10 volgenden dag was de gestrande boot op de rotsen van Gavrinis gevonden. Acht dagen later was een lijk door den vloed achter gelaten in de kreek van Cprnault bij Saint Gildas. Dat was het lijk van den heer Antoine Geherlis. Henri kwam te Kerguéarec aan in het huis zijner voorouders, het dierbare huis zijner kindsheid waarin hij voortaan alleen zou zijn. Hij vond daar den matroos Pierre Cotgoal, een ouden dienaar van zijn familie, die hem reeds als kind onderrichtte in alles wat op de zee betrekking had. Hij ondervroeg hem bij herhaling over het treurig drama dat de reden van zijn terugkomst was geweest en het verhaal van den braven oude leerde hem de droevige bijzonderheden daarvan kennen. Door hem »ok vernam hij'wat zijn vader de laatste jaren gedaan had, hoe hij zich volkomen had overgegeven aan onderzoekingen die hij geheel alleen in stelde. Met andere menschen kwam hij alleen in aanraking, wan neer hij op zijn eiland de opgravingen leidde, die hem een mi neraal verschaften, dat tot nog toe onbekend was. Het grootste deel van den tijd trok hij zich terug in zijn laboratorium of hij ging met zijn motorboot varen in den doolhof van eilandjes en rotsen, waarmee de baai overdekt was. Cotgoal, de oude zeeman, had meer dan eens beproefd hem te doen opmerken aan welke gevaren hij zich blootstelde te midden der stroomingen en draai kolken van de kleine zee, vooral ten tijde der springvloeden. Het had helaas, niet mogen baten; het noodlottige gevolg was niet uitgebleven. Gezeten in het groote werkvertrek zijns vaders hield Henri een brief tusschen zijn bevende vingers dien men hem zoo juist ge bracht had. Het adres luidde: „Aan den heer Henri Guerlis, aan boord van de Chanzy, eskader van het Oosten;" en het schrift was dat zijns vaders. Henri onderzocht de poststempels. In Mei te Vannes verzonden, was de brief in Juni aan boord van de Chanzy bezorgd, toen hij het schip reeds verlaten had. Het was als het ware een tijding van de overzijde van het graf, een laatste aandenken aan zijn vader. Hij opende den brief en las „Beste zoon, Ik heb u in de laatste jaren niet op de hoogte gehouden van mijn arbeid. Het doel, dat ik mij voorstelde, scheen mij zoc> grootsch en de middelen, die ik in het werk moest stellen waren zoo vreemd, dat ik door een zeker wantrouwen in mij zelf mijn onderzoekingen niemand durfde meedeelen, zelfs niet aan u, mijn geliefden zoon. Thans heb ik het gevondenIk heb het probleem der lucht vaart geheel opgelost. Het is u niet onbekend, dat het daarvoor noodig is een motor te vervaardigen, die tegelijk sterk en buitengewoon licht is en van een vorm, die de stabiliteit in alle gevallen verzekert. Al deze punten zijn nu opgehelderd. Ons oud eiland van Kerguearec bevat in zijn schoot een kostbaar buitengewoon mineraal, dat ik ben er zeker van in geen enkel mineralogisch kabinet voorkomt. Ik zal u later de redenen van deze onbekendheid meedeelen en het gelukkige toeval, dat mij op het spoor daarvan bracht. Van nu af bezitten wij daar een mijn van een nieuw metaal, lichter dan aluminium, sterker dan staal en minder aantastbaar dan pla tina. Maar ik wil nu niet uitweiden over de technische bijzonder heden mijner plannen. Ziehier slechts wat ik u vraag: Ge weet, dat de luchtvaarders praktisch nog niet te vertrouwen zijn. Daarom wil ik mijn naam beroemd maken door een groot- sche vertooning. Ik heb daarvoor gedacht aan den wedstrijd tus schen Parijs en Londen, die in het aanstaande jaar zal plaats EEN TYPISCH GEDEELTE VAN OUD-ROTTEBDAM de Prinsenkerk aan de Nieuwe Markt, die afgebroken gaat worden om plaats te maken voor een openbare leeszaal. hebben. Ik ben zeker, dank zij het voordeel, dat het nieuwe me taal mij geeft, daarin te zullen overwinnen. Een ander zal daarna mijn toestel kunnen namakenhet zal daarom niet minder het mijne blijven. Beste Henri, ik wenschte u aan mijn zijde te hebben in het uur van den triomf. Ik verlang, dat gij den luchtvaarder tot de overwinning geleidt. Ik word oud, ik kan sterven. Ik zou gelukkig zijn, u in te wijden in mijn arbeid, u als mijn opvolger te zien in de studie dezer belangrijke vragen. Ik weet, dat ik een groot offer van u vraag, want ge hebt uw beroep lief. Ik zou het ook niet doen zonder de thans verkregen zekerheid en daarin ligt ook de reden, waarom ik u nooit heb willen inwijden in mijn plannen en proefnemingen. Thans echter vraag ik u bepaald verlaat de marine, neem ontslag of een langdurig verlof, maar kom terug. Ik hoop de tijding van uw aankomst te vernemen met de eerst volgende mail. Tot weerziens 1 Uw vader Antoine Guerlis. Bevend van opgewondenheid herlas Henri dezen brief. Hij was nu beter ingelicht dan door al de berichten zijner kennissen op het eiland. En terzelfder tijd had hij een grootsch levensdoel ver kregen hij zou het werk van zijn vader voortzetten. Zoo spoedig mogelijk zette hij zich tot een stelselmatig onder zoek van de plannen, waarvan de brief sprak. Deze taak moest gemakkelijk zijn, want de papieren van den ouden heer Guerlis i waren uitstekend geordend. Alles had zijn plaats. Twee groote laden van het bureau schenen te zijn bewaard tot het aangevan gen werk. Maar daar waren slechts eenige stukken zonder waarde in gebleven. Eindelijk ontdekte Henri een soort brandkast, die hij niet kon openen met een der voorhanden sleutels. Hij vond even wel op den bodem eener cassette, onder oude familiepapieren, een kleinen sleutel, nieuw en toch roestig, als een reserve die niet gebruikt was. Deze paste op het slot. In de brandkast was een afdeeling met het opschrift: „Resultaten." Maar deze was ledig. De jongè man hervatte zijn nasporingen. Alles werd doorzocht, alle papieren en aanteekeningen nagezien, maar hij vond niets van belang. Blijkbaar had zijn vader in zijn stilzwijgen en eenzaamheid alle resultaten van zijn proeven en onderzoekingen in zijn hoofd be waard. De dood had hem verrast op het oogenblik, dat hij die zou gaan ontsluieren, eerst voor zijn zoon en daarna voor de wereld. Misschien ook had zijn arme vader in zijn brief te hoog opgegeven van zijn werk; misschien had hij als zeker aangekon. digd, wat hij nog slechts in zijn geest gezien had. Henri las den brief nog eens. De mededeelingen lieten geen twijfel over. Dui delijk en bepaald hielden zij den gloriekreet in van een die zeker is van zijn zaak en niet van iemand die hoopt. Helaas 1 De dood had hem overvallen en het werk van jaren was in het niet terug gezonken. Wanhopig gevoelde Henri, dat hij den naam zijns va ders niet aan de vergetelheid zou kunnen ontrukken; zijn laatste hoop was vervlogen. Onder de bescheiden, rekeningen e. a. die hij nog doorzocht om de nalatenschap zijns vaders te regelen en te liquideeren, trok een gedrukt stuk zijn aandacht. Uitgegaan van de Academie, be helsde het een ontvangstbewijs van een manuscript over de lucht vaart, waarvan de opening niet zou geschieden zonder een nieuwe aanvrage van den heer Antoine Guerlis. Wat kon dit manuscript anders zijn dan een afschrift van de plannen zijns vaders? Vreezende voor mededingers had hij zonder twijfel door het bij de Academie te deponeeren den voorrang van zijn ontdekking willen verzeke ren, maar hoe had hij het eenige exemplaar uit de handen kunnen geven! Dadelijk begaf Henri zich naar Parijs, ten einde het manuscript terug te bekomen. Hierin mocht hij na vele formaliteiten eindelijk slagen. Ternauwernood was hij in het bezit van het kostbare stuk of hij opende het en las: „Dit is een duplicaat van een plan waarvan het origineel, kort geleden voltooid, berust in mijn wo ning te Kerguearec, waar ik het systeem van lucht vaart heb gevonden en uitgedacht waarvan de ui! eenzetting hier volgt. Er bestond dus een origineel. Waarom had d( jonge Guerlis het dan niet gevonden De officier kwam te Kerguearec terug in h< bezit van het volledige werk zijns vaders. Het ws een kunststuk. De zekerheid van het succes zoi hem nu steunen. Het verlies dat hij had gelede: scheen hem thans minder wreed. Dank zij be enthousiasme van zijn jeugd, meende hij nu zijl vader aan zijn zijde te hebben bij het bestudeerei van het plan. Onmiddellijk na zijn aankomst begaf hij ziel naar de mijn om de opbrengst daarvan na te gaan Hij wist, dat hij een voorraad metaal moest vinden voldoende voor het vervaardigen van verscheiden toestellen; zijn vader had dan ook kort voor ziji dood bekend gemaakt, dat hij al de vreemd' werklieden, van wier diensten hij gebruik gemaak

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 12