~St. NICOLAAS.
liet lied van Clarens.
Tweede Blad, behoorende
bij De LeidscheCourant van
Donderdag 1 December.
(Vervolg).
De derde dag dat onze hoogwaardige
gast in ons midden was, zijnde een Zon
dag, konden we niet benutten'om inkoo-
ipen te doen, daar de meeste winkels ge
sloten waren en daarom besloten we
eens te gaan zien naar mooie étalages.
Na de Hoogmis waarheen ik wederom
'Z. D. H. mocht begeleiden, deden we
,ons den lunch, ondertusschën door Pie
terman gereed gezet, goed smaken, waar
na we nog eenige pakketten inzlalgein1,
rden vorigen avond laat bezorgd.
Zoo had J. v. KAMPENHOUT, Juwe
lier, Oude Vest 191 geleverd gou
den en zilveren horloges, met namen ge
graveerd en kunstige haar werkstukken,
pok was een collectie dubbelbespeelba-
;re gramophoonplaten en wat fietslau-
taarens en bellen gekomen van L. ERA
DES, Hooigracht, die tevens eeni
ge prijscouranten van rijwielen had bij
gevoegd.
Om het onophoudelijk gebel van! Pie
terman, die natuurlijk cén voor écu al
die schellen wilde probeeren, te ontko
men, stelde ik voor maar aan'stondis op
stap te gaan.
Op de Ha a rl e m m e r s t r a a t werd
het eerst onze aandacht getrokken door
'de magazijnen van A. WAALS, no. 114—
134—136 waar een keur van damesman
tels en mantelkostuums waren ten toon
gesteld en keurig witgoed smaakvol ge-
etaleerdl was.
In het voorbijgaan wierp de heilige een
blik in de uitstalkast van F. ,WESSEL,
op no. 120, waarbij hij mij verzocht,
hem te herinneren, dat hij den volgen
den dag een paar van die aardige klok
jes en gouden ringen moest bestellen.,
Door de Donkersteeg en naar de
Hoogstraat waar we nog even ke
ken bij BRUNING, naar de uitstalling
van kindergoed en wiegen, en daarnaast
de degelijkheid der flanellen en wollen
stoffen konden bewonderen.
Een weinig verder «sioeg Z. D. H. de
handen van verwondering in elkaar.
„Is dat één firma", vroeg hij, wij
zend op de magazijnen van VROOM
DREESMAN, op de Aalmarkt, hoek
[Maarsmanssteeg, waarbij", we zagen het
aan de nog onafgewerkte bovenverdie
ping, juist weer een gedeelte was bijge
trokken. Maar lang hadden we geen tijd
om al het moois te bewonderen, (vooral
fraai vond Z. D. H. de zakdoekjesétala-
ge) en voort ging het weer naar de Viscih-
Noteer 'eens even V i s e h m a r k t AU
CORSET FRANCAIS, dan kan' morgen
voor een bestelling gezorgd worden.
Zoo'n prachtig droii-devan't is voor de
dames toch maar altijd een geliefd ca
deau". Nog was ik met mijn aanteeke-
ningen bezig, toen de ge ede kindervriend
uitriep: „Zie eens wat snoezig die pop-
.pen daar aangekleed' zijn". 'tWas voor
(het raam van de firma BEUSEMAKER,
waar hij zich posteerde en waarachter
een uitgebreide sorteering kindergioied
en dameshandwerkjes van allerlei slag
uitgespreid lag.
Weer verder gingen we en al meer
moest ik noteeren'. De kinderspelen Van
BOMERT, die ook voor kantoorbenoo-
digdheden opgeschreven wefd, vielen
[vooral in den smaak en ook stadsgezich
ten in aardige lijstjes moesten er be
steld worden.
Bij GEBR. REINKE, op de B olt er
na atr kt waren het weer die mbllijgei
yachtenj die luid geprezen werden en op
een fraai bewerkt kussen, prachtig voor
het altaar, liet de grijze Bisschop een
oogje vallen.
„Hebt U nog sigaren bji U vroeg!
opeens Pieterman', wiens neus van kou
begon te verkleuren'.
Ik had wel1 eenige cigarillo's in mijn
zak van J. DE CLER, aan de Beesten-:
jmarkt waarvan ik den bibberenden zwar
te presenteerde, die dadelijk als eenl
schoorsteen begon' te dampen.
Bij de GEBR. CAVADINO, firma
KREYMBORG Co. gekomen, konden
we, ondanks den Zondag, nauwelijks
de étalage benaderen1, belegerd als ze
was door de lieve jeugd. Daar toch za
gen ze St. Nioolaas met zijln knecht, die
in een vriendelijke huiskamer tot groo-
te vreugde van vader en moeder de kin
deren komt beschenken. Uitmuntend ver
zorgd, zag alles er uit en hoe fraai za
ten de dostuums, zoo van de jongens als
de gekleede jas van mijnbeer.
,,'n Aardige voorstelling, vond de Sint,
en het houdt de gedachte levendig tot
dat ik in persoon, kom".
„O ja", waagde ik het nu te vragenj,
is het waar dat U weer, zooals het vioh
rige jaar in de Volksbond komt?"
„Ja, natuurlijk, en met alle pleizier,
Waar ik uitgenoodigd' wordt, kunnen ze
mij verwachten.'
Even gingen we nog het steegje door
naar de Br eest raat, waar ZURLOH
ons een Oogenblik verstomd deed staan..
Verbeeld u, een bontmantel geprijs met
het bagatelletje van even 1600 gulden,
't ,Was om te duizelen en St. Nicolaas
kon niet nalaten op te merken dat Lei
den, ondanks het hooge belastingper
centage, er blijkbaar niet zoo kwaad voor
stond.
Toen gingen we terug naar de Bo
termarkt, waar de schitterende eta
lage van clc firma DRIESSEN, me me
nig kantje van mijn notitieboekje kost
te. „Hé, kijk eens wat mooie hangertjes
en niet duur ook. Zeker simili. En daar
die diamanten broche met paarlen en
die kaïitielje bellen en dan die kostelijke
étuis met eetgerief".
Ik trachtte Z. D. H. met een zoet
lijntje mee te krijgen, want anders had
den we er nu nog gestaan.
Toen we MACK,s HOEDENMAGA-
ZIJN passéerden, schoot hij in een vroo-
1 ijken lach. Eerst keek ik de Sint ver
wonderd1 aan, maar toen ik me herin-
nerde# wat dien morgen geschied was,
lachte ik dapper mee.
Toen ik den bisschop kwam halen om
naar de kerk te gaan, en de voorkamer
binnenging, stond daar Pieterman tus-
sciien eenige doozen hoeden door MACK
gezonden, die hij een voor een opzette
en zich dan in den spiegel bekeek. Hij
had ons, St. Nicolaas was ook binnen
gekomen eerst in de gaten, toen we
kuchten.... en toen had men dat potsier
lijke zwarte gezicht onder dien groo-
ten hoed moeien zien. We lachten nog
hartelijk, toen we reeds voor liet maga
zijn der firma G. ,11. LENS, N ie uwe
Rijn stonden, wat ik moest noteeren
voor reismandjes en hagelwitte cellu-
loidwaren.
Toen liepen we nog even pm, naa,r
de BAZAR, H'eerengracht 7, waar
ook des heiligen con t erf e its el troonde /ie
midden der geschenken. y<yi ondenkbare
verscliet^emieTdk dfë~ Ih. V-'.fs op afbeta
ling kon krijgen. Vooral dit adres moest
ik dubbel onderstreepen daar St. Nico
laas wat slecht bij kas geworden was.
Het adres van WIJNTJES, Heter-
reng racht moest ik nog opschrijven
voor eenige vrachten steenkolen, waar
na we over die Haarlemmerstr. huiswaarts
keerden, waar liet Magazijn van P. HO-
G EN DOORN, No. 150, diat pas is ver
bouwd, door zijn uiterst smaakvolle eta
lage van tapijten, gordijnen, voetkussens
en wat verder daarbij behoort, het oog
tot zich trok.
Ook WISBRUNN en LI FM ANN op no.
116118, wiens heele winkel bijna één
étalage was van prachtige kant en soe
pele blöusestoffen, passementeriën en
ijzersterke „Juliana"-handschoenen werd
niet voorbij gegaan.
Toen gingen we doodvermoeid naar
ons bureau waar ik nog langen tijd werd
geplaagd door St. Nicolaas om mijn
nieuwsgierigheid, daar ik weten wilde
welke verrassing, (hij was zoo geheim
zinnig) ons den volgenden dag wachtte.
(Slot volgt)/
Uit de IPers,
De Spuigaten uit.
De „L i m b. Koerier" schrijft
't Loopt nu werkelijk de spuigaten
uit!
•De „Maasbode" zet weer een reeks
ketterjagende artikelen op, waarvan die
stijl en de gewone cliché's van „klare
termen", „klaar en doordringend ge
luid" ten overvloede aantoonen, hoe niet
alleen voor de plaatsing maar ook voor
de herkomst de hoofdredactie van dat
blad ten volle verantwoordelijk is.
Het eerste artikel1 gaat werkelijk alle
grenzen te buiten.
Van de „Tijd" sprekend (waarvan de
hoofdredacteur toch een priester is, die
door het gezamenlijke Nederlandsdhe
episcopaat werd aangewezen) vraagt de
„Msb." smalend: „wat dit voor een
soort van Roomsche journalistiek is",
die het blad inzake modernisme voert.
En het Rotterdamsche orgaan durft er
zelfs aan toevoegen:
Het meest bedroevende van dit
geval is, dat de „Tijd" aldus schrijft
uit onkunde.
Men is daar al lang geheel het
stuur kwijt. De redactie is absoluut
niet op de hoogte. Ze schrijft maar
toe en -praat er wat op los.
Te hooi en te gras gaart z:e wat
bijeen, hoofdzakelijk uit kranten.
Ze doorziet den ernst niet van het
gevaar en mist alle besef van de
s.awheden sommiger modernisten.
Ze kent de schrijvers niet eens, die
ze bespreekt en van de boeken, die
ze critiseert, heeft ze somwijlen
geen letter gelezen....
Dit zijn geen verspreide door ons aan
eengeregen zinnen, maar 'n aaneengeslo
ten, vol citaat!
Van den Rijsenburgschen professor, dr.
Van Üppenraay, die ter zake in het
„Centrum" schreef, wordt het betoog
door de „Maasbode" botweg als „een
paar verwarde en onbeholpen artikelen"
met verkeerde strekking, gekleineerd.
En een schrijver in het „Huisgezin",
vermoedelijk een priester, die een Oos-
tenrijksch prelaat tegen de verdenking
van modernisme verdedigde, wordt door
ide „Maasbode" eenvoudig voor een „ano-
nymen modernist" uitgemaakt.
Waarlijk, het gaat nu toch te ver!
Toen de „Maasbode" onlangs zelfs het
wetenschappelijk zoo hoogstaand tijd
schrift de „Katholiek" laakte, toen ze Mr.
Aalberse en zooveel andere oprecht-ka
tholieke mannen aanviel, hebben wij uit
k i eschh ei ds r ed en en g ez w egen
Maar nu ze langzamerhand de geheele
katholieke dagbladpers van ons land in
verdenking dreigt te brengen, dunkt los
laten van die reserve ons dwingende be
roepsplicht. Nog langer zwijgen zou voor
stille instemming kunnen worden aange
zien.
Welnu: om de eer der katholieke Ne
der' -che journalistiek protestee-
rc 'gen zulk bedrijf!
durven er den hartgrondigen
we,,.... aan toevoegen, dat de Kerkelijk
ke overheid, in het Belang der katholieke
zaak, aan die eigénduskelijke verkette
ringsmethode van een tot canoniek von
nissen niet bevoegde nu op doorslaande
wijze eens een eind mocht maken.
De Papendrechtsche Strafzaak.
Het „Centrum" driestart:
„De Papendrechtsche rechtszaak heeft
dan te Arnhem haar beslag gekregen.
De beklaagde Garsthagen is ontslagen
van rechtsvervolging op de overweging
dat hij wel schuldig is, maar de bedoeling
had te handelen in het algemeen belang.
De eisch was, zooals men weet, een
andere.
Hij luidde, dat de beklaagde van rechts
vervolging zou worden ontslagen op
grond van ontoerekenbaarheid.
Zoo is dus in deze zaak het beslissen
de woordi gebleven aan den rechter, i
niet aan den psychiater.
Maar het rapport der deskundigen
blijkt toch geenszins zonder invloed te
zijn geweest, wanneer men de overwegin
gen van het Hof naleest.
Met name heeft het zwaar gewogen
voor sommige getuigen.
Of het rapport openbaar gemaakt zal
worden ,is af te wachten.
Maar het laatste woord zal over deze
zaak nog wel niet gesproken zijn, en men
kan dus moeilijk voorzien, wat staat te
geschieden.
In elk geval staat vast, dat het geding
abnormale verhoudingen heeft aangeno
men en dat het de taak der psyohoto-
ke noodzakelijkheid zich zou voordoen,
om Clarens en ons kasteel te passeeren.
Een ander maal achtte ik mij sterker dan
ik in werkelijkheid wasik verbeeldde
me, dat ik zou vergeten, dat die voortdu
rende herinnering aan mijn echtgenoot
zou worden uitgewischt, zou plaats ma
ken voor de bezorgdheid van ons ver
trek. Helaas, op het oogenblik van deze
streek te verlaten, haar wellicht voor al
tijd vaarwel te zeggen, heeft het ver -
driet in het diepst van mijn hart ver
scherpt. O, zuster, ik voel, ik heb te veel
op mijn krachten en op mijn verstand ge
rekend. Het komt me voor, dat de Hemel
mij zou straffen, zoo ik dezen laatsten
pelgrimstocht achterwege liet. De ge
dachte, heen te vluchten zonder afscheid
te nemen van de woning van den mar
kies, van dat oude gebouw, zoo ver
vuld van zoete droomen van geluk; de
gedachte heen te vluchten, zonder op het
graf van mijn echtgenoot te zijn neerge-
knield, breekt en verscheurt mijn hart!"
Meer en meer getroffen door die pijn
lijke wanhoopskreten, en inziende, dat 'het
beste middel om deze droefheid te kal-
meeren, bestond in haar zich te laten
•uitstorten, bleef lady Roswald hare zus
ter als een kind in haar armen wiegen.
En plotte maajete j&y eefl .einde aa,ti
gen in de rechtszaal tot een bijzonder
actueel onderwerp heeft gemaakt.
Tegen overschatting van die taak is
daarbij terecht gewaarschuwd.
Maar nu vervalle men ook niet in een
tegenovergesteld uiterste wat niet ge
heel' denkbeeldig schijnt."
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting, van, Woensdag 30 Nov. (Verv.J
De heer De Meester hield met na
druk zijn bezwaren vol tegen indiening
van het lcustverdedigingsontwerp op zoo
financieel ongelegen tjjdstip en zou uit
stel dezer plannen hoogst gemotiveerd
achten. Spr. begaf zich daarna in een
nadere bespreking der financiën en nam
daarbij met voldoening nota van 'shee-
ren Kolkman's verklaring dat hij voor dit
jaar de laatste maal met opcentenheffing.
op de bedrijfsbelasting zou komen.
De heer Tydeman bestreed tegen
over den heer De Steurs het stelsel van
eenzijdige benoeming van Katholieken.
Niet tegen de Katholieken is spreker,
maar alleen en uitsluitend tegen het
systeem.
Spr. blijft ten aanzien van de finan
ciën bij zijn meening, dat de minister
van financiën aansprakelijk is voor de
groote vermeerdering der uitgaven,
waartegen hij zich niet krachtig genoeg
verzet.
Ten slotte vraagt spr. of de regeerimg
zich op het standpunt stelt, dat zij hare
overtuiging van het volk moet opdrin
gen, of is zij van plan rpet onpartijdig
heid te regeeren.
De heer Drucker handhaaft zijlne
meening, dat de Christelijke politiek
van het lcabine. slechts uit kleinigheden
blijkt en constateerde met voldoening,
dat bij de tot dusver gehouden debatten
niemand de leer, dat een meerderheid
binnenkamers de zaken nog bedisselen
met verwaarloozing van de minder
heid, voor zijn rekening heeft genloi-
Wat betreft het Heldersche geval, con
stateerde de spreker, dat van die
regeeringstafel met geen enkel woord in
bescherming is genomen den door spr.
veroordeelden toon van den brief dOor
minister Wentholt aan den vice-admiraal
van den Bosch geschreven. Het was van
spreker slechts een beleefdheid om te
willen veronderstellen {jat er iets ern-
stigers moest zijn voorgevallen om er
toe te komen een chef van een dienstvak
verantwoordelijk voor den goeden gang
van zaken bij de marine, zonder eenige
poging tot overleg met 14 dagen bedenk
tijd naar huis te sturen bij een in drift
gestelden brief.
Ten slotte constateerde spreker dat
slechts aan de linkerzijde warmte be
staat voor algemeen kiesrecht.
De heer Roodhuyzen kwam er
zeer tegen op dat de minister van finan
ciën gisteren ,zich verdedigende tegen
het verwijt dat hetz.g. „potje" voor
sociale hervormingen volksmisleiding is,
het blanco-artikel van het vorig liberale
kabinet als vólksmisleiding heeft ge
brandmerkt en daardoor dat kabinet,
zoowel als een groote fractie in de Ka
mer beleedigd heeft. Spreker constateer
de, dat niemand het beleid van het ka
binet op het gebied der sociale wetge
ving verdedigd heeft. Integendeel is ge
bleken dat op dit gebied elke leiding
bij het kabinet ontbreekt.
Ten slotte critiseerde spr. scherp de
luchtige houding door minister Heems
kerk aangenomen tegenover hen die het
op den voorgrond treden der antithese
bij dit algemeen begrootingsdebat heb1-
ben willen doen uitkomen.
A vo nd ver gad eri ng.
De Algemeene Beschouwin
gen over de Staatsbegrooting voor 1911
werden hervat.
De heer Patijn kwam op tegen de
blijmoedigheid van den Minister van Fi
nanciën, terwijl' nog zooveel groote uit
gaven zullen worden gedaan; alleen reeds
verschillende millioenen om onze spoor-
wegfinanciën te herstellen. Ten opzichte
van de plannen van dezen Minister hield
hij staande dat het Fonds voor de yerze-
zekeringsuitgaven niet anders dan een
schijnvertooning is, omdat in liet gunstig-
haar klachten, -door haar kussend den
mond te sluiten. Haar eindelijk door die
liefkozingen tot bedaren gebracht ziende,
voegde zij de arme, jonge weduwe toe:
„Zie mij niet voor hard en wreed' aan,
markiezin; ik verzeker u, dat het ontzet
tend veel kost, mij tegen uw dierbaarsten
wensch te verzettenmaar ik acht me
verantwoordelijk voor ons beider leven,
en ik ben het mijne verschuldigd aan
lord Roswald. In tijden van crisis moet
gehandeld worden met door en door
practischen geest. Zoo wij offeren aan
het gevoel, dan zijn wij verloren."
Eraan denkend, niet zonder vrees, dat
de avond naderde en dat zij nog dringen
de beschikkingen had te treffen, alvorens
zich naar het strand te begeven en het
signaal te geven, maakte zij zacht hare
omarming los en mompelde:
„Komaan, nu ben je weer verstandig,
Clarens. Ik ga nu met uw zoon de laatste
toebereidselen maken, en laat u dus een
oogenblik alleen in den tuin. Beloof me,
niet opnieuw droeve herinneringen op te
roepen en tot aan het vertrek niet meer
te zullen schreien."
„Ik beloof u alleen,- niet meer te zul
len schreien", gaf mevrouw de Clarens
ten antwoord.
Zonder te letten of te willen letten, or
stigste geval slechts 2/9. van het Tarief
zal kunnen worden gereserveerd.
De heer Kuyper betoogt dat de pik
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie zooal$
hij die zich dacht den socialen vrede zonj
brengen en begreep dus dat de heer
Troelstra, die den Klassenstrijd voorstaat^
er niets van wilde weten. Hij ontkende!
dat door zijn schuld de ^misère" van;
de Ongevallenwet was ontstaan en be
toogde, naar aanleiding van een interuptie
van den heer Schaper, dat hij de risico
overdracht had bestreden.
Dat spreker's Kabinet minder gematigd;
optrad dan het tegenwoordige Kabinet
was het gevolg hiervan, dat zijn Kabii
net de onderwijs-quaestie had op te los
sen en daarom van links fel werd bestre
en uitgekreten, terwijl het tegenwoordig]
Kabinet gematigder kan optreden, om
dat het de sociale hervormingen heeft
af te doen. Was het omgekeerd geweest
dan zou spr. de gematigde en de heeij
Heemskerk de ongematigde zijn geweest*
(Hilariteit) Met een beroep op van Wei-
deren Rengers, hield hij vol dat pur sausS
conservatieven en liberalen de April-be-
weging in het leven roepen.
De heer Goeman Borgesius ver
wees Minister Talma naar de Handelin
gen van 1906 ten beloop dat die Minis
ter zijn ambtsvoorganger Veegens heeft
verweten de geheele verzekeringsquaestiel
te vertroebelen.
Ondanks ontkenningen van den heer
Kuyper, die hem interrumpeerde, ihieldl
hij staande dat dr. Kuyper nu zelf heeft
erkend, de onderwijsquaestie ongematigd)
te hebben behandeld.
Waarom de sociale verzekering er zon
der tariefsherziening niet kan komen,
bleef de Minister in gebreke te bewij
zen. Het Ministerie de Meester bewees
dat het wèl kon zonder het Tarief.
Opnieuw critiseerde spr. Minister Tal^
ma's plannen, betoogende dat organisa
tie en techniek bij de verzekeringswetge
ving niet de hoofdzaak is.
Ten aanzien vaii de benoemingen
schaarde spreker zich aari de zijde van
den heer Lohman, wiens rechtvaardig
heid als Minister van Binnenlandsche za
ken spreekwoordelijk was, en bestreed:
hij den heer de Stuers, wien hij opmerk
te, dat er allerlei redenen waren waarom
Katholieken niet meer werden benoemd
o.a. deze dat vele jongelieden van Ka
tholieken huize priester werden.
Terugkomende op de decoratie van
den werkman v. d. Werff te Rotterdam,'
zegt spr. dat aan den heer Leis, in tegen
woordigheid van den onderdirecteur, en,
den bureauchef, is gevraagd door den
rechercheur of de man de positief Chris
telijke beginselen beleed en naar de kerk
ging en dat op het antwoord, dat hij ge
reformeerd was, gezegd werd dat hij de
eeremedail'e zou krijgen (Gelach). De re
chercheur zeide de bewuste vraag te
moeten doen en spr. heeft verschil
lende brieven, waarin verklaard wordt»-
dat tegenwoordig deze vragen worden,
gedaan.
De Min. v. Binn enk Zak en komt
met zeer luide stem, tegen dit opnieuw in-
sinueeren op, ofschoon hij duidelijk ver
klaard heeft, aan het onderzoek onschul
dig te zijn en er geen last toe te hebben
gegeven, terwijl de heer Borgesius ver
der weet, dat de Minister alleen van
den Rotterdamschen burgemeester sprak
om te doen uitkomen, dat deze boven
verdenking stond.
De heer Borgesius verzoekt dén
Minister zeer heftig hem te laten uit
spreken en geen redevoering te houden
bij wijze van interruptie.
Hij kwam verder op tegen de richting!
die dit Kabinet kweekt.
De heer de Savornin Lohman
bestreed den heer Troelstra, betwistende
dat een rechtsch Kabinet met een belas
ting op de eerste levensmiddelen (graan
rechten) zal komen.
Het lijstje dat mr. Troelstra gaf .uit
het tarief Harte bestond bijna geheel uit
niet-levensbehoeften. Vports hield spr.
vol dat de sociaal-democraten alleen voor
de belangen der vaste arbeiders opko
men. Breedvoerig' bestreed hij verder
speciaal den heer Troelstra, wiens be
roep op Tolstoi niet opging, wijl deze
op zijn sterfbed heeft erkend zijn doel
niet te hebben bereikt, wat ook niet kon
dit voorbehoud1 in de woorden van hare
zuster, trad Lady Roswald de herberg
binnen. De markiezin bleef in het priëet
zitten. Door zooveel betoogen en over
tuigingsredenen geprikkeld, wendde zij
werkelijk een poging aan, om- haar droef
heid af te schudden, en de reis als een
onvermijdenlijken plicht te beschouwen.
Voelend, dat zij, daar blijvend, in de zoo
weemoedig stemmende schemering, bij
een zon, welker laatste stralen vervloei
den in den uit zee opstijgenden mist, op
nieuw zou worden aangegrepen door de
smartelijke herinnering aan haar kort le
ven van liefde en vreugde, stond zij opj,
en begon in den tuin op en neer te wan
delen, om minstens in haar lichaam die
beweging en levenskracht te wekken, wel
ke haren geest ontbraken. Met naar den
grond gerichte blikken, om het droef-
sombere der ondergaande zon niet te
zien, was zij aan den rand van een oude
put genaderd, dicht bij een vervallen ge
bouw, dat voor schuur en stal "diende*
Zij zag daar een met den rug naar haar,
toe gekeerd en man, bezig een paard vooc
een wagen te spannen en een rustig deun
tje fluitend1.
(Wordt vervolgd.)
FEUILLETON.
Een verhaal uit de Fransche revolutie.
5)
Mevrouw de Clarens boog het hoofd',
doordrongen van al' wat er waars en re
delijks lag in de wo< den van haar zus
ter. Het vertrek, de eenige kans op red
ding, was noodzakelijk, gebiedend nood
zakelijk. Zij durfde dan ook geen woord'
meer zeggen en waagde het zelfs niet,
|li a re zuster aan te zien. Lady Roswald
echter trad op haar toe, en haren arm
,om het middel van hare zuster slaande,
hernam zij niet aste, besliste stem:
,jBegriipi gij eindelijk, arme markiezin,
dat ik u wreed toeschijn, ondanks mij-
'Zelve, en dat hetgeen gij1 vrr ;t onmoge
lijk materieel onmogelijk is:;
„Ja, ja, ik begrijp het, ik weet het...4
dat kan niet.... en daarom schrei ik!"
Die tranen, de tranen van een zuster,
(idie zij altijd innig had liefgehad en altijd
,|bad beschermd, zooals een broeder niet
Lbeter had kunnen doen, deden lady Ros-
Xvald fintroeren. Zij Irpl^de ma.kiegin gpg
dichter tegen haar aan, en toen de zwak
ke, teerhartige vrouw, in een volle over
geving van smart en vertrouwen haar
schoon hoofd tegen den schouder van
haar zuster vlijde, wiegde deze (haar tee-
derlijk in haar armen, als om haar kom
mer en verdriet te doen insluimeren. De
tante van den jongen markies herhaalde
tegenover de moeder bedaard en gedul
dig één voor één al' de waarlijk onover
komelijke redenen, die haar beletten het
vertrek ook maar één uur te vertragen.
Toen zij haar zuster overtuigd! en ge
troost waande, waagde lady Roswald een
lichte berisping.
„Gij had mij vroeger moeten vragen,
uw vromen en droeven pelgrimstocht te
doen; ik zou dien met u hebben onder
nomen, in spijt van alle gevaren welke
men beloopt bij het verblijven of het rei
zen in een land, waar iedere boer, sanscu
lotte (Jacobijn) geworden meer gezag
heeft dan zijn gewezen heer."
„Het vroeger moeten vragen? Dat
durfde ik niet. Ik wist hoe druk gij het
hadt, hoeveel' moeite gij u gaaft, om
vóór den* overtocht onze zaken te rege
len. Ik maakte er mij een gewetenszaak
van uwe moeiten niet nog te verzwaren,
u inet mijn verdriet niet lastig te vallen,
going ihaojrte ik po.k, da» ik nipt ,wsl-