Uit de Pers,
Erna von Harneck.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 14 Juni.
Bescherming en regeling.
De „Standaar d" komt nog eens te
rug op haar vroeger betoog dat de Over
heid in haar verhouding tot het leven der
[Maatschappij de roeping had, om wat
bedreigd werd te beschermen, niet
'om in de Maatschappij zelve regelend
op te treden.
Zoolang 't slechts even kan, zet het
blad uiteen, moet de ontwikkeling van
haar leven aan de Maatschappij en aan
de verschlilende leden in die Maatschap
pij zijn overgelaten. En alleen waar recht
,en vrijheid door overmacht gekrenkt zou
worden, moet de overheid deze stoornis
tegengaan.
Plet spreekt toch van zelf, dat de Over-
heid, 011 te beschermen, wel regelend
moet optreden. Ze neemt een maatre
gel en elke maatregel is een regeling. .Dit
spreekt vanzelf en kan niet anders. Doch
dan regelt ze de noodzakelijke uitzonde
ring, niet het leven zelf, waarop die uit
sondering wordt toegepast. Fout daar
entegen gaat ze, indien ze niet enkel' die
uitzondering, maar, om die uitzondering
te beter te doen vloHten, nu ook' het le
ven zelf aan de dwangregeling onder
werpt. En hierop juist kwam het in zake
de Bakkerswet, die ons geding in het
leven riep, aan.
Deze wet, toch had als eenig doel',
bescherming te verleenen aan de gezel
len, die door den gang dien het Bakkers
bedrijf had genomen, in een onhoudba-
ren socialen toestand waren geraakt.
'Niemand onzer weersprak dan ook het
recht en de bevoegdheid van de Over
heid, om voor de gezellen den nachtar
beid te verbieden. Dat dit voor het be
drid oeconomische gevolgen zou heb
ben, sprak wel van zelf, inaar hiervoor
was de Overheid niet aansprakelijk. Zij
deed haar plicht, en het bedrijf diat zich
naar ongezonden toestand misvormd had'
moest zelf weten hoe het zich had in
te richten om bij de gewijzigde toestan
den zich te redden. Nu echter kwam d'e
neiging op, om die gevolgen te onder
vangen, en tegelijkertijd ook Wen patroon
te hulp te ko nen. Dit nu deed het voor
gestelde doel uit het oog verliezen, en
naast het doel om de gezellen te be
schermen een ander doel opkomen
dat niets met deze bescherming uitslaan
de had. En zoo sloop toen regeling
in. niet als hulpmiddel om de bescher-
m i 11 g mogelijk te maken, inaar met het
doel om te regelen en het bedrijf
in een spoor te leiden, dat niet door
de eigen wet van het bedrijf, maar door
he* verlangen o n op de concurrentie in
vloed te oefenen, werd aangegeven.
i'edoeld was dus niet, om te zeggen
dat de Overheid nooit regelen zag. Haar
plicht om te beschermen, is zonder rege
ling niet na te komen, en ook1 buiten de
bescherming zijn er tal van gevallen»
waarvoor regeling onmisbaar is, en nie
mand anders dan d'e Overheid die geven
kan bijv. slechts het bouwen in onze
steden. Maar hiervan was in het onder
havige geval geen sprake. Er was geen
wet aart de orde om de kleine patroons
te beschermen. Er was alleen sprake van
de bescherming der gezellen. En hier
nu werd de regeling van het bedrijf, ook
wat de patroon aangaat, bij gehaald, niet
Omdat anders de gezellen niet te bescher
men waren, maar uit geheel ande
ren hoofde. Het werd regeling op
zich zelve. En dit nu moest afgewezen.
Regeling van het bedrijf als zoodanig
komt aan de Overheid niet toe.
De „Maasbode" komt tegen deze
beschouwingen van het anti-rev. hoofd
orgaan op en meent, dat het uitgangs
punt, het algemeen leidend beginsel, dat
de „Std." hier uitsprak, niet bruikbaar
ïs.
immers, gaat het wel aan te zeggen,
dat het de Overheid niet toekomit het be
drijf als zoodanig te regelen, dat wil
-du., zeggen nooit en in geen omstandig
heden
Hoe kan zulk een meening voorge
staan worden 'door een vurig voorvech
ter der bedrijfsorganisatie?
Hoe kan ook die regel zoo absoluut
worden opgezet, door zulk een ijverig
voorstander der drankwet, een wet, die
toch ongetwijfeld het drankbedrijf ge
heel regelt?
Van het terrein der samenleving kan
de Staat niet worden geweerd. Daar
juist vindt hij zijn taak.
Ook „De Standaard" zou niet anders
willen voihouden. Immers „regelen"
•mag de Overheid volgens haar wel, al
leen maar niet eenig bedrijf regelen zoo
danig.
Voor dit laatste verbod zoeken wij
echter den absoluten grond tevergeefs
en wanneer wij ons voorstanders noe
men mogen van de bestaande regeling
van het drankbedrijf, wanneer wij niet
onvoorwaardelijk afkeerig zijn van een
teekere Fcdrijfso ganisatie, dan kan dat
enkel, omdat wij meenen, dat er geen al
gemeen geldend verbod bestaat aan het
adres der Overheid, nooit en onder geen
omstandigheden een bedrijf te regelen.
Men zal ons wel niet verdenken, dat
wij bij alleriei gelegenheid euaar aan
stonds klaar staan de Overheid te hulp
in té roepen.
Men denkc niet dat wij, den aange
geven regel nu eenmaal verwerpend,,
ronddobberen zender de beginselen, om
telkens weer de vraag omtrent de rege
lingsbevoegdheid van den Staat te be
antwoorden.
Alleen maar zijn deze het is hun
gebrek maar ook hun deugd niet zoo
makkelijk te hanteeren als de eene korte
stelregel, die „De Standaard" aangaf.
Overleg tusschen Regeering
en Katholieke Kamerclub.
Tegenover de klachten, dat inzake de
behandeling der Militiewet geen behoor
lijk overleg tusschen regeering en meer
derheid heeft plaats gehad, stelt de
„Nieuwe Tilburgsche Courant"
orgaan van het kamerlid Arts de
volgende mededeelingen
Vanwege de katholieke Kamerclub had
men voor de verspreiding der waarheid
kunnen zorgen, en dan had men, zijn
wij goed ingelicht, geweten:
T e 11 eerste, dat het genoegzaam te
voren in de Kamer en bij de Regeering
bekend was, dat in ieder gevai de vrij
zinnigen en een aantal katholieken sterk
gekant waren tegen het een-twee-drie af
haspelen van een zoo belangrijke wet.
Ten t w e e d e, dat zoowel de minister
van Binnenlandsche Zaken als die van
Oorlog door dr. Nolens zelf w#ren in
gelicht
Niettegenstaande dit bleef de regeering
toch weg, misschien uit overweging dat
zij zich in de regeling der werkzaamheden
van de Kamer niet te mengen heeft en
dus niet in den flater van den heer de
Meester wilde vervallenmisschien ook
omdat mogelijk minister Heemskerk dat
doorjassen der wet in zijn hart niet al te
zeer toejuichte.
Ten derde wist ook de voorzitter der
Kamer van het besluit der katholieken.
Ten vierde is het opmerkelijk ge
weest dat dr. Kuyper, van wien toch het
meest om spoedige behandeling werd ge
roepen en gedreven, afwezig was toen
de genoeg te voren aangekondigde ge
beurtenis plaats greep.
T e n v iff d e moet de stem van eenigen
van rechts, die dus eerst vóór uitstel
waren, zijn omgezet door de patriotische
rede van jhr. van Karnebeek.
Ten zesde is nog opmerkelijker, dat
de vrijzinnige bladen thans afkeuren wat
de vrijzinnige Kamerleden zelf zouden
hebben voorgesteld, als dr. Nolens hun
niet te vlug was geweest.
Hieruit kan men opmaken, dat de ka
tholieken niet sléchts niet in de kaart
der vrijzinnigen hebben gespeeld, maar
hun een troef uit de hand hebben ge
slagen.
Het uitstel der Militiewet.
De „Gelderlander" komt er tegen
op, dat in de linksche pers niets dan
schampere uitvallen tegen de katholieken
worend gehoord inzake het uitstel van de
militiewet, ofschoon in de laatste dagen
zoo luide in diezelfde pers noodkreten
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
44)
Veroorloof mij, zoo mengde zich
majoor nu in den strijd, dien hij met
toenemend misnoegen aanhoorde Waar
om zoudt gij dat moeten verklaren?
Ncinstetten zweeg verlegen. Het was
toch niet geraden, te vertellen, dst hij om
een hooge som gewed had met freule von
Hanieck alleen te zullen rijden. Zoo ver
klaarde hij stotterend en onsamenhan
gend, bij zijn kennissen verteld te heb
ben, dat Erna beloofd had, zich aan hem
te zullen toevertrouwen.
Afgemeten nam nu dc freule het
.woord
Daar ik eenmaal die belofte deed,
zal ik mij er aan houden. Verder ben ik
van plan mij aan alle schikkingen van
Eichstett te onderwerpen.
Duidelijk zag Neinstetten nu in, dat
Ihij te ver gegaan was. Oogenblikkelijk
Zonken ergernis en toorn als een hoopje
[glimmende asch ineen en er bleef bij
hém «niets over dan de >vensch, het ver
toornde meisje weder te verzoenen.
Ik smeek u, mein verehrtes gniidiges
Fraulein, vergeef mij mijne heftigheid,
vroeg hij verpletterd, Erna naderend.
Als gij maar eenigszins vermoedde,
hoe razend ik mij op die sledevaart
verheugd had, zoudet gij mijn ont
goocheling begrijpen, toen Eichstctt mij
uit mijn verrukking stiet. Wat moet" ik
doen om mijn spijt aan den dag te leg
gen? Beveel maar, ik ben tot alles be
reid.
Freule von Harneck mat den jongen
man, die smeekend voor haar stnnd, met
somberen blik. Dat het, zoodra hij ver
trok, aan alles behalve vriendelijke op
merkingen baars vaders niet ontbreken
zou, hoorde zij al aan het steeds hefti
ger wordend trommelen zijner vingers op
de leuning van zijn stoel. Zij zeide
slechts
Wellicht overweegt gij de volgen
de imaal beter uw woorden, voor gij over
•menschen, die niets kwaads vermoeden,
als een....
Genade, dierbaarste ErnaIk be
roep mij op uw grootmoedigheid....
Adieu, mijnheer von Neinstetten,
sprak zij kortaf.
Waaraan ontleende die man het recht,
haar „dierbaarste Erna" te noemen?
Nauwelijks had zij de deur achter
over het „doorjassen" waren aangehe
ven. Het blad zegt o. a.
Zeker, ook wij betreuren, dat, nu mi
nister Colijn zich alle moeite had gegeven
om gereed te zijn, de Kamer blijkbaar
niet gezind was, hem in zijn prijzens-
waardigen en vaderlandlievenden ijver te
volgen.
Ook wij betreuren het, dat, waar de
wetsontwerpen zich opstapelen, bij de
Kamer van zoo weinig voortvarendheid
bleek vooral ten aanzien van een wets
ontwerp, dat geheel en al voor behande
ling gereed lag.
Maar men dient nu eenmaal rekening
te houden met de feiten, en een feit
was het, dat de Kamer afgemat ,was,
dat de leden niet meer bij elkaar waren
te krijgen, dat ze dus in de eerste weken
niet meer voltallig zou zijn.
En met dit vooruitzicht toch een wet
als die op de Militie te willen behande
len, waar zulke hoogernstige belangen
mee gemoeid zijn, het ging eenvou
dig niet
Wat het blad vooral treurig vindt, is
het ontmoedigend absenteïsme, waardoor
het geregeld voortwerken ook der plicht
getrouwen onmogelijk wordt gemaakt en
onder de groep der katholieken niet het
minst wordt waargenomen.
En wat wij' verder allertreurigst vinden,
dat is dat blijkbaar deze beslissing ook
weer genomen is zonder voorafgaand
overleg met de bondgenooten en met
de regeering.
Zulk een overleg had regeering en
rechterzijde het vreemde figuur kunnen
besparen, dat ze nu weer tegenover de
oppositie maakte, die schijnbaar met recht
kon uitroepen: Er is geen coalitie meer!
Zeker, de coalitie is hecht genoeg om
tegen onderlinge meeningsverschillen be
stand te zijn; maar er is toch niet de
minste reden om die verschillen aan de
groote klok te hangen en de linksche
pers stof te leveren tot leedvermakelijke
beschouwingen.
Sociale Wetgeving.
De „N e d er 1 a n d e r" heeft haar ar
tikelenreeks over sociale wetgeving vol
tooid.
Het chr.-hist. orgaan betoogt, dat niet
alleen staatspensioneering, inaar evenzeer
elke bijslag dien men uit de openbare
kas hetzij bij vrijwillige hetzij bij dwang
verzekering geeft, een vorm van armen
zorg is. Als zoodanig kan zulk een bij
slag Qok door hen, die tegen het socia
lisme in allerlei vorm gekant zijn, worden
aanvaard
Op deze wijze zou veel kunnen ge
schieden. Men zou bijv. de arbeidersver
zekering vrij kunnen laten, maar de ar
beiders, die zoo verstandig zijn zich te
verzekeren, hierin kunnen steunen door
van Overheidswege wij laten nu daar
door Staat of gemeente een subsidie
te geven. Op deze wijze werkt armenzorg
niet verslappend, maar prikkelt zij tot zelf-
inspanning, daar men vóór men geholpen
wordt, beginnen moet met zichzelf te hel
pen. Gelijk men weet bestaat in België
dergelijk systeem en werd in Zwitserland
een ontwerp in dien geest ingediend. Te
betreuren is, dat men ten onzent niet
meer er op bedacht was in deze richting
de oplossing te zoeken, maar zich van
het begin af op het Duitsche stelsel heeft
blindgestaard en nu zoover gekomen is,
dat teruggaan bijna onmogelijk schijnt en
men misschien genoodzaakt zal worden
toe te stemmen in maatregelen, die men
in zijn hart afkeurt, alleen omdat er nu
toch eindelijk iets gebeuren moet
Wat wij willen zal veel geld kosten aan
het Rijk. Meer misschien dan het Duitsche
systeem. Dit ten bewijze, dat geen „ka
pitalistische" of egoïstische motieven ons
leiden, maar de begeerte dat in den nood
der minderbedeelden voorzien wordt, zon
der dat men de energie doodt. Maar
aan den anderen kant vergete men niet,
dat bij subsidie aan vrije verzekering zeer
veel kosten worden uitgespaard, die de
Duitsche bureaucratie zou opslurpen. Ein
delijk, dat de armenzorg in Duitschland is
toegenomen na de verzekering, en dat
dus de veronderstelling voor de hand
ligt dat dit stelsel wel de goede, althans
de middelmatige arbeiders helpt, maar
de minder valiede elementen terugstoot
Neinstetten gesloten, toen de stor.n,
waarvan Erna de voorboden al 'ge/ien
had, losbrak.
Hebt gij met ritmeester von Eich-
stett afgesproken, om den baron een hem
toekomend genoegen te ontrooven, klonk
het haar heersrfizuchtig te gemoet.
Als dat het geval geweest was, >ou
ik wel den moed gehad hebben, het te
bekennen, antwoordde zij, zich met moei
te bedwingend. Mijn vriend, zooals d'e
heer von Neinstetten den -ritmeester zoo
juist noemde, mag anders wel weten, dat
ile slechts ongaarne met dezen alleen
reed. Overigens zie ik er niet tegen op
u te verklaren, dat ik nu inzie, hoe over
dreven eerlijk het van mij was, Eichstett
geen wenk te geven. Het was mij on
draaglijk, den langen tocht met Nein
stetten alleen te ondernemen.
Waarvoor vreest mijne dochter?
vroeg Harneck.
Dat heeft, geloof ik geen verdere
^verklaring noodig papa.
Erna's neusvleugels trilden, zij perste
de lippen te samen en wierp het hoofd
in den nek.
Daar gij weigert den sluier op te
lichten, welke voor mij daarover zweeft,
ga ik tot een voorstel over. Het zal mijl
gemakkelijk vallen, den ritmeester dui
delijk te maken, dat ik 't niet pngaarne
in een ellende, waaraan zij onder het stel
sel van vrijheid allicht waren ontkomen.
Pover resultaat.
De „Standaard" noemt het resul
taat van de Kamerzitting 1910—11 pover.
Als eenig product van den wetgevenden
arbeid van dit jaar komt 'tneer op zes
wetsontwerpen; drie van blijvende be-
teekenis, die over de Zedeloosheid, den
Arbeid en de Steenhouwersen drie van
minder allooi, de wijzigingen in dc Suc
cessiewet, de Eedswet cn de Vaccinewet
Dat is al.
Niet één groote wet is in behandeling
gekomen, veel min afgedaan.
Te wachten liggen nog de Armenwet,
de Gemeentewet, en de Kustverdediging,
en daarbij kwam nu dé Tariefwet, de
Ziektewet, de Ongevallenwet, de Pen
sioenwet, de Bakkerswet en de Militiewet.
Ware nu ten minste dit jaar de Militie
wet er nog doorgekomen, zoo ware het
negentai van groote wetten die op af
doening wachten, met één verminderd.
Maar ook dit mocht nu niet. Ook de
Militiewet moest naar 1912 verhuizen, oin
dan natuurlijk sta-in-den-weg voor de
Sociale wetgeving te zijn. Naar luid van
het program moet daar dan nog de Grond
wetsherziening bijkomen. En dit alles zal
dan in 1912 en het halve jaar van 1913
tot een goed einde moeten gebracht wor
den. Alsof iemand het gelooft!
Koloniën.
Ratten verdelging.
Tot 16 Mei werd in de residentie Se-
marang een millioen ratten gedoodt.
Een conflict.
De chef van het desinfectiestation te
Lawang, dr. Doorenbos, is door dr. de
Vogel, na een vrij hevige woordenwisse
ling ontslagen uit zijne betrekking. Daar
dr. Doorenbos weige de zich te verwij
deren, alvorens zijn chef hem eervol ont
slag en regeling van de financieele ge
volgen daarvan had toegezegd, daar hij
was aangesteld voor den duur der epide
mie, riep dr. de Vogel de hulp der poli
tie in, die dr. Doorenbos tot heengaan
dwong.
Volgens eene lezing zou de oorzaak
van dit incident moeten zijn gelegen in
het optreden van dr. Doorenbos te Ba-
toc. waar hij critiek had uitgeoefend op
de wein'g afdoende maatregelen van dr.
de Vogel, die niet was ingegaan op zijn
voorstel om den pesthaard aldaar te ver
branden door dr. D urenbos zou toen
telegrafisch zijn beklag zijn ingediend
bij den direct-ur van onderwijs en den
minister van koloniën. Volgens diezelf
de lezing zou nu gebleken zijn, dat op
26 April van 14 personen te Lawang
op verzoek van dr. de Vogel één, n.l. de
van pest verdachte inantri-politie uiit Pa-
soeroean, niet zou zijn gedeiinfecteerdl
De zaak zal waarschijnlijk nog ern
stige gevolgen hebben in verband met
een telegram aan den minister van ko
loniën, waarin naar het schijnt
de aandacht wordt gevestigd op de
hoogst onvoldoende maatregelen tegen
de pest.
Ambtenaren B. B.
Het tekort aan B. B. ambtenaren, zoo
schrijft men aan de Pr. Bode uit Bata
via, doet zich vooral in de rangen van
adspirant-controletr en controleur sterk
gevoelen. Thans is bij de regeering in
overweging de formatie van de contro
leurs in elke residentie tijdei ijk «net 1
te verminderen. Dat beteekenl voor dc
15 afdeelingen besparing van 15 contro
leurs.
De resident zal dan een schikking heb
ben te treffen tot licit regelen der werk
zaamheden, n.l. door aan 1 controleur
twee afdeelingen toe te vertrouwen. Om
de zaken te laten marcheeren en den
'controleur van schrijfwerk te ontlasten
zal dan zoowel in zijn eigen afdeeling
en in cle waargenomen afdeeling eert
Europcesche klerk aangesteld worden.
Zooals gezegd is, wordt deze maat
regel overwogen om een voor'oopige re
geling te treffen totdart er minder ge
brek aan personeel zal zijn. We vreezen
echter, dat de „tijdelijke maatregel nei
gingen tot blijven" zal vertoonen, be
sluit het blad.
zou zien, wanneer het genoegen van den
goeden Erich niet verstoord werd. Wees
er van overtuigd, dat ik het diplomatiek
zal aanleggen.
De vrijheer hield de gou lcn dóes,
waaruit hij zoo juist inet sierlijke bewe
ging een snuifje genomen had, geopend
in de hand en zag het meisje met wij
felenden blik aan.
Haar stern beefde, toen zij1, op ieder
woord nadruk' leggend, zacht antwoord
de:
Doe dat niet, papa. Al 'einstet-
ten's slede voorkomt zonder mevrouw
von Eichstett ga ik niet einde.
Daarna verliet zij het vertrek.
De oude vrijheer zag haar na, wanke
lend tusschen ergernis en be rendering.
Dat was iets van zijn aard. Zij z >u woord
houden, het stijfhoofdige m i je. De
voorslag, waarmede het hem niet eens
ernst was geweest, durfde hij niet tot
uitvoering brengen.
In zijn besluit, dat Erna mevrouw von
Neinstetten worden moest, ./as echter
door dit voorval geen verari b ring ge
bracht. Er zou wel een andere weg zijn
om tot zijn doel le komen.
Die zwakhoofd van een Herman,
mompelde hij minachtend, naar de cou
ranten grijpend. Waarom heeft hij niet
liet ka raki éi' en de ivilskr&cji t van zijn
Aan de Sum.-post wordt gemeld
Wegens een tekort aan aspirantcon
troleurs op de Buitenbezittingen worden
de vacatures vervuld door civiele gezag
hebbers.
De rijstoogst.
De Mak. Courant verneemt, dat dc fn
Zuid-Celebes ie veld staande rijst, thans
dans zij de laatste regens, gegronde hoop!
op een rijken oogst geeft.
Werd aanvankelijk gevreesd, dat d'e
oogst dit jaar zou mislukken, en het
thans reeds heerschende gebrek zou ver-
grooten, nu is deze vrees geheel gewe
ken, en zal de nu abnormaal hooge rijst
prijs zich niet lang meer handhaven.
Cholera. j
Wij lezen in de Java Bode, dat er te
Batavia op 16 Mei 11 nieuwe gevallen
(waaronder 2 Europeanen) en 10 sterf
gevallen zijn voorgekomen. Op 17 Mef
waren deze cijfers onderscheidenlijk 22
(w.o. 1 Europeaan) en 21.
Den 1 Sden. deden zich 20 nieuwe cho
leragevallen voor; 2 patiënten herstel
den, 14 overleden. Nog in behandeling!
45 patiënten.
Inenting tegen de cholera, i
De gouverneur-generaal, de heer Iden-
burg heeft zich met al de zijnen cn alle
die aan den dienst op het paleis zijn
verbonden, doen inenten, meldt de Java-
Bode.
Trouwens nu de gevreesde ziekte
weer zoo geducht den kop opsteekt;
wordt er storm geloopen op de Pas
teur-inrichting. De toevloed van liefheb
bers voor dc inenting, is bijna niet
te helpen.
Semarang weer I
bes me t verklaard.
De Loc. van Donderdag 11 Mei schrijft
De stad is heden weer besmet vcr-
verklaard wegens cholera. Gedurende
de laatste 7 dagen zijn er 46 positieve
gevallen geconstateerd. De dag van gis
ter bracht er alleen 13, daarentegen wa
ren er hedenmiddag om 12 uur nog 3
gevallen aangegeven. Mlaten en omge
ving zijn ewer het sterkst geïnfecteerd.
Alles wordt in het werk gesteld om
een verder doordringen van de epidemie
tegen te gaan. De desinfectie der putten
zal nu voornamelijk op de aangetaste dis
tricten worden geconcentreerd, daar el
ders in de stad de cholera nagenoeg
niet optreedt.
De handel teSoerabajainactie
Te Soerabaja had een vergadering
plaats van de leden der Kamer van
Koophandel, en der Handelsvereeniging
naar aanleiding van het besprokene op
de conferentie ten huize van den resi
dent, waar de voorzitters dier lichamen
bijeenkwamen niet plaatselijke en ge
westelijke bertuursambtcnaren en eeni-
ge doctoren. Men i s tot de ratio-
neele conclusie gekomen, dat de handel
moet doen wat mogelijk is, om de ziekte
te helpen bestrijden. Men zal nu over
gaan tpt ontratting van alle pakhuizen
en zoo mogelijk tot desinfectie daarvan.
Ook de Chineesche Handelsvereeni
ging heeft medewerking toegezegd. De
verdelging van ratten zal nu ook door
den handel met kracht worden aange
pakt.
Gemeentezaken.
Gemeenteraad.
Voor de raadsvergadering van Don
derdag a.s. zijn alsnog aan de orde
gesteld
Aanwijzing van een lid van den Ge
meenteraad, om, zoo noodig, als plaats
vervanger op te treden van den Burge
meester, als voorzitter van het hoofd
stembureau in het eerste kiesdistrict, voor
de* eventueele stemming en herstemming
ter benoeming van leden van den Ge
meenteraad.
Benoeming van de leden en de plaats
vervangende leden van het hoofdstem-
bureau in het eerste stemdistrict en van
voorzitters, leden en plaatsvervangende
leden van de overige stemburcaux, voor
de eventueele stemming en herstemming
ter benoeming van leden van den Ge
meenteraad.
zuster? Die jongen schiet waarachtig
nog maar niets op met Lili Orben, of
schoon de kleine heks tot over de ooren
op hem verliefd is. Is dat een jeugd
Het had fel gevroren. De sneeuw knars
te onder de voeten der wandelaars vaal
blauw welfde zich de hemel over de
glinsterende aarde. Een betere dag voor
de sledevaart was niet denkbaar.
Toch stond Erna Harneck met sombe
ren blik voor liet venster der woonkamer.
Gcdachtenloos ademde zij op dc met
dikke ijsbloemen bedekte ruiten, waar
op zoodra zij eindigde, zich weder nieu
we ijsnaalden vormden op het ontdooi le
plekje.
Baron Arnold trad binnen. Onderzoe
kend vloog zijn blik over de gelaatsgehal
te zijner dochter, toen deze. hem ecnige
schreden naderde en den gewonen mor
gengroet bood.
Nu, Erna, heb ik het getroffen?
vroeg hij, door den verkregen indrukf
bevredigd.
Het jonge meisje droeg een donker
rood fluweelen kleed, met breed don
ker bond afgezet. De kamenier had het
des morgens haar verraste meesteres als!
een geschenk Jiaars vaders overhandigdw
(Wordt ve/volgd.)