Tweede Blad, behöorende
bij De Leidsche Courant
van Donderdag 6 April.
Christus of Barabbas?
(Ingezonden).
Bij het lezen van het verslag der ver
gadering van „Geloof en Wetenschap"
op 20 Februari, kan het niet anders of
het hart van den Katholieken Christen
moet van droefheid vervuld worden, als
hij *c«aar leest, hoe de WelEerw. pater
Raphaël Ligtenberg O. F. M. van Ven
raai], eene lezing hield over het onder
werp „Meer Licht", en daar zoo tref
fend aantoonde, hoe onbegrijpelijk onver
schillig en onwetend zoovele katholieken
zijn.
Schrijver dezes is het geheel met den
gew ijden redenaar eens, als hij zegt dat
deze onverschilligheid en lauwheid voort
komt uit een scnuldige onwetendheid op
het punt van geloois- en zedeleer en
door het inademen van eene ongeloo-
vige en neutrale atmosfeer, die het bloed
van het zieleleven onzuiver maakt en eene
ziekte teweeg brengt van gevoelloosheid
voor onzen ri. Godsdienst.
En het is thans dat schrijver dezes
eens wenscht te wijzen op een euvel,
waaraan verscheidene katholieken mank
gaan, en dat is het bezoeken van schouw
burgen en andere publieke vermakelijk
heden en trouwpartijen in den H. Vas
tentijd.
Het is onbegrijpelijk als wij zien hoe-
velen in den H. Vastentijd zich nog on
der ons Katholieken in bovengenoemde
kringen bewegen.
En meent niet dat het zoogenaamde
naamkatholieken zijnNeen, ka
tholieken, die meenen hun plichten zeer
goed te vervuilen, die meermalen ter
Communie gaan, vindt men er onder,
en men treft ze aan onder alle rangen
en standen der maatschappij.
Het kan niet anders, of dezen moeten
al zeer weinig van hun geloof doordron
gen zijn en al zeer weinig het beeld
van hunnen lijdenden Zaligmaker in zich
omdragen, anders zouden zij aldus niet
handelen.
Zij mogen zich dan al Katholiek noe
men, maar zoo zij er zich op beroemen
Christen te zijn, handelen zij even on
gerijmd, als dat zij Judas een Heilige
zouden noemen.
iewoonlijk zijn het inenschen, die zeer
we nC van den Godsdienst af weten, die,
als men eens met hen over de geheimen
en schoonheden van onzen Eeredienst
spreekt, u aankijken of men ze op een
geheel nieuwe wetenschap wijst en door
blik en gebaren verstaan geven, dat dit
onderwerp hun erg slaperig maakt.
Zoo heb ik onlangs nog een mij be
kende familie, die meent zeer goed Ka
tholiek te zijn, op een zilveren bruiloft
zien gaan, dat wil zeggen, het voorbe
reidende feest, de bru.loft moet de vol
gende week nog plaats vinden ook bij
Katholieken. Hoe dit nu precies in de
vasten kan plaats vinden, is mij ook al
een raadsel, want dan zijn ze toch in de
vasten ook getrouwd. Zoo iets heeft ge
woonlijk van Zaterdag op Zondag plaats
dan gauw de „6 uurs Mis gepakt" (.net
veel aandacht) en dan uitslapen. Een en
ander is zeer bevorderlijk om den Zon
dag te heiligen.
Ook zijn er vele katholieken leden van
neutrale vereenigingen, die hunne uit
voeringen gewoonlijk juist in den vas
ten houden.
Zonder schroom laten mij bekende ka
tholieken daar hunne kinderen (zelfs die
nu hun le Heilige Communie moeten
doen) medespelen of zingen, en gaan
natuurlijk zelf op die avonden er ook
heen om te genieten en hunne kinde
ren te zien spelen of zingen en hun
lauweren te zien behalen.
En het is daarom dat schrijver de
zes boven dit stuk heeft geplaatst:
„Christus of Barrabas".
Niemand kan twee heeren dienen, wij
kunnen den lijdenden Jezus en de we
reld niet tegelijk dienen.
FEUILLETON.
Een offer van het biechtgeheim.
Naar het Duitsch.
7)
„Mag ik u om uw naam verzoeken,
mijnheer," waagde Ellen bedeesd e vra
gen, „opdat ik mijn zieke moeder op
uwe koms't voorbereiden kan?"
„Meen, juffrouw, de aangelegenheid,
Welke mij tot u brengt, vordert, dat mijn
naam en die van dengene, die mij tot u
zendt, geheim blijven. U ziet mij verwon
derd en angstig aan, en ik kan mij dat
best begrijpen. Luistert daarom: „Reeds
dagen lang reis ik van de eene stad naar
de andere, om u te zoeken daaruit kunt
u afleiden, dat de zaak gewichtig is. Ik
hoop u maar enkele minuten op te hou
den. Het is mijne opdracht mij uit uwe
papieren te overtuigen, dat gij werk el ijle
de nabestaanden zijt van den uit Dublin
en Ierland stammenden koopman Roger
White. In dit geval moet ik u iets over
handigen, waardoor een onrecht, eens
aan uwen vader begaan, aan zijne echfc-
jgenoote en kinderen weer wordt goed
gemaakt."
Bij deze woorden van den gcheimzinni-
gen vreemdeling vertoonden de tre.;ke?i
Een van beide is stechis mogelijk. La
ten wij daarom geen halve Christenen
zijn die met het rechteroor eene meditatie
gaan bijwonen, en met het linkeroor in
den schouwburg zitten te luisteren naar
zoogenaamde „pikante stukken."
Laten wij ons 's morgens niet vóór
Christus verklaren, door Hem te bezoe
ken in de H. Mis, ja, misschien zelfs
wel ontvangen in de H. Communie en
ons 's avonds Barrabas verkiezen in den
schouwburg of iets dergelijks.
Ja zeker, Pater Ligtenberg heeft het
zoo goed gezegd meer licht is er
noodig. Doch het licht (Jezus) is er wel,
„want het schijnt in de duisternis, inaar
de duisternissen hebben het niet be
grepen."
Hoe waar is het ook in deze: „Hij
kwam tot de Zijnen, maar de Zijnen
hebben Hem niet aangenomen". (Evan
gelie van Joh. I—II.)
En de „Zijnen", dat zijn niet meer de
Joden van Jezus' tijd, dat zijn ook wij
katholieken van dezen tijd en die han
delen als hierboven genoemd is, zij zijn
het die Hem niet hebben aangenomen.
Welaan dan, Katholieke broeders, wie
gij zijn inoogt, die dit leest, wien kiest
gij thans? Christus of Barrabas?
Christus? dat is uwe weg, uw waar
heid en uw leven? of Barrabas, den
moordenaar van uwe ziel en uw leven?
Wilt gij Christus? Leert Hem dan ook
kennen in geest en in waarheid, leert
uw H. Godsdienst kennen en als het
beeld van uwen lijdenden Zaligmaker in
uw hart gegrifd is, zal er geen plaats
meer zijn voor Barrabas, voor de wereld,
voor de vermakelijkheden dier wereld.
Dan zult ge in Katholieke vereeni-
gingen treden, waar ge ook kunt ge
nieten van tooneel en muziek, maar ge
schoeid op Christelijke leest; daar kunt
ge uwe kinderen ook zien spelen en zin
gen, maar in Christelijke omgeving, doch
nooit in den H. Vastentijd.
Katholieke broeders en zusters, toont
u katholiek van de daad, die hebben wij
zoo' noodig
Ook hier is de hoop gevestigd op het
jeugdige geslacht Wij moeten onze kin
deren vroegtijdig wijzen op de verheven
heid onzer Godsdienst en op de schoon
heid van hare liturgie: Wij moeten onze
kinderen het beeld van Christus diep in
het hart prenten; hun wijzen op het
schijnschoon der wereldop het gevaar
van neutrale vereenigingen, en hen doen
gaan in werkelijk katholieke kringen en
vermakelijkheden. Zij zijn hél die wij
moeten vormen tot ware strijders voor
Christus en Zijne .H Kerk; dan zal er
een tijd aanbreken, dat geene Katholie
ken in den H. Vastentijd naar eene
schouwburg of Lets van dien aard gaan.
Mochten er toch eenigen gevonden
worden, die door dit te lezen, terugkee-
ren opden ingeslagen weg en inzien
dat wij den lijdenden Zaligmaker niet
met de H. Vrouwen kunnen vergezel
len op Zijn Kruisweg en tevens Hem
met de Joden en Heidenen kunnen be
spotten hangende aan het vloekhout des
kruises. Ja, al mocht het slechts één zijn
die terugkeert van dien weg en schouw
burg en vermakelijkheden vaarwel zegt
in dezen vastentijd iom Jezus wil, dan
heeft de schrijver dezes zijn doel reeds
bereikt.
Weet Katholieke broeders en zusters,
dat er geschreven staat: Openbaringen
II, 4 en 5:'
„Maar dit heb Ik tegen u, dat gij uw
eerste liefde hebt verlaten."
„Gedenk dan waaruit gij uitgevallen
zijt en bekeer u en doe de eerste wer
ken, en zoo niet, ik zal haastiglijk ko
men en zal uwen handelaar van zijne
plaats weren, indien gij u niet bekeert
Hierover een volgenden keer.
Thans eindig ik met het derde en
laatste vers van Dr. Schaepman's Pink
sterlied:
Weg is der wereld levende as,
Die eens het Kruis van Christus was
Die alles drijft en alles trekt,
't Verleden houdt, het morgen wekt.
Geef oAs den vrede vast en hecht
Het oude, kloeke vrome recht,
van het meisje een groote verwon tie ring.
Zij bood den heer eenen stoel aan, \e -
zocht hem een oogenblik te wachten, en
ging in de kamer daarnaast, waaruit het
geraas eener naaimachine hoorbaar was.
De eerwaarde heer Lurtz moest e:h-
ter langer dan een oogenblik wachten-
Het werken op de machine hield op, ce i
zacht gefluister drong, nauwlijks hoor
baar ,tot hem door.
Eenigen tijd later werd de deur ge
opend en Ellen verzocht den vreemde
ling binnen te treden. In eene or e leun
stoel zat eene bi eek e vrouwrug e i
hoofd werden door kussens gesteund
met gespannen verwachting keek zij naar
den binnentredende. Bij de «naaimachine,
met de hand op de tafel, stond een
tweede meisje, dat evereens met een
door hooggespannen verwachting blo
zend gelaat naar den eerwaarden heer
Lurtz keek.
„U verlangt het schriftelijk bewijs,"
sprak juffrouw White met zwakke, be
vende stem, „dat wij de nabestaanden
van Roger White zijn? Ellen, laat mijne
trouw- en uwe geboorte-acte zienl Is
dat voldoende, mijnheer of...."
„Zekér," antwoordde de geestelijke,
nadat hij de papieren onderzocht had,
„ik dank God, dat ik mij nu van mijne
opdracht kan kwijten." Hierop nam hij
een pakje uit dea feUuu^k, dat ia sen
Voor alles toch den Christus weer,
Daal, Schepper, Heilige Geest, daal
neer.
Katholieke Grenswachter.
Oegstgeest, 15 Maart 1911.
Uit de Pers.
Lastige Liberalen'
In Friesland is een vereenigitig tot
stand gekomen van vrijzinnigen, op een
program, dat er, naar het vrijzinnig de
mocratische „Land en Vol k" wezen
mag.
Op onderdeden kunnen heel wat vra
gen rijzen en is ruimte voor veel ver
schil van gevoelen. Dit is het geval met
elk program. Maar de vraag waarop het
aankomt: „geeft dit program in woor
den de gedachten weer, die leven in de
vooruitstrevend vrijzinnigen zonder uit
zondering?" die vraag moet volmondgj
bevestigend worden beantwoord. En a.s
zoodanig is dit ontwerp van groote
waarde.
De Friesche commissie was echter van
oordeel, dat de mogelijkheid om het al
gemeen kiesrecht in te voeren aan den
gewonen wetgever moet worden over
gelaten over de wenschelijkheid van
directe invoering van het algemeen kies
recht bestond verschil. Hier is het blan
co-artikel terug, en daar is het blad niet
over tevreden.
Het gevaar van een onderneming als
deze is, dat men in zijn ijver om tc ver
eenigen, aan elkander bindt wat niet
bij elkander behoort. De verbondenen
zullen alsdan uiteenvallen, zoodra hun
taak niet meer is, kiezers voor te lich
ten en naar de stembus te geleiden,
maar als resultaat daarvan te zamen ook
werkelijk de handen te slaan aan den
ploeg en de begeerde wetten te ma
ken. In dat geval baten alle goede be
doelingen en alle werkzaamheden niets.
Men zal op den duur eer achteruit zijn
gegaan dan kunnen rekenen op blijvend
veroverde winst. Een volgenden keer
zou men nog verder van huis gaan.
En hierop zijn wij niet gerust, indien
de Commissie van Friesche vrijzinnigen
blijft bij haar plannen ten aanzien van
het kiesrecht
De „Nieuwe Courant" zegt over
het kiesrecht: Gelijk steeds wanneer er
gepoogd wordt wat levendigheid te
brengen in de actie voor „algemeen
kiesrecht", ziet men ook nu weer de aard
voerders van die actie hun bestrijders
voor de voeten werpen, dat zij niet li
beraal zijn, dat het liberale beginsel de
uitbreiding van het kiesrecht tot de uiter
ste grens eischt, en dat wie zich daarte
gen verzet, den klassenstrijd predikt, net
als de sociaal-democraten.
Waar bemoeit gij u mee? zoo waagt
ten slotte, het Unie-weekblad ons gij
zijt, voor zoover bekend is, immejs nooit
uitgenoodigd om aan de algemeen kies
recht-actie mee te doen.
Ja, dan kan zijn. Wij zijn nu eenmaal
zoo vrij over de publieke zaak onze mec-
ning te zeggen, zelfs nacht het hoofd
bestuur der Liberale Unie heeft uitge
maakt hoe het zijn moet. Dat kan lastig
wezen en de redacteur van het Unie
weekblad is de eenige niet, die over
ons klaagt. Ook de heer Roodhuijsen
gaf onlangs in het debat met Mr. Troel
stra te Amsterdam zijn misnoegen over
ons te kennen...
Maar zoo is nu eenmaal de aard van
ons beestje. „Je kent het niet dwingen",
zei Barend.
Naar Canossa.
De verkiezingen voor den gemeente
raad zullen binnen eenigen tijd plaats
hebben. Hier en daar wordt door de ver
schillende partijen reeds overleg ge
pleegd. De N. Rott. Crt. wil ook overleg
en dit gaf „Het Huisgezin" aanlei-
leiding tot het volgende artikel.
Het liberalisme takelt af.
Niet meer dan een schim is het van
hetgeen het eenmaal in vollen luister
en heerlijkheid is geweest.
Het weet zulks, wij weten het, allen
weten het.
verzegelde envelop stak.
„Komt u van de ban...."
„Noem geen namen, juffrouw White,
ik mag u daarop geen antwoord geven.,
Neem dit pakje! Moogt gij daardoor
schadeloos gesteld worden voor de lange
jaren van ontbering! Wat de envelop be
vat is uw rechtmatig eigendom, geen aal
moes, doch wat u rechtmatig toekomt"
„Slechts dit zou ik er gaarne bijvoe
gen," sprak hij, „toen hij het pakje in
de vermagerde handen der oude vrouw
gelegd had, „u is Katholiek, niet waar?
Welnu, bid dan voor de ziel van denge
ne, die mij deze opdracht gegeven 1 e ,t."
„Mogen wij dan niets naders over u
zelf weten?" sprak de weduwe gercerd
„een voorgevoel zegt mij, dat wi? dat
gene, wat hier in deze envelop zit, aan
uwe goedheid te danken hebben waar
om zoudt u anders dagenlang naar ons..."
„Neen, u is mij geen dank schuldig, ik
was slechts het werktuig in...."
Gods handen, wilde hij er bijvoegen;
maar hij hield op, stond op, reikte de
vrouwen de hand en sprak: „Leeft ge
lukkig. Doet mij het genoegen nooit aan
iemand, wie ook van mijn bezoek aan u
te spreken, en ■evenmin naar mijne op
dracht onderzoek te doen, dat is een ge
heim en moet een geheim blijven!"
Juffrouw White en hare dochters be-
loftfilefl liet fifl de fic^eerde heer hu< u
Voor de liberalen is het een hard ge
lag, een moeilijk te dragen lot.
Maar moeilijk of niet, ze moeten het
dragen.
Een der kenmerken van het liberalisme
in z'n goeden tijd was z'n hooghartig
heid, z'n minachtend neerzien dp wat
niet liberaal was.
Het hooghartigste van alle is geweest
en het langst gebleven het Rotjterdam-
sche liberalisme.
Snel en diep was z'n val.
Bij Kamer-, Staten- en gemeenteraads
verkiezingen leed het nederlaag op ne
derlaag.
Het verloor niet enkel z'n alleenheer
schappij, het raakte zijn meerderheid
kwijt.
Bij elke volgende verkiezing wachtte
het nieuwe klappen.
Onder deze omstandigheid heeft de
„N. R. Ct." een stap gedaan, die de ra
deloosheid en de reddeloosheid van het
liberalisme in het helderste licht stelt
Een door vrees voor zetelverlies inge
geven stap van deemoed en vernedering
die aan den banierdrager van het Rot-
terdamsche U'iberalisme veel zal gekost
hebben.
Het liberale blad vraagt overleg, over
eenstemming, samenwerking met het oog
op de periodieke gemeenteraadsverkie
zingen van dezen zomer.
Het artikel van de „N. R. Ct." is een
in z'n soort meesterlijk artikel, han-
dig, glad, welwillend, honingzoet, oogen-
schijnlijk door de nobelste overwegingen
ingegeven.
Het begint met de verzuchting, da)l
er toch zooveel verkiezingen moeten ge
houden worden en dat daardoor de be
langstelling van het kiezerskorps daalt.
Om dan in eens tot den verrassenden
en niet gemotiveerden overgang te ko
men, dat niet de liberalen, o neerf,
dit woord vindt men in het heele artikel
niet, maar „de besten onder de burgerij"
onzeker of zij gekozen zullen worden,
zich niet beschikbaar stellen.
Na dit aanloopje is de „N. R. Ct."
waar zij wezen moet. En kon toch, zegt
zij, tusschen degenen, die in het politiek
leven de leiding hebben meer voeling
worden gehouden dan tot nu toe het ge
val was.
Voor deze gelegenheid heeft de „N.
R. Ct." ontdekt, dat de vraagstukken
welke zich in de gemeentelijke politiek
kunnen voordoen, om zoo te zeggen alle
binnen de neutrale zone liggen. Noodig
zijn mannen, met practischen blik en fris-
schen geest, enz. enz.
Het oude lied, met dit verschil al
leen, dat die mannen tot dusver alleen
onder de liberalen plachten gevonden te
worden. De „N. R. Ct." die, zooals we
reeds opmerkten, van geen liberalen
spreekt, vindt ze thans blijkbaar ook
bij andere partijen.
Zou het nu niet jammer zijn vraagt
het blad verder indien zulke voor
treffelijke mannen uitvielen?
Zij noemt met name haar geestverwant
wethouder Rombach, gewaagt van een
vroeger tijde!ijken wethouder man
van rechts. Maar dat zegt ze er niet bij,
„wien ook niemand een vasten zetel
zal misgunnen". Handig, niet waar?
En zegt dan, om den maat vol te me
ten, „dat er links en rechts nog wel meer
goede wethouders te vinden zijn."
Het is één vriendelijkheid, één lievig
heid, één handigheid!
De conclusie is, dat tusschen de „lei
ders der verkiezingen", vaag en dui
delijk tevens overleg ware te plegen
„Er kon gepoogd worden tot eene ze
kere verstandhouding te komen, ver
standhouding, die uitgesteld kan worden,
zoo ver of zoo eng, als zal mogelijk blijf-
ken".
De „N. R. Ct." laat dit blijkbaar aan
de wijsheid van „de leiders der verkie
zingen" over.
Noodig is, meent zij, bovenal „op
rechte, goede wil en zin, van verschil
lenden kant, tot eenige toegevendheid."
Het zou tot heil van de gemeente
strekken, besluit zij in edelmoedige be
langloosheid, aan liberaal, noch antilibe
raal denkend.
Wij hebben op den stap van de „N.
R. Ct." de aandacht gevestigd, omdat
nam afscheid van haarde blijde men-
schen konden slechts vermoeden, wie
de vreemdeling geweest kon zijn. Haar
vermoeden was echter verre bezijd<eni
de waarheid, zij meenden den zoon van
den man gezien te hebben, die eenmaal
haar echtgenoot ongelukkig gemaakt
had. De lezer zal nu echter wel we 'ei,'
waarom de eerwaarde heer Lurtz in bur-
gerkleeding zijn onderzoek geleid had.
Niet lang na de ontvangst van de groote
som gelds van 20300 dollar, welke het
verlies van het vermogen des vaders ir.e'.
intrest op intrest verving, verlieten me
juffrouw White en hare dochters de
kleine kamers en gingen terug naar haar
geboorteland Ierland. Daarom hoorden
zij niets van het onheil, dat de eer
waarde heer Lurtz door de nauwge
zette vervulling zijner plichten, over zijn
hoofd had afgeroepen.
IX.
„Hoe.... eerwaarde.... om Gods wil.,
waarom komt u terug? Vlucht, vlucht
zoo snel mogelijk, voor men u ontdekt!
O, waarom komt u terug
Met deze ademloos uitgesproken woor
den, werd de geestelijke van l e: zieken
huis aan de kloosterpoort ontvangen door
de portierster. Een oogenblik stond hij
ais ve» jleeud iti de opening de/ deur, hij
het een zoo merkwaardig en teekenend
verschijnsel is, het eens zoo hooghar
tige liberalisme den gang naar Canos
sa te zien doen.
Het sluit daarmee definitief een vroe
gere periode af en wijdt een nieuwe
aëra in: die der capitulatie.
De nieuwe Tariefwet.
V. Chemische producten, geneesmid*
delen, drogerijen, verf- en kleur
stoffen en looimiddelen.
Houtgeest, Foezelolie enz., invoerrecht
door de regeering voorgesteld f190 per
H.L., accijns inbegrepen. Onder de noo-
dige voorzieningen tegen misbruik, wordt
de gelegenheid geschapen, om bi; alge-
meenen bestuursmaatregel voor die ar
tikelen vrijdom van invoerrecht te ver-
leenen, wanneer zij dienen tot grond- of
hulpstof voor de nijverheid.
Azijn.
a. bij een sterkte van minder dan 100
gram watervrij azijnzuur per liter, per
H.L. f3.
b. bij een sterkte van 100 gram wa
tervrij azijnzuur per liter, per H.L. f3.50
c. tot 500 gram, f25 per H.L., bij hoo-
gere sterkte naar evenredigheid meer.
Natrium-acetaat enz.; caLium-acetaat
enz. Hiervan hebben bij de regeeruigs-
voorstellen, de rechten geen verandering
ondergaan.
Vloeibaar koolzuur. Voorgesteld recht
f2.50 per 100 K.g. netto. „Andere gas
sen" onbelast.
Saccharine en dergelijke zoetstoffen, al
dan niet in oplossing of met andere stof
fen verbonden in den vorm van tabletten
pillen en dergelijke.
Voorgesteld recht f20 per 1 Kg.
Geneesmiddelen, waarmee gelijkgesteld
worden medicinale stropen, wijnen, tinc
turen, extracten, aromatische Wat.en, zoo
genaamde alcoholatura, dialysala, solu-
tioncs, en liquores, pillen, pastilles, ge
vulde capsules, sera en zalf:
A. verpakt voor dadelijk gebruik of
voor den verkoop in het klein, ongeacht
of zij al dan niet suiker, wijn, of alcohol
bevatten en niet vallende onder letter Cé
100 Kg., f250.
B. Anders verpakt.
I. Suiker, wijn of meer dan 5 pCt
alcohol bevattend 100 Kg., f200;
II. geen suiker, wijn of alcohol be
vattend
a. samengestelde 100 Kg. f50;
b. niet samengestelde 100 Kg. vrij.
„Chemisch bereide voedingsmiddelen
als plasmon, tropon, somatosc, sanato-
gen en dergelijke, 100 Kg. f25."
Bronzouten. a. verpakt voor den ver
koop in 't klein, 100 Kg. f50; b. op
andere wijze verpakt, vrij.
Chloralhydraat, aethersulfuricus, chlo
roform, collodion en andere dergelijke uit
of met aethyl-alcohol bereide stoffen.
Voorgestelde belasting 6 pet.
Buskruit, rookzwak, voorgesteld recht
f26 per 100 Kg. Dynamiet en andere
ontplofbare stoffen en ontstekingsmidde
len vrij.
Muskus, en kunstmatige reuksi »tfen;
voorgesteld recht 100 Kg. f150.
Pommade, blanketsel, tandpoeder enz.
Voor dadelijk verbruik verpakt, /oor-
gesteld recht f300; in andere verpal-king
flOü per 100 Kg.
Verf- en kleurstoffen a. verpakt voor
den verkoop in het klein, voorgesteld
recht 12 pet.; b. andere vrij.
Aangemaakte verf. Voorgesteld recht
12 pet. Bij verpakking voor den klehu
verkoop 12 pet., anders verpakt 3 pet.
Vernis, niet verpakt voor den verkoop
in het klein, f3 per 100 Kg. Wel verpakt
voor den kleinverkoop 12 pet.
Zegel- en flesschenlak. Voorgesteld
invoerrecht 6 pet.
Inkt. Zwarte drukinkt 3 pet., alle ande
re 12 pet.
De gekleurde inkten zullen echter val
len onder „aangemaakte verf."
VI. Oliën, vetten, was, teer, pek en
distillatieproducten van ,teer en van
steenkool.
Plantaardige oiiëu (niet vluchtige) en
plantaardige vetten. Regeeringsvoorstcl
65 cent belasting per 100 Kg.
kon toch niet anders denken of de zus
ter had het verstand verloren.
„Zuster, wat scheelt u? Zijt gij ziek?
Hoe kan men u in zulk een zenuwachti-
gen toestand aan de deur laten
„Maar, eerwaarde, begrijpt u dan niet?
U meent, dat ik het verstand verloren
heb God gave, dat het zoo ware, en dat
andere ijselijke niet gebeurd wa.e!"
„Wat is er dan gebeurd, wat u zoo ze
nuwachtig maakt?" vroeg de geestelijke,
door haar h evigen angst getroffen.
„O, hij weet het nog niet!" zuchtte
zij, de deur snel achter hem sluitend en
hem uitnoodigend in de ontvangkamer te
treden; „u kunt hier geen oogenblik
langer vertoeven," fluisterde de zuser,
„men vervolgt u, men zoekt u overal...
en wij geloofden, dat u goed verborgen
en in veiligheid waart."
„Men vervolgt.... mijmij! En waar
om, zuster?" vroeg de geestelijke, nu
zelf beangst wordend.
„Weet u dat niet, eerwaarde?" vroeg
de zuster, in haren angst de handen in
eenslaande. „Ach, ik weet het ook niet,
maar zooveel is zeker, er zijn hier méér
malen politieagenten geweest e i hebben!
het geheele ziekenhuis doorzocht, om u
gevangen te nemen, en u komt miets ver
moedend van de reis terug en wee! vap;
niets
(wMrdJ vervolgd^