~St. NICOLAAS. liet lied van Clarens. Tweede Blad, behoorende bij De LeidscheCourant van Donderdag 1 December. (Vervolg). De derde dag dat onze hoogwaardige gast in ons midden was, zijnde een Zon dag, konden we niet benutten'om inkoo- ipen te doen, daar de meeste winkels ge sloten waren en daarom besloten we eens te gaan zien naar mooie étalages. Na de Hoogmis waarheen ik wederom 'Z. D. H. mocht begeleiden, deden we ,ons den lunch, ondertusschën door Pie terman gereed gezet, goed smaken, waar na we nog eenige pakketten inzlalgein1, rden vorigen avond laat bezorgd. Zoo had J. v. KAMPENHOUT, Juwe lier, Oude Vest 191 geleverd gou den en zilveren horloges, met namen ge graveerd en kunstige haar werkstukken, pok was een collectie dubbelbespeelba- ;re gramophoonplaten en wat fietslau- taarens en bellen gekomen van L. ERA DES, Hooigracht, die tevens eeni ge prijscouranten van rijwielen had bij gevoegd. Om het onophoudelijk gebel van! Pie terman, die natuurlijk cén voor écu al die schellen wilde probeeren, te ontko men, stelde ik voor maar aan'stondis op stap te gaan. Op de Ha a rl e m m e r s t r a a t werd het eerst onze aandacht getrokken door 'de magazijnen van A. WAALS, no. 114— 134—136 waar een keur van damesman tels en mantelkostuums waren ten toon gesteld en keurig witgoed smaakvol ge- etaleerdl was. In het voorbijgaan wierp de heilige een blik in de uitstalkast van F. ,WESSEL, op no. 120, waarbij hij mij verzocht, hem te herinneren, dat hij den volgen den dag een paar van die aardige klok jes en gouden ringen moest bestellen., Door de Donkersteeg en naar de Hoogstraat waar we nog even ke ken bij BRUNING, naar de uitstalling van kindergoed en wiegen, en daarnaast de degelijkheid der flanellen en wollen stoffen konden bewonderen. Een weinig verder «sioeg Z. D. H. de handen van verwondering in elkaar. „Is dat één firma", vroeg hij, wij zend op de magazijnen van VROOM DREESMAN, op de Aalmarkt, hoek [Maarsmanssteeg, waarbij", we zagen het aan de nog onafgewerkte bovenverdie ping, juist weer een gedeelte was bijge trokken. Maar lang hadden we geen tijd om al het moois te bewonderen, (vooral fraai vond Z. D. H. de zakdoekjesétala- ge) en voort ging het weer naar de Viscih- Noteer 'eens even V i s e h m a r k t AU CORSET FRANCAIS, dan kan' morgen voor een bestelling gezorgd worden. Zoo'n prachtig droii-devan't is voor de dames toch maar altijd een geliefd ca deau". Nog was ik met mijn aanteeke- ningen bezig, toen de ge ede kindervriend uitriep: „Zie eens wat snoezig die pop- .pen daar aangekleed' zijn". 'tWas voor (het raam van de firma BEUSEMAKER, waar hij zich posteerde en waarachter een uitgebreide sorteering kindergioied en dameshandwerkjes van allerlei slag uitgespreid lag. Weer verder gingen we en al meer moest ik noteeren'. De kinderspelen Van BOMERT, die ook voor kantoorbenoo- digdheden opgeschreven wefd, vielen [vooral in den smaak en ook stadsgezich ten in aardige lijstjes moesten er be steld worden. Bij GEBR. REINKE, op de B olt er na atr kt waren het weer die mbllijgei yachtenj die luid geprezen werden en op een fraai bewerkt kussen, prachtig voor het altaar, liet de grijze Bisschop een oogje vallen. „Hebt U nog sigaren bji U vroeg! opeens Pieterman', wiens neus van kou begon te verkleuren'. Ik had wel1 eenige cigarillo's in mijn zak van J. DE CLER, aan de Beesten-: jmarkt waarvan ik den bibberenden zwar te presenteerde, die dadelijk als eenl schoorsteen begon' te dampen. Bij de GEBR. CAVADINO, firma KREYMBORG Co. gekomen, konden we, ondanks den Zondag, nauwelijks de étalage benaderen1, belegerd als ze was door de lieve jeugd. Daar toch za gen ze St. Nioolaas met zijln knecht, die in een vriendelijke huiskamer tot groo- te vreugde van vader en moeder de kin deren komt beschenken. Uitmuntend ver zorgd, zag alles er uit en hoe fraai za ten de dostuums, zoo van de jongens als de gekleede jas van mijnbeer. ,,'n Aardige voorstelling, vond de Sint, en het houdt de gedachte levendig tot dat ik in persoon, kom". „O ja", waagde ik het nu te vragenj, is het waar dat U weer, zooals het vioh rige jaar in de Volksbond komt?" „Ja, natuurlijk, en met alle pleizier, Waar ik uitgenoodigd' wordt, kunnen ze mij verwachten.' Even gingen we nog het steegje door naar de Br eest raat, waar ZURLOH ons een Oogenblik verstomd deed staan.. Verbeeld u, een bontmantel geprijs met het bagatelletje van even 1600 gulden, 't ,Was om te duizelen en St. Nicolaas kon niet nalaten op te merken dat Lei den, ondanks het hooge belastingper centage, er blijkbaar niet zoo kwaad voor stond. Toen gingen we terug naar de Bo termarkt, waar de schitterende eta lage van clc firma DRIESSEN, me me nig kantje van mijn notitieboekje kost te. „Hé, kijk eens wat mooie hangertjes en niet duur ook. Zeker simili. En daar die diamanten broche met paarlen en die kaïitielje bellen en dan die kostelijke étuis met eetgerief". Ik trachtte Z. D. H. met een zoet lijntje mee te krijgen, want anders had den we er nu nog gestaan. Toen we MACK,s HOEDENMAGA- ZIJN passéerden, schoot hij in een vroo- 1 ijken lach. Eerst keek ik de Sint ver wonderd1 aan, maar toen ik me herin- nerde# wat dien morgen geschied was, lachte ik dapper mee. Toen ik den bisschop kwam halen om naar de kerk te gaan, en de voorkamer binnenging, stond daar Pieterman tus- sciien eenige doozen hoeden door MACK gezonden, die hij een voor een opzette en zich dan in den spiegel bekeek. Hij had ons, St. Nicolaas was ook binnen gekomen eerst in de gaten, toen we kuchten.... en toen had men dat potsier lijke zwarte gezicht onder dien groo- ten hoed moeien zien. We lachten nog hartelijk, toen we reeds voor liet maga zijn der firma G. ,11. LENS, N ie uwe Rijn stonden, wat ik moest noteeren voor reismandjes en hagelwitte cellu- loidwaren. Toen liepen we nog even pm, naa,r de BAZAR, H'eerengracht 7, waar ook des heiligen con t erf e its el troonde /ie midden der geschenken. y<yi ondenkbare verscliet^emieTdk dfë~ Ih. V-'.fs op afbeta ling kon krijgen. Vooral dit adres moest ik dubbel onderstreepen daar St. Nico laas wat slecht bij kas geworden was. Het adres van WIJNTJES, Heter- reng racht moest ik nog opschrijven voor eenige vrachten steenkolen, waar na we over die Haarlemmerstr. huiswaarts keerden, waar liet Magazijn van P. HO- G EN DOORN, No. 150, diat pas is ver bouwd, door zijn uiterst smaakvolle eta lage van tapijten, gordijnen, voetkussens en wat verder daarbij behoort, het oog tot zich trok. Ook WISBRUNN en LI FM ANN op no. 116118, wiens heele winkel bijna één étalage was van prachtige kant en soe pele blöusestoffen, passementeriën en ijzersterke „Juliana"-handschoenen werd niet voorbij gegaan. Toen gingen we doodvermoeid naar ons bureau waar ik nog langen tijd werd geplaagd door St. Nicolaas om mijn nieuwsgierigheid, daar ik weten wilde welke verrassing, (hij was zoo geheim zinnig) ons den volgenden dag wachtte. (Slot volgt)/ Uit de IPers, De Spuigaten uit. De „L i m b. Koerier" schrijft 't Loopt nu werkelijk de spuigaten uit! •De „Maasbode" zet weer een reeks ketterjagende artikelen op, waarvan die stijl en de gewone cliché's van „klare termen", „klaar en doordringend ge luid" ten overvloede aantoonen, hoe niet alleen voor de plaatsing maar ook voor de herkomst de hoofdredactie van dat blad ten volle verantwoordelijk is. Het eerste artikel1 gaat werkelijk alle grenzen te buiten. Van de „Tijd" sprekend (waarvan de hoofdredacteur toch een priester is, die door het gezamenlijke Nederlandsdhe episcopaat werd aangewezen) vraagt de „Msb." smalend: „wat dit voor een soort van Roomsche journalistiek is", die het blad inzake modernisme voert. En het Rotterdamsche orgaan durft er zelfs aan toevoegen: Het meest bedroevende van dit geval is, dat de „Tijd" aldus schrijft uit onkunde. Men is daar al lang geheel het stuur kwijt. De redactie is absoluut niet op de hoogte. Ze schrijft maar toe en -praat er wat op los. Te hooi en te gras gaart z:e wat bijeen, hoofdzakelijk uit kranten. Ze doorziet den ernst niet van het gevaar en mist alle besef van de s.awheden sommiger modernisten. Ze kent de schrijvers niet eens, die ze bespreekt en van de boeken, die ze critiseert, heeft ze somwijlen geen letter gelezen.... Dit zijn geen verspreide door ons aan eengeregen zinnen, maar 'n aaneengeslo ten, vol citaat! Van den Rijsenburgschen professor, dr. Van Üppenraay, die ter zake in het „Centrum" schreef, wordt het betoog door de „Maasbode" botweg als „een paar verwarde en onbeholpen artikelen" met verkeerde strekking, gekleineerd. En een schrijver in het „Huisgezin", vermoedelijk een priester, die een Oos- tenrijksch prelaat tegen de verdenking van modernisme verdedigde, wordt door ide „Maasbode" eenvoudig voor een „ano- nymen modernist" uitgemaakt. Waarlijk, het gaat nu toch te ver! Toen de „Maasbode" onlangs zelfs het wetenschappelijk zoo hoogstaand tijd schrift de „Katholiek" laakte, toen ze Mr. Aalberse en zooveel andere oprecht-ka tholieke mannen aanviel, hebben wij uit k i eschh ei ds r ed en en g ez w egen Maar nu ze langzamerhand de geheele katholieke dagbladpers van ons land in verdenking dreigt te brengen, dunkt los laten van die reserve ons dwingende be roepsplicht. Nog langer zwijgen zou voor stille instemming kunnen worden aange zien. Welnu: om de eer der katholieke Ne der' -che journalistiek protestee- rc 'gen zulk bedrijf! durven er den hartgrondigen we,,.... aan toevoegen, dat de Kerkelijk ke overheid, in het Belang der katholieke zaak, aan die eigénduskelijke verkette ringsmethode van een tot canoniek von nissen niet bevoegde nu op doorslaande wijze eens een eind mocht maken. De Papendrechtsche Strafzaak. Het „Centrum" driestart: „De Papendrechtsche rechtszaak heeft dan te Arnhem haar beslag gekregen. De beklaagde Garsthagen is ontslagen van rechtsvervolging op de overweging dat hij wel schuldig is, maar de bedoeling had te handelen in het algemeen belang. De eisch was, zooals men weet, een andere. Hij luidde, dat de beklaagde van rechts vervolging zou worden ontslagen op grond van ontoerekenbaarheid. Zoo is dus in deze zaak het beslissen de woordi gebleven aan den rechter, i niet aan den psychiater. Maar het rapport der deskundigen blijkt toch geenszins zonder invloed te zijn geweest, wanneer men de overwegin gen van het Hof naleest. Met name heeft het zwaar gewogen voor sommige getuigen. Of het rapport openbaar gemaakt zal worden ,is af te wachten. Maar het laatste woord zal over deze zaak nog wel niet gesproken zijn, en men kan dus moeilijk voorzien, wat staat te geschieden. In elk geval staat vast, dat het geding abnormale verhoudingen heeft aangeno men en dat het de taak der psyohoto- ke noodzakelijkheid zich zou voordoen, om Clarens en ons kasteel te passeeren. Een ander maal achtte ik mij sterker dan ik in werkelijkheid wasik verbeeldde me, dat ik zou vergeten, dat die voortdu rende herinnering aan mijn echtgenoot zou worden uitgewischt, zou plaats ma ken voor de bezorgdheid van ons ver trek. Helaas, op het oogenblik van deze streek te verlaten, haar wellicht voor al tijd vaarwel te zeggen, heeft het ver - driet in het diepst van mijn hart ver scherpt. O, zuster, ik voel, ik heb te veel op mijn krachten en op mijn verstand ge rekend. Het komt me voor, dat de Hemel mij zou straffen, zoo ik dezen laatsten pelgrimstocht achterwege liet. De ge dachte, heen te vluchten zonder afscheid te nemen van de woning van den mar kies, van dat oude gebouw, zoo ver vuld van zoete droomen van geluk; de gedachte heen te vluchten, zonder op het graf van mijn echtgenoot te zijn neerge- knield, breekt en verscheurt mijn hart!" Meer en meer getroffen door die pijn lijke wanhoopskreten, en inziende, dat 'het beste middel om deze droefheid te kal- meeren, bestond in haar zich te laten •uitstorten, bleef lady Roswald hare zus ter als een kind in haar armen wiegen. En plotte maajete j&y eefl .einde aa,ti gen in de rechtszaal tot een bijzonder actueel onderwerp heeft gemaakt. Tegen overschatting van die taak is daarbij terecht gewaarschuwd. Maar nu vervalle men ook niet in een tegenovergesteld uiterste wat niet ge heel' denkbeeldig schijnt." STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting, van, Woensdag 30 Nov. (Verv.J De heer De Meester hield met na druk zijn bezwaren vol tegen indiening van het lcustverdedigingsontwerp op zoo financieel ongelegen tjjdstip en zou uit stel dezer plannen hoogst gemotiveerd achten. Spr. begaf zich daarna in een nadere bespreking der financiën en nam daarbij met voldoening nota van 'shee- ren Kolkman's verklaring dat hij voor dit jaar de laatste maal met opcentenheffing. op de bedrijfsbelasting zou komen. De heer Tydeman bestreed tegen over den heer De Steurs het stelsel van eenzijdige benoeming van Katholieken. Niet tegen de Katholieken is spreker, maar alleen en uitsluitend tegen het systeem. Spr. blijft ten aanzien van de finan ciën bij zijn meening, dat de minister van financiën aansprakelijk is voor de groote vermeerdering der uitgaven, waartegen hij zich niet krachtig genoeg verzet. Ten slotte vraagt spr. of de regeerimg zich op het standpunt stelt, dat zij hare overtuiging van het volk moet opdrin gen, of is zij van plan rpet onpartijdig heid te regeeren. De heer Drucker handhaaft zijlne meening, dat de Christelijke politiek van het lcabine. slechts uit kleinigheden blijkt en constateerde met voldoening, dat bij de tot dusver gehouden debatten niemand de leer, dat een meerderheid binnenkamers de zaken nog bedisselen met verwaarloozing van de minder heid, voor zijn rekening heeft genloi- Wat betreft het Heldersche geval, con stateerde de spreker, dat van die regeeringstafel met geen enkel woord in bescherming is genomen den door spr. veroordeelden toon van den brief dOor minister Wentholt aan den vice-admiraal van den Bosch geschreven. Het was van spreker slechts een beleefdheid om te willen veronderstellen {jat er iets ern- stigers moest zijn voorgevallen om er toe te komen een chef van een dienstvak verantwoordelijk voor den goeden gang van zaken bij de marine, zonder eenige poging tot overleg met 14 dagen bedenk tijd naar huis te sturen bij een in drift gestelden brief. Ten slotte constateerde spreker dat slechts aan de linkerzijde warmte be staat voor algemeen kiesrecht. De heer Roodhuyzen kwam er zeer tegen op dat de minister van finan ciën gisteren ,zich verdedigende tegen het verwijt dat hetz.g. „potje" voor sociale hervormingen volksmisleiding is, het blanco-artikel van het vorig liberale kabinet als vólksmisleiding heeft ge brandmerkt en daardoor dat kabinet, zoowel als een groote fractie in de Ka mer beleedigd heeft. Spreker constateer de, dat niemand het beleid van het ka binet op het gebied der sociale wetge ving verdedigd heeft. Integendeel is ge bleken dat op dit gebied elke leiding bij het kabinet ontbreekt. Ten slotte critiseerde spr. scherp de luchtige houding door minister Heems kerk aangenomen tegenover hen die het op den voorgrond treden der antithese bij dit algemeen begrootingsdebat heb1- ben willen doen uitkomen. A vo nd ver gad eri ng. De Algemeene Beschouwin gen over de Staatsbegrooting voor 1911 werden hervat. De heer Patijn kwam op tegen de blijmoedigheid van den Minister van Fi nanciën, terwijl' nog zooveel groote uit gaven zullen worden gedaan; alleen reeds verschillende millioenen om onze spoor- wegfinanciën te herstellen. Ten opzichte van de plannen van dezen Minister hield hij staande dat het Fonds voor de yerze- zekeringsuitgaven niet anders dan een schijnvertooning is, omdat in liet gunstig- haar klachten, -door haar kussend den mond te sluiten. Haar eindelijk door die liefkozingen tot bedaren gebracht ziende, voegde zij de arme, jonge weduwe toe: „Zie mij niet voor hard en wreed' aan, markiezin; ik verzeker u, dat het ontzet tend veel kost, mij tegen uw dierbaarsten wensch te verzettenmaar ik acht me verantwoordelijk voor ons beider leven, en ik ben het mijne verschuldigd aan lord Roswald. In tijden van crisis moet gehandeld worden met door en door practischen geest. Zoo wij offeren aan het gevoel, dan zijn wij verloren." Eraan denkend, niet zonder vrees, dat de avond naderde en dat zij nog dringen de beschikkingen had te treffen, alvorens zich naar het strand te begeven en het signaal te geven, maakte zij zacht hare omarming los en mompelde: „Komaan, nu ben je weer verstandig, Clarens. Ik ga nu met uw zoon de laatste toebereidselen maken, en laat u dus een oogenblik alleen in den tuin. Beloof me, niet opnieuw droeve herinneringen op te roepen en tot aan het vertrek niet meer te zullen schreien." „Ik beloof u alleen,- niet meer te zul len schreien", gaf mevrouw de Clarens ten antwoord. Zonder te letten of te willen letten, or stigste geval slechts 2/9. van het Tarief zal kunnen worden gereserveerd. De heer Kuyper betoogt dat de pik bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie zooal$ hij die zich dacht den socialen vrede zonj brengen en begreep dus dat de heer Troelstra, die den Klassenstrijd voorstaat^ er niets van wilde weten. Hij ontkende! dat door zijn schuld de ^misère" van; de Ongevallenwet was ontstaan en be toogde, naar aanleiding van een interuptie van den heer Schaper, dat hij de risico overdracht had bestreden. Dat spreker's Kabinet minder gematigd; optrad dan het tegenwoordige Kabinet was het gevolg hiervan, dat zijn Kabii net de onderwijs-quaestie had op te los sen en daarom van links fel werd bestre en uitgekreten, terwijl het tegenwoordig] Kabinet gematigder kan optreden, om dat het de sociale hervormingen heeft af te doen. Was het omgekeerd geweest dan zou spr. de gematigde en de heeij Heemskerk de ongematigde zijn geweest* (Hilariteit) Met een beroep op van Wei- deren Rengers, hield hij vol dat pur sausS conservatieven en liberalen de April-be- weging in het leven roepen. De heer Goeman Borgesius ver wees Minister Talma naar de Handelin gen van 1906 ten beloop dat die Minis ter zijn ambtsvoorganger Veegens heeft verweten de geheele verzekeringsquaestiel te vertroebelen. Ondanks ontkenningen van den heer Kuyper, die hem interrumpeerde, ihieldl hij staande dat dr. Kuyper nu zelf heeft erkend, de onderwijsquaestie ongematigd) te hebben behandeld. Waarom de sociale verzekering er zon der tariefsherziening niet kan komen, bleef de Minister in gebreke te bewij zen. Het Ministerie de Meester bewees dat het wèl kon zonder het Tarief. Opnieuw critiseerde spr. Minister Tal^ ma's plannen, betoogende dat organisa tie en techniek bij de verzekeringswetge ving niet de hoofdzaak is. Ten aanzien vaii de benoemingen schaarde spreker zich aari de zijde van den heer Lohman, wiens rechtvaardig heid als Minister van Binnenlandsche za ken spreekwoordelijk was, en bestreed: hij den heer de Stuers, wien hij opmerk te, dat er allerlei redenen waren waarom Katholieken niet meer werden benoemd o.a. deze dat vele jongelieden van Ka tholieken huize priester werden. Terugkomende op de decoratie van den werkman v. d. Werff te Rotterdam,' zegt spr. dat aan den heer Leis, in tegen woordigheid van den onderdirecteur, en, den bureauchef, is gevraagd door den rechercheur of de man de positief Chris telijke beginselen beleed en naar de kerk ging en dat op het antwoord, dat hij ge reformeerd was, gezegd werd dat hij de eeremedail'e zou krijgen (Gelach). De re chercheur zeide de bewuste vraag te moeten doen en spr. heeft verschil lende brieven, waarin verklaard wordt»- dat tegenwoordig deze vragen worden, gedaan. De Min. v. Binn enk Zak en komt met zeer luide stem, tegen dit opnieuw in- sinueeren op, ofschoon hij duidelijk ver klaard heeft, aan het onderzoek onschul dig te zijn en er geen last toe te hebben gegeven, terwijl de heer Borgesius ver der weet, dat de Minister alleen van den Rotterdamschen burgemeester sprak om te doen uitkomen, dat deze boven verdenking stond. De heer Borgesius verzoekt dén Minister zeer heftig hem te laten uit spreken en geen redevoering te houden bij wijze van interruptie. Hij kwam verder op tegen de richting! die dit Kabinet kweekt. De heer de Savornin Lohman bestreed den heer Troelstra, betwistende dat een rechtsch Kabinet met een belas ting op de eerste levensmiddelen (graan rechten) zal komen. Het lijstje dat mr. Troelstra gaf .uit het tarief Harte bestond bijna geheel uit niet-levensbehoeften. Vports hield spr. vol dat de sociaal-democraten alleen voor de belangen der vaste arbeiders opko men. Breedvoerig' bestreed hij verder speciaal den heer Troelstra, wiens be roep op Tolstoi niet opging, wijl deze op zijn sterfbed heeft erkend zijn doel niet te hebben bereikt, wat ook niet kon dit voorbehoud1 in de woorden van hare zuster, trad Lady Roswald de herberg binnen. De markiezin bleef in het priëet zitten. Door zooveel betoogen en over tuigingsredenen geprikkeld, wendde zij werkelijk een poging aan, om- haar droef heid af te schudden, en de reis als een onvermijdenlijken plicht te beschouwen. Voelend, dat zij, daar blijvend, in de zoo weemoedig stemmende schemering, bij een zon, welker laatste stralen vervloei den in den uit zee opstijgenden mist, op nieuw zou worden aangegrepen door de smartelijke herinnering aan haar kort le ven van liefde en vreugde, stond zij opj, en begon in den tuin op en neer te wan delen, om minstens in haar lichaam die beweging en levenskracht te wekken, wel ke haren geest ontbraken. Met naar den grond gerichte blikken, om het droef- sombere der ondergaande zon niet te zien, was zij aan den rand van een oude put genaderd, dicht bij een vervallen ge bouw, dat voor schuur en stal "diende* Zij zag daar een met den rug naar haar, toe gekeerd en man, bezig een paard vooc een wagen te spannen en een rustig deun tje fluitend1. (Wordt vervolgd.) FEUILLETON. Een verhaal uit de Fransche revolutie. 5) Mevrouw de Clarens boog het hoofd', doordrongen van al' wat er waars en re delijks lag in de wo< den van haar zus ter. Het vertrek, de eenige kans op red ding, was noodzakelijk, gebiedend nood zakelijk. Zij durfde dan ook geen woord' meer zeggen en waagde het zelfs niet, |li a re zuster aan te zien. Lady Roswald echter trad op haar toe, en haren arm ,om het middel van hare zuster slaande, hernam zij niet aste, besliste stem: ,jBegriipi gij eindelijk, arme markiezin, dat ik u wreed toeschijn, ondanks mij- 'Zelve, en dat hetgeen gij1 vrr ;t onmoge lijk materieel onmogelijk is:; „Ja, ja, ik begrijp het, ik weet het...4 dat kan niet.... en daarom schrei ik!" Die tranen, de tranen van een zuster, (idie zij altijd innig had liefgehad en altijd ,|bad beschermd, zooals een broeder niet Lbeter had kunnen doen, deden lady Ros- Xvald fintroeren. Zij Irpl^de ma.kiegin gpg dichter tegen haar aan, en toen de zwak ke, teerhartige vrouw, in een volle over geving van smart en vertrouwen haar schoon hoofd tegen den schouder van haar zuster vlijde, wiegde deze (haar tee- derlijk in haar armen, als om haar kom mer en verdriet te doen insluimeren. De tante van den jongen markies herhaalde tegenover de moeder bedaard en gedul dig één voor één al' de waarlijk onover komelijke redenen, die haar beletten het vertrek ook maar één uur te vertragen. Toen zij haar zuster overtuigd! en ge troost waande, waagde lady Roswald een lichte berisping. „Gij had mij vroeger moeten vragen, uw vromen en droeven pelgrimstocht te doen; ik zou dien met u hebben onder nomen, in spijt van alle gevaren welke men beloopt bij het verblijven of het rei zen in een land, waar iedere boer, sanscu lotte (Jacobijn) geworden meer gezag heeft dan zijn gewezen heer." „Het vroeger moeten vragen? Dat durfde ik niet. Ik wist hoe druk gij het hadt, hoeveel' moeite gij u gaaft, om vóór den* overtocht onze zaken te rege len. Ik maakte er mij een gewetenszaak van uwe moeiten niet nog te verzwaren, u inet mijn verdriet niet lastig te vallen, going ihaojrte ik po.k, da» ik nipt ,wsl-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5