tiet lied van Clarens.
Tvveede Blad, behooiende
bij De Leidsche Courant
van Dinsdag 31 Januari.
~STATEN-GÊNËRAAL.
EERSTE KAMER.
Regeerings-antwoord.
Aan de Memorie van Antwoord wordt
het volgende onlecnd:
Politieke beschouwingen.
Evenais vele leden heeft ook de Re
geering het aftreden van den vorigen mi
nister van Oor.og met leedwezen gezle.i.
Zijn persoon en zijn arbeid werd
door het Kabinet hoog gewaardeerd.
Diens ontslagaanvrage geschiedde naar
aanleiding van een verschil van meening
tusschen dien bewindsman en de Twee
de Kamer over een bepaald vraagstuk
waarbij het a.gemeen Regeeringsbe'.eid
niet betrokken was.
De Regeering acht inderdaad onmid
dellijke voorziening in den toestand on
zer defensie noodzakelijk. Zij heeft dan
ook voor zoover van haar afhing ge
zorgd, dat de continuïteit ten aanzien
dier voorziening niet werd vi ra roken.
Dit zou haar, na het votum der Twee
de Kamer, zeer zwaar gevallen zijn, in
dien zij niet in den tegenwoordigen Mi-
mster van Oorlog den man had gevon
den, d ie bereid bleek om met kracht den
voortgang van het werk te bevord ren, en
die- aanstonds reeds dienovereenkomstig
heeft gehandeld.
Beleid van het Kabinet.
De Regeering erkent het groote belang
van homogeniteit van het Kabinet. Ten
zij dan in den a'gemeenen zin, dat al het
goede steeds overvloedig, r behoort te
worden, bestaat aan v rsterking van die
homogeniteit thans geen behoefte.
Uit de geschiedenis van de subsidie
aan de openbare leeszalen blijkt, dat de
bedoeling, waarmee dit voorstel werd
ingekleed, geen po.itieke strekking had.
Dat het wetsontwerp op de eedsafleg
ging zou getuigen van gebrek aan over
eenstemming tusschen de leden van liet
Kabinet en zou kunnen dienen als be
wijs van zwakheid van de poside der re
geering is een onjuiste stelling.
Betreffende de roeping eener Chris
telijke Kcgeering -worut de opmerking
gemaakt, _atf naar Je meening der re
geering het Kabinet aan het bewind is
niet uits.uiienci in verband met den toe-
nemenaen afval va.i de grondwaarheden
der Christc.ijke Openbaring. Indien er
van zoouanigen afval weinig was te be
speuren, dan zou er toch reden Zijn om
het bewind te voeren .op den grondslag
der Christelijke rechtsbeginselen. Im
mers, dewijl het gezag er Overheid en
het recht van Goudciijken oorsprong zijn
behoort steeds tot de ovemeid, die het
recht handhaaf en boekt, naar de toepas
sing van Je Christe.ijke rechtsbeginse
len te worden gestreefd, en dit is niet af
hankelijk van wat anderen doen, die daar
in niet getooven.
Bovendien is het steeds de roeping der
Christelijke partijen om zooveel moge
tijk de eensgezindheid te bewaren. In
die roeping is, ook bij onvolkomenheid
in de toepassing, de beste waarborg
voor het voortbestaan der coalitie ge
legen.
W e r k p 1 a n van het Kabinet.
Geregeld en systematisch wordt aan
de afwerking van het program gearbeid.
De Tariefwet zal spoedig inkomen. Im
mers zij is bij den Raad.van State. De
voorstellen betreffende de verzekering
van arbeiders woiden geleidelijk inge
diend .De algeheele vrijmaking van het
onderwijs is door geen enkele partij bij
de verkiezingen van deze periode ver
langd en moet wachten op 'M onderzoek
der grondwettelijke vraag, Cr wijl einde
lijk het wetsontwerp tot v i.uiming van
het plaatselijk belastinggebied een 011-
dei werp van ompele bespreking tus
schen regecring en commissie van voor
bereiding heeft uitgemaakt, welke heeft
geleid tot het toezenden van een aan
vankelijk gewijzigd wetsontwerp aan de
commissie
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
51)
„Ja, re deksel, maar hoe anders te le
ven.bij het beheer van zulk een domein?"
Hij was gaan zitten, en zich willende
vergewissen van den indruk, welke zijn
nicht van de scène van zooeven behouden
had, gaf hij haar een teeken om naast
hem plaats te nemen en begon haar te
ondervragen
„Ik ben je wel vreemd .moeten voor
komen."
„O, wel erg lijdend vooral!"
„Dat komt, wijl mij de terugkeer van
den markies de Clarens zeer heeft aan
gegrepen. Dat was te zien, nietwaar?"
„Spreken we niet meer van dit inci
dent," zei Geneviève. „Dat moet u pijn
lijk zijn."
„Och, neen, niet zoo pijnlijk. Ik was
koortsachtig zooveven, maar nu kunt ge
gerust van den jongen markies spreken,
dat zal me niet hinderen/'
„Is u daar wel heel zeker van?;" vroeg
De crisis a..n ^mr og iie.it geen ver
traging teweeggebracht. Het kustverde-
digingsontwerp is bereids bij de Tweede
Kamer aanhangig: de nieuwe Mi'.itiewet
bij den Raad van State in onderzoek.
Grondwetsherziening.
De Regcering moet zich in het huidig
stadium van e'ke bespreking over den
inhoud der te verwachten voorstellen als
praematuur. onthouden.
Sociale wetgeving.
De ontwerpen tot r.geiing der ziek
teverzekering en der inva'icit its- en ou
derdomsverzekering en het ontwerp tot
herziening der Ongevallenwet hebben alle
het departement verlaten.
Als de medewerking der Staten-Ge»
tieraal werft verkregen tot snelle behan
deling, behoeft aan afwerking der voor
stellen zeker niet te worden gewanhoopt.
Militaire zaken.
Dat de toestand van ons leger en zijne
strijdvaardigheid veel te wensen en over
laten, worut door de rcgeer.ng zeer be
treurd en zij kan dit niet tegenspreken.
Onbillijk en onjuist acht zij intusschëu
de meening, dat die ongunstige toestand
te wijten is aan het tegenwoordig Kabi
net en hoofdzakelijk is toe te schrijven
aan het gefaald hebbend tweeploegen-
stelsel. De regeering herinner: er aan,
dat dit Kabinet bij zijn optreden, in
zonderheid bij het hoofdwapen, de in
fanterie, een verwarden toestand vond en
de invoering van het tweeploegcnstel-
sel in den tegenwoordigen v r.n, slechts
een als proef bedoelde maair.gef was,
waarmede men hoopte zonder schade
voor de geoefendheid, aan den s'.rijd over
de kwestie van het blijvend gedeelte een
einde te maken.
Die hoop is evenwel niet vervuld. Van
haar verantwoordelijkheid om in dezen
toestand verbetering te brengen is de
Regeering zich ten voile bewust. Zij ver
wacht die verbetering in de allereerste
plaats van de nieuwe Militiewet
K u s t v e r d e d i gi n g.
Hoezeer de regeering van oordeel is,
dat er in 'net stadium wa r n deze zaak
Limans verkeert, geen aanleiding bestaat
om in uitvoerige beschouwingen over
het kusiverdedigingsontwerp te treden,
meent zij één opmerking niet onbespro
ken te mogen laten.
Bedoeld is de meening van vele leden
dat het aangevraagde bedrag niet aan
één front besteed had mogen worden,
maar dat meer op de belangen der defen
sie naar alle zijden gelet had dienen te
zijn.
Tc dien aanzien merkt de Regecring
op dat de versterkte stellingen aan de
kust niet op één lijn zijn te stellen met
onze andere stellingen.
Met ons versterkt lcustfront wordt geen
grensverdediging aan de z'eezijde be
oogd. De binnenlands gelegen stellingen
zijn daarentegen met een geheel ander
doel in liet leven geroepen: met grens
verdediging hebben dezen niets uit te
staan. Reeds sinds lang zijn de grensves
tingen aan de landzijde op een zeer en
kele uitzondering na opgeheven en be-
I oort de grensverdediging aan die zij
de tot de taak van het veldleger.
Daarom is dan ook door de regecring
èn dc kustverdediging èn de verbetering
der levende strijdkrachten op den voor
grond gesteld.
Bezuinig ingscom missie
Met groote belangstelling ziet de Re
geering de resultaten tegemoet van het
werk dezer commissie, doch zij denkt
er niet aan zich door het instellen dier
commissie te laten verleiden iot vertra
ging in het nemen van krachtige maat
regelen tot verbetering van defensie-toe
standen.
F i n a h c i e e 1 e toestand.
De Minister heeft reeds erkend dat de
toestand van de financiën zorgwekkend is
Maar hij heeft tevens tegen overdrijving
gewaarschuwd. In den regel is de afloop
van het dienstjaar vrij wat gunstiger dan
te verwachten scheen.
Afdoening van de verliuoging van de
successiebelasting acht de Minister nood
zakelijk. Hij heeft trouwens de daaruit
voort te vloeien f550.000 reeds in zijne
berekeningen opgenomen.
Voor 1912 rekent de Minister op de
Geneviève, nog vervuld \an t vijfel.
„Ja, waarom zou de terugkeer van den
jonkman mij onaangenaam wezen?"
„Dat is waar", antwoordde Geneviève,
genoeg vertrouwen herwinnend om te
glimlachen.
„Heb je werkelijk gemeend, Jat mijn
woede door de tijding van zijn terugkeer
werd veroorzaakt?"
„Ja en neen. Ik dacht dat die kleine
zorg, toegevoegd aan veel gewichtiger
zorgen, aan uw geduld een einde maakte.
Zei u niet zooeven.... maar ik vrees,
dat ik door uwe woorden te herhalen...''
„Mijn toorn opnieuw zult wekken?
Wees maar niet bezorgd.... Herhaal wat
ik gezegd heb, want ik herinner het me
zelfs niet"
„Gij scheen ;te vreezen, genoodzaakt
te zijn een proces aan te gaan, eischen
af te wijzen, enz."
„Ik was niet wijs. Eischen, processen
enz. zijn niet mogelijk. Wilde er voor de
plannen van den jongen de Clarens Tans
op slagen bestaan, dan zou hij moeten
.kunnen bewijzen, dat zijn moeder niet is
U:,geweken, dat zij in Frankrijk is 'ge
storven.... en ik tart hem, dat te doen"
Geneviève was teleurgesteld, wat in
haar trekken duidelijk te lezen was.
Mijn woorden verbazen je, kleine ?,--
ging Raffut; derhalve voort
uitvoering van de Urief verhooging, voor
zoover die het voor sociale maatregelen
nooclig bedrag te boven gaat, op het de-
bi etrecht op tabak en op de inkomsten
belasting.
Ten opzichte van het voorgenomen de-
bietrecht op tabak, is het 's Ministers
meening, dat zulk een recht aanvankelijk
met voorzichtigheid moet worden gehe
ven.
Inmiddels kan het niet an ers of bij
den tragen gang onzer wetgeving zui
len tijdelijke'hulpmiddelen, zooa's de Mi
nister meent fe moeten voorstellen om te
zorgen dat liet financieeie sys'eem, dat
hij zich denkt, ook in uitvoering komt,
moeten worden aangewend, zoo a ig van
een sluitenden dienst geen sprake kan
zijn. Dit geldt zoowel de suop'etoire op
brengsten van den verhoogden gedistil
leerd-accijns als het voor te stellen fonds
tot reserveering van een dec! der op
brengst van het Tarief voor de beharti
ging van sochle maatregelen.
TWEEDE KAMER.
Steenhouwerswet.
Dc Mem rie van Antwoord is ver
schenen betreffende het wetsontwerp,
houdende bepalingen tot beveiliging van
werklieden bij steenhouwersarbeid'.
In de eerste plaats wordt hierin be
toogd ,dat de vraag, of een wetsontwerp
•p den beorijfsarbeid in het alge-neen
de voorkeur verdient boven afzonderlij-
wetsontwerpen, slechts regering bepein
zende voor één enkel bedrijf, louter door
overwegingen van doelmatigheid dient
te worden beantwoord'. De onderzoe
kingen over den steenhouwersarbeid'
hebben eeri regeling urgent doen blij
ken en den weg .aangewezen, waarlangs
verbete ing zal zijn te bereiken. En
de Minister betwist, dat door arbeids
wetgeving v or speciale bedrijven het
overzicht over de arbeidswetgeving zou
verloren gaan.
Vervolgens wordt in den breede be
streden het bezwaar, dat de voorgestel
de maatregelen niet slechts voor< de
draagkracht van het bedrijf te zwaar
zijn, maar bovendien niet alle noodig cn
wènschelijk zijn; dat met name niet de
wering van zwakke pc-rsonen uit het be
drijf had1 moeten zijn voorgesteld. De
Minister geeft toe, dat de voorgedragen
regeling aan de werkgevers zware las
ten zal opleggen. Maar dit mag geen
reden zijn om na te laten hetgeen voor
het wetsontwerp noodzakelijk is. Veel
eer dient op andere wijze getracht, dat
nadeel zooveel mogelijk op te heffen.
Daaraan dankt het ie''beeld zijn ont
staan om een hooge: invoerrecht te lief-
op bewerkte natuurlijke steen.
De geneeskundige keuring, die over
de toelating tot liet beroep .zal beslis
sen, is rationeel, aangezien daardoor
zooveel mogelijk buiten het bedrijf blij
ven de personen van wie op grond van
hun lichamelijke gesteldheid bij voor
baat kan w den gezegd, dat zij de ri
sico van het vak niet zullen kunnen dra
gen.
Zeer zeker moet liet publiek gezag
met dwingende bepalingen van dezen
aard spaarzaam zijn. Maar het geldt hier
een geheel exceptioneele regeling', die
practisch vrijwel zal neerkomen op de
zorg dat physiek-ongeschikte jonge
lieden niet juist in een bij uitstek ge
vaarlijk bedrijf als dat der steenhou
wers, een plaats zullen zoeken. Een
nieuw beginsel wordt door zoodanige
keuring ook niet ingevoerd. De Minis
ter herinnert aan art. -1 der Arbeids
wet, het Mijnreglement en het K.
tot uitvoering der Caissonwet.
Hierna bestrijdt de Minister, de mee
ning,. dat het ontwerp onvolledig is, wijl
liet niet bevat een verbod om in het be
drijf zandstaan, of althans bepaalde soor-<
ten zandsteen, tc gebruiken. De meerdere
schadelijkheid van zandsteen staat niet
dermate vast, om tot zoodanig verbod
te leiden. Men zou bovendien zeer wel
voor het geval kunnen komen te staan,
dat even schadelijke, ja nog schadelijker
materialen daarvoor in de plaats traden.
Wat het denkbeeld aangaat, om de
geldelijke gevolgen der voorgestelde be
palingen enigermate een tegenwicht te
„Het zou ine verbazen en verdriet aan
doen, zoo ik uw woorden letterlijk op
nam, beste oom; maar ik ken u te goed
om er geheel cn al aan te gelopven. Ik
weet, dat gij altij-d hebt gedacht aan dc
belangen van de familie Clarens, alvo
rens te denken aan de uwe."
Raffut kon naar deze bekentenis de
volle uitgestrektheid der ïllusiën van zijn
nicht berekenen. Hij wist, dat ze zeer
sentimenteel en romanesk was, inaar
voor in die mate naïef had hij haar niet
aangezien. Voorzichtig geworden, vond
hij het beter, haar niet in eens te ont
goochelen. Zoowel om haar voor te be
reiden op zijn besluit, het domein niet
terug te geven, als om nieuwe vertrou
welijkheden uit te lokken.
„En wat zou je wel zeggen, als ik het
moede was, mij te vergeefs voor ande
ren af te sloven, tien jaren te hebben
gearbeid zonder belocning, thans aan
mijn eigen belangen dacht, alvorens aan
die van de familie de Clarens te den
ken? Ik heb voor dit kasteel betaald, wat
men er voor vroeg en wa rvoor onver
schillig ieder ander het had kunnen krij
gen. Wettelijk behoort het mij. En be
hoort het-mij ook niet moreel, nu ik alle
onbekende schatten, welke de grond be
vatte, tot hun volle waarde heb ge*
bracht? Ik ben pu,d geworden yóór den
doen vinden in een verhoogd invoer
recht, geeft de Minister toe, dat het ze
ker het best zal wezen, wanneer door
gelijktijdige uniforme internationale re
geling van de bescherming der steen
houwers iedere voorsprong van het bui
tenland kon worden voorkomen. Zulk
een regeling echter vereischt zóó 'lang
durig en moeilijk overleg, dat aan deze
oplossing thans niet viel te denken. Het
thans als tegenwicht voorgestelde mid
del bewijst echter geenszins, dat in het
algemeen sociale bepalnigen afhan
kelijk zouden moeten worden gesteld
van beschermende maatregelen. Het ligt
in de bedoeling, de voorgenomen ta-
riefsverhooging een plaats te jjoen vin
den in het wetsontwerp tot een alge-
meene herziening van het tarief.
Uit her met den Minister van Binnen-
landsche Zaken gepleegd overleg is
gebleken, dat het voorshands niet in de
bedoeling ligt, een Rijksvakschool voor
iict steenhouwersbedrijf in het leven te
roepen.
Uit hetgeen in dc Memorie bij de arti
kelen wordt medegedeeld, blijkt, dat
alsnog beeldhouwersarbeid, voor zoo
ver deze bestaat in liet behouwen van
steen, onder het bereik der wet zal val
len, terwij! belangrijke uitzonderingen
kunnen worden toegestaan.
Bij de nieuwe omschrijving van het
begrip „steenhouwersarbeid" zal ook het
polijsten, slijpen en zagen daar buiten
vallen.
Voorts wordt de gelegenheid open
gesteld voor den arbeider, die vooi hel
steenhouwersvak ongeschikt wordt ver
klaard, om nadere bes'issing in hooger
beroep (e konen hij den Minister, die
voor dc herkeuring een of meer genees
kundigen aanwijst. Een arbeider kan
binnen een jaar na de beslissing tot zijn
niet-toelating niet aan een nieuw onder
zoek worden onderworpen.
Merken van Kaas.
Het was den minister van landbouw,
nijverheid en handel aangenaam te ver
nemen, dat zijn streven om door eer.
wettelijk voorschrift zoowel het herstel
en het behoud van den goeden naam
der Nederlandsche kaas als de uitbrei
ding van haar afzetgebied te bevorde
ren, zoo algemeene instemming heeft ge
vonden.
Tegenover den door eenigc leden uit
gesproken twijfel, of de vo. rgeslelde re
geling wel streng genoeg is, /.ij opge
merkt, dat, naar de meening van den
minister, langs imperatieven weg het nu
beoogde doe! mocielijk zal zijn tc be
reiken. Ongetwijfeld zou in het alge
meen het door genoemde leden bedoel
de dwingende voorschrift gepaard' met
een nauwlettend toezicht op de nale
ving. mede veel kunnen bijdragen tot
eene verbetering van de thans heer-
schende minder gcwensclite toestanden
in den kaashandel.
Ten aanzien van de vrees, door som
mige leden geuit, dat de invoering van
een Rijkskaasmerk niet de gevvenschte
uitwerking za! hebben a's niet tevens
wettelijke bescherming van dat merk in
het buitenland wordt verkregen, merkt
de minister op, dat zich tot heden, ten
gevolge van de wijze, waarop met het
Rijksbotermerk in het buiteii'aad wordt
genaiidcld, met dat merk nog geen moei
lijkheden hebben voorgedaan, cn dat er
dus alle reden is om ten opzichte van liet
kaasmerk op dezelfde wijze te werk tc
gaan.
Dc minister /.al echter, indien in eenig
land door de wetgeving een merk niet
voldoende wordt beschermd, zeker niet
nalaten te trachten de noodige bescher
ming te verkrijgen.
Daar het Rijksmerk een zekeren waar
borg geeft, moet onvoorwaardelijk gc-
cischt worden dat aan de voorschriften
streng de hand wordt gehouden. De mo
gelijkheid, dat door de invoering van
een Rijksmerk voor kaas, bereid uit volle
melk, nadeel kan worden b'. rokkend aan
kaas bereid uit eenïgszitis afgeroomde
melk, met name aan de Edammer kaas,
zooals die vrij algemeen in Noord-Hol
land op de boerderijen en in de fabrie
ken wordt bereid, valt naar 'de mee
lijd, omdat ik mijn verstand en mijne
gezondheid heb gebruikt, om het domein
vruchtbaar te maken. Waarom heeft men
het mij niet opgevraagd, voordat ik mij
op allerlei wijzen er aan heb gehecht?
Waarom heeft de familie de Clarens zoo
weinig belangstelling getoond, dat zij het
goed heeft laten verkappen, het bij open
bare veiling aan den eerste den beste
heeft overgelaten? Waarom zijn zij uit
geweken en hebben zij zich een ander va
derland gekozen? Na rijk, na heer en
meester te zijn geweest, mis ik den hel
denmoed om tot de inidetmatigheid te
rug te keeren en weder een onderge
schikte rol te spelen. Ik heb dit domein
lief, omdat ik alles van mij er in heb
gelegd. Is het niet billijk dat i-k, afgemat
ziek, verlangend naar rust, eindelijk de
vrucht van al mijn moeite en zorgen ge
niet? Dat is, voor zoover ik weet, geen
in zich zelf slecht gevoel; in alle men-
schen zou dat spreken."
„Zeker, dat is een gevoel, alle men
schen waardig, zei Geneviève met veel
beslistheid, „maar liet is niet uwer waar-
dig", gij, die zooveel beter zijd dan alle
menschen. Bovendien is het u bekend,
dat het kasteel buiten weten van de mar
kiezin r'n veiling is gebracht. Zij is niet
uitgeweken en heeft zich geen ander va
derland gekozen. Naar het schijnt, heeft
ning van den minister niet te ontken,
nen. Mocht blijken dat door de invoering
van een Rijksmerk voor volvette kans
nadeel zou worden gedaa aan de Noord-
Hollandsche kaasindustrie, dan zal de mi
nister gaarne bereid gevonden worden
om te overwegen welke maatregelen er
door hem in het belang van den afzet en
van den handel in het Noord-Holland-
sche product kunnen worden genomen^
Ter tegemoetkoming aan den door en
kele leden uitgesproken wensch heeft dc
minister het eerste lid van het eenig ar
tikel vervangen door het volgende voor
schrift:
„Docr onzen niirtisfer van landbouw^
nijverheid cn handel worden merken vast
gesteld, welke uitsluitend bestemd zijn,-
om door of vanwege aangeslotenen bij
een onder Rijkstoezicht staand kaascon-
trölestation te worden aangebracht op
de door of vanwege die aangeslotenen
bereide kaas."
Land- en Tuinbouw.
R.-K. Bloemisten en Tuinlieden,
De Ned. Bond van R.-K. Bloemisten
en Tuinlieden hield gisteren in liet R.-K.
Verecnigingsgebouw te Heemstede hare
7e Algemeene Vergadering. De voorzitter,
de heer J. Steenvoorden van Beverwijk,
de vergadering met een kort welkomst
woord openend, en den leden een zalig
nieuwjaar toewenschend, zette in 't kort
de werkzaamheden uiteen, in 'tafgeloopen
jaar verricht. Spr. wees vooral op de
actie door de aangesloten afdeelingen
gevoerd. Uit het Jaarverslag van den
Secretaris bleek dat de afd. Overveen den
Bond heeft verlaten. Het verslag van den
Penningmeester vermeldde dat de ont
vangsten hadden bedragen f 228,50 en
de uitgaven f 132,56-, zoodat de balans
een voordeelig saldo aanwees van i 95.935.
Hiervan was f80.— gestort in de Weer-
standskas. Het verslag van het Vakblad
sloot met een nadeelig saldo van f54.04.
De rekening werd door de commissie
nagezien en accoord bevonden. Mede
gedeeld werd dat de schuld aan het
Centraal Bestuur van den Ned. R.-K.
Volksbond thans is afgedaan. De Advi
seur, de WelEerw. heer L. v. d. Berg,
die thans de vergadering moest verlaten
uitte zijn besten wensclien voor den bloei
van den Bond 't Speet spreker te
moeten mededeelen dat de ver-
eeniging „Plicht en Recht" te Voorhout
zich in haar tegenwoordige» vorm niet
kan aansluiten bij den Bond, omdat zij
niet is een erkende Katholieke vereeni-
De bestuursverkiezing had tot uitslag
dat de aftredende bestuurders, de heeren J.
Steenvoorden van Beverwijk en J. Kmtte
Haarlem, werden herkozen en in twee
bestaande vacatures werden benoemd de
heeren v. cl. Berg te Heemstede en Jos.
Hoop van Hillegom. Als plaats voor dc
volgende vergadering werd aangewezen
Hillegom.
Na een korte pauze, werd besloten
in de verschillende afdeelingen een spreker
te doen optreden door het bestuur, om
te trachten de organisatiegeest aan te
wakkeren. De heer J. A. de Lobel vati
Haarlem heeft zich hiervoor beschikbaar
gesteld.
Een voorstel Hillegom luiddeBespre
king van het nut van een bezoldigden
propagandist. De heer J. Koop, het voor
stel toelichtend wijst op het groote nut
van een vrijgestelde tot uitbreiding van
den Bond. Uit de verschillende bespre
kingen bleek dat men overtuigd was van
liet groote nut doch dat de financieeie
toestand van den Bond het op 't oogen-
blik en zelfs in de naaste toekomst niet
toelaat een bezoldigd propagandist aan
tc stellen. Deze zaak zal echter in de
itrschillende afdeelingen worden bespro
ken. Over het vakblad werden zeer
breedvoerige besprekingen gehouden,
waaruit bleek dat alle afgevaardigden de
groote noodzakelijkheid en het groote
nut van een vakblad, als zijnde een
hechte band voor de verschillende aan
gesloten afdeelingen inzagen. Met alg.
stemmen werd besloten het Vakblad weer
geregeld te doen verschijnen en hiermede
te beginnen in de maand April. Na vast-
zij, wel vei re van het domein prijs te ge
ven, er willen terugkeeren, en heeft haar
die moedige poging het leven gekost.
De jonge markies was toen nog een kind
en kon niets uitrichten. Zijn eerste daad
als man, is gelijk aan de laatste poging
zijner moeder: naar zijne woning terug
te keeren. Ik geef toe, dat de omstan
digheden ten allen tijde hen zeer ongun
stig zijn geweest.... tlocli slaat liet
ons die zooveel verplichtingen jegens
hen hebben, daarvan partij te trekken?"
Raffut keek zijn nicht langen tijd aaa
zonder te antwoorden. Hij meende d«c
stem van zijn zuster te hooren, dc stem
van zijn geweten. In zijn ziel sloop eeni-
ge ontsteltenis; maar ditmaal wist hij
zich te behccrscheii en met geveinsd
moede stem, gaf hij ten antwoord:
„Tien jaren geleden dacht ik als gij,
Geneviève. Sedert echter, door meer met
menschen om te gaan en het leven meer
te leeren kennen, ben ik minder edelmoe
dig geworden. Behoudende wat ik ver
kregen heb, geef ik geen blijk van haat cn
ondankbaarheid; ik profiteer eenvoudig
van wat billijk is"
„Ik herhaal u, ooin, billijk zijn is vol
doende voor anderen, niet voor u."
(Wordt v .rvoigdjj