Het lied van Clarens.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Woensdag 8 Februari.
Uit de Pers.
De Julianabloem.
In de „Nederlander" schrijft V.
over dit onderwerp:
De Julianabloem behoort alweer tot
het verleden. Va'.sche neutraliteit heeft
haar gedood. Het betrekkelijk kleine
troepje, dat in Nederland anti-monarcha
le gevoelens aan den dag legt, heeft ge
zegevierd over de overgroote massa, die
met hart en ziel aan ons vorstenhuis is
gei: edit
Een madeliefje met een oranjehart, dat
mocht niet langer! Dat kwetste te veel
het gevoel der sociaal-democraten.
Het was al erg genoeg, dat Prinses Ju
liana juist vóór den Een-Mci-dag geboren
was.
Al die spontane en algemeene uitin
gen van vreugde en monarchale gezind
heid, waartoe die dag aanleiding gege
ven had en ook voortaan aanleiding ge
ven zou, dreigde den geheelen sociaal-
democratischen betoogingsdag te beder
ven, en nu kwam daar nog de verkoop
van de Julianabloem op dien dag bij. Zoo
iets mocht niet langer worden geduld!
Geene demonstratie van welken aard ook,
mocht daaraan langer worden vastge
knoopt
Zij dSe het denkbeeld van de Juliana
bloem hebben opgevat en uitgevoerd,
hebben noo.t aan een directe of indirecte
politieke demons.ra.ie gedacht. Waar zij
de algemeene \reugde zagen bij de ge
boorte van Prinses Juliana, meenden zij,
te goeder trouw, ten behoeve van de
ongelukkige Tuberculosen, van die echt
nationale gezindheid te kunnen partij trek
ken. En het denkbeeld sloeg in. De Julia-
na-bloem werd gekocht; niet bij wijze
van demonstratie tegen de sociaal-de.
craten, maar omdat de gevoelige sua
\\as getroffen. Omdat ae Nederlanders
gewoon zijn, al wat goed en groot is,
aan den Üranjenaani te verbinden. Om
dat ook nu weer het vorstenhuis, met
woord en daad was voorgegaan, om de
arme tering.ijders te helpen, üindatgeen
vcik ooit een vorstenhuis gehad heeft,
dat zooveel groute mannen heeft opge
leverd en oindat geen vorstenhuis ooit
zooveel, juist voor den kleinen burger,
heeit gedaan.
Waarom ifioest dat nu veranderd wor
den
Wij meenen ,dat de Centrale Vereeni
ging, cliie in het belang der Tuberculose
arbeidt, en die voor den aandrang der
sociaal-democraten schijnt gezwicht te
zijn, ernstig heeft misge.ast. Dat zij, om
<k riendschap te winnen van .n.velen,
die van zeer velen, en daaronder u.et de
minstgegoeden en de minstlietdadigen ver
speeld heeft en dat de arme Tuberculosen
van cïe quasi-neutraiïteit dupe zullen wor
den.
Lenmaal gekozen symbolen, die po-
pu air geworden zijn, kan men niet wil
lekeurig veranderen.
"Wat eenmaal Julianabloem heet, kan
men' niet, zonder nadeel, Weldadigheids-
bloem of Tuberculosebloem gaan heeten.
Een naam, die het volk electriseert,
vervangt men niet straffeloos door een
anderen naam, die slechts op leed en
kommer wijst, maar niet herinnert aan
heel onze geschiedenis. Een dag, die
niet op hoog gezag-, maar geheel uit eigen
Vrije beweging een nationale feestdag is
gewerden, vervangt men niet ongestraft
door een anderen dag, waara; n geen nati
onale herinner.ngen zich vastunjopen en
als misschien de bloem met het oranje-
hart vervangen wordt door een andere
met een rood hart, dan zal de fout vol
komen zijn.
Dan zullen de sociaal-democraten, die
altijd heeten op te komen voor de rech
ten en die beangeln des volks, juist
aan *tie belangen een gevoeligen knak
hebben toegebracht. Dan zullen zij de
lijders, die juist in hun kringen misschen
het talrijkst zijn hebben beroofd van den
onmiskenbaren steun, die hun, ook door
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
58)
„Zoo u beneden u niet op uw gemak
bevindt, zullen wij op de eerste verdie
ping voor u alles in orde brengen", stel
de mevrouw d'e Clarens voor.
„Goed, maar niet aan den kant van
den rechtervleugel, noch aan dien van
den noordelijken toren. Van dat gedeel
te van het kasteel houd ik niet".
I „Afgesproken ,oom", zei Geneviève.
„Wij zullen van uw afwezigheid gebruik
maken voor de verhuizing. Wij zullen
u up de eerste verdieping in den linker
vleugel installeeren. Eu weest u maar
(gerust, ik zal goed zorg dragen voor
'uw zaken. Bij uw terugkeer, binnen en
kele dagen, zult gij boven alles vinden,
zooals gij het beneden hebt achterge
laten".
De jonge markies bracht tegen «die
beslissing, die hem welgevallig was, niet
het minste bezwaar in. Nadat dit alles
.was overeengekomen, volgde een nieuwe
Stilte, waarin Ra ff ut, een man met pjrac-
hen, die de sociaal-democratische ge
voelens niet deelen, met de grootste lief
de zou zijn geschonken.
Eene beweging, die bestemd was om
allen te vereenigen onder het vaandel
tier Liefdadigheid, is nu tot eene politeke
demonstratie ver'aagd. De politiek heeft
haar het werkelijk neutraal karakter, dat
zij had, ontnomen, en het zal misschien
niet lang meer duren of de Weldadigheis-
bloem en de Julianabloem zullen als leu
zen tegenover elkander staan, zooals de
goudsbloemen in de dagen der Bataaf-
sclie Republiek, tegenover de bloemen,
waarmee de Patriotten zich tooiden.
Wij vertrouwen dan ook, "dat de boven
genoemde Centrale Vereeniging zich nog
eens ernstig zal bedenken. Dat zij liever
ten halve zal keeren, dan ten heele dwa
len en dat anders een andere vere.niging
die meer aan de nationale tradities hecht
het gelukkige denkbeeld van Juliana
bloem za! overnemen.
De Tuberculosen mogen niet lijden on
der dlie onhandigheid, die nu dreigt be
gaan te worden. De hulp der weinig so
ciaal-democraten kunnen zij eerder mis
sen c'an de hulp der overgroote massa
van het volk en de Granje-iiiam moet ook
hier het punt van vereeniging blijven.
Linksche neigingen?
Volgens een verslag in de „Stidht-
sche Courant" zou het A.-R. Kaïnerlid
voor Amersfoort, mr. Van Asch van
Wijk, !in een politieke rede te Zeist het
volgende hebben beweerd:
Wat de „iinantieeie politiek" van dit
Kabinet aangaat Spreker is daarover
niet gerust.
De partijen van rechts hebben in hun
program tariefs-herziening geschreven
en op dat program de overwinning be
haald. De linkerpartijen waren voor eene
rijks-inlcomstenbelastingen voor verhoo
ging van de successiebelasting. Nu zou
men toch vermoeden, dat minister Kolk
man allereerst gekomen ware met ta
riefsherziening en als dat middel niet
genoeg opleverde casu quo met andere
elastingen. Doch wat doet hij? Hij
ïeemt et programma van de linksche
partijen in zooverre over, d-at hij aller
eerst komt met verhooging van de suc-
ecssie-belasting, daarna een rijksinkom
stenbelasting wil zien aangenomen en
allerlaatst het tarief van invoerrechten.
Hoewel minister Kolkman nu al drie
jaren minister is en een ontwerp tarief-
wet-Harte vond, heeft hij dit door de
rechtsc'ie partijen verlangde ontwerp
nog niet ingediend.
Het is bekend, dat minister Kolkman
ideeën heeft, die niet altoos met de
wenschen van rechts strook en. Zoo stem
de hij voor de leerplichtwet en maakte
h,aar aanneming mogelijk. Ministers met
linksche neigingen mogen dan slechts
plaats nemen in een xechtsch ministe
rie, als zij die neigingen ter zijde stellen.
Het Kabinet-Kuyper handelde anders.
Dat wilde tariefsherziening in de eerste
plaats en dacht niet aan verhooging van
de successiebelasting met invoering van
progressie in de rechte lijn, een zuiver
vrijzinnig-democratisch denkbeeld.
In h,et op de rede volgend debat werd
deze critiek nog wat-aangedikt
Uitvoerig werd vervolgens gesproken
over het beleid van den Minister van
Financiën, den heer mr. Kolkman, waar
tegenover in 'net algemeen nog al wat
oppositie bleek te zijn in de vergade
ring.
Niet alleen werd door verschillende
aanwezigen verwondering uitgesproken
over de zienswijze van den heer Kolk
man inzake de Staatsloterij, maar men
was ook van meening, dat hij blijk
baar meer in de liberale richting wilde
sturen dan in die van de gecoaliseerde
partijen, wijl de tariefswijzigingen nog
steeds uitblijven.
De „Tijd" teekent hierbij aan:
Wij betwisten onzen coalitie-genoo-
ten niet het recht, om hun eigen denk
beelden te hebben en uit te spreken om
trent sommige politieke vraagstukken,
maar wij maken die niet tot de onze.
Wij achten ons zelfs gerechtigd en er-
plicht, om protest aan te teeken.L.
wanneer n i e t-antirevolutionaire begrip
pen in eene politieke vergadering, vaar
tischen geest, over allerlei kleinighe
den nadacht, welke hem in de antwoor
den van Frédéric hadden getroffen, en
waaromtrent hij eenige opheldering
wenschte.
„Ik veroorloof me" besloot hij einde-
del ijk, „terug te komen op de zinspeling,
welke u op de bedoelingen van uw oom
en uw tante te uwen opzielite hebt ge
maakt. Geloof evenwel niet, dat mijn
nieuwsgierigheid in het spel is. Ik meen
u het bewijs van het tegendeel te heb
ben gegeven, door aan mijn nicht, welke
overigens mijn eenige erfgename is, al
les te verzekeren, wat ik na mijn doodl
als fortuin zal nalaten".
Dat was een bepaling in hun overeen
komst, waaraan als hoogmoedig parve
nu, Raffut den markies gaarne herin
nerde, en de markies, ditmaal evenals
de vorige keeren, vermeed' te vallen in
dezelfde belachelijkheid doorpiiet min
der edelmoedig eraan te herinneren, dat
hij zich had onthouden van alle opvor
dering van het domein. Clarens moest
zonder proces, zonder eenige chicane,
aan Frédéric, of liever aan zijn kindleren,
terugkomen. De minnelijke schikking
was hem waardiger voorgekomen, en hij
had de voorwaarden van den gewezen
rentmeester aangenomen, zonder de
minste bedenking. W,a,ce y,e ui#
ook katholieke kiezers tegenwoordig*
zijn, als liberaal gestempeld worden.
Dat de heer Kolkman voor de Leen-
plidhtwet stemde, moge men afkeuren,
maar het gaat niet aan den Minister, op
grond van dit votum, als verwant aan
vrijzinnige sympathieën voor te stellen.
Even onrechtmatig is soortgelijk verwijt
in verband met het uitblijven van de
tariefsherziening.
Zelfs dan wanneer tie heer Van Wijck
beweerd had en bewijzen kon, dat de
Minister opzettelijk of uit ongepaste
insoliikkeliijvheid ten opzichte van de
liberalen der indiening van het tarief
uitstelde, mocht nog van geen „linksche
neigingei* gesproken worden 'hoe veel
minder nu hier hoogstens aan een
gebrek aan voortvarendfieid mag ge
dacht worden.
Wat de Staatsloterij betreft, zijn wij
het roerend met den heer Kolkman eens,
zonder een oogenbilk te vreezen. dat wij,
wegens ons verzet tegen een .specifiek
anti-revolutionaire beweging, door on
ze geestverwanten.... voor liberaal wor
den aangezien.
Zijn de woorden juist weergegeven,
iets wat de „Tijd" betwijfeld, dan lijkt
de rede een zeldzaam voorbeeld van po
litieke kortzichtigheid.
Het „C e n t r u m" en de „R e s i d e n-
t i e b o d e" kwamen eveneens tegen de
beschouwingen van den heer van Asch
van Wijk op.
Eerstgenoemd blad komt het oordeel
van Amersfoort's afgevaardigde even
ongepast als ongegrond voor.
Dat de „linksche" neigingen des mi
nisters zich zouden hebben geopenbaard,
toen hij stemde voor de leerplichtwet,
is een bewering, welke men nu todh
als behoorende tot den meer dan vol
maakt verleden tijd moest beschouwen...
De afgevaardigde voor Amersfoort
schijnt hevig bevreesd te zijn voor suc-
cessie-verhooging en rijks-inkomstenbe
lasting, en alleen heil te zien in ta
riefs-herziening. Dat deze laatste nog
niet is ingediend, betreurt hij sterk.
Maar lo. is die indiening zeer aanstaan
de en 2o. wordt haar opbrengst in hoofd
zaak bestemd voor de sociale verzeke
ring. Dat daarmede alle andere finan-
tieele maatregelen overbodig zoudlen
worden, en dat onze finantieele toe
stand niet den minsten spoed te dien.
aanzien zou vorderen, zal jhr. Van Asch
van Wijck bezwaarlijk kunnen volhou
den. En de vraag rijst hovend!:en of
men het een specifiek „Rechtsche" po
litiek kan noemen, wanneer de gegoede
burgers minder en de niet gegoede
méér moeten betalen?
Hoe men overigens over successie
belasting moge denken, dat men aan
„linksche neigingen" zou laboreeren,
wanneer men door middel van die belas
ting de schatkist tracht te versterken, is
een zeer zonderlinge redeneering. En
ze wordt erger dan dat, ze wordt te
eenemnale misplaatst, wanneer ze den
persoon geldt van een man als tnr.
Kolkman, cffie zijn sporen als strijder
voor de Recotsc' e politiek sinds dertig
jaren heeft veidiend, en die ook bij
zijn stemmen voor de leerplichtwet vele
katholieken aan zijn zijde had.
Tegenover een zoo verdienstelijk lid'
van het Rechtsche Kabinet had een lid
der Rechtsche meerderheid minder hoog
van den toren moeten blazen, afge
zien nog van het onzekere geluid, dat
zijn instrument te hooren gaf.
Het a.-r. ..Arnhemse li Dagblad"
gaat al evenmin accoord met de rede
van zijn partijgenoot en merkt op:
In zooverre de houding van den heer
Kolkman inzake de Staatsloterij werdl
afgekeurd, kunnen wij met deze critiek
geheel instemmen. Maar de heer Van
Asch van Wijck nam den Minister voor
al kwalijk, dat cloor hem een ontwerp tot
verhooging der successierechten was in
gediend.
Waarom nog geen tariefsherziening?
Verhooging van siccessie-belasting met
invoering van progressie jn de rechte
lijn, was een „zuiver vrijzinnig-democra
tisch denkbeeld". Geen rechtsche po
litiek alzooDe minister had ook hier
„linksche neigingen."
Deze critiek schijnt toch wel on-
uuende geweest voor zijn geluk, zei Is
zoo Raffut hem niet vergund had op het
domein te wonen Zonder teekenen van
ongeduld', antwoordde dan ook de mar
kies
„Vraag vraag... ik heb niets te ver
bergen".
„Gij hebt gezegd, dat gij de bedoe
lingen van uw oom en tante teil uwen
opzichte niet kendet. Toch stond gij op
den besten voet met hen, toen gij Enge
land verliet, niet waar
„Ja, zeker, noch op dit oogenblik, noch
vóór mijn vetrrek hebben zij mij aanlei
ding gegeven aan hunne geheel ouder
lijke gevoelens te mijnen opzichte te
twijfelen".
„Zijt gij dan niet, wijl zij kinderloos
zijn, hun meest rechtstreeksche erfge
naam
„Dat ben ik. Lord Roswald! heeft
slechts zeer verre achterneven".
„Waarom, in dat geval, veronderstelt
gij, dat hun bedoelingen je uwen (op
zichte plotseling veranderd zijn?"
„Ik heb verscheiden motieven", her
nam Frédéric, eerst verlegen over de
vraag, vervolgens besloten tot openhar
tigheid. „Al ben ik niet naar Frankt-
rijk gekomen tegen hun zin, zoo heb ik
toch onder den invloed van een on-
gchau^d
billijk en -ujuist. De tariefsherziening
is een zeer moeilijk werk, dat veel tijdl
vereischte. Thans is het ontwerp ge
reed. Het zal weldra bij de Kamer in
komen. Maar de opbrengst is in hoofd
zaak bestemd voor een bepaald *<JoeI,
voor de verzekerings-wetgeving.
Spoedige versterking der gewone
inkomsten is bovendien noodzakelijk.
Dat minister Kolkman daarom verhoo
ging der successierechten en ccn rijks
inkomstenbelasting voorstelt, kan hem
niet euvel worden geduid. Het gaat toch
waarlijk niet aan, alles uit indirecte
belastingen te putten!
Het successie-ontwerpje is zeer be
scheiden. De opbrengst is slechts ge
raamd op 1.1 millioen. Met den heer
de Marcz Ovens, het anti-rev. Eerste
Kamerlid voor Zuid-Holland, zouden wij
uit deze herziening wel iets meer willen
halen.
De antipathie van sommigen tegen
de thans voorgestelde progressie in de
rechte lijn zal, hopen wij, niet de ver
werping van dat ontwerp teredht
door den lieer de Marez Öyens als een
deug<lelijk stuk werk geprezen, ten
gevolge 'ebben.
Wij zien in het aanhangige voorstel
op zich zelf niet iets specifiek „vrijzin
nig democratisch" en kunnen daarom
den Minister slechts veel succes wen
schen.
Het goed recht van een successie
belasting werd reeds door dr. Kuyper
in de toelichting van „Ons Program"
verdedigd en voor de billijkheid van
progressie in het aigemeen voelde de
anti-revolutionaire staatsman blijkbaar
ook in 1879, toen hij dit standaard
werk schreef.
Gevonnist.
In het „Centrum" lezen wij de
volgende driestar:
Een merkwaardig vonnis is geveld'
door ere 9e kamer van de correctioneele
rechtbank te Parijs.
Zij heeft n.l., op aangifte van den be
kenden strijder tegen de onzedelijkheid
senator Bérenger, tot een boete van
200 francs veroordeeld, een propagan
dist voor N. M. middelen, die in een car
talogus van „speciale geneesmiddelen"
een tweetal N. M. aankondigingen had1
doen opnemen.
De man beweerde, tied rij „een* -o
medische reclame" maakte.
Maar de rechtbank veroordeelde hem
desniettemin, en het vernis steunde o.
m .op de merkwaardige overweging!
„dat door het wegnemen van de kan
sen op zwangerschap de nieuw malthu-
siaansche propaganda leidt tot lichtzin
nigheid en losbandigheid, en zij als zoo
danig strijdig is met de goede zeden.
Ziedaar een krasse veroordeeling van
van het Nieuw Malthusianisme.
En welke niet slechts den persoon
treft, die te Parijs terecht stond, maar
het systeem als zoodanig.
Het is een uitspraak, die, al leert zij
niets nieuws, toch onthouden dient te
worden.
Vooral waar zij afkomstig is van een
Parijsche rechtbank.
Academienieuws.
De Leidsche Hoogeschool honderd
jaren geleden.
De stichtingsdag van de Leidsche hoo
geschool werd heden namiddag herdacht
ter gelegenheid van haren 335en ver
jaardag, o.a. door het uitspreken eener
feestrede in het groote auditorium van
het Academiegebouw door den rector-
magnificus prof. Dr. P. J. Blok over
het in den hoofde dezer genoemd on
derwerp. Aan die rede dan w> dt ons
het volgende ontleend:
De verjaardag onzer Alma Mater vol
gens de aloud! e overlevering gevierd, al
dus begon spreker, pleegt den rector-
magnificus te zien optreden voor een
talrijk gehoor inet een feestrede ge
houden in het groot auditorium welks
grootte niet evenredig mag heeten
noch aan het getal, noch aan de waar
digheid van hen, die zich hebben neder-
gevleid op de iaat ons zeggen, eenigs-
in strijd met hun raadgevingen. Zij had
den mij naar vrienden gezonden, wier
wenken ik niet heb opgevolgd; zij had
den mij een gedragslijn voorgescuire
ven, waarvan ik mij totaal verwijderd
heb. Ik geloof, Raffut, dat, zonder dat
ik in uitvoerige bijzonderheden behoef
te treden, gij begrijpt wat ik zeggen
wil".
„Dat begrijp ik", zei Raffut.
„Ik zou het kinderachtig vinden u te
verhelen, dat mijn huwelijk, hen grie
vend in hun vooroordeelen, hun parti-
pris, hun wantrouwen en hun vooringe
nomenheden, hunne ernstige ontevreden
heid heeft gewekt. Ik geloof niet, mijn
dierbare Geneviève te kwetsen, door
haar dat te bekennen. Zij zal er het be-,
wijs van inzien, dat ik meer hecht aan
hare liefde dan aan wat ter wereld ook,
en dat ik alles zou hebben opgeofferd
aan het onwaardeerbaar geluk, haar tot
vrouw te hebben".
Uit een blik vol dankbaarheid', welke
Genevivèe Frédéric toewierp, begreep
Raffut, dat het gesprek dreigde een sen-
timenteelen draai te zullen nemen, waar
in zijne berekeningen misplaatst zouden
zijn. Hij haastte zich dus dit te voor
komen.
„Gij hebt met dat al geen bewijs van
de; Q^teyi^depheid va,u tante en jyv
zins antieke zitplaatsen. Ook ue rector
van dat jaar krachtens zijn ambt en
zijne persoonlijke overtuigingen.geneigd
tot het houden van een „vaderlandsche"
toespraak op dezen dag, wenscht zich
geenszins aan de op hein rustende ver
plichting te onttrekken.
Tot het eigenlijk onderwerp zijner re
de overgaande, leidt spreker zijn hoor
ders in bij de plechtigheid op S Febr.
1811, waarbij het rectoraat werd over
gedragen door den toenmaligen digni
taris der rechtsgeleerden Hageman aan
zijn opvolger, den hoogbegaafden Se-
bald Justinus Bruginans, hoogleeraar in
de kruidkunde, de natuurlijke historie
de scheikunde en de medicijnen. Het
verloop dier plechtigheid blijkt nage
noeg dezelfde te zijn geweest als deze
nog tegenwoordig plaats vindt, de pro
fessoren, voorafgegaan door de pedellen
met hunne staven, in optocht zich be
gevende naar hun zitplaatsen, terwijl de
muziek op de tribune als van ouds haar
min of meer welluidende tonen deed
hooren. De in de moeilijke omstandig
heden zeer onzijdig gekleurde rectora
le rede „de Pestelio ejusque meritis in
iure publico" werd gevolgd door de
plechtige voorlezing der unversiiteits-
wetten, waarvan de nieuwe recto\, de
assessoren en universiteitsrechters met
luiden stemme werden „geproclameerd"
Eindelijk verliet men, weder ond;r mu
zikale begeleiding, het auditorium en
begaf zich naar buiten op het Rapen
burg, voorafgegaan door de pedellen
„cum sceptris", om onder toeloop van
burgerij en studenten den nieuwen rec
tor „pompa solemn:" naar diens woning
te brengen „domum deducere".
Zoo was het nieuwe academiejaar lan
ge, lange jaren achtereen geopend. Hoe
zou het nu verder gaan, nu sedert Juli
1 SI0 het koninkrijk Holland bjj Frank
rijk was ingelijfd? Aan opheffing der
roemrijke instelling, zooals zich ten op
zichte van Utrecht de vrees verbreidde,
dacht niemand, hier nog elders, se
dert koning Lode wijk haar had verheven
tot den rang van eerste Universiteit van
het koninkrijk en begiftigd met den ti
tel van „Universits Regia Hollandiae".
Toch zag men met angst en beven de
komst tegemoet van de Fransche com
missarissen Cuvier en Noël belast niet
een onderzoek naar de gezamenlijke on
derwijstoestanden in het nieuw gean
nexeerde gebied. De hoop van allen was
nu gevestigd op den nieuwen rector, den
voormaligen patriot, thans door de ge
beurtenissen der laatste jaren en door
de noodzakelijkheid overtuigd voorstan
der geworc en van de inlijving bij Frank
rijk, den vertrouwden raadsman v:i ko
ning Lodewijk.
Dat hij bekwaam organisator, veelzij
dig geleerde, bij den nieuwen landsheer
in den smaak zou vallen, was duidelijk:
en dat hij het oor had de nieuwe machts
hebber te Amsterdam en te Parijs, zou
spoedig blijken.
Na vervolgens een uitvoerig overzicht
te hebben gegeven van de stautünudige
gebeurtenissen, meer in 't bijzonder met
betrekking tot het onderwijs, decide spr.
mede, dat vooral ook door het handig,
scherpzinnig en be eidvo! optrec en van
Bruginans op 22 October 1911 een kei
zerlijk decreet verscheen, waarbij Leii vn
en Groningen als eenige academies, a.s
deelen van de „Université de FEmpire''
behouden bleven. Eene som van 100000
francs werd haar toegestaan als dotatie
voor de bestaam e inrichtingen, hun pro
fessoren zouden den voorrang hebben
bij de aanwijzing van het nieuwe perso
neel, dat we dra vermeerderd zou wor
den met eenige hoogleeraren van de op
geheven hoogeschoien. De verdiensten
van Bruginans vo te tot stand!.o ring
van deze regeling rbij hij o.a. hm. be
werkt dat door de oenoeming van Sie-
genbeek tot hoogleeraar in de ristod e
de la Irttérature moderne" de .cvrstoel
die door het Fransche bewind gemin
achte Nederlandsche letter n- d
gered, werden door spr. uitvoerig uiteen
gezet. Dat men in het tot een „cco'e
secondaire" verlaagde Utrecht minder
met Bruginans resultaten tevreden was,
ligt voor de hand en de Utrechtsche
hoogleeraar Heringa !ict zich dan ook
oom, mijnheer de markies. Zij hebben
nog niets getoond, en het zijn dus, ver
oorloof mij de uitdrukking, louter ver
onderstellingen van u. Lord en lady
Roswald zouden wel een bekrompen
geest moeten hebben, en een zeer
verblind oordeel, om ;ich niet geluk ie
wenschen meat de geheel en al vr»ei.-
zame wending, welke de oplossing in
onze zaken genomen heeft. Welk soort
van vooringenomenheid zou hen kunne""
beletten een zoo gelukkige ontknooping
goed te kunnen keuren".
„Weet ik het" merkte de markies op.
„Mijne tante is een gebiedende, ei e ■le-
ke vrouw, die niet gewoon is, ie rï
haar geheimen mee te deelen. Zij s e t
alleen vertrouwen in zich zelve, om ten
uitvoer te brengen, waartoe zij bes o-
ten heeft. Men leert hare bedo-e'L en
eerst kennen uit haar daden".
Ditmaal gaf Frédéric ongeduld te ken
nen want hij achtte zijn openhartighe 4
voldoende en had voor niets ter wereld
de grieven willen opsommen, welke la
dy Roswald had tegen den man, wiens
nicht hij had gehuwd. Het mishaagde
hem zelfs ten zeerste, dat Raffut dia
onaangename herinneringen in zijn ge
heugen had wakker geroepen.
{Wprdt yervolgtffc