De stem van bet geweten. 28 EEN NIEUW TYPE VAN LOCOMOTIEF: dezer dagen op de lijnen van den Pacific-spoorweg in Amerika in gebruik genomen\oor sneltreinen. De standplaats van den machinist bevindt zich hierbij tóór aan de machine. DE BRAND TE ROTTERDAM: nog een ander kijkje op den reusachtigen brand, die in een oogenblik tijda een groot bedrijf gedeeltelijk verwoestte. liet den knecht de zorg voor den molen over en ging het bosch in. Hier had menig dotpeling, die zich een keer verlaat had, hem al eens gezien, als hij met gebo gen hoofd en de handen op den rug dwars door het krakende kreupelhout liep zonder op den weg te letten. De molenaarsknecht echter, die volgens zijn zeggen alleen om het hooge loon op den molen bleef, vertelde aan ieder, die het hooren wilde, dat de mulder bijna gere geld eerst met het eerste hanengekraai bleek en afgemat terugkeerde en dat in de stormachtigste nachten, als de takken van de bo'omen gerukt werden en de uilen met den wind wedijverden in gehuil, de onrust den mulder het sterkst voortdreef. FE. N1COLAAS VERHEIJ, Missionaris op de Philippynen, die door een orkaan zijn kerkje verloor en wiens bekeerlingen van alles beroofd werden. De menschen uit het dorp ging hij zooveel mogelijk uit den weg, behalve als er een doode in het dorp was. Dan hield hij dergenen, die bij het lijk waakten, gezel schap en hield zijn oog niet van den doode af. Dat men niet op zijn gezelschap gesteld was, deerde hem weinig. Dat hij de kerk vermeed, zooals de duivel het wij water, was den dorpsbewoners geen ergernis meer. Daar aan waren ze reeds lang gewoon. Kwam er een nieuwe pastoor in het dorp en achtte deze zich verplicht een poging te doen om het zoo onge lukkig afgezonderde schaap tot de kudde terug te brengen, dan bleef het geregeld, zooals de algemeene verwachting was, bij een vruchtelooze poging. De oudste dorpelingen, die den mulder nog als kind gekend hadden, wisten te vertellen, dat hij vroeger een braaf, vroolijk jongmensch geweest was, zooals alle ande ren. Toen zijn vader, die een kleine herberg in het dorp had, bankroet was gegaan, was hij wel ernstiger en stiller geworden, maar ging toch nog als gewoonlijk met de anderen om. Toen was de oorlog gekomen en had hij ten strijde moeten trekken. Terwijl hij te velde was, stierf zijn vader en liet hem niets dan schulden achter. Na zijn terugkomst uit den oorlog betaalde de jonge Renneberger al de schulden zijns vaders, kocht tegen een hoogen prijs den molen en het maalrecht, maar wérd ook van dien tijd af de onrustige zonderling, zooals men hem nu reeds jaren kende. „Hij moet daar in Frankrijk iets gedaan hebben, wat geen daglicht mag zien," besloten de ouden dan hun ver haal en joegen opnieuw den brand in de uitgedoofde pijp. Zoo stonden de zaken, toen de pastoor bezoek kreeg van een Fransch priester, die wegens zijn studiën voor EEN INDIANEN-HOOFDMAN ALS LUCHT VLIEGER dat gooit inderdaad alle verhalen vsn Aymard en Cooper en hoe die beschrijvers der brave Comanchen en der dubbelhartige Apachen ook heeten, vrijwel door elkaar! ^Een hoofdman, een Sachem der Coman chen, die per vliegtuig de lucht ingaat, dat is wel een ommekeer van dingen, die allersprekendst onzen modernen tijd illustreert! En dezer dagen heeft men het in Amerika gezien, zooals onze foto toont. ochtend tot den laten avond, het was namelijk de eenige in den geheelen omtrek en de molenaar had met zijn knecht de handen vol. Hij heette Karei Renne berger, doch die naam was slechts weinigen bekend, oud en jong noemde hem nooit anders dan den ouden meulder. Hij leek dan ook ouder dan hij was met zijn grijze haven, zijn staalgrijze, schich tige oogen en zijn gedrukt Op den weg, die uit het dorp naar het bosch op den berg voerde, stond een steen- werp voorbij het kerkhof, een eenvoudige molen. De storm had groote gaten geslagen in het bemoste dak en de ruiten der vensters waren door jaren lange verwaarloozing ondoor zichtig geworden en vertoon den al de kleuren van den regenboog. In het tuintje ach ter het huis groeide niets dan onkruid, tegen de muren waren de struiken, die nooit gesnoeid werden, tot een echte wildernis ineengegroeid en de onverzorgde vrucht- boomen hadden een overvloed van wilde takken geschoten. Wie in de duisternis in de nabijheid van den molen kwam, liep wat harder of floot een deuntje om den angst te verdrijven. Toch klapperde de molen dag aan dag van den vroegen voorkomen en haastige bewegingen. Als na het luiden der avondklok de ruwe arbeid van den dag werd gevolgd door de welverdiende rust, als de jongelui bijeenkwamen onder vroolijke gesprekken en de ouden aan den haard hun pijpje rookten, sloot de oude meulder zijn huis, de brand van de scheepswerf-!„Feyenoord" te] Rotterdam, heeft onzen fotograaf allerlei interessante kiekjes doen nemen. Het bovenstaande geeft een levendig tafreel van den geweldigen brand te aanschouwen. DE HEVIGE BRAND TE ROTTERDAM:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 12