jfirFmBews
SSvFfesls
sSP«ra s
J De«hen wi, verder eens, hoe de drank
Uit de Pers.
5)
fen, die niet kan wijzen op den een of
anderen gewezen drinker, die aan haar
dank™ ehee»er|l"aamHejd Zl,n beiloud 'e
danken heeft. In meerdere plaatsen ziin
znrht- Consultatie-bureaux voor drank
zuchtigen opgericht, o.a. te Amsterdam
enririJr"ham' Rol,"dam. Helmond?
en dt leiders dezer bureaux en hunne mé.
dehelpers zijn zeer tevreden. Van de 43
Am'.ll?" b-v «lie in een jaar tijd bij het
Amsterdamsche bureau genezing kwamen
zoeken van hun drankzucht, werden 20
beslist geheelonthouder; 12 waren twij.
felachtig; van 3 had men nog geen be
sliste zekerneid, en slechts 8 gevallen ble
ven zonder resultaat
redüL?"? d','0r dit al,es k°mt de
redding der drankzuchtigen in een geheel
ander hcht te staan, daarom zij.f i„ -J
verledene zooveel pogingen om de inen-
luktOmri?n 8f 'e brengen, mis
lukt Omdat men de drankzuchtigen ver
keerd beschouwde. Ze waren nog t" veeï
zondaar en men hield geen rekeiTing met
hun ziekeiijken toestand naar lichaam en
peest. Dientengevolge dwaalde men ook
Gelet echter "n <fJepass,nfï der middelen,
ueiet echter op de ervaring, die men in
hee t onn ri™ binnen" e" buitenland
heeft opgedaan, mag, neen moet men op
Sa er gve?'|k het,/tandPunt
reddcn valt, als de zorg
voor de drankzuchtigen maar goed ge
b.fhéte?ddWOrdt 1 de «are meFhoïe
dij het reddingswerk gevolgd wordt,
is °prlC fi' van Consultatieburcaux
s de aangewezen weg. Voor nadere in
lichtingen daaromtrent verwijs ik naar
m.jnc brochure: „Red. de drankzuchti
gen" verkrijgbaar bij het Secretariaat
van Sobnètas te Maastricht, en naar een
hriM rw'het maandschrift So-
bnetas (blz. 245, Jaarg. IV, 19,0; en
bk 33, Jaarg. V, 1911).
Voor de Christelijke Charitas ligt hier
nog een groot veld ter bearbeiding open
Op den weg onzer Vincentius -en mt
sabcthvereenigingen ligt het om met de
Roomsche Drankweer overal Consultatie-
Bureaux op te richten. Of stuiten deze
vereen,gingen „iet voortdurend op het
vooral vra?k7Sbr'k de dra"kzucht,
vooral van den kostwinner, als voorna
lenigen™3 e"ende' die zi' zookcn te
een^'n df- ^hristeli'ke naastenliefde op
een practische wijze beoefenen wil en
zich in dienst wil stellen van de goede
zaak, lu, biede zich aan om deel uit te
maken van de reddingsbrigade, die een
Consultatie-Bureaux bij zijn werk ter zii-
de staat teneinde door het voorbeeld van
el??!! 01thoud'ng. door huisbezoek
steun Se dran ucbtigen met moreelen
steun te omringen.
Men bedenke toch eens wel, wat een
a £,rP de drankzucht is en hoe
veel ellende zi, alom aanricht.
zelf ondermijnen de drankzuchtigen
hunne gezondheid, vallen aan allerlei li
chamelijke miseries ten prooi, krenken
hunne verstandelijke vermogens, verlie
zen hunne wilskracht en hunne eigen
waarde, worden meestal godsdienst- en
zedeloos vervallen vaak tot armoede, kort
dDer en"sl 'a"gx h°e mind"waar-
u f slePen °"dcr elk opzicht- li
chameh/k, geestelijk, godsd.enstig, zede-
cieel een M "I"5'6 ^evallcn ook finan
cieel, een allertreurigst bestaan voort
tn in hunne omgeving? Daar worden
rondgedragen gebroken harten en rood
geschreide oogen, daar leest men kom-
daar is" de gelaatstrekken,
daar is het huiselijk geluk zoek dasé
daar wordtPeh°OZe naCb'e" doorgebracht,
daar wordt honger geleden en gebrek
daar is alles somber, akelig, droef en kil'
Ook de maatschappij lijdt onder de
drankzucht. Dit volgt reeds uit het groot
aantal personen, die door deze ziekte ziin
a?zogndeSr7iedeelle"de van ieder dezer
I afzonderlijk en van hunne gezinnen sa
schann TV" het "Chaam da' maal"
schapp', heet, eene afzichtelijke wonde
I zucht de volksgezondheid bedreigt Drank
zucht,gen kweeken een zwak geslacht
kmderen met een minderwaardig lichaam
zwakke zenuwen en weinig of geen
weerstandsvermogen. En hoeveel hve"s
beneden het eerste levensjaar heeft de
drankzucht "iet op haar rekening, o.a
ook omdat de moeder niet in staat is haar
eersten moederplicht te vervullen en haar
kind het natuurlijke voedsel te geven.
Er bestaat vervolgens een allernauwst
verband tusschen drankzucht en krank
zinnigheid, drankzucht en prostitutie, on
zedelijkheid, drankzucht en criminaliteit,
drankzucht en algemeene ontaarding. Hoe
veel energie en werkkracht gaat niet door
de drankzucht verloren, en wat een groot
stuk nationale welvaart ontnemen de mil-
lioenen, jaarlijks aan het onmatig gebruik
van drank besteed. Ook de woningnood
en dergelijke worden voor een niet ge
ring deel door de drankzucht veroorzaakt
En dit zijn nu nog maar eenige kwade
gevolgen der drankzucht voor de maat
schappij, doch hoeveel goeds, dat voor
het maatschappelijk leven, tot verbetering
der sociale misstanden, dienstig zoude
zijn, wordt bovendien door de drank
zucht belet.
„Elke drankzuchtige minder beteekent:
een uitgangspunt van bederf en gevaar
voor de samenleving minder." Uit dit
woord van Van der Woude blijkt, wat
de drankzucht voor de maatschappij is.
Men zegt altijd dat wij zitten opge
scheept met 26000 gepatenteerde drin
kers. Of het waar is, weet ik niet, maar
dat wij in Nederland minstens twee a
driemaal zooveel drankzuchtigen hebben,
betwijfel ik geenszins.
Zooais boven gezegd, kunnen wij door
persoonlijke bemoeiingen inenigen drank
zuchtige redden. De ondervinding leert
echter eveneens, dat vele drankzuchti
gen niet tot normale, voor de samenle
ving geschikte, inenschen kunnen worden
hervormd, dan wanneer zij voor eenigen
tijd opgenomen worden in een bijzonder
daartoe ingericht sanatorium. De resul
taten dezer sanatorium-verpleging zijn
prachtig. De statistieken der herstellings
oorden voor drankzuchtigen spreken van
minstens de helft tot 3/4 pet genezingen
en van veel verbeterden. Verbeterd wor
den zij genoemd, die matig gebruiker zijn
geworden. Nu bestaan in "Nederland wel
meerdere neutrale en christelijke sanato
ria voor drankzuchtigen, doch nog geen
Katholiek herstellingsoord. Een eigen
Roomsche inrichting kunnen wij echter
niet missen. Want leiders van Sanato
ria, ook van neutrale, geneesheeren en
kenners van het alcoholvraagstuk getui
gen eenparig, dat bij de sanatorium-ver
pleging van drankzuchtigen de godsdienst
een zeer voorname factor is. En nu be
grijpt iedereen, dat waar de katholieke
drankzuchtige vooral zijn heil moet zoe
ken i n de bovennatuurlijke middelen van
gebed en H. Sacramenten, in het over
wegen der geloofswaarheden, in gods
dienstige opwekkingen enz., hij thuis be
hoort in een Roomsch gesticht.
Het Federatief bestuur der Ned. Kath.
Drankbestrijding heeft dit begrepen en
reeds eenige jaren geleden een fonds
gesticht, het Dr. Ariënsfonds, waaruit met
verloop van tijdleen eigen R. K. Sanato:
rium tot genezing van drankzuchtigen
kan worden gebouwd. De milddadigheid
der Nederlandsche Katholieken heeft op
het oogenblik tot dit doel vijftienduizend
gulden bij elkaar gebracht, 'n Mooi be
drag reeds; doch om te kunnen beginnen
met bouwen is het nog niets.
Als iemand dus een goed werk wil
doen, dan kan hij bij het Dr. Ariënsfonds
terecht. Het geld daaraan gegeven, is
goed besteed. Wanneer dus uw steun
hiervoor gevraagd wordt, weiger dan niet
Indien iedereen een steentje bijdroeg, zou
het sanatorium spoedig, tot eer der Ka
tholieken, den Nederlandschen bodem
sieren.
Kapelaan Simonis, van Den Bosch,
kwam op een lumineus idee. Hij stelt
voor een bloemendag voor het Dr. Ariëns
fonds, in navolging van de Ned. Cen
trale Vereeniging tot bestrijding der Tu
berculose", die het vorig jaar den 30en
April in verschillende gemeenten een wel
dadigheidsbloempje verkocht. Het is te
hopen, dat dit idee overal ingang vindt,
en dat op 24 September e.k., den feest
dag van O. L. Vrouwe tot Verlossing
der slaven, velen een Sobriëtas-bloemp-
je zullen koopen, tot steun van het Dr.
Ariënsfonds, voor de redding der drank
zuchtigen. Als iedereen, die kan, zijn
dubbeltje voor dit bloempje geeft, is er
geld genoeg bijeen en kan terstond met
den bouw begonnen worden.
Het Nederlaiulsch Episcopaat heeft in
dertijd reeds verklaard ten zeerste het
edel streven van Sobriëtas te waardeeren,
en met ingenomenheid te zullen begroe
ten, indien in de toekomst tal van drank
zuchtigen in een op te richten Sanatorium
van hun verderfelijke kwaal genezen wor
den.
P. fr. ILDEFONSUS,
Helmond. O. ff. Min. Cap.
Het Romeinsche vraagstuk en het
Italiaansche Jubeljaar.
De „Tijd" heeft in een hoofdartikel,
waarvoor het b!ad enkele gegevens ont
leende aan de „Historische Politische
Blatter", aan de hand van uitspraken en
gebeurtenissen erop gewezen, dat de
Italiaansche regeering openlijk of ge-
heimelijk de inzichten en plannen der
vrijmetselarij in de hand werkt. Deze
plannen zijn gericht om den Paus uit
Rome te verdrijven.
In dit licht beschouwd, valt dan ook"
alleen de houding te verklaren welke de
Italiaansche bewindvoerders bij voort
during tegen den Paus aannemen, eeni
houding, welke in flagranten strijd is
met de waarborgen wet.
De Italiaansche vrijmetselarij is er zich
evenwel van bewust, dat zij in haar oj>
zet, om den Paus uit Rome te verdrij
ven, niet zal slagen, zoolang de vol
maakte diplomatische isoleering van den
H. Stoel niet een voldongen feit is. Van
daar het onafgebroken, met onvermoeide
wilskracht voortgezette st-reven der Ita
liaansche Vrijmetselaars, om de Loges
van andere landen voor hunne inzichten*
en plannen te winnen.
Mogen wij het hoofd der Italiaansche
Logemannen gelooven, dan is het stre
ven, om den H. Stoel te isoleeren, niet
zonder gevolg gebleven, want op zijn
rondreis door Italië (1910) verkondigde
Adriano Lemmi, op den vooravond van
het Feest van de H.H. Petrus en Pauh
lus het luide te Venetië: „Alle broeders
willen (ten opzichte van die isoleering)
hetzelfde in Parijs, in Berlijn, in Londen,
in Madrid, in Calcutta, in Washington;"
En de feiten. Frankrijk heeft zijn be
trekkingen met den H. Stoel verbroken,
Portugal en Spanje zijn op weg om het
te doen en van de Katholieke Rijken is,
naast Beieren en België, Oostenrijk nog
de eenige Orootmogendheid, welker di
plomatie met het Vaticaan op goeden
voet verkeert.
Als practisch besluit stelt de „Tijd"
de volgende conclusie:
Italië viert thans het halve eeuwfeest!
van zijn eenheid en wil aa i dit herinne
ringsfeest zooveel mogelijk luister bij
zetten, door tal van vreemdelingen en
aanzienlijke personen naar Rome te lok
ken. De Eeuwige Stad wil de Italiaan
sche regeering door tentoonstellingen,
en congressen, tot een schitterend mid
delpunt van grootsche manifestaties en
festiviteiten maken.
Om voor de oogen van de Italianen en
de buitenlanders op grandiose wijze te
doen uitkomen, welke stoffelijke „zege
ningen" aan het tot stand komen van
het ééne Italië te danken zijn Ook dat
maar dit is niet alles en wellicht niet de
hoofdzaak.
Het eigenlijk en van de zijde der Vrij
metselarij niet verzwegen doel istegen
over het Vaticaan te pochen, het Va
ticaan te tergen door eene verbluffende
uitstalling van de grootheid van cén
Italië en cén Rome, gedacht zonder den
Paus. Wanneer de Vrijmetselarij in haar
opzet slaagt, dan zal haar succes uit
gespeeld worden tegen het dit jaar zoo
stille Vaticaan en zijn rouwenden Bewo
ner; dan zullen al die aanzienlijke per
sonages, die tallooze vreemdelingen, die
luiddruchtige feestelijkheden, al die con
gressen en tentoonstellingen moeten
getuigen voor de allesbeheerschende
idee: Italië en Rome kunnen het best
buiten den Paus stellen, zij zijn groot
buiten den Paus, zij trokken de belang
stelling en de bewondering tot zich zon
der de attractie, welke voor de Katholie
ken van het Vaticaan en Pius X uit
gaat.
Ongetwijfeld, men kan zich dat halve-
r,3K—"
trüSKtaiatsi;
gedacht" u"h T.vi'andif? a" de„ Paus
schrift de Katholieke Duitschers e„ hun'
wdke reho!,SVOegJden om uit te '"aken,
den schrijver in de „Hist. Pol BI i!
iPehteer?menZht T™5 <^d
En daarna
ce?hevr?rde b,laden bllf™' achterwege
sehiedej? "a da victorie 'Jo'ft gl'
Wat het „daarna" betreft, vergeet het
met ;t'-IDT °,.nS VOOrkomk dat men
net t alg .kiesrecht als leuze er eenii?
zins anders voor komt te staan dan met
eenigerlei andere hervorming als liet ver
GestekTkP3rt*"
z' daarna nog rnet de uit het bi.
staande kiesrecht voortgekomen verte
genwoordiging de zaken voort te zetten
Er zouden nieuwe algemeene verkiezm"
kiesrecht moglrt°"dS'aig Va" het
Kiesrecht moeten volgen. Over het nrn
doaen'"haehdat daar',a dienst z°u iftoetea
doen, behoeven wij dus niet te spreken
alleen over hetgeen aan de orde z m ko
men voor de voorstellen inzake het at
n nCh' Staat van wifzen zou.
den zijn. Overeenstemming nn enkele
punten zon daarvoor echter voldoende
wezen en wij achten het met het Hbl
wenschehjk, en ook volstrekt niet on.
mogelijk, dat dienaangaande z k rlicid
worde verkregen. *-*-rneia
Op deze ijdele uitvlucht - want meer
w e C our l" r' geef' d" -N i e u-
hS x o volgende antwoord:
Hierdoor wordt dus opnieuw uitdruk,
kehjk bevestigd, dat de bedoeling van de
Uw'?eide" - naar de meening van het
„Vaderland dat den heer De Meester
als politiek hoofdredacteur heeft ,a
de" algemeen-kiesrecht-eisch te maken
tot de alles overheerscliende leuze bil
de verkiezingen voor 1913, met dien ver.
nill I ee" "a een s'embus-overwiii-
nmg te vormen kabinet der linkerzijde
een algemeen-kiesrecht-ministerie zou ziin
met mets méér op rijn program dan ei"
kele punten om den tijd te vullen
wacht "mei"' me" df r e" biervan ver-
I h. i Practische toepassing van
iberale beginselen. En voor een den?
Iijke campagne, met de S. D. A P voor
de' ac",nt men, z00waar te rekenen op"
de actieve medewerking der Vrije li.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 11 Maart.
Zijn Drankzuchtigen te
redden?
Men wil nog wel eens gauw zeggen,
dat er weinig of niets aan te doen is
om een drinker te bekeeren. Ze de
drankzuchtigen zullen het wel een
tijdje laten, zal menigeen mij toevoegen,
zij zullen u de schoonste beloften doen,
doch het zijn echte dronkemanstranen
die zij storten; in den regel duurt het
niet lang, of het is weer hetzelfde liedje.
Wat hiervan te denken?
In de laatste jaren zijn nieuwe inzich
ten geopend omtrent den aard der drank
zucht. In meerdere kringen is men de
drankzucht stelselmatig gaan bestrijden
en hare slachtoffers oordeelkundig gaan
behandelen. Ende resultaten zijn
verrassend.
Het „Blauwe Kruis", een protestant-
sche geheelonthoudersvereeniging telt in
Zwitserland over de tienduizend leden,
waaronder 3900 bekeerde dronkaaids;
in Duitschland over de vijf en twintig
duizend leden, waaronder 6400 bekeer
de dronkaards; in Frankrijk en Belgie
3800 leden, waaronder 1150 bekeerde
dronkaards. Als internationale Bond heeft
het „Blauwe Kruis" reeds 19861 drin
kers gered.
De .Rheinische Versicherungsanstalt
begon in 1903 met een 14-tal dronkaards
te behandelen, als zieken en zwakken
te verplegen. Groote verwachtingen wer
den daarvan niet gekoesterd, zoodat men
het volgend jaar slechts zes patiënten
daarbij voegde, wijl eerst de resultaten
van de eerste proef moesten worden af
gewacht
Zij vielen mee; ze waren betrekkelijk
gunstig drie van de veertien bleken on
verbeterlijk, althans in dien korten tijd,
maar elf waren naar allen schijn genezen
Er werd dus op dezen weg voortgegaan,
en het laatst gepubliceerd resultaat is,
dat van de 306 als genezen ontslagenen
in het begin van het vorig jaar slechts
14 weer hervallen bleken in hun oude
kwaal, terwijl 119 de matigheid hebben
bewaard en 172 in geheelonthouding le-
L>e „Versicherungsanstalt" heeft dan
ook gemeend, het initiatief tot krachtiger
actie te moeten nemen. In 1908 riep
zij op tot aaneensluiting van vereent-
gingen, wier werkzaamheid op dit gebied
ligt. Men besloot tot de stichting van
Bureaux, waar aan huisgenooten en fa-
mielieleden van drinkers raad wordt ge
geven en waar de weg voor de dronk
aards zeiven geëffend wordt, om zich
bij de drankbestrijdersvereeniging hun
ner eigen conefssie aan te sluiten.
L>e belangstelling daarvoor was zeer
groot, zoodat het getal spreekuren on
voldoende bleek bij de bureaux, te Bar
men en Düsseldorf opgericht. In de laat
ste stad alleen werden in 1908 niet min
der dan 227 gevallen behandeld en in
1909 kwamen er nog 149 bij.
Een zeer groot getal dronkaards werd
aldus tót het Kruisverbond gebracht en
zoo niet enkel voor de samenleving, maar
ook voor de Kerk behouden.
De voorloopers der „alcoholspreek-
.uren" waren in Duitschland de intensie
ve bemoeiingen van de politie in som
mige plaatsen. In Herford hadden deze
succes, al was het niet groot. In Brcslau
brengt de politie de dronkaards onder
in werkhuizen, bedelaarskolonies e. d.
Volgens het laatste verslag genazen 10
pet. en verbeterden 48 pet. In Bielefeld
zag de patronage-vereeniging voor de
redding der drankzuchtigen door haar
toedoen de oorspronkelijke lijst van 99
dronkaards reeds teruggebracht tot 48.
Dr. Rath te Dortmund, Dr. Kappelmann
te Erfurt en de Stadsmissionaris in Kiel
mogen met behulp der Goede Tempelie
ren en de leden van het Blauwe Kruis
ook bogen op mooie resultaten.
Ook in ons land is men op dit gebied
met veel succes werkzaam. Het zal moei
lijk zijn een katholieke drankbestrijders
vereeniging in Nederland aan te tref-
FEUILLETON.
De andere weg.
door ERNST ZAHN.
Hugo Grob was nu een knappe jongen
hoog opgeschoten en stevig gebouwd, en
wanneer hij naast Adli in den tuin stond,
zag baas Gottfried met genoegen naar
hen, en kwam er meer dan eens een ge
dachte bij hen op, die de zorgen ver
dreef. Hij had de kleine Adli zien op
groeien en het ernstige kind veran
deren in een werkzaam, eenvoudig, gods
dienstig meisje, en gevoelde onwilirs-
keurig dat zij eigenschappen bezat, die
in staat zouden zijn de fouten van ziijn
zoon te bestrijden en te vereffenen.
Wanneer hij dan somtijds tusschen de
beide jongelieden op de bank zat, werd
hij meermalen de brug tusschen hen. Zij:
verloren hun beschroomdheid en werden
vroolijk. Hugo had, als hi^ in zijn hu
meur was, veel opgewektheid en
schranderheid, het meisje moest herhaal
delijk lachen om zijn geestige zetten,
witte vlinders dansten in den tuin rond
en de rook van baas Gottfrieds pijp
Steeg omhoog, de lucht in. Het .waren
vreedzame uren en vreedzame dagen die
zij in dien tijd doorleefden. Wellicht
waren het voor hen alle drie de geluk
kigste jaren van hun leven.
Niet dat Hugo's gewoonte om te
bluffen nu eensklaps verdwenen was,
dikwijls verviel hij midden in een ge
woon gesprek op nieuw in zijn groot
spreken of in een blootleggen van zijn
fantastische toekomstplannen, maar het
was zonderling hoe hij dan spoedig ver
anderde van toon, zoodra Adli hem met
kalme stem afvroeg:
„Geloof je niet, dat het zus of zoo
beter zou zijn?" of „Denk je niet dat
het ii.log wel anders zou kunnen?"
Menigmaal ontwapende de beschei
denheid van het meisje hem dan geheel,
zoodat hij zich eensklaps klein gevoel
de en beschaamd zweeg. Baas Gott
fried echter vergat zijn bezorgdheid'
over het karakter van zijn zoon nu hij
zag hoe het meisje in deze oogenblikken
he.n wist te leiden en te beheersche i.
Juffrouw Grandjean voegde zich nooit
bij hen in den tuin. Zij had weinig- tmef
Adli op, wiens vader in bekrompen, gel-
delijken toestand moest leven en nietfce-
.min zijn zaken slecht behartigde. Zij
trachtte den meubelmaker ook herhaal
delijk aan te toonen dat Adli geen ge
selschap vojor Hugo was en dat hij haar
ter wille van „het bruine kind" verwaar
loosde. Baas Grob liet haar echter maar
praten en ging voort met zich te verma
ken in het gezelschap der beide jonge
lieden.
Zonder groote gebeurtenissen verlie
pen Hugo's verdere schooljaren. Na ver
loop van drie jaren nam zijn vader hem
bij zich in de leer, daar hij zich niet voor
een ander beroep kon of wilde beslissen.
Nu echter vader en zoon dag aan dag
van den morgen tot den avond bij elkan
der waren, kwam hun verschil in karak
ter hoe langer hoe meer aan het licht.
Al spoedig werd de verhouding tusschen
hen eenigszins gespannen. Hetgeen Hu-
go in de school ontbroken had, volhar
ding en degelijkheid leerde hij nu even
min. Eerst was het een stille, later ech
ter een openlijken strijd tusschen baas
en leerjongen. Telkens wanneer baas
Grob even de werkplaats uit ging, vond
hij Hugo, wanneer hij terug kwam, niets
doende. Hij rookte sigaretten en rook
te sterk, en de oude man kon deze weel
de, .zooals hij het noemde, niet uitstaan.
„Voor ons handwerkslieden", zeide hij,
„past een pijp, die papieren dingen zijn
maar blufferij."
In deze kleine tegenstelling (toonde
zich reeds het groote .verschil tusschen
beiden. Maar op,l£ jiet werk van den zopji
bevredigde den vader niet. Hij was zelf
de geheele stad door bekend, dat hij de
gelijk, stevig werk afleverde en Hugo
deed alles wel vlug af, doch wat uit zijn
handen kwam, zag er wel netjes uit voor
het oog, maar zat nooit hecht in el
kander. De zoon beweerde dat men te
genwoordig meer op sierlijkheid dan op
stevigheid gesteld was, dat de menschen,
in zekeren zin, bedrogen wilden worden
terwijl baas Gottfried een geheel andere
meening was toegedaan.
Sterk en stevig heb ik altijd mijn werk
afgeleverd", hield hij vol, „en zoo zal
het ook blijven, zoolang ik in mijji werk
plaats nog iets te zeggen heb. Mijn
klanten verwachten dat van mij, en ik
wil mijn goeden naam bij hen behou
den".
Hij gaf nauwkeurig acht op het wer
ken van zijn zoon en was voor hem een
baas, onder wien hij wel moest wer
ken. Telkens en telkens weder liet hij
den jongen iets overdoen, als het niet
naar zijn genoegen was.
Met stille ergernis en dan weder uit
vluchten zoekend, berustte Hugo in den
dwang. Hoezeer zijn tegenwoordige le
venswijze ook tegenstond, kon men het
beste aan hun bemerken als hij buitens
huis was. Hij was dan uitge'ntcn vroo
lijk, .alg van een zw.aren last bev> ijst,
en als iemand die hongert najir vrijheid
en naar genot.
Een tijd lang hield zijn vader dezen
strijd vol. Hugo leerde onder zijn lei
ding het beroep van schrijnwerken, en
moest dat leeren. Maar zijn oude
heer ergerde zich niet alleen over dag
aan zijn weinig degelijke opvatting van
het werk, maar bracht ook slapelooze
nachten door, waarin hij aan het vreem
de karakter van zijn zoon lag te denken.
Hij was nu overtuigd, dat hij hera
nooit den baas zou worden en meerma
len beving hem een onuitsprekelijken
angst. Hij besefte het zelf wel niet, toch
had i;et anders in deze dagen kunneir
merken dat hij die tot nu toe in zijn le
ven weinig behoefte aan menschen had
gehad, daardoor juist al zijn genegenheid
op zijn zoon had gevestigd. Pijnlijke ge
waarwordingen doorkruisten zijn ge
moed, ofschoon men het hem uiterlijk!
niet kon aanzien en hij zoowel tegenover
zijn klanten als in zijn gezin zich steeds
even vriendelijk voordeed.
De winter kwam en daarmede ook de
lange avonden. Tegen den zin van baas
Gottfried of althans met zijn aarzelende
toestemming werd Hugo lid van een
gymnastiek en een tooneelverconigiug
en werd hii al spoedig een der ijverig»
I ste leden daarvan. (Wordt verv.|