Uit de Pers.
De andere weg.
Tweede Blad, behoorende
bij .De Leidsche Courant
van Dinsdag 28 Maart.
Een Cassandra-Profetie.
Oud-Minister Van Houten heeft weder
een Staatkundigc(n) Brief geschreven en
richt zijn aanval tegen de „Christelijk-
Jacobijnsche terreur van Talma-Rcgout
onder de auspices van Kuyper", zegt
„De Tijd".
De voorstanders van het „staatsalver-
mogen" dreigen in ons vrije land alle
vrijheid te vermoorden door zedelijk
heids-, tarief- en allerlei sociale wetten.
Tegen dit schrikbewind dient in 1913
de strijd te gaan van alle vrijzinnigen;
met het algemeen-kiesrecht-parool als
vcrzainel-leuze" komt men er niet. Mijn
shibboleth, zegt de heer Van Houten
Mijn shibboleth is geheel anders dan
dat van Drucker c.s. en Borgesius c. s.
Zij willen gaan strijden voor algemeen
kiesrecht. Of zij, met de sociaal-democra
ten, tegenwoordig daarmede bedoelen:
algemeen onvoorwaardelijk kiesrecht voor
alle mannen en vrouwen boven 21 jaar,
blijft nog altijd in nevelen. 'tOaal trou
wens dan ook alleen om de stemmen
der sociaal-democraten te krijgen, die zelf
moeten weten met hoe weinig zij te
vreden willen zijn. Ik wensch ook daar
om ditmaal niet over de verdiensten en
gebreken van dit program te spreken,
maar slechts over de geschiedenis en
de gebleken gevolgen er van.
Een kort résumé dezelr antecedenten
levert haast met mathematische zekerheid
het bewijs, dat als Drucker—Borgesius
weder in hun taktiek slagen, niet alleen
de tegenwoordige partijverdeeling blijft
bestaan, doch tevens het overwicht aan
de clcricalen verzekerd, omdat bij een
verkiezing onder hun leus, de zooge
naamd Christelijk-historische groep alle
vlottende elementen tot zich trekt, zonder
nochtans van Kuyperianen en Roomschen
onafhankelijk te worden.
De liberalen gaan eene herhaling be
leven van hetgeen in 1907 gebeurde!
Wat toen geschiedde, schetst de heer
Van Houten met de volgende woorden
Verkiezingen van 1909. De leiders der
vrij-liberalen verlaten hun vroegere ge
dragslijn en leggen zich neer bij de
formule van -algemeen kiesrecht voor de
Tweede Kamer, mits op een anderen
grondslag een Eerste Kamer met gelijke
bevoegdheden' daarnevens wórdé gesteld.
Dit program eenerzijds en de betrekke
lijke gematigdheid van Heemskerk an
derzijds, drijven de vlottende aanhangers
der vrij-liberaie groep naar de Christelijk-
historischen, en een groote overwinning
van rechts is het gevolg.
Wij zijn benieuwd, welk geluid de
unie-liberale en vrijzinnig-democratische
organen daarop zullen geven.
Verdachtmaking der Rechtsche Pers.
In verband met hetgeen wij gisteren
in ons persoverzicht opnamen over de
bestrijding der zedeloosheid, laten wij
onderstaand volgen, wat de (oud-lib.)
„Nieuwe Courant" onder het op
schrift: zedelijke verheffing, schreef.:
„Tijdens de behandeling der Zedelijk-
heidswet is er nog eens op gewezen, dat
elk. woord, van liberale zijde tegen deze
ontwerpen of eenige der artikelen ge
sproken, in de kleine rechtsche pers voor
electoraal gebruik zou worden bewerkt.
Helaas, doet ook de grootere mee.
„Tijd" en „Residentiebode" in bijna
gelijkluidende bewoordingen. Dat het
stemmen van de groote meerderheid der
liberalen tegen het ontwerp wordt ver
klaard „uit het verschillend oordeel van
Rechts naar Links over den aard en de
waarde van de christelijke moraal zelf"
is nog tot daaraan toe. Maar wat er
niet mee door kan, is de uitspraak van
„De Tijd":
„De uitkomst heeft intusschcn een
keer tc meer bewezen, dat alleen van
een christelijke Regeering verheffing
van ons volk te wachten is."
Of in de lezing van „De Resb.":
„Het land weet nu voor goed, wat
FEUILLETON.
door ERNST ZAHN.
18)
Baas Gottfried had wel doof en 'blind
moeleji zijn, indien hij niet uit haar
woorden had opgemaakt hoe zij nog met
duizend draden vastgegroeid was aan
het verleden aan de droombeelden ha-
rer jeugd.
De plaats tegenover waar Adli zat
zag uit op de ouden hoornen van het
Lindenhof,*, een voormalig stadspark en
daarboven hingen op dit oog en blik'groo
te witte wolken. Wellicht waren deze
het die hun licht deden vallen oi. de
ruiten en die de schuld waren dat Auii's
gelaat thans zoo bleek toonde te zijn.
!n dit licht zat echter eene Adli
baas Grob zag het wel die in den
'loop der jaren weinig veranderd was.
In haar eenvoudig zwart Zondagscli ja
ponnetje met de donkere vlechten, vol
gens landsgebruik om het hoofd gesla
gen, het bruine gezicht door geen 'kunst
middelen verfijnd >v_as zij een stuk ouden
het te denKen heeft van de telkens en
telkens herhaalde verzekering, dat de
zedelijkheid bij links in even goede
handen is als bij rechtsch."
Deze niet geringe zelfverheffing en
kleineering van ander zedelijkheid ge
schiedt naar aanleiding van de vraag,
hoe ver men met de strafwet de onze
delijkheid moet trachten te keeren. Als
„zedelijke verheffing van ons volk"
daarvan afhankelijk is, het ware er treu
rig mee gesteld. Dit is zeker, dat zij
door redacties, die zich niet schamen
voor dergelijke politieke uitbuiting van
hooge belangen, niet wordt bevorderd".
Deze aanval is niet onbeantwoord ge
laten
De „T ij d" antwoordt daarop, dat
door het handhaven van de publieke eer
baarheid, het weren van openbare er
gernissen en het beschermen der jeugd
tegen verleiding zeer ernstig wordt be
vorderd „de zedelijke verheffing van
ons volk", ook indien daarbij de strafwet
wordt te baat genomen. Dat de Lin
kerzijde der Tweede Kamer bij de be
handeling der „Zedelijkheidswet" met
hare verhouding verlegen heeft gezeten
is uit de beraadslagingen genoeg ge
bleken. Niet wij waren het, doch het
was de liberale overzichtschrijver van
het-„HM." welke openlijk den liberalen
leden pharisaeïsme en gehuicheld braaf-
heidsbetoon verweet. Niet w ij zullen
thans ook denzelfden leden voor de voe
ten werpen, dat zij ten slotte .tegen
gestemd hebben, om niet in 1913 het
verwijt te hooren van de kiezers, dat z:j,
liberalen, toen zij de meerderheid be
zaten, steeds verzuimd hebben, door wet
telijke maatregelen iets voor de zede
lijkheid te doen, terwijl zij thans door
hun stem aan de voorstellen eener chris
telijke regeering te geven, toch de nood
zakelijkheid van zoodanige maatregelen
erkend hadden. Doch terzelfder tijd ook
ontzeggen wij aan de liberale pers het
recht, den steun, welken wij verleenden
aan het aangenomen wetsontwerp, toe
te schrijven aan „electorale" bedoelin
gen en verklaren wij den laatsten geci-
teerden volzin van „De Nieuwe Cou
rant", waarin gesproken wordt van „po
litieke uitbuiting van hooge belangen"
ylakaf lasterlijk.
'Dat bij de eindstemming over een
wet, a's de pas door de Tweede Kamer
aangenomen „Zedelijkheidswet" en na
al hetgeen bij de behandeling dier wet
is bekend geworden, de geheele rech
terzijde vóór, de gehee'e linkerzijde
op enkele uitzonderingen na, tegen
stemde, is zeker voor-den geestestoe
stand der onderscheiden partijen een
teekenend, een karakteristiek feit. Dat
dit feit niet wordt voorbijgezien en dat
het stellig ook bij de eerstvolgende al4-
-gemeene verkiezingen ter sprake zal ko
nten, ligt voor de hand, spreekt, dunkt
ons, van zelf. Zij, die zich voor derge
lijke bespreking zóó betucht betoonen,
geven daardoor zeker geen blijk van een
gerust geweten. De rechterzijde ech
ter heeft zich van die beduchtheid niets
aan te trekken voor haar bestaat geen
enkele reden, om zich daardoor het zwij
gen te laten opleggen.
Ook ten aanzien van het behandelde
wetsontwerp trok de antithese een scher
pe lijn tusschen Rechts pn Links, eai
was het (de enkele uitzonderingen daar
gelaten) de antithese, welke de stemmen
vóór en tegen bepaalde. Ziedaar het
stellige feit, hetwelk al het water van
de zee niet kan uitwisschen.
De „T ij d" meent, dat een der hoofdL
oorzaken van het tegenstemmen der lin
kerzijde zijir geweest: men gevoelde,
als voorstander van zedelijkheid, zeke
re sympathieën voor de wet, maar
half bewuste atavistische invloeden
deden hun werking gevoeien. Doch bij
nader inzicht werd het duidelijk, dat
men, door zijn stem aan het ontwerp te
geven, inderdaad steun zou verleenen
aan positief christelijke, misschien wel
middeleeuwsche, door een leerstellig ge
zag eens en voor altijd geijkte opvattin
gen omtrent zedelijk goed en kwaad.
De Minister zelf had van zijn christelijk
standpunt geen geheim gemaakt... Eu
deze laatste overwegingen behielden de
overhand boven de eerst aangeduide va
ge sympathieën.
tijd een stuk van het oude stadskwartier
waarin zij samen altijd gewoond had
den. En baas Gottfried gevoelde dat er
iets bestond wat hen beiden, hem, don
.ouden man en haar, het jonge meisje,
aan" elkander verbond alsof zij vader en
kind waren. Een oogenblik kwam de ge
dachte bij hem op Adli aan te biedeai
bij hem te komen wonen maar het scheen
hem nog te zelfzuchtig toe en hij hield
zijn woorden in.
Zij kwamen nu op zijn wedervaren en
hij zag geen reden om voor Adli geheim
te houden dat zijn schoonzuster hem
wilde verlaten en dat hij een meid zocht.
„Wie weet of zij voor igoed weggaat",
voegde hij er op kalm en, berustenden
toon, aan toe, „misschien is zij later
blijde als zij terug kan komen/7
Adli werd 'bij deze woorden eensklaps
stil. Na verToop van een poos sloeg zij
de oogen weder op en ontmoetten haar
blikken die- van baas Grob. Deze las
daaruit een verlangen dat hem plotse
ling met blijdschap vervulde.
„Als u mij gebruiken kunt.../7 begon
het meisje.
Baas Grob viel haar in de reden om
'bezwaren te opperen, zooals hij het
zijn plicht achtte, maar Adli beweerde
dat zij altijd meer. van een huiselijk ler
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting vaji Vrijdag 24 Maart. (V<ervi.)
Bij het verder debat over de Arbeids
wet kwam in behandeling een door den
heer Troelstra verdedigd amendement-
Schaper c.s. bedoelende de volle verant
woordelijkheid voor de naleving der wet
te blijven leggen op het hoofd of den be
stuurder der onderneming. Na een hoofd
zakelijk juridisch debat tusschen de hee-
ren van Hamel, Sasse van IJsselt, Troel
stra en dén Minister wordt het amende
ment verworpen met 40 tegen 25 stem
men.
Verder komen in behandeling amende
menten der soc.-dem. fractie op de straf
bepalingen met de volgende strekking:
lo. om na 2 malen herhaalde overtre
ding van de arbeidswet binnen 4 jaren
principale hechtenis op te leggen;
2o. om te schrappen de bepaling dat
niet strafbaar is degene, die arbeid moet
verrichten of die niet zorgt dat geen ar
beid wordt verricht door een niet-leer-
plichtig kind van 12 jaar, indien hij aan
toont dat geen voor het kind geschikte
gelegenheid tot het ontvangen van onder
wijs vóór 7s middags 5 uur bestaat.
Het eerste amendement werd na debat
ingetrokken.
Het sub 2 bedoelde amendement werd
verworpen met 45 tegen 20 stemmen.
De Minister bracht nog een wij
ziging in het ontwerp, waardoor militaire
werkplaatsen onder het bereik der wet
komen.
Tengevolge hiervan werd een desbe
treffend amendement-Schaper dat zulks
bedoelde, ingetrokken als overbodig ge
worden.
Op voorstel van den heer De Visser
bracht de Minister nog een wijziging in
het ontwerp aan, waardoor deze wet niet
toepasselijk wordt verklaard o.a. ook op
Rijksopvoedingsgestichten en op gestich
ten, waarin kinderen worden opg namen,
die ter beschikking van de regeering zijn
gesteld.
Ten slotte werd, na eenig debat, de
eindstemming over het ontwerp be
paald op Woensdagmiddag 5 April ten
3T/2 ure.
Na aanneming zonder debat of stem
ming van enkele kleine ontwerpen werd
de vergadering tot nadere bijeenroeping
gescheiden.
Jachtwet.
Blijkens het voorloopig verslag over
het wetsontwerp tot aanvulling en wij
ziging van de artt. 16, IS en 26 der Jacht
wet, konden sommige leden er zich
geenszins mede vereenigen, dat tharts,
nu het verslag van de Staatscommissie
voor de herziening der Jachtwet is ver
schenen, de regeering deze gedeeltelijke
wijziging- -in de w£t' -voorstelt Zij.vrees
den, dat de algeheele herziening dei-
Jachtwet daarvan vertraging zoude on
dervinden. hetgeen zij ten zeerste zouden
betreuren. Het thans gedane voorstel
oordeelen zij een uitvloeisel van den
wensch, de heeren jagers te gerieven.
In de kringen van den landbouw
wordt een wetsontwerp als dit niet ver
langd. Wel zou men daar althans gaar-
ne^zien, dat de heerlijke jachtrechten
werden afgeschaft. Ook zou de landbou
wersbevolking gaarne hebben gezien, dat
een wijziging ware voorgesteld van art.
36, hetwelk den met de zaken van jacht
en visscherij belasten Minister de be
voegdheid geeft op verzoek der eige
nares van of rechthebbenden op gron
den en wateren en in hun belang, on
bezoldigde beambten van rijkspolitie aan
te stellen.
Een wijziging van art. 36 in dien zin
dat er voor worde gezorgd, dat jacht
opzieners steeds onafhankelijk zijn van de
heeren te wier behoeve zij worden aan
gesteld, zou door de landbouwende be
volking met ingenomenheid worden be
groet. Voorts meenden de hier aan het
woord zijnde leden, dat de landbouwers
veel meer dan deze wijziging der Jacht
wet een herziening der wet tot be
scherming der nuttige diersoorten wen
sch el ijk achten, strekkende tot het te
gengaan van de uitroeiing van nuttige
vogels.
Eenige leden, hoewel geenszins met
ven gehouden had dan van een be
roep.
Zij bespraken het plan nu verder en
baas Grob kwam daarbij tot de over
tuiging dat het meisje een „tehuis"
miste en met bijna angstige spanning,
zijn beslissing verbeidde. Zij beseften
het zelf bijna niet, maar het feit dat zij
in het leven eenzelfde persoon hadden'
liefgehad en verloren deed hen pn'b'e-
wust verlangen hij elkander de leegte
aan te vullen, die in beider "hart ontstaan!
was.
Zij werden liet dus samen eens dat
Adli haar betrekking zou opzeggen en
toen een maand daarna juffrouw Grand-
jean voor het eerst achter de toonbank
in het „Amerikaansch Warenhuis77 stond
had Adli het bestuur over de huishouw
ding van baas Grob aanvaard.
Voor beiden begon nu een stil en!
rustig leven. Zij waren zóó tevreden^
hadden zoo weinig behoeften dat zij
télkens tegen elkander zeiden dat ciie-
mand het zoo goed had als zijl Baas
Gottfried werkte, evenals vroeger, had
schik in zijn tuintje, in zijn, nu gezelli
ge, huiskamer en in hun wandelingen'
Zondags bij goed weder de bergen irfc
Maar toch was beider grootste belang
stelling op de zak&n van Hugo gericht;.
deze beschouwingen medegaande, oor
deelden nochtans ook hunnerzijds het be
lang hetwelk deze wijzigingswet beoogt
te dienen, te gering, dan dat met deze
voorstellen niet had kunnen zijn ge
wacht tot de indiening van liet ontwerp-
J acht wet.
Men sprak twijfel uit, of een Jacht
wet, in den geest van liet ontwerp der
Staatscommissie, aan de landbouwende
bevolking wel reden tot voldoeping zou
geven.
Door enkele leden werd de wensch
geuit, dat bij deze gelegenheid ook art.
7 tweede lid, der Jachtwet zou worden
herzien.
Men drong aan op meer centralisatie
bij de uitreiking van buitengewone mach
tigingen. Tegen dit laatste denkbeeld
werd echter van andere zijde opgemerkt
dat juist de inmenging van het Depar
tement als de oorzaak van de veelvul
dige en willekeurige toepassing van art.
26, tweede lid, moet worden beschouwd.
Andere leden meenden integendeel te
weten, dat in het algemeen te weinig
machtigingen worden verleend.
Gouda—Schoonhoven.
Blijkens het voorloopig verslag over
het wetsontwerp tot bekrachtiging van
eene overeenkomst met de Maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen, be
treffende. de exploitatie van den spoor
weg van Gouda naar Schoonhoven, werd
er op gewezen, dat de Maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen geener
lei uitkeering van huur aan den Staat
in het vooruitzicht stelt en zelfs niet be
reid is liet risico van de exploitatie ge
durende de eerste tien jaren voor hare
rekening te nemen.
De bedongen vergoeding werd veel
te hoog geacht; o.a. in vergelijking met
de vergoeding voor den Noord Ooster-
locaalspoorweg. Een ander nadeel werd
geacht dat de beveiligingsinrichtingen
der electrische geleidingen voor rekening
van den Staat worden gemaakt en aan
geschaft.
De regeling, waarbij de Staat, indien
hij binnen de eerste twintig jaren tot
naasting overgaat, geheel of gedeeltelijk
voor zijn rekening zal moeten nemen
het verlies van de lijn Gouda-Schoonho-
ven, gedurende de eerste tien jaren, be
vat, zoo werd opgemerkt eene in
beginsel niet onbedenkelijke afwijking
van het stelsel der spoorwegovereen
komst van 1890, volgens welk stelsel
de naasting te allen tijde mogelijk moet
zijn.
Eenige leden achtten liet niet voor-
deelig dc uitvoering der werken tot vol
tooiing van den spoorweg aan de toe
komstige exploitante op te dragen.
Indisch muntwezen.
Blijkens het voorloopig verslag over
liet wetsontwerp tot nadere regeling van
het Neder!.-Indische muntwezen ver
klaarden enkele leden niet tc begrijpen
dat, waar de nikkelen stuiver in Ne
derland impopulair is en wel zal blijven
thans voorgesteld wordt deze pasmunt
in Ned.-Indic in te voeren.
Andere leden deelden deze meening
niet. Gaarne zou men vernemen, of het
in de bedoeling ligt de winst, die ge
maakt wordt bij aanmunting van zilve
ren muntstukken voor Ned.-ïndië, ten
bate van deze kolonie te brengen.
Ook vroeg men, of, bij ontmunting
van Nedcrlandsche munten in Ned.-In-
dië, de nominale of de werkelijke zilver-
waarde aan de Indische schatkist wordt
in rekening gebracht.
Gevraagd werd of niet mogelijk zou
zijn in plaats van 7s Rijks wapen de
beeltenis van de Koningin op de pas
munt aan te brengen, waardoor die beel
tenis, meer dan alleen door middel van
standpenningen, in handen zal komen
van de inlandsche bevolking.
De opening in de nikkelen pasmunt
werd afgekeurd en, evenals voor Ne
derland, aangedrongen op vervaardiging
van vierkante munten met afgeronde hoe
ken.
Bestrijding van plantenziekten.
Blijkens het voorloopig verslag werd
door verschillende leden met de indie
ning van dit wetsontwerp hunne in-
Men begon in de stad met hoe lan
ger hoe meer lof over den bazaar te
spreken. Twee jaren na dc openinjgt
daarvan kocht Hugo er nog twee hui
zen bij 0111 de zaak uit te breiden, en het
getal zijner afnemers nam niet den dag
toe. Af en toe kwam hij nog wel eens
bij zijm vader. Hij was nog altijd de
zelfde grootspreker gebleven en be
weerde maar steeds dat al wat ouder-
vvetsch was niet deugde; daardoor bleef
de verhouding tusschen hen heiden nog
altijd eenigszins gespannen.
Eens of tweemaal ontmoette Hugo
ook Adli. De eerste keer deed hij alsof
hij haar geheel vergeten was, en pas,
toen hij zag hoe lief zij: voor zijn vader
was en hoe gelukkig deze zich gevoel
de haar bij zich te hebben vo.elde hij;
zich verplicht op eenigszins schertsen
den toon met haar over vroegere jaren
tc spreken. Adli veranderde dan telkens
van kleur; somtijds gevoelde zij zich
toornig gestemd, dan weder was zij
droef te moede, doch in haar dagelijk-
sche bezigheden vond zij toch altijd we
der haar kalmte terug.
Een tijdlang leefden zij zoo vooiit'
zonder dat eenige gebeurtenis afwis
seling in hun leven bracht. Het haar van
baas Gottfried \yas nu bijna smcrw.it en
stemming betuigd, wijl zij van de wer
king der ontworpen voorschriften groot
voordeel verwachtten voor de belangen
van den land-, tuin- en boschbouw.
In verband met verschillende bepalin
gen zou men gaarne vernemen of om
trent het wetsontwerp het Departement
van Justitie is gehoord. Ook met het
oog op de later volgende bepalingen be
treffende inbeslagneming, verbeurdverkla
ring en vernietiging van voorwerpen was
zulks van belang.
Geldleening.
Ter voldoening aan art. 6 der ,wet
van 18 Maart 1905 heeft de Minister
van Financiën aan de Tweede Kamer
doen toekomen de door de Algemeeno
Rekenkamer opgenomen en gesloten sup-
pletoire rekeningen van ontvangsten en
uitgaven betreffende de geldlecning tea
laste van den staat, bedoeld bij voren
genoemde wet.
Kerknieuws.
Z. D. H. de Bisschop van 's Bosdtf
heeft aan den WelEerw. Heer W. van
Lieshout eervol ontslag1 verleend als
pastoor te Steenselen heeft benoemd
tot pastoor te Steensel den Weleerwtf
heer M. J. Bosettot kapelaan te Groen
boek den Weleerw. heer P. J. van der.
Made en tot kapelaan te Boekei dead
Eerw. Heer J. L. M. Mnndos, priester
van het Seminarie.
Het Eucharistisch Congres.
Dit wordt zooals bekend is dit jaar
te Madrid gehouden. Het voorloppi(g|
program luidt:
Zaterdag 24 Juni. Zes uur 7s avonds
officieele ontvangst te Madrid van den
kardinaal-legaat. Om acht uur receptie
van verschillende autoriteiten, officieele
corporaties enz.
Zondag 25 Juni. Pontificale Mis om
tien uur. Om half zes 7s middags plech
tige opening van het congres.
Maandag 26 en Dinsdag 27. Ochtend
vergaderingen voor priesters, directeu
ren van Katholieke instellingen, enz. Om
half acht, bezoek aan het H. Sacrament
Woensdag 28. Des morgens sectie
vergaderingen. Des middags sluitings
plechtigheid.
Donderdag 29. Des morgens Pontifi
cale Mis. Om half zes openbare pro
cessie met het H. Sacrament.
De junta tot voorbereiding van hel
congres zetelt: Barco, 20, te Madrid.
Sport.
Schaken
Dinsdag 28 Maart heeft de returnmatch
plaats tusschen het Leidsch Schaakge
nootschap en de D.S. des avonds te 8 uur
te Delft.
Naar wij vernemen, is de Leidsche
Voetbalbond bij schrijven van 20 dezer
toegetreden tot de Federatie van plaatse
lijke en gewestelijke voetoalbonden.
Land- en Tuinbouw.
Bloembollen.
Te Biervliet (Z.) is dit jaar dc eerste
proef genomen met het teelen van bloem
bollen. De bollen staan zoo mooi, dat nu
reeds besloten is de proef op grootere
schaal te herhalen.
Mond- en Klauwzeer.
Met het oog op het voorkomen van
mond- en klauwzeer in 011s land heeft de
Spaansche regeering bepaald, dat het uit
Nederland in Spanje ingevoerde vee aaa
de grenzen aan een quarantaine van 10
dagen wordt onderworpen.
Rechtszaken.
Kantongerecht te Leiden.
De kantonrechter veroordeelde gister:
Wegens dronkenschap Joh. v. S. tot
f2 of 1 d., C. v. d. B. Fzn. tot f2 of 2
d., F. B., tot f2 of 2d., C. D. Wzn,
tot 2 maal f2 of 2 maal 2d., W. H.
H. tot f2 of 2 d., allen te Noordwijkcr-
Jiout, L. F. M. B., to 7s-Gravenhagc;
tot f 1 of 1 d., E. G., te Amsterdam,
tot f 1 of 1 d., C. v. D., te Katwijk aan
Zee tot f2 of 2 d., W. d. Q. to
Ocgstgeest, tot f3 of 2 d., .C H., tot fl
zijn rug begon zich tc krommen terwijl
Adli gezetter werd en er thans uit haar
donkere oogen kracht en zelfvertrouwen
sprak benevens de invloed van iemand
die weet wat zij waard is.
Toen Hugo's onderneming zich nu
steeds meer uitbreidde en hij ieders ach
ting en vertrouwen ging genieten, be
speurden beiden voor het eerst dat zij
feitelijk gewenscht en gehoopt hadden
dat het anders zou afloopen. Het was
geen haat of afgunst die hen bezielde,
veeleer het verlangen dat de man, aan
wier beider hart zoozeer hing bij hen
zou terugkeeren en, door nood gedron
gen, een toevlucht in hun huis zou zoe
ken. Baas Gottfried had bovendien nog
nooit ondervonden dat hij zich iu ziju
overtuiging van iemands karakter ver
gist had cn toen hij nu zag dat zijn zoon,
wicn hij zoo Vast en zeker een totalen
ondergang voorspeld had, onder Gods
onmisbaren zegen, zich tot een welge
steld man ontwikkelde, schaamde hij
zich evenzeer als hij zich vroeger over
dien zoon zelf geschaamd had. Hij schud
de meermalen het hoofd over den zon
derlingen loop der dingen en vond zich
zelf klein en dom omdat hij die nicf-
begreep.
ve/vulgd.)