Uoor onze longen$ en mei$je$. De Raadselwedstrijd. I I I 40 jonge meisje, dat hem met hartelijke deelneming toesprak en hem vriendelijk de hand ten groet reikte. „God zij dank," antwoordde de grijs aard, „dat is het eerste goede woord, sinds ik hier in huis ben." En hij liet zijn blikken onderzoekend op Agatha ru ten. „Wij beiden zullen spoedig goede vrienden zijn, vadertje," meende Agatha glimlachend„ofschoon ik maar een arme dienstmeid ben kan ik na mijn beetje werk u nu en dan nog wel eens helpen." De boerin en Julia bekommerden zich in het minst niet om den armen man, dien zij als een zwaren last beschouw den, welke nu eenmaal geduld moest worden. Het zou den hulpeloozen grijsaard, die voortdurend zwakker en gebrekkiger werd, slecht gegaan zijn zonder Agatha's liefderijke zorg. Wijl de oude man voort durend last van de koude had, maakte zij een zachte en warme zitplaats voor hem gereed kort bij de kachel en zette daar een tafeltje voor, waarop zij alles een plaats gaf wat hij noodig had. Toen zij zag, dat zijn bevende hand den lepel niet meer hanteeren kon zonder de helft te vermorsen, reikte zij hem de spijzen toe als aan een kind. Zij hield zijn kamer en bed in orde en zijn kleederen heel en schoon, zoodat de grijsaard ondanks zijn hulpbehoevendheid er toch zonder- lijk uitzag. Dat ging alles zou lustig en stil, alsof het van zelf sprak en met hartelijke liefde en vriendelijkheid, en niet zelden trachtte Agatha door vroolijke gesprek ken en schertsende woorden den grijs aard op te vroolijken. Het glanspunt der HET NIEUWE VAANDEL DER ROOMSCHE METAALBEWERKERS IN HAARLEM: de R. K. MetaalbewerkerÊ-vereeniging „St. Eloy", on- derafdeeling van de Haarlemsche Volkibondafdeeling, beeft Zondag j I. het feest der vaandel-onthulling ge vierd. Het prachtige vaandel, waaronder de Haarlem sche metaalbewerkers met moed den socialen strijd verder zullen voeren, is hierboven door onzen fotograaf gekiekt geheele week was echter de Zondag; dan geleidde Agatha hem heel zorgzaam ter kerke en daar kon hij dan bet liefe lijk gezang van de nachtegaal hooren, als zij hare stem liet klinken ter eere Gods en tot stichting der geloovigen. De boerin had tegen Agatha's han delwijze niets in te brengen, wijl zij geen harer plichten daarvoor verzuimde, en in het geheim was zij in haar schik van de zorg voor den ouden „dagdief," zoo als zij den oom noemde, ontheven te zijn. De liefderijke, eerbiedige behan deling, die den grijsaard van Agatha ten deel viel, belette ook de overige huisgenooten den ruwen toon tegen hem aan te slaan van vóór Agatha's thuiskomst en die den ouden man zoozeer gehinderd had. Zijn dankbaarheid was aandoenlijkals hij Agatha maar in het oog kreeg, helderde zijn gelaat reeds op en menig Weesgegroet aan den rozen krans, dien hij voortdurend in de han den had en bad, zou wel voor zijn jeug dige verpleegster gestort zijn. Agatha zelf vond de hoogste vreugde in de ge dachte, de laatste levensdagen te ver lichten en gehiKkig te maken van den grijsaard, die veel verdriet moest gehad hebben in zijn leven en daarbij zulk een edel hart en zulk een vromen geloovigen geest had weten te bewaren. Zoo dierbaar werd haar het gebrek kige mannetje, dat zij met diep leed wezen zag, hoe hij zich van zwakte nauwelijks meer op de been kon hou den. Wordt vervolgd) OPLOSSINGEN. Natuurlijk, daar moest ik vandaag eens niet mee beginnen, nietwaarl Wat zou ik een groot getal ontevreden gezichten krijgen. En daar zou jelui gelijk in hebben ook, hoor 1 J.k zal dus maar gauw beginnen met hier onder al de oplossingen at te drukken 1. 14. 2. IJselmuiden. 3. Balthasar, Casper, Melchior 4. A. Drie halve centen, een cent, een twee en een halve centstuk, twee stuivertjes, een dubbeltje, een kwartje en een tienstui verstuk. B. Een halve cent, fwee centen, drie twee en een halve centstukken, een stuiver, een dubbeltje, een kwartje en een tienstui verstuk. 5. Scheveningen. 6. Barbarossa, (wie is dat?) 7. Kanaal. 8. Berkel. 9. Rooster. 10. Aan Godes zegen is het alles gelegen. 11. Scharlaken. 100 44 54 44 44- I. 15. Spion 16. pion. 10 10 10 10 22. Er waren zeven appelen. De eerste kreeg 4 appelen, de tweede twee, de laatste twee 23. Ia zestienhonderd acht en veertig kwam de vrede van Munster tot stand, die een einde maakte aan den vreeselijken tachtig jarigen oorlog tusschen Spanje en de Ne derlanden. 24. Bolivia. 22 83 25. 22 33 57 22 33 17. Pot lood potlood. 18. Een schip op strand, een baken in zee. 19. Levensonderhoud. 20. Maagdenburg. 21. 44 24 44 33 44 33h 44h 33 22 25 a. Ze ven aar. 26. Bramen ramen Amen 27. Kampenaar. 28. Palestina 29. Amerika. 30. Holland. 31. 105 32 34. 38. 40. Opgave foutief. 33. Drie Koningen. 's-Gravenhage. 35. Schelpen. 36. Nood leert bidden. 37. Stompwijk. Klamp 39. Beemster. Goudsbloem, dahlia, viooltje, lelie, narcis. 41. Rhinoceros, walvisch, nijlpaard, kroko dil, haai. 42. Nachtegaal. 43. Veel honden zijn der hazen dood. 44. Argentinië. 45. Ostende, Brussel, Verviers. Turnhout. Wordt vervolgd.) Zoo, den verderen uitslag krijgen jelui de vol gende week, en dan heb ik tevens weer een paar heel aardige dingen voor je, hoor. Mevr. A. M. van de GR1ENDT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 8