Uit de Pers, Erna von Harneck. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 16 Mei. De ouderdoms- en invaliditeits verzekering. De „T ij d" brengt een woord van hul de aan Minister Talma bij de indiening der verzekeringswetten. Wanneer men dezen bewindsman van iets een verwijt zou kunnen maken, dan is het, dat hij, in zijn bezorgdheid om degelijk en onberispelijk werk te leveren zich niet tevreden stelt, alvorens de ont werpen, van hem afkomstig, geheel .en al, tot in de meest minitieuse details, beantwoorden aan de inzichten, welke hij zich van de sociale wetgeving ge vormd heeft, piij neemt niet zoo maar het werk van geestverwanten over; hij bezwijkt niet voor den aandrang, om toch eindelijk eens met lang beloofde hervormingsplannen voor den dag te ko men; hij jaagt niet naar de reputatie, als een bij uitstek arbciterfreundlich be windsman toegejuicht te worden. Minister Talma is een man van een streng verantwoordelijkheidsgevoel, .die niets wil indienen en verdedigen, wat naar zijne persoonlijke opvattingen, niet in alle opzichten aanbevelenswaardig is; voor geen arbeid terugschrikkende, werkt hij geduldig, met onverdroten ijver voort totdat het werk „af" is. Merkt hij straks, dat zijne eerste opvatting op eenig punt revisie behoeft, dan is hij eerlijk en loyaal genoeg om dat toe te geven en zich al weer aan het werk te zetten, even ge duldig en ijverig. Tot staving van het een en ander kan men wijzen op de gewijzigde .Bakkers wet en nu op het verzekerings-ontwerp. Om tot een gedetailleerde bespreking over te gaan, is de tijd nog niet geko men, maar een hulde aan de onvermoeide en de conscientieuse werkzaamheid van den Minister js stellig niet voorbarig. Met blijdschap maar ook met weemoed heeft de (A. R.) „Nieuwe Prov. Groninger Courant" de indiening van de verzekeringswetten gezien. Met blijdschap, omdat er uit blijkt, dat Mi nister Talma aan zijn taak krachtig voort- werkt; met weemoed, omdat dadelijk de vraag rijst: zal het wetsontwerp nog in deze parlementaire periode in behande ling komen. De berichten, zoo zegt het blad, over de ziektewet luiden immers niet erg op beurend. Men wil met dit ontwerp een weg inslaan, die misschien wel iets voor heeft, maar toch altijd door dit nadeel wordt gcdiukt, dat hij zoo Jang is. Wij praatten reeds zooveel over de sociale verzekering en nu wil men nog eens weer lang en breed over de beginselen dezer wetgeving spreken. Maar als zoo de behandeling van de ziekteverzekering op de lange baan wordt geschoven, wat zal men dan met het nieuwe ontwerp aanvangen De Engelsche minister Lloyd George is gelukkiger dan minister Talma. Zijn ontwerp is in elk geval met algemeens waardeering ontvangen. Natuurlijk zal de kritiek ook daar straks wel volgen. Zelfs is het niet onmogelijk, dat de stemming nog omslaat. Dat er echter bij alle partijen in het parlement instemming wordt gevonden met de hoofdbeginselen van het ont werp, is voor den minister zeer aange naam. Nu de invaliditeitsverzekering er ech ter is, zal het de Kamer gemakkelijker ker zijn een overzicht over het geheel ider sociale verzekering van dit kabinet te krijgen. Jn het stelsel van minister [Talma moet elk ontwerp ook bezien in verband met het geheel. Het „R. K. Patroonsblad" be schouwt voorloopig in hoofdzaak de hal ve premiebetaling door de patroons. Het blad schrijft o.m. Er is reeds menigmaal op gewezen, FEUILLETON. Naar het Duitsch. 23) Een bitter lachen vloog over het !ge- zicht van het meisje. Herman! sloeg er in zijn! ijver geen acht op, hoe weinig zijn schildering van Neinstetten's be kwaamheden erop aangelegd was ,om den man beminnenswaardiger te doen schijnen. Het eenige wat hem in de ge dachten voorstelde wasdat op deze wij ze de geliefde bezitting der Hartentecks Igered zou worden. Hoe dicht de vader al bij zijn onder gang stond, daarvan merkten de kiride- Ven niets. Herman was hem tot niets (nuttig. z.elfs als hij er slaagde freule Örben voor zijn' zoon te verwevresn [was nog slechts deze alleen' geholper^ vy^nt dat graaf Orben' er wel voor zou zorg dragen,, dat de toekomstige baro nes von .Harneck de vrije beschikking över haar vermogen behield, daarvaml was de vrijheer overtuigd. Waarmee zou jiij dus in dit geval zijn eigen verplich tingen, nakAinen?. De schlMdeischers ^ya- ook in dit blad is het geschiedt, dat bij drage van den werkgever voör onge vallenverzekering billijk is, omdat hij het risico van den arbeid draagt; maar dat hem te verplichten tot betaling aan zrekte- en invaliditeitsverzekering, bui ten de perken der billijkheid gaat, om dat ouderdom, invaliditeit cn ziekte niet absoluut als gevolgen van de werkzaam heid op de fabriek kunnen aangewezen worden. Men kan, en zal waarschijnlijk toch ziek en oud worden, al werkt mten niet in de industrie. Daar staat echter tegenover, dat de werkman in de werkplaats, waar hij zijn krachten ten dienste stelt der productie, genoeg verdienen moet om te kunnen voorzien in de gevolgen van alle gewoon menschelijke wederwaardigheden, om bij ziekte of invaliditeit of in zijn ouden dag- niet te vervallen tot armoede en gebrek. Althans wanneer hij als een normaal werkman mag gelden. Maar alle loonen staan niet op zulk peil, dat die voorziening mogelijk is. En daarop zullen zij niet alle komen voorloopig. Wat doet nu de wetgever? Wie zijn Jeven besteedt aan de pro ductie, die moet van haar ook kunnen leven, zoo redeneert hij. Maar aange zien dat niet steeds het geval is, en een geleidelijke loonsverhooging, zooals die door vakbeweging enz. zou kunnen ver kregen worden, niet met voldoende ze kerheid zal worden besteed aan voor zorgsmaatregelen, ga ik langs een om weg tot algemeene loonsverhooging for- ceeren, en laat de ondernemers de helft der premie betalen voor die werklieden, voor wie ik verzekering noodig acht, en dus afdwingen wil, dat is m.i. tot f1200 per jaar toe. Wie meer verdient, kan voor zichzelf toch zeker zorgen. Al is er dus wel edn reden aan te voeren, om den werkgever mede te wil len laten bijdragen, het blijft een maat regel van ingrijpenden aard, een gevoe lige aderlating. .En aderlatingen zijn voor onze vaak bloedarme industrie tegen woordig gevaarlijke operaties. Daarom zal tegen de premiebetaling door de patroons wellicht oppositie ont staan. Maar wij maken ons geene illusie, dat het anders uit zal vallen, als de wet tot stand, komt. Maar dat kan nog lang worden. Een verzuim. Het „Huisgezin" schrijft: Het schijnt wel dat men! aan alles went. i Toen, een vijf en dertig jaar 'geleden1, in Duitschland de vervolging tegen de ka tholieke Kerk uitbrak, onder den naam Kuituurkamp bekend/, was heel de katho lieke wereld vol 'belangsteElinlg. Men volgde met de meeste aandacht al de phasen van' die worsteling, men leefde ze als het ware mee, men was er vol vanL Nu in Frankrijk de Kerk al tiental len jaren onderdrukt Wordt, in Spanje de vervolging misschien' niet zoo open lijk brutaal maar weinig minider kwaad aardig is, in 'Portugal op alles overtref fende schaamtelooze wijze de katholie ke godsdienst wordt gekneveld en ver trapt, is de belangstelling veel minder groot. Er is stellig verschil in de jjevalleinl In Duitschland was het een protestant- sche meerderheid, die de katholieke min derheid onderdrukte. In Frankrijk, Spanje en Portugal heeft men óf een katholieke meerderheid, die zich door een brutale (minderheid laaf on derdrukken, óf een' dergelijke inzinking en ontrouw onder de katholieken zelf dat zij van meerderheid minderheid zijn ge worden. In gedn van de beide gevallen zijn' de katholieken zonder schuld. In Duitschlanld verweerden de katho lieken zich uit alle imacht. Met mannen moed voerden zij strijd. Zij kenden geen vrees. Beginselvast, kwamen zij Voor het geschonden recht op. In Frankrijk, Spanje en Portugal ziet men weinig van de vastberadenheid, de volharding, de geestkracht, waarmee in gesloten gelederen de Duitsche katholie ken hun strijd hebben gevoerd. Een stroovuur ginds, een opflikkering ren toch al heel ongemakkelijk. Lang zouden zij niet meer met beloften tevre den te stellen zijn. Het bleek, hem' steeds meer en meer: alleen' Erna's hu welijk met Neinstetten kon en zou de bezitting vrij maken. Harneck kende zich genoeg diplomatieke vaardigheid toe om Erich in alle mioodige toezeggingen! te doen bewilligen'. Deze kon dan door de daad bewijzen dat yi'eef in Glockners bemerkingen over het tegenwoordige be stier gerechtvaardigd waren. De goede ren van' Neinstetten waren toch voor beelden van degelijk beheer. Toen broeder en zuster het slot be reikten, stond het geheele gezelschap! in levendig gesprek op het bordes. Lili Orben ijlde op Ern!a toe en vertelde op gewonden van den gevaarlijken weg en van baron Steinfels uitmuntende rijkunst. Het eene paard schrok voor een' greppel, verhaalde zij en eerst toen mijn heer von Steinfels het nadrukkelijk be duidde wie hier baas Was, kwami 't weer met de voorpooten op den'grond, 't Bleef steeds boos en onlrustig, zoodat ik braaf bang was. En' weet gij wat de baron! deed? In plaats van' nu medelijden inet mij te hebben, zeide hij zoowaar dat het mijn schuld was als de dieren! weer gin gen steigeren. hier, daar blijft het bij. Het willen, het durven, het kunnen bchijnjt in gelij ke mate te ontbreken. Zonder een schrikbarend groot Verzuim aan te niemen zijn de gebeurtenissen daar «liet te verklaren'. Het (moet daar ontbro ken hebben aan innigheid en verdieping van het geloofsleven'. Uit traditie en sleur Roomsch is mien er geweest, zon'der het Roomsch-zijn te waardeeren', de ver plichtingen te beseffen die het oplegt, de middelen te baat te nemen om het te be houden. Men moet, afgezien van hetgeen waar in men overigens moge gefaald hebben, te kort geschoten zijn in deze twee zaken, die feitelijk tot één zijn terug te brengen het onderwijs 'en' de pers. Zonder katho- leik onderwijs (verliest men' de jeugd, zonder een goede katholieke pers be houdt men de volwassenen niet. Waar het katholiek onderwijs en1 de ka tholieke pers in eere zijn bloeit al het geen verder tot bevestiging en versterking van het geloof kan bijdragen. Verwaar loost men liet onderwijs en verwaarloost men de pers, 'dan zal al wat men verder beproee op den -duur machteloos en ijdel blijken. We mogen hier wel ons voordeel doen met de lessen, die andere landen ons ge- ven. Zeker, de internationale vijand, die daar met voor de katholieke Kerk zoo rampspoedig gevolg overwinning op overwinning behaalt, rust ook hier niet, streeft hier dezelfde oogmerken na. Maar indien wij ons niet aan hetzelf de verzuim plichtig makenvdat Frankrijk, Spanje en Portugal thans zoo zwaar boe ten, hebben wij niets te duchten. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Mijn-ongeluk. In antwoord op de schriftelijke vraag, door den beer Beckers gedaan1, na^ar de toedracht en oorzaken van het zware ongeval op de Staatsmijn „Emma" op Woensdag 26 April j.l. heeft de minister van landbouw, nijverheid en handel uit voerige bizonderheden meegedeeld, waaruit o. a. blijkt, dat des morgens om half negen' plotseling de persleiding van de zuidelijke afdieppomp naar beneden stortte op een oógenblik, dat er 26 man op den schachtbfedem werkten. Op hetzelfde oogenblik klonk een zwa re slag in den schachttoren van schacht 1 en verdween' dé stijgbuis met den elec- trische kabel in de schacht. Hoofdopzichter, bedrijfsingenieur, di rectie der Staatsmijnen en staatstoezicht op de mijnen daalden onmiddellijk door schacht 11 af om door dezen venbin'dings- gang I te bereiken. Het personeel van schacht I werd naar boven' gebracht: eerst werden de zwaar gewonden de lad ders opgedragen, daarna volgden de lichtgewonden en ten slotte de oiilge- deerden. Het reddingswerk werd be moeilijkt doordat het water in de schacht voortdurend steeg. Geneeskundige en geestelijke hulp was dadelijk ter pla,atse. Er bleken 4 dooden' te zijn en 18 ge wonden, waaronder 1 zeer zwaar. Deze, de pompmachinist Bus, overleed spoe dig. De hulpbouwer Griens werd leven loos opgehaald, waarna nog twee werk lieden vermist bleken'. Daar het zeke.r was, dat deze onder het neerstortende materiaal gedood waren, werd het red- dingsmerk voorloopig gestaakt ter wille van de veiligheid der ongekwetsten. Later riep men de hulp in van een dui ken te Bochum woonachtig, die echter eerst Zondagsmorgens zonder gevaar duiken kon'; vergeefs zocht hij echter naar de lijken van de beide vermistten, deze werden eerst Maandag gevonden, toen -men' op den bodem van de schacht kon afdalen1, de een bleek verpletterd; de ander verdronken. De houding van' allen', die aan het red- dings- en bergingswerk hebben deelge nomen wordt door den minister voortref felijk genoemdzij (verdient hooge waar- deerinjg. De toewijding, die allen heb ben betoont belet de minister bepaalde namen te noemen. Daar het materiaal -uit de allerbeste 'fa- Mijnheer v-on Steinfels had niet ge heel ongelijk, zeide njti mevrouw von- Glockner tot Lili. U waart wel wat le vendig en' klemde zich aan zijn' arm vast als het paard schuw werd. „JDaar kwam ik anders slecht pf", sprak Lili meesmuilend. Ik werd afge schud als ee'n lastige vracht en! de baron keek mij daarbij aan... hu, om' bajnlg te worden. Freule' Orben vertelde dit zoo aardig, dat allen jn een lach schoten. Herman Harneck het luidst. Slechts Erna bleef nadenkend en verstoord, terwijl de be rispte zwijgend ter zijde stond. Toen leenige uren later het gezelschap ter afscheid weder buiten kwam, trad Hans Otto op freule von Jiarneck toe en Vroeg zacht Wat is u overkomen, gnadige Fraulein? Het was hem niet ontgaan ,dat de dochter des huizes slechts met de uiterste wilskracht een Jachje om haar Jippen kon brengen. Ema sloeg "de oogen', waaruit plotse ling vertwijfeling Sprak, tot Steinfels op en zeide huiverend Ik heb een sppolé jgtezien',, [vyaarvoor ik'afschuw heb. Eindelijk was Erna JHarneck dezen brieken was, blijft het nog onopgehel derd, hoe de stijgleiding is bezwekem. Thans is in! overleg biet het staatstoe zicht op de mijnen' besloten, de perslei ding voor het 'grootste deel, aan de schachtuitrusting te bevestigen en slechts een deel op de pomp te 'monteeren. Land- en Tuinbouw. Zwavelzure Ammoniak, de stikstof meststof voor de bloembollencultuur. J. Brau-n schrijft in het Weekblad voor Bloembollencultuur Het vraagstuk der bemesting begint ook in de bloembollencultuur aan de orde van den dag te komen. Dit is een' geluk kig verschijnsel. Nu het kweeken van bollen lang geen goudmijn meer is, "maar meer is een worstelstrijd om het bestaan, is elke vermindering van cultuurkosten Vi dringende eisch. En waar is deze anders te vinden dan in de bemestinfg? Zeer te recht wordt ons gezegd, neemt proeven en ik voeg er aan toe, indien gij proe ven neemt, doe het dan op een schoon'e lei, d.w.z. neem proeven op gronden', die Van vorige jaren in geen gun'stigen toestand Verkeeren', maar neem grond, die zooals wij gewoon zijn', ons uit té druk ken, arm is. Meermalen' ziet men een ge was 'goed slagen ook zonder bemesting; de bollen groeien'dan op den ouden voor raad en hun reserveVoedsel van het vo rig jaar. Dat zulke bollen voor de broeie- rij niet de beste zullen zijn is licht be grijpelijk. Het vorig jaar vertelde mij een onzer vakgenooten, dat eene bemes ting met zwavelzure amtnoniak bij hem zeer gunstige resultaten had opgeleverd. Ik heb dit jaar zelf eens eene meer Uit gebreide proef genomen, geheel in na volging met hetgeen' mij was medege deeld. Een vrif armen hoek beplantte ik met Narcissen van verschillende varië teiten. Reeds was de hoek gedeeltelijk gedekt, toen ik dezen een overbemesting gaf met zwavelzure ammoniak in' ver schillende hoeveelheden'; bij sommige bedden was ik inlog in de gelegenheid om de meststof in te hark'en'. Willekeurig werd hier en daar een'bed overgeslagen. De resultaten zijn nu zichtbaar, het on derscheid tusschen 'de bemeste en Ui et be meste bedden 'valt direct eiken' bezoeker opl Zonder eenig voorbehoud zeg ik het dan ook mijn' vakgenoot na zwlavel- zure ammoniak is de stikstofmeststof voor de bloembollencultuur. Wat dit be- teekent nu de koemest steeds duurder wordt en daarbij in goede samenstelling teruggaat, is voor ieder te begrijpen-. Wie belang stélt Om de proeven te zien, kome maar eens kijken, voor elk is er wat te leeren, waarmeue hii zich voordeel en nut kan 'doen. Ik stel mij voor om de proef, die Vrij uitgebreid is, verder nauw keurig te 'controleeren door de Narcis sen, voor zoover dit uoodig is, te wegen na het opnemen. De resultaten daarvan zal ik 'gaarne irt het orgaan ter algemeene kennis brengen, een voorbeeld hoop ik dat gevolgd zal worden door hen!, die even als ik proeven nemen. Slechts door aigemeene samenwerking zullen wij er toe kunnen geraken om vermindering te krijgen van cultuurkosten, ongerekend nog het groote gemak dat het gebruik van kunstmest -geeft boven stalmest. Volgens het Kweekersblad worden nu al Tulpen in de Streek verkocht, tegen de volgende prijzen E. V. T. Le Matelas f3 a f3.25; Pink Beauty f3.50 f3.75. Vermilion bril- lant f2.40; .Gromoisi brilland f 1, alles per 100. Per H.L. werd besteed voor: E. V. T. Le Matalas f 110Gromoisi brilland f25, en D. V. T. Murillo f20. Hierop vervolgt dit blad: Wij kimmen ons voorstellen' dat hande laren bereid zijn, nu reeds te koopen', want die kitn'ncn, dank' zij ons prachtig handelssysteem, er nooit kwaad bij va ren maar dat kweekers inh reeds verkoo- pien, Is onS nie't duidelijk, want die vaart daarbij bijna altijd slecht. Wat toch is het geval Is de oogst goed, dan zullen' de prijzen in de meeste omstandigheden voor vele soorten iets dalen'. De kweeker die vroeg verkocht heeft, zal dan waarschijnlijker een 'goede prijs hebben. Maar wat geeft avond alleen. Geen tranen ontstroomden nu haar oogen, terwijl zij aan 't venster zat en naar buiten in de duisternis staarde. Zij ging het met haar broeder gevoerde on derhoud nauwkeurig 'na en trachtte zich alles te "herininteren, wat hij gezegd had. Hoe meer zij zich in de beteeken'is van het gesprokene verdiepte, des te duidelij ker was het haar, dat vader en broeder zonder ook maar eenigszins zich om haar meening te bekommeren, hun planden gemaakt hadden of dochter en zuster ook het recht had, gehoord te worden, waar het toch haar levensgeluk gold. Toch was er in haar hart nauwelijks een schaduw Van verbittering jegens den broeder. Wie in deze beslist had en wiens koel verstand eenvoudig zonder eenig ge voel voor- en nadeel dezer zaak nevens elkander had gesteld, wist zij maar al te goed. Zij kon het voor haar broeder slechts te meer betreuren, dat hij zijn be ter ik zonder kamp bij den eersten aan loop had prijsgegeven. Zjj meende hem wellicht nog meer dan eerst, want de blik die hij haar heden onbewust in zijn hart gunde, had haar met gruwzame klaar heid de zwakheid en onstandvastigheid van den jongen man getoond. En Neinstetten Erna wrong zich niet de handen, en schreeuwde het niet uit yan jyeedpm, maar zij sloot de oogen, als hem dat? De handelaar die nu goedkoo- per terecht kan, begint nu zulke hooge eischeln te stellen' aan de kwaliteit der vroeg gekochte bollen, dat het voordeel voor den kweeker toch verloren' raakfl Wil de kweeker aan de eischen! biet vol doen, 'dan worden hem, dank Zij om's bo venbedoeld handelssysteem, een groot deel der bollen terug gezonden, waar!- door de Voordeel en van' den Vroegen' Ver koop voor den kweeker ook n'aar de maan1 zijn. Is de oogst daarentegen' ongunstig, da|n( zullen 'de prijzen' in de meeste omstan- dighdeen voor vele soorten iets rijzen. De kweeker, die vroeg verkocht heeft, zaT dan Waarschijnlijk een zuinige prijs heb ben en' soms ook moeite hebben om hefj verkochte aantal te leveren'. De hande laar, die nu voord eel ig uit is, zal allö moeite 'doem om het gekochte aantal xaxi den kweeker te krijgen' en js de kwee ker 'niet in staat te leveren/dan kan' hi/ en zal hij ook dikwijls schadevergoeding! eischen van een kweeker, hetgeen hem' te 'gemakkelijker Valt omdat hij het 'geld van "de geleverde bollen' nog in zijn' be zit heeft. Hoe wij de zaak bekijken, de vroegd verkoop loopt meestal uit op schade voor den kweeker. Dus kweekers wacht eerst! den uitslag van' den oogst af, voor ejn' alee'r 'te verkoopen. Bastaardrupsen. Prof. Ritzema Bps, directeur Vain' het Instituut voor Phytopathologie te Wa gen inge'n schrijft: Uit verschillende streken van ons lan'd werd ons in' de laatste dagen' advies ge vraagd omtrent de bastaardrupsen', die vreten aan den rand der bladeren' van dle( kruisbessen en de roode en witte aalbes sen. Deze rupsen' zijn groenachtig grijs van 'kleur met vele zwarte punten ,voor e" a<:hter aan lichaam geel of oranje; zij zijn gemakkelijk daaraan' te kennen^ dat zij, wanneer zij worden gestoord, het achterlijf omhoog heffen tot boven' den" kop. Zij zijn zeer schadelijk, daardat zij de bladeren bijna geheel opvreten en! slechts de hoofdnerven overlaten, tenge volge 'waarvan de struik verzwakt en: dei vruchtvjorming belemmerd wordt. Wan- neer men tegen deze plaag niets doet, kunnen de rupsjes zich ongestoord ver der ontwikkelen', en heeft men in' Juli of Augustus ee'n nieuw en nog talrijker ge slacht van deze schadelijke diertjes te vreezen, die de struiken opnieuw kaalvre ten e:ï Vaak er aanleiding toe geven, dat de bessen aan' den struik verdrogen. Men! kan de ruspjes uitstekend verdelgen met Amerikaansch insectenpoeder, Men ver- voege zich daarvoor bij het bureau v.dl Nederlandsche Pomologische Vereeni- ging te Utrecht, Lan;dbouwhuis, 'Rijnkade! dat dit poeder, (evenals andere bestrij dingsmiddelen tegen ziekten en plagen' in ooftboomen) onder garantie van goe de kwaliteit kan leveren'. Men moet het poeder met een goeden' blaasbalg (z.gv zwavelverstuiver) in de struiken verschui ven. Zulke toestelletjes zijn voor een paar gulden bij handelaars in tuinbouw- gereedschap te bekomen. Rechtszaken. Kantongerecht te Leiden. Gisteren stonden voor het Kantonge recht nog terecht behalve de reeds ver melde zaken Gerarda Maria H., te Leiden, heeft op 15 April haar zoontje gras laten snij den op een weiland achter de Medusa straat. Eisch ƒ3 of 3 d. Tegen Hendrik van G., koopman, wordt bij verstek, wegens het springen op een schuit vanaf de Marebrug te Lei den, terwijl de hekken gesloten waren en ondanks waarschuwing van den brug wachter, f3 of 1 dag geëischt. Een lastig sinjeur was de Amsterdam- sche chauffeur M„ wiens dagvaarding! was ingetrokken, van welk feit den man evenwel geen kennifc was gegeven. Hij luchtte nu zijn hart op een heftige wijze en vroeg op wien hij de schade, die hij door zijn verzuim in zijn zaak had ge leden, kon verhalen. Op niemand, was de troostelooze repliek. voor een ondragelijken aanblik. Het duurde geruimen tijd, voor zij het van zich kon verkrijgen, om de mo gelijkheid van een huwelijk met hem te overdenken'. Jarenlang zwierf hij reeds om baar met onveranderlijke standvas tigheid en trouw. Ja, trouw was hij dat moest zij toegeven. En' dat hij algemeen! voor een begeerenswaardige partij goTd wist zij wel. Een vast, vertrouwen! wek kend karakter had hij echter niet. Hij kon soms recht brutaal optreden en dan, bij zekere gelegenheden, waarbij het in nerlijke van 'den mensch zijns ondanks zich afsteken -moet scheen het bent toch aan vastberadenheid en moed te ontbreken. Tegenover haar bleef Jiij steeds de onderdanigen dienaar, die geen! tegenspraak waagde. De eenige gelegen heid dat hij haar wil wederstaan had, was geweest toen 'n hond zich wederspan- nig had 'getoond. Toen had hij, ondanks haar verzoeken en' bevelen, het dier on barmhartig getuchtigd. 'Dit hatelijke voor val herinnerde zij zich nu nog. Zij wilde bij die gedachte niet lan'ger verwijlen en 'keek eens rond onder da huwelijken, die 'zij in'de gelegenheid was nader te leeren' kennen'. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5