eubelwir
Vloerzeilen.
Eind goed, al goed.
VAN DER LINDEN,
LEIMUIDEN.
KEL,
dsveen.
is „met c
sche eischen van onderstaan
prijzen."
Of zou hiermee misschien b<
dat met angstige zorg gewa
voor den gezondheidstoesta
beurzen der klanten, die cont;
betalen
Ongelukken. Een jo
Wervershoof (N.-H.) slikte
eten zijn kunstverhemelte in,
haakjes werd weerhouden c
slokdarm bleef zitten.
Hij werd onmiddellijk 11aa
vervoerd en daar met X-stral
zocht, waarna hij naar Amsti
het ondergaan eener operatie,
voerd.
Botsing t tl s s c h e n sto
en taxi. Een taxi, waarin
tal Engelsche toeristen ware
die op weg waren naar Volend
op een Kruisweg onder Mo;
tegen de Noord-Holl. stoom
chauffeur had nog vóór de
over willen steken, doch de
door de locomotief op zij g
kwam op den berm van den \t
sloot terecht. De toeristen en
feur kregen een nat pak en
zeker een minder aangenani'
ring aan ons waterrijk land.
Aldoor brutaler. T
politiebeambte in het gerechtsl
da was, werd zijn fiets uit de
genomen. Dit is nu in een p
den de derde maal, dat op
een fiets gestolen wordt.
Onmenschelijk. Te
(Fr.) had een landbouwer een
niet wilde trekken. De wreed
162
VAN DER DRIFT)
RIJN 67,
TeletooJ |27. (100)
en 21NMVERKEN
van Gas- en Waterleiding,
(cement- en Cement-Mastix.
king nvt veeljarige garantie.
•oirniksche Steen,
n «ne Grind, Steen-
maten, uit Belgi-
litsche Groeven.
8031
S VOORRADIG
Aan dt
19.)
aar hij vergiste zich. Zijn tegenstand verbitterde hen en
deed ben al hun lafheid toonen. Zij stonden gereed zich
op hem te werpen, maar hij riep met krachtige stem:
„De eerste die mij aanraakt, schiet ik neer als een hond."
vastberaden uitdrukking op zijn gelaat zagen ze dat het
geen ijdele bedreiging van hem was. Ze beraadslaagden een oogen-
blik onder elkander. Toen nam Vallongue het woord.
„Je speelt hoog spel, mijn waarde," zei hij. „Wij hebben ons nu
eenmaal voorgenomen dat je de Nachtmis zult bijwonen, en goed
schiks of kwaadschiks, moet dat nu ook gebeuren. Ge zult voor het
altaar neerknielen met een kaars in de hand, en daar eerherstel geven
voor de misdaden die gij en de uwen zes jaren lang bedreven hebt. Ge
krijgt etn kwartier om u te bedenken. Wellicht komt ge wel tot het
besluit dat het wijzer is vrijwillig onzen zin te doen dan er toe ge
dwongen te worden. En dwingen zouden we u, al moesten we u ook
gebonden naai de kapel brengen."
Gaston zweeg en vroeg zich af wat hij zou doen. Hij was gewapend,
maar ontveinsde zich niet, dat hij als hij zijn pistool had afgevuurd,
niets meer had dan zijn degen, en daarmede zou hij zich niet lang
tegen ae overmacht kunnen verdedigen. Dit deed hem besluiten tot
list zijn toevlucht te nemen. Hij veranderde van houding en veinzende
zich overwonnen te zien, hernam hij
„Ik kan niet roepen „Leve de Koning", omdat ik de republiek
dien en ik zou comedie spelen, als ik riep wat ge mij wilt ontrukken.
Maar ofschoon republikein ben ik goed Katholiek en ik weiger niet
de H. Mis bij te wonen, ofschoon ik er liever niet toe gedwongen
was geworden."
„Ge zult ook eerherstel geven," beval Vallongue.
„Nooit. Geen menschelijke macht zal van mij verkrijgen dat ik
ver gif f<-nis vraag voor daden, die ik niet heb bedreven."
„Gij dient de bedrijvers, dus zijt ge medeplichtig."
„Ik dien Frankrijk onder de republiek, zooals ik het zou dienen
onder den koning, als hij nog op den troon zat. Dat hebben ook
mijn vooroudera gedaan."
Een schaterlach beantwoordde deze verklaring.
„Hoort go het, heeren," sprak een stem op schamperen toon, „hij
spreekt van zijn voorouders, alsof lieden van zijn slag zouden kunnen
roemen op een lange lijst van voorzaten.
„De mijne zijn even goed als de uwe," verklaarde Gaston veront
waardigd.
„Gc ht-K dus voorouders?"
Toen herinnerde hij zich dat zijn adellijke afkomst nooit bekend
was gemaakt, maar dat het nu misschien de ure was om als edelman
op te treden en aan hen, die hem beleedigden te bewijzen, dat hij huns
gelijke was.
„Als ge mij mijn naam gevraagd had," sprak hij waardig, „zoudt
ge Meten dot ik ridder Gaston de Beau Casque ben."
Het gelach verdubbelde. De jeugdige leeghoofden die Gaston om
ringden, vroegen hem spottend, waar hij dien naam opgevischt had.
„Hij weid mijn familie toegekend met den adeldom op het slag
veld van Maiignan door koning Frans I. De beM-ijzen bestaan er voor."
nij sprak met zooveel zekerheid, dat geen van zijn hoorders aan de
waarheid zijner woorden tM'ijfelde. Men lachte niet meer. Op de ern
stig geworder gezichten had een uitdrukking van hoogachting die van
spot en verachting vervangen.
„Als het Maar is wat ge zegt, mijnheer," zei De Vallongue, „zijt ge
nog meer schuldig door voor de republiek te strijden en niet in dienst
van den koning te treden. Daarom moet ge God en uw souverein om
vergeving vragen."
„Ik h^b steeds mijn plicht gedaan en ken mij niet schuldig. Gaarne
zal ik de H. Mis bijMonen, zeer gelukkig, dat ik zoo het Kerstfeest
vieren kan. Maar verwacht niets meer van mij. Ik laat mij niet dwin-
gea tegen mijn wil te handelen."
„Dat zullen wij zien," antwoordde de Vallongue droog. „Het uur
der H. Mis nadert, ik zal u komen halen als het tijd is."
Hij gi jg naar buiten, door zijn kameraden gevolgd. Gaston hoor
de aen sleutel in het slot omdraaien; hij M'as gevangen. Geslingerd tus-
sclien woede en vrees, overlegde hij of hij den weg der voorzichtigheid
zou kiezen door zijn trots.tot zwijgen-te brengen en te doen, wat men
van hem zou eischen. Toen men hem echter kwam halen, had hij zijn
eerste beslui', niet veranderd.
Met de Vallongue, die door drie geMapende edellieden vergezeld
werd, verliet li'j het huis, stak een terras over en ze kwamen in de rui
nen van het oude kasteel. Door een breede gang, M'elker muren van hoo-
ge oudheid getuigden, kwamen ze in een lage zaal, die aan het einde
toegang gaf tot de kapel, u-aarvan niets meer over was dan het mid
delschip, d«»t door opgerichte muren tusschen de pilaren van de ge
heel in puin liggende zijbeuken afgesloten was. De geheele ruimte Mas
blijkbaar in allo haast door eenige herstellingen en eenvoudig meubi
lair gtsehiki. gemaakt om een enkele maal er een H. Dienst te kunnen
doen. Nog slechts enkele geloovigen waren aanu-ezig. Ze lagen bij een
biechtstoel geknield, waar zij achtereenvolgens binnengingen. Voor
aan kort bij het altaar waren eenige fauteuils geplaatst, blijkbaar
voor bezoekers van hoogen rang bestemd. Bij het licht der jkaarsen die
ontstoken werden, bemerkte Gaston verscheidene vrouwen onder de
knielende geloovigen die zich voor de biecht voorbereidden. Hij kon
echter Lun gelaatstrekken niet onderscheiden door de gebogen biddende
houding, die zij niet veranderden, toen hij hen voorbijging. Hij werd
nabij Let altaar geplaatst en begreep hieruit, dat zijn bewakers het
plan niet hadden opgegeven en hem een
maar met onverzwakten moed, af wat ei
den. Vastbesloten zich niet te onderwei
Langzamerhand vulde zich de kapel,
sabels op don steen en vloer, en omziende,
hij te voren al gezien had. Hij zag zich
deze omstandigheid versterkte hem in zi
laten dooden dan zich tot een vernederei
Zijn gedachten werden afgeleid door
dames, die op de fauteuils vóór hem plaat
c'c plaats, die zij innamen, maakte Gas
van de aanwezige edellieden waren, uitge-
naburige Duitsche steden moesten bijeen
geu te vieren in het vooruitzicht dat de s
waren mees4 gesluierd, zoodat ze niet te
verlies de priester den biechtstoel en beg
zich met het priesterlijk geM'aad voor dei
kapci was nu geheel bezet met uitzonderii
duidelijk, dat men om de H. Mis te begii
personage afwachtte, en dit bleek ook we
officier aan De Vallongue kwam zegge:
het gedempte geluid der stem het kon hoo
„Monseigneur de prins van Condé beve
zonder hem. Hij weet niet of hij zal kunn
dea is in het hoofdkwartier van maarschall
De Vallongue ging den priester waars*
bog 'U de Mis, die zonder orgel of zang ii
aanwezigen 'u eerbiedige stilte aangehoorc
Het leven te velde had in Gaston de go
kuinen intdooven. Mocht ze door gebrek
verzwakt zijn, dit plechtige uur deed ze mt
innering aan vroeger dagen, toen hij in dc
het kindje Jezus knielde, deed hem ook denl
hij had bijgewoond met de dames Ruquemai
genheid en trouw, dien morgen geu-isseld n:
Meegesleept door deze herinneringen, aan
godsdienstige aandoening bij het aanboore
zi jr iMus'/n" als gevangene en stortte een vui
zijn overleden grootvader ook Hervas en di
dacht. Zoo naderde het oogenblik der H. C
zijn aandacht getrokken door de dames die 1
zaten en zich naar het altaar begaven om
zitten. Ofschoon ze teruglceerende hunne sir
haar gelaat niet te zien was, meende hij toe
mes te herkennen. Een onderdrukte kreet van
snapt. Hij had de gravin De Ruquemare herl;
Thérése, ofschoon zeer verschillend van voor.
den. Toen nog bijna een kind, uras ze nu een
valligheid harer achttien jaren. Ondanks de
het oogenblik kon hij niet nalaten haar met
zij op haar plaats teruggekeerd weer aan zijn
was geheel van zijn stuk gebracht door dez
moeite zijn aandoening voor zijn bewakers te
penen met geduld om de vriendin zijner jeugi
zich er van te vergewissen of de gevoelens .van
werden gedeeld.
In afwachting hiervan, dankte hij God t
bad voor haar en voor zich, smeekende zijn w
hem niet meer van haar te scheiden. Terzei
allerlei vragen aan hem op, vragen die hij aan
moeder zou stellen. Wat er van hen geu-orden
Wat zij gedaan en hoe zij geleefd hadden, hot
aan den oever van den Rijn waren gekomen in
de prins van Condé zijn kwartier had gevestig
langen was op deze vragen een antwoord te bel
dit om zijn aandacht bij het gebed te bepaler
meer aan het gevaar dat hem bedreigde. Het 1
u-oordigheid van Marie Thérése voldoende was
Toen de Mis geëindigd was, urerd hij echter sp.
ting bedrogen. De priester had ternauwernood
De Vallongue ging het altaar op, nam een kaa
laars die hij Gaston aanbood, zeggende:
„Neem deze kaars en kom voor het altaar kni
Gaston kruiste de armen over de borst en spra
„Wat gij doet, mijnheer, is een edelman en
uaardig."
„Neem deze kaars," beval Vallongue opnieuu-,
u met geweld te du-ingen."
„Beproef dat, als ge kunt. Ik zou even laf zijn
bevel voldeed. In elk geval zal dit hier niet gebe
Katholiek om u zulk een schandaal te veroorl*
plaats."
Gaston ging achteruit; met een sprong u-as
die hem van het middenpad scheidden en de oms
u*eg versperden, ter zijde dringende, bereikte h
hij zijn loop had voortgezet had hij kunnen ontsi
zijn bedoeling niet; hij wilde voor alles Marie
Daarom bleef hij in de zaal buiten de kapel staan, t€
die het plan van De Vallongue niet kenden .en
officier van het republikeinsche leger zagen ac
meesten van hen in de kapel niet eens gezien had
wat deze vervolging moest beteekenen.
Gaston plaatste zich met den rug tegen den mu
gue hem bereikte en hem toebeet: „Ik geloof, elle
voor een lafaard hebt uitgemaakt."
Met een handschoen in de hand, naderde hij zij