Het lied van Clarens. BUITENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant fan Maandag 13 Februari. Uit de Pers. Katholieken en volksinvloed. De „Beukelaar" bevatte een artikel >ver Roomsche Toekomstmacht wa rvan jet „Centrum" den aanhef over- irukt: In de laatste tientallen jaren Ls de betcekenis en de macht van de Roomsch-Katholieken in ons vader land gestadig toegenomen. Dit was voor een groot deel het gevojig van gewijzigde omstandigheden. Het staatsbestuur g.ng meer in democra tische lijn, duor uibreicting van Kies recht werd aan bieedere voiKskrin- gen invloed geschonken, en dit kwam aan het Roomsche voksdeel bi/on derlijk ten goede; daarnaast werd de eenheid der Liberale partij ver broken, Ru am aan de Liberale over- heerschcng een enide en steeg uiter aard de oeteekenis der vast aaneen- g.s.oten Kooin^ch-ivathoLeke partij; e.ntie.ijk naaien de scnier uitsluit nJ Roomsche gedeelten van ons Lana, Brabant en Limburg, in welvaart en aldus in beteekenis toe. Het R. K. blad teekent daarbij aan: Degenen onder uns, d.e nog a.t.jd zoo bitter bezojgd z.cn loonen voor de „de mocratische njn", krijgen in dit oordeei van de „Beukelaar" een niet onaardig lesje. riet is volkomen waar en gestaafd door de feiten dat met het minst aoor het gaan van ons staaisbesiuur n die lijm en met name door de heftig oestreden kiesrecht-uitbreiding, onze partij gesta dig aan invloed won. Maar het artikei van de „Beukelaar" bevat nog andere rake opmerkingen. [j-t redactie wint er geen doekjes om, dat de Katnoiieken in ons vaderk.nJ lan gen tijd zijn achtcraigezet. „Al gat de Urodwet a.geheele gelijk stelling, toch was de overheersdhing der Protestanten volkomen", schrijft zij. „Van oudsher was in invloedrijke 'kringen ,het getal Roomsclien zeer gcr'ng, en deze toestand duurde voort. Maar nu kan het wel niet anders of uitbreiding van volks invloed moest aan de Roomschen, die toch a.tijd ruim eenderde deel der bevol king uitmaken, een macht schenken, die althans meer" in overeenstemni ng was met de groot.e van hun volksdeel." Of L>r. Sciiaepman, en zij. d.e met hem streden en deswege met den doctor niet eens, maar herhaaldelijk en stelsel matig verketterd w erden ook juist ge zien hebben,. en een goed werk verr.cht- ten, toen zij hei ruimer baan maken voor dien volksinvloed niet schuwden. Wat rest er thans nog van de Cassan- dra-p*.rieteen, waarmede men eeitijds hun streven heelt begroe, profetieën, waarvan intusschen de galm njg niet geheel, is weggestorven? 'c opmerkingen van de „Beukelaar" hebben daarom ook voor onzen tijd hun waarde, want nog steeds zijn er on.iei ons. die op alle w yen trachten te verh.n- deren, dat de volksinvloed tot volle gelding komt. Aan dezulken zij het opstel van mr. Van de La r ernstig ter overweging aan bevolen. Het uren-probleem. Onder dit opschrift driestart de „Standaard": og steeds gaat de actie door om een normalen werkdag van tien uur bij de wet in te voeren, en ge vindt bijna nie mand meer, die hiermee niet in beginsel instemt We zeggen niet, dat elk verkorting van den arbeidstijd aan het gezin en aan de 'geestelijke ontwikkeling van de ar beiders za! tegemoet komen. Er zijn er genoeg, die, hoemeer vrijaf ze krijgen, te meer tijd verbeuzelen, zoo niet ver- zondigen. Alles wordt misbruikt. Even goed de Zondag, en toch zal niemand FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 62) Toen zij het gewaar werd1, schrikte zij evenwel niet, want zij kende de bosschen en den weg, waar zij zich bevond, her kende zij terstond. De gedachte dat in de'n haast, haar weer te zien, Frédéric wel eens te vroeg kon wezen, d'eed haai den terugweg aannemen, en den kori sten weg willende nemen, drong zij door het struikgewas heen, toen eens klaps een hulpkreet haar deed sidderen. Zij keerde zich om en zag aan den an deren kant van den weg een vrouw, die eveneens uit het struikgewas te voor schijn trad' en op een eiken tak leunde, blijkbaar op het ,punt van in zwijm te vallen. Die persoon, in een soort van reispels gehuld, en met een dichte voi le voor, die om haar hoed gewonden was en haar gezicht verborg, scheen gjeen kracht meer te hebben om te roepen. Zij ging evenwel voort met Geneviève met \vanhopige gebaren te wenken. Zonder een oogenblik te aarzelen, snelde de jonge vrp,uw. toe, en met zwakke, hpr- daarom zeggen, dat de verzekering van Zondagsrust niet in hooge mate is ge- wenscht. Te lange arbeidsduur put physiek uit, verdooft alle hoogere ontwikkeling, en bederft het gezinsleven. Toch versta men wel, dat de algie- meene stelling: „Alle werk boven de tien uur moet verboden worden", niets dan een phrase is, en dat het leven, wel verre van zich tot zoo summiere behan- de'ing te leenen, veeleer een ingewik keldheid vertoont, die ha'sstarrig wei gert zich naar zulk een kort aangebon den regeling te voegen. Al aanstonds moet ge bij het stel len van dien regel beginnen met de poort open te laten voor tal en tal van uitzonderngien. In de tweede plaats is niet elke arbeid even vermoeiend. Er is arbeid, waar zelfs tien uur te veel is. Er is andere ar beid, die bijna niet vermoeit en waar zoo korte duur niet strikt genomen verei: schend wordt, zoodat acht uur in het ééne bedrijf, zelfs met 11 uur in het andere nog niet gelijk staat. In de derde plaats is de physieke kracht en het uithoudingsvermogen van den eenen arbeider vaak zeer verschil lend van dat van den andereni Dan komt in de vierde plaats de kwestie van 't loon. Als er per uur be taald wordt, is dan de bedoeling dat de man, die dusver 12 maal f0.20 ont ving, nu slechts 10 maal f0.20 zal ont- ontvangen, d.i .acht stuivers minder per dag, of f2.50 per week? Zoo ja, zal dan ieder huisgezin dit missen kunnen, of zoo neen, zaï een patroon die verhoo ging van het loon uit zijn zaak kunnen vinden? En dan luidt, wat het laatste geval betreft, het antwoord gunstig voor enkele bedrijven, omdat gebleken is, dat een arbeider die 10 uur werkt bij die bedrijven, feitelijk evenveel uitvoert als vroeger in 12 uur. Alleen maar, dat zijn excepties en het stelt geen regel. In verreweg de meeste bedrijven wordt in 12 uur meer uitgevoerd dan in 10. En hierbij komt dan in de vijfde plaats het heei andere vraagstuk: zal de arbei der, die maar tien uur behoeft te werken de andere uren rust nemen, of voor zijn rusturen werk op eigen gelegenheid zoeken? Herhaaldelijk toch kwam het voor, dat een arbeider juist door vroe ger vrijaf te krijgen, er toe gebracht is om nog soms drie uren thuis te gaan werken, ook voor een patroon, maar dan stukwerk aan huis. Met dit al.es is alzoo rekening te hou den, anders mist de maatregel zijn uit werking, en fopt men zich met een schijn- schoone phrase. Iets wat natuurlijk niet zeggen wil, dat men de zaak moet laten rus.en. In.egen- deel, het beduidt zelfs da. men er alle paarden voor moet spannen. Maar het maant wel tot voorzichtigheid en tegen overhaasting. En ook hier mist imen dan weer de Bedrijfsorganisatie. Had men een Bedrijfsorganisatie voor elk bedrijf dan kon elk bedrijf naar aard en be vinden zelf de zaak regelen en zou alge- meene tevredenheid het resultaat zijn. Nu kan dit niet. ALGEMEEN OVERZICHT. Een goed handelsman is gewoon jaar lijks zijn balans op te maken om te zien hoe ljet met zijn zaken staat en uit te rekenen hoe hij in het volgende jaar moet handelen om meer geld in het Iaad- je te krijgen. En ook menigeen zelfs die geen handelsman is heeft zoo van die dagen, nieuwjaar, verjaardag of an dere vierdagen waarop het hem lust een geestelijke balans op te maken, te zien wat hij uitgericht heeft en goede voornemens voor de toekomst te maken. Zoo dacht ook Canalejas er over nu hij in Spanje twee jaar den scepter gezwaaid heeft. In een pas gehouden ministerraad heeft Canalejas een overzicht gegeten van hetgeen zijne regeering in dien tijd tot stand had gebracht en zijn toekomstig program ontvouwd, waarop voorkomen tende, van schrik hijgende stem, mom pelde de onbekende: „Het kreupelhout doorgaande, om den weg af te snijden, dicht bij deze struiken heb ik den voet gezet op iets zacht en kronkelends, en dadelijk voelde ik een hevige pijn in den enkel. Ik geloof dat ik door een adder gebeten ben". „Zet u neer op de glooiing van den weg mevrouw, en laat mij dadelijk zien, of gij inderdaad gebeten zijt", en nadat de onbekende aan dien wenk 'had gevolg gegeven, hernam Geneviève: „Ja, ik ge loof inderdaad, dat het een adderbeet is, gelukkig nog heel versch. Licht uw voet een weinig op." De dame slaakte een gilletje van ver bazing, toen Geneviève neerknielde, zich over den voet boog en vastberaden hare lippen op den enkel drukte, ten einde het venijn uit de wonde te zuigen. „Wat doet gij, mejuffrouw vroeg zij, nauwelijks bekomen van haar verba zing. „Maar het eenigc, wat te doe'n valt", mevrouw", zei Geneviève zich omhoog heffend, na den voet der reizigster we der op den grond te hebben geplaatst. Zij versdheurde haar zakdoek om er een verband mee te leggen. Vervolgens na het been verbonden en er een in een naburig beekje nat gemaakt en zwachtel de wet op de godsdienstige vereenigin- gen, de militaire dienstplicht en de her vorming van het bestuur der Kanarische eilanden. Na den ministerraad hebben Canalejas, Morez en Romanones, de voorzitter van de Kanter, overleg gehou den. Volgens de conservatieve Epoca, zou Moret aan Canalejas hebben aangera den, de kerkhoven bij koninklijk besluit te seculariseeren, het onderwijs onzij dig te maken en zoodra de Cortes bij eenkomen de wet op de godsdienstige vereenigingen apn de orde te stellen'. Mocht de Senaafdie wet niet willen aan nemen, dan zou het gekozen deel ervan ontbonden en het blijvende deel her vormd worden. Het begint hoe langer zoo duidelijker te worden dat de mooie woorden van Canalejas maar praatjes voor de vaak zijn geweest en dat hij, desnoods miet geweld, wil doorvoeren wat hij op zijn program heeft gezet. Wie denkt nog aan besprekingen met het Vaticaan? Meer en meer wordt ook in Portugal duidelijker dat het er om te doen is den godsdienst te fnuiken. Zoo nu weer bij de wekelijksche ontvangst van de bui- tenlandsche journalisten, waar de mi nister van buitenlandsche zaken wees op de gunstige wending in den handel, wel ke vooruitgang aanhoudt en sprekende over het wetsontwerp ^betreffende de scheiding van kerk en staat, meedeel de, dat daarin de vrijheid van belijdenis en onderwijs en propaganda gewaar borgd wordt, onder toezicht van dein staatde geestelijkheid behoudt haar rechten en de kerken zullen ter be schikking gesteld worden zoodra het noodige geld er is om ze te onderhou den. Wie biedt er wat voor die prachtige beloften Terwijl reeds lange jaren een inter nationale overeenkomst bestaat over het goederenvervoer op spoorwegen (in 1S90 gesloten) is nu door den Zwitser- schen bondsraad uitgewerkt een interna tionale oonventie voor het Personenverkeer op spoorwegen welke thans aan het onderzoek onder worpen zijn van de regeeringen, die tot de overeenkomst betreffende het vracht- goederenveryoer zijn toegetreden. Het ontwerp treft o.a uniforme bepa lingen voor het geval der onderbreking van de reis op tusschenstations, den over gang in een hoogere wagenklasse, het missen van aansluitingen en de terug gave van het reisgeld, verder over het vervoer van kinderen tot het 4e jaar en van die van 4 tot 10 jaar, evenals over het onderzoek door de douane, dat voor de handbagage zooveel mogelijk in den wagon op liet traject na overschrijding van de grens geschieden zal. Het vraag stuk der schade vergoeding door verwon dingen der reizigers bij spoorwegonge lukken blijft daarentegen overgelaten aan de wetgevingen der verschillende staten, daar hiertoe in verschillende sta ten reeds afzonderlijke wetten bestaan. Ook zullen de bepalingen over den ge- digheidsduur en overdracht der reis kaarten, de vraag of retourbiljetten, abonnementen, familiekakrten of derge lijke bijzondere kaarten uitgegeven wor den, aan de beslissing der verschillende spoor wegadministratiën voorbehouden worden. De vertegenwoordigers der betrokken staten zullen den löden Mei te Bern bij^ eenkomen, om over het ontwerp, even als over de door verschillende spoorweg- administratiën nog verder gedane voor stellen te beraadslagen en besluiten te nemen. Werd Zaterdag in het Weekoverzicht gewezen op de kleine kans van slagen van Engeland in de Bagdad-spoorvveg- kwestie, thans schijnt die haar geheel verkeken want Turkije toont zich tamelijk gebelgd op Enge land. Bij het adresdebat in het Hoogerhuis hebben lord Crewe en in nog sterker mate lord Landsdowne, zich scherp cri- om bevestigd te hebben, ging ze glim lachend voort: „Ik heb geen ander mid del van 'n verband, men maakt gebruik van wat men heeft. Om de waarheid te zeggen, versta ik die zaken wel een beetje, wijl ik altijd in dit land van bos schen heb geleefd. Ik heb den beet be keken, en naar den vorm te oordeelen, heb ik alleszins reden om aan te niemen, dat het een beet is van 'een onschadelij ken adder, maar het was in elk geval voorzichtiger, terstond het vernijn eruit te halen. Nu is uw voet verbonden". Geneviève was nu opgestaan. Er was in haar zoo spontane daad noch veel haast, noch vertoon van toewijding; zij had eenvoudig gehandeld, onder den drang van het oogenblik. En thams, overeind, een weinig kleurig en ver moeid van de poging, stond zij tegen over degene, welke zij geholpen, wel licht gered had, in haar gewone lief tallige houding van natuurlijke waardig heid. De vreemdelinge beschouwde haar in stilte. Het was onmogelijk op haar ge laat te lezen, wat zij gevoelde want de dikke voileliet alleen haar blik door, een sCherpen, gebiedenden, doordrin genden blik. Daar dit onderzoek een poosje aan- ihield, hernam, Geneviève„Ik gielppf tisch uitgelaten over de wreede wijze waarop de ontwapening in Macedonië geschiedde. Die critiek heeft in Turkije groote ontstemming gewekt. En in de Turksche pers is Jie ontstemming reeds duidelijk aan Uilet licht ^gekomen. De „Tanin" bijv. merkt op: Onder het oude regime mogen de Europeesche mogend heden misschien gemeend hebben ge rechtigd te zijn zich te mengen in de binnenlandsdhe aangelegenheden van Turkije, ze moeten thans begrijpen, -dat de Ottomaansche constitutioneele regee ring dit recht niet erkend. De discus sie over Turksche aangelegenheden is in buitenlandsche parlementen niet op haar plaats en kan tot niets anders leiden, dan tot een aansporing voor de komitad- jis om nieuwe misdaden te begaan. Volgens een bericht uit Konstantino- pel aan het „Berl. Tagebl." heeft Rifaat Pasja den Turksche gezant te Londen last gegeven de authentieke tekst van de rede van lord Crewe in het Hoogjerhuis op te zenden. De Turk heeft zeker zoo'n praats ge kregen, omdat het hem wat beter gaat in Yemen. De Turksche regeering immers verze kert dat het er dank zij oneenighteid tusschen den lman Jachia en den sjeich Seid Idriss, tamelijk goed voorstaat. De hoofdmannen zijn jaloersch op elkaar en gunnen elkaar den buist niet. Imi plaats van hun geheele macht tegen de Turken te gebruiken, vechten zij met elkaar. Verder is er nog een neutraal element, dat in de buurt van de Turk sche garnizoenen woont en zich niet bij de opstandelingen aansluit, zoolang zij door de Turken van wapenen worden voorzien. De regeering verwacht nu, dat de verschillende garnizoenen zich staande zullen houden totdat de troepen zijn aangekomen. Deze zullen zoo spoe dig mogelijk voorutgeschoven wordien naar Menacha in de bergen, waar een gezond klimaat heerscht. Van daaruit zal de expeditie ondernomen worden, zoo dra een voldoend aantal troepen ter plaatse is, hetgeen nog tenminste 6 we ken zal duren. Tot dusver zijn afgezon den 7200 man infanterie, 2 bergbatte- rijen, 3 mitrailleurs-compagnieën, 1 te- legraaf-compagnie, benevens 2 gecom bineerde divisies uit oude lichtingen sa mengesteld, die 6 Europeesche en 13 Aziatische bataljons sterk zijn. Minder optimistisch cjau de autoritei ten beweren te zijn, denkt de berichtge ver van de „Corriere della Sera" te Kon- stantinopel over den toestand. Hodei- da, seint hij, is geheel ingesloten. De bezetting verschiet haar laatste patro nen en de stad kan onmogelijk standhou den tegen de 50,000 belegeraars. Het „Berliner Tageblatt" heeft een bericht over een transportschip met troepen, dat in de Roode Zee op een ko raalrif is vastgeloopen, óf, naar ook ver luidt, bij waterinnemen door opstande lingen overvallen en buitgemaakt. Ondanks het besluit der Porie om te doen verhinderen dat de Kretenzer^ door de beschermde mogendheden zou den ontvangen worden, hebben deze nu een besloten zitting gehouden, waarin een definitief besluit zou genomen wor den over het zenden van een delegatie aan de vier beschermende mogendheden, ten einde van deze toestemming tot in lijving van Kreta bij Griekenland te ver krijgen. Bij deze gelegenheid werd ook in het algemeen de tegenwoordige positie van Kreta besproken. De oppositie deed toen heftige verwijten pan de vroegere en de tegenwoordige politiek van Ve- nizclos, wien speciaal kwalijk geno men wordt, dat hij als eerste Minister van Kreta destijds de besluiten van het Kretenzer Parlement niet aan de be schermende mogendheden heeft mede gedeeld. De Mohammedaansche afgevaardig den woonden deze vergadering niet bij. Terwijl wij hier zitten te snakken naar een beetie vorst, maar onthaald worden op zoele regendagen komen uit vee# dat u nu zonder veel pijn zult kunnen' loopen. Wilt u, op mijn arm leunende, het eens probeeren?" „Ja, dat wil ik wel", antwoordde de dame, wier blik een werkelijk zachtere uitdrukking scheen aan te nemen, on der de voile, „en ik neem uw hulp aan". Zij deed zonder groote moeite eenige stappen, en aanstonds haren arm, wel ken zij lichtelijk op dien van Geneviève had laten rusten, terugtrekkend, ver klaarde zij met een stem, waaruit alle angst verdwenen was. „Ik zie, dat ik wel alleen zal kunnen gaan". „O, dat dacht ik wel", zei mevrouw de Clarens. Het was slechts een on schadelijk diertje, anders ware uw enkel gezwollen en zou u meer pij hebben". Na zich tot nu toe van alle dankbetui ging te hebben onthouden, zei de vreem delinge kortaf, 'tgeen in strijd was met de ontroering in haar stem „Hetzij het een adder zij geweest, of een slang, nooit zal ik vergeten., neem nooit, de snelle en besliste wijze, waar op u de menschen helpt, ten koste van eigen gevaar". „Maar weet u dan niet, dat het uitzui gen van het venijn geheel onschadelijk is?" vroeg de jonge vrouw in volkomen oprechte verbazing. Zuidelijke streken berichten van Hevige koude Zoo worden de noordelijke provincies van Griekenland door zware sneeuwstormen geteisterd. Te Athene zijn verschillende personen doodgevro ren. Eveneens is het gesteld met Tur- k ij e. Uit Kons'antinopel wordt aan de Köf- nische Zeitung" geseind, dat door de ijzige Noordenwinden en de ontzetten- sneeuwstormen geheel stil. In een straat zijn twee wolven doodgeschoten. Ook! op de kerkhoven hebben zich wolken vertoond. De arme bevolking van Konstantino- Pel lijdt verschrikkelijk, omdat niemand op een dergel ijken winter was voorbe reid. Er heerscht gebrek aan steenkolen. Ook te Aleppo heerscht hevige koude Er zijn 30 personen doodgevroren. Er is absoluut gebrek aan brandstof. Niet minder guur is het in 11 a 1 i Vele schoolkinderen te Rome zijn, om dat de lokalen niet zijn ingericht op( zulk een weersgesteldheid, ziek gewor den. lederen nacht vriest het eenige gra den. Zuid-ltalië wordt geteisterd door sneeuwstormenvooral te Foggia is veel sneeuw gevallen. De Stromboli is geheel in het wit gekleed. De winkels te Tarente zijn gesloten de verkoopers konden het niet erin uithouden, daar ook hier te kachels ont breken. Het dagelijksch leven ondervindt groote stoornisde bevolking heeft het hard te verantwoorden. De barakkenstad Messina ligt diep onder de sneeuw; de verbindingen met Napels zijn onderbro ken. De berichten uit Ancona melden i noodweer. Een hevige storm heeft groo te schade aangericht in de stad. Het meer van Dragoni nabij Avellina ligt dichtgevroren. Een telegram uit Palermo aan de „Po- polo Romano" spreekt van zwaren sneeuwval, terwijl de zee zoo onstui- mig is, dat de schepen in de binnenha ven zelfs niet veilig zijn. Het Oostenrijksche stoomschip „Ocea nia" is op den havendain geworpen. De rukwinden ontwortelen boomen en heb ben reeds verschillende ongelukken ver oorzaakt. GEMENGD. De Kroonprins van Servië is uit Nice te Parijs aangekomen, waar hij streng incognito eenige dagen zal ver blijven. Het jacht van den Duitschen Kei zer heeft bevel gekregen, den 26sten dezer naar de Mi'Jdellandsche Zee te gaan, om het keizerlijke paar en hun dochter van Venetië naar Korfoe te bren gen. De Keizer is nog altijd verkouden. De Vorst van Monaco is met den troonsopvolger in de hoofdstad van zijn vorstendom aangekomen. Verschi lende bladen vernemen, dat bei Jen door de bevolking met achting zijn begroet en dat incidenten zijn uitgebleven. Isvvolsky, de Russische ambassa deur te Parijs, heeft president Fallières in plechtige audiëntie, in naam van den' Tsaar, een sehi derij overhandigd, dat de ontmoeting van den President met den Tsaar te Cherbourg voorstelt. De Bulgaarschc minister van open bare werken heeft een buitengewoon crediet van 25 millioen fres. aange vraagd voor den aanleg van spoorwegen'. De Turksche minister van binnen- landsche zaken Talaat Bey heeft ontslag genomen. Volgens den correspondent van den Frankf. Ztg.;' te Konstantino- pel zou dit aftreden een gevolg zijn van den dringenden wensch van het centrak comité te Saloniki, dat ontevreden is over de samenstelling van het tegen woordig ministerie en dit nu door hrt onttrekken van een zijner trouwste aaut- hangers hoopt te verzwakken. Halil Bey, voorzitter van de partij, „Eendracht en Vooruitgang", zal nu als minister van binnenl. ziken optreden. De „Times", verneemt uit Lima: Columbia heeft een militaire expeditie naar Caqueta gezonden, om den ovcr- De dame antwoordde niet. Onder haap voile werd haar blik, op Geneviève rus tend, steeds teederder. „Ik kan op dit oogenblik niets voor u doen." sprak ze, „want ik kan u slechts geld aanbieden, en ik zie aan uw klee ding en manieren, dat dit een domme beleediging zou wezen. Maar ik hoop spoedig in staat te zijn u op andere wijze mijne dankbaarheid te toonen. „Wij zullen hier van elkander afscheid nemen, mejuffrouw, als u niets daar tegen hebt, en om geheel persoonlijke redenen zou ik u zeer dankbaar zijn, inj dien u deze ontmoeting wilde geheim houden." „Ik ben gehuwd, mevrouw en heb geen geheim voor mijn echtgenoot. Maar tegenover ieder ander zweer ik u van de ontmoeting niet te zullen spreken." „Nu, goed dan," zei de vreemdelinge. En wijl zij scheen haren weg tc willen gaan, zonder verder een woord te zeggen^ meende Genevivève, in een beminnelij ke bezorgdheid er te moeten bijvoegen.: „Kan ik u niet van dienst zijn, me-» vrouw! Gaatu naar Clarens? Dan kan u den weg wijzen. Zoo ik niet vrcesd# u lastig te vallen, zou ik u willen verzoe ken mij toe te staan, u te vergezellen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5