jfirFmBews SSvFfesls sSP«ra s J De«hen wi, verder eens, hoe de drank Uit de Pers. 5) fen, die niet kan wijzen op den een of anderen gewezen drinker, die aan haar dank™ ehee»er|l"aamHejd Zl,n beiloud 'e danken heeft. In meerdere plaatsen ziin znrht- Consultatie-bureaux voor drank zuchtigen opgericht, o.a. te Amsterdam enririJr"ham' Rol,"dam. Helmond? en dt leiders dezer bureaux en hunne mé. dehelpers zijn zeer tevreden. Van de 43 Am'.ll?" b-v «lie in een jaar tijd bij het Amsterdamsche bureau genezing kwamen zoeken van hun drankzucht, werden 20 beslist geheelonthouder; 12 waren twij. felachtig; van 3 had men nog geen be sliste zekerneid, en slechts 8 gevallen ble ven zonder resultaat redüL?"? d','0r dit al,es k°mt de redding der drankzuchtigen in een geheel ander hcht te staan, daarom zij.f i„ -J verledene zooveel pogingen om de inen- luktOmri?n 8f 'e brengen, mis lukt Omdat men de drankzuchtigen ver keerd beschouwde. Ze waren nog t" veeï zondaar en men hield geen rekeiTing met hun ziekeiijken toestand naar lichaam en peest. Dientengevolge dwaalde men ook Gelet echter "n <fJepass,nfï der middelen, ueiet echter op de ervaring, die men in hee t onn ri™ binnen" e" buitenland heeft opgedaan, mag, neen moet men op Sa er gve?'|k het,/tandPunt reddcn valt, als de zorg voor de drankzuchtigen maar goed ge b.fhéte?ddWOrdt 1 de «are meFhoïe dij het reddingswerk gevolgd wordt, is °prlC fi' van Consultatieburcaux s de aangewezen weg. Voor nadere in lichtingen daaromtrent verwijs ik naar m.jnc brochure: „Red. de drankzuchti gen" verkrijgbaar bij het Secretariaat van Sobnètas te Maastricht, en naar een hriM rw'het maandschrift So- bnetas (blz. 245, Jaarg. IV, 19,0; en bk 33, Jaarg. V, 1911). Voor de Christelijke Charitas ligt hier nog een groot veld ter bearbeiding open Op den weg onzer Vincentius -en mt sabcthvereenigingen ligt het om met de Roomsche Drankweer overal Consultatie- Bureaux op te richten. Of stuiten deze vereen,gingen „iet voortdurend op het vooral vra?k7Sbr'k de dra"kzucht, vooral van den kostwinner, als voorna lenigen™3 e"ende' die zi' zookcn te een^'n df- ^hristeli'ke naastenliefde op een practische wijze beoefenen wil en zich in dienst wil stellen van de goede zaak, lu, biede zich aan om deel uit te maken van de reddingsbrigade, die een Consultatie-Bureaux bij zijn werk ter zii- de staat teneinde door het voorbeeld van el??!! 01thoud'ng. door huisbezoek steun Se dran ucbtigen met moreelen steun te omringen. Men bedenke toch eens wel, wat een a £,rP de drankzucht is en hoe veel ellende zi, alom aanricht. zelf ondermijnen de drankzuchtigen hunne gezondheid, vallen aan allerlei li chamelijke miseries ten prooi, krenken hunne verstandelijke vermogens, verlie zen hunne wilskracht en hunne eigen waarde, worden meestal godsdienst- en zedeloos vervallen vaak tot armoede, kort dDer en"sl 'a"gx h°e mind"waar- u f slePen °"dcr elk opzicht- li chameh/k, geestelijk, godsd.enstig, zede- cieel een M "I"5'6 ^evallcn ook finan cieel, een allertreurigst bestaan voort tn in hunne omgeving? Daar worden rondgedragen gebroken harten en rood geschreide oogen, daar leest men kom- daar is" de gelaatstrekken, daar is het huiselijk geluk zoek dasé daar wordtPeh°OZe naCb'e" doorgebracht, daar wordt honger geleden en gebrek daar is alles somber, akelig, droef en kil' Ook de maatschappij lijdt onder de drankzucht. Dit volgt reeds uit het groot aantal personen, die door deze ziekte ziin a?zogndeSr7iedeelle"de van ieder dezer I afzonderlijk en van hunne gezinnen sa schann TV" het "Chaam da' maal" schapp', heet, eene afzichtelijke wonde I zucht de volksgezondheid bedreigt Drank zucht,gen kweeken een zwak geslacht kmderen met een minderwaardig lichaam zwakke zenuwen en weinig of geen weerstandsvermogen. En hoeveel hve"s beneden het eerste levensjaar heeft de drankzucht "iet op haar rekening, o.a ook omdat de moeder niet in staat is haar eersten moederplicht te vervullen en haar kind het natuurlijke voedsel te geven. Er bestaat vervolgens een allernauwst verband tusschen drankzucht en krank zinnigheid, drankzucht en prostitutie, on zedelijkheid, drankzucht en criminaliteit, drankzucht en algemeene ontaarding. Hoe veel energie en werkkracht gaat niet door de drankzucht verloren, en wat een groot stuk nationale welvaart ontnemen de mil- lioenen, jaarlijks aan het onmatig gebruik van drank besteed. Ook de woningnood en dergelijke worden voor een niet ge ring deel door de drankzucht veroorzaakt En dit zijn nu nog maar eenige kwade gevolgen der drankzucht voor de maat schappij, doch hoeveel goeds, dat voor het maatschappelijk leven, tot verbetering der sociale misstanden, dienstig zoude zijn, wordt bovendien door de drank zucht belet. „Elke drankzuchtige minder beteekent: een uitgangspunt van bederf en gevaar voor de samenleving minder." Uit dit woord van Van der Woude blijkt, wat de drankzucht voor de maatschappij is. Men zegt altijd dat wij zitten opge scheept met 26000 gepatenteerde drin kers. Of het waar is, weet ik niet, maar dat wij in Nederland minstens twee a driemaal zooveel drankzuchtigen hebben, betwijfel ik geenszins. Zooais boven gezegd, kunnen wij door persoonlijke bemoeiingen inenigen drank zuchtige redden. De ondervinding leert echter eveneens, dat vele drankzuchti gen niet tot normale, voor de samenle ving geschikte, inenschen kunnen worden hervormd, dan wanneer zij voor eenigen tijd opgenomen worden in een bijzonder daartoe ingericht sanatorium. De resul taten dezer sanatorium-verpleging zijn prachtig. De statistieken der herstellings oorden voor drankzuchtigen spreken van minstens de helft tot 3/4 pet genezingen en van veel verbeterden. Verbeterd wor den zij genoemd, die matig gebruiker zijn geworden. Nu bestaan in "Nederland wel meerdere neutrale en christelijke sanato ria voor drankzuchtigen, doch nog geen Katholiek herstellingsoord. Een eigen Roomsche inrichting kunnen wij echter niet missen. Want leiders van Sanato ria, ook van neutrale, geneesheeren en kenners van het alcoholvraagstuk getui gen eenparig, dat bij de sanatorium-ver pleging van drankzuchtigen de godsdienst een zeer voorname factor is. En nu be grijpt iedereen, dat waar de katholieke drankzuchtige vooral zijn heil moet zoe ken i n de bovennatuurlijke middelen van gebed en H. Sacramenten, in het over wegen der geloofswaarheden, in gods dienstige opwekkingen enz., hij thuis be hoort in een Roomsch gesticht. Het Federatief bestuur der Ned. Kath. Drankbestrijding heeft dit begrepen en reeds eenige jaren geleden een fonds gesticht, het Dr. Ariënsfonds, waaruit met verloop van tijdleen eigen R. K. Sanato: rium tot genezing van drankzuchtigen kan worden gebouwd. De milddadigheid der Nederlandsche Katholieken heeft op het oogenblik tot dit doel vijftienduizend gulden bij elkaar gebracht, 'n Mooi be drag reeds; doch om te kunnen beginnen met bouwen is het nog niets. Als iemand dus een goed werk wil doen, dan kan hij bij het Dr. Ariënsfonds terecht. Het geld daaraan gegeven, is goed besteed. Wanneer dus uw steun hiervoor gevraagd wordt, weiger dan niet Indien iedereen een steentje bijdroeg, zou het sanatorium spoedig, tot eer der Ka tholieken, den Nederlandschen bodem sieren. Kapelaan Simonis, van Den Bosch, kwam op een lumineus idee. Hij stelt voor een bloemendag voor het Dr. Ariëns fonds, in navolging van de Ned. Cen trale Vereeniging tot bestrijding der Tu berculose", die het vorig jaar den 30en April in verschillende gemeenten een wel dadigheidsbloempje verkocht. Het is te hopen, dat dit idee overal ingang vindt, en dat op 24 September e.k., den feest dag van O. L. Vrouwe tot Verlossing der slaven, velen een Sobriëtas-bloemp- je zullen koopen, tot steun van het Dr. Ariënsfonds, voor de redding der drank zuchtigen. Als iedereen, die kan, zijn dubbeltje voor dit bloempje geeft, is er geld genoeg bijeen en kan terstond met den bouw begonnen worden. Het Nederlaiulsch Episcopaat heeft in dertijd reeds verklaard ten zeerste het edel streven van Sobriëtas te waardeeren, en met ingenomenheid te zullen begroe ten, indien in de toekomst tal van drank zuchtigen in een op te richten Sanatorium van hun verderfelijke kwaal genezen wor den. P. fr. ILDEFONSUS, Helmond. O. ff. Min. Cap. Het Romeinsche vraagstuk en het Italiaansche Jubeljaar. De „Tijd" heeft in een hoofdartikel, waarvoor het b!ad enkele gegevens ont leende aan de „Historische Politische Blatter", aan de hand van uitspraken en gebeurtenissen erop gewezen, dat de Italiaansche regeering openlijk of ge- heimelijk de inzichten en plannen der vrijmetselarij in de hand werkt. Deze plannen zijn gericht om den Paus uit Rome te verdrijven. In dit licht beschouwd, valt dan ook" alleen de houding te verklaren welke de Italiaansche bewindvoerders bij voort during tegen den Paus aannemen, eeni houding, welke in flagranten strijd is met de waarborgen wet. De Italiaansche vrijmetselarij is er zich evenwel van bewust, dat zij in haar oj> zet, om den Paus uit Rome te verdrij ven, niet zal slagen, zoolang de vol maakte diplomatische isoleering van den H. Stoel niet een voldongen feit is. Van daar het onafgebroken, met onvermoeide wilskracht voortgezette st-reven der Ita liaansche Vrijmetselaars, om de Loges van andere landen voor hunne inzichten* en plannen te winnen. Mogen wij het hoofd der Italiaansche Logemannen gelooven, dan is het stre ven, om den H. Stoel te isoleeren, niet zonder gevolg gebleven, want op zijn rondreis door Italië (1910) verkondigde Adriano Lemmi, op den vooravond van het Feest van de H.H. Petrus en Pauh lus het luide te Venetië: „Alle broeders willen (ten opzichte van die isoleering) hetzelfde in Parijs, in Berlijn, in Londen, in Madrid, in Calcutta, in Washington;" En de feiten. Frankrijk heeft zijn be trekkingen met den H. Stoel verbroken, Portugal en Spanje zijn op weg om het te doen en van de Katholieke Rijken is, naast Beieren en België, Oostenrijk nog de eenige Orootmogendheid, welker di plomatie met het Vaticaan op goeden voet verkeert. Als practisch besluit stelt de „Tijd" de volgende conclusie: Italië viert thans het halve eeuwfeest! van zijn eenheid en wil aa i dit herinne ringsfeest zooveel mogelijk luister bij zetten, door tal van vreemdelingen en aanzienlijke personen naar Rome te lok ken. De Eeuwige Stad wil de Italiaan sche regeering door tentoonstellingen, en congressen, tot een schitterend mid delpunt van grootsche manifestaties en festiviteiten maken. Om voor de oogen van de Italianen en de buitenlanders op grandiose wijze te doen uitkomen, welke stoffelijke „zege ningen" aan het tot stand komen van het ééne Italië te danken zijn Ook dat maar dit is niet alles en wellicht niet de hoofdzaak. Het eigenlijk en van de zijde der Vrij metselarij niet verzwegen doel istegen over het Vaticaan te pochen, het Va ticaan te tergen door eene verbluffende uitstalling van de grootheid van cén Italië en cén Rome, gedacht zonder den Paus. Wanneer de Vrijmetselarij in haar opzet slaagt, dan zal haar succes uit gespeeld worden tegen het dit jaar zoo stille Vaticaan en zijn rouwenden Bewo ner; dan zullen al die aanzienlijke per sonages, die tallooze vreemdelingen, die luiddruchtige feestelijkheden, al die con gressen en tentoonstellingen moeten getuigen voor de allesbeheerschende idee: Italië en Rome kunnen het best buiten den Paus stellen, zij zijn groot buiten den Paus, zij trokken de belang stelling en de bewondering tot zich zon der de attractie, welke voor de Katholie ken van het Vaticaan en Pius X uit gaat. Ongetwijfeld, men kan zich dat halve- r,3K—" trüSKtaiatsi; gedacht" u"h T.vi'andif? a" de„ Paus schrift de Katholieke Duitschers e„ hun' wdke reho!,SVOegJden om uit te '"aken, den schrijver in de „Hist. Pol BI i! iPehteer?menZht T™5 <^d En daarna ce?hevr?rde b,laden bllf™' achterwege sehiedej? "a da victorie 'Jo'ft gl' Wat het „daarna" betreft, vergeet het met ;t'-IDT °,.nS VOOrkomk dat men net t alg .kiesrecht als leuze er eenii? zins anders voor komt te staan dan met eenigerlei andere hervorming als liet ver GestekTkP3rt*" z' daarna nog rnet de uit het bi. staande kiesrecht voortgekomen verte genwoordiging de zaken voort te zetten Er zouden nieuwe algemeene verkiezm" kiesrecht moglrt°"dS'aig Va" het Kiesrecht moeten volgen. Over het nrn doaen'"haehdat daar',a dienst z°u iftoetea doen, behoeven wij dus niet te spreken alleen over hetgeen aan de orde z m ko men voor de voorstellen inzake het at n nCh' Staat van wifzen zou. den zijn. Overeenstemming nn enkele punten zon daarvoor echter voldoende wezen en wij achten het met het Hbl wenschehjk, en ook volstrekt niet on. mogelijk, dat dienaangaande z k rlicid worde verkregen. *-*-rneia Op deze ijdele uitvlucht - want meer w e C our l" r' geef' d" -N i e u- hS x o volgende antwoord: Hierdoor wordt dus opnieuw uitdruk, kehjk bevestigd, dat de bedoeling van de Uw'?eide" - naar de meening van het „Vaderland dat den heer De Meester als politiek hoofdredacteur heeft ,a de" algemeen-kiesrecht-eisch te maken tot de alles overheerscliende leuze bil de verkiezingen voor 1913, met dien ver. nill I ee" "a een s'embus-overwiii- nmg te vormen kabinet der linkerzijde een algemeen-kiesrecht-ministerie zou ziin met mets méér op rijn program dan ei" kele punten om den tijd te vullen wacht "mei"' me" df r e" biervan ver- I h. i Practische toepassing van iberale beginselen. En voor een den? Iijke campagne, met de S. D. A P voor de' ac",nt men, z00waar te rekenen op" de actieve medewerking der Vrije li. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 11 Maart. Zijn Drankzuchtigen te redden? Men wil nog wel eens gauw zeggen, dat er weinig of niets aan te doen is om een drinker te bekeeren. Ze de drankzuchtigen zullen het wel een tijdje laten, zal menigeen mij toevoegen, zij zullen u de schoonste beloften doen, doch het zijn echte dronkemanstranen die zij storten; in den regel duurt het niet lang, of het is weer hetzelfde liedje. Wat hiervan te denken? In de laatste jaren zijn nieuwe inzich ten geopend omtrent den aard der drank zucht. In meerdere kringen is men de drankzucht stelselmatig gaan bestrijden en hare slachtoffers oordeelkundig gaan behandelen. Ende resultaten zijn verrassend. Het „Blauwe Kruis", een protestant- sche geheelonthoudersvereeniging telt in Zwitserland over de tienduizend leden, waaronder 3900 bekeerde dronkaaids; in Duitschland over de vijf en twintig duizend leden, waaronder 6400 bekeer de dronkaards; in Frankrijk en Belgie 3800 leden, waaronder 1150 bekeerde dronkaards. Als internationale Bond heeft het „Blauwe Kruis" reeds 19861 drin kers gered. De .Rheinische Versicherungsanstalt begon in 1903 met een 14-tal dronkaards te behandelen, als zieken en zwakken te verplegen. Groote verwachtingen wer den daarvan niet gekoesterd, zoodat men het volgend jaar slechts zes patiënten daarbij voegde, wijl eerst de resultaten van de eerste proef moesten worden af gewacht Zij vielen mee; ze waren betrekkelijk gunstig drie van de veertien bleken on verbeterlijk, althans in dien korten tijd, maar elf waren naar allen schijn genezen Er werd dus op dezen weg voortgegaan, en het laatst gepubliceerd resultaat is, dat van de 306 als genezen ontslagenen in het begin van het vorig jaar slechts 14 weer hervallen bleken in hun oude kwaal, terwijl 119 de matigheid hebben bewaard en 172 in geheelonthouding le- L>e „Versicherungsanstalt" heeft dan ook gemeend, het initiatief tot krachtiger actie te moeten nemen. In 1908 riep zij op tot aaneensluiting van vereent- gingen, wier werkzaamheid op dit gebied ligt. Men besloot tot de stichting van Bureaux, waar aan huisgenooten en fa- mielieleden van drinkers raad wordt ge geven en waar de weg voor de dronk aards zeiven geëffend wordt, om zich bij de drankbestrijdersvereeniging hun ner eigen conefssie aan te sluiten. L>e belangstelling daarvoor was zeer groot, zoodat het getal spreekuren on voldoende bleek bij de bureaux, te Bar men en Düsseldorf opgericht. In de laat ste stad alleen werden in 1908 niet min der dan 227 gevallen behandeld en in 1909 kwamen er nog 149 bij. Een zeer groot getal dronkaards werd aldus tót het Kruisverbond gebracht en zoo niet enkel voor de samenleving, maar ook voor de Kerk behouden. De voorloopers der „alcoholspreek- .uren" waren in Duitschland de intensie ve bemoeiingen van de politie in som mige plaatsen. In Herford hadden deze succes, al was het niet groot. In Brcslau brengt de politie de dronkaards onder in werkhuizen, bedelaarskolonies e. d. Volgens het laatste verslag genazen 10 pet. en verbeterden 48 pet. In Bielefeld zag de patronage-vereeniging voor de redding der drankzuchtigen door haar toedoen de oorspronkelijke lijst van 99 dronkaards reeds teruggebracht tot 48. Dr. Rath te Dortmund, Dr. Kappelmann te Erfurt en de Stadsmissionaris in Kiel mogen met behulp der Goede Tempelie ren en de leden van het Blauwe Kruis ook bogen op mooie resultaten. Ook in ons land is men op dit gebied met veel succes werkzaam. Het zal moei lijk zijn een katholieke drankbestrijders vereeniging in Nederland aan te tref- FEUILLETON. De andere weg. door ERNST ZAHN. Hugo Grob was nu een knappe jongen hoog opgeschoten en stevig gebouwd, en wanneer hij naast Adli in den tuin stond, zag baas Gottfried met genoegen naar hen, en kwam er meer dan eens een ge dachte bij hen op, die de zorgen ver dreef. Hij had de kleine Adli zien op groeien en het ernstige kind veran deren in een werkzaam, eenvoudig, gods dienstig meisje, en gevoelde onwilirs- keurig dat zij eigenschappen bezat, die in staat zouden zijn de fouten van ziijn zoon te bestrijden en te vereffenen. Wanneer hij dan somtijds tusschen de beide jongelieden op de bank zat, werd hij meermalen de brug tusschen hen. Zij: verloren hun beschroomdheid en werden vroolijk. Hugo had, als hi^ in zijn hu meur was, veel opgewektheid en schranderheid, het meisje moest herhaal delijk lachen om zijn geestige zetten, witte vlinders dansten in den tuin rond en de rook van baas Gottfrieds pijp Steeg omhoog, de lucht in. Het .waren vreedzame uren en vreedzame dagen die zij in dien tijd doorleefden. Wellicht waren het voor hen alle drie de geluk kigste jaren van hun leven. Niet dat Hugo's gewoonte om te bluffen nu eensklaps verdwenen was, dikwijls verviel hij midden in een ge woon gesprek op nieuw in zijn groot spreken of in een blootleggen van zijn fantastische toekomstplannen, maar het was zonderling hoe hij dan spoedig ver anderde van toon, zoodra Adli hem met kalme stem afvroeg: „Geloof je niet, dat het zus of zoo beter zou zijn?" of „Denk je niet dat het ii.log wel anders zou kunnen?" Menigmaal ontwapende de beschei denheid van het meisje hem dan geheel, zoodat hij zich eensklaps klein gevoel de en beschaamd zweeg. Baas Gott fried echter vergat zijn bezorgdheid' over het karakter van zijn zoon nu hij zag hoe het meisje in deze oogenblikken he.n wist te leiden en te beheersche i. Juffrouw Grandjean voegde zich nooit bij hen in den tuin. Zij had weinig- tmef Adli op, wiens vader in bekrompen, gel- delijken toestand moest leven en nietfce- .min zijn zaken slecht behartigde. Zij trachtte den meubelmaker ook herhaal delijk aan te toonen dat Adli geen ge selschap vojor Hugo was en dat hij haar ter wille van „het bruine kind" verwaar loosde. Baas Grob liet haar echter maar praten en ging voort met zich te verma ken in het gezelschap der beide jonge lieden. Zonder groote gebeurtenissen verlie pen Hugo's verdere schooljaren. Na ver loop van drie jaren nam zijn vader hem bij zich in de leer, daar hij zich niet voor een ander beroep kon of wilde beslissen. Nu echter vader en zoon dag aan dag van den morgen tot den avond bij elkan der waren, kwam hun verschil in karak ter hoe langer hoe meer aan het licht. Al spoedig werd de verhouding tusschen hen eenigszins gespannen. Hetgeen Hu- go in de school ontbroken had, volhar ding en degelijkheid leerde hij nu even min. Eerst was het een stille, later ech ter een openlijken strijd tusschen baas en leerjongen. Telkens wanneer baas Grob even de werkplaats uit ging, vond hij Hugo, wanneer hij terug kwam, niets doende. Hij rookte sigaretten en rook te sterk, en de oude man kon deze weel de, .zooals hij het noemde, niet uitstaan. „Voor ons handwerkslieden", zeide hij, „past een pijp, die papieren dingen zijn maar blufferij." In deze kleine tegenstelling (toonde zich reeds het groote .verschil tusschen beiden. Maar op,l£ jiet werk van den zopji bevredigde den vader niet. Hij was zelf de geheele stad door bekend, dat hij de gelijk, stevig werk afleverde en Hugo deed alles wel vlug af, doch wat uit zijn handen kwam, zag er wel netjes uit voor het oog, maar zat nooit hecht in el kander. De zoon beweerde dat men te genwoordig meer op sierlijkheid dan op stevigheid gesteld was, dat de menschen, in zekeren zin, bedrogen wilden worden terwijl baas Gottfried een geheel andere meening was toegedaan. Sterk en stevig heb ik altijd mijn werk afgeleverd", hield hij vol, „en zoo zal het ook blijven, zoolang ik in mijji werk plaats nog iets te zeggen heb. Mijn klanten verwachten dat van mij, en ik wil mijn goeden naam bij hen behou den". Hij gaf nauwkeurig acht op het wer ken van zijn zoon en was voor hem een baas, onder wien hij wel moest wer ken. Telkens en telkens weder liet hij den jongen iets overdoen, als het niet naar zijn genoegen was. Met stille ergernis en dan weder uit vluchten zoekend, berustte Hugo in den dwang. Hoezeer zijn tegenwoordige le venswijze ook tegenstond, kon men het beste aan hun bemerken als hij buitens huis was. Hij was dan uitge'ntcn vroo lijk, .alg van een zw.aren last bev> ijst, en als iemand die hongert najir vrijheid en naar genot. Een tijd lang hield zijn vader dezen strijd vol. Hugo leerde onder zijn lei ding het beroep van schrijnwerken, en moest dat leeren. Maar zijn oude heer ergerde zich niet alleen over dag aan zijn weinig degelijke opvatting van het werk, maar bracht ook slapelooze nachten door, waarin hij aan het vreem de karakter van zijn zoon lag te denken. Hij was nu overtuigd, dat hij hera nooit den baas zou worden en meerma len beving hem een onuitsprekelijken angst. Hij besefte het zelf wel niet, toch had i;et anders in deze dagen kunneir merken dat hij die tot nu toe in zijn le ven weinig behoefte aan menschen had gehad, daardoor juist al zijn genegenheid op zijn zoon had gevestigd. Pijnlijke ge waarwordingen doorkruisten zijn ge moed, ofschoon men het hem uiterlijk! niet kon aanzien en hij zoowel tegenover zijn klanten als in zijn gezin zich steeds even vriendelijk voordeed. De winter kwam en daarmede ook de lange avonden. Tegen den zin van baas Gottfried of althans met zijn aarzelende toestemming werd Hugo lid van een gymnastiek en een tooneelverconigiug en werd hii al spoedig een der ijverig» I ste leden daarvan. (Wordt verv.|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9