Uit de Natuur.
BUITENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 29 April.
De Vereering der H. Maagd
in Palestina.
Van da Maria-vereering is Palestina de
bakermat; dat spreekt wel van zelf. Als
een vaatwerk den geur opneemt van het
'reukwerk, dat er in bewaard wordt, en
dien geur langen tijd behoudt, hoe zou
dan dat Jand van Judea niet gebalsemd
zijn geworden door Maria's liefelijkheid,
'en jiog heden ten dage niet daarvan als
doortrokken wezen? .Heeft Maria daar
niet d« lucht ingeademd? Heeft zij daar
niet alle .wegen en paden doorloopen?
;Heeft zij daar niet in de voornaamste
steden gewoond? Minstens 63 jaar lang
heeft ze er geleefd, volgens meerderen
zelfs 70 jaar.
Trouwens, al wat het land bekoorlijks
en Jiefeh'jks heeft, wordt door de ge
wijde schrijvers en door de H. Kerk ge
bezigd ais een afbeelding van Maria;
zijn velden, zijn dalen, zijn bergen, zijn
boomen, zijn bloemen,alles zingt er
van Maria, alles Ï9 er zinnebeeld van Ma
ria.
Zij js de bloem der velden van Judea:
ego J'toa cam pi.
Zij ja de lelie zijner dalenego lilium
convattium.
Haar hoofd- js heerlijk als het voor
gebergte van 'den Karmet: caput tuum
ut Carmdus.
Zij js glorievol als de Libanon, schoon
als de bloemrijke karrnel, en rijk als de
vruchtbare vlakte van Saron: Gloria Li-
bani data est ei, decor Carmeli et Saron.
Zij is opgewassen als de trotsche ceder
van den Libanon, als de cypres van den
berg 3ionquasi cedrus exaltata sum
in Libano, et quasi cypressus in monte
Sion.
Zij is bevallig als de palmboom, die
wiegelt jn de woestijn van Cades, op
de grenzen van Palestina: quasi pahna
exaitata sum jn CadeSï
Zij wordt vergeleken bij de rozen
velden, die bloeien en geuren in den
omtrek van Jericho: et quasi plantatio
rosae jn Jericho.
Haar goedheid gelijkt den vruchtbaren
olijfboom, die de rijkdom uitmaakt der
bergen van Juda: quasi oliva speciosa
in Campis.
Haar majesteit wordt vergeleken bij
den plataan, die aan den rand zijher
wateren groeit: et quasi platanus exal
tata sum juxta aquara in plateis.
Een zoete geur stijgt op uit haar ge
waad als uit den kaneelboom en den
balsemboom, of als uit de zuiverste
myrrhe: sicut cinnamornurn et balsamum
aromatizans odortm dedi: quasi myr-
rha electa dedi suavitatem.
Zij spreidt rondom zich hare welda
den en goedheden uit, zooals de heerlijke
terpeniijnboom zijne weelderige takken
uitspreidt: ego quasi terebinthus ex
tendi ramos mebs, et rami mei honoris
et gratiae.
Ginds aan den rand van het uitge
strekte JEsdrelon-dal ligt het veld van
Debora; daar, in de bergen van Sama
ria, BefhuHe, de stad van Judith; hier,
aan den voet van den kleinen Hermon,
het dorp van de Sunamitische -vrouw
alles wat op die verschillende plekken
getuigt van grootheid, kracht en macht,
nederigheid en eenvoud, voorzichtigheid,
zedigheid en vlekkeloosheid, is Bijfoel-
sche voorafbeelding van haar, die ook
vTurris Davidica (Toren van David), Fons
signatus (gezegelde bron), Hortus con-
clusus (gesloten tuin) genoemd wordt.
Beschouwt ginds, weggedoken in de
plooiingen der Galileesche heuvelen, de
stad der bloemen, Nazareth, waar de
Hl.
Vergiftige planten.
Steeds is de mensen er op uit geweest
zich te verdedigen tegen de vele vijanu
deu die hem omringen'. Aanvankelijk
jwendde hij al zijn krachten aan om de
iwilde of schadelijke dieren te verdel
gen, maar weldra bemerkte hij een tal
rijke schare vijanden naast zich, des te
gevaarlijker omdat hun uiterlijk hem min-
tder wantrouwen inboezemde, de vergifti
ge planten. Niets verraadt gewoonlijk
hun giftige eigenschappen, noch hun!
kleur, noch- hun geur, noch 'hun smaak,
ïiioch hun vorm hebben iets eigenaardigs
Sommige der meest giftige paddestoelen
hebben een heerlijke geur en smaak; en
bovendien gelijken zij soms sprekend op
anders niet giftige planten zooals de
'dolle kervel bijna niet te onderscheiden
is van de peterselie.
Hun aantal is buitengewoon groot, en'
Iwij zullen dan ook slechts enkele dei-
meest giftige, vooral die in onze stre
ken voorkomen bespreken.
Ongetwijfeld heeft men wel opge
merkt dat het vee in onze weiden zich
iwel wacht de heldergele boterbloemen te
'eten, want sommige soorten ervan zijn1
buitengewoon zwaar vergiftig en ver-
.porzaken wanneer zij fijn gekneusd op
de huid komen roode vlekken en v-er-
zweeringen.
Eveneens tot de boterbloem-achtige
planten b'ehoort de Kerstroos, die om
baar groote witte breinen, die zij in de.ii
nederige Maria leefde; Cana, dat nog
getuigt van haar goedheidBethsaida
Capharnaüm .waar zij de voetstappen
volgde van haar Goddelijken Zoonover
al jn de bergen van Judea ruischt en
weerklinkt ,de naam van Maria, in het
bevallige dorp der Bezoeking, in het
blijde Bethlehem, in het droeve Jeru
salem.
Vlak bij .de muren vart deze laatste
stad bestaat nog de boven-put, aan welks
rand Koning Achaz zich bevond, toen
de profeet Isaias hem plechtig aankon
digde, flat de Maagd zou ontvangen, eii
een zoon baren, die Emmanuel zou ge
noemd worden: Ecce Virgo concipiet et
pariet filium, et vocabitur nomen ejus
Emmanuel.
In Jerusalem bracht Maria haar eerste
levensjaren door, jn de schaduw van den
Tempel, .waarin toen geen ark en geen
tafelen .des verbonds waren, maar ook
konden gemist worden, daar immers
Maria de waarachtige ark des verbonds
wasfoederis area.
En op den heuvel van Sion, in de
Heilige ?tad, ontsliep zij, vol van ge
nade en sterkte: Et sic in Sion firmata
sum, et in civitate sanctificata similiter
requievi, et in Jerusalem potestas inea.
Wat zou het verder een aangename
arbeid zijn, de tallooze legenden op te
speuren en mee te deelen, die betrek
king hebben op Maria, en nog jn het
Oostersche land in herinnering zijn ge
bleven. jHeel Palestina is als 'tware er
van doorgeurd. Alle hebben niet juist
dezelfde geschiedkundige waarde; maar
wat zijn ze vroom en lief! Laat ons,
het Jeven van Maria volgende, er enkele
van aanhalenmogen ze als een bloem
tuil zijn, aan onze Moeder in deze
maand Mei aangeboden.
In Jerusalem, dicht bij het schaaps-
bad, verscheen een engel aan Anna, om
haar mee te deelen, dat haar langdurige
onvruchtbaarheid op glorievolle wijze ein
digen zou. Terwijl Joachim, haar man,
verbannen van den Tempel, zich terug
getrokken had in de woestijn van Juda
om er 40 dagen te vasten, zat op zeke
ren ,dag Anna, overstelpt van droefheid,
in haar tuin onder een laurierboommet
een zekeren afgunst beschouwde zij een
nest met vogels, die in het gebladerte
zaten te zingen; eensklaps staat daar
een Engel des Heeren voor haar, en
zei: „Anna, gij zult ontvangen en een
kind baren, en de vrucht van uwen'
schoot zal geëerd worden door gansch
de aarde". Aan de Gouden Poort ont
moetten vervolgens de beide echtgenoo-
ten elkander, nog geheel onder den jn-
druk van de hemelsche belofte; want
ook Joachim had eenzelfde verschijning
gehad op de plek van zijn afzondering
in ,de woeste bergspleet van Kouziba,
in de woestijn van juda, bij Jericho.
De eenige fontein te Jerusalem, Zuid
oost beneden de stad, bij Siloë, werd
en .wordt nog genoemd naar Maria:
Aïn 3itti Myriam, fontein van Mevrouw
Mariawant daar kwam zij dikwijls, toen
zij jn den Tempel verbleef, om er het
benooaigde .water te halen.
In Nazareth draagt de aldaar ook
eenige, en in den ganschen omtrek voor
naamste fontein insgelijks haar naam. De
aartsengel Gabriël zal haar daar reeds
vóór de Boodschap gegroet hebben. Men
moet ze zien komen en gaan jn die
vroegere kleeding, met slanke en deftige
plooiingen, die vrouwen, die meisjes, zoo
beminnelijk jn al haar ernst, zoo fier,
dat ze zich nog altijd de nichten van
Maria noemen, met haar groote water
kruik op den schouder of op het hoofd,
en ;nen denkt noodzakelijk aan Maria.
De engelachtige trekken van Maria weer
spiegelen volgens de legende van ge
slacht tot geslacht op het innemend ge
laat der maagden en moeders van Na
zareth. Hetzelfde kan ook ten volle ge
zegd worden van de inwoonsters van
Bethlehem.
winter draagt veel in onze tuinen' ge
kweekt wiordt.
Onder deze groep rekent men ook de
Monnikskap of aconiet, een plant met
witte of blauwe zeer onregelmatig ge
vormde bloemen, die veel gelijken op
een Phrygische muts, terwijl de 'blade
ren de gedaante van een uitgespreide
hand hebben. Deze plant vindt bij klei
ne hoeveelheden tegelijk gegeven1, toe
passing in de geneeskunde als middel
tegen zenuwhoofdpijn, asthma en ook te
gen hardnekkige heeschheid.
Ook ouder de roosachtige planten!
vindt men er die in een van hun deelen'
stoffen bevatten, die een zeer gevaarlij
ke stof: het cyaanwaterstofzuur (Prui
sische zuur) doen ontstaan, zoo bijv. de
amandelen, de pitten van pruimen1, abri-
cozen, perziken, enlz.
Vooral de b'ittere amandelen, kleiner
dan de zoete, hebben een bittere smaak,
en geven een eigenaardige lucht af, wan
neer men ze in tegenwoordigheid van!
water fijn wrijfthet hierdoor ontstane
cyaanwaterstof ontneemt aan 't bloed
de eigenschap, om zuurstof op te ne
men, en geeft dus aanleiding tot een'
soort verstikking, gelijkende op die i
door kolendamp veroorzaakt; ook de
in de parfumerie uit de amandelen be
reidde amandelolie is vergiftig.
Dezelfde eigenschappen als de arnair-
delen bezitten ook de pitten der ker
sen, pruimen, abrikozen, perziken, si
naasappelen, peren, appelen, enz.
Een buitengewoon vergiftige, maar
toch ook buitengewoon nuttige plant ïs
de slaapbol, ook wel Papaver of Maan
kop genoemd, d e om haar mooie witte
eh. puipeqe.u blocme,!! veel in de t,üM}&n,
Volgens de overlevering kwam de jeug
dige Maagd nu en dan op den berg
Karrnel met hare ouders, wanneer deze
hun kudden bezochten, die daar op den
Eiias-berg graasden, en dan mochten de
heilige kluizenaars, wier opvolgers zoo
groote vereerders werden van Maria, zich
met haar onderhouden.
Te 5t. Jan in Montana (in 't Gebergte)
op die wonderschoone, vruchtbare plek,
weggedoken in de ruwe bruine bergen
van Judea, wordt een schoone fontein, de
schat dier geboorteplaats van den H.
Joannes dén Dooper, nog altijd naar
Maria vernoemddaar putte zij 't water
voor haar nicht Elisabeth tijdens haar
bezoek bij haar. De Muzelmannen noe
men .die fontein Aïn Karim, bron yan
genade, van rijkdom.
Te Jerusalem, op den Tempelberg,
wordt .door den Muzelman nog altijd de
wieg vereerd, waarin Maria haar God
delijk Kiud wiegde.
Op den weg van Jerusalem naar Beth
lehem, voorbij de ruïnen, waar Simeons
woning zal gestaan hebben, bevond zich
de terpentijnboom, drie eeuwen geleden
door een dweepzieken Turk verbrand, die
zijn takken als een kroon over de Maagd
heenboog, toen zij haar Kind naar den
Tempel bracht.
En verderop, tusschen de put der Drie
Koningen en de graftombe van Rachel,
toont men den erwtenakker. Maria, eens
daar voorbijgaand, vroeg gemoedelijk aan
iemand, die daar aan 't zaaien was: „Wat
zaait ge daar?" „Steenen", antwoord
de de man spottend. „Ge zult oogsten,
wat ge zaait", zei Maria. En sinds dien
tijd vindt men daar versteende erwten.
En even voorbij Bethlehem wordt nog
altijd .door alle pelgrims, en geregeld
vooral .door de moeders van Bethlehem
en omstreken, de zoogenaamde Melk-
grot godvruchtig bezocht: in die grot
zou Maria op haar vlucht naar JEgypte
eenige oogenblikken geschuild hebben,
en daar zou toen, bij 't verzorgen van Tiaar
Kind, een druppel der voedende melk
op den rotssteen gevallen zijn, waardoor
de geheele grot melkwit werd.
En .dicht daarbij, in het dorp der her
ders, zal het water van een put, die
12 meter diep was, zoo hoog opgestegen
zijn, dat Maria er gemakkelijk bij kon
om te scheppen en haar dorst te lesschen.
Aan den voet der bergen van Juda ligt
Latroum, het dorpje waar Dismas ge
boren werd, de goede moordenaar. Hij
was nog zeer jong, toen de fi- Familie
naar Egypte vluchtte, en door zijn ouders
welwillend werd geherbergd. Toen Maria
zag, dat de kleine ziek was, gaf ze in
haar dankbaarheid aan de bedroefde
moeder den raad, het te wasschen met
hetzelfde water, waarmede de kleine Jesus
gewasschen was, en zie, de genezing
volgde oogenblikkelijk.
Dicht bij Gaza, op den weg van Egyp
te, toont de Arabier nog de boomen,
waaronder de H. Familie schuilde. Op
den Karrnel wijst men nog de zooge
naamde profetenschool, waar Maria na
haar terugtocht uit Egypte geschuild zal
hebben, alvorens naar Nazareth terug te
gaan.
Op den Olijfberg zal de aartsengel
Gabriël, Maria's Engel, haar aangekon
digd hebben, dat ze binnen drie dagen
met haar Goddelijken Zoon zou vereend
zijn, .en haar een palmtak gegeven heb
ben, als een teeken van haar intocht
in ,den hemel.
Op den berg Sion, dicht bij de Dor-
mitia (sterfplaats van Maria), is de plek
waar de Joden Maria's heilig overblijfsel
wilden beleedigenze werden met blind
heid geslagen en van één hunner, die
zijn boos plan wilde voortzetten, werden
door het zwaard van een engel de handen
afgehouwen, toen hij deze heiligschen
nend uitstak naar de lijkbaar.
Bij haar graf, zegt de legende, hebben
de engelen drie dagen lang heerlijke zan
gen doen hooren.
gekweekt wordt, en waaruit men de opi
um bereidt
De kracht van het sap van dezen pa
paver was reeds in de oudheid bekend.
De Grieken beeldden reeds Hypnos, den
God van den slaap uit met een papavler-
krans op het hoofd.
Deze plant komt vooral veel voor in
de streeken rondom de Middellan'dsche
zee en wordt in Frankrijk, maar vooral
in Klein-Azië, Egypte, Perzië, Oost-In-
dië, en China gekweekt, 't Is een eenja
rige plant met blauwachtig groene on
regelmatig gepunte bladeren, uit welke
witte of roode bloemen, groote zaad-
doozen groeien, waarin zich ontelbaar
vele kleine zwarte zaadjes vormen. De
opium bereidt men uit de nog levende
zaadbollen, door kleine jjisnijdingen, er
in aan te brengen, waaruit het sap als
druppels naar buiten treedt, en aan de
lucht verhard zijnde, als opium in den
handel gebracht wordt.
De opium dankt zijn eigenschappen
aari een groot aantal (pl.rn 17) zooge
naamde aicaloïden, waarvan vele er uit
b'ereid, afzonderlijk gebruikt worden, en
waarvan de voornaamsten de morphine,
de codeine, de theeïne en de narcotine
zijin. In geringe hoeveelheden gebruikt,,
veroorzaakt de opium aanvankelijk op
gewondenheid, daarna een diepen slaap,
gewoonlijk vol wonderlijke droom en
bij het ontwaken gevoelt de gebruiker
zich'zwaar in 't hoofd, heeft een dro
gen keel en mist alle eetlust Bij groote
hoeveelheden treedt de dood spoedig
in, na enkele stuiptrekkingen', gevolgd
door bewusteloosheid.
Men raakt spoedig aan dit vergif ge
wen waaneer men er een regelmatig
En dicht bij datzelfde graf vereert men
nog steeds de witte rots, waar Maria,
ten hemel opgaand, haar gordel liet neer
vallen in de handen van den H. Thomas.
Zoo .spreekt in het H. Land nog heden
ten dage stad bij stad, en dorp bij dorp,
en plek bij plek van Maria.
Ten slotte, zelfs leeft er menigeen van
de godsvrucht tot Maria; het vervaar-'
digen van rozenkransen, beeldjes, prent
jes vormt er op vele plaatsen een bloeien-
den tak van nijverheid.
Blijve Maria leven in het H. Land,
leve zij ook al meer en meer .over da
geheel wereld en niet het minst onder
ons.
Ave Maria! Wees gegroet, Maria!
De Week.
Van de oorlogsvelden is deze week
niet veel nieuws gekomen, doch het oude
spreekwoord: „geen tijding, goede tij
ding" heeft zich hierbij niet bewaarheid.
Immers al mogen de berichten van een
wapenstilstand in Mexico het uitzicht
openen op een eventueele beëindiging
der troebelen, er zijn zooveel bezwaren
van weerszijden uit den weg te ruimen,
dat nog wel eenige tijd verloopen zal,
eer .daar een toestand van rust ge
schapen j,s.
Toch js een goede factor in deze, dat
president Diaz eenigen tijd het land zal
verlaten, jn welke afwezigheid nieuwe
verkiezingen zullen plaats hebben. Hoogst
waarschijnlijk zal hij dan wel op deze
manier van den weg geschoven worden,
evenals de andere ongewenschte ele
menten.
Dat Diaz nu nog als overwinnaar uit
het strijdperk zal komen, is zeker niet
te verwachten, te meer waar van alle
kanten de opstand den kop opsteekt.
Ook jn Marokko gaan de zaken aller
minst zooals men graag zou willen. Steeds
alarmeerender berichten komen van het
belegerde Fez en mag men de laatste
berichten gelooven, dan is de toestand,
door .de mislukte pogingen der Fransche
aanvoerders om eenig voordeel op de
oproerige stammen te behalen, vrijwel
hopeloos.
Toch schijnen deze verwikkelingen nog
andere in hun zog mee te voeren!. Hoe
wel toch de buitenlandsche bladen (en
dus ook de door hen vertegenwoordigde
landen) zich bijster weinig druk maken
over de bemoeiingen der Franschen in
deze kwestie, toonen de Duitsche zich
ontevreden over het optreden der Fran
schen jn Marokko.
De uitingen van hun misnoegen komen
in hoofdzaak hierop neer: de acte van
Algeciras heeft de souvereiniteit van den
Sultan gewaarborgd; het ingrijpen der
Franschen jn Fez zal nu deze souvereini
teit slechts illusoir maken. Hun mecning
is dus, al zeggen zij het niet ronduit,
dat Frankrijk op veroveringen uit is en
dat al wat het van zijn goede bedoe
lingen praat, laat on's het kortweg zeg
gen, smoesjes zijn.
Dit schijnt ook Spanje te denken, dat,
naar de laatste geruchten willen, op zijn
qui vive is en er wel een stokje voor
zal steken, dat Franschen in hun invloeds
sfeer komen.
Echter heeft de „Temps" de gelegen
heid .aangegrepen om tegen deze Duit
sche aantijgingen op te komen en te
verklaren, dat het geenszins de bedoe
ling is der Franschen, die tot ontzet
van Fez oprukken, wanneer hun dit ge
lukt, daar te blijven.
Enfin, we willen het hopen; als we
nu eerst maar mochten vernemen, dat
hun dit'werkelijk gelukt is, ofschoon dan
nog niet te gelooven is, dat in de toe
komst die oproerige stammen zich wat
koester zullen houden.
't Schijnt daar al evenmin een helderen
hemel te mogen worden als in het Verre
gebruik van maaktmaar dan doen zich
ook de verschijnselen van een chronische
vergiftiging voor, zooals men die voor
al bij opiumrookers (-schuivers) waar
nemen kan. Alle eetlust verdwijnt, slaap
is slechts mogelijk na het gebruik van 't
vergif en weldra maakt de dood een
het verdierlijkt leven.
Het plotseling ophouden met het ge
bruik van opium brengt ook dikwijls
doodelijke gevolgen met zich, zoodat
men slechts, door langzaam de hoeveel
heid opium te verminderen, de ongeluk-
kigen aan hun heillooze hartstocht kan
onttrekken.
De opium is een der meest gebruik
te geneesmiddelen. Men maakt gebruik
van zijn werking tegen hardnekkige
diarrhee, van zijn pijnstillende en slaap
wekkende eigenschappen, enz.
Tot dezelfde plantengroep behoort de
Stihkende Gouwe, die als onkruid langs
de wegen groeit, en uit wielks gele bloe
men, cliepurtgesneden bladen en ook uit de
stengels, bij 't breken een onaangenaam
riekend geel sap te voorschijn brengt,
dat prikkelend op de huid werkt, en zelfs
ontstekingen kan veroorzaken.
Ook de brandnetels kan men een'igs-
zins tot de vergiftige planten rekenen,
dr.ar zij haren dragen, waaruit indien
zij in de huid doordringen een scherp
vergiftig vocht vloeit, dat de bekende
branding veroorzaakt.
Sterk vergiftig is ook de Dolle Ker
vel, die zeer veel onder heggen, langs
de wegen en in slecht onderhouden tui
nen voorkomt. De stengel dezer plant
kan to.t 1 a 2 Meter hoog worden en
is met bloedroode vlekken veelal over
dekt, de btoe,men zijn vyit, en yonnen
Oosten. Reeds jarenlang zijn wij gewoon
den Oost-Aziatischen horizont donker te
hooren noemen, maar in den laatsten
tijd hoort men er zelfs van donderwolken
spreken. Toch mogen wij hopen, al zoo
dikwijls is er van gewapende conflicten
in Mandsjoerije gesproken, dat het ook
ditmaal1 met een sisser zal afloopen, of
schoon men uit de verschillende berichten
zou mogen verwachten, dat er iets ern
stigs jn Noord-China broeit.
Reeds tijdens het jongste Russisch-
Chineesche conflict werd een sterke na
tionalistische beweging in Mandsjoerije
waargenomen en deze is er, na het wis
selen van bevredigende nota's, niet op
verminderd. Vooral wordt deze beweging,
gesteund door studenten, die allerwegen'
een anti-Russische propaganda m <n.
Ofschoon nto China geregeld voorgeeft!
deze propaganda te verbieden, schijnt het
deze integendeel oogluikend toe te staan*
ja zelfs te bevorderen.
Dit laatste zou men mogen opmaken
uit de kolonisatie op grooten schaal in
Mandsjoerije, waarbij zendingen van
troepen komen, maar bovenal leidt men
dit af uit de benoeming van den vreem
delingenhater Chao-en-hsin tot gouver«
neur van Mandsjoerije.
Te Petersburg is men, zooals uit ver
schillende dingen blijkt, hierdoor ernstig
ongerust en de ministerraad moet zich
ernstig hebben beziggehouden met deze
kwesties, met het resultaat, dat de mi
nister van oorlog naar het Oosten ver
trokken is om maatregelen te treffen voor
de organisatie der Russische strijd
krachten.
Ruslands houding bewijst wel dat het
in de 'naaste toekomst verwikkelingen]
tegemoet ziet, 'al is er wel geen oogem-
blikkelijk gevaar. Alles wijst erop dat
China den oorlog wel wil.
Een treurig bericht van geheel aul-
dieren aard, van het zachtjes afbrokke
len eener dynastie, niet in staat door
den lichamelijk en geestelijk verlamdeul
koning staande gehouden te worde, komt
uit Luxemburg.
Nog nooit heeft de groothertog zijn
land bezocht, 'maar hij kwijnt \v;eg inl
zijn kasteel Ho henburg bij: Konigsteiu in
den Jaunus. In zijn plaats regeert de
staatsminister Eyschen, 'die zooals ge
woonlijk op "22 April, de vefjaardag de$
hertogs, een dronk op den vorst uit
bracht, welke echter treurig was door de
weinig goede mededeelingen over diens
gezo n d h e id s t o es tan d
„In den 'Hohenburg is de atmosfeer
voortdurend duister en troosteloos. Le
vend is daar slechts het lijden. Groot
hertog Wilhelm is lichamelijk en gees
telijk verlamd; slechts het vegeteeren-
de leven is nog niet geëindigd."
Onverklaarbaar is nu waarom geen'
regentschap wordt ingesteld. Voor den!
goeden gang van zaken immers kan zulk
een regeering Van den eersten minister
in een constitutioneel vorstendom niet
bevorderlijk zijn.
Nu ik toch over ziekten praat, moet
ik even memoreeren de verergering van!
het jichtlijden van Z. H. den Pau»;.
Leed de 'H. Vader eerst slechts aan een!
voet, nu is ook de tweede erbij gekomen'.
Echter hooren 'wij, heeft hij zijne gewiones
audiëntiën niet gestaakt, zoodat we mo
gen aannemen, dat de kwaal hem niet
te zeer 'kwelt. Toch weet iemand did
zelf eraan lijdt, of een ljjder in zijn om
geving heeft, 'wat jichtlijden js. Kunnen
we dus met het oog op den lioogen
leeftijd niet hopen, dat Z. H. geheel
zal herstellen, 'laat ons bidden, dat hij
tenminste van hevige aanvallen bevrijd
moge blijven. v.
Weekpraatje.
Een vorige maal had ik het over voet
ballen en klaagde daarbij dat men des
Zondags zijn sportliefhebberij te veel bot
als 't Ware een dak boven den stengel.
Reeds in de oudheid was deze plant
bekend als een zeer sterk vergift, e nl
werd gebruikt tot het bereiden van een:
giftdrank voor de ter dood veroordeel
den'. Zeer na verwant met deze plant
is de waterkervel of watervenkel, die
eveneens sterk vergiftig is. Ook onder
de Nachtschaden zeer na met de aard
appel verwante planten, vinden wij ve
le vergifplant,en, bijv. het veel voorko
mende onkruid de Hondebes, met zijn
wit of rose bloempjes, met geel hart,
en zwarte bessen en' eveneens de vrij op
mesthoopen en in tuinen groeiende
Doornappel, of Dolappel, een der meest
giftige planten. Ongeveer op dezelfde
plaatsen groeit ook het Bilzenkruid of
Dolkruid, een buitengewoon giftige plant
met vuilgele, violet geaderde bloemen.
Opmerkelijk is echter dat koeien, scha
pen en varkens deze plant gaarne etenl
en er niet' 't minste 'last van hebben:.
Het Vingérhoedskruid, een plant wel
ke stengel aan de top dicht bezet is
met paars witgerande bloemen heeft
buitengemeen giftige eigenschappen, en|
wordt ook in de geneeskunde gebruikt
De Herfsttyloos, een bolgewas, dat
vroeg in 't najaar met paarse bloemen!
getooid is, terwijl de bladen pas in 't
voorjaar te voorschijn komen, telt men
eveneens onder de gifplanten.
Daar de meeste dezer planten, zooals!
wij hier en daar reeds opmerkten ooikl
hooggeschatte geneesmiddelen leveren1,,
zullen wij er later wiellicht op terug ko
men, als wij eens de in de genees
kunde gebruikte plantaardige stoffen be
spreken. FL