Gemengd Nieuws.
Uit de Pers.
ringende mogendheden niet tot oaze
schade achter te blijven.
Het feit, dat dan nóg de rechten in
vergelijking met de buitenlandsche zeer
matig zijn, moge de tegenstanders
eenigszins verzoenen.
Daar komt bij, dat de maia/tregelen
zóó genomen worden althans zóó zijn
bedoeld dat een verhooging der prij
zen er niet uit behoeft te velgen.
Het artikel van „De Tijd" is hoofd
zakelijk gericht tegen de beschotiwinr
gen van de „N. R. Crt.".
Het blad schrijft o.a.
Indien het waar zou zijn, dat het hef
fen van invoerrecht op „bloem", op ge
malen graan, den .prijs van het brood
noodzakelijk moet verhoogen, dan zou
den toch piet slechts „enkele ejgeia^
ren van meelfabrieken de ee ligen zijn,
die daarvan baat hebben".
Aan de meelfabrieken werken ook an
dere lieden dan uitsluitend patroons en
groote bloei in de meel-industrie zou al,
wie tot deze tak van nijverheid behoort,
kleinen en grooten, en al wie er n ee in
aanraking komt: handel, vervoer, leve
ring van machines, emballage, brand
stof, mede de vruchten doen plukken. De
uitdrukking „enkele eigenaren" is al te
gemakkelijk ontleend aan oude verkie
zingspapieren....
Zoo ook volgt nog volstrekt niet ufó
het voorstel van den minister, om meel
voor veevoeder vrij te laten van invoer
recht, dat deze overtuigd is, dat dus
het heffen van recht op „bloem" voor
de oonsumptie door den mensch den
prijs van het brood zal verhoogen.
„De Gelderlander" richt zich
eveneens tot de „N. R. Crt." en raadt
het blad aan eens nauwkeurig het inge
diende ontwerp na te gaan, dan zal zij
begrijpen, dat al haar geschreeuw over
belasting der eerste voedingsmidde e i
totaal ongegrond is.
Maar het praatje van „duur brood"
heeft indertijd al zooveel opgeld ge
daan, dat zij ook nu den lust niet weer
staan kon, het nogmaals op te wannen,
ook al bestond er niet de minste aanlei
ding toe. Want ze hoeft zich in 't min t
niet ongerust te maken, duurder brood
te zullen eten, zelfs al zou ze zich uit
sluitend willen voeden met koekjes van
de fijnste bloem gebakkenwant de
Nederlandsche -maainijverheid kan best
zorgen dat er bloem in overvloed is, ook
al komt die wat minder uit het buiten
land.
Van de linksche pers gaat de „N ieu-
we Ro11. Crt" het hevigsit terug.
In een artikel getiteld „ongehoord"
verklaart 'het blad zich principieel te
gen .invoerrecht op meel, dat wil zeg
gen, duurder maken, kunstmatig, van
brood, de eerste levensbehce.te van elk
een, is vóór alles een aanval op de pro
ductie.
Invoerrecht op meel, d. w. z. verhoo
ging van den kostprijs op het brood, be-
"teekent niet anders dan belasting op alle
mogelijke voortbrengende kracht. Dat
het brood door belasting van meel zal
duurder worden, staat ook voor de re
geering vast. Immers, zij laat meel voor
veevoeder onbelast, hetgce 1 alleen zin
heeft, indien ook zij zelve overtuigd is,
dat het recht op meel den prijs daar
van, dus natuurlijk evenzeer dien yani
het brood, verhoogen zal. De regeering
ontziet het vee, maar den mensch wil zij
treffen. Het veevoeder blijft vrij-duur
der brood uit duurder bloem gebakken,
wordt der mensch en lot. Dit gaat dus
vierkant tegen het doel van het wetsont
werp in, dat immers heet de nationale
nijverheid te willen bevorderen. Zonder
dat één voordeel daar tegenover staat.
De feenigen die er baten van kun1: e i heb
ben, zijn de enkele eigenaie i van meel
fabrieken.
Het blad schrijft dan verder o. a. dat
nog op 29 November 1.1. minister Kolk
man verklaard heeft: Deze regte ing is
volstrekt niet van plan met het tarief de
eerste levensbehoeften te belasten.
„Het Handelsblad" acht de aan
neming van dit ontwerp-tariefwet een
ramp voor het land. Er wordt een zware
cijns gelegd op den burger, een cijns,
die met geen draagkracht rekening houdt,
en op den economisch zwakke tienvoudig
zwaarder drukt, dan op den g.egoeden
burger.
Over de bestemming van de opbrengst
der tariefrechten zegt het:
De inkomsten in de eerste plaats uit
de zakken der minst draagkrachtigen ge
trokken, zullen dan laterv met ee i groot
en rijk gebaar ten bate van maatregelen
voor die loontrekkende klassen besteel
worden. Wij erkennen, dat daarin" iets
billijks is wij: erkennen, dat het voor
zichtige politiek schijnt, niet dadelijk de
gewone inkomsten met de opbrengst van
deze rechten 'te verin ce deren. Toch zal
nog moeten blijken oi de minister niet
met wat meer luchthartigheid een e e 1-
tueel groot nadeelig saldo op de gewone
inkomsten eti uitgaven zal aanschouwen
nu hij weet, dat er toch nog altijd dat
potje voor de kosten der verzekerings
wetten die er immers nog niet zijn
bestaat. M. a. w.zal die maatregel een
papieren maatregel blijven?
Een hachelijke onderneming noemt
„De Nieuwe Courant" de indie
ning van de tariefherziening want: al is
de ontwerper nog zoo gewetensvol op
zijn hoede geweest tegen r'e groote ver
leiding tot opzettelijke bevoorrechting
van sommige groepen van hijveren of
handelaren, aan het gevaar dat zijn ge
brekkige kennis van de belangen waar
naar hij de hand uitstrekt, onverdient-
de bevoordeeling of onbillijke benadee
ling tengevolge heeft, ontkomt hij nieit.
En de kans dat op die wijze de volks
welvaart als geheel en de belange1 van
de verbruikers, d.i. van het gehee e volk,
schade lijden, wordt waarlijk niet min
der door de tweeslachtigheid der ge
dachte waarop deze tariefherziening be
rust. Een fiscaal doel om de noodige
fondsen voor sociale dwangverzekering
te vinden een protectionistisch doel,
door minister Kolkman half onwillig er
kend, om aan zekere takken van bim-
nenlandsche industrie directe hulp te
verleenen of, zooals het heet „tegemoet
te komen."
Den concurrentiestrijd, op economisch
terrein gevoerd, brengt een pro'ertionis-
tische wetgeving ten deele naar het ge
bied van het staatsleven over. Ook dit
is een hoogst ongewenscht gevolg van
beschermende tariefpolitiek: zij is bij:
uitstek materialistisch. Zij roepft aller
lei begeerten en naijver wak' e\ Zij
sleept haar voorstanders vaak mede op
een weg, dien zij zeiven niet uit wille:.
Centrale raad van „de Hanze".
(Vervolg.)
De heer Zegwaard, uit Amstelveen,
juicht het, tot stand komen van een eigen
orgaan toe, waardoor men beter zou in
gelicht worden, dan totnogtoe, waar het
üij krakeelen gebleven is.
De heer Geyer, uit Leiden, meent, dat
de heer Vcrbsswlc Ui 'optimistisch is. Hoe
moet het gaan, als de uitgever na twee
jaar uitscheidt? De heer Spendel, uit
Leiden, heeft niets afdoende gehoord ten
voordeele van „De R. K. Middenstan
der". Nu uit de pennestrijd van den
Middenstander blijkt, dat dit blad niet
den weg op wil, dien het H. B. wil, dan
kunnen de afdeeiingen dit orgaan niet
accepteeren. Al is het H. B. niet onfeil
baar, spr. meent dat net langs banen gaat
die Mgr. wil. Ook uit koopmansoogpunt
bestrijdt spr. het handhaven van het be
staande orgaan.
Spreker geeft dan ook in overweging,
het voorstel van het H. B. niet alleen
aan te nemen, maar ook met kracht te
werken aan de verheffing van de orga
nisatie der R. K. Middenstandsorgani
satie in Haarlem.
De heer Verbeek beantwoordde de ver
schillende spiekers uitvoerig en conclu
deerde, dat het voorstel als zoodanig
niet afgebroken is door de talrijke de
baters. Spr. zegt, dat in het orgaan een
uitgebreide plaats voor de mogelijke
mededeelingen van middenstanders zal
komen. De arbeidsvoorwaarden van de
aanbevolen drukkerij zijn uitstekend, of
schoon het H .B. dit eerst niet had wil
len doen, zwicht het voor den drang en
maakt bekend dat de bedoelde drukker
is de firma T. C. B. ten Hagen.
Spr. besluit met te vragen medewer
king met de handelingen van het H. B.„
dat zoo gehandeld heeft, om de Haar-
lemsche Hanze en om de algeheele mid
denstandsbeweging groot te maken.
Het H. B. belooft dat het blad op
voedend zal werken ui ook in Liraburg
zal trachten de verwoeste organisatie we
der op te richten.
Amsterdam, hoewel het besluit toe
juichende om een eigen orgaan te stich
ten, wil echter nog een motie indiei e i
om, wel te besluiten tot sltichting van
een eigen orgaan, doch nog te wach
ten met de uitvoering, om dan beter al
les nader te kunnen bespreken.
De voorzitter vindt dat onpracitisch en
stelt voor liet H. B. te machtigen de vcr-
eischte stappen te doen en deze op de
centra'e raadsvergadering te verantwoor
den. AJsnu vindt Amsterdam het beter
de motie niet in tc dienen.
Eveneens trekt Purmerend het voor
ste! in om eca onderzoekscommissie in
te stellen.
De geestelijk adviseur rector Stroo-
mer licht nog even toe hoe de bespie
kingen hebben plaats gehad in de voor
zittersvergadering, waarop het H. B. ge
machtigd werd eischen te stellen aan de
redactie van den Middenstander.
Hierna werd tot stemming overgegaan,
met het resultaat dat met algemeene
stemmen ervvijl Rotterdam zich buiten
stemming hield) besloten werd tot stich
ting van een eigen orgaan.
Vervolgens dankte de voorzitter voor
het vertrouwen in het H. B. gesteld,
waarna men oesloot inet het oog op het
late uur de overige punten van de agen
da voor een volgende vergadering te
bewaren.
Bij de rondvraag werd nog besloten
een schrijven te zenden aan Z. H. den
Paus, om Z. H. de deelneming te be
tuigen bij den smaad hem met de feest
viering in Italië aangedaan. Ook werd
besloten een schrijven van dankbetui
ging te richten tot Z. D. H. Mgr. Cal-
lier, voor al hetgeen hij voor de Hanze
gedaan heeft. Hierna werd de verga
dering met den christelijken groet ge
sloten..
Land- en Tuinbouw.
De Bloembollenstreek.
Men schrijft ons uit Sassenheim:
Liefhebbers van Hyacinthen en Narcissen
zullen a.s. Zondag en de geheele week
hier weer alles in vollen bloei vinden.
Dan komen zij weer in dichte drom
men, zij bestormen de Trams in Haar
lem en in Leiden om de dorpen aan den
straatweg tusschen die steden te bereiken.
Wie per Holl.IJz. Sp. komt doet veel
wijzer. Daarmee komt en gaat men vrijwel
op tijd, da.ir kan men veilig op een
plaats rekenen. Wie b.v. te Sassenheim
wil zijn, neemt een plaatsbiljet tot Piet-
gijzenbrug. De weg van dadr tot ons
dorp ligt geheel tusschen Hyacinthen en
Narcissen-velden en voert de bezoekers
langs de ruïne van Tylingen waar van
14331436 Gravin Jacoba van Beieren
woonde. In het Dorps-Hotel kan men
gezellig een poos vertoeven.
Alles werkt hier samen om den lief
hebbers te too'nen, dat men hun bezoek
op prijs stelt. Bovendien behoeft men
hier volsirekt niet verlegen te zijn met
zijn tijd, Een halfuur wandelend aan
elke zijde van den straatweg vindt men
niet anders dan Kleuren, Hyacinthen,
Narcissen, Narcissen en Hyacinthen. En
wie bang is van 't halfuur loopen van
Pietgijzenbrug tot huis, vindt er aan 't
station en in ons dorp gelegenheid genoeg
om zich voor billijken prijs te laten rijden.
Zóó wachten wij bij gunstig weer het
halve land op bezoek in onze streek.
En wie a.s. Zondag niet kan, of wie
meer van bloeiende Tulpen houdt wel
die wacht nog een week en vindt dan
ook wat hij verlangt.
Ingezonden Stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij een plaatsje in uw veel ge
lezen blad, bij voorbaat mijn dank. Op
30 April a.s. zal de R .K. propaganda-
club De Jonge Garde haar vijfjarig be
staan vieren, waarvoor reeds een be
kend spreker is uitgenoodigd en het Rj
K. Harmoniegezelschap van Leidschen-
dam hare medewerking reeds heeft toe
gezegd voor muziek en tooneel.
Door toevallige omstandigheden valt
deze feestviering op den 30sten April*
gelijsk met den verjaardag van onze ge
liefde prinses Juliana, en dien dag zal
ook het Groene Kruis, afdeeling Voor
schoten, het al zoo dikwijls gewraakte
weldadigheidsbloempje te koop aanbie
den.
Nu is mijn vraag, zou het niet op den
weg der leden van de Jonge Garde ligv
gen, om als" protest tegen den verkoop
van bovengenoemd bloempje, op dien
dag met medecwrking van eenige dames,
overdag op straat en des avonds in de
zaal liet Julianabloeinpje te verkoop en*
welker opbrengst dan voor een of ander
liefdadig doel kan gebruikt worden Dat
de Jonge Garde hiertoe de mede.ver-
king zal krijgen van de R. K. ingezete
nen, is bijna zeker en is ook gebleken
op de laatste vergadering van de R. K.
kiesvereeniging, op welke vergadering!
een der aanwezigen protesteerde tegen
den verkoop van het neutrale bloempje*
welk protest met daverend applaus be
loond werd.
In de hoop M. de R., dat mijn schrij
ven in goede aarde zal vallen, zeg ik1
U nogmaals mijn hartelijken dank voor
de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
Voorschoten. N. N.
Rechtszaken.
Centrale raad van beroep.
(Ongevallenverzekering.)
In de gisteren te Utrecht gehouden'
openbare terechtzitting had de uitspraak
plaats in de volgende zaak:
Hooger beroep van de Rijksverzeke
ringsbank tegen eene uitspraak van dei;
Raad van Beroep te 's-GravenhageJ
waarbij op vordering der Plaatselijke
Commissie te Leiden, met vernietiging
eener beslissing van de Bank, die scha
deloosstelling weigerde, aan A. B. te
Leiderdorp ingaande 29 Maart 19
is toegekend een rente van fO.löt/o per
werkdag, naar 10 pet. invaliditeit, ter
zake van een ongeval tengevolge waar
van hij mist twee leden van den linker
wijsvinger. De Centrale Raad bevestig
de de uitspraak.
Kerkdiefstal.
De Rechtbank tc Alkmaar deed gis
teren uitspraak in de zaak van A. v. E.j
beklaagd een offerbus in de St. Jozeph-
kerk aldaar met een valschcn sleutel'
te hebben geopend en zich den inhoud te
hebben toegeëigend, en veroordeelde
haar tot twee maanden gevangenisstraf^
De eisch was 6 maanden gevangenis
straf.
Melkvervalscher.
De rechtbank te Amsterdam veroor
deelde gisteren een melkslijter, die wa
ter bij de melk had gedaan, tot een ge
vangenisstraf van 3 maanden, met publi
catie van het vonnis in eenige dagbla
den.
Voor de Haarlemsclie Rechtbank ston
den terecht J. D. cn B. T. beiden varf
Alk c made. Zij hebben op 27 Ja
nuari te Lisse een schuit volgeladen met
veengrond en zand, toebehoorend aai'
den bloemist J. W. L. aldaar. Met grond,
zand en schuitje zijn zij weggevaren enj
hebben den grond en het zand als mest
verkocht te Aalsmeer en Boskoop. Al
leen T. was opgekomen cn vertelde dit
hij in dienst was bij: D.
Tegen T. werd fl boete, subs.
d., tegen D. f 10 subs. 5 d. rechtenis gc-
ëischt.
Uitspraak op Donderdag 13 April a.s.
Onweer. Te Strijp, bij Valkens-
waard, is de dochter van D., van An-
sem, tijdens het onweer, dat Zaterdag
woedde, door het hemelvuur getroffen
Dokter Dagevos kon slechts den dood
constateeren. Hare klcedc.ei waren bij
na geheel van haar lichaam verbrand.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 5 April.
De Tariefwet.
Nog slechts enkele bladen van rechts
wijden artikelen aan het ingediende ont-
jverp-tariefwet.
„Het Centrum" zegt:
Reeds uit een eerste e mjsmalcinigi
met dit ontwerp, welke uit den aard der
zaak eenigszins vluchtig moet zijn, blijkt,
dat de Regeering zich bij de samenstel
ling der voorgestelde wijziging geheel
heeft laten leiden door haar voornemen,
om in de eerste plaats het belang der
schatkist te dienen. De minister van Fi
nanciën blijft aldus volkomen getrouw
aan het standpunt, dat hij van meeit af
aan innam.
De Tariefsherziening is steeds aange
duid als het middel om de invoering der
verzekeringswetten mogelijk te maken,
en zij behoort dus voornamelijk een fis
caal karakter te dragen. Welnu, dat zulks
ook inderdaad het geval is, blijkt uit de
becijfering, door den minister over de
meerdere opbrengst van het nieuwe Ta
rief gemaakt. Ze zal ongeveer 10 mil-
lioen 's jaars bedragen, en uit de be-
grootingsdebatten van verleden jaar weet
men reeds, dat van dat bedrag het over-
grootste gedeelte 9 millioen ter
stond zal worden ter zijde gelegd tot
vorming van een fonds voor de arbei
ders-verzekering.
Wat dit b'.ad echter ongewenscht ach.t,
is de belasting van bloem uit tarwe*
rogge, enz. Het voorgestelde recht is
wel is waar laag, maar een dergelijk
voedingsmiddel dient onbelast te blij
ven, en zulks ligt ook geheel in de lijn!
van het ontwerp.
Een vloed van adressen zal vermoe
delijk weder stroomen naar den Haag,
en in de Kamer zal het aan amendemenl-
ten niet ontbreken. Evenwel, hoe .eer
de meeningen mogen uiteen'oo; ei, hier
over zullen allen'het wel eens zijn, eï
eens moeten zijn, dat niet slechts de
regeering met deze tariefsherziening
haar woord gestand doet en hare belof
te inlost, maar ook, dat zonder deze
herziening aan de toegezegde e zelce-
ringswetten niet kan worden ge
dacht. Deze wet is dus een noodza
kelijkheid. Maar ge'ukkig geen droe
ve noodzakelijkheid. Want behalve, dat
zij er wellicht toe zal bijdragen al
maken wij ons op dit punt geen illu
sies sommige takken onzer nijverheid
eeuigermate te bevordeiei, zal zij als
haar eerste en voornaamste doel het lot
verzachten van duizenden arbeiders, door
invaliditeit of ouderdom niet langer in
staat, zich het noodige te verschaffen
door het werk hunner handen.
„Het Huisgezin" wijst voorna
melijk op het verhand tusschen tarief en
arbeidsverzekering want deze twee za
ken zijn onafhankelijk verbonden.
Wie.het tarief afstemt doet de arbei
dersverzekering mislukken.
En wie de arbeidsverzekering wil;
moet ook het tarief willen.
Voor rechts, waar men de verantwoor
delijkheid te dragen heeft, cei reden
te meer om bij de critiek op 't tariefont-
werp groote ingetogenheid te betrach
ten.
De „M a a s b o d e" wil zijn oordeel
voorloopig nog opschorten, doch schrijft:
Een sociale wet is de Tariefwet in
tweeërlei opzicht. Uit de opbrengsten
van het tarief zullen worden goedge
maakt de groote uitgaven, die de voor
name sociale wetten zullen met zich voe
ren. Maar tweedens is het doel der
wet, al staat dat niet op den voorgrond,
ongetwijfeld ook bescherming van in-
landsche bedrijven. Al kunnen wij nog
niet een eenigszins gegrond oordce' ge
ven over de wet als geheel, toch mag
al direct gezegd, dat d_- beginselen, waar
op, het ontwerp is gebaseerd, toejuiching
verdienen.
Daarnaast komt de noodzakelijkheid
om bij de tarief-politiek der ons om-
FEUILLETON.
Een offer van het biechtgeheim.
Naar het Duitsch.
Terwijl op deze manier onheilspellende
wolken zich boven het hoofd van den
priester opstapelden, reisde deze zonder
kwaad vermoeden van stad tot stad; in
plaats van zijn priestergewaad droeg hij
zijn burgerkleeren. Was dit bekend ge
weest aan de speurhonden der wet, die
hem overal zochten, dan zou dit een re
den te meer zijn geweest voor de op hem
rustende verdenking. Ofschoon hij er vol
strekt niet aan dacht op deze manier de
vervolging te verijdelen, had toch de bur-
gerkleeding voor direct gevolg, dat hij
voor 't oogenblik bewaard bleef voor de
inhechtenisneming. De last, dien hij zich
opgelegd had, hield hem zoo bezig, dat
hij geen blik in de nieuwsbladen wierp,
en zoo kwam het, dat hij niets te weten
kwam van het bevel tot inhechtenisne
ming van zijn persoon.
Zijne reis had ten doel het opsporen
van eenen man, wiens spoor hij reeds
door verscheidene steden gevolgd was,
maar het was hem nog niet gelukt dezen
te vinden. Zoo kwam hij ten slotte te Chi
cago en daar werden zijne pogingen met
goeden uitslag bekroond. Wel vond hij
den gezochten koopman Roger White
niet, deze was uit verdriet over het voor
vele jaren door een bankroet te Baltimore
verloren vermogen gestorven. Het verlies
van de geldsom was echter niet zoo
smartelijk geweest voor den annen White,
maar wel het feit, dat hij zijn geld bij
een bankier gedeponeerd had op aan
raden van een vriend, die bij den bankier
in betrekking was en die had moeten
weten, dat het slecht met den bankier
stond. Het "was opvallend geweest, dat
sedert den val van het bankiershuis zijn
trouwelooze vriend zoo snel vooruitge
gaan was. Weinig jaren daarna toch was
deze reeds in staat geweest als deelge
noot in een ander bankiershuis op te
treden. Zoo was Roger op de gedachte
gekomen, dat zijn vriend het hem toever
trouwde geld volstrekt niet bij den ban
kier had gedeponeerd, maar in zijn bezit
gehouden, tot deze failliet ging en schijn
baar White's vermogen ook had inge
palmd. Nu was White verplicht \yeder
eene plaats als boekhouder op een groot
kantoor aan te nemen, oni zich zoodoen
de met zijn gezin er armoedig doorheen
te sja^n. £iet verdr^t over het V£ito.
van zijn met moeite en zorgen verkregen
vermogen, en de ontrouw van zijn vriend
ondermijnden zijne gezondheid; hij werd
ziek en verloor zijne plaats op het kan
toor. In bittere woorden schreef hij brie
ven aan zijn vroegeren, thans rijken
vriend en beschuldigde hem zijn geld
verduisterd te hebben. Het gevolg dezer
brieven was, dat Blackford deze toch
was de ontrouwe vriend van White
hem antwoordde: „Alleen de droevige
toestand, waarin gij u bevindt, en die u
thans zoo onrechtvaardig te mijnen op
zichte maakt, houdt mij tegen u wegens
laster aan te klagen. Opdat gij 'echter
moogt inzien, dat ik medelijden met u
heb, doe ik hierbij een banknoot van
duizend dollars. Ook ik ben gaarne be
reid, u in de toekomst, als dat noodig
mocht blijken, te helpen. Verschoon mij
echter van nu af van uwe grove beleedi-
gingen. Ik heb niet de minste schuld
aan uw ongeluk, want ik had in die
dagen zelfs geen vermoeden van den
slechten stand des bankiers, bij wien ik
in dienst was en wien gij door mij uw
geld vertrouwdet."
Het bankbiljet ging naar den afzender
terug: Roger White was ook nu nog in
zijn pijnlijken toestand te trotsch om een
aalmoes aan te nemen van den man,
die# hij altijd als de verwoester v^a zijn
levensgeluk had beschouwd, al kon hij
het dan ook niet zwart op wit bewijzen.
Lange jaren waren sedert den dood
van White voorbijgegaan. Zijne weduwe
en twee dochters bewoonden twee klei
ne kaniers in een der reusachtige ge
bouwen in Chicago, welke van tien tot
vijftien verdiepingen tellen en honder
den menschen herbergen. Den vreemde
ling overkomt een lichte huivering, als
hij in den lift gaat zitten, die de men
schen in de bovenste verdieping van dc. e
kamers voert. De eerwaarde hce Luriz
kende deze vrees niet, daar hij iee>ds
meermalen in dergelijke huizen tot in
den nok gcitcgen was, om de plichten
van zijn priesterambt te vervullen. Nu
echter ging hij met een gevoel van ge
spannen, blijde verwachting in dei lift
zittenhij dacht nu toch eindelijk dege
nen gevonden ,te hebben, wi^is e blijf
hij dagenlang tevergeefs had opge
spoord.
Nu staat hij voor dc deur, hem door
den portier aangeduid. Hij leest het
naambordje, waarop staat„Gezusters
White, linn jnnaaisters."
„God zij dankfluistert hij, „naar
alle gedachten ben ik thans aan het goe
de adres."
Hij druk op den knop der electri-
sqhe schel en aanstonds w;erd de jJeux
geopend. Een bleek meisje, dat »'e dertig
al achter den rug had, blikt hem verwon
derd aan en vraagt bedeesd naar zijn!
believen.
„Gaarne zou ik willen weten, of ik)
eene dochter van den overledeien koop
man White voor mij zie."
„Ja, ik ben Ellen White, en Roger
White was mijn vader," zeidc het meis
je.
„Veroorloof mij dan, dat ik binnen
treed eene gewichtige aange egenheid
toch leidt mij tot u."
Ellen trad achteruit en noodigde den
vreemde met eene l e.veging der hand
binnen te treden.
„Wilt u zoo goed zijn in ij: tot uwü
moeder te brengen, mejuffrouw?." ver
zocht de geestelijke, „want haar vooral
betreft mijne zending."
„Moeder is lijdend, mijnheer," ant
woordde zij, „en daarom houden wij al
wat haar maar eenigszins kan schokken
verre van haar."
„In trouwe, wat ik mede te deeleni
heb, zal haar wel eenigszins schokken",
sprak de priester, „maar ik twijfel niet of
het zal haar groote vreugde verschaffen*
die ik haar en u bereid heb/'
(Wordt vervolgd).