Erna von Harneck.
Uit de Pers.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 20 Mei.
Een lied per week.
No. 43 uit „De Leeuwerk".
Lied van Sobriëtas.
(Woorden van Muziek' Van'
(Gerard Brom. L. v. d. Laakën'.
'Ons blauwe vaandel draagt het Kruis
Van overwinning in ons huis.
Om ieders kruis te dragen.
(Dat maakt ons offer tot een feest
|Bn geeft ons hart den goedetnl geefctj,'
Om dezen strijd te wagen'.
(Komt broeders, zusters in de rif! i
;De kruistocht maakt ons allen' vrij
Van zorgen 'en gevaren.
(Bevrijd de heele wereld danl,
|De drank is zoo'n geducht tiranl, i 1
Laat ons 'geen krachten sparen'.
(Wat ons Van dezen duivel redti,i
Dat is (onthouding en gebed, 1
Zoo leert Ide Heer der Heer.ein!. i
Volhardt toch heilig in den strijd!,!
'En denkt ien spreekt en' leeft altijdl
Sobriëtas ter eere
Kameroverzicht.
TWEEDE KAMER.
Nog eene motie. Diverse wetsontwerpen.
't Is gisteren (misschien nog 'wel de
nuttigst besteede dag Van de wleek ge-
iWeest, al is de voormiddag doorgebracht
in ijdel gediscussj^eer over een motie van
den hr. Roodhuijzen (U.L.) inzake het
verleenen van 'n maximum subsidie van
!f 3000 aan de 'Vereeniging van 'gepe'nsia-
neerde militairen „Weduwien zorgt". 'Nu
Idenke men niet dat de weduwen van on
derofficieren en minderen aan hun 'lot
{worden overgelaten, daarin 'heeft de 'pein-
isioenswet voorzien. Maar 't geldt hier
1de weduwen van die gepiensiiomeierdielnf,
die, nadat zij 'den dienst 'met pen'siotón'
hebben verlaten, nog in 't huwelijksboot-
Sje zijn gestapt. Dat de Regiering hier
voor zou moeten bijbetalen, is 'al te on
logisch en het "beroep van. den {ne'er van
IDedem (C. H.) op het Christelijk begïn-
.sel „draagt elkanders lasten" mist 'in
dit geval eenige bewijskracht. Mefn zou
dan elke subsidie-aanvrage moeteln steu-
Wen, van welke vereeiniging zij bok kwami,
als het particulier initiatief maar iets
deed. Terecht hebbeln de drie Ministerfc',
die bij deze motie betrokken waren, op
de consequentie ervan gdwezen. De bur
gerlijke ambtenaren zouden eveneens met
soortgelijke aanvragen kunnen 'koirnen.
'Andere bezwaren zijn de grondslagen
der Vereenigingvoldoen deze wel om
in de pensioneering steeds te Voorzien
(Voorts wees men er op, dat de aangfei-
vraagde som in de toekomst Verre zal
{worden overschreven.
Do heer Roodhuijzen vond bij het ver
dere debat den heer Ter Laan (S. D.)
tegenover zich. De wet niet ontduiken,
.was het standpunt van den socialist. In
dertijd hebt gij geweigerd ons amende
ment aan te nemen om aan de weduwen-
wet terugwerkende kracht te geven. Wilt
gij nu iets doen, ons goed, maar dan
voor allen. De Kamer bleek echter niet
gezind te zijn iets te doen en verwierp bij
zeer gevarieerde stemming met 40 tegen
23 stemmen de motie-Roodhuijzen.
In den namiddag werd de wetgevende
arbeid hervat met de vaccinewet-wijzi-
ging, die eene gewenschte verbetering
brengt. Zonder in te gaan op de quaestic
,van vaccine-dwang, stelde minister Heems
kerk nl. voor in bepaalde gevallen ont
heffing van de verplichte vaccinatie te
verleenen. Zoo zullen bv. voortaan
want de Kamer heeft het wetsontwerp
aangenomen onderwijzers en leerlin
gen, die niet ingeënt zijn, in school mo
gen zijn, mits zij van twee geneesheeren
(eene verklaring overleggen, dat de inen
ting voor hen bijzonder gevaarlijk is. De
ze verklaring blijft drie jaar van kracht.
Kinderen, op wie de inenting zonder ge-
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
27)
Herman'opende de deur en verzekerde
den molenaar, dat hij zonder gevaar naar
buiten kon gaan. Daarop riep hij Hein-
rich en droeg dezen op er voor te zorgen,
Idat de man op zijn wagen kwam. Hij zelf
keerde naar de kamer terug.
Hij had met den molenaar te doen.
Als jongen had hij menig uur in den
'molen doorgebracht, klauterend op het
hoog gestapeld hout of in den tuin kersen
plukkend. Aarzelend trad hij op de schrijf
tafel toe.
Als ge mij niets bijzonders mede te
ideelen hebt, werd ik liever niet gestoord,
zeide de vader, een sigaar aanstekend.
Zou het niet mogelijk zijn, papa
Wat? Spreek jij dien dronken kerel
nog voor. Een vent, die huis en hof door
het keelgat jaagt en al tot delirium ver
vallen is. Neen, daarvoor heb jk geen
geld over, en allerminst in dezen tijd.
Laat ik je opmerkzaam mogen maken,
volg is gebleven, kunnen één jaar tot
de school worden toegelaten.
Van A. R. en C. H. zijde toonde men
zich over dit wetsontwerp, om met den
heer Heemskerk (A. iR.) te spreken,
„dankbaar maar niet voldaan". En in
vaak heftige bewoordingen werden de be
kende bezwaren tegen vaccinedwang nog
eens gereleveerd en de heer Lohman (C.
H.) toon,de zich 'vooral verbolgen, 'dat van
den A. R. 'Minister geen 'voorsteIKeln' tot
afschaffing kwamen, ook al zou de Min.
vooruit weten geen meerderheid te vin
den. De verdediging van den Min. was
een gemakkelijke, omdat de' vacdrnle-
dwang niet aan de orde! was <etti! de1 bte'-
schouwinger der leden dus over het wets
ontwerp heen gingen. Zooewl de Min. als
zijn broeder, de afgevaardigde Heems
kerk verwierpen 't godsdienstig bezwaar
tegen vaccinatie. Toegegeven dat men
zich tegen Gods bestel niet kan vrijwaren
ligt het juist in Gods bestel zekere voor
behoedmiddelen tegen bepaalde ziekten
te gebruiken, red,ene;erde 'de Minister, 'die
overigens met de propaganda tegen den
vaccinedwang zich kon vereenigen.
Het wetsontwerp 'tot 'wering en 'bestrij
ding''van ziekten Van cultuurgewassen en
van voor cultuurgewassen schadelijke
gewassen, werd na een paar opmerkiin'-
gen van 'den heer van' Dedelm aangeno
men. Was tot 'dusverre deze bestrijding
aan de zorg 'der gemeentebesturen1 over
gelaten, het voorkomen Van den' Amleri-
kaanschen kruisbessenmeeldauw djeed 'de
noodzakelijkheid van eene algjelmeen'e re
geling nader in 'het licht komen. Da-artoe
strekten d>e door 'Minister Talma 'ontwor
pen lalg.emeene rtegelen.
Maandag a.s. zal de Kamer 'een aan
vang maken met de Veelbesproken
Steen houwers wet, waarbij Minisier Tal-
ma voor een beet vuur zal komen te staan.
De tarieffwet.
Het „Dagblad van 'N o o r di-Bi ra-
ba int" schrijft pnder het opschrift, dat
komt bij:
Half April klaagde „De Schoeninjdu's-
trie" het officieel orgaan van den Bomd
Van schoenfabrikanten,, dat de 2 pCt.
op overleer de 'schoene.iexport eenvoudig
zou vernietigen.
Wij hebben dadelijk groote oogen: op
gezet, omdat die 2 pCt. niet op alle over
leer wordt gelegd, maar slechts op een
klein gedeelte, dat hier te lande wordt
gemaakt.
Maar het officieel orgaan Van den bomti
van schoenfabrikanten had gesproken,
en wij hebben onze verbazing maar bin
nen gehouden.
Intusschen heeft gisteren de Bom'd te
Tilburg vergaderd en in een: daar aange
nomen motie lezen wij thante de erken
ning;, dat de in uitzicht gesteide heffm(g
van rechten op zoolleer en sommige soor
ten over leder, welke in voldoende mate
en kwaliteit hier te lande kunnen wor
den vervaardigd, geen ernstige reden' tot
bestrijding geeft".
Ziezoo, dat komt bij.
De Bond dringt nog op eenige wijzi
gingen in het tarief aan^ dat is zijn recht
Maar de 2e pCt. op enkele sooirt(en
overleer bedreiger de industrie 'niet meer
met ondergang.
Wij hebben op deze geschiedenis: Wil
len wijzen, omdat wij in dqn laatsten tijd
meenen te leven in Italië of Spanje, in
plaats van in ons kalm Nederland.
ZoO overdrijft mi en in tallooze adres
sen en imoties.
Elke tariefpost heet eei industrie te
vermoorden of duizenden arbeiders 'met
werkloosheid te bedreige.ii.
De inkorting van den arbeidsdag vloor
jeugdige personen en vrouwen Wordt de
ondergang genoemd van 'n heele indus
trieplaats.
Dat men zijn bezwaren Inlet in meer
ntichteren vorm kan gieten?
Zeker, wij leven in den tijd der super
latieven.
Vreeselijk, reusachtig, ontzettend, zijn
woorden, op de lippen van onzen1 tijd
steeds gereed.
Maar onze iwettemmakers zijn over het
algemeen menschen, die een zakelijk voor
gedragen bezwaar werkelijk' onderzoe-
dat gij reeds evenveel duizenden ge
vraagd hebt als de molenaar honderden.
Ge zult begrijpen...
De spottende toon, waarmede de laat
ste woorden werden uitgesproken, dreef
den officier het bloed naar het hoofd;
de courant van zich slingerend, verliet hij
het vertrek. Alsof er niets geschied was,
boog de achterblijvende zich over de voor
hem liggende papieren.
Buiten had intusschen de koetsier den
molenaar bij den arm genomen en hem
niet zonder moeite -den hoogen trap af
geleid. ,Het duurde ook een poosje eer
het hem gelukte den man te helpen op
den ,bok van den wagen, die in een
hoek van het voorplein stond. .Heinrich
bracht de leidsels in orde en zeide
lachend
Nu, molenaar, een groet voor Am-
rike, hoor. 't Is een drommels aardig
meisje. Onze Frans weet ook wat hij
doet. Hij heeft vast alle dagen daar
ginds wat te doen.
De molenaar keek den spreker eerst
wezenloos aan. ,Toen kwam er langzaam
klaarheid in zijn hoofd. Hij sloeg zoo
grimmig op het paard los, dat het dier
schuw ter zijde sprong. Slag op slag
volgde, en in woesten vaart vloog het
beangstigde dier voort.
Luitenant von .Harneck, die juist hij
ken, maar een opgeblazen rekest ter zij
de leggen.
Vrijzinnige benepenheid.
In het „Huisgezin" 1 ezen ,\vij
Na Utrecht Arnhem'.
De gemeenteraad van Utrecht heeft
indertijd geweigerd subsidie te verlee!-
inen aan bijzondere bewaarscholen.
iDe uitsluitingslust schijnt de vfijzin-
Injigheid in het bloed te zitten.
Alles pleit er Voor, dat, zoo lanlg het
Rijk zich het bewaarschool onderwijs niet
aantrekt, de gemeente aan bijzondere
inrichtingen subsidie verleent.
Een ider overwegingen daarvfoor is
deze, dat indien particulieren |nieï in be
waarschool onderwijs, althans ten tieele
voorzien, de gemeente daarvoor heeft
te zorgen en dat heel wat meer moet be
steden dan de subsidie aan bijzoin'dlere
inrichtingen bedraagt.
Nadat het 'blad de gronden, waarop
het praeadvies van B. en W. berust, aan
critiek heeft onderworpen, besluit het:
In één twoord, het geheel der Arnhe.n-
9che argumentatie getuigt van een be
krompenheid van inzicht, een' engheid
vaai opvatting,, opvallend in strijd met
de breedheid waarop de vrijzinnigheid
zegt roem te dragen.
Men wil den schoolstrijd buiten de
raadszaal houden, zoo heet het, imaar
door zijn benepen uitsluiting zet men
hem er juist middenin.
Socialistisch Propaganda-middel.
Het „Centrum" wijst er nogmaals
op en 't is goed dit ook te dezer plaat
se te herhalen dat onder het zocgie-
naamd volkspetitionnement der socia-
listen voor algemeen kiesrecht geen hand
teekeninJgen van Katholieken behooren.
En wat juist in d,en laatsten tijd be
kend is geworden omtrent dit politiek!
reclamemiddel en het gebruik, dat de
socialisten daarvan Willen maken' opi den
dag der Kamer opening, heeft de bedoe
ling daarvan nog een& extra duidelijk
in 't licht gesteld.
Onze ontwikkelde menschen behoeven
dus niet meer te worden ingelicht. Zij
weten wat zij aan "t petitionnement heb
ben, en zullen de uitnoodiging tot on-
derteekening onvoorwaardelijk afwijzen.
Het kan echter zijn, dat in sommige,
of vele plaatsen gespeculeerd wordt op
een minder juist inzicht, en' met allerlei
schijnschooiie voorwendsels de eigenlij
ke strekking van het adres wordt gemas
keerd.
Langs dien weg kunnen wellicht nog
een gróoter of kleiner aantal hamldtee-
keningen worden verkregen van mjenl-
schen, die met het socialisme niets te
maken willen hebben, maar wier namen
desondanks straks zullen -moeten dienst
doen, om aan deze onde rule ml i n g
van het s o e i a Lij s m e aanzien en'
kracht bij te zetten.
Tegen dezen opzet waarschuwe men,
waar nog te waarschuwen valt.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting va\n Vrijdag 19 Mei. (V<em)
Na de pauze werd behandeld het vac-
cine-wetie.
De heer Heemskerk verklaarde
zich voor het voorstel, maar was hoewel
dankbaar, toch niet voldaan. De religieu
ze bezwaren tegen inenting zie'ive, en
hieraan ontleend dat de mensch zich niet
moet voorbehoeden tegen ziekten, die
hem van Godswege worden opgelegd,
deelt spr. weliswaar niet, en deze be
zwaren acht hij een dwaling, maar wel
heeft hij onoverkomelijke bezwaren, ook
religieuze tegen vaccinedwang vam staats-
wede. Intusschen aanvaardt spr. dit ont
werp eensdeels omdat nu officieell er
kend wordt dit in inenting gevaar kau
steken, anderdeels omdat nu althans aan
enkele kinderen het leven gered wordt,
wier leven anders door vaccinedwang be
dreigd wordt. Spr. maakt alleen nog deze
reserve dat hij het bedenkelijk acht bij
bestuursmaatregel te doen uitmaken,
wat zal zijn te verstaan onder inenting!.
De heer de Savornin Lohman'
gispte scherp den vaccinedwang als een'
grof onrecht door aan ouders ee.ue ver
plichting op te leggen, welke 'onbetwist-
den trap was aangekomen, zag nog, hoe
de wagen om den hoek verdween, ter
wijl de berijder bij den dollen rit heen
en weder schommelde op zijn hooge zit
plaats.
Als de kerel maar zonder ongeluk
thuis komt, .Heinrich. Zeide hij nog wat?
Hij kon niet goed spreken, ant
woordde de koetsier grinnekend.
Dat hij den man nog tot woede had
gedreven, verzweeg hij. Het speet hem
trouwens reeds. Men mompelde toch, dat
de oude vaak Amrike de kracht van zijn
zware vuist deed gevoelen.
VI.
Het was avond geworden. Zuster en
broeder hadden jiog eenmaal te zamen
een wandeling door den tuin gemaakt
en zaten nu met freule Orben ïn Erna's
kamer. Daar zou de afscheidspunch be
reid en gebruikt worden.
Plotseling hoorde men een ruiter jn
galop den slotberg opkomen. Eenige mi
nuten later trof de gillende uitroep:
„Brand: de molen staat in brand!" het
oor van .Herman, die fluks een venster
opengeworpen had.
Bleek zagen allen elkaar even aan.
Daarna riep de officier door het venster:
Gauw de paarden voor de spuit en
den jachtwagen ingespannen. Ik kom zoo.
In weinige .sprongen ,was hij de trap af;
baar in meer dan een geval dood of ziek
te van hun kind tengevolge kan hebbent
Spr. beschouwde vaccinatiie als een,
wapen tegen de,nkbeëldig gevaar, waar
pokziek'e hier te 'lande niet inlfeletmsch
is en komt hier al 'eens- een glefval Mooft
dan wordt door Voldoende isolatie tegen
uitbreiding gewaakt. Spr. acht noodig,
dat alles in het werk gesteld wordt oan
een commissie voor tie opinie 'tegeln vac
cinedwang' te verkrijgen. 'Daarvioor moet
de regeering propaganda maken. Spr.
wees er op, dat Minister 'Kuyper niet imlelt
afschaffing van vaccinedwang kwam', luit
vrees geen meerderheid te vinden. Ook
deze regeering durft 'dat niet 'dn dat is
het wat spr. niet zetten kan. De regee-
rin|g behoort althans haar wil te toonönl
Spr. zou overigens Voor het ontwerp)
stemmen.
De heer Poliema onderschreef des
heeren Lohman's gevoelen.
De Minister van Binnenl. Za
ken, Mr. Heemskerk, achtte op het
oogenblik, waarin pro en contra omtrent
de werking van de vaccine nog te veel te
genover elkaar staat, den tijd nog niet ge
komen voor de afschaffing van den vacci
nedwang. Men aanvaard echter dit ont
werp, dat althans voorloopig iets geeft en
waarvoor men zich dus dankbaarder had
moeten toonen.
De heer Schaper kwam op tegen de
overdrijving, door de sprekers van de
rechterzijde gebezigd in hun bestrijding
van de vaccinatie en den vaccinedwang,
en juichte toe de houding, door de re
geering heden tegenover het vraagstuk
aangenomen. Intusschen waarschuwde
spr. tegen roekelooze toepassing door de
medici van de inenting, hetgeen wel eens
geschiedt.
Na nog eenig debat werd het wets
ontwerp zonder stemming goedgekeurd,
evenals daarna het wetsontwerp tot wij
ziging der wet, houdende regeling der sa
menstelling en bevoegdheid van den raad
van State, waardoor aan het bekleeden
van eereambten door leden van den Raad
van State niets meer in den weg zal staan.
Behandeld werd daarna het wetsont
werp betreffende classificatie van kanton
gerechten, waarbij de heer vanLennep
een amendement toelichtte om mogelijk
te maken dat te Haarlem een tweede kan
tonrechter kan worden benoemd.
De Minister van Justitie, Mr.
Re go ut, nam dit amendement over, on
der beding echter, dat de regeering niet
daardoor verplicht wordt tot aanstelling
van een tweeden kantonrechter te Haar
lem.
Het wetsontwerp werd daarna goedge
keurd.
Na goedkeuring van eenige naturalisa
tie-ontwerpen en nog een klein ontwerp
betreffende de bestrijding van ziekten van
cultuurgewassen, werd de vergadering
verdaagd tot a.s. Maandag 11/2 ure, als
wanneer aan de orde is het wetsontwerp
betreffende beveiliging van werklieden bij
steenhouwersarbeid.
Kosten van de Visscherijwet.
Een wetsontwerp is ingediend to,t Ven-
hooging van het Xe hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1911 'met f 50,655,
als gevolg van het voornemen om op 1
Juli aanst. de Visscherijwet in werking
te doen jreden.
De Minister stelt voor het salaris van
den secretaris van het college voor de
zeevisscherijen te verhooge i van f1000
op f2500.
Den dienst der Wetenschappelijke»
voo.riichting ten behoeve van 'de visi-
scherijen wenscht de Minister aldus te
reorganiseeren, dat ingericht worde een
rijksinstituut voor visscherijonderzoek,
hetwelk o.m. zal zijn belast met: lo. het
dioen van onderzoekingen ten beho;ev)e
van de visscherijen en daaraan' verwani-
te bedrijven, alsmede het rapporteeren
omtrent de uitkomsten dier onderzoekink
gen2o. het verrichten van de werkl
zaamheden voortvloeiende uit de deeli-
neming van Nederland aan het intem!a>-
tionale zeeonderzoek.
Als hoofd van het nieuwe rijksinsti
tuut treedt op de Wetenschappelijke ad
viseur in visscherijzaken, die als zooi-
danig direct onder den Minister kojnt
te ressorteeren.
hij nam in de gang jas en hoed en ijlde
naar buiten. Jioevele handen ook bezig
waren aan 'tinspannen en in hoe korten
tijd alles ook klaar was, toch duurde
het hem een eeuwigheid. Hij zag de
gestalte van den halfwaanzinnigen man
voor zich en dacht vol angst aan de
arme Annemarie.
I11 vollen draf ging het berg-af. Eerst
toen hij op een meer effen weg aange
komen was, keek Herman om. In het rij
tuig zat Frans, de zoon van den jager,
diep voorover gebogen, het gezicht dui-
delij'k sprekend van grooten angst. Voorts
zag hij tot zijn bevreemding Erna.
Maar Erna! riep hij verschrokken
uit. Welk ,een dwaasheid!
Rijd door! vroeg zijn zuster met
halfverstikte stem. De schijn van het vuur
wordt met jedere minuut grooter. Ge
looft ge, dat ik thuis zou kunnen blijven
en Lili's zoutelooze praatjes aanhooren?
Herman had haar van 't verzoek des
molenaars en van diens berooiden toe
stand op de hoogte gesteld; hij had haar
ook medegedeeld, dat het een bedenke
lijk teeken was, als drinkers allerlei niet-
bestaande dingen zagen. Dezelfde beang
stigende gedachte, welke haar broeder
tot zoo grooten spoed aanzette, had zich
dientengevolge ook van Erna meester
gemaakt.
Het aan het instituut verbonden persoH
meel bestaat verder üit
a. 'den tegenwoordigen assistent van!
den weJensChappelijken adviseur, die
den titel ontvangt van adjunctl-adviseun
in visscherijzakenb. drie tijdelijk aan!
te stellen assistenten, als hoedanig won
den benoemd tie tijdelijke assistentebj
bij het bestaande rijksinstituut Voor hei
onderzoek der 'zee'c. een nieuwen, voorf-
loopig 'eveneens tijdelijk aan te stelleri]
assistent, die hoofdzakelijk werkzaam!
zal zijn bij: het onderzoek van vragen1,!
van belang Voor tie Visscherij op de rivieH
ren 'en binnenwaterenti. het verdere
personeel «Van het rijksinstituut te Derf
Helder.
Voorgesteld Wordt tie 'ja'arwedde vam!
den 'wetenschappelijken adviseur in vis<-
scherijza'ken, tir. Hoek, te Verhoogen vatf
f 4000 op f 5000.
Wat 'de visscherij-inspectie betreft, de
Minister 'wenscht 'aanvankelijk slechts
een van 'de beide 'adjunct-inspecteurs tof
inspecteur tier 'visscherijen te benoemen!
en (de l eiding Van tien dienst in de district
ten toe te 'vertrouwen aan den! hoofd!-:
inspecteur, 'die met het oog daarop ware
te belasten met de waarneming der bie
trekking Van inspecteur tier visscherijen'^
De 'jaarlij'ksche uitgaven Voor het per
soneel tier vissch er ij-inspectie Worden'
geraamd als volgt: a. bezoldiging varf
den hoofdinspecteur f 4500, 'b. bezoldii-
ging Van den bureelambtenaar f 1500, c„
bezoldiging Van een inspecteur f 3000^
d. 'bezoldiging ivan :een adjunct-inspecteur
f 2000, e. bezoldiging van 2 visscherij-
opzien'ers Voor tie 'kustvisscherij f 1800,-
f. bezoldiging 'van een nieuwen vissche-
rij-opziener 'voor tie kustvisscherij f 900^
g, toelagen voor buitengewone opzie
ners 'voor kustvisscherij f 500, h. be
zoldiging Voor een onderinspecteur
f 1500, j. bezoldiging voor de keur
meesters Van de gekaakte haring f 2000,
k. voor verdere 'uitgaven en onvoorzien)
f4000 'totaal f31,260.
In 'het geheel bedraagt de vermeerde^
ring tier jaarlijksche tiitgaven 'f 38710^
terwijl bovendien aan 'yitgaven' in qens
is'geraamd 'f 31300.
Steenhouwerswet.
Door de heeren Passtoors, Janssen1,
Aalberse, Bogaardt, Arts, Beckers, Van'
Wijnbergen, Kooien, Fleskens en J.
W. van Nispen tot Sevenaer is ingedeind
een amendement op 'het sieen'houwers-
wetsontwerp strekkende om in artikel
6, sub III, aan het slot bij te voegen:
„h. zoomede betreffende het verbod
om bepaalde steensoorten te bewerken."
Voorts zijn door de Sociaal-deniocraterf
een zestal amendementen ingediend.
Verhooging begrooting Justitie.
Een 'ingediend wetsontwerp strekt tot
verhoogimg van de begrooting van Ju
stitie voor 1910 'met een bedrag van'
f 118.000, waarvan f 110,000 Voor sub-
sidiën in verband biet de Kinderwetten.
Deze post bedraagt thans f 860.000 in'
zijn geheel. De minister vertrouwt, dat
door de thans voorgestelde verhooging
aan alle geldelijke Verplichtingen, op dat
dienstjaar rustende, naar behooren kan'
worden voldaan.
Overeenkomst
met de Paketvaartmaatschappij.
De Minister van Koloniën heeft dei
Memorie van Antwoord Ingezonden op
het Voorloopig Verslag betreffende het
wetsontwerp in zake tie overeen komst
•met'de Koninklijke Paketvaartmaatschap
pij voor 't onderhouden Van een geret-
•gelden stoomvaartdienst tusschen Java:
en Australië.
De Minister betwist, dat hier sprake
zou zijn van 'eene Verhooginlg van het aan,
de Koninklijke Paketvaartmaatschappij
toegekend subsidie en betoogt, dat ooki
de financieele toestand dier maatschap-"
pij geen toeststeen mag zijn óm de meer
of mindere noodzakelijkheid Van het ver
leenen van steun voor het in stand hou
den van de Java-Australielijh' te beoor-<
deelen. De noodzakelijkheid mag slechts
getoetst worden aan het belang dat
Ned.-Indië er bij heeft, dat de lijn niet
wordt opgeheven en ,aan de kansen die
er zijn dat dit laatste geschieden zal„
wanneer het Gouvernement weigert een)
Herman dreef opnieuw de paarden
voort. Het lichte voertuig vloog in ra
zende vaart voort. Reeds was de laatste
bocht van den weg bereikt en lag het
brandende perceel voor hen.
Dichte rookwolken zweefden boven het
huis. De wind dreef hen wild dooreen,
terwijl nu en dan de vlammen als 100de
tongen zichtbaar werden. Zij lekten de
vorst van het dak, rekten zich uit de
vensteropeningen aan de eene zijde van
het huis en bedreigden de daaraan gren
zende stallen. De achteraan liggende en
met het huis onder één dak staande
schuur was één vlammenzee en ook in
de houtstapels woedde het vuur.
Zoodra Herman de paarden tot staan
had gebracht, sprong de jagerknaap uit
den wagen en liep op de menschen toe,
die zich om een reeds in werking zijndert
spuit geschaard hadden. Erna hoorde
hem roepen:
Waar is Amrike?
Maar noch de heer von Glockner
wieens spuit het was, wier waterstralen
reeds een onmachtigen kamp voerden
met den gloed noch de dorpsbewoners
noch zelfs de lieden van den molen kon
den den vertwijfelenden knaap antwoord
geven.
(Wordt vervolgd),