Het lied van Clarens. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 13 December. Uit de Pers, Vereeniging van R. K. Gemeente- raadsleden. Mr A(alberse) schrijft in het s,k a t h o- iek'sociaal Weekblad", naar aan leiding van de plannen der Arnheinsche R K. Kiesvereeniging tot stichting van een Bond van R. K. Gemeenteraadsleden, ..Of 't juist is gezien, om ook R K. Kiesvereenigingen tot deze vergadering uit te noodigen en later tot den te stich ten Bond als leden toe te laten, daar over kan men van meening verschillen. Stelt men voorop, dat het doel is, te ko men tot de vaststelling van een program van R. K. Gemeentepolitiek, dan voor zeker is het logisch ook de kiesvereeni- ojngen toe te laten. Zelfs zou men dan kunnen vragen, of hef niet nog juister zou zijn, wanneer de Bond uitsluitend werd samengesteld uit R. K. Kiesvereeni gingen, terwijl dan de R. K. Gemeente raadsleden tót de vergadering konden worden uitgenoodigd. Men kreeg dan eene organisatie, even wijdig loopende met den Bond van R. K. Kiesvereenigingen voor de Tweede Ka- mer. Wij hadden ons echter een Vereeniging van R. K. Gemeenteraadsleden eigenlijk meer gedacht als een s t u di e-verecni- njng. Zij kon verschillende urgente, ac- tueele vraagstukken van Gemeentepoli tiek in studie nemen, door enkele leden er een preadvies over laten opstellen, wel- ek praeadviezen dan later in een ledenver gadering konden worden besproken. Een vereeniging derhalve meer te vergelijken met de Juristen-vereeniging, of de Veree niging van Staatshuishoudkunde en Sta tistiek. Immers, zelfs al hoopt men te komen tot het vaststellen van een program, niemand zal ontkennen, dat daarvoor thans de tijden nog geenszins rijp zijn. Ging men 't nu reeds behandelen, dan zou men aanstonds alle vraagstukken te gelijk over hoop halen. Groot meenings- verschil zou spoedig blijken. Eerst na jaren van studie en onderlinge bespreking, punt voor punt, zal uien tot een „communis opinio" kunnen komen omtrent verschillende punten. Wil men die dan in een program samenvatten, dan zou de tijd gekomen zijn, om daarover de kiesvereenigingen te laten oordeelen. Maar... programs zijn gevaarlijke din gen. Ze leggen vast, wat men op een gegeven oogenblik denkt. Maar de ideeën groeien en de oude programs blijven en worden niet gemakkelijk gewijzigd. Een staatsman als Windthorst wilde nimmer van uitgewerkte staatkundige programs weten. En de ervaring ten on zent opgedaan stelt hem niet in 'i onge lijk 1 Doch hoe ?t zij ,dit punt zal te Arn hem besproken kunnen worden. Hoofd zaak is thans, dat vele R. K. Gemeente raadsleden inzien, dat die vergadering te Arnhem hoogst belangrijk zal zijn. Eu dat z.ij er (lus been moeten gaan!" Ook de ,,Maa sb od e" noemt het ini tiatief dei Arnhcmsche kiesvereeniging. gelukkig en zegt dan verder: „Wat is de werking van een gemeente raad in een veel kleiner lokalen kring besloten dan waarin de bemoeiingen der Staten-Generaal gevolg hebben. Er staat echter tegenover, dat men niet goed doet één gemeente te beschouwen tegenover den Staat in stee van alle. Doet men het laatste, dan valt de uitgebreid heid buiten beschouwing. Dan komt het volle licht op de niet on belangrijke autonome maatregelen der ge- gemeente en op de vele wetten, waarin de hulp der gemeente wordt ingeroepen om een met locale eischen rekenende passing te verkrijgen. Zwaar en belangrijk is dan oók de taak s an den Raad, en gelukkig mag het hee- ten, dat een vereeniging den R.-K. raads leden door onderling overleg voor de vervulling van hun taak voorlichting zal FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 15) Lady Roswald stamelde dat alles met een door snikken onderbroken stem, en haar smeken ging verloren in den wind en het rumoer van de manoeuvres. De ka pitein kon slechts meewarig zijn schou ders ophalen. „Wat gij ons vraagt, mevrouw, is ma terieel onmogelijk," sprak hij. „Uwe vlucht is thans gesignaleerd. Wij zouden niet kunnen terugkeeren, zonder de aan dacht der kustwachters en der repub.i- keinsche kanonneerboot te trekken. Het zou zijn den duivel tergen, mij opnieuw in een gevaar te werpen, waaraan ik sléchts door een wonder ben ontsnapt. Voor de passagiers en de matrozen, voor al dege nen, ciie eenmaal een voet aan boord van mijn bark hebben gezet, ben ik aansprake lijk tegenover den Koning en tegenover God!" Neergebogen, met het hoofd in haar ■hai.vcii, iiad de zus.er der markiezin de kracht niet meer om te blijven smeeken. brengen en aan hun werkzaamheid de noodige eenheid' gaat verschaffen. Wij meenen echter, dat daarin de be staansreden der nieuwe vereeniging inoet worden gezocht Gaat men nu echter aan de kiesvereeni- gen mede stem geven, dan gelooven wij, dat de zaak dan niet genoeg gezien wordt, van 'het standpunt der gemeenteraadsle- uit wier behoefte aan onderlinge verstand houding en voorlichting de nieuwe ver eeniging groeit. Een imperatief mandaat, dat den afge vaardigde der kiesvereeniging, tevens raadslid, ter vergadering meebrengt, zal tot voorlichting en verkrijging van een heid weinig bijdragen. Ten slotte vergete men niet, dat voor de kiesvereenigingen de gemeente poli tiek nooit gewerkt heeft als bindend ce ment, en het ook daarom niet wensche- lijk is de gemeentepolitiek in de kiesver eeniging nog meer plaats te schenken." Regeering en Kamer. In de „Nieuwe Ven' 1 osch e Cou- ralnt" schrijft Mgr. Dr. Nolens, d*at saamwerking tusschen Regeering en Volksvertegenwoordiging noodig is, om op wetgevingsterrein iets tot stand te brengen. „Voor het tegenwoordig kabinet jzijn de arbeidersverzekeringen en in yerband daarmee het tarief de hoofdzaak. En van deze arbeidersverzekeringen is de verzekering tegen invaliditeit en de ouderdom weer de voornaamste. Zal het tegenwoordige kabinet van! zijn kant gedaan hebben wat verwacht mocht worden, dan' moet het die ont werpen zoo tijdig hebben' ingediend, dat de Kamers ze voor jiet einde der loo pende wetgevende periode hebben kun nen behandelen. Tot die wetsontwerpen behooren naar de door de Regeering gekozen' volgorde de ziekteverzekering, de herziening der onjgevlalleinwet, de invaliditeits- en de ouderdomsverzekering, waarbij dan nog komt de uitbreiding der ongevallenver zekering De ziekte-verzekering is ingediend, en kan dus door de Kamer worden' behan- handeld. De herziening ongevallen-wel kan spoedig worden verwacht, en: in ieder geval heeft de Regeering zich biereid verklaard1, om uit haar ontwerp datgene aan de Kamer mede te deelen, wat voor de behandeling der ziekteverzekering zal blijken wenschelijk te zijn met het oog op de aansluiting der ongevallenverzeke ring aan de ziekteverzekering. (Het ontwerp invaliditeits en ouder domsverzekering is bij den' Raad van Sta te. Wat de ziekteverzekering betreft, is nu het woord aan' de Kamer. Zij moet van haren kant nu toonein, dat zij met bekwamen spoed de zaak be handelen wil. Voor die behandeling is eene Commis sie van Voorbereiding benoemd. Deze heeft ter voldoening aan het Reglement van Orde aan den Voorzitter der Kamer medegedeeld, dat ze op 1 Fe bruari gereed zal zijn om bijeen'Ie ko men en dat ze inmiddels een leiddraad voor de behandeling in de afdeelingien zal vaststellen. De practische beteekenis van deze me- dedeeling is eenvoudig deze, dat de Commissie van Voorbereiding te kennen geeft, dat voor zoover haar betreft, het onderzoek in de afdeelingen na 1 Febr. kan plaats hebben. Ligt hierin nu vertraging, zooals jdie er bijv. door de „Standaard" in' gezien wordt Dit zou alleen het geval kunnen zijn, indien' er van een onderzoek in de afdee lingen' vóór 1 Februari sprake kon zijn. Dit is echter niet zoo. De Kamer maakt van alle buitenge^ wone middelen, avond- en nachtverga- delingen, vergaderingen op Maandag en Zaterdag, gebruik om voor Kerstmis met de begrootingsarbeid klaar te komen. Onderzoek in de afdeelingen van een zooveel omvattend ontwerp als de ziek teverzekering in den begrootingstijd, is ondenkbaar. En even ondenkbaar is het, dat de Kamer nog m Januari daartoe zou bij eenkomen. De snikken verstikten haar. Vol van me delijden poogde de kapitein haar te troos ten. „Uwe vrees is wellicht overdreven, me vrouw," voegde hij haar toe. „Die man, die met mijn matroos gesproken heeft, kan geen boosdoener wezen, wijl hij de koffers in de obot heeft bezorgd, en den matroos heeft aanbevolen er goed zorg voor te dragen. Het kan dus onmogelijk zijn bedoeling zijn geweest, mevrouw uwe zuster te berooven. Neen, ik geloof veel eer, dat hij handelde overeenkoms.ig het bevel van mevrouw De Clarens. En het bewijs daarvan is wel, dat mijn matroos zoo even sprak van een brief, welken hij van den man had ontvangen, en dien hij aan uw neef heeft ter hand gesteld. Die boodschap van mevrouw, uw zuster, ver klaart wellicht op geruststellende en aan nemelijke wijze haar afwezigheid op het oogenblik der inscheping. Lees dien brief mevrouw, alvorens u aan zulk een ver schrikkelijke wanhoop over te geven. - Lady Roswald stond terstond op en plotseling door een nieuwe hoop bezield, sprak zij „Gij hebt gelijk, kapiteinlaat mij da delijk naar de hut van mijn neef gelei den." Eenige minuten later, vond zij de^en Vooreerst is het gebruik dat de Ka mer althans in Januari op reces gaat. En daarbij vorderen de werkzaamhe den die haar, speciaal ditmaal, na het reces wachten, tijd tot voorbereiding. Op dit oogenblik kan aan de Kamer nog niet verweten worden, dat ze treu zelend of te bedaard te werk gaat." Bevordering van contante betaling. Het „Haarl. Dagblad" bespreekt het wetsontwerp tot bevordering van contante betaling, zooals de Staatscom missie voor den Middenstand het ont wierp. De strekking ervan is, naar men zich zal herinneren, in de wet een bepa ling te doen opnemen, waarbij mora toire interessen berekend kunnen wor den van schuldvorderingen, door leve ringen en werkzaamheden ontstaan. Het blad verwacht van djt voorstél niet veel. „Oppervlakkig bezien is dat heel mooi in de practijk zal het heel weinig of niets beteekenen. Wanneer een leverancier een lang crediet geeft, dan is dat in den regel tegen zijn zin, geschiedt het alleen, om dat de klant het zoo wil en anders naar een ander zou gaan, soms zelfs wel over loopt met familie en vrienden, wat de leverancier niet gaarne zou willen. Voortaan zal, wanneer dit ontw'eu-p wet wordt, de leverancier rente kun nen' berekenen. Maar zal hij het ook do en? Wij gelooven er niets van. Om dezelfde reden die hem er toe noopt, zoo lang zonder pruttelen op zijn geld te wachten, zal hij het wel uit zijn hart la ten, rente te gaan berekenen over een of twee, soms wel drie jaar. In gedach ten zien we den klant al met een ver baasd1 gezicht komen aanloopen„Wat doet u nu? Moet ik rente betalen Neen daar kan ik niet in treden, ik betaal toch zeker een redelijken prijs.' 7 Deze soort van klanten denkt namelijk altijd1, dat een winkelier schatten geld aan hen verdient. De leverancier wil zich maar niet zoo dadelijk overgeven, antwoordt beschei denlek iets als: „Ik moet zelf op zes weken of drie maanden koopen, ziet u, en het geld is tegenwoordig zoo duur". Waarop de klant ten antwoord geeft: „Ja, dat zijn dingen, die ik zoo niet be- oordeelen kanen fin, als u er op staat, zal ik meteen de rekening betalen, maar dan moet ik mij ook van een anderen leverancier voorzien." t Wat doet de leverancier dan? Hij schrapt de rente en blijft leveren op den ouden voet, naar den ouden sleur. Er is iptmers ten slotte evenveel moed voor noodig, om tot een klant, die tot dusver lang crediet had, te zeggen voor taan zend ik om de drie maanden een no ta en kwitantie..." als„voortaan zal ik u rente moeten berekenen". Wie in het belang van zijn zaak het eerste meent niet te kunnen wagen, durft het laatste evenm in. Daarom hechten wij geen waarde aan het nieuwe wetsontwerp. Alleen wie zijn zaak liquideert, zal er toe kunnen over gaan, maar voor hem zal het weinig be duiden, omdat een zaak alleen dan opge heven wordt, wan'neer ze geen klanten meer heeft. Doet een winkelier zijn zaak over, dat zal hij de renteberekening niet willen toepassen', in het belang van zijn opvolger. Misschien kan' een enkelen keer, wanneer een leverancier is gefail leerd1, wellicht mee door het gedwon gen lange crediet, de maatregel een voor deel zijn... voor zijn crediteuren. De fout zit ergens waar geen wet die kan achterhalen, hierin namelijk, dat een deel van het publiek nog niet voelt hoe het bij de tegenwoordige scherp cun- curreerende prijzen den leverancier te kort doet, door hem zoolang op zijn' geld te laten wachten'. Daarop voortdurend de aandacht ves tigen, de menschen in die richting op voeden, is o. i. veel truttiger werk, dar. wetten te maken, die de zaak niet kun nen' verbeteren". Gemeentebijslag voor H. B.Scholieren De „Standaard" driestart: „Het plan schijnt te rijpen, om scholie ren op een dorp, die een Hoogere Bur gerschool in een nabij gelegen stad bezoe- gezeten aan een lage tafel, gebogen over een geopenden brief, welken zijn met tranen gevulde oogen niet vermochten te herlezen. Hij overhandigde hem aan ladiy Roswald, die het papier gretig greep en het geschrevene ten einde toe las: „Vergeef mij, mijn zoon, en vraag mijn zutser vergiffenis voor mij. Die pL. linge schei:!ing vei i mij nel hart; maar u velg ui, Frankrijk verlaten, zou me nog erger zijn toegeschenen dan deze smart, zou mij nog erger voorkomen clan- dc dood. Daarom, voor de eerste cn wellicht de eenige maal van mijn leven, heb ik in de herinnering van mijn geluk wils kracht gevonden. Ik blijf in mijn vader land. Ik heb geen weerstand kunnen bie den aan het verlangen het huis van je voorouders terug te zien en op het graf van je vader neer te knielen. Ik heb me van u verwijderd op het oogenblik-zelf dat ik voorzag, dat de omstandigheden u noodlottiglijk zouden beletten u bij mij te voegen. Zeg aan mijn dierbare Ros wald, dat zij niet schreien moet. Zoo zij schreit, Frédéric, is het jouw plicht haar tranen af te drogen, jouw plicht haar mijn afwezigheid te doen vergeten. Meen niet, lieve zoon, dat ik u aan uw lot overlaat, want gij bezit de liefde van een tante en een oom, dje keter dan ik ywe ziel zul- ken, voortaan hooger schoolgeld te doen betalen, maar hun dan ook in dit hooger schoolgeld een tegemoetkoming te laten geven door den Gemeenteraad van het dorp. Stel, er is een Hoogere Burgerschool te Almelo, die door zeker aantal leerlin gen uit de omliggende dorpen wordt be zocht, dan zou een scholier uit die dor pen zeg honderd gulderd gulden moeten betalen zoo de scholieren uit Almelo zelf voor zestig gulden terecht konden. Maar dan zou ook het gemeentebestuur van die dorpen aan deze scholieren veertig gul vergoeding moeten geven. Nu ligt er zeker in dit stelsel bij den eersten oogopslag iets vreemds. Vooral op een dorp gaan in den regel geen kinde ren anders dan van tamelijk welgestelde ouders op de Hoogere Burgerschool, en nu zal de Gemeenteraad van dit dorp voor het kind van dien weigestelden man om streeks f40 moeten uitgeven, terwijl me- nig mingegoede geen cent uit de Gemeen tekas krijgt, maar ze wel mag helpen vullendus ook ten bate van het kind van dien welgestelde. En toch kan het niet wel anders, zoo lang de Gemeentebesturen er Hoogere Burgerscholen op na moeten houden. Een Gemeenteraad toch, die een Hoogere Burgerschool bouwt en instandhoudt, maakt hiervoor groote kosten. Dit gaat nu ncrg voor zijn eigen burgers, maar het heeft toch geen zin, dat de Gemeen tekas van een kleine stad ook kosten maakt voor de kinderen die uit heel an dere gemeenten haar school komen be zoeken. Daarom vond men er op, dat dan ook de dorpskassen naar proportie bij zouden moeten betalen. Zoo werd dan een onbillijkheid weggenomen, en het middelbaar onderwijs ook voor dorpskin deren toegankelijk. Formeel is er alleen tegen, dat een Ge meenteraad vrij is of hij kosten voor de Hoogere Burgerschool wil maken, en dat zulk een dorp onder de verplichting tot bijbetaling zou geraken. Maar ook afgezien hiervan, is er nog een ander, veel ernstiger bezwaar. Stel, binnen een zekeren kring van dorpen zijn twee Hoogere Burgerscholen, de ééne een stedelijke en de andere een Christelijke. Dit liep nu in zooverre goed, dat de dorpskinderen uit Christelijke ge zinnen naar de Christelijke, en kinde ren uit niet-geloovige gezinnen naar de stedelijke school toegaan. Doch wordt nu de regel ingevoerd, dat de ouders, zoo hun kinderen op de steT delijke school gaan, een bijslag van f40 krijgen en zij die aan de Christelijke school de voorkeur geven .hoegenaamd niets, dan voelt men tooh hoe het bijna regel zal worden, dat de kinderen van de Christelijke school afgaan, en deze doodloopt, terwijl de stedelijke school in aantal zal winnen. Daarom zou het o. i. eisch zijn, dat de wet de keuze van Hoogere Burger scholen aan de ouders vrij liet, en de Gemeentekas voor het surplus aanspra kelijk stelde, geheel onverschillig op ijwel- ke Hoogere Burgerschool 't kind ging. De billijkheid en het gelijke recht brengt den eisch met zich dat niet weer de Christelijke Hoogere Burgerscholen achter worden gesteld.," STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. ZitUng van Maandag 12 December. De voorzitter deelt mede, dat bij de Kamer is ingeko men de door de regeering toegezegde nota betreffende de kustverdediging. Zij zal worden gedrukt en rondge deeld. Voortgezet wordt de behandeling der Justitiebegrooting. De heer v. W ij n b e r g e n, de Papen- drechtsche zaak besprekende, constateerde dat zoowel aan den rechter-commissaris als het Hof te Arnhem de onbetwistbare eer toekomt aan deze zaak nieuw leven in te blazen. Maar tegelijkertijd consta teerde hij dat er geen reden is voor al die verontwaardiging, over het feit dat de leiding uit handen des rechters is len weten te vormen. Geloof veeleer, dat ik hem niet heb willen verlaten, die nog slechts mij had. Ik zal minstens trachten, geholpen door Jean Raff ut, een dienaar, wiens ijver en volle toewijding ik sedert lang mocht ondervinden, je erfdeel te redden. Nog eens: mogen de twee dier bare uez.as, welke ik in eenzelfde laat ste omhelzing vereenig, mij vergeven, over de vreugden van de toekomst die \an mijn verleden te kiezen. Ik heb geen geluk meer hier beneden dan in de eeu wige herinnering aan mijn dierbaren doo- de. Vaarwel, mijn zoon; vaarwel, zuster." Na deze regels te hebben gelezen, liet lady Roswald het papier vallen. Hare oogen waren droog geworden, als waren ze door elk woord van dien noodlottigen brief verschroeid, van dien brief, welke haar liefsten wensch, het doel van haar !a;.ge en moeilijke pogingen, met cén slag vernietigde. Wezenloos staarde zij naar de zee. De bark stevende snel met volle zei len voort, achter zich een lang schuimend spoor op de golven achterlatend. De maan drong flauw door den nachtelijken nevel heen. Aan den somberen hemel flikkerde geen enkele ster, en geen enkel licht was op de verre kust meer te zien. Op het dek cn in het vva it zong de stem van een fr^xisqhen matroos een vroolijk overgegaan in die der psychiaters, omdat dit het logische gevolg is van den aan drang van hen die de moderne richting in de rechtspraak voorstaan. Het is niets geweest dan de zuivere toepassing van die moderne theorie'. Als men dien weg op wil, zal echter consequentelijk aan den psychiater in de toekomst de voor naamste rol moeten blijven toebedeeld in de rechtspraak. Spreker weet de on tevredenheid in het kamp der aanhangers van de moderne leer, zooals zij is toe gepast te Arnhem, aan het feit dat die theorie niet tactvol is toegepast. Het doet spreker, die steeds de mo derne leer bestreden heeft, daarom geen leed hetgeen te Arnhem ten aanzien der psychiatrie in de Papendrechtsche zaak is geschied. De praktijk der verwerpers van de moderne richting heeft daar ge lijk gekregen. Het neemt niet weg dat spr. daarom toch afkeurt en met kracht protesteert tegen de wijze waarop te Arnhem gehandeld is, en waar de moderne richting geleid heeft tot ondraaglijke tiran nie. En spreker hoopte dat de voorstan ders van hun dwaling zullen terugkomen en zullen medewerken om te beletten, dat de psychiater wordt „de Heer van het Recht." Spreker had bezwaar tegen een psychiologisch-psychiatrisch onder zoek had voorts bezwaar tegen het maken van getuigen tot voorwerpen van zulk een onderzoek en kwam er vooral tegen op dat men de psychiatrie bezigt om de moderne richting in ons strafrecht te introduceeren. Hiertegenover staat, dat hij den drie psychiaters van Arnhem geen enkel ver wijt wenscht te maken. Zij zijn slechts consequent van hun wetenschappelijk standpunt uitgegaan en hij brengt hen hulde, waar hij elk woord van afkeuring tegenover hen onbillijk, onrechtvaardig en overdiend acht. De heer v. Wijnbergen trad ver der nog in uitvoerige critiek over de moderne leer in ons strafrecht en vroeg; de erkentenis dat de atheïstische en ma terialistische wereldbeschouwing toege past op ons recht tot dergelijke din1- gen als te Arnhem gebeuren leiden. We tenschap, pers en rechter moeten zich aangorden tegen die moderne richting. Spreker sloot zich aan bij don aandrang naar benoeming van frissche krachten bij de rechterlijke macht, frisch in den' zin van gezondheid naar lichaam en geest Dc heer v. Nis pen (Nijmegen) be sprak de staking in de bouwvakken te Amsterdam en schreef het feit, dat zooi tweinig vervolgingen zijn ingesteld, hier aan toevdat de politie aldaar onvoldoen de bewapend is tegen de uitspattingen der anarchisten. De heer Borgesius stelde voor de verdere behandeling der Papendrecht sche zaak ter bekorting der debatten uit te stellen tot Februari. De Voorzitter, de heer D u ij s en de lieer v. Nis pen (Nijmegen) bestre den Borgesius' voorstel. De heer Borgesius trok zijn voor stel daarna in en hield thans zijne be schouwingen over de Papendrechtsche zaak en hoopte dat de minister eiken aan drang om psychiatrisch onderzoek van getuigen wettelijk te regelen en met wet telijke waarborgen te omgeven, krach tig zal weten te weerstaan, waar spr.. absoluut geen dergelijk inquisitoriaal on derzoek van getuigen wil. Spr. kwam op tegen de houding van den heer v. Wijn bergen, die „Schadenfreuden" over het gebeurde betuigde en alle schuld gre tig wierp op de linkerzijde, die de mo derne richting voorstaat. In verband met de h;ulde welke de heer v. Wijnbergen meende te moeten bren gen aan de pscyhjaters, betuigde spr. alle eerbied voor de psychiatrie te heb ben, maar waarschuwde hij alle psychia ters om in de toekomst bescheidener cn gereserveerder op te treden dan de drie psychiaters in de Papendrechtsche zaak. Maar de psychiatrie zal desniettemin blijL ven een voortreffelijk 'hulpmiddel voorde rechtspraak. Hier werd het debat nu onderbroken voor de aangehouden stemming over liet amendement-Duys c. s. om tc sclirappen de aanstelling van een specialen ambte naar voor het tarief van' gerechtskostcnl in burgerlijke zaken'. lied, dat tc midden van hare wanhoop lady Roswald als eene zoo wreede be spotting voorkwam, dat zij, in de armen van haar neef vallende, plotseling als een messteek voelde, die de wonde van haar hart en de bron barer tranen weder opende. X w e e d e Gedeelte. .HOOFDSTUK I. Na een nacht van rust in een dorpsher berg en een geheelen namiddag reizens, naast elkander gezeten op het krachtig voortgetrokken wagentje, gaven mevrouw De Clarens en Piernic zich over aan het genot van wederkeerig hun herinneringen meê te deelen, naar gelang de landschap schappen, waardoor ze reden, die op wekten. Hoe meer zij de vallei naderden* hoe talrijker en meer bekend de om geving werd: hier een stuk van een bosch, daar een draai van den weg, verder een bron ontspringend onder een bed van mos en varens, elders de kronkelin gen van een kleine rivier tusschen mas sieve boomen. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5