Naar zijn land teruggekeerd
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 23 November.
Uit de Pers.
Liberaal Katholiek.
In de „Nieuwe Zuid-Hollander"
schrijft Veritas onder bovenstaand op-
schrift:
„Het doctrinaire liberalisme, ontstaan
Vooral door de Fransche Revolutie,
heeft honderd jaren lang de ideeen
beheerscht en in ons land den gang van
7aken bepaald. Als staatkundige partij
heeft het bijna afgedaan de uitslagen
van verkiezingen bewijzen het telkens
duidelijker. En toch doet het mug zijn
invloed gelden, toch zijn nog velen half-
onbewust liberaal, die willen doorgaan
voor volbloed mannen der rechterzijde,
volbloed Katholieken.
Ja, wanneer liet Katholiek zijn van
iemand daarin bestond, dat hij naar de
kerk gaat, o, zeer zeker, nog nooit heeft
hij een Zondag overgeslagen. Maar hij
is pas Katholiek, die dit in alles is.
Al zijn daden moeten getoetst kunnen
worden aan de beginselen van onze ver
heven leer. En juist uit de daden van ve
len blijkt overduidelijk, hoe zij dwepen
met liberalistische ideeën. Een weinig
verklaarbaar is het misschien, doordat
men steeds omringd is geweest ,door
liberalen, dat men katholieke principes
niet zoo van de daken kan verkondigen.
Maar niet te vergoelijken is, dat onze
Katholieken zoo geneigd zijn, de ideeën
van anderen over te nemen. En dan heeft
altijd de meening voorgezeten, dat men
nooit tot de eigenlijke elite kan behoo-
ren, of men moest liberaal zijn, of al
thans met liberalen op vriendsdiappe-
lijken voet staan. En deftig genoemd
willen worden, is een der hoofdgebre
ken van de burgerij onzer kleine steden
Als dan ook iemand kans ziet, in ken
nis te komen, met eene liberale familie,
dan vat hij deze gelegenheid met beide
handen aan, en liet zal h'eusch aan hem
niet liggen, wanneer hij niet aanlandt in
„behouden" haven van bet liberalisme.
En daar zal gespot worden, niet met
Katholieken, o neen, daar is het gezel
schap te fatsoenlijk, te deftig voor
maar met die dwepers, die ovcrdrijvers,
die zelfs buiten de. kerk Roomsch wil
len zijn.
En de nieuwe gast neemt gretig de
nieuwe theorieën over en na verloop
van eenige visites verkondigt hij, dat de
godsdienst privaatzaak is, goed voor de
binnenkamers. Hij gaat nog naar de kerk
maar alleen naar eene stille Mis, dat ge
zang vindt hij óf te hard, óf niet mooi
genoeg of wel hij weet er wat anders
op aan te merken versch gebakken
in üe liberale oven van zijn vrienden.
Nog niet is hij op zijn hoogtepunt geko
men, maar eindelijk wordt hij door zijn
intiemsten voorgedragen als lid van de
soos, waar hij de man die tenminste niet
zal loopen aan den leiband van de gees
telijkheid, met open armen ontvangeii
wordt om in de gezellige bitteruurtjes
zijn opvoeding te voltooien. Bij verkie
zingen stemt Mijnheer liberaal. Gods
dienst buiten de wetgeving, scheiding
van kerk en staat.
Dat zijn zijne leuzen.
Hoeveel Katholieken zijn er lid van
eene liberale soos, omdat zij dan ook
kans hebben op leverantie? Hun ver
diensten raken zij wel weer kwijt aan
de jaarlijksche contributie, maar dat is
geen bezwaar. Zij hebben immers het
onwaardeerbare voorrecht met liberale
vrienden samen heel gezellig en intiem
te verblijven in „hun" soos. Het doet
velen Katholieken goed, met een liberaal
te spreken, een handdruk te ontvangen
van een liberaal het zijn toch bij slot
van zaken je fijne, je deftige lui, ziet
U.
Maar het grootste genot is nog weg
gelegd. Zoo'n liberale soos geeft jaar
lijks eenige concerten en feestuitvoe-
ringen voor de leden. En dan profiteert
FEUILLETON.
Uit het Duitsch van J. Jegertehner.
9)
„Het wordt koel", begon hij, „spoedig
komt de winter en dan de doodsche stil
te. Daarginds krijg ik eerst weder zomer.
„Ge wilt Vrijdag alweder vertrekken?'
.vroeg zij, zonder van haar werk op te
zien. Zij. naaide aan een stuk goed van
haar jongs ten zoon, die den volgenden
dag naar Napels zou vertrekken om daar
portier te worden in een der hotels. „Ik
wilde u'at ik hier mijn laatste levensdagen
door kon brengen", zuchtte de Ameri
kaan. „In d'en vreemde leven gaat nog,
maar in den vreemde sterven is treurig.'
„Hoe kunt ge daar nu reeds aan den
ken, op uw leeftijd," antwoordde zij hem
gcherp in de oogen ziende. „Ge kunt nog
menig jongen man overleven."
Frans haalde de schouders op, gaf haar
de hand en wenschte haar op ontstemden
!toon goeden nacht. Victorine zat nog
tot laat in den nacht bij het licht van haar
jepaarlamp in haar kamertje over haar
inaaiwerk heengebogen. Zij liet telkens
Öfi handen in den schoot ru,stent in ge-
iet alleen Mijnheer, neen, zijn gansche
familie van dat licht, dat uitstraalt. Ze
zitten omringd van liberale dames en
dat is toch heel wat anders dan bij die
.krompen, onontwikkelde flecmende
roomschen. Zij zijn menschen, die hiun
wereld kennen, die niet zoo bekrompen
zijn.
Het feest is natuurlijk allercharmanst,
de muziek allergoddelijkst, al kennen
ook geen noot zoo groot als een koe.-
Dagen lang spreken Mevrouw en hare
dochters er over, liefst tegen vriendin
nen, die vefgaan van jalouzie over zoo-
eel voornaamheid.
'n Kathol'~ke krant? Hoe kan men zoo
iets verwachten van hen. Neen, daar
staan zij te hoog voor. Neutraal, dat is
ware. En ze lezen al die prulkranten
en ze orakelen wat over buitenlandsche
politiek, ze prijzen het in de anti-cleri-
calen, dat ze vrijheid van godsdienst af
dwingen, waar de Katholieken de baas
zijn, en dat ze de Jezuieten het land
uitjagen, waar zij zelve het heft in hlan-
den hebben. Volksontwikkeling een nood
zakelijke eisch en daarom nemen ze bij
de eerste de beste gelegenheid hunne
kinderen van de Katholieke school, want
daar wordt te veel gebeden, en het on
derwijs is daar zoo goed niet, want het
is roomsch. Ze hebben wel eens gehoord
van kapitaal in de doode hand en ze
willen daarvan eene belasting van ,25
pCt. geheven zien. Waarom? Ja, hun
lijfblad dat neutraal is, heeft hun dat
gekauwd. Ze zijn geen lid van welke ka
tholieke vereeniging ook zii zijn wel
wijzer, 't brengt maar twist en twee
dracht in de wereld. Verdraagzaamheid
is hun leuze; en hun buurman in de soos
n charmante vent, is een der kopstukken
van de liberale partij.
Er zijn nog veel meer liberaalt-Ka-
tholieken, al loopt de naad wat mee te
rug naar het huisje. Bijv. zulken, die zich
beleedigd zouden gevoelen, als men hen
zoo noemde, en die dan ook niet ten
volle overtuigd zijn van hun minder goed
Katholiek -zijn. Zij gaan trouw naar de
kerk, zeer trouw soms, maar hebben al
tijd wat aan te merken. Dan duurde de
Mis te lang, dan was de preek te verve
lend, dan heeft de priester eenige woor
den gebruikt, waar zij aanstoot aan heb
ben genomen. Zij doen zich in het open
baar leven zoo weinig mogelijk Katho
liek voor, zijn nog wel lid van de Ka
tholieke kiesvereeniging, natuurlijk te
gen minimum kontributie, en komen al
leen op vergaderingen, als ze denken,
dat er iets pikants aan de orde is. Dan
verkondigen zij soms ideeën, die zuiver
liberaal zijn. Stemmen op een Katholiek
doen ze, althans als het geen vijand van
hen is, en als ze niet voor hun zaken op
reis moeten. Zij donken er niet aan, die
zoodanig te regelen, dat zij toch hun
stemplicht vervullen kunnen. Ik ken een
Tweede Kamerdistrict dat alleen door de
lamlendigheid van de Katholieke mid
denstanders, die daar ook liberaal ge
tint zijn, telkens verloren gaat, hóe ijve
rig er ook gewerkt wordt. Zij zijn gea
bonneerd op een Katholieke krant al
leen de plaatselijke maar ze zietn
ze bijna nooit in. Wel de neutrale dito,
waarvan de dochter des huizes de feuil
letons volgt, en als ze in zaken zitten,
dan adverteeren ze in de neutrale pers.
'n Enkelen keer een hëel kleine aan
kondiging in de Katholieke krant, om
den schijn te redden, bijv. Zie onze groo-
te advertentie in(volgt trouw den
naam van de neutrale collega). Zien ze
kans bij ee:i der vorige categoriën bin-
nengeloods te worden, dan... maar de li
beralen zijn toch immers veel charman
ter, veel geleerder, veel deftiger, niet
zoo bekrompen".
Graag op baantjes.
De Haagsche briefschrijver van de
„Tijd" heeft op de 188 burgemeesters
in Zuid-Holland zeven Katholieken ge
vonden, n.l. die van Alkemade, Lisse,
Noordwijkerhout, Zoeterwoude, War
mond, Wateringen, en Schiedam.
Deze verhouding, merkt hij sarcastisch
op, is nog slechts sinds korten tijd zoo
betrekkelijkgunstig lees hier voor
al niet „ongunstig". Het is nog geen
vijf en twintig jaren geleden, dat er in
Zuid-Holland waren187 protestant-
sche burgemeesters en een katholiek.
Met het getal notarissen staat het
schijnbaar een ietsje beter. Op de 17S
welke er waren volgens het jaarboekje
van 1909, dat ik op 't oogenblik voor
mij heb, zijn er.. 24 kathoiiek. Zij zijn
aldus verdeeld.
Arrondissement
's Gravenhage niet Kath. Kath.
Kar,ton 's Gravenhage 34 7
Kanton Delft 7
Kanton Leiden 12 3
Kanton Alfen 4 0
Kantons Rotterdam 37 9
Kanton Schiedam 9 1
Karton Gouda 6
Kanton Schoonhoven 6 O
Kanton Brielle 5
Kanton Sommelsdijk 5 0
Arrondissement Dordrecht.
Kanton Dordrecht 8 1
Kanton Oud-Beijerland 5 0
Kanton Ridderkerk 4
Kanton Gorinchem 6
Kanton Sliedrecht 5 0
154 24
Ik zeg, het staat schijnbaar daar een
ietsje beter. Het is echter schijn. Nota
rissen zijn er meer in één gemeente,
riet ligt dan van de hand, dat er onder
de ettelijke tientallen in groote steden
katholieke zijn. Zoo zijn er te 's Gra
venhage 7 op de 28; te Rotterdam 9
op de 33te Leiden 3 op de 9te Delft
2 op de 6; teiDordrecht 1 op de 8 en te
Schiedam 1 op de 4.
V an de 24 katholieke notarissen in
Zuid-Holland vindt men er dus 23 in
de steden. Op het geheele platteland van
Zuidholland het platteland met zijn
Westland en zijn Rijnland, waar de Ka
tholieken bij Statenverkiezingen haast
sterker zijn dan de vereenigde Protestan
ten is er precies althans was vol
gens de opgave over 1909 let wel
cén katholiek notaris, de notaris Oomen
te Wateringen, dezelfde gemeente, die
vroeger i n geheel Zuidholland alleen een
katholieken burgemeester had. Wij zijn
dus in dit opzicht ten plattelande nog
niets vooruit :0~an.
Volgens de opgave van het Jaarboek
je over 1909, het eenige, dat ik bij de
hand heb, waren er in Noord-Brabant
86 notarissen, waarvan toevallig op dat
oogenblik 24 protestanten, dus precies
evenveel als in Zuidholland.
Blijkens de opgaven der volkstelling
van 31 December 1899 de laatste
waarvan wij den uitslag kennen waren
destijds in Noordbrabant 66.995 Protes
tanten en in Zuidholland 277.442 Ka
tholieken.
In Noordbrabant 24 (op 86) protestant-
sche notarissen en dientengevolge 23 ge
meenten met een protestantschen nota
ris op 66.995 Protestanten; in Zuid-hol
land 24 (op 178) katholieken notarissen,
doch slechts 7 gemeenten met een katiio
Heken notaris op 277.442 Katholieken
Van anderen kant schrijft men over
hetzelfde onderwerp aan de „Tijd":
Bij de Post- en Telegraaf is het, sedert
vele tientallen jaren, als een wet van
Meden en Perzen, dat voor de mees
invloedrijke, tevens best gesalarieerde be
trekkingen, uitsluitend niet-Katholieken
bij de opvolgende liberale Regeeringen in
aanmerking konden komen. En uit de
ze sollicitanten werden de vrijmetselaars
bij voorkeur benoemd.
Het hoofdbestuur, met name ere direc
teur-generaal en zijn staf is geheel liberaal
en bestaat grootendleeLs uit vrijmets
laars, terwijl de inspecteurs in de pro
vinciën tot vóór korten tijd allen liberaal
en voor het gtootste deel tevens ma^on
niek waren.
Het ministerie-Kuyper bracht hierin
voor het eerst verandering, door een ka
tholiek tot inspecteur te benoemen, doch
bij het overlijden van dezen titularis vulde
het ministerie Borgcsius (zelf Groot-Of
ficier der Loge) de opengevallen plaatsZ
weer aan met een „ridder van het
schootsvel."
Sedert werd door het ministerie-Heems
kerk weer een katholiek tot inspecteur
benoemd, doch bijna tegelijkertijd stond
peins verzonken. Haar gedachten ver
toefden bij den Amerikaan. Het woord
dat deze noodig had om hier weder vast
te wortelen, kon zij niet over de lippen
krijgen. Zij gevoelde medelijden met hem
maar geen liefde. Zij dacht nog steeds
terug aan de gelukkige jaren van haar
huwelijk. Zij had zoo zielsveel van haar
man gehouden en bij zich zelve de gelof
te afgelegd hem trouw te blijven tot aan
het graf. Wel is waar wachtte haar een
eenzame oude dag. Zoodra haar zonen
vertrokken zouden zijn, bleef zij alleen
met Régine over, en de jongens zagen
deze ook reeds met verlangende blikken
aan. Als de dag aanbrak, dat zij deze ook
moest afgeven, zou zij geheel alleen op de
wereld staan, aan de eenzaamheid prijs
gegeven. Maar zij was een van die vrou
wen die altijd nog wel de kracht vinden,
om ook met een glimlach op de lippen
het laatste wat zij bezitten, af te staan.
Donderdags avonds nam Frans van de
dorpsbewoners afscheid in de herberg.
Zij waren allen vroolijk gestemd, zooals
ieder jaar, wanneer de wijnoogst is afge-
loopen, vooral als deze meevalt.
„Het spijt ons allen dat ge weggaat",-
zeide de president tegen Frans. „Ik had
altijd gedacht, dat gij en Victorine jiog
een paar zoudt worden. Dat is eene
vrouw die goud waard is, en zoo arm is
zij ook nog nick'^
de katholieke Minister van Waterstaat de
vaceerende plaats van hoofdinspecteur
der telegrafie af aan de liberalen!
De Ministers benoemen alléén men-
hen van eigen richting, insinueeren „ee
nige" leden in het Voorloopig Verslag.
Ware dat werkelijk het geval, de Minister
van Waterstaat zou niet veel moeite heb
ben gehad, een Katholiek of een Anti-
revohitionair voor die uiterst belangrijke,
plaats aan te wijzen.
Onderscheid.
De (A.-R.) „Rotterdammer" be
spreekt de rede ,door mr. Ankerman te
Leiden voor de Chr. Hist. Unie gehou
den.
Het treft het Rotterdamsch orgaan in
dergelijke betoogen altoos weer, hoe
moeilijk hei is, he ver.c iltuss hen chris-
telijk-historischen en anti-revolutionairen
zoo duidelijk aan te geven, dat iedereen
ziet, hoe me ter-.'a d genoegzame princi. i-
eele reden voor twee partijformaties "aan
wezig is.
Dat er verschillen zijn, wordt door nie
mand betwist, Er zij'n kerkelijke invloeden
bij in het spel. Er is verschil van oordeel
over meer of minder strenge partij-disci
pline. Ook de democratische strooming
werkt in beide partijen niet gelijk. En zoo
is er meer.
Maar als men nu eens elk der partijen
afzonderlijk neemt, en de uiteenloopen-
de groepen in elke partij apart bekijkt,
zijn eveneens verschilpunten aanwezig.
Ons wil het altijd voorkomen, dat het
onderscheid veel meer uit historische en
persoonlijke, dan uit principieel-politie-
!ce geschilpunten is te verklaren. Ook
deze laatste zijn er zonder twijfel, maar
die zijn er in den boezem der beide par
tijen zelf evenzeer, zooals ze inelke
partij links en rechts bestaan.
In de practijk levert de gescheiden
marschroute groote bezwaren op.
„Als zij mij tot man wil hebben, moet
zij het maar zeggen", antwoordde hij met
schitterende oogen, ten deele van toorn
en ten deele van hoop, dat zijn liefste
wensch nog eens vervuld zou worden.
„Hebt ge haar dan al gevraagd? Zij
kan het u toch niet doen."
„Zoo vlug gaat dat niet."
„Ge hebt nog juist den tijd daartoe'
bemerkte schoenmaker Felix. „Vraag
haar toch, ik geloof zeker, dat zij je
neemt, want zij zal blij zijn, zulk een ijve-
rigen man te krijgen, die bovendien nog
geld heeft ook".....
Aldus werd het gesprek voortgezet, nu
eens over dit, dan weder over dat, over
Binegg en Santa Fé, en tegen midder
nacht ging men uit elkaar.
Daags daarna maakte Frans nog geen
aanstalten om op reis te gaan. JHij stelde
zijn vertrek nog een dag uit. Toen de
avond begon te vallen, ging hij naar Vic
torine ,die juist bezig was haar tafel op
te ruimen. Zij kreeg eensklaps een hoog-
roode kleur, toen hij het kamertje bin
nentrad en haar lippen trilden....
„Gaat ge morgen eerst weg?" vroeg
zij met gejaagde stem.
„Ja, maar dan morgeu ook vast en ze-
ter."
Hij ging naar haar toe en greep hare
h,and.
«Vtóftline. Zo« Sï&g. hi si m
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Verg. ven Dinsdag 22 1November (Verv.)
Na de pauze werd het de vorige week
aangehouden amendement Thomson
om uit de Indische begrooting te lichten
den post voor snellaadpistolen (ruim
f71.000) verworpen met 44 stemmen te
gen 24 stemmen vóór. Zonder stemming
werd daarna het hoofdstuk uitgaven in
Nederland der Indische begrooting,
goedgekeurd.
Hierna zette de heer Troelstra zijn
rede over de staatsbegrooting voort, con
stateerde voor de zooveelste maal, zei-
de hij, dat voor de chronischie stijging
der militaire lasten alle burgerlijke par
tijen in de Kamer, zoowel links als van
rechts, aansprakelijk zijn. Spr. becijferde
dat niettegenstaande wij niet bij machte
zijn met ons leger en onze vloot iets
gi otsch tot stand te brengen en ieder
een erkent, dat het een janboel is, zijn
ui 10 jaren tijds de uitgaven voor leger
en vloot gestegen van 39 miilioen tot 50
millioen. Bezuiniging op dit gebied is
een noodzakelijk compliment voor de
uitgaven voor sociale doeleinden. Aan
innerlijke versterking van ons volk is
meer behoefte dan aan versterking naar
buiten. Dit is het conflict tusschen de
militaristen en de democraten, vooral de
sociaal-democraten. En een tweede con
flict is, dat de kapitalistische klasse het
geld voor die militaristische doeleinden
wel vinden kan, niet door belastingen,
die op haar eigen klasse drukken, maar
door verbruiksbelasting, die het volk
knijpen.
De heer Troelstra wijst er verder
op, dat de levensoorsprong van dit kabi
net is geweest om op militair en vloot-
gebied in orde te maken, wat minister
van Rappard volgens velen niet kon en nu
blijkt dit kabinet het zelf niet te kunnen
en durft in dezen tijd van financieelen
nood aan te komen met kustverdedi -
gingsvoorstellen, die binnen 8 jaar ruim
46 millioen zullen vorderen.
Het is geen wonder, dat de kleine
ambtenaren een beweging hebben op
touw gezet, om, met het oog op de stij
ging der levensbehoeften, verbetering van
positie te verkrijgen. Als de regeering
daaraan geen gehoor geeft, zal zij dte
menschen zelf in het kamp der sociaal
democraten drijven, waar men wèl oog
heeft voor hunne nooden en behoeften.;
Ten slotte critiseerde spreker de ver
schillende proeven van sociale wetgeving
van Minister Talma, wiens bakkerswet
en ziekteverzekering niets dan onvoldra
gen vruchten zijn en zette breedvoerig
uiteen, dat ook de Nederlandsche regee-
ring geen politiek mag voeren, die in
gaat tegen de internationale opleving van
de arbeidersklasse, want een regeering,-
die dat wèl doet, lokt conflicten uit,
zooals in de laatste tijden bijna overal in'
het buitenland voorkomen.
Na nog verdere beschouwingen ge
wijd te hebben aan de noodzakelijkheid
van versterking van den invloed der ar
beidersklasse, concludeerde spreker, dat
dit alleen kan bereikt worden door alge
meen kiesrecht, voor hetwelk een volks-
petitionnement is op touw gezet, waar
aan de regeering ernstige aandacht be
hoort te wijden.
De heer K u y p e r oordeelde, dat er
bij deze begrooting geen aanleiding be
staat voor een contradictoir politiek de
bat. Er heeft toch geen verschuiving van
stemmen op politiek gebied plaats ge
had van rechts naar links, óók niet
"door de verkiezing in Rotterdam V., wel
ker uitslag ten gunste van links meer aan
toevallige omstandigheden o.a. de po
pulariteit van den candidaat de Jongh en
een, ook in de liberale pers, zeer afge
keurd pamflet van liberale zijde enz. 4
toe t e schrijven was.
Spreker deed zijn overtuiging kennen,-
dat de coalitie niets minder hecht staat
dan zulks bij haar oorsprong was, en dat
zij integendeel organisch in elkaar is ge
groeid, en op allerlei wijze getoond heeft
stand t e houden en aan innigheid te win
nen. Als bewijs voor dat stand houden
wees spreker o.a. op het verloop van dc
beweging tegen de Borromaeus-ency-
cliek.
Het tegenwoordige Kabinet is even
geconsolideerd als de coalitie en spre
ker wijst er op, dat het in 't algfemeeirt
met ingenomenheid wordt gadegeslagen
en in vrij grooter kring bevrediging
schenkt, al wordt dit in deze Kamer niet
zoo gemerkt (Luid gelach.)
Dit kabinet is gemaiigd opgetreden,
véél gematigder zegt spr. dan het
kabinet van 1901 en het laat daarbij
geen oogenblik den band. los die het
bindt aan het christelijk beginsel. Het
kabinet, hoezeer uit de christelijke par
tijen voortgekomen, geeft de blijken niet
uitsluitend voor rechts te willen regce-
ren, maar voor het geheele volk. En dat
dit kabinet onpartijdig is bewijst wel
dat nu en dan ontevredenheid heerscht
zoowel in het linkschc als in het recht-
sche kamp (luid gelach).
Verder zette spr. uiteen dat het kabi
net hard werkt, en dat zulks in 1913 zal
blijken als de ziekte-verzekering, de her
ziening der ongevallenwet en de ouder-
doms- cn invaliditeits-verzekering in het
staasblad moeten staan.
Spr. verdedigde het kabinet tegen het
verwijt van het doen van partijdige be
noemingen en weersprak daarna ten
stelligste dat er in de anti-revolutionaire
partij een sourdc oppositie tegen het
kabinet bestaat. Omtrent enkele zaken
kan men in die partij wel eens gaarne
enkele dingen zien ingewilligd, als b.v.
wat betreft de vaccine en de doodstraf,
maar dc A. R. partij is zich bewust dat
zij in de coalitie slechts een der groe
pen is en niet speciaal voor haar con
cessies kan opeischen.
Wat de kustverdediging betreft, de
indiening daarvan noemde spreker een
heroieke daad. Menig kabinet zou voor
zulk een stap teruggedeinsd zijn, vree-
zende zijn populairiteit te verliezen, doch
dit Ministerie heeft het aangedurfd1.,
Hier heeft het kabinet sleclvts zich af te
vragen wat zijn wij verschuldigd aan dc
verdediging van het land en aan God,
die dit land aan onze handen heeft toe
vertrouwd.
De Reg. krijgt dus in deze spreker's
steun, maar de partij blijft vasthouden;
aan het beginsel, dat zij tonnen gouds
gebleven bij u, maar, helaas, gij houdt
niet van mij."
Zij hief het hoofd op en zag hem aan.
„Waarom zou ik niet van u houden?
God vergclde u, wat ge voor mij gedaan
hebt, Frans. Ik wensch u alle mogelijke
geluk toe."
„Wilt ge niet lief en leed met mij dee-
len, Victorine? Zeg ja; wilt ge?" en hij
greep haar hand.
Zij trok deze echter zacht terug, zag, als
hulp zoekend, in het vertrekje rond,
kruiste daarop de handen op de borst en
zag hem diep in de oogen:
„Hoor eens, Frans," antwoordde zij
daarop met een vaste stem, „voor mijn
mam is het nog te vroeg, en voor mij is
het te laat."
Hij viel daarop plotseling op een stoel
neer, begroef het hoofd in de handen en
zijn acern ging haastig, hijgend op en
neer. Een gemimen tijd zat hij aldus, met
doffe oogen naar den grond te staren,
terwijl zij bij de tafel stond en het raam
uitzag.
„Ik heb hartkloppingen", zeide hij
daarop met klanklooze stem, terwijl hij
opstond. Iedere droppel bloed was uit
zijn gelaat geweken. „Vaarwel, dus Vic
torine, dan vertrek ik morgen vroeg, wees
niet boos op mij."
Met onvaste schreden ging hij naar
de deur toe, .Victorine vv^de hem nog na-
loopen en iets zeggen, eeu woord vuu
dank, een bedeiets wat hem staande
zou houden,.maar juist kwam Régine de
deur in. De haren hingen haar verward
om het hoofd en zij vestigde met een uit
drukking van blijdschop de groote, blau-
oogen op het gelaat van hare moeder.
„Heeft hij u gevraagd?"
„Ja, maar ik kan niet."
Het meisje greep haar hand.
„Ik heb altijd Frans zoo aardig gevon
den, zoo'n brave, goeue man en de grijze
haren in zijn baard ziet men bijna niet. Ik'
zou geen vader tegen hem zeggen, maar
Frans. Moeder, ik weet dat hij niet meer
naar Argentinië teruggaat, hij heeft be
paald heimwee, hij ziet er zoo slecht uit
„Jij weet daar niets van", antwoordde
hare moeder eenigszins ontstemd.
Het meisje ging op de bank zitten.»
haar oogen dwaalden zoekend in het rond
„Wilt u hem niet nemen, moeder?'5
„Heeft hij jou aangepraat, kleine kop
pelaarster?"
„O, neen, volstrekt niet, maar ik gun
hem zijn geluk zoo van harte, moeder.'5
Victorine legde de hand op het hoofd
van haar dochter.
„Ik zal er nog eens goed over denken^
Régine.
(Wjordt vervolgd^