Uit de Pers,
Erna von Harneck.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Dinsdag 16 Mei.
De ouderdoms- en invaliditeits
verzekering.
De „T ij d" brengt een woord van hul
de aan Minister Talma bij de indiening
der verzekeringswetten.
Wanneer men dezen bewindsman van
iets een verwijt zou kunnen maken, dan
is het, dat hij, in zijn bezorgdheid om
degelijk en onberispelijk werk te leveren
zich niet tevreden stelt, alvorens de ont
werpen, van hem afkomstig, geheel .en
al, tot in de meest minitieuse details,
beantwoorden aan de inzichten, welke
hij zich van de sociale wetgeving ge
vormd heeft, piij neemt niet zoo maar
het werk van geestverwanten over; hij
bezwijkt niet voor den aandrang, om
toch eindelijk eens met lang beloofde
hervormingsplannen voor den dag te ko
men; hij jaagt niet naar de reputatie,
als een bij uitstek arbciterfreundlich be
windsman toegejuicht te worden.
Minister Talma is een man van een
streng verantwoordelijkheidsgevoel, .die
niets wil indienen en verdedigen, wat
naar zijne persoonlijke opvattingen, niet
in alle opzichten aanbevelenswaardig is;
voor geen arbeid terugschrikkende, werkt
hij geduldig, met onverdroten ijver voort
totdat het werk „af" is. Merkt hij straks,
dat zijne eerste opvatting op eenig punt
revisie behoeft, dan is hij eerlijk en loyaal
genoeg om dat toe te geven en zich al
weer aan het werk te zetten, even ge
duldig en ijverig.
Tot staving van het een en ander kan
men wijzen op de gewijzigde .Bakkers
wet en nu op het verzekerings-ontwerp.
Om tot een gedetailleerde bespreking
over te gaan, is de tijd nog niet geko
men, maar een hulde aan de onvermoeide
en de conscientieuse werkzaamheid van
den Minister js stellig niet voorbarig.
Met blijdschap maar ook met weemoed
heeft de (A. R.) „Nieuwe Prov.
Groninger Courant" de indiening
van de verzekeringswetten gezien. Met
blijdschap, omdat er uit blijkt, dat Mi
nister Talma aan zijn taak krachtig voort-
werkt; met weemoed, omdat dadelijk de
vraag rijst: zal het wetsontwerp nog in
deze parlementaire periode in behande
ling komen.
De berichten, zoo zegt het blad, over
de ziektewet luiden immers niet erg op
beurend. Men wil met dit ontwerp een
weg inslaan, die misschien wel iets voor
heeft, maar toch altijd door dit nadeel
wordt gcdiukt, dat hij zoo Jang is. Wij
praatten reeds zooveel over de sociale
verzekering en nu wil men nog eens
weer lang en breed over de beginselen
dezer wetgeving spreken. Maar als zoo
de behandeling van de ziekteverzekering
op de lange baan wordt geschoven, wat
zal men dan met het nieuwe ontwerp
aanvangen
De Engelsche minister Lloyd George
is gelukkiger dan minister Talma. Zijn
ontwerp is in elk geval met algemeens
waardeering ontvangen. Natuurlijk zal de
kritiek ook daar straks wel volgen. Zelfs
is het niet onmogelijk, dat de stemming
nog omslaat.
Dat er echter bij alle partijen in het
parlement instemming wordt gevonden
met de hoofdbeginselen van het ont
werp, is voor den minister zeer aange
naam.
Nu de invaliditeitsverzekering er ech
ter is, zal het de Kamer gemakkelijker
ker zijn een overzicht over het geheel
ider sociale verzekering van dit kabinet
te krijgen. Jn het stelsel van minister
[Talma moet elk ontwerp ook bezien in
verband met het geheel.
Het „R. K. Patroonsblad" be
schouwt voorloopig in hoofdzaak de hal
ve premiebetaling door de patroons.
Het blad schrijft o.m.
Er is reeds menigmaal op gewezen,
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
23)
Een bitter lachen vloog over het !ge-
zicht van het meisje. Herman! sloeg er
in zijn! ijver geen acht op, hoe weinig
zijn schildering van Neinstetten's be
kwaamheden erop aangelegd was ,om
den man beminnenswaardiger te doen
schijnen. Het eenige wat hem in de ge
dachten voorstelde wasdat op deze wij
ze de geliefde bezitting der Hartentecks
Igered zou worden.
Hoe dicht de vader al bij zijn onder
gang stond, daarvan merkten de kiride-
Ven niets. Herman was hem tot niets
(nuttig. z.elfs als hij er slaagde freule
Örben voor zijn' zoon te verwevresn
[was nog slechts deze alleen' geholper^
vy^nt dat graaf Orben' er wel voor zou
zorg dragen,, dat de toekomstige baro
nes von .Harneck de vrije beschikking
över haar vermogen behield, daarvaml
was de vrijheer overtuigd. Waarmee zou
jiij dus in dit geval zijn eigen verplich
tingen, nakAinen?. De schlMdeischers ^ya-
ook in dit blad is het geschiedt, dat bij
drage van den werkgever voör onge
vallenverzekering billijk is, omdat hij
het risico van den arbeid draagt; maar
dat hem te verplichten tot betaling aan
zrekte- en invaliditeitsverzekering, bui
ten de perken der billijkheid gaat, om
dat ouderdom, invaliditeit cn ziekte niet
absoluut als gevolgen van de werkzaam
heid op de fabriek kunnen aangewezen
worden. Men kan, en zal waarschijnlijk
toch ziek en oud worden, al werkt mten
niet in de industrie.
Daar staat echter tegenover, dat de
werkman in de werkplaats, waar hij zijn
krachten ten dienste stelt der productie,
genoeg verdienen moet om te kunnen
voorzien in de gevolgen van alle gewoon
menschelijke wederwaardigheden, om bij
ziekte of invaliditeit of in zijn ouden dag-
niet te vervallen tot armoede en gebrek.
Althans wanneer hij als een normaal
werkman mag gelden.
Maar alle loonen staan niet op zulk
peil, dat die voorziening mogelijk is.
En daarop zullen zij niet alle komen
voorloopig.
Wat doet nu de wetgever?
Wie zijn Jeven besteedt aan de pro
ductie, die moet van haar ook kunnen
leven, zoo redeneert hij. Maar aange
zien dat niet steeds het geval is, en een
geleidelijke loonsverhooging, zooals die
door vakbeweging enz. zou kunnen ver
kregen worden, niet met voldoende ze
kerheid zal worden besteed aan voor
zorgsmaatregelen, ga ik langs een om
weg tot algemeene loonsverhooging for-
ceeren, en laat de ondernemers de helft
der premie betalen voor die werklieden,
voor wie ik verzekering noodig acht, en
dus afdwingen wil, dat is m.i. tot f1200
per jaar toe. Wie meer verdient, kan
voor zichzelf toch zeker zorgen.
Al is er dus wel edn reden aan te
voeren, om den werkgever mede te wil
len laten bijdragen, het blijft een maat
regel van ingrijpenden aard, een gevoe
lige aderlating. .En aderlatingen zijn voor
onze vaak bloedarme industrie tegen
woordig gevaarlijke operaties.
Daarom zal tegen de premiebetaling
door de patroons wellicht oppositie ont
staan. Maar wij maken ons geene illusie,
dat het anders uit zal vallen, als de wet
tot stand, komt.
Maar dat kan nog lang worden.
Een verzuim.
Het „Huisgezin" schrijft:
Het schijnt wel dat men! aan alles
went. i
Toen, een vijf en dertig jaar 'geleden1,
in Duitschland de vervolging tegen de ka
tholieke Kerk uitbrak, onder den naam
Kuituurkamp bekend/, was heel de katho
lieke wereld vol 'belangsteElinlg. Men
volgde met de meeste aandacht al de
phasen van' die worsteling, men leefde
ze als het ware mee, men was er vol vanL
Nu in Frankrijk de Kerk al tiental
len jaren onderdrukt Wordt, in Spanje
de vervolging misschien' niet zoo open
lijk brutaal maar weinig minider kwaad
aardig is, in 'Portugal op alles overtref
fende schaamtelooze wijze de katholie
ke godsdienst wordt gekneveld en ver
trapt, is de belangstelling veel minder
groot.
Er is stellig verschil in de jjevalleinl
In Duitschland was het een protestant-
sche meerderheid, die de katholieke min
derheid onderdrukte.
In Frankrijk, Spanje en Portugal heeft
men óf een katholieke meerderheid, die
zich door een brutale (minderheid laaf on
derdrukken, óf een' dergelijke inzinking
en ontrouw onder de katholieken zelf dat
zij van meerderheid minderheid zijn ge
worden.
In gedn van de beide gevallen zijn' de
katholieken zonder schuld.
In Duitschlanld verweerden de katho
lieken zich uit alle imacht. Met mannen
moed voerden zij strijd. Zij kenden geen
vrees. Beginselvast, kwamen zij Voor het
geschonden recht op.
In Frankrijk, Spanje en Portugal ziet
men weinig van de vastberadenheid, de
volharding, de geestkracht, waarmee in
gesloten gelederen de Duitsche katholie
ken hun strijd hebben gevoerd.
Een stroovuur ginds, een opflikkering
ren toch al heel ongemakkelijk. Lang
zouden zij niet meer met beloften tevre
den te stellen zijn. Het bleek, hem'
steeds meer en meer: alleen' Erna's hu
welijk met Neinstetten kon en zou de
bezitting vrij maken. Harneck kende
zich genoeg diplomatieke vaardigheid toe
om Erich in alle mioodige toezeggingen!
te doen bewilligen'. Deze kon dan door
de daad bewijzen dat yi'eef in Glockners
bemerkingen over het tegenwoordige be
stier gerechtvaardigd waren. De goede
ren van' Neinstetten waren toch voor
beelden van degelijk beheer.
Toen broeder en zuster het slot be
reikten, stond het geheele gezelschap!
in levendig gesprek op het bordes. Lili
Orben ijlde op Ern!a toe en vertelde op
gewonden van den gevaarlijken weg en
van baron Steinfels uitmuntende rijkunst.
Het eene paard schrok voor een'
greppel, verhaalde zij en eerst toen mijn
heer von Steinfels het nadrukkelijk be
duidde wie hier baas Was, kwami 't weer
met de voorpooten op den'grond, 't Bleef
steeds boos en onlrustig, zoodat ik braaf
bang was. En' weet gij wat de baron!
deed? In plaats van' nu medelijden inet
mij te hebben, zeide hij zoowaar dat het
mijn schuld was als de dieren! weer gin
gen steigeren.
hier, daar blijft het bij. Het willen,
het durven, het kunnen bchijnjt in gelij
ke mate te ontbreken.
Zonder een schrikbarend groot Verzuim
aan te niemen zijn de gebeurtenissen daar
«liet te verklaren'. Het (moet daar ontbro
ken hebben aan innigheid en verdieping
van het geloofsleven'. Uit traditie en
sleur Roomsch is mien er geweest, zon'der
het Roomsch-zijn te waardeeren', de ver
plichtingen te beseffen die het oplegt, de
middelen te baat te nemen om het te be
houden.
Men moet, afgezien van hetgeen waar
in men overigens moge gefaald hebben,
te kort geschoten zijn in deze twee zaken,
die feitelijk tot één zijn terug te brengen
het onderwijs 'en' de pers. Zonder katho-
leik onderwijs (verliest men' de jeugd,
zonder een goede katholieke pers be
houdt men de volwassenen niet.
Waar het katholiek onderwijs en1 de ka
tholieke pers in eere zijn bloeit al het
geen verder tot bevestiging en versterking
van het geloof kan bijdragen. Verwaar
loost men liet onderwijs en verwaarloost
men de pers, 'dan zal al wat men verder
beproee op den -duur machteloos en ijdel
blijken.
We mogen hier wel ons voordeel doen
met de lessen, die andere landen ons ge-
ven.
Zeker, de internationale vijand, die
daar met voor de katholieke Kerk zoo
rampspoedig gevolg overwinning op
overwinning behaalt, rust ook hier niet,
streeft hier dezelfde oogmerken na.
Maar indien wij ons niet aan hetzelf
de verzuim plichtig makenvdat Frankrijk,
Spanje en Portugal thans zoo zwaar boe
ten, hebben wij niets te duchten.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Mijn-ongeluk.
In antwoord op de schriftelijke vraag,
door den beer Beckers gedaan1, na^ar de
toedracht en oorzaken van het zware
ongeval op de Staatsmijn „Emma" op
Woensdag 26 April j.l. heeft de minister
van landbouw, nijverheid en handel uit
voerige bizonderheden meegedeeld,
waaruit o. a. blijkt, dat des morgens om
half negen' plotseling de persleiding van
de zuidelijke afdieppomp naar beneden
stortte op een oógenblik, dat er 26 man
op den schachtbfedem werkten.
Op hetzelfde oogenblik klonk een zwa
re slag in den schachttoren van schacht
1 en verdween' dé stijgbuis met den elec-
trische kabel in de schacht.
Hoofdopzichter, bedrijfsingenieur, di
rectie der Staatsmijnen en staatstoezicht
op de mijnen daalden onmiddellijk door
schacht 11 af om door dezen venbin'dings-
gang I te bereiken. Het personeel van
schacht I werd naar boven' gebracht:
eerst werden de zwaar gewonden de lad
ders opgedragen, daarna volgden de
lichtgewonden en ten slotte de oiilge-
deerden. Het reddingswerk werd be
moeilijkt doordat het water in de schacht
voortdurend steeg. Geneeskundige en
geestelijke hulp was dadelijk ter pla,atse.
Er bleken 4 dooden' te zijn en 18 ge
wonden, waaronder 1 zeer zwaar. Deze,
de pompmachinist Bus, overleed spoe
dig. De hulpbouwer Griens werd leven
loos opgehaald, waarna nog twee werk
lieden vermist bleken'. Daar het zeke.r
was, dat deze onder het neerstortende
materiaal gedood waren, werd het red-
dingsmerk voorloopig gestaakt ter wille
van de veiligheid der ongekwetsten.
Later riep men de hulp in van een dui
ken te Bochum woonachtig, die echter
eerst Zondagsmorgens zonder gevaar
duiken kon'; vergeefs zocht hij echter
naar de lijken van de beide vermistten,
deze werden eerst Maandag gevonden,
toen -men' op den bodem van de schacht
kon afdalen1, de een bleek verpletterd;
de ander verdronken.
De houding van' allen', die aan het red-
dings- en bergingswerk hebben deelge
nomen wordt door den minister voortref
felijk genoemdzij (verdient hooge waar-
deerinjg. De toewijding, die allen heb
ben betoont belet de minister bepaalde
namen te noemen.
Daar het materiaal -uit de allerbeste 'fa-
Mijnheer v-on Steinfels had niet ge
heel ongelijk, zeide njti mevrouw von-
Glockner tot Lili. U waart wel wat le
vendig en' klemde zich aan zijn' arm vast
als het paard schuw werd.
„JDaar kwam ik anders slecht pf",
sprak Lili meesmuilend. Ik werd afge
schud als ee'n lastige vracht en! de baron
keek mij daarbij aan... hu, om' bajnlg te
worden.
Freule' Orben vertelde dit zoo aardig,
dat allen jn een lach schoten. Herman
Harneck het luidst. Slechts Erna bleef
nadenkend en verstoord, terwijl de be
rispte zwijgend ter zijde stond.
Toen leenige uren later het gezelschap
ter afscheid weder buiten kwam, trad
Hans Otto op freule von Jiarneck toe
en Vroeg zacht
Wat is u overkomen, gnadige
Fraulein?
Het was hem niet ontgaan ,dat de
dochter des huizes slechts met de uiterste
wilskracht een Jachje om haar Jippen
kon brengen.
Ema sloeg "de oogen', waaruit plotse
ling vertwijfeling Sprak, tot Steinfels
op en zeide huiverend
Ik heb een sppolé jgtezien',, [vyaarvoor
ik'afschuw heb.
Eindelijk was Erna JHarneck dezen
brieken was, blijft het nog onopgehel
derd, hoe de stijgleiding is bezwekem.
Thans is in! overleg biet het staatstoe
zicht op de mijnen' besloten, de perslei
ding voor het 'grootste deel, aan de
schachtuitrusting te bevestigen en slechts
een deel op de pomp te 'monteeren.
Land- en Tuinbouw.
Zwavelzure Ammoniak, de stikstof
meststof voor de bloembollencultuur.
J. Brau-n schrijft in het Weekblad voor
Bloembollencultuur
Het vraagstuk der bemesting begint
ook in de bloembollencultuur aan de orde
van den dag te komen. Dit is een' geluk
kig verschijnsel. Nu het kweeken van
bollen lang geen goudmijn meer is, "maar
meer is een worstelstrijd om het bestaan,
is elke vermindering van cultuurkosten Vi
dringende eisch. En waar is deze anders
te vinden dan in de bemestinfg? Zeer te
recht wordt ons gezegd, neemt proeven
en ik voeg er aan toe, indien gij proe
ven neemt, doe het dan op een schoon'e
lei, d.w.z. neem proeven op gronden',
die Van vorige jaren in geen gun'stigen
toestand Verkeeren', maar neem grond, die
zooals wij gewoon zijn', ons uit té druk
ken, arm is. Meermalen' ziet men een ge
was 'goed slagen ook zonder bemesting;
de bollen groeien'dan op den ouden voor
raad en hun reserveVoedsel van het vo
rig jaar. Dat zulke bollen voor de broeie-
rij niet de beste zullen zijn is licht be
grijpelijk. Het vorig jaar vertelde mij
een onzer vakgenooten, dat eene bemes
ting met zwavelzure amtnoniak bij hem
zeer gunstige resultaten had opgeleverd.
Ik heb dit jaar zelf eens eene meer Uit
gebreide proef genomen, geheel in na
volging met hetgeen' mij was medege
deeld. Een vrif armen hoek beplantte ik
met Narcissen van verschillende varië
teiten. Reeds was de hoek gedeeltelijk
gedekt, toen ik dezen een overbemesting
gaf met zwavelzure ammoniak in' ver
schillende hoeveelheden'; bij sommige
bedden was ik inlog in de gelegenheid om
de meststof in te hark'en'. Willekeurig
werd hier en daar een'bed overgeslagen.
De resultaten zijn nu zichtbaar, het on
derscheid tusschen 'de bemeste en Ui et be
meste bedden 'valt direct eiken' bezoeker
opl Zonder eenig voorbehoud zeg ik
het dan ook mijn' vakgenoot na zwlavel-
zure ammoniak is de stikstofmeststof
voor de bloembollencultuur. Wat dit be-
teekent nu de koemest steeds duurder
wordt en daarbij in goede samenstelling
teruggaat, is voor ieder te begrijpen-. Wie
belang stélt Om de proeven te zien, kome
maar eens kijken, voor elk is er wat te
leeren, waarmeue hii zich voordeel en
nut kan 'doen. Ik stel mij voor om de
proef, die Vrij uitgebreid is, verder nauw
keurig te 'controleeren door de Narcis
sen, voor zoover dit uoodig is, te wegen
na het opnemen. De resultaten daarvan
zal ik 'gaarne irt het orgaan ter algemeene
kennis brengen, een voorbeeld hoop ik
dat gevolgd zal worden door hen!, die
even als ik proeven nemen. Slechts door
aigemeene samenwerking zullen wij er
toe kunnen geraken om vermindering
te krijgen van cultuurkosten, ongerekend
nog het groote gemak dat het gebruik
van kunstmest -geeft boven stalmest.
Volgens het Kweekersblad worden nu
al Tulpen in de Streek verkocht, tegen de
volgende prijzen
E. V. T. Le Matelas f3 a f3.25; Pink
Beauty f3.50 f3.75. Vermilion bril-
lant f2.40; .Gromoisi brilland f 1, alles
per 100.
Per H.L. werd besteed voor: E. V.
T. Le Matalas f 110Gromoisi brilland
f25, en D. V. T. Murillo f20.
Hierop vervolgt dit blad:
Wij kimmen ons voorstellen' dat hande
laren bereid zijn, nu reeds te koopen',
want die kitn'ncn, dank' zij ons prachtig
handelssysteem, er nooit kwaad bij va
ren maar dat kweekers inh reeds verkoo-
pien, Is onS nie't duidelijk, want die vaart
daarbij bijna altijd slecht.
Wat toch is het geval
Is de oogst goed, dan zullen' de prijzen
in de meeste omstandigheden voor vele
soorten iets dalen'. De kweeker die vroeg
verkocht heeft, zal dan waarschijnlijker
een 'goede prijs hebben. Maar wat geeft
avond alleen.
Geen tranen ontstroomden nu haar
oogen, terwijl zij aan 't venster zat en
naar buiten in de duisternis staarde. Zij
ging het met haar broeder gevoerde on
derhoud nauwkeurig 'na en trachtte zich
alles te "herininteren, wat hij gezegd had.
Hoe meer zij zich in de beteeken'is van
het gesprokene verdiepte, des te duidelij
ker was het haar, dat vader en broeder
zonder ook maar eenigszins zich om haar
meening te bekommeren, hun planden
gemaakt hadden of dochter en zuster ook
het recht had, gehoord te worden, waar
het toch haar levensgeluk gold.
Toch was er in haar hart nauwelijks
een schaduw Van verbittering jegens den
broeder. Wie in deze beslist had en wiens
koel verstand eenvoudig zonder eenig ge
voel voor- en nadeel dezer zaak nevens
elkander had gesteld, wist zij maar al
te goed. Zij kon het voor haar broeder
slechts te meer betreuren, dat hij zijn be
ter ik zonder kamp bij den eersten aan
loop had prijsgegeven. Zjj meende hem
wellicht nog meer dan eerst, want de blik
die hij haar heden onbewust in zijn hart
gunde, had haar met gruwzame klaar
heid de zwakheid en onstandvastigheid
van den jongen man getoond.
En Neinstetten Erna wrong zich niet
de handen, en schreeuwde het niet uit
yan jyeedpm, maar zij sloot de oogen, als
hem dat? De handelaar die nu goedkoo-
per terecht kan, begint nu zulke hooge
eischeln te stellen' aan de kwaliteit der
vroeg gekochte bollen, dat het voordeel
voor den kweeker toch verloren' raakfl
Wil de kweeker aan de eischen! biet vol
doen, 'dan worden hem, dank Zij om's bo
venbedoeld handelssysteem, een groot
deel der bollen terug gezonden, waar!-
door de Voordeel en van' den Vroegen' Ver
koop voor den kweeker ook n'aar de maan1
zijn.
Is de oogst daarentegen' ongunstig, da|n(
zullen 'de prijzen' in de meeste omstan-
dighdeen voor vele soorten iets rijzen.
De kweeker, die vroeg verkocht heeft, zaT
dan Waarschijnlijk een zuinige prijs heb
ben en' soms ook moeite hebben om hefj
verkochte aantal te leveren'. De hande
laar, die nu voord eel ig uit is, zal allö
moeite 'doem om het gekochte aantal xaxi
den kweeker te krijgen' en js de kwee
ker 'niet in staat te leveren/dan kan' hi/
en zal hij ook dikwijls schadevergoeding!
eischen van een kweeker, hetgeen hem'
te 'gemakkelijker Valt omdat hij het 'geld
van "de geleverde bollen' nog in zijn' be
zit heeft.
Hoe wij de zaak bekijken, de vroegd
verkoop loopt meestal uit op schade voor
den kweeker. Dus kweekers wacht eerst!
den uitslag van' den oogst af, voor ejn'
alee'r 'te verkoopen.
Bastaardrupsen.
Prof. Ritzema Bps, directeur Vain' het
Instituut voor Phytopathologie te Wa
gen inge'n schrijft:
Uit verschillende streken van ons lan'd
werd ons in' de laatste dagen' advies ge
vraagd omtrent de bastaardrupsen', die
vreten aan den rand der bladeren' van dle(
kruisbessen en de roode en witte aalbes
sen. Deze rupsen' zijn groenachtig grijs
van 'kleur met vele zwarte punten ,voor
e" a<:hter aan lichaam geel of oranje;
zij zijn gemakkelijk daaraan' te kennen^
dat zij, wanneer zij worden gestoord, het
achterlijf omhoog heffen tot boven' den"
kop. Zij zijn zeer schadelijk, daardat zij
de bladeren bijna geheel opvreten en!
slechts de hoofdnerven overlaten, tenge
volge 'waarvan de struik verzwakt en: dei
vruchtvjorming belemmerd wordt. Wan-
neer men tegen deze plaag niets doet,
kunnen de rupsjes zich ongestoord ver
der ontwikkelen', en heeft men in' Juli of
Augustus ee'n nieuw en nog talrijker ge
slacht van deze schadelijke diertjes te
vreezen, die de struiken opnieuw kaalvre
ten e:ï Vaak er aanleiding toe geven, dat
de bessen aan' den struik verdrogen. Men!
kan de ruspjes uitstekend verdelgen met
Amerikaansch insectenpoeder, Men ver-
voege zich daarvoor bij het bureau v.dl
Nederlandsche Pomologische Vereeni-
ging te Utrecht, Lan;dbouwhuis, 'Rijnkade!
dat dit poeder, (evenals andere bestrij
dingsmiddelen tegen ziekten en plagen'
in ooftboomen) onder garantie van goe
de kwaliteit kan leveren'. Men moet het
poeder met een goeden' blaasbalg (z.gv
zwavelverstuiver) in de struiken verschui
ven. Zulke toestelletjes zijn voor een
paar gulden bij handelaars in tuinbouw-
gereedschap te bekomen.
Rechtszaken.
Kantongerecht te Leiden.
Gisteren stonden voor het Kantonge
recht nog terecht behalve de reeds ver
melde zaken
Gerarda Maria H., te Leiden, heeft
op 15 April haar zoontje gras laten snij
den op een weiland achter de Medusa
straat. Eisch ƒ3 of 3 d.
Tegen Hendrik van G., koopman,
wordt bij verstek, wegens het springen
op een schuit vanaf de Marebrug te Lei
den, terwijl de hekken gesloten waren
en ondanks waarschuwing van den brug
wachter, f3 of 1 dag geëischt.
Een lastig sinjeur was de Amsterdam-
sche chauffeur M„ wiens dagvaarding!
was ingetrokken, van welk feit den man
evenwel geen kennifc was gegeven. Hij
luchtte nu zijn hart op een heftige wijze
en vroeg op wien hij de schade, die hij
door zijn verzuim in zijn zaak had ge
leden, kon verhalen. Op niemand, was
de troostelooze repliek.
voor een ondragelijken aanblik.
Het duurde geruimen tijd, voor zij
het van zich kon verkrijgen, om de mo
gelijkheid van een huwelijk met hem te
overdenken'. Jarenlang zwierf hij reeds
om baar met onveranderlijke standvas
tigheid en trouw. Ja, trouw was hij dat
moest zij toegeven. En' dat hij algemeen!
voor een begeerenswaardige partij goTd
wist zij wel. Een vast, vertrouwen! wek
kend karakter had hij echter niet. Hij
kon soms recht brutaal optreden en dan,
bij zekere gelegenheden, waarbij het in
nerlijke van 'den mensch zijns ondanks
zich afsteken -moet scheen het bent
toch aan vastberadenheid en moed te
ontbreken. Tegenover haar bleef Jiij
steeds de onderdanigen dienaar, die geen!
tegenspraak waagde. De eenige gelegen
heid dat hij haar wil wederstaan had, was
geweest toen 'n hond zich wederspan-
nig had 'getoond. Toen had hij, ondanks
haar verzoeken en' bevelen, het dier on
barmhartig getuchtigd. 'Dit hatelijke voor
val herinnerde zij zich nu nog.
Zij wilde bij die gedachte niet lan'ger
verwijlen en 'keek eens rond onder da
huwelijken, die 'zij in'de gelegenheid was
nader te leeren' kennen'.
(Wordt vervolgd).