Het lied van Clarens.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Dinsdag 13 December.
Uit de Pers,
Vereeniging van R. K. Gemeente-
raadsleden.
Mr A(alberse) schrijft in het s,k a t h o-
iek'sociaal Weekblad", naar aan
leiding van de plannen der Arnheinsche
R K. Kiesvereeniging tot stichting van
een Bond van R. K. Gemeenteraadsleden,
..Of 't juist is gezien, om ook R K.
Kiesvereenigingen tot deze vergadering
uit te noodigen en later tot den te stich
ten Bond als leden toe te laten, daar
over kan men van meening verschillen.
Stelt men voorop, dat het doel is, te ko
men tot de vaststelling van een program
van R. K. Gemeentepolitiek, dan voor
zeker is het logisch ook de kiesvereeni-
ojngen toe te laten. Zelfs zou men dan
kunnen vragen, of hef niet nog juister
zou zijn, wanneer de Bond uitsluitend
werd samengesteld uit R. K. Kiesvereeni
gingen, terwijl dan de R. K. Gemeente
raadsleden tót de vergadering konden
worden uitgenoodigd.
Men kreeg dan eene organisatie, even
wijdig loopende met den Bond van R. K.
Kiesvereenigingen voor de Tweede Ka-
mer.
Wij hadden ons echter een Vereeniging
van R. K. Gemeenteraadsleden eigenlijk
meer gedacht als een s t u di e-verecni-
njng. Zij kon verschillende urgente, ac-
tueele vraagstukken van Gemeentepoli
tiek in studie nemen, door enkele leden
er een preadvies over laten opstellen, wel-
ek praeadviezen dan later in een ledenver
gadering konden worden besproken. Een
vereeniging derhalve meer te vergelijken
met de Juristen-vereeniging, of de Veree
niging van Staatshuishoudkunde en Sta
tistiek.
Immers, zelfs al hoopt men te komen
tot het vaststellen van een program,
niemand zal ontkennen, dat daarvoor
thans de tijden nog geenszins rijp zijn.
Ging men 't nu reeds behandelen, dan
zou men aanstonds alle vraagstukken te
gelijk over hoop halen. Groot meenings-
verschil zou spoedig blijken.
Eerst na jaren van studie en onderlinge
bespreking, punt voor punt, zal uien tot
een „communis opinio" kunnen komen
omtrent verschillende punten. Wil men
die dan in een program samenvatten, dan
zou de tijd gekomen zijn, om daarover
de kiesvereenigingen te laten oordeelen.
Maar... programs zijn gevaarlijke din
gen. Ze leggen vast, wat men op een
gegeven oogenblik denkt. Maar de ideeën
groeien en de oude programs blijven en
worden niet gemakkelijk gewijzigd.
Een staatsman als Windthorst wilde
nimmer van uitgewerkte staatkundige
programs weten. En de ervaring ten on
zent opgedaan stelt hem niet in 'i onge
lijk 1
Doch hoe ?t zij ,dit punt zal te Arn
hem besproken kunnen worden. Hoofd
zaak is thans, dat vele R. K. Gemeente
raadsleden inzien, dat die vergadering te
Arnhem hoogst belangrijk zal zijn.
Eu dat z.ij er (lus been moeten gaan!"
Ook de ,,Maa sb od e" noemt het ini
tiatief dei Arnhcmsche kiesvereeniging.
gelukkig en zegt dan verder:
„Wat is de werking van een gemeente
raad in een veel kleiner lokalen kring
besloten dan waarin de bemoeiingen der
Staten-Generaal gevolg hebben.
Er staat echter tegenover, dat men niet
goed doet één gemeente te beschouwen
tegenover den Staat in stee van alle. Doet
men het laatste, dan valt de uitgebreid
heid buiten beschouwing.
Dan komt het volle licht op de niet on
belangrijke autonome maatregelen der ge-
gemeente en op de vele wetten, waarin
de hulp der gemeente wordt ingeroepen
om een met locale eischen rekenende
passing te verkrijgen.
Zwaar en belangrijk is dan oók de taak
s an den Raad, en gelukkig mag het hee-
ten, dat een vereeniging den R.-K. raads
leden door onderling overleg voor de
vervulling van hun taak voorlichting zal
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
15)
Lady Roswald stamelde dat alles met
een door snikken onderbroken stem, en
haar smeken ging verloren in den wind en
het rumoer van de manoeuvres. De ka
pitein kon slechts meewarig zijn schou
ders ophalen.
„Wat gij ons vraagt, mevrouw, is ma
terieel onmogelijk," sprak hij. „Uwe
vlucht is thans gesignaleerd. Wij zouden
niet kunnen terugkeeren, zonder de aan
dacht der kustwachters en der repub.i-
keinsche kanonneerboot te trekken. Het
zou zijn den duivel tergen, mij opnieuw in
een gevaar te werpen, waaraan ik sléchts
door een wonder ben ontsnapt. Voor de
passagiers en de matrozen, voor al dege
nen, ciie eenmaal een voet aan boord van
mijn bark hebben gezet, ben ik aansprake
lijk tegenover den Koning en tegenover
God!"
Neergebogen, met het hoofd in haar
■hai.vcii, iiad de zus.er der markiezin de
kracht niet meer om te blijven smeeken.
brengen en aan hun werkzaamheid de
noodige eenheid' gaat verschaffen.
Wij meenen echter, dat daarin de be
staansreden der nieuwe vereeniging inoet
worden gezocht
Gaat men nu echter aan de kiesvereeni-
gen mede stem geven, dan gelooven wij,
dat de zaak dan niet genoeg gezien wordt,
van 'het standpunt der gemeenteraadsle-
uit wier behoefte aan onderlinge verstand
houding en voorlichting de nieuwe ver
eeniging groeit.
Een imperatief mandaat, dat den afge
vaardigde der kiesvereeniging, tevens
raadslid, ter vergadering meebrengt, zal
tot voorlichting en verkrijging van een
heid weinig bijdragen.
Ten slotte vergete men niet, dat voor
de kiesvereenigingen de gemeente poli
tiek nooit gewerkt heeft als bindend ce
ment, en het ook daarom niet wensche-
lijk is de gemeentepolitiek in de kiesver
eeniging nog meer plaats te schenken."
Regeering en Kamer.
In de „Nieuwe Ven' 1 osch e Cou-
ralnt" schrijft Mgr. Dr. Nolens, d*at
saamwerking tusschen Regeering en
Volksvertegenwoordiging noodig is, om
op wetgevingsterrein iets tot stand te
brengen.
„Voor het tegenwoordig kabinet jzijn
de arbeidersverzekeringen en in yerband
daarmee het tarief de hoofdzaak.
En van deze arbeidersverzekeringen is
de verzekering tegen invaliditeit en de
ouderdom weer de voornaamste.
Zal het tegenwoordige kabinet van!
zijn kant gedaan hebben wat verwacht
mocht worden, dan' moet het die ont
werpen zoo tijdig hebben' ingediend, dat
de Kamers ze voor jiet einde der loo
pende wetgevende periode hebben kun
nen behandelen.
Tot die wetsontwerpen behooren naar
de door de Regeering gekozen' volgorde
de ziekteverzekering, de herziening der
onjgevlalleinwet, de invaliditeits- en de
ouderdomsverzekering, waarbij dan nog
komt de uitbreiding der ongevallenver
zekering
De ziekte-verzekering is ingediend, en
kan dus door de Kamer worden' behan-
handeld.
De herziening ongevallen-wel kan
spoedig worden verwacht, en: in ieder
geval heeft de Regeering zich biereid
verklaard1, om uit haar ontwerp datgene
aan de Kamer mede te deelen, wat voor
de behandeling der ziekteverzekering zal
blijken wenschelijk te zijn met het oog
op de aansluiting der ongevallenverzeke
ring aan de ziekteverzekering.
(Het ontwerp invaliditeits en ouder
domsverzekering is bij den' Raad van Sta
te. Wat de ziekteverzekering betreft, is
nu het woord aan' de Kamer.
Zij moet van haren kant nu toonein,
dat zij met bekwamen spoed de zaak be
handelen wil.
Voor die behandeling is eene Commis
sie van Voorbereiding benoemd.
Deze heeft ter voldoening aan het
Reglement van Orde aan den Voorzitter
der Kamer medegedeeld, dat ze op 1 Fe
bruari gereed zal zijn om bijeen'Ie ko
men en dat ze inmiddels een leiddraad
voor de behandeling in de afdeelingien
zal vaststellen.
De practische beteekenis van deze me-
dedeeling is eenvoudig deze, dat de
Commissie van Voorbereiding te kennen
geeft, dat voor zoover haar betreft, het
onderzoek in de afdeelingen na 1 Febr.
kan plaats hebben.
Ligt hierin nu vertraging, zooals jdie
er bijv. door de „Standaard" in' gezien
wordt
Dit zou alleen het geval kunnen zijn,
indien' er van een onderzoek in de afdee
lingen' vóór 1 Februari sprake kon zijn.
Dit is echter niet zoo.
De Kamer maakt van alle buitenge^
wone middelen, avond- en nachtverga-
delingen, vergaderingen op Maandag en
Zaterdag, gebruik om voor Kerstmis met
de begrootingsarbeid klaar te komen.
Onderzoek in de afdeelingen van een
zooveel omvattend ontwerp als de ziek
teverzekering in den begrootingstijd, is
ondenkbaar.
En even ondenkbaar is het, dat de
Kamer nog m Januari daartoe zou bij
eenkomen.
De snikken verstikten haar. Vol van me
delijden poogde de kapitein haar te troos
ten.
„Uwe vrees is wellicht overdreven, me
vrouw," voegde hij haar toe. „Die man,
die met mijn matroos gesproken heeft,
kan geen boosdoener wezen, wijl hij de
koffers in de obot heeft bezorgd, en den
matroos heeft aanbevolen er goed zorg
voor te dragen. Het kan dus onmogelijk
zijn bedoeling zijn geweest, mevrouw uwe
zuster te berooven. Neen, ik geloof veel
eer, dat hij handelde overeenkoms.ig het
bevel van mevrouw De Clarens. En het
bewijs daarvan is wel, dat mijn matroos
zoo even sprak van een brief, welken hij
van den man had ontvangen, en dien hij
aan uw neef heeft ter hand gesteld. Die
boodschap van mevrouw, uw zuster, ver
klaart wellicht op geruststellende en aan
nemelijke wijze haar afwezigheid op het
oogenblik der inscheping. Lees dien brief
mevrouw, alvorens u aan zulk een ver
schrikkelijke wanhoop over te geven.
- Lady Roswald stond terstond op en
plotseling door een nieuwe hoop bezield,
sprak zij
„Gij hebt gelijk, kapiteinlaat mij da
delijk naar de hut van mijn neef gelei
den."
Eenige minuten later, vond zij de^en
Vooreerst is het gebruik dat de Ka
mer althans in Januari op reces gaat.
En daarbij vorderen de werkzaamhe
den die haar, speciaal ditmaal, na het
reces wachten, tijd tot voorbereiding.
Op dit oogenblik kan aan de Kamer
nog niet verweten worden, dat ze treu
zelend of te bedaard te werk gaat."
Bevordering van contante betaling.
Het „Haarl. Dagblad" bespreekt
het wetsontwerp tot bevordering van
contante betaling, zooals de Staatscom
missie voor den Middenstand het ont
wierp. De strekking ervan is, naar men
zich zal herinneren, in de wet een bepa
ling te doen opnemen, waarbij mora
toire interessen berekend kunnen wor
den van schuldvorderingen, door leve
ringen en werkzaamheden ontstaan.
Het blad verwacht van djt voorstél
niet veel.
„Oppervlakkig bezien is dat heel mooi
in de practijk zal het heel weinig of niets
beteekenen. Wanneer een leverancier een
lang crediet geeft, dan is dat in den regel
tegen zijn zin, geschiedt het alleen, om
dat de klant het zoo wil en anders naar
een ander zou gaan, soms zelfs wel over
loopt met familie en vrienden, wat de
leverancier niet gaarne zou willen.
Voortaan zal, wanneer dit ontw'eu-p
wet wordt, de leverancier rente kun
nen' berekenen. Maar zal hij het ook
do en? Wij gelooven er niets van. Om
dezelfde reden die hem er toe noopt, zoo
lang zonder pruttelen op zijn geld te
wachten, zal hij het wel uit zijn hart la
ten, rente te gaan berekenen over een
of twee, soms wel drie jaar. In gedach
ten zien we den klant al met een ver
baasd1 gezicht komen aanloopen„Wat
doet u nu? Moet ik rente betalen Neen
daar kan ik niet in treden, ik betaal toch
zeker een redelijken prijs.' 7
Deze soort van klanten denkt namelijk
altijd1, dat een winkelier schatten geld
aan hen verdient.
De leverancier wil zich maar niet zoo
dadelijk overgeven, antwoordt beschei
denlek iets als: „Ik moet zelf op zes
weken of drie maanden koopen, ziet u,
en het geld is tegenwoordig zoo duur".
Waarop de klant ten antwoord geeft:
„Ja, dat zijn dingen, die ik zoo niet be-
oordeelen kanen fin, als u er op staat,
zal ik meteen de rekening betalen, maar
dan moet ik mij ook van een anderen
leverancier voorzien." t
Wat doet de leverancier dan? Hij
schrapt de rente en blijft leveren op
den ouden voet, naar den ouden sleur.
Er is iptmers ten slotte evenveel moed
voor noodig, om tot een klant, die tot
dusver lang crediet had, te zeggen voor
taan zend ik om de drie maanden een no
ta en kwitantie..." als„voortaan zal ik
u rente moeten berekenen". Wie in het
belang van zijn zaak het eerste meent
niet te kunnen wagen, durft het laatste
evenm in.
Daarom hechten wij geen waarde aan
het nieuwe wetsontwerp. Alleen wie zijn
zaak liquideert, zal er toe kunnen over
gaan, maar voor hem zal het weinig be
duiden, omdat een zaak alleen dan opge
heven wordt, wan'neer ze geen klanten
meer heeft. Doet een winkelier zijn zaak
over, dat zal hij de renteberekening niet
willen toepassen', in het belang van zijn
opvolger. Misschien kan' een enkelen
keer, wanneer een leverancier is gefail
leerd1, wellicht mee door het gedwon
gen lange crediet, de maatregel een voor
deel zijn... voor zijn crediteuren.
De fout zit ergens waar geen wet die
kan achterhalen, hierin namelijk, dat een
deel van het publiek nog niet voelt hoe
het bij de tegenwoordige scherp cun-
curreerende prijzen den leverancier
te kort doet, door hem zoolang op zijn'
geld te laten wachten'.
Daarop voortdurend de aandacht ves
tigen, de menschen in die richting op
voeden, is o. i. veel truttiger werk, dar.
wetten te maken, die de zaak niet kun
nen' verbeteren".
Gemeentebijslag voor H. B.Scholieren
De „Standaard" driestart:
„Het plan schijnt te rijpen, om scholie
ren op een dorp, die een Hoogere Bur
gerschool in een nabij gelegen stad bezoe-
gezeten aan een lage tafel, gebogen over
een geopenden brief, welken zijn met
tranen gevulde oogen niet vermochten te
herlezen. Hij overhandigde hem aan ladiy
Roswald, die het papier gretig greep en
het geschrevene ten einde toe las:
„Vergeef mij, mijn zoon, en vraag mijn
zutser vergiffenis voor mij. Die pL. linge
schei:!ing vei i mij nel hart; maar u
velg ui, Frankrijk verlaten, zou me nog
erger zijn toegeschenen dan deze smart,
zou mij nog erger voorkomen clan- dc
dood. Daarom, voor de eerste cn wellicht
de eenige maal van mijn leven, heb ik
in de herinnering van mijn geluk wils
kracht gevonden. Ik blijf in mijn vader
land. Ik heb geen weerstand kunnen bie
den aan het verlangen het huis van je
voorouders terug te zien en op het graf
van je vader neer te knielen. Ik heb me
van u verwijderd op het oogenblik-zelf
dat ik voorzag, dat de omstandigheden u
noodlottiglijk zouden beletten u bij mij
te voegen. Zeg aan mijn dierbare Ros
wald, dat zij niet schreien moet. Zoo zij
schreit, Frédéric, is het jouw plicht haar
tranen af te drogen, jouw plicht haar mijn
afwezigheid te doen vergeten. Meen niet,
lieve zoon, dat ik u aan uw lot overlaat,
want gij bezit de liefde van een tante en
een oom, dje keter dan ik ywe ziel zul-
ken, voortaan hooger schoolgeld te doen
betalen, maar hun dan ook in dit hooger
schoolgeld een tegemoetkoming te laten
geven door den Gemeenteraad van het
dorp.
Stel, er is een Hoogere Burgerschool
te Almelo, die door zeker aantal leerlin
gen uit de omliggende dorpen wordt be
zocht, dan zou een scholier uit die dor
pen zeg honderd gulderd gulden moeten
betalen zoo de scholieren uit Almelo zelf
voor zestig gulden terecht konden. Maar
dan zou ook het gemeentebestuur van die
dorpen aan deze scholieren veertig gul
vergoeding moeten geven.
Nu ligt er zeker in dit stelsel bij den
eersten oogopslag iets vreemds. Vooral op
een dorp gaan in den regel geen kinde
ren anders dan van tamelijk welgestelde
ouders op de Hoogere Burgerschool, en
nu zal de Gemeenteraad van dit dorp voor
het kind van dien weigestelden man om
streeks f40 moeten uitgeven, terwijl me-
nig mingegoede geen cent uit de Gemeen
tekas krijgt, maar ze wel mag helpen
vullendus ook ten bate van het kind
van dien welgestelde.
En toch kan het niet wel anders, zoo
lang de Gemeentebesturen er Hoogere
Burgerscholen op na moeten houden. Een
Gemeenteraad toch, die een Hoogere
Burgerschool bouwt en instandhoudt,
maakt hiervoor groote kosten. Dit gaat
nu ncrg voor zijn eigen burgers, maar
het heeft toch geen zin, dat de Gemeen
tekas van een kleine stad ook kosten
maakt voor de kinderen die uit heel an
dere gemeenten haar school komen be
zoeken. Daarom vond men er op, dat
dan ook de dorpskassen naar proportie bij
zouden moeten betalen. Zoo werd dan
een onbillijkheid weggenomen, en het
middelbaar onderwijs ook voor dorpskin
deren toegankelijk.
Formeel is er alleen tegen, dat een Ge
meenteraad vrij is of hij kosten voor de
Hoogere Burgerschool wil maken, en dat
zulk een dorp onder de verplichting tot
bijbetaling zou geraken.
Maar ook afgezien hiervan, is er nog
een ander, veel ernstiger bezwaar. Stel,
binnen een zekeren kring van dorpen
zijn twee Hoogere Burgerscholen, de
ééne een stedelijke en de andere een
Christelijke. Dit liep nu in zooverre goed,
dat de dorpskinderen uit Christelijke ge
zinnen naar de Christelijke, en kinde
ren uit niet-geloovige gezinnen naar de
stedelijke school toegaan.
Doch wordt nu de regel ingevoerd, dat
de ouders, zoo hun kinderen op de steT
delijke school gaan, een bijslag van f40
krijgen en zij die aan de Christelijke
school de voorkeur geven .hoegenaamd
niets, dan voelt men tooh hoe het bijna
regel zal worden, dat de kinderen van
de Christelijke school afgaan, en deze
doodloopt, terwijl de stedelijke school in
aantal zal winnen.
Daarom zou het o. i. eisch zijn, dat
de wet de keuze van Hoogere Burger
scholen aan de ouders vrij liet, en de
Gemeentekas voor het surplus aanspra
kelijk stelde, geheel onverschillig op ijwel-
ke Hoogere Burgerschool 't kind ging.
De billijkheid en het gelijke recht
brengt den eisch met zich dat niet weer
de Christelijke Hoogere Burgerscholen
achter worden gesteld.,"
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
ZitUng van Maandag 12 December.
De voorzitter deelt mede,
dat bij de Kamer is ingeko
men de door de regeering
toegezegde nota betreffende
de kustverdediging. Zij zal
worden gedrukt en rondge
deeld.
Voortgezet wordt de behandeling der
Justitiebegrooting.
De heer v. W ij n b e r g e n, de Papen-
drechtsche zaak besprekende, constateerde
dat zoowel aan den rechter-commissaris
als het Hof te Arnhem de onbetwistbare
eer toekomt aan deze zaak nieuw leven
in te blazen. Maar tegelijkertijd consta
teerde hij dat er geen reden is voor al
die verontwaardiging, over het feit dat
de leiding uit handen des rechters is
len weten te vormen. Geloof veeleer, dat
ik hem niet heb willen verlaten, die nog
slechts mij had. Ik zal minstens trachten,
geholpen door Jean Raff ut, een dienaar,
wiens ijver en volle toewijding ik sedert
lang mocht ondervinden, je erfdeel te
redden. Nog eens: mogen de twee dier
bare uez.as, welke ik in eenzelfde laat
ste omhelzing vereenig, mij vergeven,
over de vreugden van de toekomst die
\an mijn verleden te kiezen. Ik heb geen
geluk meer hier beneden dan in de eeu
wige herinnering aan mijn dierbaren doo-
de. Vaarwel, mijn zoon; vaarwel, zuster."
Na deze regels te hebben gelezen, liet
lady Roswald het papier vallen. Hare
oogen waren droog geworden, als waren
ze door elk woord van dien noodlottigen
brief verschroeid, van dien brief, welke
haar liefsten wensch, het doel van haar
!a;.ge en moeilijke pogingen, met cén slag
vernietigde. Wezenloos staarde zij naar de
zee. De bark stevende snel met volle zei
len voort, achter zich een lang schuimend
spoor op de golven achterlatend. De
maan drong flauw door den nachtelijken
nevel heen. Aan den somberen hemel
flikkerde geen enkele ster, en geen enkel
licht was op de verre kust meer te zien.
Op het dek cn in het vva it zong de stem
van een fr^xisqhen matroos een vroolijk
overgegaan in die der psychiaters, omdat
dit het logische gevolg is van den aan
drang van hen die de moderne richting
in de rechtspraak voorstaan. Het is niets
geweest dan de zuivere toepassing van
die moderne theorie'. Als men dien weg
op wil, zal echter consequentelijk aan
den psychiater in de toekomst de voor
naamste rol moeten blijven toebedeeld
in de rechtspraak. Spreker weet de on
tevredenheid in het kamp der aanhangers
van de moderne leer, zooals zij is toe
gepast te Arnhem, aan het feit dat die
theorie niet tactvol is toegepast.
Het doet spreker, die steeds de mo
derne leer bestreden heeft, daarom geen
leed hetgeen te Arnhem ten aanzien der
psychiatrie in de Papendrechtsche zaak
is geschied. De praktijk der verwerpers
van de moderne richting heeft daar ge
lijk gekregen. Het neemt niet weg dat
spr. daarom toch afkeurt en met kracht
protesteert tegen de wijze waarop te
Arnhem gehandeld is, en waar de moderne
richting geleid heeft tot ondraaglijke tiran
nie. En spreker hoopte dat de voorstan
ders van hun dwaling zullen terugkomen
en zullen medewerken om te beletten,
dat de psychiater wordt „de Heer van
het Recht." Spreker had bezwaar tegen
een psychiologisch-psychiatrisch onder
zoek had voorts bezwaar tegen het
maken van getuigen tot voorwerpen van
zulk een onderzoek en kwam er vooral
tegen op dat men de psychiatrie bezigt
om de moderne richting in ons strafrecht
te introduceeren.
Hiertegenover staat, dat hij den drie
psychiaters van Arnhem geen enkel ver
wijt wenscht te maken. Zij zijn slechts
consequent van hun wetenschappelijk
standpunt uitgegaan en hij brengt hen
hulde, waar hij elk woord van afkeuring
tegenover hen onbillijk, onrechtvaardig
en overdiend acht.
De heer v. Wijnbergen trad ver
der nog in uitvoerige critiek over de
moderne leer in ons strafrecht en vroeg;
de erkentenis dat de atheïstische en ma
terialistische wereldbeschouwing toege
past op ons recht tot dergelijke din1-
gen als te Arnhem gebeuren leiden. We
tenschap, pers en rechter moeten zich
aangorden tegen die moderne richting.
Spreker sloot zich aan bij don aandrang
naar benoeming van frissche krachten bij
de rechterlijke macht, frisch in den' zin
van gezondheid naar lichaam en geest
Dc heer v. Nis pen (Nijmegen) be
sprak de staking in de bouwvakken te
Amsterdam en schreef het feit, dat zooi
tweinig vervolgingen zijn ingesteld, hier
aan toevdat de politie aldaar onvoldoen
de bewapend is tegen de uitspattingen
der anarchisten.
De heer Borgesius stelde voor de
verdere behandeling der Papendrecht
sche zaak ter bekorting der debatten uit
te stellen tot Februari.
De Voorzitter, de heer D u ij s en
de lieer v. Nis pen (Nijmegen) bestre
den Borgesius' voorstel.
De heer Borgesius trok zijn voor
stel daarna in en hield thans zijne be
schouwingen over de Papendrechtsche
zaak en hoopte dat de minister eiken aan
drang om psychiatrisch onderzoek van
getuigen wettelijk te regelen en met wet
telijke waarborgen te omgeven, krach
tig zal weten te weerstaan, waar spr..
absoluut geen dergelijk inquisitoriaal on
derzoek van getuigen wil. Spr. kwam op
tegen de houding van den heer v. Wijn
bergen, die „Schadenfreuden" over het
gebeurde betuigde en alle schuld gre
tig wierp op de linkerzijde, die de mo
derne richting voorstaat.
In verband met de h;ulde welke de heer
v. Wijnbergen meende te moeten bren
gen aan de pscyhjaters, betuigde spr.
alle eerbied voor de psychiatrie te heb
ben, maar waarschuwde hij alle psychia
ters om in de toekomst bescheidener cn
gereserveerder op te treden dan de drie
psychiaters in de Papendrechtsche zaak.
Maar de psychiatrie zal desniettemin blijL
ven een voortreffelijk 'hulpmiddel voorde
rechtspraak.
Hier werd het debat nu onderbroken
voor de aangehouden stemming over liet
amendement-Duys c. s. om tc sclirappen
de aanstelling van een specialen ambte
naar voor het tarief van' gerechtskostcnl
in burgerlijke zaken'.
lied, dat tc midden van hare wanhoop
lady Roswald als eene zoo wreede be
spotting voorkwam, dat zij, in de armen
van haar neef vallende, plotseling als een
messteek voelde, die de wonde van haar
hart en de bron barer tranen weder
opende.
X w e e d e Gedeelte.
.HOOFDSTUK I.
Na een nacht van rust in een dorpsher
berg en een geheelen namiddag reizens,
naast elkander gezeten op het krachtig
voortgetrokken wagentje, gaven mevrouw
De Clarens en Piernic zich over aan het
genot van wederkeerig hun herinneringen
meê te deelen, naar gelang de landschap
schappen, waardoor ze reden, die op
wekten. Hoe meer zij de vallei naderden*
hoe talrijker en meer bekend de om
geving werd: hier een stuk van een
bosch, daar een draai van den weg, verder
een bron ontspringend onder een bed
van mos en varens, elders de kronkelin
gen van een kleine rivier tusschen mas
sieve boomen.
(Wordt vervolgd