Uit de Pers, Erna von Harneck. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 14 Juni. Bescherming en regeling. De „Standaar d" komt nog eens te rug op haar vroeger betoog dat de Over heid in haar verhouding tot het leven der [Maatschappij de roeping had, om wat bedreigd werd te beschermen, niet 'om in de Maatschappij zelve regelend op te treden. Zoolang 't slechts even kan, zet het blad uiteen, moet de ontwikkeling van haar leven aan de Maatschappij en aan de verschlilende leden in die Maatschap pij zijn overgelaten. En alleen waar recht ,en vrijheid door overmacht gekrenkt zou worden, moet de overheid deze stoornis tegengaan. Plet spreekt toch van zelf, dat de Over- heid, 011 te beschermen, wel regelend moet optreden. Ze neemt een maatre gel en elke maatregel is een regeling. .Dit spreekt vanzelf en kan niet anders. Doch dan regelt ze de noodzakelijke uitzonde ring, niet het leven zelf, waarop die uit sondering wordt toegepast. Fout daar entegen gaat ze, indien ze niet enkel' die uitzondering, maar, om die uitzondering te beter te doen vloHten, nu ook' het le ven zelf aan de dwangregeling onder werpt. En hierop juist kwam het in zake de Bakkerswet, die ons geding in het leven riep, aan. Deze wet, toch had als eenig doel', bescherming te verleenen aan de gezel len, die door den gang dien het Bakkers bedrijf had genomen, in een onhoudba- ren socialen toestand waren geraakt. 'Niemand onzer weersprak dan ook het recht en de bevoegdheid van de Over heid, om voor de gezellen den nachtar beid te verbieden. Dat dit voor het be drid oeconomische gevolgen zou heb ben, sprak wel van zelf, inaar hiervoor was de Overheid niet aansprakelijk. Zij deed haar plicht, en het bedrijf diat zich naar ongezonden toestand misvormd had' moest zelf weten hoe het zich had in te richten om bij de gewijzigde toestan den zich te redden. Nu echter kwam d'e neiging op, om die gevolgen te onder vangen, en tegelijkertijd ook Wen patroon te hulp te ko nen. Dit nu deed het voor gestelde doel uit het oog verliezen, en naast het doel om de gezellen te be schermen een ander doel opkomen dat niets met deze bescherming uitslaan de had. En zoo sloop toen regeling in. niet als hulpmiddel om de bescher- m i 11 g mogelijk te maken, inaar met het doel om te regelen en het bedrijf in een spoor te leiden, dat niet door de eigen wet van het bedrijf, maar door he* verlangen o n op de concurrentie in vloed te oefenen, werd aangegeven. i'edoeld was dus niet, om te zeggen dat de Overheid nooit regelen zag. Haar plicht om te beschermen, is zonder rege ling niet na te komen, en ook1 buiten de bescherming zijn er tal van gevallen» waarvoor regeling onmisbaar is, en nie mand anders dan d'e Overheid die geven kan bijv. slechts het bouwen in onze steden. Maar hiervan was in het onder havige geval geen sprake. Er was geen wet aart de orde om de kleine patroons te beschermen. Er was alleen sprake van de bescherming der gezellen. En hier nu werd de regeling van het bedrijf, ook wat de patroon aangaat, bij gehaald, niet Omdat anders de gezellen niet te bescher men waren, maar uit geheel ande ren hoofde. Het werd regeling op zich zelve. En dit nu moest afgewezen. Regeling van het bedrijf als zoodanig komt aan de Overheid niet toe. De „Maasbode" komt tegen deze beschouwingen van het anti-rev. hoofd orgaan op en meent, dat het uitgangs punt, het algemeen leidend beginsel, dat de „Std." hier uitsprak, niet bruikbaar ïs. immers, gaat het wel aan te zeggen, dat het de Overheid niet toekomit het be drijf als zoodanig te regelen, dat wil -du., zeggen nooit en in geen omstandig heden Hoe kan zulk een meening voorge staan worden 'door een vurig voorvech ter der bedrijfsorganisatie? Hoe kan ook die regel zoo absoluut worden opgezet, door zulk een ijverig voorstander der drankwet, een wet, die toch ongetwijfeld het drankbedrijf ge heel regelt? Van het terrein der samenleving kan de Staat niet worden geweerd. Daar juist vindt hij zijn taak. Ook „De Standaard" zou niet anders willen voihouden. Immers „regelen" •mag de Overheid volgens haar wel, al leen maar niet eenig bedrijf regelen zoo danig. Voor dit laatste verbod zoeken wij echter den absoluten grond tevergeefs en wanneer wij ons voorstanders noe men mogen van de bestaande regeling van het drankbedrijf, wanneer wij niet onvoorwaardelijk afkeerig zijn van een teekere Fcdrijfso ganisatie, dan kan dat enkel, omdat wij meenen, dat er geen al gemeen geldend verbod bestaat aan het adres der Overheid, nooit en onder geen omstandigheden een bedrijf te regelen. Men zal ons wel niet verdenken, dat wij bij alleriei gelegenheid euaar aan stonds klaar staan de Overheid te hulp in té roepen. Men denkc niet dat wij, den aange geven regel nu eenmaal verwerpend,, ronddobberen zender de beginselen, om telkens weer de vraag omtrent de rege lingsbevoegdheid van den Staat te be antwoorden. Alleen maar zijn deze het is hun gebrek maar ook hun deugd niet zoo makkelijk te hanteeren als de eene korte stelregel, die „De Standaard" aangaf. Overleg tusschen Regeering en Katholieke Kamerclub. Tegenover de klachten, dat inzake de behandeling der Militiewet geen behoor lijk overleg tusschen regeering en meer derheid heeft plaats gehad, stelt de „Nieuwe Tilburgsche Courant" orgaan van het kamerlid Arts de volgende mededeelingen Vanwege de katholieke Kamerclub had men voor de verspreiding der waarheid kunnen zorgen, en dan had men, zijn wij goed ingelicht, geweten: T e 11 eerste, dat het genoegzaam te voren in de Kamer en bij de Regeering bekend was, dat in ieder gevai de vrij zinnigen en een aantal katholieken sterk gekant waren tegen het een-twee-drie af haspelen van een zoo belangrijke wet. Ten t w e e d e, dat zoowel de minister van Binnenlandsche Zaken als die van Oorlog door dr. Nolens zelf w#ren in gelicht Niettegenstaande dit bleef de regeering toch weg, misschien uit overweging dat zij zich in de regeling der werkzaamheden van de Kamer niet te mengen heeft en dus niet in den flater van den heer de Meester wilde vervallenmisschien ook omdat mogelijk minister Heemskerk dat doorjassen der wet in zijn hart niet al te zeer toejuichte. Ten derde wist ook de voorzitter der Kamer van het besluit der katholieken. Ten vierde is het opmerkelijk ge weest dat dr. Kuyper, van wien toch het meest om spoedige behandeling werd ge roepen en gedreven, afwezig was toen de genoeg te voren aangekondigde ge beurtenis plaats greep. T e n v iff d e moet de stem van eenigen van rechts, die dus eerst vóór uitstel waren, zijn omgezet door de patriotische rede van jhr. van Karnebeek. Ten zesde is nog opmerkelijker, dat de vrijzinnige bladen thans afkeuren wat de vrijzinnige Kamerleden zelf zouden hebben voorgesteld, als dr. Nolens hun niet te vlug was geweest. Hieruit kan men opmaken, dat de ka tholieken niet sléchts niet in de kaart der vrijzinnigen hebben gespeeld, maar hun een troef uit de hand hebben ge slagen. Het uitstel der Militiewet. De „Gelderlander" komt er tegen op, dat in de linksche pers niets dan schampere uitvallen tegen de katholieken worend gehoord inzake het uitstel van de militiewet, ofschoon in de laatste dagen zoo luide in diezelfde pers noodkreten FEUILLETON. Naar het Duitsch. 44) Veroorloof mij, zoo mengde zich majoor nu in den strijd, dien hij met toenemend misnoegen aanhoorde Waar om zoudt gij dat moeten verklaren? Ncinstetten zweeg verlegen. Het was toch niet geraden, te vertellen, dst hij om een hooge som gewed had met freule von Hanieck alleen te zullen rijden. Zoo ver klaarde hij stotterend en onsamenhan gend, bij zijn kennissen verteld te heb ben, dat Erna beloofd had, zich aan hem te zullen toevertrouwen. Afgemeten nam nu dc freule het .woord Daar ik eenmaal die belofte deed, zal ik mij er aan houden. Verder ben ik van plan mij aan alle schikkingen van Eichstett te onderwerpen. Duidelijk zag Neinstetten nu in, dat Ihij te ver gegaan was. Oogenblikkelijk Zonken ergernis en toorn als een hoopje [glimmende asch ineen en er bleef bij hém «niets over dan de >vensch, het ver toornde meisje weder te verzoenen. Ik smeek u, mein verehrtes gniidiges Fraulein, vergeef mij mijne heftigheid, vroeg hij verpletterd, Erna naderend. Als gij maar eenigszins vermoedde, hoe razend ik mij op die sledevaart verheugd had, zoudet gij mijn ont goocheling begrijpen, toen Eichstctt mij uit mijn verrukking stiet. Wat moet" ik doen om mijn spijt aan den dag te leg gen? Beveel maar, ik ben tot alles be reid. Freule von Harneck mat den jongen man, die smeekend voor haar stnnd, met somberen blik. Dat het, zoodra hij ver trok, aan alles behalve vriendelijke op merkingen baars vaders niet ontbreken zou, hoorde zij al aan het steeds hefti ger wordend trommelen zijner vingers op de leuning van zijn stoel. Zij zeide slechts Wellicht overweegt gij de volgen de imaal beter uw woorden, voor gij over •menschen, die niets kwaads vermoeden, als een.... Genade, dierbaarste ErnaIk be roep mij op uw grootmoedigheid.... Adieu, mijnheer von Neinstetten, sprak zij kortaf. Waaraan ontleende die man het recht, haar „dierbaarste Erna" te noemen? Nauwelijks had zij de deur achter over het „doorjassen" waren aangehe ven. Het blad zegt o. a. Zeker, ook wij betreuren, dat, nu mi nister Colijn zich alle moeite had gegeven om gereed te zijn, de Kamer blijkbaar niet gezind was, hem in zijn prijzens- waardigen en vaderlandlievenden ijver te volgen. Ook wij betreuren het, dat, waar de wetsontwerpen zich opstapelen, bij de Kamer van zoo weinig voortvarendheid bleek vooral ten aanzien van een wets ontwerp, dat geheel en al voor behande ling gereed lag. Maar men dient nu eenmaal rekening te houden met de feiten, en een feit was het, dat de Kamer afgemat ,was, dat de leden niet meer bij elkaar waren te krijgen, dat ze dus in de eerste weken niet meer voltallig zou zijn. En met dit vooruitzicht toch een wet als die op de Militie te willen behande len, waar zulke hoogernstige belangen mee gemoeid zijn, het ging eenvou dig niet Wat het blad vooral treurig vindt, is het ontmoedigend absenteïsme, waardoor het geregeld voortwerken ook der plicht getrouwen onmogelijk wordt gemaakt en onder de groep der katholieken niet het minst wordt waargenomen. En wat wij' verder allertreurigst vinden, dat is dat blijkbaar deze beslissing ook weer genomen is zonder voorafgaand overleg met de bondgenooten en met de regeering. Zulk een overleg had regeering en rechterzijde het vreemde figuur kunnen besparen, dat ze nu weer tegenover de oppositie maakte, die schijnbaar met recht kon uitroepen: Er is geen coalitie meer! Zeker, de coalitie is hecht genoeg om tegen onderlinge meeningsverschillen be stand te zijn; maar er is toch niet de minste reden om die verschillen aan de groote klok te hangen en de linksche pers stof te leveren tot leedvermakelijke beschouwingen. Sociale Wetgeving. De „N e d er 1 a n d e r" heeft haar ar tikelenreeks over sociale wetgeving vol tooid. Het chr.-hist. orgaan betoogt, dat niet alleen staatspensioneering, inaar evenzeer elke bijslag dien men uit de openbare kas hetzij bij vrijwillige hetzij bij dwang verzekering geeft, een vorm van armen zorg is. Als zoodanig kan zulk een bij slag Qok door hen, die tegen het socia lisme in allerlei vorm gekant zijn, worden aanvaard Op deze wijze zou veel kunnen ge schieden. Men zou bijv. de arbeidersver zekering vrij kunnen laten, maar de ar beiders, die zoo verstandig zijn zich te verzekeren, hierin kunnen steunen door van Overheidswege wij laten nu daar door Staat of gemeente een subsidie te geven. Op deze wijze werkt armenzorg niet verslappend, maar prikkelt zij tot zelf- inspanning, daar men vóór men geholpen wordt, beginnen moet met zichzelf te hel pen. Gelijk men weet bestaat in België dergelijk systeem en werd in Zwitserland een ontwerp in dien geest ingediend. Te betreuren is, dat men ten onzent niet meer er op bedacht was in deze richting de oplossing te zoeken, maar zich van het begin af op het Duitsche stelsel heeft blindgestaard en nu zoover gekomen is, dat teruggaan bijna onmogelijk schijnt en men misschien genoodzaakt zal worden toe te stemmen in maatregelen, die men in zijn hart afkeurt, alleen omdat er nu toch eindelijk iets gebeuren moet Wat wij willen zal veel geld kosten aan het Rijk. Meer misschien dan het Duitsche systeem. Dit ten bewijze, dat geen „ka pitalistische" of egoïstische motieven ons leiden, maar de begeerte dat in den nood der minderbedeelden voorzien wordt, zon der dat men de energie doodt. Maar aan den anderen kant vergete men niet, dat bij subsidie aan vrije verzekering zeer veel kosten worden uitgespaard, die de Duitsche bureaucratie zou opslurpen. Ein delijk, dat de armenzorg in Duitschland is toegenomen na de verzekering, en dat dus de veronderstelling voor de hand ligt dat dit stelsel wel de goede, althans de middelmatige arbeiders helpt, maar de minder valiede elementen terugstoot Neinstetten gesloten, toen de stor.n, waarvan Erna de voorboden al 'ge/ien had, losbrak. Hebt gij met ritmeester von Eich- stett afgesproken, om den baron een hem toekomend genoegen te ontrooven, klonk het haar heersrfizuchtig te gemoet. Als dat het geval geweest was, >ou ik wel den moed gehad hebben, het te bekennen, antwoordde zij, zich met moei te bedwingend. Mijn vriend, zooals d'e heer von Neinstetten den -ritmeester zoo juist noemde, mag anders wel weten, dat ile slechts ongaarne met dezen alleen reed. Overigens zie ik er niet tegen op u te verklaren, dat ik nu inzie, hoe over dreven eerlijk het van mij was, Eichstett geen wenk te geven. Het was mij on draaglijk, den langen tocht met Nein stetten alleen te ondernemen. Waarvoor vreest mijne dochter? vroeg Harneck. Dat heeft, geloof ik geen verdere ^verklaring noodig papa. Erna's neusvleugels trilden, zij perste de lippen te samen en wierp het hoofd in den nek. Daar gij weigert den sluier op te lichten, welke voor mij daarover zweeft, ga ik tot een voorstel over. Het zal mijl gemakkelijk vallen, den ritmeester dui delijk te maken, dat ik 't niet pngaarne in een ellende, waaraan zij onder het stel sel van vrijheid allicht waren ontkomen. Pover resultaat. De „Standaard" noemt het resul taat van de Kamerzitting 1910—11 pover. Als eenig product van den wetgevenden arbeid van dit jaar komt 'tneer op zes wetsontwerpen; drie van blijvende be- teekenis, die over de Zedeloosheid, den Arbeid en de Steenhouwersen drie van minder allooi, de wijzigingen in dc Suc cessiewet, de Eedswet cn de Vaccinewet Dat is al. Niet één groote wet is in behandeling gekomen, veel min afgedaan. Te wachten liggen nog de Armenwet, de Gemeentewet, en de Kustverdediging, en daarbij kwam nu dé Tariefwet, de Ziektewet, de Ongevallenwet, de Pen sioenwet, de Bakkerswet en de Militiewet. Ware nu ten minste dit jaar de Militie wet er nog doorgekomen, zoo ware het negentai van groote wetten die op af doening wachten, met één verminderd. Maar ook dit mocht nu niet. Ook de Militiewet moest naar 1912 verhuizen, oin dan natuurlijk sta-in-den-weg voor de Sociale wetgeving te zijn. Naar luid van het program moet daar dan nog de Grond wetsherziening bijkomen. En dit alles zal dan in 1912 en het halve jaar van 1913 tot een goed einde moeten gebracht wor den. Alsof iemand het gelooft! Koloniën. Ratten verdelging. Tot 16 Mei werd in de residentie Se- marang een millioen ratten gedoodt. Een conflict. De chef van het desinfectiestation te Lawang, dr. Doorenbos, is door dr. de Vogel, na een vrij hevige woordenwisse ling ontslagen uit zijne betrekking. Daar dr. Doorenbos weige de zich te verwij deren, alvorens zijn chef hem eervol ont slag en regeling van de financieele ge volgen daarvan had toegezegd, daar hij was aangesteld voor den duur der epide mie, riep dr. de Vogel de hulp der poli tie in, die dr. Doorenbos tot heengaan dwong. Volgens eene lezing zou de oorzaak van dit incident moeten zijn gelegen in het optreden van dr. Doorenbos te Ba- toc. waar hij critiek had uitgeoefend op de wein'g afdoende maatregelen van dr. de Vogel, die niet was ingegaan op zijn voorstel om den pesthaard aldaar te ver branden door dr. D urenbos zou toen telegrafisch zijn beklag zijn ingediend bij den direct-ur van onderwijs en den minister van koloniën. Volgens diezelf de lezing zou nu gebleken zijn, dat op 26 April van 14 personen te Lawang op verzoek van dr. de Vogel één, n.l. de van pest verdachte inantri-politie uiit Pa- soeroean, niet zou zijn gedeiinfecteerdl De zaak zal waarschijnlijk nog ern stige gevolgen hebben in verband met een telegram aan den minister van ko loniën, waarin naar het schijnt de aandacht wordt gevestigd op de hoogst onvoldoende maatregelen tegen de pest. Ambtenaren B. B. Het tekort aan B. B. ambtenaren, zoo schrijft men aan de Pr. Bode uit Bata via, doet zich vooral in de rangen van adspirant-controletr en controleur sterk gevoelen. Thans is bij de regeering in overweging de formatie van de contro leurs in elke residentie tijdei ijk «net 1 te verminderen. Dat beteekenl voor dc 15 afdeelingen besparing van 15 contro leurs. De resident zal dan een schikking heb ben te treffen tot licit regelen der werk zaamheden, n.l. door aan 1 controleur twee afdeelingen toe te vertrouwen. Om de zaken te laten marcheeren en den 'controleur van schrijfwerk te ontlasten zal dan zoowel in zijn eigen afdeeling en in cle waargenomen afdeeling eert Europcesche klerk aangesteld worden. Zooals gezegd is, wordt deze maat regel overwogen om een voor'oopige re geling te treffen totdart er minder ge brek aan personeel zal zijn. We vreezen echter, dat de „tijdelijke maatregel nei gingen tot blijven" zal vertoonen, be sluit het blad. zou zien, wanneer het genoegen van den goeden Erich niet verstoord werd. Wees er van overtuigd, dat ik het diplomatiek zal aanleggen. De vrijheer hield de gou lcn dóes, waaruit hij zoo juist inet sierlijke bewe ging een snuifje genomen had, geopend in de hand en zag het meisje met wij felenden blik aan. Haar stern beefde, toen zij1, op ieder woord nadruk' leggend, zacht antwoord de: Doe dat niet, papa. Al 'einstet- ten's slede voorkomt zonder mevrouw von Eichstett ga ik niet einde. Daarna verliet zij het vertrek. De oude vrijheer zag haar na, wanke lend tusschen ergernis en be rendering. Dat was iets van zijn aard. Zij z >u woord houden, het stijfhoofdige m i je. De voorslag, waarmede het hem niet eens ernst was geweest, durfde hij niet tot uitvoering brengen. In zijn besluit, dat Erna mevrouw von Neinstetten worden moest, ./as echter door dit voorval geen verari b ring ge bracht. Er zou wel een andere weg zijn om tot zijn doel le komen. Die zwakhoofd van een Herman, mompelde hij minachtend, naar de cou ranten grijpend. Waarom heeft hij niet liet ka raki éi' en de ivilskr&cji t van zijn Aan de Sum.-post wordt gemeld Wegens een tekort aan aspirantcon troleurs op de Buitenbezittingen worden de vacatures vervuld door civiele gezag hebbers. De rijstoogst. De Mak. Courant verneemt, dat dc fn Zuid-Celebes ie veld staande rijst, thans dans zij de laatste regens, gegronde hoop! op een rijken oogst geeft. Werd aanvankelijk gevreesd, dat d'e oogst dit jaar zou mislukken, en het thans reeds heerschende gebrek zou ver- grooten, nu is deze vrees geheel gewe ken, en zal de nu abnormaal hooge rijst prijs zich niet lang meer handhaven. Cholera. j Wij lezen in de Java Bode, dat er te Batavia op 16 Mei 11 nieuwe gevallen (waaronder 2 Europeanen) en 10 sterf gevallen zijn voorgekomen. Op 17 Mef waren deze cijfers onderscheidenlijk 22 (w.o. 1 Europeaan) en 21. Den 1 Sden. deden zich 20 nieuwe cho leragevallen voor; 2 patiënten herstel den, 14 overleden. Nog in behandeling! 45 patiënten. Inenting tegen de cholera, i De gouverneur-generaal, de heer Iden- burg heeft zich met al de zijnen cn alle die aan den dienst op het paleis zijn verbonden, doen inenten, meldt de Java- Bode. Trouwens nu de gevreesde ziekte weer zoo geducht den kop opsteekt; wordt er storm geloopen op de Pas teur-inrichting. De toevloed van liefheb bers voor dc inenting, is bijna niet te helpen. Semarang weer I bes me t verklaard. De Loc. van Donderdag 11 Mei schrijft De stad is heden weer besmet vcr- verklaard wegens cholera. Gedurende de laatste 7 dagen zijn er 46 positieve gevallen geconstateerd. De dag van gis ter bracht er alleen 13, daarentegen wa ren er hedenmiddag om 12 uur nog 3 gevallen aangegeven. Mlaten en omge ving zijn ewer het sterkst geïnfecteerd. Alles wordt in het werk gesteld om een verder doordringen van de epidemie tegen te gaan. De desinfectie der putten zal nu voornamelijk op de aangetaste dis tricten worden geconcentreerd, daar el ders in de stad de cholera nagenoeg niet optreedt. De handel teSoerabajainactie Te Soerabaja had een vergadering plaats van de leden der Kamer van Koophandel, en der Handelsvereeniging naar aanleiding van het besprokene op de conferentie ten huize van den resi dent, waar de voorzitters dier lichamen bijeenkwamen niet plaatselijke en ge westelijke bertuursambtcnaren en eeni- ge doctoren. Men i s tot de ratio- neele conclusie gekomen, dat de handel moet doen wat mogelijk is, om de ziekte te helpen bestrijden. Men zal nu over gaan tpt ontratting van alle pakhuizen en zoo mogelijk tot desinfectie daarvan. Ook de Chineesche Handelsvereeni ging heeft medewerking toegezegd. De verdelging van ratten zal nu ook door den handel met kracht worden aange pakt. Gemeentezaken. Gemeenteraad. Voor de raadsvergadering van Don derdag a.s. zijn alsnog aan de orde gesteld Aanwijzing van een lid van den Ge meenteraad, om, zoo noodig, als plaats vervanger op te treden van den Burge meester, als voorzitter van het hoofd stembureau in het eerste kiesdistrict, voor de* eventueele stemming en herstemming ter benoeming van leden van den Ge meenteraad. Benoeming van de leden en de plaats vervangende leden van het hoofdstem- bureau in het eerste stemdistrict en van voorzitters, leden en plaatsvervangende leden van de overige stemburcaux, voor de eventueele stemming en herstemming ter benoeming van leden van den Ge meenteraad. zuster? Die jongen schiet waarachtig nog maar niets op met Lili Orben, of schoon de kleine heks tot over de ooren op hem verliefd is. Is dat een jeugd Het had fel gevroren. De sneeuw knars te onder de voeten der wandelaars vaal blauw welfde zich de hemel over de glinsterende aarde. Een betere dag voor de sledevaart was niet denkbaar. Toch stond Erna Harneck met sombe ren blik voor liet venster der woonkamer. Gcdachtenloos ademde zij op dc met dikke ijsbloemen bedekte ruiten, waar op zoodra zij eindigde, zich weder nieu we ijsnaalden vormden op het ontdooi le plekje. Baron Arnold trad binnen. Onderzoe kend vloog zijn blik over de gelaatsgehal te zijner dochter, toen deze. hem ecnige schreden naderde en den gewonen mor gengroet bood. Nu, Erna, heb ik het getroffen? vroeg hij, door den verkregen indrukf bevredigd. Het jonge meisje droeg een donker rood fluweelen kleed, met breed don ker bond afgezet. De kamenier had het des morgens haar verraste meesteres als! een geschenk Jiaars vaders overhandigdw (Wordt ve/volgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5