Ng. ^95.
Dinsdag
Januari
1911.
BUITENLAND.
Het lied van Garens.
BINNENLAND.
2e Jaargang.
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, f 1.30 per kwartaal. Franco
der post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27i cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent;
ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
algemeen overzicht.
Binnenkort zal er weer leven in den
.parlementairen brouwketel komen. Voor
het eerst is sinds de ontbinding van het
Lagerhuis de
Engelsche ministerraad
jbijcea geweest
Minister Asquith was op zijn post,
evenals de meeste andere ministers. De
fitting duurde meer dan twee uur en naar
ide „Standard" verzekert, hebben de de
partementshoofden over de juiste ge
dragslijn ckr regeering beraadslaagd. Wat
;er echter besloten is, daarover weet geen
enkel bUtd iets mede te deelen. 't Is niet
veel. Eveu weinig nieuws komt ook al
yan de Grieksche
Nationale vergadering.
Saterdag is de nieuwe nationale ver
gadering onder gebruikelijk ceremonieel
geopend. Minister-president Venizelos las
idet rooarede voor, waarop zijn collega's
iden ambtelijken eed aflegden. Dit alles
,was in minder dan een half uur afgeloo-
pen.
Vandaag wordt een begin gemaakt met
liet onderzoek der geloofsbrieven, maar
.eerst binnen twee weken zal de vergade
ring met den wekelijkschen arbeid be
ginnen. Thans vorm.en de afgevaardigden
niet een gewone vergadering, de troon
rede spreekt van een „dubbele" kamer
tot herziening der grondwet."
De vergadering bestaat uit 364 leden,
iwaarvau ongeveer 300 achter Venizelos
geschaard staan.
Portugal
.toont zich onaangenaam verrast door de
mededeeiing dat de ltaliaansche regee
ring het slagschip Roma naar de .laag
iWil /enden. De minister van buitenland-
ische zaken verklaarde wel aan den cor
respondent van het „Beniner Tageblatt"
dat hij er ueits van wist en dat de uit
stekende verhouding tusschen beide lan-
jden geen de minste aanleiding tot een
(dergelifken maatregel kan geven. De lta
liaansche gezant te Lissabon heeft ech
ter aan dcnzelfden correspondent mede
gedeeld, dat een ltaliaansch oorlogsschip
ifi de Spaansche wateren, ter hoogte
.van Vigo, zou komen kruisen en in ge
val van dringende noodzakelijkheid naar
Lissabon gezonden zou worden.
Die noodzakelijkheid zal wel door on
lusten m het leven geroepen worden en
lang zal dit wel niet op zich laten wach
ten. Een bewijs wel van die inwendige
Onrust is dat weer een courant, de „Povo
1de Aveiro" van Lissabon die onlangs
artikelen tegen de voorloopige regeering
heeft gepiibliceerd van hoogerhand is op-
jgelicven.
Om aan geld te komen, wat de nieuwe
republiek zoo broodnoodig heeft, is men
Op het idee gekomen de oude koninklijke
'rijtuigen, waarvan verscheidene kostbare
'en prachtig afgewerkte stukken zijn, in
Veiling te brengen. Gedrukte circulaires
gullen aan de verschillende buitenland-
schc musea gezonden worden, met het
Verzoek aanbiedingen te doen. Sic transit!
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
46)
„Dat zou ik niet," antwoordde zij, „ik
zou me daarin niet schikken dan na alles
te hebben gedaan, wat menschelijkerwij-
ze mogelijk was, oin het geheim te door
schouwen Ik zou u willen, helpen, maar
ik weet niemand, die in staat is, u op
ihet spoor te brengen.... tenzij Piernic.
jHebt u Piernic ai ondervraagd?"
„Neen," antwoordde Frederic, „dien
gek heb ik niet ondervraagd. De ma
nier, waarop wij beneden in de vallei
Ikennis met elkander maakten, heeft me
'allen lust daartoe ontnomen, en ik
acht hem weinig geneigd, om mij ge
heimen te openbaren, waaraan ik overi
gens niet veel geloof zou slaan."
„Maar ik kan hem ondervragen," zei
Geneviève in haar ijver om den jonkman
yan dienst te zijn. „Ik ben in de gelegen
heid geweest hem^een khinen dienst te
'bewijzen, waarvoor de arme Piernic mij
glieip erkentelijk-is. Ik za! hem yragen,
Ook moet de toestand erg ongunstig
zijn in
Turkije.
Naar de „Petit Parisien" meldt, zou
een parlementsontbinding voor de deur
staan en de jong-Turken zouden met het
oog op den ongunstigen toestand in Je
men, Albanië en Macedonië geneigd zijn
het plan van Machmoed Sjefket pasja,
om een militaire dictatuur in te voeren,
te steunen. Men verwacht, dat spoedig
een ministerie-Sjefket pasja aan het be
wind zal komen. Het „Berliner Tagebl."
verneemt uit Saloniki, dat het op verschil
lende punten van de Grieksch-Turksche
grens tot bloedige botsingen is gekomen
en dat de Grieken dag en nacht door
werken aan het ontwerpen van verdedi
gingswerken.
Nog altijd woedt hevig de
Pest in China.
In de omstreken van Peking zijn weder
een aantal gevallen met doodelijken af
loop voorgekomen. De stad zelf is tot
dusverre vrij gebleven.
Ook in het dorp bij Tsjifoe heeft de
pest een groot aantal slachtoffers ge-
eischt.
De Chineezen overwegen thans toepas
sing van de door de Russen voorgestelde
sanitaire maatregelen.
De taotai van Kharbin is ontslagen,
op aandringen van Russische en Japan-
sche maatregelen, wegens zijn verzet te
gen de maatregelen tot bestrijding van
de ziekte.
Dat het den Chineesche regiering
ernst is met de maatregelen ter bestrij
ding der gevreesde ziekte bewijst de vol
gende mededeeling van de Keizerlijke
Chineesche legatie in den Haag, dat zij
bij ambtelijk telegram bericht heeft ont
vangen, dat de Chineesche regeering,
alles in het werk willende stellen om'den
verontrustenden toestand, .dien de pest
epidemie in de streek van Charbin heeft
veroorzaakt, te doen ophouden, het ini
tiatief nam tot het richten van een uit-
noodiging aan alle te Peking vertegen
woordigde mogendheden, waarbij deze
verzocht worden geneeskundige specia
liteiten naar Mantsjoerije te zenden ter
bestudeering ter plaatse, van 'de oor
zaken der epidemie en van de meest af
doende middelen om haar te bstrijden.
Het Chineesche gouvernement zal de
reis- «en verblijfkosten van de genees-
heeren, die aan de oproeping van hunne
regeering gevolg zullen geven, ten zij
nen laste nemen.
GEMENGD.
De Dublin Evening Mail verzekert,
dat de Koning en de Koningin van En
geland einde Juli of begin Augustus een
een bezoek aan Ierland zullen brengen.
Het Spaansche staatsblad publi
ceert een koninklijke verordening aan
den minister van openbare werken, die
een uitvoerig programma tot verhinde
ring van de landverhuizing bevat. Vol
gens de officieele statistiek zijn in het
afgeloopen jaar 160,000 Spanjaarden
het land uitgetrokken, waarvan 120,000
naar Argentinië.
In de Noordelijke districten van
Duitsch-Zuidwest-Afrika heerscht een
hardnekkige droogte, die enorme sterfte
ons te zeggen wat hij weet... Hij zal het
.mij niet weigeren!"
„Ik neem uw voorstel aan," zei de Cia
rens. „Wij zullen samen Piernic onder
vragen, nietwaar? Uw tegenwoordigheid
zal noodig wezen, om den armen man
minder wild t e maken. Maar waar zullen
wij hem vinden?"
„O, ik zal hem heel zeker gaan zien.
Ik zou hem wel op de hoeve willen hou
den en eenig werk voor hem willen
zoeken; maar hij is een beetje bang voor
mijn oom, want hij weet, dat die lichtge
raakt en opvliegend is. Als mijn oom
afwezig is, komt hij mij zeer dikwijls op
zoeken, en ik zou u niet kunnen schil
deren, met welke treffende bezorgdheid
de arme man mijn geringste wenschen
tracht te voorkomen. Het zal niet moeilijk
zijn, om een plaats van ontmoeting te
bepalen, waar wij rustig kunnen praten.'
„Dat is afgesproken. En zoo gauw mo
gelijk nietwaar? Ik reken op uw belofte»
„Dat moogt u. Ik zal u tegelijkertijd ver
wittigen, van de samenkomst met Piernic
en van den terugkeer van mijn oom... En
nu, mijnheer de markies, zijn we vlak bij
de boerderij en vnag ik u verlof, ai-
scheid van ute nemen."
Bij die .woorden s(a,k zij he^m {de h^ad
onder het vee tengevolge heeft. De Köl-
nische Zeitung verneemt, dat de toestand
bijzonder verontrustend is.
Te Monaco hebben een kleine 400
kiezers een vergadering gehouden, waar
in zij zich tegen de door vorst Albert
uitgevaardigde grondwet verklaarden en
met nadruk protesteerden t^gen de ver
deeling van het vorstendom in 3 gemeen
ten en tegen de invoering van een natio-
nalen raad, zonder rggeeringsbevoegd-
heid.
In .de buurt van Kanea hebben
Christenen Mohammedanen overvallen.
Eenige Mohammedanen zijn gewond.
In de Fransche Kamer is urgentie
aangevraagd voor een voorstel-Guesde
om de artikelen van de wet op.de arbei
derspensioenen, betreffende het heffen
van bijdragen van de arbeidersloonen af
te schaffen en deze bedragen te vervan
gen door een proportioneele verhooging
van de successierechten voor kapitalen
100,000 fres. te boven gaande. Briand
zeide, dat de regeering, wanneer de Ka
mer het voorstel-Guesde urgent ver
klaart, zich niet verantwoordelijk kan
stellen voor de toepassing der wet.
De urgentie werd met 390 tegen 198
stemmen verworpen.
Koninklijke Besluiten.
Bij kon. besluit is aaq H. Colijn, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
lid der Staatscommissie die bij kon. be
sluit van 13 October 1910 is ingesteld
teneinde te dienen van advies omtrent
de vraag welke maatregelen zullen zijn
te nemen om te komen tot herziening van
de bestaande verhouding tusschen het
gouvernement en de .protestantsche ker
ken in Ned.-Indië
is in de tiendcommissie in het vjjfde
tienddistrict ter standplaats 's-Graven-
hage, benoemd tot voorzitter de plaats
vervangende voorzitter het lid jhr. mr.
H. de Ranitz, aldaar.
Tweede Kamerverkiezing,
Van liberale zijde is ds. B. Klein Was-
sink, Ned. Herv. predikant te Leeuwar
den, oud-hoofdbestuurslid van den Bond
voor Staatspensioneering, een candida-
tuur aangeboden voor het district Sneek.
Prins Hendrik.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft gisteren
een bezoek gebracht aan den burgemees
ter van Wassenaar, mr. Baron van
Zuylen van Nyevelt, jagermeester van
H. M. de Koningin. De heer Van Zgylen
van Nyevelt is ongesteld.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden
heeft aanvaard liet beschermheerschap
van de internationale tentoonstelling vian
hotel-industrie, kookkunst en voedings
middelen, die dit jaar te 's-Gravenhage
zal gehouden worden.
Haarlemsche Katholiekendag.
De Diocesane- Katholiekendag van het
Bisdom Haarlem, zal dit jaar gehouden
worden te Amsterdam. De datum is nog
niet vastgesteld, maar zal ongeveer vallen
in de tweede helft van September of
begin October.
Het eerevoorzitterschap bekleedt Mgr.
L. E. Jansen, Deken van Amsterdam.
Aan mr. E. van den Bogaert is het voor
zitterschap opgedragen, die deze taak
heeft aanvaard.
Voor het Roomsch geloof.
In de jongste aflevering van de „Hol-
landsche Lelie", schrijft Jkv. Anna de
Savornin Lohman.
„Alles wat gij schrijft over de R. K.
verpleging en de R.-K. verpleging en de
R. K. zusters, beaam ik van a.—z. Zelve
lag ik vijf maanden lang in het stedelijk
ziekenhuis te Bonn, bediend door R.-K.
zusters, en, wat ik daar heb bijgewoond
en heb gezien en ondervonden heeft mijn
onafgebroken eèrbied en dankbaarheid'
afgedwongen. Nooit zal ik dan ook op
houden te getuigen tegen het onrecht dat
men den Roonisch-Katholieken aandoet
door hunne liefde-zusters en liefde-broe
ders te willen belasteren, waar het geldt
hunne werken van barmhartigheid, de ge-
heele wereld door, en reeds zoovele
eeuwen lang. Dikwijls denk ik, een ge
loof dat zulk een kracht geeft tot een
mooi leven leiden gelijk dat der reli-
gieuses is, moet zijn het ware geloof, en,
ik ben ook vast overtuigd, de woede
der protestanten waar het Rome geldt,
hunne onverdraagzaamheid en boosaar
digheid ten opzichte van Roomsch-Katho-
lieken, zij komen niet voort uit tegenzin
tegen der laatsten zoogenaamde „be
krompenheid", maar enkel uit afgunst en
gevoel van eigen minderheid. Immers, op
wezenlijk-bekrompen menschen, op hen,
die men wezenlijk minacht wegens hun
domheid, maakt men zich niet kwaad;
men gaat hen integendeel schouderop
halend voorbij; de protestanten echter
doen dat niet, maar zijn voortdurend
woest-boos tegen de Roomsch-Kaiholie-
ken; waarom, omdat zij zich bewust zijn
m. i., dat deze beter leven en voor zich
zelf gelukkiger zijn, en daardoor meer
tot stand brengen, dan zij-zelven.
De Chineezen in Ned.-Indië.
De Chineesche minister van Handel,
heeft van een groot aantal Chineezen in
Ned.-Indië een verzoekschrift ontvangen,
waarin deze hun grieven uiten. Zij vragen
daarin bescherming tegen de naturalisatie
maatregelen der Nederlandsche regeering,
benoeming van Chineesche consuls, uit
breiding van het aantal Chineesche scholen
en de instelling van een groote Chi
neesche bank. De minister van Handel
heeft geantwoord, dat hij zich met de
bankkwestie zal bezighouden, en dat de
minister van Buitenlandsche Zaken de
kwestie der consuls bestudeerd en met
Nederland onderhandeld over de ge
dwongen naturalisatie. Door den wensch,
om zich in het aanst ande Chineesche
parlement vertegenwoordigd te zien,
geven de Indische Chineezen duidelijk
te kennen, dat zij zich nog geheel en al
als onderdanen beschouwen van het
Hemelsche Rijk; deze wensch mag dus
beschouwd worden als een souligneeren
van hun protest tegen de naturalisatie
Tusschen Nederland en China worden
nog steeds onderhandelingen gevoerd
over de kwestie der naturalisatie. Te
Peking vertoeft de gezant in Den Haag,
Loe-Ching-Chang, om zijn regeering
toe, waarna zij viug wegtrippelde, terwijl
Frédéric langzaam den weg naar de her
berg insloeg, het hart vervuld van de
meest verschillende gewaarwordingen,
waarvan evenwel een gevoei van vreugde
zich het sterkst deed gelden.
„Met dat al," mompelde hij, zich-zel-
ven het ware motief van zijn blijdschap
geheel durvende bekennen, „met dat
al heb ik mijn tijd niet verspeeld: zon
der boosaardigheid, zonder bedreigingen
zonder kunstgrepen, zonder proces en
rechters ben ik een. goed eind op weg
gekomen." En vooral, had hij er kun
nen bijvoegen, wat de genegenheid van
mijn hart betreft.
HOOFDSTUK V,
Verscheiden dagen gingen voorbij. De
Ciarens had de ge lite aangc omen
om in Tiet park rond te zwerven, to'tdat
hij Geneviève ontmoette, en dat duurde
dikwijls met lang. Zij wandelden dan
naast elkander voort en praatten samen
op de vertrouwelijkstc wijze. De dagen
schenen hun korter dan uren toe.
Maar Geneviève gaf den markies noch
kennis van de bijeenkomst met Piernic,
noch van den te; u;keer van Raffut Den
rijd, weiken hij met aan zij., gesprek-
over een en ander in te lichten. Eenigen
tijd geleden vertrok ook diens echtge-
noote uit Den Haag.
In den stand der zaken is weinig of
geen verandering gekomen. Hoewel de
minister van Koloniën eenige verbeteringen
heeft aangekondigd in de wijze van be
handeling der Indische Chineezen, schijnt
de regeering te Peking daardoor nog
niet voldaan te zijn.
Sonvereine orde van Malta.
Naar de „Tijd" meldt, is bij besluit
van 20 Januari 1911 door Kapittel en
Grootmeester der Souvereine Órde van
Malta goedgkeeurd der oprichting van
een Nederlandsche Afdeeling dier Orde.
Tot Baljuw van die afdeeling is benoemd
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal, adjudant in b. d. van H. M. de Ko
ningin, generaal-majoor op n. a.
Het streven de/er jiieuwe afdeeling!
zal zijn werkzaam te zijn op het gebied
der Christ naastenliefde. De oprichting
is ook van gewicht te acnten, omdat zij
te beschouwen is als de eerste organi
satie van den katholieken adel (althans
van een deel daarvan) als zoodanig, na
de Hervorming in Nederland tot stand
gekomen.
In hoeverre de toetreding tot de nieu
we vereenigfing aan roomsche adellijken,
in Nederland zal worden vergemakke
lijkt, kan eerst later, na bekendmaking
der statuten blijken. Immers, zouden de;
nog steeds voor Italië, Duitschland,
Oostenrijk en mogelijk nog andere lan
den geldende bepalingen der Maltezer,
Orde ook voor ons land in haar volle
gestrengheid gehandhaafd blijven,
slechts zeer enkelen onder onze aan
zienlijke geloofsgenooten gouden aan de
gestelde voorwaarden betreffende het
tal kwartieren van adeldom epz. kunnen,
voldoen. De „Tijd" verneemt echter, dat
als gevolg der reeds gedurende'geruinien
tijd gevoerde onderhandelingen een aan
zienlijke verzachting van de oude bepa
lingen is toegestaan.
De Kustverdediging.
Het „Beri. Tageblatt" ontving een te
legram uit Parijs, waarin gezegd wordt,'
dat, „terwijl, de radicale blaueii voort
gaan de Vlissingsche kwestie volkomen
kaan te bespreken, de nationalistische
pers bij de valsche voorstelling volhardt
dat Duitschland achter de Hollandsche
plannen staat. Van 'n onrustige beweging
is in de politieke kringen niets te be
merken. Integendeel schijnt het, dat mi
nister Pichon den indruk zijner verklarin
gen in de Kamer wil verzwakken, door
de discussie, welke hij over het verdrag
van 1839 verlangde, te karakterisecren
als een „vriendschappelijke bespreking
tusschen de belanghebbende Mogend
heden."
Uit Weenen wordt aan de „Köln. Ztg."
geseind, dat men in Oostenrijk er even
min als in Duitschland aan denkt mee
te doen, wanneer minister Pichon mocht
willen aankloppen bij de mogendheden,
die in 1839 de traetaten onderteekend
hebben, om hare tusschenkomst te vra
gen.
Het „Vaderland" heeft uit Brussel be
richten, die het de overtuiging hebben ge-
ken met Geneviève wijdde, besteedde hij
aan het lezen van de brieven, welke zij
hem had toevertrouwd. In de correspon
dentie, tusschen telkens herhaalde leed-
betuigen, dat zij Ciarens verlaten had,
daar overlaadde de goede markiezin hare
trouwe linnenmeid met ontboezemingen,
van achtuig, genegenheid en vertrouwen.
Men kan zich denken, dat dergelijke lec
tuur met geschikt was om het wantrou
wen van den jonkman op te wekken.
Piernic vertoonde zich niet meer op
het kasteel, en Raffut was nog altijd
afwezig. Geneviève vertoornde zich over
het wegblijven van eerstgenoemde,
doch maakte er zich niet ongerust over,
want ze wist, dat hij sedert hij de gevan
genis verliet, grillig was en een zwer
vend leven leidde. Daarentegen, zonder
zich te r Uitrusten over de langdurige
af ezigl t van haar oom, die zijn rei
zen voor zaken wel eens meer lang rekte
en nooit zijn terugkeer op een fyepaalden
dag vaststelde, voelde zij dienaangaande
toch eenige ongerustheid.
Sinds de komst van den markies, mij
merde Geneviève nog meer dan vroeger.
Naargelang zij Frédéric b ter leerde ken
nen, begon zij haar oom minder te ken
ner^ Yrut0 c had zij er nooit aan gedacht
het karakter van dezen te bestudecren^
en nu zij daartoe kwam, door haar her-
nineringen omtrent de gedragingen van
haar oom kreeg zij al meer en meer ver
warde en onduidelijke denkbeelden van
dien zonderlingen man. Van hare kinder
jaren af had zij van hem gehouden, uit
gewoonte, uit eerbied voor de genegen
heid van haar moeder, uit dankbaarheid
ook, omdat hij voor haar zoo goed was
als hein dat mogelijk was. Maar hoe
gunstig zij de teruggetrokkenheid en de
hardheid van Raffut beoordeelde, ze toe
schrijvend aan drukte en zorgen in zake
bleef er toch in het gedrag van Raffut
een zonderlingheid van manieren^ een
geheimzinnig wantrouwen, waarvoor zjj
zich geen reden kon denken. Door een
zeer natuurlijken terugslag greep haar
de vrees aan, dat zij den markies niet
de ware denkbeelden en gevoelen van
Raffut had uitgedrukt door haar eigen
denkbeelden en gevoelens te geven. Zoo
de plannen van haar oom eens geheet
andere waren dan die, welke zij had
te kennen gegeven? Zoo Raffut eens de
beloften, door haar gedaan in een op
welling van sympathiek vertrouwen en!
edelmoedigheid^ logenstrafte?
OYprdt vtryojgd^