131
ongeluksdag, die het had zien verdwijnen, door de treurige voor
beelden door dien dag opgeleverd en die dan ook waren nage
volgd bij zooveel verschillende gelegenheden, zooals ook bij de
abdij, waarvan zijn geheugen de heilige herinnering bewaarde.
Eenige minuten later stond het rijtuig stil voor een poort, die
toegang verleende tot een groote plaats en waarboven een uit
hangbord hing, dat een leeuw vertoonde in gele verf en daar
door de woorden Lion d or.
De eigenaar, burger Pellegrin, door Bonnard aangewezen als
een aanbevelenswaardigen hotelhouder, kwam op het hooren van
een rijtuig dat stilhield toeloopen. De reizigers kregen dadelijk
vertrouwen bij het zien van het eerlijke gezicht van den bra
ven man. Zoodra hij hen den naam van den burgemeester van
Hacquetot hoorde noemen, behandelde hij hen als vrienden en
beijverde zich hun te toonen, dat zij nergens zoo uitstekend kon
den logeeren als bij hem. Hij gat de groote kamer met twee
bedden op de eerste verdieping en toen zij daar hun valiezen
hadden gebracht verzocht hij hun in de eetzaal beneden te komen
om te soupeeren.
Aan de table d'hóte, waar zij plaats namen, zaten reeds eenige
reizigers die onder een levendig gesprek hun souper gebruikten.
Hervas en Gaston wilden hieraan geen deel nemen, maar verge
noegden zich met toeluisteren, wijl zij uit voorzichtigheid niet met
onbekenden wilden spreken. Zij begrepen uit de aangehoorde ge
sprekken, dat Parijs nog steeds het tooneel was van schokkende
gebeurtenissen.
De ontroering veroorzaakt door de afschaffing van het koning
schap, door de gevangenneming der konink
lijke familie en door de Septembermoorden
was nog niet geweken. Terwijl de goedge-
zinden nog huiverden bij de herinnering aan
deze euveldaden maakten de revolutionnairen
zich gereed deze nog verder te drijven. Lo-
dewijk XVI was in staat van beschuldiging
gesteld en zijn aanklagers hadden besloten
aan Frankrijk het droevig schouwspel te ver
toonen van een vorst, door zijn onderdanen
naar het schavot gevoerd.
Zij kondigden reeds zijn veroordeeling aan,
ofschoon het proces nog niet eens begonnen was,
en ze voorspelden ook den dood der koningin.
Over het geheele grondgebied der republiek
woedde de strijd der partijen, die aan de
heftigste omwentelingsgezinden, ten slotte de
heerschappij zou brengen. Ondanks al deze
verdeeldheid en strijd in den boezem der repu
bliek bleek het toch dat de liefde voor
Frankrijk bij de bevolking niet uitgedoofd
was. Toen eenige weken te voren op de tij
ding dat de vereenigde legers der mogend
heden de grenzen bedreigden, het vaderland
in gevaar was verklaard, had dit patriotisme
zich geopenbaard in een geestdrift en vuur
die allen medesleepten. Op alle pleinen waren
bureaux verrezen, waar men de aangiften van
vrijwilligers ia ontvangst nam en een massa
jongelingen, geëlectriseerd door de gevaren,
waaraan het vaderland was blootgesteld, be
stormden die bureaux om met jeugdig en
thousiasme de eer op te eischen van het te
verdedigen.
Versterkt door deze vrijwilligers had het leger van Dumouiiez
in het Noorden de aanvallers tegengehouden en de overwinning
van Valmy had voor eenigen tijd de patriotten bevredigd.
De slag van Jemappes had het vertrouwen in de kracht der
Fransche wapenen versterkt. De zegevierende troepen hadden België
veroverd en aan de Fransche republiek onderworpen
Zegepralen naar buiten, geweldige beroeringen van binnen, dat
was de toestand van Frankrijk op het oogenblik, dat Hervas en
Gaston hun intrek namen in het logement .Lion d'Or". Van de
kalme rust, waaraan zij gewoon waren, kwamen zij in een omge
ving van koortsachtige onrust.
In hun dorp hadden zij het geluk gesmaakt te leven te midden
eener bevolking, nog niet bedorven door de nieuwe denkbeelden
te Parijs, dat als het ware ten onderste boven was gekeerd, von
den zij het zegevierende geweld en als gevolg daarvan den alge-
meenen schrik en de vrees voor de toekomst.
Gedurende de twee dagen, die op hun aankomst volgden, door
liepen zij Parijs in alle richtingen en overal zagen zij den scherpen
strijd dien de partijen met elkaar voerden en zij waren niet in
staat te voorzien aan wie eindelijk de overwinning zou zijn.
Wat zij met eigen oog waarnamen, maakte voor hen Parijs en
het verblijf aldaar hoogst ongewenscht en als zij hun eerste op
welling hadden gevolgd, dan zouden zij terstond weer vertrokken
zijn, zoozeer waren zij bedroefd en verontwaardigd over hetgeen
zij hoorden en zagen. Elk oogenblik waren er oploopen en wan
orde in de straten. De voortdurende samenscholingen in den
omtrek der plaats waar de vergaderingen der Comités gehouden
DE EERSTE KATHOLIEKE SCHOOL OP DE ZUIDHOLLANDSCHE EILANDEN:
de eerste steenlegging van de nieuwe bijzondere school te Oud-Beijerlandeen kiekje van het
werk-onder de plechtigheid.
DE EERSTE KATHOLIEKE SCHOOL OP DE ZUIDHOLLANDSCHE EILANDEN:
te Oud Beijeiland werd de vorige week door den ZeerEerw Heer A. H. D. Sprenger op plechtige
wijze de eerste steen gelegd voor een nieuwe R K. school, in tegenwoordigheid van heeren kerk
meesters en vele belangstellenden. De plechtigheid is te meer belangrijk omdat deze school de eerste
ia op de Zuidhollandsche eilanden Onze foto geeft een kiekje van de plechtigheid.
werden, beantwoordden aan de rumoerige
debatten in deze vergaderingen, die van
de verdeeldheid der leden, de begeerig-
heid der partijen en de misdadige eer
zucht der leiders blijk gaven.
„Laten wij hier niet blijven," zeide
Gaston tot Hervas, „laten wij maar liever
ten spoedigste vertrekken wij zullen overal
beter zijn dan hier."
„Maar dan zullen wij toch moeten
weten, waarheen we zullen gaan," ant
woordde zijn vriend, ofschoon hij ook
verlangend was een stad te verlaten waar
de boosheid der menschen zich in zoo
schrikkelijke feiten uitte.
Een voorval, waarvan zij bij hun wan
delingen getuigen waren, kwam dit ge
meenschappelijk verlaDgen nog versterken.
Het toeval had hen gebracht bij de ge
vangenis van den Temple, waarin de ko
ning en de koningin gekerkerd waren.
Toen zij langs de hooge muren gingen,
werden zij aangegrepen door diep mede
lijden met de koninklijke gevangenen.
„Is er dan niemand, die hen tracht te
bevrijden," riep Gaston onder den drang
van jeugdige en edelmoedige verontwaar
diging.
„Zacht wat, mijn jongen," fluisterde
Hervas bem aan het oor, terwijl hij hem
bij den arm greep.
Wordt vervolgd