tiet lied van Clarens. Tvveede Blad, behooiende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 31 Januari. ~STATEN-GÊNËRAAL. EERSTE KAMER. Regeerings-antwoord. Aan de Memorie van Antwoord wordt het volgende onlecnd: Politieke beschouwingen. Evenais vele leden heeft ook de Re geering het aftreden van den vorigen mi nister van Oor.og met leedwezen gezle.i. Zijn persoon en zijn arbeid werd door het Kabinet hoog gewaardeerd. Diens ontslagaanvrage geschiedde naar aanleiding van een verschil van meening tusschen dien bewindsman en de Twee de Kamer over een bepaald vraagstuk waarbij het a.gemeen Regeeringsbe'.eid niet betrokken was. De Regeering acht inderdaad onmid dellijke voorziening in den toestand on zer defensie noodzakelijk. Zij heeft dan ook voor zoover van haar afhing ge zorgd, dat de continuïteit ten aanzien dier voorziening niet werd vi ra roken. Dit zou haar, na het votum der Twee de Kamer, zeer zwaar gevallen zijn, in dien zij niet in den tegenwoordigen Mi- mster van Oorlog den man had gevon den, d ie bereid bleek om met kracht den voortgang van het werk te bevord ren, en die- aanstonds reeds dienovereenkomstig heeft gehandeld. Beleid van het Kabinet. De Regeering erkent het groote belang van homogeniteit van het Kabinet. Ten zij dan in den a'gemeenen zin, dat al het goede steeds overvloedig, r behoort te worden, bestaat aan v rsterking van die homogeniteit thans geen behoefte. Uit de geschiedenis van de subsidie aan de openbare leeszalen blijkt, dat de bedoeling, waarmee dit voorstel werd ingekleed, geen po.itieke strekking had. Dat het wetsontwerp op de eedsafleg ging zou getuigen van gebrek aan over eenstemming tusschen de leden van liet Kabinet en zou kunnen dienen als be wijs van zwakheid van de poside der re geering is een onjuiste stelling. Betreffende de roeping eener Chris telijke Kcgeering -worut de opmerking gemaakt, _atf naar Je meening der re geering het Kabinet aan het bewind is niet uits.uiienci in verband met den toe- nemenaen afval va.i de grondwaarheden der Christc.ijke Openbaring. Indien er van zoouanigen afval weinig was te be speuren, dan zou er toch reden Zijn om het bewind te voeren .op den grondslag der Christelijke rechtsbeginselen. Im mers, dewijl het gezag er Overheid en het recht van Goudciijken oorsprong zijn behoort steeds tot de ovemeid, die het recht handhaaf en boekt, naar de toepas sing van Je Christe.ijke rechtsbeginse len te worden gestreefd, en dit is niet af hankelijk van wat anderen doen, die daar in niet getooven. Bovendien is het steeds de roeping der Christelijke partijen om zooveel moge tijk de eensgezindheid te bewaren. In die roeping is, ook bij onvolkomenheid in de toepassing, de beste waarborg voor het voortbestaan der coalitie ge legen. W e r k p 1 a n van het Kabinet. Geregeld en systematisch wordt aan de afwerking van het program gearbeid. De Tariefwet zal spoedig inkomen. Im mers zij is bij den Raad.van State. De voorstellen betreffende de verzekering van arbeiders woiden geleidelijk inge diend .De algeheele vrijmaking van het onderwijs is door geen enkele partij bij de verkiezingen van deze periode ver langd en moet wachten op 'M onderzoek der grondwettelijke vraag, Cr wijl einde lijk het wetsontwerp tot v i.uiming van het plaatselijk belastinggebied een 011- dei werp van ompele bespreking tus schen regecring en commissie van voor bereiding heeft uitgemaakt, welke heeft geleid tot het toezenden van een aan vankelijk gewijzigd wetsontwerp aan de commissie FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 51) „Ja, re deksel, maar hoe anders te le ven.bij het beheer van zulk een domein?" Hij was gaan zitten, en zich willende vergewissen van den indruk, welke zijn nicht van de scène van zooeven behouden had, gaf hij haar een teeken om naast hem plaats te nemen en begon haar te ondervragen „Ik ben je wel vreemd .moeten voor komen." „O, wel erg lijdend vooral!" „Dat komt, wijl mij de terugkeer van den markies de Clarens zeer heeft aan gegrepen. Dat was te zien, nietwaar?" „Spreken we niet meer van dit inci dent," zei Geneviève. „Dat moet u pijn lijk zijn." „Och, neen, niet zoo pijnlijk. Ik was koortsachtig zooveven, maar nu kunt ge gerust van den jongen markies spreken, dat zal me niet hinderen/' „Is u daar wel heel zeker van?;" vroeg De crisis a..n ^mr og iie.it geen ver traging teweeggebracht. Het kustverde- digingsontwerp is bereids bij de Tweede Kamer aanhangig: de nieuwe Mi'.itiewet bij den Raad van State in onderzoek. Grondwetsherziening. De Regcering moet zich in het huidig stadium van e'ke bespreking over den inhoud der te verwachten voorstellen als praematuur. onthouden. Sociale wetgeving. De ontwerpen tot r.geiing der ziek teverzekering en der inva'icit its- en ou derdomsverzekering en het ontwerp tot herziening der Ongevallenwet hebben alle het departement verlaten. Als de medewerking der Staten-Ge» tieraal werft verkregen tot snelle behan deling, behoeft aan afwerking der voor stellen zeker niet te worden gewanhoopt. Militaire zaken. Dat de toestand van ons leger en zijne strijdvaardigheid veel te wensen en over laten, worut door de rcgeer.ng zeer be treurd en zij kan dit niet tegenspreken. Onbillijk en onjuist acht zij intusschëu de meening, dat die ongunstige toestand te wijten is aan het tegenwoordig Kabi net en hoofdzakelijk is toe te schrijven aan het gefaald hebbend tweeploegen- stelsel. De regeering herinner: er aan, dat dit Kabinet bij zijn optreden, in zonderheid bij het hoofdwapen, de in fanterie, een verwarden toestand vond en de invoering van het tweeploegcnstel- sel in den tegenwoordigen v r.n, slechts een als proef bedoelde maair.gef was, waarmede men hoopte zonder schade voor de geoefendheid, aan den s'.rijd over de kwestie van het blijvend gedeelte een einde te maken. Die hoop is evenwel niet vervuld. Van haar verantwoordelijkheid om in dezen toestand verbetering te brengen is de Regeering zich ten voile bewust. Zij ver wacht die verbetering in de allereerste plaats van de nieuwe Militiewet K u s t v e r d e d i gi n g. Hoezeer de regeering van oordeel is, dat er in 'net stadium wa r n deze zaak Limans verkeert, geen aanleiding bestaat om in uitvoerige beschouwingen over het kusiverdedigingsontwerp te treden, meent zij één opmerking niet onbespro ken te mogen laten. Bedoeld is de meening van vele leden dat het aangevraagde bedrag niet aan één front besteed had mogen worden, maar dat meer op de belangen der defen sie naar alle zijden gelet had dienen te zijn. Tc dien aanzien merkt de Regecring op dat de versterkte stellingen aan de kust niet op één lijn zijn te stellen met onze andere stellingen. Met ons versterkt lcustfront wordt geen grensverdediging aan de z'eezijde be oogd. De binnenlands gelegen stellingen zijn daarentegen met een geheel ander doel in liet leven geroepen: met grens verdediging hebben dezen niets uit te staan. Reeds sinds lang zijn de grensves tingen aan de landzijde op een zeer en kele uitzondering na opgeheven en be- I oort de grensverdediging aan die zij de tot de taak van het veldleger. Daarom is dan ook door de regecring èn dc kustverdediging èn de verbetering der levende strijdkrachten op den voor grond gesteld. Bezuinig ingscom missie Met groote belangstelling ziet de Re geering de resultaten tegemoet van het werk dezer commissie, doch zij denkt er niet aan zich door het instellen dier commissie te laten verleiden iot vertra ging in het nemen van krachtige maat regelen tot verbetering van defensie-toe standen. F i n a h c i e e 1 e toestand. De Minister heeft reeds erkend dat de toestand van de financiën zorgwekkend is Maar hij heeft tevens tegen overdrijving gewaarschuwd. In den regel is de afloop van het dienstjaar vrij wat gunstiger dan te verwachten scheen. Afdoening van de verliuoging van de successiebelasting acht de Minister nood zakelijk. Hij heeft trouwens de daaruit voort te vloeien f550.000 reeds in zijne berekeningen opgenomen. Voor 1912 rekent de Minister op de Geneviève, nog vervuld \an t vijfel. „Ja, waarom zou de terugkeer van den jonkman mij onaangenaam wezen?" „Dat is waar", antwoordde Geneviève, genoeg vertrouwen herwinnend om te glimlachen. „Heb je werkelijk gemeend, Jat mijn woede door de tijding van zijn terugkeer werd veroorzaakt?" „Ja en neen. Ik dacht dat die kleine zorg, toegevoegd aan veel gewichtiger zorgen, aan uw geduld een einde maakte. Zei u niet zooeven.... maar ik vrees, dat ik door uwe woorden te herhalen...'' „Mijn toorn opnieuw zult wekken? Wees maar niet bezorgd.... Herhaal wat ik gezegd heb, want ik herinner het me zelfs niet" „Gij scheen ;te vreezen, genoodzaakt te zijn een proces aan te gaan, eischen af te wijzen, enz." „Ik was niet wijs. Eischen, processen enz. zijn niet mogelijk. Wilde er voor de plannen van den jongen de Clarens Tans op slagen bestaan, dan zou hij moeten .kunnen bewijzen, dat zijn moeder niet is U:,geweken, dat zij in Frankrijk is 'ge storven.... en ik tart hem, dat te doen" Geneviève was teleurgesteld, wat in haar trekken duidelijk te lezen was. Mijn woorden verbazen je, kleine ?,-- ging Raffut; derhalve voort uitvoering van de Urief verhooging, voor zoover die het voor sociale maatregelen nooclig bedrag te boven gaat, op het de- bi etrecht op tabak en op de inkomsten belasting. Ten opzichte van het voorgenomen de- bietrecht op tabak, is het 's Ministers meening, dat zulk een recht aanvankelijk met voorzichtigheid moet worden gehe ven. Inmiddels kan het niet an ers of bij den tragen gang onzer wetgeving zui len tijdelijke'hulpmiddelen, zooa's de Mi nister meent fe moeten voorstellen om te zorgen dat liet financieeie sys'eem, dat hij zich denkt, ook in uitvoering komt, moeten worden aangewend, zoo a ig van een sluitenden dienst geen sprake kan zijn. Dit geldt zoowel de suop'etoire op brengsten van den verhoogden gedistil leerd-accijns als het voor te stellen fonds tot reserveering van een dec! der op brengst van het Tarief voor de beharti ging van sochle maatregelen. TWEEDE KAMER. Steenhouwerswet. Dc Mem rie van Antwoord is ver schenen betreffende het wetsontwerp, houdende bepalingen tot beveiliging van werklieden bij steenhouwersarbeid'. In de eerste plaats wordt hierin be toogd ,dat de vraag, of een wetsontwerp •p den beorijfsarbeid in het alge-neen de voorkeur verdient boven afzonderlij- wetsontwerpen, slechts regering bepein zende voor één enkel bedrijf, louter door overwegingen van doelmatigheid dient te worden beantwoord'. De onderzoe kingen over den steenhouwersarbeid' hebben eeri regeling urgent doen blij ken en den weg .aangewezen, waarlangs verbete ing zal zijn te bereiken. En de Minister betwist, dat door arbeids wetgeving v or speciale bedrijven het overzicht over de arbeidswetgeving zou verloren gaan. Vervolgens wordt in den breede be streden het bezwaar, dat de voorgestel de maatregelen niet slechts voor< de draagkracht van het bedrijf te zwaar zijn, maar bovendien niet alle noodig cn wènschelijk zijn; dat met name niet de wering van zwakke pc-rsonen uit het be drijf had1 moeten zijn voorgesteld. De Minister geeft toe, dat de voorgedragen regeling aan de werkgevers zware las ten zal opleggen. Maar dit mag geen reden zijn om na te laten hetgeen voor het wetsontwerp noodzakelijk is. Veel eer dient op andere wijze getracht, dat nadeel zooveel mogelijk op te heffen. Daaraan dankt het ie''beeld zijn ont staan om een hooge: invoerrecht te lief- op bewerkte natuurlijke steen. De geneeskundige keuring, die over de toelating tot liet beroep .zal beslis sen, is rationeel, aangezien daardoor zooveel mogelijk buiten het bedrijf blij ven de personen van wie op grond van hun lichamelijke gesteldheid bij voor baat kan w den gezegd, dat zij de ri sico van het vak niet zullen kunnen dra gen. Zeer zeker moet liet publiek gezag met dwingende bepalingen van dezen aard spaarzaam zijn. Maar het geldt hier een geheel exceptioneele regeling', die practisch vrijwel zal neerkomen op de zorg dat physiek-ongeschikte jonge lieden niet juist in een bij uitstek ge vaarlijk bedrijf als dat der steenhou wers, een plaats zullen zoeken. Een nieuw beginsel wordt door zoodanige keuring ook niet ingevoerd. De Minis ter herinnert aan art. -1 der Arbeids wet, het Mijnreglement en het K. tot uitvoering der Caissonwet. Hierna bestrijdt de Minister, de mee ning,. dat het ontwerp onvolledig is, wijl liet niet bevat een verbod om in het be drijf zandstaan, of althans bepaalde soor-< ten zandsteen, tc gebruiken. De meerdere schadelijkheid van zandsteen staat niet dermate vast, om tot zoodanig verbod te leiden. Men zou bovendien zeer wel voor het geval kunnen komen te staan, dat even schadelijke, ja nog schadelijker materialen daarvoor in de plaats traden. Wat het denkbeeld aangaat, om de geldelijke gevolgen der voorgestelde be palingen enigermate een tegenwicht te „Het zou ine verbazen en verdriet aan doen, zoo ik uw woorden letterlijk op nam, beste oom; maar ik ken u te goed om er geheel cn al aan te gelopven. Ik weet, dat gij altij-d hebt gedacht aan dc belangen van de familie Clarens, alvo rens te denken aan de uwe." Raffut kon naar deze bekentenis de volle uitgestrektheid der ïllusiën van zijn nicht berekenen. Hij wist, dat ze zeer sentimenteel en romanesk was, inaar voor in die mate naïef had hij haar niet aangezien. Voorzichtig geworden, vond hij het beter, haar niet in eens te ont goochelen. Zoowel om haar voor te be reiden op zijn besluit, het domein niet terug te geven, als om nieuwe vertrou welijkheden uit te lokken. „En wat zou je wel zeggen, als ik het moede was, mij te vergeefs voor ande ren af te sloven, tien jaren te hebben gearbeid zonder belocning, thans aan mijn eigen belangen dacht, alvorens aan die van de familie de Clarens te den ken? Ik heb voor dit kasteel betaald, wat men er voor vroeg en wa rvoor onver schillig ieder ander het had kunnen krij gen. Wettelijk behoort het mij. En be hoort het-mij ook niet moreel, nu ik alle onbekende schatten, welke de grond be vatte, tot hun volle waarde heb ge* bracht? Ik ben pu,d geworden yóór den doen vinden in een verhoogd invoer recht, geeft de Minister toe, dat het ze ker het best zal wezen, wanneer door gelijktijdige uniforme internationale re geling van de bescherming der steen houwers iedere voorsprong van het bui tenland kon worden voorkomen. Zulk een regeling echter vereischt zóó 'lang durig en moeilijk overleg, dat aan deze oplossing thans niet viel te denken. Het thans als tegenwicht voorgestelde mid del bewijst echter geenszins, dat in het algemeen sociale bepalnigen afhan kelijk zouden moeten worden gesteld van beschermende maatregelen. Het ligt in de bedoeling, de voorgenomen ta- riefsverhooging een plaats te jjoen vin den in het wetsontwerp tot een alge- meene herziening van het tarief. Uit her met den Minister van Binnen- landsche Zaken gepleegd overleg is gebleken, dat het voorshands niet in de bedoeling ligt, een Rijksvakschool voor iict steenhouwersbedrijf in het leven te roepen. Uit hetgeen in dc Memorie bij de arti kelen wordt medegedeeld, blijkt, dat alsnog beeldhouwersarbeid, voor zoo ver deze bestaat in liet behouwen van steen, onder het bereik der wet zal val len, terwij! belangrijke uitzonderingen kunnen worden toegestaan. Bij de nieuwe omschrijving van het begrip „steenhouwersarbeid" zal ook het polijsten, slijpen en zagen daar buiten vallen. Voorts wordt de gelegenheid open gesteld voor den arbeider, die vooi hel steenhouwersvak ongeschikt wordt ver klaard, om nadere bes'issing in hooger beroep (e konen hij den Minister, die voor dc herkeuring een of meer genees kundigen aanwijst. Een arbeider kan binnen een jaar na de beslissing tot zijn niet-toelating niet aan een nieuw onder zoek worden onderworpen. Merken van Kaas. Het was den minister van landbouw, nijverheid en handel aangenaam te ver nemen, dat zijn streven om door eer. wettelijk voorschrift zoowel het herstel en het behoud van den goeden naam der Nederlandsche kaas als de uitbrei ding van haar afzetgebied te bevorde ren, zoo algemeene instemming heeft ge vonden. Tegenover den door eenigc leden uit gesproken twijfel, of de vo. rgeslelde re geling wel streng genoeg is, /.ij opge merkt, dat, naar de meening van den minister, langs imperatieven weg het nu beoogde doe! mocielijk zal zijn tc be reiken. Ongetwijfeld zou in het alge meen het door genoemde leden bedoel de dwingende voorschrift gepaard' met een nauwlettend toezicht op de nale ving. mede veel kunnen bijdragen tot eene verbetering van de thans heer- schende minder gcwensclite toestanden in den kaashandel. Ten aanzien van de vrees, door som mige leden geuit, dat de invoering van een Rijkskaasmerk niet de gevvenschte uitwerking za! hebben a's niet tevens wettelijke bescherming van dat merk in het buitenland wordt verkregen, merkt de minister op, dat zich tot heden, ten gevolge van de wijze, waarop met het Rijksbotermerk in het buiteii'aad wordt genaiidcld, met dat merk nog geen moei lijkheden hebben voorgedaan, cn dat er dus alle reden is om ten opzichte van liet kaasmerk op dezelfde wijze te werk tc gaan. Dc minister /.al echter, indien in eenig land door de wetgeving een merk niet voldoende wordt beschermd, zeker niet nalaten te trachten de noodige bescher ming te verkrijgen. Daar het Rijksmerk een zekeren waar borg geeft, moet onvoorwaardelijk gc- cischt worden dat aan de voorschriften streng de hand wordt gehouden. De mo gelijkheid, dat door de invoering van een Rijksmerk voor kaas, bereid uit volle melk, nadeel kan worden b'. rokkend aan kaas bereid uit eenïgszitis afgeroomde melk, met name aan de Edammer kaas, zooals die vrij algemeen in Noord-Hol land op de boerderijen en in de fabrie ken wordt bereid, valt naar 'de mee lijd, omdat ik mijn verstand en mijne gezondheid heb gebruikt, om het domein vruchtbaar te maken. Waarom heeft men het mij niet opgevraagd, voordat ik mij op allerlei wijzen er aan heb gehecht? Waarom heeft de familie de Clarens zoo weinig belangstelling getoond, dat zij het goed heeft laten verkappen, het bij open bare veiling aan den eerste den beste heeft overgelaten? Waarom zijn zij uit geweken en hebben zij zich een ander va derland gekozen? Na rijk, na heer en meester te zijn geweest, mis ik den hel denmoed om tot de inidetmatigheid te rug te keeren en weder een onderge schikte rol te spelen. Ik heb dit domein lief, omdat ik alles van mij er in heb gelegd. Is het niet billijk dat i-k, afgemat ziek, verlangend naar rust, eindelijk de vrucht van al mijn moeite en zorgen ge niet? Dat is, voor zoover ik weet, geen in zich zelf slecht gevoel; in alle men- schen zou dat spreken." „Zeker, dat is een gevoel, alle men schen waardig, zei Geneviève met veel beslistheid, „maar liet is niet uwer waar- dig", gij, die zooveel beter zijd dan alle menschen. Bovendien is het u bekend, dat het kasteel buiten weten van de mar kiezin r'n veiling is gebracht. Zij is niet uitgeweken en heeft zich geen ander va derland gekozen. Naar het schijnt, heeft ning van den minister niet te ontken, nen. Mocht blijken dat door de invoering van een Rijksmerk voor volvette kans nadeel zou worden gedaa aan de Noord- Hollandsche kaasindustrie, dan zal de mi nister gaarne bereid gevonden worden om te overwegen welke maatregelen er door hem in het belang van den afzet en van den handel in het Noord-Holland- sche product kunnen worden genomen^ Ter tegemoetkoming aan den door en kele leden uitgesproken wensch heeft dc minister het eerste lid van het eenig ar tikel vervangen door het volgende voor schrift: „Docr onzen niirtisfer van landbouw^ nijverheid cn handel worden merken vast gesteld, welke uitsluitend bestemd zijn,- om door of vanwege aangeslotenen bij een onder Rijkstoezicht staand kaascon- trölestation te worden aangebracht op de door of vanwege die aangeslotenen bereide kaas." Land- en Tuinbouw. R.-K. Bloemisten en Tuinlieden, De Ned. Bond van R.-K. Bloemisten en Tuinlieden hield gisteren in liet R.-K. Verecnigingsgebouw te Heemstede hare 7e Algemeene Vergadering. De voorzitter, de heer J. Steenvoorden van Beverwijk, de vergadering met een kort welkomst woord openend, en den leden een zalig nieuwjaar toewenschend, zette in 't kort de werkzaamheden uiteen, in 'tafgeloopen jaar verricht. Spr. wees vooral op de actie door de aangesloten afdeelingen gevoerd. Uit het Jaarverslag van den Secretaris bleek dat de afd. Overveen den Bond heeft verlaten. Het verslag van den Penningmeester vermeldde dat de ont vangsten hadden bedragen f 228,50 en de uitgaven f 132,56-, zoodat de balans een voordeelig saldo aanwees van i 95.935. Hiervan was f80.— gestort in de Weer- standskas. Het verslag van het Vakblad sloot met een nadeelig saldo van f54.04. De rekening werd door de commissie nagezien en accoord bevonden. Mede gedeeld werd dat de schuld aan het Centraal Bestuur van den Ned. R.-K. Volksbond thans is afgedaan. De Advi seur, de WelEerw. heer L. v. d. Berg, die thans de vergadering moest verlaten uitte zijn besten wensclien voor den bloei van den Bond 't Speet spreker te moeten mededeelen dat de ver- eeniging „Plicht en Recht" te Voorhout zich in haar tegenwoordige» vorm niet kan aansluiten bij den Bond, omdat zij niet is een erkende Katholieke vereeni- De bestuursverkiezing had tot uitslag dat de aftredende bestuurders, de heeren J. Steenvoorden van Beverwijk en J. Kmtte Haarlem, werden herkozen en in twee bestaande vacatures werden benoemd de heeren v. cl. Berg te Heemstede en Jos. Hoop van Hillegom. Als plaats voor dc volgende vergadering werd aangewezen Hillegom. Na een korte pauze, werd besloten in de verschillende afdeelingen een spreker te doen optreden door het bestuur, om te trachten de organisatiegeest aan te wakkeren. De heer J. A. de Lobel vati Haarlem heeft zich hiervoor beschikbaar gesteld. Een voorstel Hillegom luiddeBespre king van het nut van een bezoldigden propagandist. De heer J. Koop, het voor stel toelichtend wijst op het groote nut van een vrijgestelde tot uitbreiding van den Bond. Uit de verschillende bespre kingen bleek dat men overtuigd was van liet groote nut doch dat de financieeie toestand van den Bond het op 't oogen- blik en zelfs in de naaste toekomst niet toelaat een bezoldigd propagandist aan tc stellen. Deze zaak zal echter in de itrschillende afdeelingen worden bespro ken. Over het vakblad werden zeer breedvoerige besprekingen gehouden, waaruit bleek dat alle afgevaardigden de groote noodzakelijkheid en het groote nut van een vakblad, als zijnde een hechte band voor de verschillende aan gesloten afdeelingen inzagen. Met alg. stemmen werd besloten het Vakblad weer geregeld te doen verschijnen en hiermede te beginnen in de maand April. Na vast- zij, wel vei re van het domein prijs te ge ven, er willen terugkeeren, en heeft haar die moedige poging het leven gekost. De jonge markies was toen nog een kind en kon niets uitrichten. Zijn eerste daad als man, is gelijk aan de laatste poging zijner moeder: naar zijne woning terug te keeren. Ik geef toe, dat de omstan digheden ten allen tijde hen zeer ongun stig zijn geweest.... tlocli slaat liet ons die zooveel verplichtingen jegens hen hebben, daarvan partij te trekken?" Raffut keek zijn nicht langen tijd aaa zonder te antwoorden. Hij meende d«c stem van zijn zuster te hooren, dc stem van zijn geweten. In zijn ziel sloop eeni- ge ontsteltenis; maar ditmaal wist hij zich te behccrscheii en met geveinsd moede stem, gaf hij ten antwoord: „Tien jaren geleden dacht ik als gij, Geneviève. Sedert echter, door meer met menschen om te gaan en het leven meer te leeren kennen, ben ik minder edelmoe dig geworden. Behoudende wat ik ver kregen heb, geef ik geen blijk van haat cn ondankbaarheid; ik profiteer eenvoudig van wat billijk is" „Ik herhaal u, ooin, billijk zijn is vol doende voor anderen, niet voor u." (Wordt v .rvoigdjj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5