Gemengd Nieuws. Uit de Pers. ringende mogendheden niet tot oaze schade achter te blijven. Het feit, dat dan nóg de rechten in vergelijking met de buitenlandsche zeer matig zijn, moge de tegenstanders eenigszins verzoenen. Daar komt bij, dat de maia/tregelen zóó genomen worden althans zóó zijn bedoeld dat een verhooging der prij zen er niet uit behoeft te velgen. Het artikel van „De Tijd" is hoofd zakelijk gericht tegen de beschotiwinr gen van de „N. R. Crt.". Het blad schrijft o.a. Indien het waar zou zijn, dat het hef fen van invoerrecht op „bloem", op ge malen graan, den .prijs van het brood noodzakelijk moet verhoogen, dan zou den toch piet slechts „enkele ejgeia^ ren van meelfabrieken de ee ligen zijn, die daarvan baat hebben". Aan de meelfabrieken werken ook an dere lieden dan uitsluitend patroons en groote bloei in de meel-industrie zou al, wie tot deze tak van nijverheid behoort, kleinen en grooten, en al wie er n ee in aanraking komt: handel, vervoer, leve ring van machines, emballage, brand stof, mede de vruchten doen plukken. De uitdrukking „enkele eigenaren" is al te gemakkelijk ontleend aan oude verkie zingspapieren.... Zoo ook volgt nog volstrekt niet ufó het voorstel van den minister, om meel voor veevoeder vrij te laten van invoer recht, dat deze overtuigd is, dat dus het heffen van recht op „bloem" voor de oonsumptie door den mensch den prijs van het brood zal verhoogen. „De Gelderlander" richt zich eveneens tot de „N. R. Crt." en raadt het blad aan eens nauwkeurig het inge diende ontwerp na te gaan, dan zal zij begrijpen, dat al haar geschreeuw over belasting der eerste voedingsmidde e i totaal ongegrond is. Maar het praatje van „duur brood" heeft indertijd al zooveel opgeld ge daan, dat zij ook nu den lust niet weer staan kon, het nogmaals op te wannen, ook al bestond er niet de minste aanlei ding toe. Want ze hoeft zich in 't min t niet ongerust te maken, duurder brood te zullen eten, zelfs al zou ze zich uit sluitend willen voeden met koekjes van de fijnste bloem gebakkenwant de Nederlandsche -maainijverheid kan best zorgen dat er bloem in overvloed is, ook al komt die wat minder uit het buiten land. Van de linksche pers gaat de „N ieu- we Ro11. Crt" het hevigsit terug. In een artikel getiteld „ongehoord" verklaart 'het blad zich principieel te gen .invoerrecht op meel, dat wil zeg gen, duurder maken, kunstmatig, van brood, de eerste levensbehce.te van elk een, is vóór alles een aanval op de pro ductie. Invoerrecht op meel, d. w. z. verhoo ging van den kostprijs op het brood, be- "teekent niet anders dan belasting op alle mogelijke voortbrengende kracht. Dat het brood door belasting van meel zal duurder worden, staat ook voor de re geering vast. Immers, zij laat meel voor veevoeder onbelast, hetgce 1 alleen zin heeft, indien ook zij zelve overtuigd is, dat het recht op meel den prijs daar van, dus natuurlijk evenzeer dien yani het brood, verhoogen zal. De regeering ontziet het vee, maar den mensch wil zij treffen. Het veevoeder blijft vrij-duur der brood uit duurder bloem gebakken, wordt der mensch en lot. Dit gaat dus vierkant tegen het doel van het wetsont werp in, dat immers heet de nationale nijverheid te willen bevorderen. Zonder dat één voordeel daar tegenover staat. De feenigen die er baten van kun1: e i heb ben, zijn de enkele eigenaie i van meel fabrieken. Het blad schrijft dan verder o. a. dat nog op 29 November 1.1. minister Kolk man verklaard heeft: Deze regte ing is volstrekt niet van plan met het tarief de eerste levensbehoeften te belasten. „Het Handelsblad" acht de aan neming van dit ontwerp-tariefwet een ramp voor het land. Er wordt een zware cijns gelegd op den burger, een cijns, die met geen draagkracht rekening houdt, en op den economisch zwakke tienvoudig zwaarder drukt, dan op den g.egoeden burger. Over de bestemming van de opbrengst der tariefrechten zegt het: De inkomsten in de eerste plaats uit de zakken der minst draagkrachtigen ge trokken, zullen dan laterv met ee i groot en rijk gebaar ten bate van maatregelen voor die loontrekkende klassen besteel worden. Wij erkennen, dat daarin" iets billijks is wij: erkennen, dat het voor zichtige politiek schijnt, niet dadelijk de gewone inkomsten met de opbrengst van deze rechten 'te verin ce deren. Toch zal nog moeten blijken oi de minister niet met wat meer luchthartigheid een e e 1- tueel groot nadeelig saldo op de gewone inkomsten eti uitgaven zal aanschouwen nu hij weet, dat er toch nog altijd dat potje voor de kosten der verzekerings wetten die er immers nog niet zijn bestaat. M. a. w.zal die maatregel een papieren maatregel blijven? Een hachelijke onderneming noemt „De Nieuwe Courant" de indie ning van de tariefherziening want: al is de ontwerper nog zoo gewetensvol op zijn hoede geweest tegen r'e groote ver leiding tot opzettelijke bevoorrechting van sommige groepen van hijveren of handelaren, aan het gevaar dat zijn ge brekkige kennis van de belangen waar naar hij de hand uitstrekt, onverdient- de bevoordeeling of onbillijke benadee ling tengevolge heeft, ontkomt hij nieit. En de kans dat op die wijze de volks welvaart als geheel en de belange1 van de verbruikers, d.i. van het gehee e volk, schade lijden, wordt waarlijk niet min der door de tweeslachtigheid der ge dachte waarop deze tariefherziening be rust. Een fiscaal doel om de noodige fondsen voor sociale dwangverzekering te vinden een protectionistisch doel, door minister Kolkman half onwillig er kend, om aan zekere takken van bim- nenlandsche industrie directe hulp te verleenen of, zooals het heet „tegemoet te komen." Den concurrentiestrijd, op economisch terrein gevoerd, brengt een pro'ertionis- tische wetgeving ten deele naar het ge bied van het staatsleven over. Ook dit is een hoogst ongewenscht gevolg van beschermende tariefpolitiek: zij is bij: uitstek materialistisch. Zij roepft aller lei begeerten en naijver wak' e\ Zij sleept haar voorstanders vaak mede op een weg, dien zij zeiven niet uit wille:. Centrale raad van „de Hanze". (Vervolg.) De heer Zegwaard, uit Amstelveen, juicht het, tot stand komen van een eigen orgaan toe, waardoor men beter zou in gelicht worden, dan totnogtoe, waar het üij krakeelen gebleven is. De heer Geyer, uit Leiden, meent, dat de heer Vcrbsswlc Ui 'optimistisch is. Hoe moet het gaan, als de uitgever na twee jaar uitscheidt? De heer Spendel, uit Leiden, heeft niets afdoende gehoord ten voordeele van „De R. K. Middenstan der". Nu uit de pennestrijd van den Middenstander blijkt, dat dit blad niet den weg op wil, dien het H. B. wil, dan kunnen de afdeeiingen dit orgaan niet accepteeren. Al is het H. B. niet onfeil baar, spr. meent dat net langs banen gaat die Mgr. wil. Ook uit koopmansoogpunt bestrijdt spr. het handhaven van het be staande orgaan. Spreker geeft dan ook in overweging, het voorstel van het H. B. niet alleen aan te nemen, maar ook met kracht te werken aan de verheffing van de orga nisatie der R. K. Middenstandsorgani satie in Haarlem. De heer Verbeek beantwoordde de ver schillende spiekers uitvoerig en conclu deerde, dat het voorstel als zoodanig niet afgebroken is door de talrijke de baters. Spr. zegt, dat in het orgaan een uitgebreide plaats voor de mogelijke mededeelingen van middenstanders zal komen. De arbeidsvoorwaarden van de aanbevolen drukkerij zijn uitstekend, of schoon het H .B. dit eerst niet had wil len doen, zwicht het voor den drang en maakt bekend dat de bedoelde drukker is de firma T. C. B. ten Hagen. Spr. besluit met te vragen medewer king met de handelingen van het H. B.„ dat zoo gehandeld heeft, om de Haar- lemsche Hanze en om de algeheele mid denstandsbeweging groot te maken. Het H. B. belooft dat het blad op voedend zal werken ui ook in Liraburg zal trachten de verwoeste organisatie we der op te richten. Amsterdam, hoewel het besluit toe juichende om een eigen orgaan te stich ten, wil echter nog een motie indiei e i om, wel te besluiten tot sltichting van een eigen orgaan, doch nog te wach ten met de uitvoering, om dan beter al les nader te kunnen bespreken. De voorzitter vindt dat onpracitisch en stelt voor liet H. B. te machtigen de vcr- eischte stappen te doen en deze op de centra'e raadsvergadering te verantwoor den. AJsnu vindt Amsterdam het beter de motie niet in tc dienen. Eveneens trekt Purmerend het voor ste! in om eca onderzoekscommissie in te stellen. De geestelijk adviseur rector Stroo- mer licht nog even toe hoe de bespie kingen hebben plaats gehad in de voor zittersvergadering, waarop het H. B. ge machtigd werd eischen te stellen aan de redactie van den Middenstander. Hierna werd tot stemming overgegaan, met het resultaat dat met algemeene stemmen ervvijl Rotterdam zich buiten stemming hield) besloten werd tot stich ting van een eigen orgaan. Vervolgens dankte de voorzitter voor het vertrouwen in het H. B. gesteld, waarna men oesloot inet het oog op het late uur de overige punten van de agen da voor een volgende vergadering te bewaren. Bij de rondvraag werd nog besloten een schrijven te zenden aan Z. H. den Paus, om Z. H. de deelneming te be tuigen bij den smaad hem met de feest viering in Italië aangedaan. Ook werd besloten een schrijven van dankbetui ging te richten tot Z. D. H. Mgr. Cal- lier, voor al hetgeen hij voor de Hanze gedaan heeft. Hierna werd de verga dering met den christelijken groet ge sloten.. Land- en Tuinbouw. De Bloembollenstreek. Men schrijft ons uit Sassenheim: Liefhebbers van Hyacinthen en Narcissen zullen a.s. Zondag en de geheele week hier weer alles in vollen bloei vinden. Dan komen zij weer in dichte drom men, zij bestormen de Trams in Haar lem en in Leiden om de dorpen aan den straatweg tusschen die steden te bereiken. Wie per Holl.IJz. Sp. komt doet veel wijzer. Daarmee komt en gaat men vrijwel op tijd, da.ir kan men veilig op een plaats rekenen. Wie b.v. te Sassenheim wil zijn, neemt een plaatsbiljet tot Piet- gijzenbrug. De weg van dadr tot ons dorp ligt geheel tusschen Hyacinthen en Narcissen-velden en voert de bezoekers langs de ruïne van Tylingen waar van 14331436 Gravin Jacoba van Beieren woonde. In het Dorps-Hotel kan men gezellig een poos vertoeven. Alles werkt hier samen om den lief hebbers te too'nen, dat men hun bezoek op prijs stelt. Bovendien behoeft men hier volsirekt niet verlegen te zijn met zijn tijd, Een halfuur wandelend aan elke zijde van den straatweg vindt men niet anders dan Kleuren, Hyacinthen, Narcissen, Narcissen en Hyacinthen. En wie bang is van 't halfuur loopen van Pietgijzenbrug tot huis, vindt er aan 't station en in ons dorp gelegenheid genoeg om zich voor billijken prijs te laten rijden. Zóó wachten wij bij gunstig weer het halve land op bezoek in onze streek. En wie a.s. Zondag niet kan, of wie meer van bloeiende Tulpen houdt wel die wacht nog een week en vindt dan ook wat hij verlangt. Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Mijnheer de Redacteur, Vergun mij een plaatsje in uw veel ge lezen blad, bij voorbaat mijn dank. Op 30 April a.s. zal de R .K. propaganda- club De Jonge Garde haar vijfjarig be staan vieren, waarvoor reeds een be kend spreker is uitgenoodigd en het Rj K. Harmoniegezelschap van Leidschen- dam hare medewerking reeds heeft toe gezegd voor muziek en tooneel. Door toevallige omstandigheden valt deze feestviering op den 30sten April* gelijsk met den verjaardag van onze ge liefde prinses Juliana, en dien dag zal ook het Groene Kruis, afdeeling Voor schoten, het al zoo dikwijls gewraakte weldadigheidsbloempje te koop aanbie den. Nu is mijn vraag, zou het niet op den weg der leden van de Jonge Garde ligv gen, om als" protest tegen den verkoop van bovengenoemd bloempje, op dien dag met medecwrking van eenige dames, overdag op straat en des avonds in de zaal liet Julianabloeinpje te verkoop en* welker opbrengst dan voor een of ander liefdadig doel kan gebruikt worden Dat de Jonge Garde hiertoe de mede.ver- king zal krijgen van de R. K. ingezete nen, is bijna zeker en is ook gebleken op de laatste vergadering van de R. K. kiesvereeniging, op welke vergadering! een der aanwezigen protesteerde tegen den verkoop van het neutrale bloempje* welk protest met daverend applaus be loond werd. In de hoop M. de R., dat mijn schrij ven in goede aarde zal vallen, zeg ik1 U nogmaals mijn hartelijken dank voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, Voorschoten. N. N. Rechtszaken. Centrale raad van beroep. (Ongevallenverzekering.) In de gisteren te Utrecht gehouden' openbare terechtzitting had de uitspraak plaats in de volgende zaak: Hooger beroep van de Rijksverzeke ringsbank tegen eene uitspraak van dei; Raad van Beroep te 's-GravenhageJ waarbij op vordering der Plaatselijke Commissie te Leiden, met vernietiging eener beslissing van de Bank, die scha deloosstelling weigerde, aan A. B. te Leiderdorp ingaande 29 Maart 19 is toegekend een rente van fO.löt/o per werkdag, naar 10 pet. invaliditeit, ter zake van een ongeval tengevolge waar van hij mist twee leden van den linker wijsvinger. De Centrale Raad bevestig de de uitspraak. Kerkdiefstal. De Rechtbank tc Alkmaar deed gis teren uitspraak in de zaak van A. v. E.j beklaagd een offerbus in de St. Jozeph- kerk aldaar met een valschcn sleutel' te hebben geopend en zich den inhoud te hebben toegeëigend, en veroordeelde haar tot twee maanden gevangenisstraf^ De eisch was 6 maanden gevangenis straf. Melkvervalscher. De rechtbank te Amsterdam veroor deelde gisteren een melkslijter, die wa ter bij de melk had gedaan, tot een ge vangenisstraf van 3 maanden, met publi catie van het vonnis in eenige dagbla den. Voor de Haarlemsclie Rechtbank ston den terecht J. D. cn B. T. beiden varf Alk c made. Zij hebben op 27 Ja nuari te Lisse een schuit volgeladen met veengrond en zand, toebehoorend aai' den bloemist J. W. L. aldaar. Met grond, zand en schuitje zijn zij weggevaren enj hebben den grond en het zand als mest verkocht te Aalsmeer en Boskoop. Al leen T. was opgekomen cn vertelde dit hij in dienst was bij: D. Tegen T. werd fl boete, subs. d., tegen D. f 10 subs. 5 d. rechtenis gc- ëischt. Uitspraak op Donderdag 13 April a.s. Onweer. Te Strijp, bij Valkens- waard, is de dochter van D., van An- sem, tijdens het onweer, dat Zaterdag woedde, door het hemelvuur getroffen Dokter Dagevos kon slechts den dood constateeren. Hare klcedc.ei waren bij na geheel van haar lichaam verbrand. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 5 April. De Tariefwet. Nog slechts enkele bladen van rechts wijden artikelen aan het ingediende ont- jverp-tariefwet. „Het Centrum" zegt: Reeds uit een eerste e mjsmalcinigi met dit ontwerp, welke uit den aard der zaak eenigszins vluchtig moet zijn, blijkt, dat de Regeering zich bij de samenstel ling der voorgestelde wijziging geheel heeft laten leiden door haar voornemen, om in de eerste plaats het belang der schatkist te dienen. De minister van Fi nanciën blijft aldus volkomen getrouw aan het standpunt, dat hij van meeit af aan innam. De Tariefsherziening is steeds aange duid als het middel om de invoering der verzekeringswetten mogelijk te maken, en zij behoort dus voornamelijk een fis caal karakter te dragen. Welnu, dat zulks ook inderdaad het geval is, blijkt uit de becijfering, door den minister over de meerdere opbrengst van het nieuwe Ta rief gemaakt. Ze zal ongeveer 10 mil- lioen 's jaars bedragen, en uit de be- grootingsdebatten van verleden jaar weet men reeds, dat van dat bedrag het over- grootste gedeelte 9 millioen ter stond zal worden ter zijde gelegd tot vorming van een fonds voor de arbei ders-verzekering. Wat dit b'.ad echter ongewenscht ach.t, is de belasting van bloem uit tarwe* rogge, enz. Het voorgestelde recht is wel is waar laag, maar een dergelijk voedingsmiddel dient onbelast te blij ven, en zulks ligt ook geheel in de lijn! van het ontwerp. Een vloed van adressen zal vermoe delijk weder stroomen naar den Haag, en in de Kamer zal het aan amendemenl- ten niet ontbreken. Evenwel, hoe .eer de meeningen mogen uiteen'oo; ei, hier over zullen allen'het wel eens zijn, eï eens moeten zijn, dat niet slechts de regeering met deze tariefsherziening haar woord gestand doet en hare belof te inlost, maar ook, dat zonder deze herziening aan de toegezegde e zelce- ringswetten niet kan worden ge dacht. Deze wet is dus een noodza kelijkheid. Maar ge'ukkig geen droe ve noodzakelijkheid. Want behalve, dat zij er wellicht toe zal bijdragen al maken wij ons op dit punt geen illu sies sommige takken onzer nijverheid eeuigermate te bevordeiei, zal zij als haar eerste en voornaamste doel het lot verzachten van duizenden arbeiders, door invaliditeit of ouderdom niet langer in staat, zich het noodige te verschaffen door het werk hunner handen. „Het Huisgezin" wijst voorna melijk op het verhand tusschen tarief en arbeidsverzekering want deze twee za ken zijn onafhankelijk verbonden. Wie.het tarief afstemt doet de arbei dersverzekering mislukken. En wie de arbeidsverzekering wil; moet ook het tarief willen. Voor rechts, waar men de verantwoor delijkheid te dragen heeft, cei reden te meer om bij de critiek op 't tariefont- werp groote ingetogenheid te betrach ten. De „M a a s b o d e" wil zijn oordeel voorloopig nog opschorten, doch schrijft: Een sociale wet is de Tariefwet in tweeërlei opzicht. Uit de opbrengsten van het tarief zullen worden goedge maakt de groote uitgaven, die de voor name sociale wetten zullen met zich voe ren. Maar tweedens is het doel der wet, al staat dat niet op den voorgrond, ongetwijfeld ook bescherming van in- landsche bedrijven. Al kunnen wij nog niet een eenigszins gegrond oordce' ge ven over de wet als geheel, toch mag al direct gezegd, dat d_- beginselen, waar op, het ontwerp is gebaseerd, toejuiching verdienen. Daarnaast komt de noodzakelijkheid om bij de tarief-politiek der ons om- FEUILLETON. Een offer van het biechtgeheim. Naar het Duitsch. Terwijl op deze manier onheilspellende wolken zich boven het hoofd van den priester opstapelden, reisde deze zonder kwaad vermoeden van stad tot stad; in plaats van zijn priestergewaad droeg hij zijn burgerkleeren. Was dit bekend ge weest aan de speurhonden der wet, die hem overal zochten, dan zou dit een re den te meer zijn geweest voor de op hem rustende verdenking. Ofschoon hij er vol strekt niet aan dacht op deze manier de vervolging te verijdelen, had toch de bur- gerkleeding voor direct gevolg, dat hij voor 't oogenblik bewaard bleef voor de inhechtenisneming. De last, dien hij zich opgelegd had, hield hem zoo bezig, dat hij geen blik in de nieuwsbladen wierp, en zoo kwam het, dat hij niets te weten kwam van het bevel tot inhechtenisne ming van zijn persoon. Zijne reis had ten doel het opsporen van eenen man, wiens spoor hij reeds door verscheidene steden gevolgd was, maar het was hem nog niet gelukt dezen te vinden. Zoo kwam hij ten slotte te Chi cago en daar werden zijne pogingen met goeden uitslag bekroond. Wel vond hij den gezochten koopman Roger White niet, deze was uit verdriet over het voor vele jaren door een bankroet te Baltimore verloren vermogen gestorven. Het verlies van de geldsom was echter niet zoo smartelijk geweest voor den annen White, maar wel het feit, dat hij zijn geld bij een bankier gedeponeerd had op aan raden van een vriend, die bij den bankier in betrekking was en die had moeten weten, dat het slecht met den bankier stond. Het "was opvallend geweest, dat sedert den val van het bankiershuis zijn trouwelooze vriend zoo snel vooruitge gaan was. Weinig jaren daarna toch was deze reeds in staat geweest als deelge noot in een ander bankiershuis op te treden. Zoo was Roger op de gedachte gekomen, dat zijn vriend het hem toever trouwde geld volstrekt niet bij den ban kier had gedeponeerd, maar in zijn bezit gehouden, tot deze failliet ging en schijn baar White's vermogen ook had inge palmd. Nu was White verplicht \yeder eene plaats als boekhouder op een groot kantoor aan te nemen, oni zich zoodoen de met zijn gezin er armoedig doorheen te sja^n. £iet verdr^t over het V£ito. van zijn met moeite en zorgen verkregen vermogen, en de ontrouw van zijn vriend ondermijnden zijne gezondheid; hij werd ziek en verloor zijne plaats op het kan toor. In bittere woorden schreef hij brie ven aan zijn vroegeren, thans rijken vriend en beschuldigde hem zijn geld verduisterd te hebben. Het gevolg dezer brieven was, dat Blackford deze toch was de ontrouwe vriend van White hem antwoordde: „Alleen de droevige toestand, waarin gij u bevindt, en die u thans zoo onrechtvaardig te mijnen op zichte maakt, houdt mij tegen u wegens laster aan te klagen. Opdat gij 'echter moogt inzien, dat ik medelijden met u heb, doe ik hierbij een banknoot van duizend dollars. Ook ik ben gaarne be reid, u in de toekomst, als dat noodig mocht blijken, te helpen. Verschoon mij echter van nu af van uwe grove beleedi- gingen. Ik heb niet de minste schuld aan uw ongeluk, want ik had in die dagen zelfs geen vermoeden van den slechten stand des bankiers, bij wien ik in dienst was en wien gij door mij uw geld vertrouwdet." Het bankbiljet ging naar den afzender terug: Roger White was ook nu nog in zijn pijnlijken toestand te trotsch om een aalmoes aan te nemen van den man, die# hij altijd als de verwoester v^a zijn levensgeluk had beschouwd, al kon hij het dan ook niet zwart op wit bewijzen. Lange jaren waren sedert den dood van White voorbijgegaan. Zijne weduwe en twee dochters bewoonden twee klei ne kaniers in een der reusachtige ge bouwen in Chicago, welke van tien tot vijftien verdiepingen tellen en honder den menschen herbergen. Den vreemde ling overkomt een lichte huivering, als hij in den lift gaat zitten, die de men schen in de bovenste verdieping van dc. e kamers voert. De eerwaarde hce Luriz kende deze vrees niet, daar hij iee>ds meermalen in dergelijke huizen tot in den nok gcitcgen was, om de plichten van zijn priesterambt te vervullen. Nu echter ging hij met een gevoel van ge spannen, blijde verwachting in dei lift zittenhij dacht nu toch eindelijk dege nen gevonden ,te hebben, wi^is e blijf hij dagenlang tevergeefs had opge spoord. Nu staat hij voor dc deur, hem door den portier aangeduid. Hij leest het naambordje, waarop staat„Gezusters White, linn jnnaaisters." „God zij dankfluistert hij, „naar alle gedachten ben ik thans aan het goe de adres." Hij druk op den knop der electri- sqhe schel en aanstonds w;erd de jJeux geopend. Een bleek meisje, dat »'e dertig al achter den rug had, blikt hem verwon derd aan en vraagt bedeesd naar zijn! believen. „Gaarne zou ik willen weten, of ik) eene dochter van den overledeien koop man White voor mij zie." „Ja, ik ben Ellen White, en Roger White was mijn vader," zeidc het meis je. „Veroorloof mij dan, dat ik binnen treed eene gewichtige aange egenheid toch leidt mij tot u." Ellen trad achteruit en noodigde den vreemde met eene l e.veging der hand binnen te treden. „Wilt u zoo goed zijn in ij: tot uwü moeder te brengen, mejuffrouw?." ver zocht de geestelijke, „want haar vooral betreft mijne zending." „Moeder is lijdend, mijnheer," ant woordde zij, „en daarom houden wij al wat haar maar eenigszins kan schokken verre van haar." „In trouwe, wat ik mede te deeleni heb, zal haar wel eenigszins schokken", sprak de priester, „maar ik twijfel niet of het zal haar groote vreugde verschaffen* die ik haar en u bereid heb/' (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5