9 BUITENLAND. liet lied van Clarens. BINNENLAND. 2e Jaargang. No. 382. Bureau OUDE SINGEL 34, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post f 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Maandag Januari 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent; ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Niet graag op baantjes. De „N. R. Ct." heeft een overwinning pp zichzelf behaald. In 't nauw gedreven door de tallooze statistiekjes waaruit bleek dat er nog geenszins van bevoorrechting sprake mag wezen als hier of daar een Katho liek tot een openbaar ambt wordt geroe pen, erkent zij nu wel niet ruiterlijk, maar dan toch zijdelings, dat de Roomschen volstrekt niet zoo tuk zijn op hadden willen doen veronderstellen, 't eten van de Staatsruif als zij eerst wel Het blad vraagt toch aan de Katho lieke statistici „Wanneer uw staatjes niet gunstig uitvallen, is daarvoor dan niet nog wel eene andere verklaring mogelijk dan Protestantsche of liberale partij digheid? Het is bekend, dat een zeer groot gedeelte van den nijveren, han,- dridrijvenderi middenstand uit de Roomsche gelederen wordt gerecru,-- teerd. De middenstandsbeweging vindt onder de katholieken ijverigen steun en hare beste pleitbezorgers. Zou het nu niet kunnen zijn, dat het aantal door Roomschen bezette „baan tjes" klein is, niet zoozeer door de schuld van niet-Roomschen, als wel omdat de Roomsche bevolking hare neiging en hare veilangens meer naar andere richtingen ontwikkelde? Ziet u wel: nu 't beter zoo in dfe kraam *te pas komt zijn de Roomscnen heeiemaal niet „graag op baantjes" meer. De vrijzinnigheid zou hen vroeger wel graag benoemd hebben, inaar zij „ontwikkelden neiging en verlangens meer naar andere richtingen." M.a.w.'t is der Roomschen eigen schuld, dat zij zoo sporadisch in open bare betrekkingen vookomen de vrijzin nigheid kan dat heusch niet heipen. Verontschuldiging houdt schuldbesef in en daarom zij der „N. R. Ct." gaarne acte gegeven van haar inkeer. Het blad gaat intusschen nog verder: 't zoekt naar meerdere verontschuldiging 'der.partijdigheid van zijn geestverwan ten en biedt daarvoor aan zijn „vermoe den dat de belangstelling, van room sche zijde voor de publieke zaak aan den dag gelegd, lang niet evenredig is .aan den lust voor de publieke „baan tjes", doch wel veel eer in overeen stemming is inet de plaats, welke, volgens de roomsche statistiekjes, aan de katholieken ingeruimd zoude zijn." Hierop volgt dan de mededeeling, dat van de Vereeniging voor de staathuis houdkunde en de -statistiek, waarvoor men het lidmaatschap kan aanvragen, slechts weinige katholieken lid zijn: in de vier grootste steden 24 op de 454 leden. 't Is niet veel en mocht inderdaad wel meer zijn, maar zulks doet toch niets af aan het feit, dat de Roomschen tot dusverre verbazend achtergesteld zijn bij benoemingen. De „N. R. Ct." spreekt dit trouwens gezien de welspreken de statistiekjes geenszins tegen, zoo dat het orgaan thans ongetwijfeld ook v,an meening zal wezen, dat aan die ach terstelling hoog noodig een einde moet worden gemaakt. En zoo zijn we 't dan per slot vau rekening roerend eens. ALGEMEEN OVERZICHT. Terwijl andere landen nog in den rus- tigen nieuwjaarsdommel liggen en weinig van ziali doen hooren blijft Portugal nog steeds woelig en brengt nogal eens iets nieuws. Nu weer wordt er ge smeten met een serie decreten die de volgende hervormingen beoogen: Invoering van een wekelijkschen rust dag, opriahting van eererechtbanken en rechtbanken tot vervanging van het twee gevecht, een kieswet, staatsbescherming van grijsaards, kinderen en moeders, af schaffing der prostitutie, verbetering van het lager onderwijs oprichting van scholen die ten hoogste 2 K.M. van elkaar verwij derd zijn, uitdeeldng van levensmiddelen, kleederen en boeken aan arme scholieren, uitbreiding van het hooger onderwijs vooral in de geneeskundige faculteit te Lissabon, bescherming van krankzinnigen, en ten slotte decentralisatiemaatregelen in het bestuur. Of deze beloften alleen op liet papier zullen blijven staan? Waarschijn.ijk is het slechts om het volk zoet te houden tot de a.s. verkiezingen. Deze zullen, naar Maohado aan de buitenl. journalisten mededeelde, in April gehouden worden. Naar de kieswet gevraagd, deelde Ma- chado mede, dat deze in de volgende week gereed zal komen, overigens is reeds bij de wet van 1878 aan allejhoofden van gezinnen het kicsreci.t verleend. Ma- Chado stede voorts in liet vooruitzicht de oprichting van 52 filialen der depo sito-kas als Staatsspaarbanken. Dezer da gen zal ook algemeene dienstplicht af gekondigd worden. De economische toestand, zeide Ma- chado ten slotte, is goedook de wissel koers heeft zich nu verbeterd. Een interessant nieuwtje weet de „Neue Freie Presse" tc vermeden. Dom Miguel de Braganza, de kroonpretendent moet aan haar verklaard hebben, dat nie mand gelooft, dat de tegenwoordige re geering lang zal duren. Zoo 'het land we der zou terugkeeren tot de monarchie en men zich tot hem wendde, zou hij den troon aanvaarden. Hij is niet voor nemens tot buitengewone maatregelen zijn toevlucht te nemen, maar hij zal de gebeurtenissen afwachten en met zijn oude aanhangers voeling houden. Als die dan ook maar niet, zooals daar gebruikelijk schijnt in staat van beschuldiging gesteld worden. Nu is dit weer geschied met den in specteur-generaal der Financiën en van den 2lgemeenen regeerings-s,ecretaris van Mozambique, die zich voor het gerecht te Lissabon zullen hebben te verantwoorden, wegens gepleegde pn reahtinatige handelingen in de uitoefe ning van hun ambt. 't Zal ook Kvel met een sisser afloopen FEUILLETON. Dat had men ook gedacht van de be tooging der Monegassen, welke wij on langs vermeldden, om een grondwet. Door drie Parijsche advocaten liet de vorst aanstonds een Grondwet voor Monaco fabriceeren, dewelke gereed is en naar Reuter meldt zeven hoofdstukken bevat. Het vorstendom is een onofhankelijk! en vrij rijk, onder souvereiniteit van het vorsteiijk-huis. Allé inwoners van Mona co zijn gelijk voof de wet. De grond wet erkent de persoonlijke vrijheid, de onschendbaarheid van het eigendoms recht, de vrijheid van godsdienst en het ereenigingsrecht. De regeering wordt onder het hooge toezicht van den vorst uitgeoefend door een ministerie, bijgestaan door een raad gevend lichaam. De wetgevende macht berust bij den vorst en een Nationalen Raad van 21 leden. Het recht van initiatief en eveneens het recht van onderteekening en afkon diging der wetten berust bij den vorst. Het gebied van het vorstendom wordt verdeeld in drie gemeenten, die ieder een gemeenteraad hebben. Vrouwen kun nen deelnemen aan de verkiezing der gemeenteraadsleden. In de organisatie der justitie wordt geen wijziging ge bracht. De nieuwe grondwet wordt van kracht, zoodra de verkiezingen voor den Nation: 1 en Raad en voor de gemeente raden hebben plaats gehad. De verkie zingen zullen in ieder geval vóór het einde van 1911 uitgeschreven worden. De Monegassen hebben nu een grond wet en kunnen blij zijn. Maar ook een constitutie brengt onaangenaamheden met zich. Zoo heeft nu ook vorst Albert een proclamatie doen publiceeren waarin hij zijn onderdanen o. m. mededeelt, dat 'hij hen wil voorbereiden op de verdediging hunner belangen, zoo ooit ernstige moei lijkheden voor het vorstendom mochten ontstaan. Waarschnijlijk bekoelt nu hun vreugde wat. GEMENGD. Koning Alfonso is Zaterdag aan boord van de Giralda naar Melilla ver trokken. Hierbij viel nog een incidentje voor. Nadat de Koning het paleis van den civielen gouverneur was binnen getreden klonk een schot. Dit schot werd veroor zaakt door het vallen en afgaan van een pistool. Er ontstond een kleine paniek, maa rweldra was alles weer gerust. Het incident was van geen beteekenis. Twee personen werden aan de kuit en den hiel gekwetst. Het pistool zat in een tasch. Op verzoek van de conservati eve en republikeinsche (Spaansche) Kamerleden, heeft de voorzitter de dossiers van ihet proces van den aanslag van Morral tegen den Koning in 1906, die van het Ferrer- proces en van de instructie inzake de troe belen te Barcelona doen drukken ter openbaarmaking, het een en ander in ver band met de a.s. behandeling in het par lement van het Ferrer-proces. Volgens berichten uit Weenen is kei zer Frans Joesph zoo goed als hersteld. Een verhaai uit de Fransche revolutie. 34) Niet geloovende dat gezicht ooit te heb ben gezien, bleef de jonge markies onbe wegelijk, door zijn zwijgen en koele hou ding aan die ontboezeming van familiari teit den pas afsnijdend. De oude begon nu .op uitgelaten toon te lachen, dat Frede ric aanstonds begreep met 'n beschonke- ne of 'n gek te doen te hebben. Met een gebaar wilde hij den grijsaard verwij deren en zijn weg vervolgen. Maar de bedelaar versperde hem den weg en vroeg met van ontroering gebroken stem „Xent u mij niet, jonker!" „Neen ,ik ken u niet," antwoordde Fré- deric ongeduldig En nog lastiger gemeen zaamheid vreezend, voegde hij den man toe: „Laat me voorbij, ouwe gek!" Op dat woord werd de grijsaard eerst verbaasd, eensklaps droef gestemd. Ne derig ging hij heen mompelend: „Als u mij niet kent, dan ken ik tu ook niet...., en toch zou ik gezworeii hebben cogen van dat blauw te hebben gezien lang, heel lang geleden.... in een ander leven.... in een leven van geluk. Mijnldoor tranen verbrande oogen, mijn door den ouderdom verzwakt geheugen zullen mij hebben bedrogen.... En toch... o.... toch als ik mij eens niet vergiste...." Frederic wilde zijn weg vervolgen, maar bij den eersten stap hield de grijs aard hem tegen met de woorden: „Toch zijn het wel die oogen... zijn het diezelf de oogen uit-mijn leven van geluk! Luis ter, jonge man, luister! Gij hebt de helft van het lied gehoord, ook de rest moet gij hooren... Misschien dat het laatst, u op uw schreden zal doen terugkeeren.' En op hetzelfde moment, maar met een soort van tragische klem zong de grijsaard in zijn patois een laatste couplet. Wijl op besliste wijze de oude bedelaar thans zijn twee armen uitstrekte, om den reiziger den weg te versperren, hief deze, ten einde van zijn geduld, zijn vuist op, doch nog voordat hij den voorgenomen stoot of slag toebracht, kreet een anstige stem achter hem: „O, mijnheer, sla hem niet' De ouwe man is niet wijs, het verdriet heeft hem van zijn zinnen beroofd, maar hij doet nooit iemand het minste kwaad, Gekken slaan, mijnheer, d^t brengt on- geluki'2 De verkoudheid is geweken en van de sdhonheid is niet veel meer te bemerken. Vermoedelijk zal de keizer in het begin van de volgende week weder zelf die re geering ter hand nemen. Te Constantinopel loopt het gerucht dat het aftreden van den Grootvizier Hak- ki Pasja aanstaande is. Uit Turkije komen opnieuw allerlei berichten omtrent botsingen. Bij Krania aan de GrieksChe grens, zijn Turksdhe soldaten slaags geweest met een Grieksche bende. De Turken verloren een onderofficier en een soldaat, de verliezen der Grieken zijn onbekend. Bij Bichlowitza in de buurt van Filat (vilajet Janina) heeft een bloedige botsing plaats gehad tusschen Mohammedanen en Christenen, waarbij aan beide zijden doo- den en gewonden vielen. Een sterk militair detachement is uit gerukt om de orde te herstellen. Volgens een officieel bericht uit Djoe- mabaila, hebben Bulgaarsche comitadjis het Turksche blokhuis Tilkilek overvallen een soldaat gedood en zijn toen, nadat zij enkele schoten met de bezetting hadden gewisesld, op de vlucht gegaan. Koninklijke Besluiten. Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot inspecteur der directe belastingen, in voerrechten en accijnzen te Enschede J. R. Tijssens, inspecteur te Heeren veen; tot inspecteur te Heerenveen J. Andreae, adjunct-inspecteur te Utrecht (le afdeeling) is aan A. L. Loyens, adjunct-inspec teur der directe belastingen te Amster dam (le afdeeling) de persoonlijke' titel verleend van inspecteur der direc te belastingen, invoerrechten en accijn zen is G. van Heck, arts te Amsterdam, benoemd tot officier van gezondheid 2e kl. bij de zeemacht is, ter belooning van personeel van het leger in Nederl. Indië, dat zich on derscheiden heeft bij de krijgsverrichtin gen, dan wel tijdens de waarneming van de betrekking van civiel bestuurder in het commandement Timor en Onder- hoorigheden gedurende het tijdvak 1906 tot ultimo Juni 1910, begiftigd met de eeresabel met het ge bruikelijk opschrift, de le-luitenant der inf. C. A. Rijnders benoemd tot 'ridder in de Orde van Oranje Nassau de kapitein der infanterie B. H. Franssen Herderschee; is aan den controleur-magazijnmees ter bij de posterijen en telegrafie P. A. de Bordes, te Haarlem, eervol ontslag verleend is benoemd tot controleur-magazijn- meester bi, de posterijen en telegrafie, ter standplaats Haarlem J. C. Pull, thans commies der telegrafie le klasse. Zondagsrust. Naar aanleiding van het bericht in het „Vad." volgens hetwelk de minister van Oorlog heeft bepaald, dat, ter be vordering van de Zondagsrust van de postambtenaren, dienststukken, welke geen spoed vereischen, niet des Zater dags na 12 uur 's middags ter post be zorgd zullen worden, kunnen wij mede- deelen, dat de minister van Justitie reed$ geruimen tijd geleden gelijk voorschrift gaf. Prins Hendrik te Rotterdam. Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen heeft Zaterdag een bezoek aan Rotterdam gebracht. De Prins kwam, al leen van Zijn adjudant, jhr. Van Suchte- len van de Haare, vergezeld, met Zijn auto omstreeks 12 uur op het Hofplein aan. Bij den burgemeester, mr. A R. Zim merman, werd gedejeuneerd. In den na middag heeft de Prins met dei: burge meester een bezoek gebracht aan dö Rijks-Serum-inrichting in de Vinken- dwarsstraat, waar Z. K. H. werd ont- angen en rondgeleid door dr. J. Poels. Na de bezichtiging van de inrichting is Prins Hendrik per auto naar den Haag teruggekeerd. De priesters en de leenbanken. De kerkelijke overheid van de bis dommen Den Bosch en Breda is van oordeel, dat het schrijven van Z. H. den Paus over geldinstituten met betrek king tot de geestelijkheid zóó moet ver staan worden, dat de priesters bchoo- ren op te treden als geestelijke adviseurs: van boerenleenbanken, maar geen zit ting mogen nemen in het bestuur noch in den raad van toezicht. Door geestelijke adviseurs verstaan zij adviseurs in geestelijke zaken, die de| organisatie begunstigen en bevorderen en vooral optreden als vredestichters, niet alleen door eventueele geschillen bij te leggen maar ook door ze te voor komen. Ziedaar de officieele verklaring teekent het „Weekblad v. d. Nbr. Chr. Boerenbond" hierbij aan waarop wij' wachtten en waaraan wij ons natuurlijk onvoorwaardelijk onderwerpen, al heb ben wij vroeger een ander adres gege ven. Ook Z. H. de Paus wil dat de gees telijken de leenbanken helpen en begun stigen, maar hij wil niet, dat zij in het bestuur zitten. Nu is het niet tegen te spreken dat de Raad van Toezicht vol gens de statuten der leenbanken, gelijkl zij hier te lande zijn ingevoerd, aan het bestuur deelneemt, dewijl hij niet alleen toezicht houdt, maar ook beslist over voorschotten, die een groote som bedra gen of van langen duur zijn of diea an bestuursleden gegeven worden. Het was dus wel te verwachten, dat onze Bis schoppen het verbod ook op den Raad van Toezicht zouden toepassen. Werkloosheid. De Nationale Vereeniging tegen de werkloosheid hield te 's-Gravenhage een algemeene vergadering onder voorzitter schap van den heer mr. C. J. baron van Tuyll van Serooskerken. Door dezen werd een overzicht gegeven van de le denwerving voor de vereeniging, zooals die in het laatstverloopen jaar had plaats, gevonden, en die blijkens mededeeling De jeugdige reiziger 'had zich nog niet gekeerd tot de persoon ,die aahter hem sprak, toen de bedelaar zelf reeds voor de bedreiging was teruggedeinsd en, we der wild geworden ,in het kreupelhout was teruggesprongen. HOOFDSTUK II. Hoe zacht Frédéric ook was, de koppig heid van dezen man, om hem den weg te versperren ,had hem kwaad doen wor den, en zijn gelaat was nog rood, toen de vrouw, die hem uit de verte had toege roepen, zich bij hem gevoegd had. Het was een boerin van ongeveer der tig jaren, met levendige gelaatstrekken. Na den jonkman een oogenblik te hebben bekeken, begreep zij, dat hij haar mooiste buiging verdiende. „Ik dank u," zei de reiziger, nog onder den indruk van het laatste couplet van den zang, zoo verschillend van het andere en zoo onheilspellend, „ik dank u, dat gij mij 'n nuttelooze ruwheid hebt bespaard waarover ik later spijt zou hebben ge voeld." „O, zeker, u zoudt er heel veel spijt van hebben gehad, want hij is niet kwaad..." en niet zoo gek als men wel denkt!" uV£at {hij zong wa§ eyen>yel uogal sa menhangend." „Het zijn de werkelijke woorden van het lied van Clarens, mijnheer. De oude iheeft er niets bijgevoegd en er niets afge laten. Dit laatste couplet is het ware. On getwijfeld bracht hij het slecht bij u te pas, en dat heeft u boos gemaakt. Maar toch, u kent het spreekwoord, dat zegt, dat gekken en kinderen de waarheid! spreken." De jonkman beefde en antwoordde niet onmiddellijk. Vervolgens hernam hij, in antwoord op zijn eigen gedachten„Aan genomen, dat dit couplet een zin had en dat die zin toevallig op mij Van toe passing was, de koppigheid van den man dien ik nooit in mijn leven gezien had, lom mij te beletten in de vallei af te (dalen, blijft een onverklaarbare aanval van zins verbijstering." „Het is zoo," zei de jonge vrouw, „het feit is zonderling. Tot nu toe had de arme man nooit iemand aangehouden. Gelukkig voor u, mijnheer, dat gij niet bijgeloovig zijt! De onheilskrcet van den oude zou u hebben kunnen doen terug gaan en dat zou me gespeten hebben.." „Waarom zou u dat gespeten hebben vroeg de jonge man, ietwat verbaasd. „Wel, om de goede reden, dat ik, juf frouw Flayie, vrouw van Sylvajo, een her berg houd te Clarens en dat het mij een eer en een genoegen zal zijn, mijnheer in mijn huis te ontvangen, ten minste als lhij niet reeds een andere wening in 'net oog heeft." De jonkman wierp 'n spijtigen bliik op het het kasteel, welks indrukwekkende voorgevel zich afspiegelde in dert vijver^ en zuchtte: „Ik neem uw aanbod aan, juffrouw Fla- vie, want ik weet waarlijk niet, .waar mijn intrek te nemen. Er is een tijd ge weest, dat ik niet verlegen belioefdie te zijn over een logies, en een goed logies, te Clarens. Maar die tijd is al verre, minder door het getal verloopen jaren, dan door de verandering in alle toestanden." Wijl juffrouw Flavie zich vrij onver schillig of minstens onoplettend toonde, ging hij voort met vragen „Ik dacht, naar hetgeen ik.te Portvieux had vernomen, het kasteel verlaten, een zaam, met gesloten deuren en blinden te zullen vinden. Maar ik zie integen deel in het linker paviljoen, aan den bega- nen grond, twee vensters en een deur open. Is het dus bewoond?" (Wordt vervolgd^.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1