STRUNNIKOW de wereldkampioen op de schaats, die te Drontheim tij de pas verreden schaatswedstrijden op alle afstanden de eerste was Naar men weet beeft deze vlugge rijder ook hat berormde 5OO.' Meter-record van Jaap Eden, te Handa verkregen, geslagen 2ij het ook officiéél. hij voort en slech s tijd ontsnapt hemt een diepe zucht en strijkt hij met de hand door de haren. Hij rekent en rekent, vergelijkt den karigen inhoud der brandkast met de verkregen uit komsten en zegt ten slotte „Het helpt niet meer. Het is uit." Moedeloos staart hij in de ruimte. „O, had ik toch naar mijn moeder geluisterd en mijn valsche vrienden links laten liggen," zoo gaat hij in zich zelf sprekend voort, terwijl hij het moede hoofd in de beide han den legt, „thans, van tijd to 1 nu ik geruïneerd ben, kent men mij niet meer en klop ik tevergeefs overal aan." Zwaar zinkt het hoofd op het tafelblad neer en een smartelijk ge steun ontwelt aan zijn borst. Terwijl zoo bittere gedachten aan zijn schuld den ongelukkige het hart verontrusten, valt een zonnestraal door het hooge raam en werpt een gouden schijn op het donkere haar van den geruïaeerden koop man, alsof een be schermende hand zich daarover uitstrekt. Terzelfder tijd dat de lichtzinnige jonge man zich aan deze kwellende gedachten vol zelfver wijt overgeeft, gaat een oude vrouw in de klee derdracht eener boerin over de naburige markt. Ze stapt met zware schreden voort, alsof ze gewoon is op de schou ders of in de handen zware vrachten te dra gen. Haar trekken zijn ernstig, somber zelfs; ze schijnt door zwaar moedige gedachten te worden beziggehouden. Nu heeft zij de smalle w teeg bereikt en bestijgt UIT VGRAVENHAGE DAT VERI'WIJNEN GAAT: de Schouwburg in het Korte Voorhout, die ten doode is opgeschreven en eerlang voor een eemeentf lijken schouwburg zal moeten plaats maken. Foto. C. J. L. Vermeuleo, UtrechtDen Haag. de trap naar het kantoor van den koopman Petersen. Ze klopt, maar krijgt geen antwoord; ze klopt harder en alsook nu geen antwoord volgt, draait ze den knop der deur om en treedt het kantoor binnen. De man aan de schrijftafel heeft bij haar komst het hoofd opgericht; zijn donkere oogen staren koortsachtig in het bleeke gelaat en verward hangt het haar over zijn voorhoofd. De oude vrouw was een oogenblik verschrikt blijven staan, doch werd toen door haar gevoel overmeesteid Liefkozend slaat ze beide armen om den hals van den joogen koopman. „Gustaaf, mijn jongen, wat is er gebeurd," klinkt het van de trillende lippen. .Ach moeder," antwoordde hij zacht, „moeder...." Dat is alles wat hij uitbrengen kan, een schok gaat door zijn lichaam, hij heeft een gewaarwording alsof hij dreigt te stikken; daarop laat hij het hoofd op den schouder zijner moeder vallen en breekt in snikken en tranen uit. Toen hij naeeni- gen tijd wat kal mer werd, begint ze langzaam en ern stig: „Nu Gustaaf, vertel nu maar eens. Hebt ge iets op uw hart of uw geweten of hebt ge ongeluk in za ken gehad Spreek rustig, je weet, dat ik je helpen zal, als ik kan." Hij echter weet in het eerst niets te antwoorden. DE RUSSISCHE J ANDVERHUIZERS TE ROTTERDAM de miserie der Russische landverhuizers, die te Rotterdam per »Volturnus« aangebracht, door de Duitsche autoriteiten niet zouden worden doorgelaten, en die diensvolgens weer naar Amerika zouden moeten worden teruggezonden, is door de dagbladen overbekend. Oók hoe de Ergtlsche reedt 1 ij die hen hier heen hai overgebraent bij den terugkeer al'e Russen op een sleepboot had doen overgaan, en ze weer te Rotterdam aan wal zette. De zwervers, als vee op ongehoorde wijze her- en derwaarts gezonden, wer den ten slotte door de politie en de Russische consulaire -ambtenaren op sleepbooten onderp ebiacht. Onze foto geeft een kiekje van 'de twee sleepbooten, de »Padangs,« met hun tijdelijke passagiers, die wegens het slechte weer meest in de bekrompen ruimten beneden verblij 1 hielden. Wordt vervolgd. DE RUSSISCHE LANDVERHUIZERS TE ROTTERDAM links een kiekje op de arme emigranten, waaronder moeders en kinderen, op het oogenblik dat ze Rotterdam gaan verlaten met eindelijk-verkregen vergunning om naar hun geboorteland te mogen gaan. Rechts de laatste maatregelen der politie bij het vertrek aan het Rotterdamscbe Maas-station. In het midden de inspecteur van 'tSaodt, die een werkzaam aandeel heeft gehad bij deze droevige kwestie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 14