Uit de Pers. De andere weg. Tweede Blad, behoorende bij .De Leidsche Courant van Dinsdag 28 Maart. Een Cassandra-Profetie. Oud-Minister Van Houten heeft weder een Staatkundigc(n) Brief geschreven en richt zijn aanval tegen de „Christelijk- Jacobijnsche terreur van Talma-Rcgout onder de auspices van Kuyper", zegt „De Tijd". De voorstanders van het „staatsalver- mogen" dreigen in ons vrije land alle vrijheid te vermoorden door zedelijk heids-, tarief- en allerlei sociale wetten. Tegen dit schrikbewind dient in 1913 de strijd te gaan van alle vrijzinnigen; met het algemeen-kiesrecht-parool als vcrzainel-leuze" komt men er niet. Mijn shibboleth, zegt de heer Van Houten Mijn shibboleth is geheel anders dan dat van Drucker c.s. en Borgesius c. s. Zij willen gaan strijden voor algemeen kiesrecht. Of zij, met de sociaal-democra ten, tegenwoordig daarmede bedoelen: algemeen onvoorwaardelijk kiesrecht voor alle mannen en vrouwen boven 21 jaar, blijft nog altijd in nevelen. 'tOaal trou wens dan ook alleen om de stemmen der sociaal-democraten te krijgen, die zelf moeten weten met hoe weinig zij te vreden willen zijn. Ik wensch ook daar om ditmaal niet over de verdiensten en gebreken van dit program te spreken, maar slechts over de geschiedenis en de gebleken gevolgen er van. Een kort résumé dezelr antecedenten levert haast met mathematische zekerheid het bewijs, dat als Drucker—Borgesius weder in hun taktiek slagen, niet alleen de tegenwoordige partijverdeeling blijft bestaan, doch tevens het overwicht aan de clcricalen verzekerd, omdat bij een verkiezing onder hun leus, de zooge naamd Christelijk-historische groep alle vlottende elementen tot zich trekt, zonder nochtans van Kuyperianen en Roomschen onafhankelijk te worden. De liberalen gaan eene herhaling be leven van hetgeen in 1907 gebeurde! Wat toen geschiedde, schetst de heer Van Houten met de volgende woorden Verkiezingen van 1909. De leiders der vrij-liberalen verlaten hun vroegere ge dragslijn en leggen zich neer bij de formule van -algemeen kiesrecht voor de Tweede Kamer, mits op een anderen grondslag een Eerste Kamer met gelijke bevoegdheden' daarnevens wórdé gesteld. Dit program eenerzijds en de betrekke lijke gematigdheid van Heemskerk an derzijds, drijven de vlottende aanhangers der vrij-liberaie groep naar de Christelijk- historischen, en een groote overwinning van rechts is het gevolg. Wij zijn benieuwd, welk geluid de unie-liberale en vrijzinnig-democratische organen daarop zullen geven. Verdachtmaking der Rechtsche Pers. In verband met hetgeen wij gisteren in ons persoverzicht opnamen over de bestrijding der zedeloosheid, laten wij onderstaand volgen, wat de (oud-lib.) „Nieuwe Courant" onder het op schrift: zedelijke verheffing, schreef.: „Tijdens de behandeling der Zedelijk- heidswet is er nog eens op gewezen, dat elk. woord, van liberale zijde tegen deze ontwerpen of eenige der artikelen ge sproken, in de kleine rechtsche pers voor electoraal gebruik zou worden bewerkt. Helaas, doet ook de grootere mee. „Tijd" en „Residentiebode" in bijna gelijkluidende bewoordingen. Dat het stemmen van de groote meerderheid der liberalen tegen het ontwerp wordt ver klaard „uit het verschillend oordeel van Rechts naar Links over den aard en de waarde van de christelijke moraal zelf" is nog tot daaraan toe. Maar wat er niet mee door kan, is de uitspraak van „De Tijd": „De uitkomst heeft intusschcn een keer tc meer bewezen, dat alleen van een christelijke Regeering verheffing van ons volk te wachten is." Of in de lezing van „De Resb.": „Het land weet nu voor goed, wat FEUILLETON. door ERNST ZAHN. 18) Baas Gottfried had wel doof en 'blind moeleji zijn, indien hij niet uit haar woorden had opgemaakt hoe zij nog met duizend draden vastgegroeid was aan het verleden aan de droombeelden ha- rer jeugd. De plaats tegenover waar Adli zat zag uit op de ouden hoornen van het Lindenhof,*, een voormalig stadspark en daarboven hingen op dit oog en blik'groo te witte wolken. Wellicht waren deze het die hun licht deden vallen oi. de ruiten en die de schuld waren dat Auii's gelaat thans zoo bleek toonde te zijn. !n dit licht zat echter eene Adli baas Grob zag het wel die in den 'loop der jaren weinig veranderd was. In haar eenvoudig zwart Zondagscli ja ponnetje met de donkere vlechten, vol gens landsgebruik om het hoofd gesla gen, het bruine gezicht door geen 'kunst middelen verfijnd >v_as zij een stuk ouden het te denKen heeft van de telkens en telkens herhaalde verzekering, dat de zedelijkheid bij links in even goede handen is als bij rechtsch." Deze niet geringe zelfverheffing en kleineering van ander zedelijkheid ge schiedt naar aanleiding van de vraag, hoe ver men met de strafwet de onze delijkheid moet trachten te keeren. Als „zedelijke verheffing van ons volk" daarvan afhankelijk is, het ware er treu rig mee gesteld. Dit is zeker, dat zij door redacties, die zich niet schamen voor dergelijke politieke uitbuiting van hooge belangen, niet wordt bevorderd". Deze aanval is niet onbeantwoord ge laten De „T ij d" antwoordt daarop, dat door het handhaven van de publieke eer baarheid, het weren van openbare er gernissen en het beschermen der jeugd tegen verleiding zeer ernstig wordt be vorderd „de zedelijke verheffing van ons volk", ook indien daarbij de strafwet wordt te baat genomen. Dat de Lin kerzijde der Tweede Kamer bij de be handeling der „Zedelijkheidswet" met hare verhouding verlegen heeft gezeten is uit de beraadslagingen genoeg ge bleken. Niet wij waren het, doch het was de liberale overzichtschrijver van het-„HM." welke openlijk den liberalen leden pharisaeïsme en gehuicheld braaf- heidsbetoon verweet. Niet w ij zullen thans ook denzelfden leden voor de voe ten werpen, dat zij ten slotte .tegen gestemd hebben, om niet in 1913 het verwijt te hooren van de kiezers, dat z:j, liberalen, toen zij de meerderheid be zaten, steeds verzuimd hebben, door wet telijke maatregelen iets voor de zede lijkheid te doen, terwijl zij thans door hun stem aan de voorstellen eener chris telijke regeering te geven, toch de nood zakelijkheid van zoodanige maatregelen erkend hadden. Doch terzelfder tijd ook ontzeggen wij aan de liberale pers het recht, den steun, welken wij verleenden aan het aangenomen wetsontwerp, toe te schrijven aan „electorale" bedoelin gen en verklaren wij den laatsten geci- teerden volzin van „De Nieuwe Cou rant", waarin gesproken wordt van „po litieke uitbuiting van hooge belangen" ylakaf lasterlijk. 'Dat bij de eindstemming over een wet, a's de pas door de Tweede Kamer aangenomen „Zedelijkheidswet" en na al hetgeen bij de behandeling dier wet is bekend geworden, de geheele rech terzijde vóór, de gehee'e linkerzijde op enkele uitzonderingen na, tegen stemde, is zeker voor-den geestestoe stand der onderscheiden partijen een teekenend, een karakteristiek feit. Dat dit feit niet wordt voorbijgezien en dat het stellig ook bij de eerstvolgende al4- -gemeene verkiezingen ter sprake zal ko nten, ligt voor de hand, spreekt, dunkt ons, van zelf. Zij, die zich voor derge lijke bespreking zóó betucht betoonen, geven daardoor zeker geen blijk van een gerust geweten. De rechterzijde ech ter heeft zich van die beduchtheid niets aan te trekken voor haar bestaat geen enkele reden, om zich daardoor het zwij gen te laten opleggen. Ook ten aanzien van het behandelde wetsontwerp trok de antithese een scher pe lijn tusschen Rechts pn Links, eai was het (de enkele uitzonderingen daar gelaten) de antithese, welke de stemmen vóór en tegen bepaalde. Ziedaar het stellige feit, hetwelk al het water van de zee niet kan uitwisschen. De „T ij d" meent, dat een der hoofdL oorzaken van het tegenstemmen der lin kerzijde zijir geweest: men gevoelde, als voorstander van zedelijkheid, zeke re sympathieën voor de wet, maar half bewuste atavistische invloeden deden hun werking gevoeien. Doch bij nader inzicht werd het duidelijk, dat men, door zijn stem aan het ontwerp te geven, inderdaad steun zou verleenen aan positief christelijke, misschien wel middeleeuwsche, door een leerstellig ge zag eens en voor altijd geijkte opvattin gen omtrent zedelijk goed en kwaad. De Minister zelf had van zijn christelijk standpunt geen geheim gemaakt... Eu deze laatste overwegingen behielden de overhand boven de eerst aangeduide va ge sympathieën. tijd een stuk van het oude stadskwartier waarin zij samen altijd gewoond had den. En baas Gottfried gevoelde dat er iets bestond wat hen beiden, hem, don .ouden man en haar, het jonge meisje, aan" elkander verbond alsof zij vader en kind waren. Een oogenblik kwam de ge dachte bij hem op Adli aan te biedeai bij hem te komen wonen maar het scheen hem nog te zelfzuchtig toe en hij hield zijn woorden in. Zij kwamen nu op zijn wedervaren en hij zag geen reden om voor Adli geheim te houden dat zijn schoonzuster hem wilde verlaten en dat hij een meid zocht. „Wie weet of zij voor igoed weggaat", voegde hij er op kalm en, berustenden toon, aan toe, „misschien is zij later blijde als zij terug kan komen/7 Adli werd 'bij deze woorden eensklaps stil. Na verToop van een poos sloeg zij de oogen weder op en ontmoetten haar blikken die- van baas Grob. Deze las daaruit een verlangen dat hem plotse ling met blijdschap vervulde. „Als u mij gebruiken kunt.../7 begon het meisje. Baas Grob viel haar in de reden om 'bezwaren te opperen, zooals hij het zijn plicht achtte, maar Adli beweerde dat zij altijd meer. van een huiselijk ler STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting vaji Vrijdag 24 Maart. (V<ervi.) Bij het verder debat over de Arbeids wet kwam in behandeling een door den heer Troelstra verdedigd amendement- Schaper c.s. bedoelende de volle verant woordelijkheid voor de naleving der wet te blijven leggen op het hoofd of den be stuurder der onderneming. Na een hoofd zakelijk juridisch debat tusschen de hee- ren van Hamel, Sasse van IJsselt, Troel stra en dén Minister wordt het amende ment verworpen met 40 tegen 25 stem men. Verder komen in behandeling amende menten der soc.-dem. fractie op de straf bepalingen met de volgende strekking: lo. om na 2 malen herhaalde overtre ding van de arbeidswet binnen 4 jaren principale hechtenis op te leggen; 2o. om te schrappen de bepaling dat niet strafbaar is degene, die arbeid moet verrichten of die niet zorgt dat geen ar beid wordt verricht door een niet-leer- plichtig kind van 12 jaar, indien hij aan toont dat geen voor het kind geschikte gelegenheid tot het ontvangen van onder wijs vóór 7s middags 5 uur bestaat. Het eerste amendement werd na debat ingetrokken. Het sub 2 bedoelde amendement werd verworpen met 45 tegen 20 stemmen. De Minister bracht nog een wij ziging in het ontwerp, waardoor militaire werkplaatsen onder het bereik der wet komen. Tengevolge hiervan werd een desbe treffend amendement-Schaper dat zulks bedoelde, ingetrokken als overbodig ge worden. Op voorstel van den heer De Visser bracht de Minister nog een wijziging in het ontwerp aan, waardoor deze wet niet toepasselijk wordt verklaard o.a. ook op Rijksopvoedingsgestichten en op gestich ten, waarin kinderen worden opg namen, die ter beschikking van de regeering zijn gesteld. Ten slotte werd, na eenig debat, de eindstemming over het ontwerp be paald op Woensdagmiddag 5 April ten 3T/2 ure. Na aanneming zonder debat of stem ming van enkele kleine ontwerpen werd de vergadering tot nadere bijeenroeping gescheiden. Jachtwet. Blijkens het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot aanvulling en wij ziging van de artt. 16, IS en 26 der Jacht wet, konden sommige leden er zich geenszins mede vereenigen, dat tharts, nu het verslag van de Staatscommissie voor de herziening der Jachtwet is ver schenen, de regeering deze gedeeltelijke wijziging- -in de w£t' -voorstelt Zij.vrees den, dat de algeheele herziening dei- Jachtwet daarvan vertraging zoude on dervinden. hetgeen zij ten zeerste zouden betreuren. Het thans gedane voorstel oordeelen zij een uitvloeisel van den wensch, de heeren jagers te gerieven. In de kringen van den landbouw wordt een wetsontwerp als dit niet ver langd. Wel zou men daar althans gaar- ne^zien, dat de heerlijke jachtrechten werden afgeschaft. Ook zou de landbou wersbevolking gaarne hebben gezien, dat een wijziging ware voorgesteld van art. 36, hetwelk den met de zaken van jacht en visscherij belasten Minister de be voegdheid geeft op verzoek der eige nares van of rechthebbenden op gron den en wateren en in hun belang, on bezoldigde beambten van rijkspolitie aan te stellen. Een wijziging van art. 36 in dien zin dat er voor worde gezorgd, dat jacht opzieners steeds onafhankelijk zijn van de heeren te wier behoeve zij worden aan gesteld, zou door de landbouwende be volking met ingenomenheid worden be groet. Voorts meenden de hier aan het woord zijnde leden, dat de landbouwers veel meer dan deze wijziging der Jacht wet een herziening der wet tot be scherming der nuttige diersoorten wen sch el ijk achten, strekkende tot het te gengaan van de uitroeiing van nuttige vogels. Eenige leden, hoewel geenszins met ven gehouden had dan van een be roep. Zij bespraken het plan nu verder en baas Grob kwam daarbij tot de over tuiging dat het meisje een „tehuis" miste en met bijna angstige spanning, zijn beslissing verbeidde. Zij beseften het zelf bijna niet, maar het feit dat zij in het leven eenzelfde persoon hadden' liefgehad en verloren deed hen pn'b'e- wust verlangen hij elkander de leegte aan te vullen, die in beider "hart ontstaan! was. Zij werden liet dus samen eens dat Adli haar betrekking zou opzeggen en toen een maand daarna juffrouw Grand- jean voor het eerst achter de toonbank in het „Amerikaansch Warenhuis77 stond had Adli het bestuur over de huishouw ding van baas Grob aanvaard. Voor beiden begon nu een stil en! rustig leven. Zij waren zóó tevreden^ hadden zoo weinig behoeften dat zij télkens tegen elkander zeiden dat ciie- mand het zoo goed had als zijl Baas Gottfried werkte, evenals vroeger, had schik in zijn tuintje, in zijn, nu gezelli ge, huiskamer en in hun wandelingen' Zondags bij goed weder de bergen irfc Maar toch was beider grootste belang stelling op de zak&n van Hugo gericht;. deze beschouwingen medegaande, oor deelden nochtans ook hunnerzijds het be lang hetwelk deze wijzigingswet beoogt te dienen, te gering, dan dat met deze voorstellen niet had kunnen zijn ge wacht tot de indiening van liet ontwerp- J acht wet. Men sprak twijfel uit, of een Jacht wet, in den geest van liet ontwerp der Staatscommissie, aan de landbouwende bevolking wel reden tot voldoeping zou geven. Door enkele leden werd de wensch geuit, dat bij deze gelegenheid ook art. 7 tweede lid, der Jachtwet zou worden herzien. Men drong aan op meer centralisatie bij de uitreiking van buitengewone mach tigingen. Tegen dit laatste denkbeeld werd echter van andere zijde opgemerkt dat juist de inmenging van het Depar tement als de oorzaak van de veelvul dige en willekeurige toepassing van art. 26, tweede lid, moet worden beschouwd. Andere leden meenden integendeel te weten, dat in het algemeen te weinig machtigingen worden verleend. Gouda—Schoonhoven. Blijkens het voorloopig verslag over het wetsontwerp tot bekrachtiging van eene overeenkomst met de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, be treffende. de exploitatie van den spoor weg van Gouda naar Schoonhoven, werd er op gewezen, dat de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen geener lei uitkeering van huur aan den Staat in het vooruitzicht stelt en zelfs niet be reid is liet risico van de exploitatie ge durende de eerste tien jaren voor hare rekening te nemen. De bedongen vergoeding werd veel te hoog geacht; o.a. in vergelijking met de vergoeding voor den Noord Ooster- locaalspoorweg. Een ander nadeel werd geacht dat de beveiligingsinrichtingen der electrische geleidingen voor rekening van den Staat worden gemaakt en aan geschaft. De regeling, waarbij de Staat, indien hij binnen de eerste twintig jaren tot naasting overgaat, geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening zal moeten nemen het verlies van de lijn Gouda-Schoonho- ven, gedurende de eerste tien jaren, be vat, zoo werd opgemerkt eene in beginsel niet onbedenkelijke afwijking van het stelsel der spoorwegovereen komst van 1890, volgens welk stelsel de naasting te allen tijde mogelijk moet zijn. Eenige leden achtten liet niet voor- deelig dc uitvoering der werken tot vol tooiing van den spoorweg aan de toe komstige exploitante op te dragen. Indisch muntwezen. Blijkens het voorloopig verslag over liet wetsontwerp tot nadere regeling van het Neder!.-Indische muntwezen ver klaarden enkele leden niet tc begrijpen dat, waar de nikkelen stuiver in Ne derland impopulair is en wel zal blijven thans voorgesteld wordt deze pasmunt in Ned.-Indic in te voeren. Andere leden deelden deze meening niet. Gaarne zou men vernemen, of het in de bedoeling ligt de winst, die ge maakt wordt bij aanmunting van zilve ren muntstukken voor Ned.-ïndië, ten bate van deze kolonie te brengen. Ook vroeg men, of, bij ontmunting van Nedcrlandsche munten in Ned.-In- dië, de nominale of de werkelijke zilver- waarde aan de Indische schatkist wordt in rekening gebracht. Gevraagd werd of niet mogelijk zou zijn in plaats van 7s Rijks wapen de beeltenis van de Koningin op de pas munt aan te brengen, waardoor die beel tenis, meer dan alleen door middel van standpenningen, in handen zal komen van de inlandsche bevolking. De opening in de nikkelen pasmunt werd afgekeurd en, evenals voor Ne derland, aangedrongen op vervaardiging van vierkante munten met afgeronde hoe ken. Bestrijding van plantenziekten. Blijkens het voorloopig verslag werd door verschillende leden met de indie ning van dit wetsontwerp hunne in- Men begon in de stad met hoe lan ger hoe meer lof over den bazaar te spreken. Twee jaren na dc openinjgt daarvan kocht Hugo er nog twee hui zen bij 0111 de zaak uit te breiden, en het getal zijner afnemers nam niet den dag toe. Af en toe kwam hij nog wel eens bij zijm vader. Hij was nog altijd de zelfde grootspreker gebleven en be weerde maar steeds dat al wat ouder- vvetsch was niet deugde; daardoor bleef de verhouding tusschen hen heiden nog altijd eenigszins gespannen. Eens of tweemaal ontmoette Hugo ook Adli. De eerste keer deed hij alsof hij haar geheel vergeten was, en pas, toen hij zag hoe lief zij: voor zijn vader was en hoe gelukkig deze zich gevoel de haar bij zich te hebben vo.elde hij; zich verplicht op eenigszins schertsen den toon met haar over vroegere jaren tc spreken. Adli veranderde dan telkens van kleur; somtijds gevoelde zij zich toornig gestemd, dan weder was zij droef te moede, doch in haar dagelijk- sche bezigheden vond zij toch altijd we der haar kalmte terug. Een tijdlang leefden zij zoo vooiit' zonder dat eenige gebeurtenis afwis seling in hun leven bracht. Het haar van baas Gottfried \yas nu bijna smcrw.it en stemming betuigd, wijl zij van de wer king der ontworpen voorschriften groot voordeel verwachtten voor de belangen van den land-, tuin- en boschbouw. In verband met verschillende bepalin gen zou men gaarne vernemen of om trent het wetsontwerp het Departement van Justitie is gehoord. Ook met het oog op de later volgende bepalingen be treffende inbeslagneming, verbeurdverkla ring en vernietiging van voorwerpen was zulks van belang. Geldleening. Ter voldoening aan art. 6 der ,wet van 18 Maart 1905 heeft de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer doen toekomen de door de Algemeeno Rekenkamer opgenomen en gesloten sup- pletoire rekeningen van ontvangsten en uitgaven betreffende de geldlecning tea laste van den staat, bedoeld bij voren genoemde wet. Kerknieuws. Z. D. H. de Bisschop van 's Bosdtf heeft aan den WelEerw. Heer W. van Lieshout eervol ontslag1 verleend als pastoor te Steenselen heeft benoemd tot pastoor te Steensel den Weleerwtf heer M. J. Bosettot kapelaan te Groen boek den Weleerw. heer P. J. van der. Made en tot kapelaan te Boekei dead Eerw. Heer J. L. M. Mnndos, priester van het Seminarie. Het Eucharistisch Congres. Dit wordt zooals bekend is dit jaar te Madrid gehouden. Het voorloppi(g| program luidt: Zaterdag 24 Juni. Zes uur 7s avonds officieele ontvangst te Madrid van den kardinaal-legaat. Om acht uur receptie van verschillende autoriteiten, officieele corporaties enz. Zondag 25 Juni. Pontificale Mis om tien uur. Om half zes 7s middags plech tige opening van het congres. Maandag 26 en Dinsdag 27. Ochtend vergaderingen voor priesters, directeu ren van Katholieke instellingen, enz. Om half acht, bezoek aan het H. Sacrament Woensdag 28. Des morgens sectie vergaderingen. Des middags sluitings plechtigheid. Donderdag 29. Des morgens Pontifi cale Mis. Om half zes openbare pro cessie met het H. Sacrament. De junta tot voorbereiding van hel congres zetelt: Barco, 20, te Madrid. Sport. Schaken Dinsdag 28 Maart heeft de returnmatch plaats tusschen het Leidsch Schaakge nootschap en de D.S. des avonds te 8 uur te Delft. Naar wij vernemen, is de Leidsche Voetbalbond bij schrijven van 20 dezer toegetreden tot de Federatie van plaatse lijke en gewestelijke voetoalbonden. Land- en Tuinbouw. Bloembollen. Te Biervliet (Z.) is dit jaar dc eerste proef genomen met het teelen van bloem bollen. De bollen staan zoo mooi, dat nu reeds besloten is de proef op grootere schaal te herhalen. Mond- en Klauwzeer. Met het oog op het voorkomen van mond- en klauwzeer in 011s land heeft de Spaansche regeering bepaald, dat het uit Nederland in Spanje ingevoerde vee aaa de grenzen aan een quarantaine van 10 dagen wordt onderworpen. Rechtszaken. Kantongerecht te Leiden. De kantonrechter veroordeelde gister: Wegens dronkenschap Joh. v. S. tot f2 of 1 d., C. v. d. B. Fzn. tot f2 of 2 d., F. B., tot f2 of 2d., C. D. Wzn, tot 2 maal f2 of 2 maal 2d., W. H. H. tot f2 of 2 d., allen te Noordwijkcr- Jiout, L. F. M. B., to 7s-Gravenhagc; tot f 1 of 1 d., E. G., te Amsterdam, tot f 1 of 1 d., C. v. D., te Katwijk aan Zee tot f2 of 2 d., W. d. Q. to Ocgstgeest, tot f3 of 2 d., .C H., tot fl zijn rug begon zich tc krommen terwijl Adli gezetter werd en er thans uit haar donkere oogen kracht en zelfvertrouwen sprak benevens de invloed van iemand die weet wat zij waard is. Toen Hugo's onderneming zich nu steeds meer uitbreidde en hij ieders ach ting en vertrouwen ging genieten, be speurden beiden voor het eerst dat zij feitelijk gewenscht en gehoopt hadden dat het anders zou afloopen. Het was geen haat of afgunst die hen bezielde, veeleer het verlangen dat de man, aan wier beider hart zoozeer hing bij hen zou terugkeeren en, door nood gedron gen, een toevlucht in hun huis zou zoe ken. Baas Gottfried had bovendien nog nooit ondervonden dat hij zich iu ziju overtuiging van iemands karakter ver gist had cn toen hij nu zag dat zijn zoon, wicn hij zoo Vast en zeker een totalen ondergang voorspeld had, onder Gods onmisbaren zegen, zich tot een welge steld man ontwikkelde, schaamde hij zich evenzeer als hij zich vroeger over dien zoon zelf geschaamd had. Hij schud de meermalen het hoofd over den zon derlingen loop der dingen en vond zich zelf klein en dom omdat hij die nicf- begreep. ve/vulgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5