat zijn die vrouwpn dwaas, als zij verliefd zijn.... (Hebt ge nog meer te leideH of staat ge mij toe, heen te gaan Erna's zelfbeheersching dreigde haar te'verlaten. Zij wendde het hoofd van haar broeder af. gjch diep voor haar buigend verliet ke, welverdiende afstraffing toe over haar verwijt, dat rechts uit overwegin gen van laag politiek allooi met den Minister zou meegaan. Wat zou er van het gemeen overleg tusschen Kamer en Regeering terecht komen, als alle afge vaardigden een vooropgezette meening over de te behandelen onderwerpen had den Moet iemand, die van een oorspron kelijk oordeel afwijkt, beschuldigd wor den van politiek van verdacht allooi en wat nut zou dan gedachtenwisseling tus- sche-n Kamer en Minister hebben Het meest in de debatten over de vraagpunten hindert ons dan ook de tel kens herhaalde beschuldiging aan rechts te handelen uit politiek. De heeren van de linkerzijde, die zoo gretig deze o 11- ware bewering gebruiken, schijnen daar mede te willen dekken hun eigen hou ding, die misschien aan politieke over wegingen meer verwant is dan de onze. Zonderling is 't immers, dat niemand van links het in deze quaestie voor den Mi nister opnam en teekenend mag het bo vendien heeten, dat de minderheid in de Commissie van Voorbereiding (n.l. de socialist en de liberaal) zelfs de Minister niet eens in de gelegenheid wenschte te stellen op de vraagpunten schriftelijk te antwoorden. De linkerzijde gunt aan den krachtigen voortvarenden Talma en aan de rechterzijde klaarblijkelijk de eer niet de sociale wetten tot stand te brengen en zij handelt in de lijn van de Bel gische vrijzinnigen, die volgens e en rap port van den Oud-liberalen Bond (dus een onverdachte getuigenis) daar alles in 't werk stellen de vrijwillige ouderdoms- verzekering te doen mislukken, omdat zij van een „clericaal" kabinet kwam. Daarom moet in de pers der linker zijde afgegeven worden op de zg. onmacht van de rechterzijde op wetgevend gebied daarom moet Talma neergehaald en zijn ziektewet bij voorbaat als een anti-na tionale bestempeld worden. Toch stond de Minister, wat de ver zekering der geneeskundige hulp aan gaat, voor een onoplosbare purzzle. Want men moge, gelijk de heer Patijn deed, een serie argumenten aanvoeren, dat ge neeskundige hulp voorop moet staan en'dan kan de heer Patijn in theorie volkomen gelijk hebbende doctoren zijn nu eenmaal geen staatsambtenaren en de Minister kan hen niet dwingen. Hoe moet het trouwens gaan in de vele gemeenten van ons land, die totaal van geneeskundige hulp zijn verstoken In Zuid-Holland hebben b.v. van de 188 gemeenten 46 geen dokter. In Noord- Brabant en Limburg is het nog veel er ger. In 95 vande 184 gemeenten van Noord-Brabant is geen geneesheer. Lim burg heeft slechts 28 gemeenten met, daarentegen 95 gemeenten zonder ge neesheer, hetgeen overeenkomt met één geneesheer op 6000 zielenOp het plat teland is een doctorsnood en welke Re geering zal in die omstandigheden ge neeskundige hulp kunnen garandeeren? De Minister acht het eenvoudig onmoge lijk. Er bestaan nog andere bezwaren, zoo wat de premie, de regeling, de financiën van kas en fonds betreft. Men heeft de jonge man de kanier, de deur met kracht achter hem toeslaande. In het salon bleef hij geruimen tijd als vastgenageld staan. Waren alle re denen uitgeput? Was er niets meer, wat op Erna invloed kon uitoefenen Hoe hij ook verzinnen mocht, nergens vond hij een uitweg. In de kamer zijns vaders werd een stoel verschoven. Vlug nam luitenant von Harneck zijn muts van de tafel en verliet, met den sabel in de hand, voorzichtig het vertrek. Hij had geen lust, nu zijn va der aan te treffen. Erna mocht alleen zijn gerechten toorn dragen. Als het vervelende drillen der recru- ten gedaan was, pleegden de officieren zich in een door hen bevoorrecht restau rant aan de Markt te verzamelen, om bij een stevig ontbijt de vermoeienissen van den dienst te vergeten. Daarheen richtte ook ritmeester Eich- stett zijn schreden, zoodra door den wacht meester het laatste bevel gegeven was. Behaaglijk nam hij zijn gewone plaats bij het hoekvenster in. De tafeltjes in 't rond waren dicht bezet. De sledevaart was natuurlijk het voornaamste gesprek. Herhaaldelijk kjonlj gezegd, dat het stelsel van den Minister dubbele administratie noodig maakt, maar ook bij combinatie zal o.nslag niet vermeden worden. De premie voor kas en fonds moet verschillend zijn. De Mi nister weigerde mede te werken om de verzekering voor beide partijen te druk kend te maken. Toen hij kwam aan eene weerlegging van de redevoering van mr. Patijn, toon de hij aan hoe deze spreker in menig opzicht, ook wat de Duitsche kassen aanging, mistastte Na den Minister, onder wiens redevoe ring d elinkerzijde heftig interrumpeer de, kwam de heer Nolens, voorzitter der Kath .Kamerclub, verklaren, met den Mi nister te zullen medegaan, geschokt als hij was in zijne oorspronkelijke overtui ging, dat samenkoppeling van genees kundige hulp en uitkeering mogelijk was. Spr. wraakte dat inr. ,'freub (V.D). reeds te voren het eindvonnis over de wet velde zonder af te wachten wat de Minis ter in 't midden zou brengen zoo snijdt men alle overleg af. In tegenstelling met den heer Patijn was dr. Nolens van oor deel dat 't zieekngeld de primaire eisch is, immers de geheeel strekking der arbei dersverzekering is het verzekeren van in komen; dat is haar eenige rechtsgrond. Alle stelsel hebben voor- en nadeelen, let men alleen op de schaduwzijde, dan kan men elke regeling wel achterwege laten. De heer Nolens zou het ten slotte betreuren, als dit derde ontwerpver- zekeringswet wederom in den paperas- senhoek verdween; daarvoor bestaat bij ontkennende beantwoording der eerste vraag groote kans, omdat de Minister de wet dan onuitvoerbaar acht. Spr. en zijn naaste geestverwanten gaan daar om niet op den loop voor de liefelijk heden die de heer Treub bij voorbaat aan de rechterzijde omtrent politieke bijbe doelingen toevoegt, maar hij aanvaardt de 'splitsing, omdat dan iets goeds tot stand komt voor de arbeiders en de heele maat schappij. Hiermede is dus de houding der Ka tholieken geteekend. Ook de Christel ijk - Historischen gaan niet en bloc met de heer de Savornin Lohinan mede. De heer de Geer verklaarde nl. dat hij en vele van zijn partijgenooten bij de eindstemming aan de zijde van den Minister zullen staan en diens stelsel zoo onaanneemlijk niet achten. Voor den heer Talma was zijn ver dediging dus een sucecs. De verdere details gaan wij voorbij men vindt ze in ons verslag. Bij den aanvang der zitting hield dr. Scheurer (A. R.), nieuw benoemd lid voor Sneek, zijn maidenspeech, daarin ontzaglijk gehinderd door de socialisten Hugenholtz en Duys, welke laatste hem op een gegeven oogenblik toevoegde: Laat ons psalm zooveel zingen. Wel een bewijs, hoezeer godsdienstige gevoelens door de roode broeders gewaardeerd worden De Voor zitter moest ten laatste opmerken, dat het niet beleefd is een spreker, die voor het eerst het woord voert, op dergelijke wijze in de rede te vallen. Dr. Scheurer sloot zich als medicus, aan bij de plannen der Regeering, aan- het: Eichstett het was prachtig". En men vroeg hem in herhaling van het genoe gen. Doch de ritmeester wees kortaf alle voorstellen van de hand. Kinderen, ik ben erkentelijk voor je lof, maar laat liet nu genoeg wezen. Dit hielp intusschen niet. De een meende, dat hij toch lauweren genoeg voor een herhaling geoogst had; alle jongedames zongen zijn lof. Een ander vermaande, den tijd van het ijs toch niet te laten voorbijgaan of anders zich van Eichstett's medewerking voor het car naval te verzekeren, een derde gaf voor, dat hij bij een nieuwe partij zeker den moed zou vinden, om een beteekenis- volle vraag te doen, die hem nu in den keel was blijven steken,. Eichstett, die af en toe over het gor dijntje van het venster had getuurd, sprong plotseling op en ijlde naar bui ten. Terstond daarop keerde hij met Hans Otto Steinfels terug. Is me dat een meevaller, je weer eens in 't gezicht te kunnen kijken, zei- de hij opgeruimd, den baron naar zijn tafeltje leidend. Ga vlak tegenover mij zitten, opdat ik volop van die vreugde genieten kan. Maar mensch, wees toch niet zoo weerstrevend... Wat, naar de oogenkliniek hadt gij gewild.... Looze jiitylucht, nupi waarde. Aan jog oogen vaardde met dankbaarheid wat de Regee ring meende te kunnen waarborgen en teekende protest aan tegen sommige uit latingen, ten opzichte der geneesheeren, die ineer waardeering verdienden als hun soms betoond was. ALGEMEEN OVERZICHT. Er geschiedt toch al weinig, de laatste dagen, in het buitenland, waarnaar men het de moeite waard acht te kijken, maar nu worden aller oogen slechts op één punt geconcentreerd, het feit dat alle andere wereldgebeurtenissen jn den scha duw stelt. De Kroning van koning George V. die, naar men gister heeft kunnen lezen, wel het schitterendst is wat men zich van dien aard denken kan. Hier volgen nog eenige bijzonderheden. Bij zonsopgang vuurden kanonnen in de koninklijke parken en in den Tower een saluut af ter aankondiging van de kroning. Om 4 uur loste de batterij in Hyde Park 21 schoten. Bij het aanbreken van den dag waren langs den weg, dien de stoet volgen zou, reeds duizenden opgesteld, die den gehee- len nacht hadden gewacht. Én hoewel het spoedig duidelijk was, dat de menigte ver zou blijven beneden de verwachting, waren om 6 uur de voornaamste straten reeds geheel gevuld, en om acht uur de verzamelde menigte in de Mall en White hall met de zich toen snel vullende tri bunes zeer indrukwekkend. Het weer, dat somber, doch droog was in den vroegen morgen begon lang zamerhand dreigend te worden, en bij wijlen vielen korte hevige regenbuien, zonder het enthousiasme te dooven. Bo vendien werd de temperatuur er aange naam koel door gehouden. De menigte was voorbeeldig ordelijk en de politiemaatregelen waren uitste kend. Er waren in het geheel 50.000 man troepen om de orde te handhaven langs den weg, dien de stoet nam. In Westminster Abdij. Om half zeven werden de deuren der Westminster Abdij geopend en langzamer hand vulde zich het gebouw met de tal rijke genoodigden. Dat zijn ongeveer 7000 personen, onder wie 40 leden van het koninklijke huis van Engeland, 200 ver tegenwoordigers uit den vreemde, 220 leden van het diplomatieke korps, 1000 Peers en Peeresses, 900 leden van het Lagerhuis met hun vrouwen, 800 vertegen woordigers van het Britsche Rijk over zee. Tot 9 uur hield in Parliament Square de stroom aan van peers en peeresses in prachtige rijtuigen en van de andere genoodigden, onder wie de lord-mayor en de lord-mayoress met de aldermen der City in de staatsiekaros, en de speaker van het Lagerhuis in den rijken staatsie wagen. De stroom van hooge gasten naar de Abbey bood een schitterend schouw spel. In hun schitterende uniformen en staat siekleederen komen peers en peeresses aan en worden naar hunne zetels geleid, de peeresses ter linker-, de peers ter rech- mankeert niets. Wanneer zijt gij terug gekomen?.... Ah, van morgen met den sneltrein... Bel eens heeren. Baron Stein fels moet na dien kouden tocht den in- wendigen mensch eens goed versterken. Hans Otto had aan den hartelijlken aandrang van zijn ouden kameraad slechts ongaarne gevolg gegeven, wijl hij freule Harneck op dit uur bij haar tante hoop te te vinden. Wilde hij nu den storm van grappen en scherts, welke stellig over zijn hoofd zou losbarsten ontgaan, dan moest hij zich nu maar in het geval schikken. Luitenant von Harnecks tegen woordigheid had 't hem bovendien lastig gemaakt, zich te verklaren. De jonge heer had zoo zuinig als maar mogelijk was zijn groet beantwoord. Onderzoekend vloog thans Otto's blik over het aan kleine tafeltjes bijeen zit tend gezelschap. Hij ging voor eenige minuten naar een ter zijde zijn couranten lezend majoor, een oppervlakkige ken nis uit zijn diensttijd; daarop nam hij weder plaats tegenover Eichstett, bij wien ook Berger was koinen zitten. Wat zeide de majoor? vroeg Eich stett, halfluid lachend. Hij is gewoon lijk in gevaarlijke stemming. Wij hielden hem indertijd voor een hoogst geschikt man, mijn waarde Eich stett, antwoordde ]4ans Otto. terzijde van de verhevenheid. De kostumes der peeresses rijk geborduurd met goud, de rood-fluweelen mantels met hermelijn gezoomd; de diamanten versierselen in het haar; de roode met hermelijn ge voerde mantels der peers, de schitterende uniformen van gezanten en officieren leveren een prachtig schouwspel op. Alle peers en peeresses hebben de kronen bij zich, die zij straks zullen moeten opzetten nadat de Koning gekroond is. De Indische prinsen zijn in prachtige zijden gewaden, met tulbanden en zwaar den schitterend van juweelen. Langzamerhand wordt de kerk gevuld en levert een aanblik op, zoo schitterend en indrukwekkend, dat het moeilijk js dien te beschrijven. Te 9 uur werden de deuren der Abbey gesloten. Dan moesten allen gezeten zijn om de aankomst van den Koning af te wachten. De optocht. Om half tien begon de lange optocht De eerste afdeeling verliet Buckingham Palace om zich naar Westminster abdij te begeven, voorafgegaan door een of ficier van den generalen staf, trompet ters van het eerste regiment de rlijfgar- de en een escorte van de Royal Horse Guards. In het zesde rijtuig bevonden zich de kroonprins van Saksen Meiningen, Prins en Prinses George van Saksen en Prins Hendrik der Nederlanden. Dit gedeelte van den stoet werd weer gesloten door een escorte van de Royal Horse Guards. Om 10 uur had de tweede afdeeling van den stoet zich in beweging gezet. Vooraf gingen twee escortes huzaren, waarna onmiddellijk de rijtuigen aansloten met de leden van het koninklijke huis, die met geestdrift werden toegejuicht. Groot was die geestdrift vooral bij het voorbij rijden van het laatste rijtuig, met de vijf kinderen des Konings. Hierop volgde weer een escorte der Horse Guards. Te 10.30 uur kondigden het kanonge bulder in Hyde Park en van den Tower, en het gelui der klokken van Westminster Abbey en van de kerken het oogenblik aan, dat de derde stoet het paleis verliet. De derde afdeeling van den stoet werd gevormd door een groot aantal hoogge plaatste ambtenaren van leger en vloot, kamerheeren, hofdames enz., o.a. den Ear[ of Shaftesbury, opperkamerheer der Ko ningin, admiraal Seymour, vice-admiraal van het Vereenigd Koninkrijk, de tot de verschillende wapenen behoorende adju danten des Konings, de opperbevelheb bers en inspecteurs van 't leger, o.a. den veldmaarschalk earl Roberts. Daarna kwa men de ceremoniemeesters van den Ko ning en J>5 man „yeomanry", die met dubbelrotten marcheerden en op den terugweg door een gelijk aantal man schappen van hetzelfde wapen werden af gelost; verder de stalmeesters des Ko nings. In dit gedeelte van den stoet, dat besloten werd door een escorte koloniale ruiterij en een escorte van de Horso Guards, volgden ook de Indische prinsen, alle adjudanten in buitengewonen dienst Dat is hij ook. Maar hij kan heel lastig wezen. Dienst en nog eens dienst in zijn ideaal. Moet gij hem daarover hard vallen?, Zonder kloeke leiding kunnen wij niet. Droeg ik nog de geliefde uniform, ik zou voor mijn kameraden ook een gestren ge superieur wezen. In de strenge, en voor alles rechtvaardige tucht ligt een zegen voor de meesten. Nu, Steinfels, als gij nog onder ons behoorde, zouden wij je geen reden tot klagen geven. Gij hebt hier intusschen wat verzuimd, mijn waarde. Vertel hem toch eens van de partij, Berger. De be scheidenheid sluit mij den mond. Later zal ik wel weer invallen. Terwijl Berger op deze uitnoodiging van zijn zwager tamelijk omstandig be richt gaf, verwijderde zich liet grootste deel der heeren en spoedig zaten buiten het drietal nog slechts twee officieren in de zaalHerman Harneck bij zijn tweede portie oesters en de majoor achter zijn courant. Hoe verder Berger kwam in zijn be schrijving van de sledevaart, hoe grooter Hans Otto's opmerkzaamheid werd. Toen eindelijk de ritmeester den dra-ad der ver telling opnam, wendde hij den blik niet va,n dezen af. iWordt .vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1