Tweede Blad, behöorende bij De Leidsche Courant van Donderdag 6 April. Christus of Barabbas? (Ingezonden). Bij het lezen van het verslag der ver gadering van „Geloof en Wetenschap" op 20 Februari, kan het niet anders of het hart van den Katholieken Christen moet van droefheid vervuld worden, als hij *c«aar leest, hoe de WelEerw. pater Raphaël Ligtenberg O. F. M. van Ven raai], eene lezing hield over het onder werp „Meer Licht", en daar zoo tref fend aantoonde, hoe onbegrijpelijk onver schillig en onwetend zoovele katholieken zijn. Schrijver dezes is het geheel met den gew ijden redenaar eens, als hij zegt dat deze onverschilligheid en lauwheid voort komt uit een scnuldige onwetendheid op het punt van geloois- en zedeleer en door het inademen van eene ongeloo- vige en neutrale atmosfeer, die het bloed van het zieleleven onzuiver maakt en eene ziekte teweeg brengt van gevoelloosheid voor onzen ri. Godsdienst. En het is thans dat schrijver dezes eens wenscht te wijzen op een euvel, waaraan verscheidene katholieken mank gaan, en dat is het bezoeken van schouw burgen en andere publieke vermakelijk heden en trouwpartijen in den H. Vas tentijd. Het is onbegrijpelijk als wij zien hoe- velen in den H. Vastentijd zich nog on der ons Katholieken in bovengenoemde kringen bewegen. En meent niet dat het zoogenaamde naamkatholieken zijnNeen, ka tholieken, die meenen hun plichten zeer goed te vervuilen, die meermalen ter Communie gaan, vindt men er onder, en men treft ze aan onder alle rangen en standen der maatschappij. Het kan niet anders, of dezen moeten al zeer weinig van hun geloof doordron gen zijn en al zeer weinig het beeld van hunnen lijdenden Zaligmaker in zich omdragen, anders zouden zij aldus niet handelen. Zij mogen zich dan al Katholiek noe men, maar zoo zij er zich op beroemen Christen te zijn, handelen zij even on gerijmd, als dat zij Judas een Heilige zouden noemen. iewoonlijk zijn het inenschen, die zeer we nC van den Godsdienst af weten, die, als men eens met hen over de geheimen en schoonheden van onzen Eeredienst spreekt, u aankijken of men ze op een geheel nieuwe wetenschap wijst en door blik en gebaren verstaan geven, dat dit onderwerp hun erg slaperig maakt. Zoo heb ik onlangs nog een mij be kende familie, die meent zeer goed Ka tholiek te zijn, op een zilveren bruiloft zien gaan, dat wil zeggen, het voorbe reidende feest, de bru.loft moet de vol gende week nog plaats vinden ook bij Katholieken. Hoe dit nu precies in de vasten kan plaats vinden, is mij ook al een raadsel, want dan zijn ze toch in de vasten ook getrouwd. Zoo iets heeft ge woonlijk van Zaterdag op Zondag plaats dan gauw de „6 uurs Mis gepakt" (.net veel aandacht) en dan uitslapen. Een en ander is zeer bevorderlijk om den Zon dag te heiligen. Ook zijn er vele katholieken leden van neutrale vereenigingen, die hunne uit voeringen gewoonlijk juist in den vas ten houden. Zonder schroom laten mij bekende ka tholieken daar hunne kinderen (zelfs die nu hun le Heilige Communie moeten doen) medespelen of zingen, en gaan natuurlijk zelf op die avonden er ook heen om te genieten en hunne kinde ren te zien spelen of zingen en hun lauweren te zien behalen. En het is daarom dat schrijver de zes boven dit stuk heeft geplaatst: „Christus of Barrabas". Niemand kan twee heeren dienen, wij kunnen den lijdenden Jezus en de we reld niet tegelijk dienen. FEUILLETON. Een offer van het biechtgeheim. Naar het Duitsch. 7) „Mag ik u om uw naam verzoeken, mijnheer," waagde Ellen bedeesd e vra gen, „opdat ik mijn zieke moeder op uwe koms't voorbereiden kan?" „Meen, juffrouw, de aangelegenheid, Welke mij tot u brengt, vordert, dat mijn naam en die van dengene, die mij tot u zendt, geheim blijven. U ziet mij verwon derd en angstig aan, en ik kan mij dat best begrijpen. Luistert daarom: „Reeds dagen lang reis ik van de eene stad naar de andere, om u te zoeken daaruit kunt u afleiden, dat de zaak gewichtig is. Ik hoop u maar enkele minuten op te hou den. Het is mijne opdracht mij uit uwe papieren te overtuigen, dat gij werk el ijle de nabestaanden zijt van den uit Dublin en Ierland stammenden koopman Roger White. In dit geval moet ik u iets over handigen, waardoor een onrecht, eens aan uwen vader begaan, aan zijne echfc- jgenoote en kinderen weer wordt goed gemaakt." Bij deze woorden van den gcheimzinni- gen vreemdeling vertoonden de tre.;ke?i Een van beide is stechis mogelijk. La ten wij daarom geen halve Christenen zijn die met het rechteroor eene meditatie gaan bijwonen, en met het linkeroor in den schouwburg zitten te luisteren naar zoogenaamde „pikante stukken." Laten wij ons 's morgens niet vóór Christus verklaren, door Hem te bezoe ken in de H. Mis, ja, misschien zelfs wel ontvangen in de H. Communie en ons 's avonds Barrabas verkiezen in den schouwburg of iets dergelijks. Ja zeker, Pater Ligtenberg heeft het zoo goed gezegd meer licht is er noodig. Doch het licht (Jezus) is er wel, „want het schijnt in de duisternis, inaar de duisternissen hebben het niet be grepen." Hoe waar is het ook in deze: „Hij kwam tot de Zijnen, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen". (Evan gelie van Joh. I—II.) En de „Zijnen", dat zijn niet meer de Joden van Jezus' tijd, dat zijn ook wij katholieken van dezen tijd en die han delen als hierboven genoemd is, zij zijn het die Hem niet hebben aangenomen. Welaan dan, Katholieke broeders, wie gij zijn inoogt, die dit leest, wien kiest gij thans? Christus of Barrabas? Christus? dat is uwe weg, uw waar heid en uw leven? of Barrabas, den moordenaar van uwe ziel en uw leven? Wilt gij Christus? Leert Hem dan ook kennen in geest en in waarheid, leert uw H. Godsdienst kennen en als het beeld van uwen lijdenden Zaligmaker in uw hart gegrifd is, zal er geen plaats meer zijn voor Barrabas, voor de wereld, voor de vermakelijkheden dier wereld. Dan zult ge in Katholieke vereeni- gingen treden, waar ge ook kunt ge nieten van tooneel en muziek, maar ge schoeid op Christelijke leest; daar kunt ge uwe kinderen ook zien spelen en zin gen, maar in Christelijke omgeving, doch nooit in den H. Vastentijd. Katholieke broeders en zusters, toont u katholiek van de daad, die hebben wij zoo' noodig Ook hier is de hoop gevestigd op het jeugdige geslacht Wij moeten onze kin deren vroegtijdig wijzen op de verheven heid onzer Godsdienst en op de schoon heid van hare liturgie: Wij moeten onze kinderen het beeld van Christus diep in het hart prenten; hun wijzen op het schijnschoon der wereldop het gevaar van neutrale vereenigingen, en hen doen gaan in werkelijk katholieke kringen en vermakelijkheden. Zij zijn hél die wij moeten vormen tot ware strijders voor Christus en Zijne .H Kerk; dan zal er een tijd aanbreken, dat geene Katholie ken in den H. Vastentijd naar eene schouwburg of Lets van dien aard gaan. Mochten er toch eenigen gevonden worden, die door dit te lezen, terugkee- ren opden ingeslagen weg en inzien dat wij den lijdenden Zaligmaker niet met de H. Vrouwen kunnen vergezel len op Zijn Kruisweg en tevens Hem met de Joden en Heidenen kunnen be spotten hangende aan het vloekhout des kruises. Ja, al mocht het slechts één zijn die terugkeert van dien weg en schouw burg en vermakelijkheden vaarwel zegt in dezen vastentijd iom Jezus wil, dan heeft de schrijver dezes zijn doel reeds bereikt. Weet Katholieke broeders en zusters, dat er geschreven staat: Openbaringen II, 4 en 5:' „Maar dit heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten." „Gedenk dan waaruit gij uitgevallen zijt en bekeer u en doe de eerste wer ken, en zoo niet, ik zal haastiglijk ko men en zal uwen handelaar van zijne plaats weren, indien gij u niet bekeert Hierover een volgenden keer. Thans eindig ik met het derde en laatste vers van Dr. Schaepman's Pink sterlied: Weg is der wereld levende as, Die eens het Kruis van Christus was Die alles drijft en alles trekt, 't Verleden houdt, het morgen wekt. Geef oAs den vrede vast en hecht Het oude, kloeke vrome recht, van het meisje een groote verwon tie ring. Zij bood den heer eenen stoel aan, \e - zocht hem een oogenblik te wachten, en ging in de kamer daarnaast, waaruit het geraas eener naaimachine hoorbaar was. De eerwaarde heer Lurtz moest e:h- ter langer dan een oogenblik wachten- Het werken op de machine hield op, ce i zacht gefluister drong, nauwlijks hoor baar ,tot hem door. Eenigen tijd later werd de deur ge opend en Ellen verzocht den vreemde ling binnen te treden. In eene or e leun stoel zat eene bi eek e vrouwrug e i hoofd werden door kussens gesteund met gespannen verwachting keek zij naar den binnentredende. Bij de «naaimachine, met de hand op de tafel, stond een tweede meisje, dat evereens met een door hooggespannen verwachting blo zend gelaat naar den eerwaarden heer Lurtz keek. „U verlangt het schriftelijk bewijs," sprak juffrouw White met zwakke, be vende stem, „dat wij de nabestaanden van Roger White zijn? Ellen, laat mijne trouw- en uwe geboorte-acte zienl Is dat voldoende, mijnheer of...." „Zekér," antwoordde de geestelijke, nadat hij de papieren onderzocht had, „ik dank God, dat ik mij nu van mijne opdracht kan kwijten." Hierop nam hij een pakje uit dea feUuu^k, dat ia sen Voor alles toch den Christus weer, Daal, Schepper, Heilige Geest, daal neer. Katholieke Grenswachter. Oegstgeest, 15 Maart 1911. Uit de Pers. Lastige Liberalen' In Friesland is een vereenigitig tot stand gekomen van vrijzinnigen, op een program, dat er, naar het vrijzinnig de mocratische „Land en Vol k" wezen mag. Op onderdeden kunnen heel wat vra gen rijzen en is ruimte voor veel ver schil van gevoelen. Dit is het geval met elk program. Maar de vraag waarop het aankomt: „geeft dit program in woor den de gedachten weer, die leven in de vooruitstrevend vrijzinnigen zonder uit zondering?" die vraag moet volmondgj bevestigend worden beantwoord. En a.s zoodanig is dit ontwerp van groote waarde. De Friesche commissie was echter van oordeel, dat de mogelijkheid om het al gemeen kiesrecht in te voeren aan den gewonen wetgever moet worden over gelaten over de wenschelijkheid van directe invoering van het algemeen kies recht bestond verschil. Hier is het blan co-artikel terug, en daar is het blad niet over tevreden. Het gevaar van een onderneming als deze is, dat men in zijn ijver om tc ver eenigen, aan elkander bindt wat niet bij elkander behoort. De verbondenen zullen alsdan uiteenvallen, zoodra hun taak niet meer is, kiezers voor te lich ten en naar de stembus te geleiden, maar als resultaat daarvan te zamen ook werkelijk de handen te slaan aan den ploeg en de begeerde wetten te ma ken. In dat geval baten alle goede be doelingen en alle werkzaamheden niets. Men zal op den duur eer achteruit zijn gegaan dan kunnen rekenen op blijvend veroverde winst. Een volgenden keer zou men nog verder van huis gaan. En hierop zijn wij niet gerust, indien de Commissie van Friesche vrijzinnigen blijft bij haar plannen ten aanzien van het kiesrecht De „Nieuwe Courant" zegt over het kiesrecht: Gelijk steeds wanneer er gepoogd wordt wat levendigheid te brengen in de actie voor „algemeen kiesrecht", ziet men ook nu weer de aard voerders van die actie hun bestrijders voor de voeten werpen, dat zij niet li beraal zijn, dat het liberale beginsel de uitbreiding van het kiesrecht tot de uiter ste grens eischt, en dat wie zich daarte gen verzet, den klassenstrijd predikt, net als de sociaal-democraten. Waar bemoeit gij u mee? zoo waagt ten slotte, het Unie-weekblad ons gij zijt, voor zoover bekend is, immejs nooit uitgenoodigd om aan de algemeen kies recht-actie mee te doen. Ja, dan kan zijn. Wij zijn nu eenmaal zoo vrij over de publieke zaak onze mec- ning te zeggen, zelfs nacht het hoofd bestuur der Liberale Unie heeft uitge maakt hoe het zijn moet. Dat kan lastig wezen en de redacteur van het Unie weekblad is de eenige niet, die over ons klaagt. Ook de heer Roodhuijsen gaf onlangs in het debat met Mr. Troel stra te Amsterdam zijn misnoegen over ons te kennen... Maar zoo is nu eenmaal de aard van ons beestje. „Je kent het niet dwingen", zei Barend. Naar Canossa. De verkiezingen voor den gemeente raad zullen binnen eenigen tijd plaats hebben. Hier en daar wordt door de ver schillende partijen reeds overleg ge pleegd. De N. Rott. Crt. wil ook overleg en dit gaf „Het Huisgezin" aanlei- leiding tot het volgende artikel. Het liberalisme takelt af. Niet meer dan een schim is het van hetgeen het eenmaal in vollen luister en heerlijkheid is geweest. Het weet zulks, wij weten het, allen weten het. verzegelde envelop stak. „Komt u van de ban...." „Noem geen namen, juffrouw White, ik mag u daarop geen antwoord geven., Neem dit pakje! Moogt gij daardoor schadeloos gesteld worden voor de lange jaren van ontbering! Wat de envelop be vat is uw rechtmatig eigendom, geen aal moes, doch wat u rechtmatig toekomt" „Slechts dit zou ik er gaarne bijvoe gen," sprak hij, „toen hij het pakje in de vermagerde handen der oude vrouw gelegd had, „u is Katholiek, niet waar? Welnu, bid dan voor de ziel van denge ne, die mij deze opdracht gegeven 1 e ,t." „Mogen wij dan niets naders over u zelf weten?" sprak de weduwe gercerd „een voorgevoel zegt mij, dat wi? dat gene, wat hier in deze envelop zit, aan uwe goedheid te danken hebben waar om zoudt u anders dagenlang naar ons..." „Neen, u is mij geen dank schuldig, ik was slechts het werktuig in...." Gods handen, wilde hij er bijvoegen; maar hij hield op, stond op, reikte de vrouwen de hand en sprak: „Leeft ge lukkig. Doet mij het genoegen nooit aan iemand, wie ook van mijn bezoek aan u te spreken, en ■evenmin naar mijne op dracht onderzoek te doen, dat is een ge heim en moet een geheim blijven!" Juffrouw White en hare dochters be- loftfilefl liet fifl de fic^eerde heer hu< u Voor de liberalen is het een hard ge lag, een moeilijk te dragen lot. Maar moeilijk of niet, ze moeten het dragen. Een der kenmerken van het liberalisme in z'n goeden tijd was z'n hooghartig heid, z'n minachtend neerzien dp wat niet liberaal was. Het hooghartigste van alle is geweest en het langst gebleven het Rotjterdam- sche liberalisme. Snel en diep was z'n val. Bij Kamer-, Staten- en gemeenteraads verkiezingen leed het nederlaag op ne derlaag. Het verloor niet enkel z'n alleenheer schappij, het raakte zijn meerderheid kwijt. Bij elke volgende verkiezing wachtte het nieuwe klappen. Onder deze omstandigheid heeft de „N. R. Ct." een stap gedaan, die de ra deloosheid en de reddeloosheid van het liberalisme in het helderste licht stelt Een door vrees voor zetelverlies inge geven stap van deemoed en vernedering die aan den banierdrager van het Rot- terdamsche U'iberalisme veel zal gekost hebben. Het liberale blad vraagt overleg, over eenstemming, samenwerking met het oog op de periodieke gemeenteraadsverkie zingen van dezen zomer. Het artikel van de „N. R. Ct." is een in z'n soort meesterlijk artikel, han- dig, glad, welwillend, honingzoet, oogen- schijnlijk door de nobelste overwegingen ingegeven. Het begint met de verzuchting, da)l er toch zooveel verkiezingen moeten ge houden worden en dat daardoor de be langstelling van het kiezerskorps daalt. Om dan in eens tot den verrassenden en niet gemotiveerden overgang te ko men, dat niet de liberalen, o neerf, dit woord vindt men in het heele artikel niet, maar „de besten onder de burgerij" onzeker of zij gekozen zullen worden, zich niet beschikbaar stellen. Na dit aanloopje is de „N. R. Ct." waar zij wezen moet. En kon toch, zegt zij, tusschen degenen, die in het politiek leven de leiding hebben meer voeling worden gehouden dan tot nu toe het ge val was. Voor deze gelegenheid heeft de „N. R. Ct." ontdekt, dat de vraagstukken welke zich in de gemeentelijke politiek kunnen voordoen, om zoo te zeggen alle binnen de neutrale zone liggen. Noodig zijn mannen, met practischen blik en fris- schen geest, enz. enz. Het oude lied, met dit verschil al leen, dat die mannen tot dusver alleen onder de liberalen plachten gevonden te worden. De „N. R. Ct." die, zooals we reeds opmerkten, van geen liberalen spreekt, vindt ze thans blijkbaar ook bij andere partijen. Zou het nu niet jammer zijn vraagt het blad verder indien zulke voor treffelijke mannen uitvielen? Zij noemt met name haar geestverwant wethouder Rombach, gewaagt van een vroeger tijde!ijken wethouder man van rechts. Maar dat zegt ze er niet bij, „wien ook niemand een vasten zetel zal misgunnen". Handig, niet waar? En zegt dan, om den maat vol te me ten, „dat er links en rechts nog wel meer goede wethouders te vinden zijn." Het is één vriendelijkheid, één lievig heid, één handigheid! De conclusie is, dat tusschen de „lei ders der verkiezingen", vaag en dui delijk tevens overleg ware te plegen „Er kon gepoogd worden tot eene ze kere verstandhouding te komen, ver standhouding, die uitgesteld kan worden, zoo ver of zoo eng, als zal mogelijk blijf- ken". De „N. R. Ct." laat dit blijkbaar aan de wijsheid van „de leiders der verkie zingen" over. Noodig is, meent zij, bovenal „op rechte, goede wil en zin, van verschil lenden kant, tot eenige toegevendheid." Het zou tot heil van de gemeente strekken, besluit zij in edelmoedige be langloosheid, aan liberaal, noch antilibe raal denkend. Wij hebben op den stap van de „N. R. Ct." de aandacht gevestigd, omdat nam afscheid van haarde blijde men- schen konden slechts vermoeden, wie de vreemdeling geweest kon zijn. Haar vermoeden was echter verre bezijd<eni de waarheid, zij meenden den zoon van den man gezien te hebben, die eenmaal haar echtgenoot ongelukkig gemaakt had. De lezer zal nu echter wel we 'ei,' waarom de eerwaarde heer Lurtz in bur- gerkleeding zijn onderzoek geleid had. Niet lang na de ontvangst van de groote som gelds van 20300 dollar, welke het verlies van het vermogen des vaders ir.e'. intrest op intrest verving, verlieten me juffrouw White en hare dochters de kleine kamers en gingen terug naar haar geboorteland Ierland. Daarom hoorden zij niets van het onheil, dat de eer waarde heer Lurtz door de nauwge zette vervulling zijner plichten, over zijn hoofd had afgeroepen. IX. „Hoe.... eerwaarde.... om Gods wil., waarom komt u terug? Vlucht, vlucht zoo snel mogelijk, voor men u ontdekt! O, waarom komt u terug Met deze ademloos uitgesproken woor den, werd de geestelijke van l e: zieken huis aan de kloosterpoort ontvangen door de portierster. Een oogenblik stond hij ais ve» jleeud iti de opening de/ deur, hij het een zoo merkwaardig en teekenend verschijnsel is, het eens zoo hooghar tige liberalisme den gang naar Canos sa te zien doen. Het sluit daarmee definitief een vroe gere periode af en wijdt een nieuwe aëra in: die der capitulatie. De nieuwe Tariefwet. V. Chemische producten, geneesmid* delen, drogerijen, verf- en kleur stoffen en looimiddelen. Houtgeest, Foezelolie enz., invoerrecht door de regeering voorgesteld f190 per H.L., accijns inbegrepen. Onder de noo- dige voorzieningen tegen misbruik, wordt de gelegenheid geschapen, om bi; alge- meenen bestuursmaatregel voor die ar tikelen vrijdom van invoerrecht te ver- leenen, wanneer zij dienen tot grond- of hulpstof voor de nijverheid. Azijn. a. bij een sterkte van minder dan 100 gram watervrij azijnzuur per liter, per H.L. f3. b. bij een sterkte van 100 gram wa tervrij azijnzuur per liter, per H.L. f3.50 c. tot 500 gram, f25 per H.L., bij hoo- gere sterkte naar evenredigheid meer. Natrium-acetaat enz.; caLium-acetaat enz. Hiervan hebben bij de regeeruigs- voorstellen, de rechten geen verandering ondergaan. Vloeibaar koolzuur. Voorgesteld recht f2.50 per 100 K.g. netto. „Andere gas sen" onbelast. Saccharine en dergelijke zoetstoffen, al dan niet in oplossing of met andere stof fen verbonden in den vorm van tabletten pillen en dergelijke. Voorgesteld recht f20 per 1 Kg. Geneesmiddelen, waarmee gelijkgesteld worden medicinale stropen, wijnen, tinc turen, extracten, aromatische Wat.en, zoo genaamde alcoholatura, dialysala, solu- tioncs, en liquores, pillen, pastilles, ge vulde capsules, sera en zalf: A. verpakt voor dadelijk gebruik of voor den verkoop in het klein, ongeacht of zij al dan niet suiker, wijn, of alcohol bevatten en niet vallende onder letter Cé 100 Kg., f250. B. Anders verpakt. I. Suiker, wijn of meer dan 5 pCt alcohol bevattend 100 Kg., f200; II. geen suiker, wijn of alcohol be vattend a. samengestelde 100 Kg. f50; b. niet samengestelde 100 Kg. vrij. „Chemisch bereide voedingsmiddelen als plasmon, tropon, somatosc, sanato- gen en dergelijke, 100 Kg. f25." Bronzouten. a. verpakt voor den ver koop in 't klein, 100 Kg. f50; b. op andere wijze verpakt, vrij. Chloralhydraat, aethersulfuricus, chlo roform, collodion en andere dergelijke uit of met aethyl-alcohol bereide stoffen. Voorgestelde belasting 6 pet. Buskruit, rookzwak, voorgesteld recht f26 per 100 Kg. Dynamiet en andere ontplofbare stoffen en ontstekingsmidde len vrij. Muskus, en kunstmatige reuksi »tfen; voorgesteld recht 100 Kg. f150. Pommade, blanketsel, tandpoeder enz. Voor dadelijk verbruik verpakt, /oor- gesteld recht f300; in andere verpal-king flOü per 100 Kg. Verf- en kleurstoffen a. verpakt voor den verkoop in het klein, voorgesteld recht 12 pet.; b. andere vrij. Aangemaakte verf. Voorgesteld recht 12 pet. Bij verpakking voor den klehu verkoop 12 pet., anders verpakt 3 pet. Vernis, niet verpakt voor den verkoop in het klein, f3 per 100 Kg. Wel verpakt voor den kleinverkoop 12 pet. Zegel- en flesschenlak. Voorgesteld invoerrecht 6 pet. Inkt. Zwarte drukinkt 3 pet., alle ande re 12 pet. De gekleurde inkten zullen echter val len onder „aangemaakte verf." VI. Oliën, vetten, was, teer, pek en distillatieproducten van ,teer en van steenkool. Plantaardige oiiëu (niet vluchtige) en plantaardige vetten. Regeeringsvoorstcl 65 cent belasting per 100 Kg. kon toch niet anders denken of de zus ter had het verstand verloren. „Zuster, wat scheelt u? Zijt gij ziek? Hoe kan men u in zulk een zenuwachti- gen toestand aan de deur laten „Maar, eerwaarde, begrijpt u dan niet? U meent, dat ik het verstand verloren heb God gave, dat het zoo ware, en dat andere ijselijke niet gebeurd wa.e!" „Wat is er dan gebeurd, wat u zoo ze nuwachtig maakt?" vroeg de geestelijke, door haar h evigen angst getroffen. „O, hij weet het nog niet!" zuchtte zij, de deur snel achter hem sluitend en hem uitnoodigend in de ontvangkamer te treden; „u kunt hier geen oogenblik langer vertoeven," fluisterde de zuser, „men vervolgt u, men zoekt u overal... en wij geloofden, dat u goed verborgen en in veiligheid waart." „Men vervolgt.... mijmij! En waar om, zuster?" vroeg de geestelijke, nu zelf beangst wordend. „Weet u dat niet, eerwaarde?" vroeg de zuster, in haren angst de handen in eenslaande. „Ach, ik weet het ook niet, maar zooveel is zeker, er zijn hier méér malen politieagenten geweest e i hebben! het geheele ziekenhuis doorzocht, om u gevangen te nemen, en u komt miets ver moedend van de reis terug en wee! vap; niets (wMrdJ vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5