De aoüere weg.
2e Jaargang.
No 446.
e E^icbclie (Sou/temt
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het OEI LLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Vrijdag
24
Maart
1911.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
^bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen I5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
KATHOLIEKENDAGEN.
(Ingezonden.)
Met zeer veel genoegen hebben wij on
getwijfeld vernomen, dat in September
of October a.s. de vierde Diocesane Ka
tholiekendag zal worden gehouden en
honderden zullen dan weder optrekken
naar Amsterdam om getuigen te zijn eu
te profiteeren van het eblangrijke wat wij
daar zullen hooren. Ik meen dat het zijn
nut kan hebben, vooral voor de oninge-
wijden, hierover een enkel woord te zeg
gen.
In de zuidelijke provinciën van ons
land worden zij sedert eenige jaren jaar
lijks gehouden. In het Noorden werd
in 1903 de eerste Noord-Hollandsche Ka
tholiekendag te Alkmaar en in 1906 de
eerste diocesane Katholiekendag te Delft
gehouden.
Duitschland bezit ze reeds vijftig jaar.
Het zijn bijeenkomsten, gewoonlijk jaar-
lijksche, van de katholieken of afgevaar
digden der Katholieke vereenigingen uit
een bisdom of een geheel land, ter be
spreking van onderlinge belangen en
vraagstukken van den dag. Het zijn dus*
geen bijeenkomsten, waar theologische
onderwerpen behandeld worden. Maar
wel moet al, wat op Katholieke dagen be
sproken wordt, in Katholieken geest zijn.
De oplossing van alle voorkomende
inoeielijkneden en het sociale leven onzer
dagen geschiedt volgens de leer en den
geest der H. Kerk. Sociale en economi
sche vragen zijn dan ook schering en
inslag.
Daar wordt gesproken over onderwijs,
arbeiders - organisatie, patroonsbonden,
drankbestrijding, armoede en liefdadig
heid, boerenbonden met den aankleve
van dien, als: boerenleenbanken, pacht-
contracten, boerenarbeiders, de belangen
van den middenstand, coöperatie,de
pers, kortom alles, wat het maatschappe
lijk leven aangaat, of er uit voortvloeit.
En alle vraagstukken, die met genoemde
en niet genoemde onderwerpen in ver
band. staan, worden er in katholieken
geest opgelost. Er worden conclusies aan
genomen, wenken, of wenschen, die den
Katholiek verlichten, omtrent de wijze
van handelen in bepaalde gevallen. Daar
wordt den Katholiek het woord des Pau
sen over het sociale vraagstuk voorge
houden en de toepassing daarvan in de
praktijk. Daar worden besluiten geno
men, die in een bepaalden tijd moeten
zijn uitgevoerd. Een Katholiekendag is
een revue, een heerschouw over het Ka
tholieke leger in zekere streek. Wat ons
land aangaat, wij hebben slechts diocesa
ne Katholiekendagen. Daar ontmoeten el-
kaï.dcr de Katholieken van een geheel
Bisdom, ook de kleinste plaats blijft niet
achter. Alle vraagstukken die aan de orde
zijn, worden besproken, er wordt dis
cussie over gevoerd, waarbij ieder Ka
tholiek van het diocees zijn meening mag
zeggen.
Over te nemen besluiten wordt ge
stemd. De leden kennen hun streek en
kunnen beter dan wie ook, oordeelen
over het al of niet nuttige en doelma
tige van voorgestelde besluiten.
De intimiteit van een diocesanen Ka-
FEUILLETON.
door ERNST ZAHN.
16)
„Maar wij kunnen hier toch niet den
geheelen avond blijven. Wij moeten de
dingen hun gang laten gaan."
Daarop ging hij het voetpad op, zich
vermannend om het leven voort te leven...
VIII.
Adli kwam haar teleurstelling niet
spoedig te boven. Zij worstelde dag in
dag uit, maar het was haar te machtig.
Toch sprak zij er met niemand over,
zelfs niet met baas Gottfried, alleen deel
den zij elkander wel eens hun angst
mede, dat het Amerikaansch Waren
huis op den duur daar niet zou kunnen
blijven bestaan.
Op zekeren dag herhaalde Hugo zijn
bezoek bij zijn vader en bleef hij bij
hem koffie drinken. Hij vertelde hun veel
Uit Amerika, en zijn tante zette daarbij
oogen, mond en ooren open, opdat haar
tholiekendag lokt uit tot spreken, wie iets
te zeggen heeft. Sprekers en debaters, die
men anders nooit te hooren zou krijgen,
komen hier uit den hoek. De werking
en invloed van de Katholiekendagen gaan
nog veel verder. Van heinde en ver,
uit alle plaatsen, komt men samen. De
idéé, door een Katholiekendag voorge
staan, zijn werking, zijn arbeid, zijn stuw
kracht, zijn geestdrift dringen door tot
allen. De bezoekers komen enthousiast
thuis en enten geheel de katholiciteit en
den invloed der vergadering, om zoo te
zeggen, weer in op hunne omgeving. Men
moet hen hooren als zij in 't hoekje van
den haard zijn weergekeerd: Dat is iet»
anders dan een algemeen verslag! Hier
uit spreekt toch niet de onderlinge waar
deering en tegemoetkoming, de vriend
schappelijkheid en kracht, die van de ver
gadering uitgaan. Neen, deze dingen wor
den beter door het levend woord voort
geplant. En daar uit alle plaatsen en
kringen bezoekers opgaan, leeft eenieder
met den Katholiekendag mee. Wie dan
ook maar eenigszins kan, trekt mee op,
en wie er eens geweest is, blijft be
zoeker en wekt anderen op. Dit verklaart
het toenemend bezoek aan alle Katholie
kendagen. Duitschland vooral mag zich
beroepen op zijn Katholiekendagen.
Grootscher schouwspel is bijna niet
denkbaar dan duizenden en tiendui
zenden, allen vol geestdrift voor een
en dezelfde zaak opkomend, zelfs uit de
meest verwijderde gedeelten des Rijks.
Er is een geestdrift, die verstomd doet
staan; er gaat een kracht van uit, die
doorwerkt tot in de binnenste geledingen
van het Katholieke volk. Ook dat mag
van onze Katholiekendagen gezegd
worden, doch hun invloed is slechts ge
westelijk. En bij het zien van het groot-
sche voorbeeld onzer naburen, kunnen
wij ons voorstellen, dat een gedeelte der
Katholieke pers den wensch uitte, in
deze onze naburen te volgen en een alge-
meenen Nederlandschen Katholiekendag
te houden. Ook mij lokt dat denkbeeld
toe. Noord en Zuid, en Oost en West
de handen ineenslaande, eendrachtig wer
kend aan de oplossing der talrijke vra
gen, die nog open zijn en dringend op
lossing eischen. Maarwat in Duitsch
land kan, is dat hier mogelijk? Ik ga
#mede met de bezwaren van verschillende
zijden geopperd. De theorie is mooi, de
praktijk zou echter anders leeren.
De Katholieke partij in Duitschland
heeft na 1870 een crisis te doorstaan
gehad, die haar heeft gestaald, haar heeft
vereenigd en ten slotte machtig gemaakt.
Daar is uit verdrukking groei, uit ver
smading glorie gesproten. Is dat bij ons
ook zoo? Het ware te wenschen, en het
zou één van mijn gelukkigste levens
dagen zijn, de dag, waarop met gouden
letter in de geschiedenis van het Neder-
landsche Katholieke volk werd opge
schreven de totstandkoming van het
Katholieke Centrum in Nederland.
En nu de toestanden zoozeer verschil
len, moeten wij dan niet vreezen, dat wij
.onze krachten overschatten, met na te
volgen, wat daar in 't groot mogelijk is?
Wie zaait tarwe op heidegrond, of plant
dennen in de klei? Maar. als wij het
grootsche voorbeeld ooit zouden willen
niets van al dat wonderbaarlijke, groot
sche ontgaan zoude. Zij was, evenals in
vroeger jaren, Hugo's trouwe volgelinge
op alle wegen, zelfs wanneer deze hen
naar het land der droomen voerden. Toen
baas Gottfried zwijgend bij hen aan de
tafel plaats nam, zag zij hem met een tri
omfeerenden blik aan, alsof zij zeggen
wilde: heb ik u niet altijd voorspeld,
dat er uit den jongen iets groots zou
groeien
De tegenwoordigheid van zijn vader
bezwaarde ,Hugo en daarom nam hij nu
weldra afscheid. Baas Gottfried stak hem
aan de tafel zittend, de hand toe, zijne
tante vergezelde hem echter tot aan de
deur. Zonder deze achter hem dicht te
doen, stond zij hem nog lang na te kij
ken, waardoor de oude man, die graag
naar zijn werk wilde gaan, genoodzaakt
was te blijveu zitten. Eindelijk kwam
Anna Grancljean met een van vreugde
stralend gelaat weder de kamer in en zei-
de zij dat Hugo haar gevraagd had zijn
zaak eens in oogenschouw te komen ne
men, wat zij nu dadelijk, den volgen
den dag al doen wilde. Het was zoo
jammer zetde zij, dat hij niet van het be
gin af binnen was geweest. Hugo had
zoo mooi verteld van ziin reizen en zijn
itvoflturcn (dr\arginds cu ook van zijn za-
navolgen, dan van nu af de handen aan
de ploeg geslagen en zorgen, dat de toe
standen en omstandigheden ten onzent
de verwachting van succes rechtvaardi
gen. Wij zijn nog niet krachtig genoeg
georganiseerd. Versterken en bevestigen
van plaatselijke en gewestelijke vereeni
gingen vraagt nog al onze krachten. En
om dit met goed gevolg te kunnen doen,
bestaat dr een machtig middel in de
diocesane Katholiekendagen.
De praktijk bewijst het. Onder de om
standigheden, waarin wij nu leven, zou
den op een algemeenen Katholiekendag
voorstellen kunnen inkomen, die voor het
heele land niet geschikt zijn. Men denke
o. m. aan de organisatie der boeren
arbeiders. En dau nog: laat ons niet te
veel hooi op de vork nemen. De Katho
lieke actie in alle plaatsen van ons land
eischt zoo veel van onze krachten, dat
die eerst nog wel wat getraind mogen
worden, eer wij ons aan een algemeenen
Katholiekendag wagen. De organisatie
geest is nog niet genoeg doorgedrongen,
men neemt nog niet genoeg deel aan die
heerlijke Katholieke Actie. Wij gaan,
Goddank, wel vooruit, maar er zijn nog
te veel slapende Katholieken, die mecnen
dat Roomsch te zijn in de kerk vol
doende is, om den naam van waar Ka
tholiek waardig te zijn. Vandaar dat ik
dan ook met geluk en erkentelijkheid
begroet de drie grootsche stellingen, die
op den a.s. Katholiekendag zullen wor
den uiteengezet: de godsdienst in het
huisgezin, in de maatschappij en in het
openbaar leven.
Laten wij al het mogelijke doen om
de plaatselijke, diocesane en algemeene
organisaties te versterken, al onze krach
ten inspanfien om eenheid te brengen
in aller werk; het besef onder het Ka
tholieke volk opwekken, en wanneer ieder
Katholiek zijn plaats heeft in het groote
Katholieke leger, dan eerst acht ik den
tijd gekomen, om met ernst het tot stand
komen van een algemeenen Katholieken
dag te beproeven.
Moge mijn schrijven over Katholieken
dagen iets hebben bijgedragen, dat de
Katholieken in dit gewest in grooten
getale optrekken naar den vierden Katho
liekendag, die in September of in October
te Amsterdam zal gehouden worden.
Achterblijven moet den Katholiek steeds
een gruwel zijn. Niet achter, maar vóór
het volk is de plaats van wie het vaan
del van den Christus draagt.
S. DE GROEN.
Voorschoten, 22 Maart 1911.
Brieven uit Noordwijk.
in.
De Strandkwestie.
Niet alleen in plaatselijke en gewes
telijke bladen, maar ook in de groote
pers wordt deze zaak in den laatsten
tijd weder druk besproken. Deze kwes
tie, die reeds zooveel harten in beroe
ring, zooveel pennen in beweging heeft
gebracht, is nu een nieuw stadium in
getreden.
Zooals men zich zal herinneren, zijn
reeds in de Gemeenteraadsvergadering
van 27 Januari 1.1, van gezaghebbende
ken en zijn plannen voor de toekomst.
Het was in één woord bewonderens
waardig, hoeveel energie hij had en hoe
veel volhardingsvermogen om door te
zetten, wat hij zich eenmaal voorge
nomen had. De menschen zouden later
wel groote oogen opzetten, wanneer hij
al zijn plannen verwezenlijkt zou heb
ben. Zoo iets, neen zoo iets. Het was
in één woord schitterend.
De hoogdravende oude jonge juffrouw
had bij deze woorden tranen in de oogen
gekregen en zij ging zelfs zoo ver dat
zij haar, anders zoozeer gevreesden zwa
ger toevoegde: „Zie je, wij oudenvet-
sche menschen moeten nu ons hoofd
buigen voor zóóveel vernuft. Onze tijd
is voorbij, wij begrijpen de vlucht der
dingen niet meeer".
Baas Gottfried had, daar hij nu toch
niet weg kon looien, zich zelf nog een
kop koffie ingeschonken en dronk die
kalmweg leeg. „Wij zullen zien", monv
pelde hij daarbij, „of alles goed uit
loopt."
Hij nam de woorden van zijn school
zuster nooit ernstig op en wachtte al
leen met ongeduld tot zij uiigepr2^t
was.
Toen hij echter wilde o: en zjjn
Jïe.rk; heivatteo liet zij hem nog giet
zijde pogingen aangewend om de par
tijen tot elkander te brengen en1 i/en-
minste voor dit jaar (in afwachting van
de ministerieele beschikking omtrent de
strandgrenzen) tot eene minnelijke schik
king te komen.
Het gevo'.g van de onderhandelingen,
naar aanleiding hiervan gevoerd, was,
dat B. en W. besloten gedurende 30 ach-
teerenvolgende dagen het peil van den!
vloed te doen opmeten, om zoodoende
tot een grensregeling te komen, <Jje door
de betrokken partijen zou worden aan
vaard, totdat er een definitieve oplos
sing is verkregen.
In de laatste gemeenteraadsvergade
ring, op 9 Maart j.l. kwam Dr. Kervel
met een voorstel waarvan de lezers in
dit blad reeds hebben kennis genomen
en dat in het kort hierop neerkomt, dat
er eenige verschuiving moest plaats heb
ben, zoodat de pachter Vink met zijn
badkoetsen tusschen de terreinen van de
heeren van Beelen en Bedijn kwam te
staan, met het recht ook den bovengrond
te gebruiken.
Op voorstel van Dr. Kervel verklaarde
de Raad zich bereid de pachtsommen te
verminderen en het badverbod op 4 per-
ceelen op te heffen, indien de voorge
stelde regeling tot stand kwam. Een
commissie werd benoemd om met de
pachters te onderhandelen.
Uit de discussie, naar aanleiding van
dit voorstel, bleek, dat het unaniem ver
langen van de pachters hierin bestaat,
dat de heer Vink met zijn koetsen „het
Noorden" in gaat. Zelfs beloofden zij,
hem zooveel mogelijk te steunen, om
een goed stuk brood te kunnen verdiet-
n en.
Volgens den wensch van de pachters
zou de heer Vink dan de beschikking
krijgen over 7 perceelen ten noorden van
pension Hoek. Het is licht te begrij
pen, dat de heer Vink niet genegen is
zijn zaak zooveel noordwaarts te ver
plaatsen alleen op belofte van
steun. Op het minder gunstig gelegen
terrein zou zijn bedrijf zeer waarschijn
lijk minder loonend zijn, terwijl hij zou
moeten afwachten, hoe groot die hulp
zou zijn en waarin die zou bestaan.
De commissie stuitte bij de onderhanr
deling met de pachters al spoedig op
tegenkanting. De heer v. Beelen ,zelf
door den Voorzitter, den Burgemeester,
tot lid van bedoelde commissie aange
wezen, was bereid, zich aan de voorge
stelde regeling te onderwerpen.
De finna Konijnenburg en Bedijn had
tot nog toe 13 perceelen in pacht, waar
van echter 3 niet gebruikt werden uit
courtoisie jegens de andere pachters,,
terwijl op 4 het badverbod rustte, zoo
dat feitelijk slechts 6 perceelen in ex
ploitatie waren. Bij aanneming van het
voorstel Kervel zou de firma wel een
paar strooken minder krijgen, waarte
genover echter staat, dat het) badverbod
op bovengenoemde 4 perceelen zou wor
den opgeheven.
In een schrijven aan de Commissie
verklaarde de firma evenwel, dat zij
van de door haar gepachte perceelen
niets kon missen.
De heer Tappenbeck, van „Huis ter
gaan, doch zei zij hem, zich voor de deur
opstellend, dat Hugo's vrouw den vol
genden week overkwam om het huis in
te richten en dat hij, als vader, dan toch
ook eens moest gaan zien.
Gottfried Grob was droef te moede
dat hij dat alles van een derde moest
hooren. Hugo had hem zelf niets daarvan
gezegd, liet hem als een vreemde, bui
ten zijn levensbeschouwing staan.
Ten slotte ontsnapte hij toch aan den
woordenvloed van zijn schoonzuster en
keerde hij naar zijn werkplaats terug!. -
Hij koesterde niet het minste verlangen
om het nieuwe gebouw te gaan zien, hij
gevoelde niets dan wrok en vrees en
schaamte.
Den eersten tijd viel er niets voor wat
baas Gottfrieds angst rechtvaardigde.
De winter viel eensklaps in en een groo
te hoeveelheid sneeuw maakte dat het
stil was in de straten. Zoowel de meu
belmaker als Adli Locher hadden beiden
druk werk doordat het H. Kerstfeest
naderde. Hugo kwam af en toe zijne tan
te bezoeken en vertelde haar, dat zijn'
vrouw gekomen was, doch dat zij, dor
allerlei huiselijke bezigheden in beslag
genomen, eerst na Nieuwjaar bij hen zou
kunnen komen.
Binden enkele dagen zou de bazaar
Duin" aanvankelijk de plannen gunstig
gezind, moest door de beslissing van de
firma Bedijn en Konijnenburg, zijrf hour
ding veranderen.
De aanneming van het voorstel-Ker-
vel was hiermede feitelijk onmogelijk!
geworden.
Bij de onderhandeling over het voor
stel om den heer Vink naar het Noorden'
te doen verhuizen, verklaarde deze zich
daartoe wel bereid, als hij maar vol
doende zekerheid heeft, dat hij daar zijn
brood wel zal kunnen blijven verdien en*
Naar wij vernemen, hebben de geza
menlijke pensionhouders den heer Vink
voor eenmaal een kleine som aangebor
den. Hem zou dan, in overleg met da
Maatschappij De Toekomst een plaatsje
worden aangewezen, om zijn koetsen
veiligheid te kunnen brengen.
De heer Vink is wel geneigd het
Noorden in te gaan, maar niet op die
voorwaarden.
Ten eerste zou hij des daags de volle
beschikking moeten hebben over den
bovengrond en zou de plaats, die hem
tot berging van zijn koetsen zou worden!
aangewezen, zoo groot moeten zijn, dat
zij ook bij eventueele uitbreiding van
zijn bedrijf voldoende zou zijn.
Ten tweede kon hij geen genoegen no
men met de aangeboden som. Hij wil!
zekerheid hebben, dat zijn bedrijfskost-
ten worden gedekt. Daarom stelt hij
voor dat de pensionhouders hem voor
een som van f 1200 badboekjes afkoor
pen of nemen, die zij dan aan hun gasr
ten kunnen verkoopen. Wanneer iederö
geinteresseerde pensionhouder 10 boek
jes neemt, dan zou het vereischte be
drag reeds voor een goed deel zijn be
reikt.
Tot mijn spijt heb ik vernomen, dat
men tot nog toe niet lot overeenstem
ming is kunnen komen. Het is voof
Noordwijk te wenschen, dat de kwestie
spoedig op bevredigende wijze worde
opgelost Juist, nu de badplaats zoo»
zeer Moeit, nu men weer op verschillen
de punten met den bouw van nieuwe)
vila's bezig is, nu bij gunstig weer de
toevloed van badgasten weer groot be
looft te worden, moet alles vermedeu1
worden, wat dien bloei kan schaden.!
Wellicht zouden de partijen bij eenige
toenadering van beide zijden tot elkanr
der kunnen komen.
De opoffering, die men zich daarvoor
zou moeten getroosten, zou misschien!
ruimschoots vergoed worden door de
voordeelen, die men met grooteren bloei
van de badplaats zou kunnen genieten!,'
NOORDWIJKER.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitturgvan Donderdag 23 Maart. Verv
Na de pauze vervolgde Minister
Ta 1 m a zijn rede en gaf een overzicht
van de streklcing' der amendementen ei'
het verband, dat tusrehen de amendemen
ten eii de regeering-sregeüng bestaat
Hij verdedigde den 1Ó1/2 urigen werktijdj
waartoe de regeering nadere bevoegd
heid in de wet heeft gebracht als voor-
deeliger voor den arbeider (daar dit
geopend worden. Hugo wiide zich de;
kooplust ten nutte maken die hel publiek!
altijd in den tijd vóór de feestdagen!
bezielt. Op zekeren dag zag men over
al in de stad vuurroode aanplakbiljetten;
waarop te lezen was dat de bazaar den
volgenden Zaterdag geopend zou won
den en dat de koopers groote gescheiv-
ken zouden krijgen. In de stedelijke
courant stonden eveneens reusachtige
advertenties en mannen in het vuurrood
gekleed liepen bovendien nog met re>-
clamebilletten rond.
Gottfried Grob geloofde dat aller
oogen nu op hem gericht werden en'
liep, zoo angstig als een dief, door een'
zijstraatje naar zijn werk, maar gelukkig
sprak geen enkel van zijn klanten hein.
over zijn zoon. Dit verwonderde den'
ouden man zeer, daar de geheele stad
toch vervuld moest zijn van deze bomr
basf zaak.
De stad was dan ook wel vervuld vai(
dit nieuwe, ongewone handelshuis maar,
men stelde zich alleen tevreden met er
eens een kijkje te gaan nemen.
Op den dag van de opening was de
straat zwart van menschen en 's avonds!
stond in de courant dat zij de zaak be
paald bestormd Jiadden.
(W.ordt vervolgd^