feuilleton. Naar zijn land teruggekeerd. staten-generaal" redenen geschiedt. Dat plan zal ter ken nis van de Kamer komen en bi] die gele genheid kan de geheele zaak principieel behandeld worden. Debat er thans over, acht de Minister dus voorbarig. Na re plieken werd de onderaf deeling goedge keurd. De heer De Visser bepleitte subsi die voor de Meisjesschool te Selembah ook als normaalschool en drong aan op betere regeling der onderwijzeressen. De heer Van Hoogstraten drong aan op meer gelegenheid tot handels- en mathematisch onderwijs voor Indische gelui. De heer Ter Laan bepleitte meer aansluiting der verschillende deelen van het Europeesche onderwijs, bevordering van het middelbaar onderwijs, maar voor al van het M. U. L. onderwijs en voorts van onderwijs aan Chineezen. Spreker klaagde dat de opleiding der onderwij zers nog alles te wenschen laat. De heer Colijn wijst er op, dat het aantal leerlingen op de H. B. S. te Ba tavia gaandeweg na 't eerste leerjaar ver mindert. Dat komt, dat er meer behoefte aan m. u. 1. o. dan aan middelbaar on derwijs bestaat. Ook vestigt spr. de aandacht op de be hoefte aan m. u. 1. o. voor inlanders, en verzoekt daaromtrent onderzoek. De heer Bos wensclit onderscheiding tusschen de behoeften der Europeanen en die der inlandsche bevolking ten op zichte van het m. 1. u. o. en ontwikkelt ten opzichte van beiden een program. Voor Europeanen wenscht hij aanslui ting bij de onderwijsorganisatie in de Ne- denauden, voor inlanders vooral onder wijs in de natuurwetenschappelijke vak ken. Bij de afdeeiing „Inlandsch onderwijs" gaat de iieer Ter Laan na welke her vormingen bereids zijn ingevoerd, en be spreekt verschillende zaken, die nog voor ziening eischen: meer scholen, betere op- ieiding van de inlandsche onderwijzers en een behoorlijke salarisregeling voor hen. De lieer P o 11 e m a drong o. a. aan op herziening van het besluit betreffende de subsidieering van inlandsche scholen, in dien zin dat meer rekening wordt gehou den met de plaatselijke omstandigheden. De Minister verklaarde o.a. in gun- siige overweging te zullen nemen sub sidieering van de normaal-afdeeling der Salembah-School. Alle verlofkosten van het bijzonder onderwijs ten laste van den den Slaat te brengen, zal niet doenlijk zijn maar hij zal de zaak onder de aandacht der Indische regeering brengen. Wat be treft de aansluiting van het lager onder wijs aan het middelbaar, dient nu eerst eens eenige jaren der werking van de M. U. L. O. scholen te worden a.gewacht. In- tusschen zal de Minister de volle aandacht van de ind. Regeering vestigen op de he den gegeven wenken te dier zake. De Minister verklaarde, dat de over plaatsing van den onderwijzer Scholman geen enkele politieke bedoeling had en zelte nader uiteen, dat die heer aan de beurt was gekomen van verplaatsing. Verder verdedigde de Minis Ier uitvoe rig de nieuwe salarisregeling der on derwijzers. De afdeeling onderwijs werd gocdgc- gekeurd. Bij de afdeeling Landbouw besprak de heer Duys de suiker-industrie en kwam er krachtig tegen op, dat zoowel in en buiten de Kamer zij, die opkomen voor de belangen van den Javaanschen landbouwer, daarbij handelen uit haat of afkeer tegen de suikerindustrie of de suiker-industrieeien. Niets is minder waar. De sociaal-de mocraten beschouwen de suikerindustrie als een heilzaam iets, tnaar zijn van oor deel, dat zij niet gebezigd mag wor den als middel om den inlander nog meer afhankelijk te maken, terwijl de baten alleen het groot-kapitaal toe vloeien. Hij verweet de regeering, dat zij in deze een faissezaller-stelsel huldigt en -betoogde de noodzakelijkheid van in korting der voorschottermijnen, als eer ste middel om den Javaanschen landbou wer te hulp te komen, maar de regeering schijnt meer het oor te leenen aan het advies van het syndicaat der suikerin- dustrieelen, dus de onmiddellijk belang hebbenden, die tegen de inperking zijn, dan aan de stem van tien, die op dit stuk opkomen voor de belangen van den inlandschen arbeider. Met de actie der suiker fabrikanten zelf blijkt, dat de tijd gekomen is voor de regeering om met kracht in te grijpen om de suikerindustrie, die geen vrij!e cultuur is, vrij te maken. Want de indus- trieelen hebben het zelf erkend, dat zij door de bepalingen in de contracten, enz. een zekere mate van elasticiteit in de wijze van de uitoefening der indus trie te hebben, waardoor zij bij het stijgen van het product de winsten in den zak steekt, en bij het dalen, de schade kan verhalen op de Ioonen der arbeiders. Ten ernstigste waarschuwde spr. tegen het gehoor leenen door de regeering aan het eenzijdige syndicaat van suiker fabrikanten. De heer Elhorst drong aan op de krachtige bevordering van de katoencul tuur, in het belang van de textielnijver heid. De Minister weersprak dat de re geering in de zaak der suikerindustrie zit en vestigde in verband hiermede er de aandacht op dat hij reeds ten vori- gen jare het overleg heeft geopend met de Indische regeering om na te gaan of inkorting van de voor^chottermijnen mo gelijk was. Te dezer zake zijn thans rapporten ingekomen. Donderdag half 11 voortzetting. Begrooting van Financiën. Het voorloopig verslag over hoofd stuk VII (Financiën) is verschenen. Gevraagd wat de minister dit jaar ge daan heeft tot verdrijving voor zooveel mogelijk van de vreemde munt uit Limburg. Ook werd gevraagd wat de uitkomst is geweest van 's Ministers ioegezegd on derzoek, in hoeverre bif de meerderheid van het publiek bezwaren tegen het nieuwe stuiverstuk bestaan, welke geacht moeten worden van blijvenden aard te zullen zijn. Men bepleitte het denkbeeld het stuk te ver vangen door een van afwijkenden vorm 't zij vierkant, 't zij ovaal. Andere leden meenden, dat de bezwaren zouden zijn weggenomen, indien de stukken van een doorboring werden voorzien, een denk beeld dat echter bij verscheidene leden tegenstand ontmoette, op grond van hy giënische overwegingen. Met betrekking tot de personeele belasting werd door enkele leden gevraagd of van den Minister voorstellen zijn te ver wachten tot afschaffing van de belas ting op de haardsteden die zij zeer on billijk achten. Verscheidene leden oor deelden, dat er aanleiding bestaat voor herziening van de tabel van indeeling der gemeenten voor de personeele be lasting. Sommige leden kwamen nogmaals op voor het denkbeeld, dat ook aan koffie huishouders vermindering der belasting zou worden toegestaan. Gevraagd werd of de indiening van de herziening van de wet op het gedistilleerd: spoedig mag worden verwacht. Eenige leden hadden vernomen dat in den laatsten tijd de schatkist belangrij ke schade heeft geleden door praktij ken die er toe strekken alcohol meer af te scheiden uit vermenging met alcohol met andere stoffen. Zelfs zou het mo gelijk zijn uit een mengsel van alcohol en houtgeest of methyl, beide bestand- deelen meer zuiver at te scheiden. Men vroeg wat den Minister hieromtrent be kend is en of maatregelen worden geno men tegen bedoelde misbruiken gericht. Sommige leden meenden te weten, dat het Kon. Besl. van 15 Maart 1910, hou dende bepalingen omtrent het verleende van teruggaaf van accijns bij uitvoer, van alcoholhoudende goederen, onnoo- dig beiemmerend werkt voor de likeur stokerijen en die industrie zich dan ook met klachten tot de regeering heeft ge wend. Inlichtingen werden gevraagd. Geklaagd werd dat een belasting op saccharine nog steed op zich laat wachten. Door verscheidene leden werd aange^ drongen op uitbreiding der Staatsloterij, een instelling, waarvan de Minister zoo werd opgemerkt blijkens zijn uit latingen in den loop der laatste jaren! geen tegenstander is. Het aantal loteK was veel te gering. Gevolg daarvan is dat velen loten van particuliere loterijen! koopen, vooral van het genre der Loti- sico en Tijdgeestloten, wier uitgevers! geen eigen trekking hebben, maar pro- fiteeren van het vertrouwen dat de trek king der Staatsloterij terecht bij het pu bliek heeft. Zij maken echter op die wij ze de winsten, die, bij een voldoend aan tal Staatsloten, in jde Schatkist zoudcol vloeien. Met klem verzocht men den mi nister aan dien toestand een einde te ma ken. Uitbreiding der Staatsloterij en ver andering der nummers bij elke trekking} waardoor maatschappijen als boven bedoeld zelf een trekking zu'.len moeten houden en dientengevolge het vertrou wen van het publiek zullen verliezen achtte men hier het aangewezen mid del. Sommige leden meenden voorts, dat indien de Staatsloterij wordt uitgebreid de overheid des te krachtiger zou kunnen optreden tegen particuliere loterijen, dei speelhuizen en weddenschappen bij wed rennen. Intusschen werd van andere zijde te gen het-» aanbevolen denkbeeld met kracht opgekomen. Men betoogde, dat een regeering, welke zich als een chris telijke regeering heeft aangediend, zich niet op het standpunt mocht stellen on* dat kwaad te bestrijden, de Overheid goed doet door dat kwaad te reglemen- teeren. Het werd van deze zijde integen deel zeer betreurd, dat dit Kabinet nog» geen maatregelen heeft voorgesteld om' tot geleidelijke afschaffing van de staats loterij te geraken. Bij de artikelen kwamen nog verschil lende aangelegenheden ter sprake. Naar aanleiding van de mededeeling dat voor loonen der losse werkliecku ruim f 26000 minder is geraamd in ver band met inkrimping van muntwerkzaamheden enz. werd gevraagd op welke wijze de Minister zich voorstelt de losse werk lieden die in het najaar ontslagen zijn om het volgend jaar niet meer te wor den aangenomen, tegemoet te komen. Nog verschillende andere arbeiders belangen werden besproken. Ook had het de aandacht getrokken dat van het totaal bedrag ad f 683.500 voor den bouw der nieuwe Munt toegestaan, eens om van ongeveer ruim f 80000 onbeschikt zal blijven. Verschillende leden merkten op, dat dit onverwacht oordeel voor de schatkist slechts voor een deel op rekening moet worden gesteld voor een te hooge ra ming der bouwkosten. Voornamelijk is dit het gevolg van de omstandiglhediert dat de laagste inschrijver aan wien liet werk is gegund zijn inschrijvingssom op» roekelooze wijze veel te laag heeft ge steld. Het natuurlijke gevolg is daarvan niet uitgebleven. De aannemer is geble ken het werk niet te kunnen afleveren en gefailleerd. Men kan gaarne van den Minister de verklaring ontvangen dat er zorg voor zal worden gedragen, dat de uitvoering van rijkswerken niet worde opgedragen aan personen, die geen waar; borg bieden daartoe technisch en finan cieel in staat te zijn. Bij de afdeeling Kosten der Eerew diensten werd in herinnering gebracht, dat ten vorigen jare een tractement voor een predikant der Ned. Herv. Gemeente te Overdinkel op de begrooting is ge bracht en werd de vraag gesteld, of ,op grond van dezelfde overwegingen als toen hebben gegolden en thans geen aan leiding bestaat zulk een traktement uit te trekken voor een R. K. geestelijke aldaar. Verscheidene leden meenden dat die vraag slechts bevestigend kon wor den beantwoord, daarbij opmerkende dat Overdinkel het aantal R. K. tweemaal zoo groot is als dat der andersdenken den. Aangedrongen werd alsnog een post ad f600 op de begrooting te brengen. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Donderdag 17 November. Uit de Pers. Het Katholiek Vereenigiogsleven in ons Land. Aan een artikel van den heer A. H. j. Engels in het „Katholiek Soci aal Weekblad", waarin een over zicht gegeven wordt van het Katholiek vcreenigingsleven in ons land, ontleenen wij de volgende bijzonderheden: Ned. Chr. Boerenbond. Opge richt in 1895, ten tijde dat men in ons land alleen kende de neutrale Maatschap pijen van Landbouw, die zich hoogst zel den gelegen lieten liggen aan datgene wai direct den toestand der landbouwers kon verbeteren, was een tiental jaren la ter een enorme vooruitgang te consta- teeren. Merkwaardig is, dat in den N. C. Boerenbond de katholieke streken het best zijn georganiseerd. In de provin cies Noord-Brabant en Limburg woont 25 percent der geheele landbouwende bevolking van Nederland, en van het aan tal georganiseerde landbouwers tellen de ze provincies 37 percent. Alleen de Lim- burgsche Boerenbond heeft 14000 leden. Nog sterker komt dit uit met de zoo bij uilsiek christelijke Raiifeisenbanken. Van de 261 Boerenleenbanken, op 1 Jan. 1905 bij de twee grootste Centrale Banken aangesloten, waren er 46 percent geves tigd in beide bovengenoemde provincies. De bij de Centrale Bank te Eindhoven aangesloten banken hadden op dat tijd stip meer dan 3 millioen gulden aan spaargeiden ontvangen, en bijna 2 mii'i- oen gulden voorschotten verstrekt a n 3407 personen. Opgericht zijn verder allerlei coöpera tieve instellingen, alsmede verzekeringen voor paarden, runderen, varkens en klein vee. Strikt onderlinge verzekeringen tegen hagel en brand vindt men in Noord-Bra- Jbant e nLimburg. In Noord-Brabant was in 1904 tegen brand verzekerd een waar de van 171/2 millioen gulden, in Limburg tegen hagel een waarde van 1.172.000 gulden. Ned. R. K, Volksbond. Heeft af- deeiingen in het Diocees Haarlem. Aan tal leden: 14000. Doel: met alle wettige en geoorlooide middelen de zedelijke en stoffelijke belangen van liet volk ie be vorderen, in den geest en volgens de be ginselen der R. K. Kerk. Ook niet-werk- liederi en vrouwen kunnen lid worden. De Bond heeft ondersteuningsfondsen teekenscholen, spaarbanken opgericht, en ;ln de latere jaren vakvereenigingen en coöperatieve instellingen. Hetzelfde doel streeft ook na de R. K. Volksbond in het bisdom Breda^ Bond van Werklieden veree- ni gingen in het- Aartsbisdom Utrecht' In tegenstelling met den N. R. K. Volksbond, bestaat deze Bond uit zuiver werklieden vereenigingen. Hij telt ruim 6000 leden, terwijl het in de statuien der aangesloten vereenigingen is vastge steld, dat al haar leden zich tevens moeten aansluiten bij de bestaande vakvereeni gingen. In dezen Bond is de vakvereeni- ging steeds op den voorgrond geschoven terwijl de idee van het patronaat voor jongens hier het eerst werkelijkheid in de Aloysius-vereeniging werd. Ook de idee der coöperatie had hier vroeg post gevat. O.a. is in dezen bond, behalve co- operatieve bakkerijen en inkoopsvereeni- gingen, ook opgericht een coöperatieve levensverzekering, welke blijkbaar goed gaat. Limburgsche Volksbond. Op gericht Mei. 1900. Afd. 23; leden 1408. Stout geven tot oprichting van vakveree nigingen; Mijnwerkersbondcoöopera- iies, en liet Secretariaat van den Arbeid te Maastricht. Pogingen aangewend tot beteugeling der werkloosheid; teeken scholen opgericht; volksontwikkeling be vorderd door steun der Katholieke pers, bouwvereenigingeii opgericht, drankbe strijding bevorderd, sociale cursus in het leven geroepen enz. Uit het Duitsch van JJ egerlehner. 4) De vrouw bleef staan en schoof haar hoofddoek achteruit. Zij had een groote bos gras onder den arm en een bruin grof laken jak aan, evenals alle vrouwen van het dorp, maar het zag er zoo zindelijk uit, alsof het pas nieuw uit den winkel kwam. „Ik ben u gisteren reeds tegengekomen toen ge hierheen kwaamt," begon zij met heldere stem, terwijl haar mond zich tct een glimlach plooide, waardoor haar gelaat, dat meestal zoo droef was, eens klaps een opgewekte uitdrukking kreeg. „Victorine", riep hij eensklaps uit, „ik ik ben Frans Escher uit Amerika." ».Zijt gij Frans?" antwoordde d'e vrouw op verwonderden toon, terwijl zij het gras liet vallen. „Ja, nu herken ik u ook weder." Haar oogen schitterden en een blos kleurde haar wangen. Ge zijt al leen een weinig anders ge worden, maar verder... 0, ik zoy u, overal herkend heb- ben.V Bond van Werklieden veree nigingen in 't Diocees 's Bosch. Is bekend om het opgewekt sociaal leven hetwelk in zijn afdeelingen gevonden wordt. Tot zelfs in de jongst opgerichte, in Kaatsheuvel en Waalwijk. Wat door de jonge afdeeling Kaatsheuvel o. a. is gedaan tot afschaffing van de gedwongen winkelnering als de economische ont voogding van de arbeiders, is van alge- méene bekendheid. Eveneens mag bekend geacht worden de activiteit van Tilburg met zijn bloei ende textiel arbeiders Organisatie, co- operatie, secretariaat van den arbeid enz. Wat hier, evenals in Eindhoven is tot stand gebracht, kan den toets der critiek glansrijk doorstaan. Dat er hard gewerkt is in Brabant aan de volksontwikkeling, wordt ten overvloede bewezen door de eminente krachten, die deze beweging aan de ge organiseerde katholieke Nederlandschc arbeiders heeft geleverd. Het feit, dat het socialisme in het Zui den, ondanks alle beweringen van het te gendeel, toch maar geen terrein kan win nen, wordt hierdoor voldoende verklaard. Bureau voor de R. K. Vakorga nisatie. Dit Bureau is voorloopig ge vestigd te Amsterdam. Op dit oogen blik zijn de meeste R. K. Vakbonden er reeds bij aangesloten, met een gezamenlijk ge tal van ruim 13000 leden. Hoofddoel van dit Bureau is door vaster aansluiting van de vakbonden, meerdere kracht aan de R. K. Vakbeweging te verleenen, en de ze propagandistische kracht onder de ar beiders ie versterken. De R. K. Vakbe weging in haar geheel bestaat uit 18 vak bonden, vertegenwoordigende 313 vak vereenigingen, en 16203 leden, volgens de jongste, oificiëele statistiek (1907—'09) De Hanze (Diocesane) Bond van R. K. Middenstands ver eenigingen. Bestaat thans in aile vijf de Bisdommen. Het heelt reeds zeer veel gedaan voor de behartiging van de geestelijke zoowel als van de stoffelijke belangen van den Middens land, in de tal rijke plaatsen waar afdeelingen zijn ge vestigd, o.a. door het stichten van on derlinge inkoopsvereenigingen, onder linge verzekeringen, informatie- en incas- so-bureau's, onderlinge credietbanken, enz. D r a 11 k b e s t r ij d i 11 g. Sobriëtas is de centrale organisatie der Ned. R. K. Drank bestrijding. Hierbij zijn aangesloten de Ned. Kruisverbonden, Maria vereenigin gen, jongensbonden en St. Anna veree nigingen voor kinderen. Gezamenlijk aantal leden de 44.720 leden der St. Anna medegerekend 114.562. Vereen iging van den H. Vin- centius k Pauio. Opgericht in 1846, heeft in 149 plaatsen van ons land af deelingen. Bemoeit zich in hoofdzaak met armenzorg, kinderbescherming, zorg voor verwaarloosden en gevallenen, brokken- huls, spijskokerij, verschaffing van kos teloos bijzonder onderwijs, enz. R. K. VereenigLng tot bescher ming van Meisjes. Deze vereeni- ging heeft ia 76 plaatsen afdeelingen of correspondenten, en in enkele grootere steden een Tehuis voor Meisjes. Als zoo danig doet te Leiden dienst het gebouw der Zita-vereeniging. VercenigingvoorEer en Deugd Opgericht in 1904, heelt deze vereeniging reeds 167 afdeelingen, verspreid over het geheele land. Uitsluitend voor jonge lingen 130 afd. met 7820 leden, en 37 afd. voor mannen met 4697 leden. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 16 Nov. (Verv.) De Min. v. Kol. zeite uiteen, dat de cicruiaire van den Oouv.-Oen. in zake het Leger des Heils, geen andere bedoe ling heeft dan dat de bekeerlingen van het Leger zuilen worden behandeld ais Christenen. Wat de heer Bogaardt in die circulaire gezien heeft dat verband met den doop houdt, ligt er niet in. Wat de overneming der scholen in de Miita- hassa betreft, er komt een regeling van deze zaak later bij de Kamer, omdat in derdaad die overneming om financieele Frans stak haar de hand toe. „Ge zijt ook weinig veranderd, Vic torine. Ge hebt nog altijd dezelfde blo zende wangen en blauwe oogen. Gis teren zaagt ge wat bleek, maar nu hebt ge weder een gewone kleur." „Ik ben nu een oude vrouw, Frans. Als men een volwassen dochter en groo te zoons heeft." „Régine is dus u wdochter?" „Ja, maar ik heb er nog ééne, die ou dier is. Die dient ai sedert het voorjaar in Domo. Ik heb vier kinderen, en sedert mijn man gestorven is, kan ik ze niet Allen thuis houden." „Zoo, is hij overleden hoe heette hij ook weder. Johannes immers, maar hoe verder?" „Ambard. Hij is nu al zeven jaren dood Hij kreeg longontsteking en stierf in drie dagen tijds en tnijn jongste kind overleed juist één maand vóór hem." „Dan hebt ge ook uw kruis te dragen, Victarine", zeide Frans met zijn diep ge voel. „En gaat het u goed, Frans?" „Nog nooit zóó goed; als den laatsten tijd. Mijne kinderen zijn volwassen en nu wilde ik nog eens mijn geboorteplaats terug zien. het zal wel de laatste maal zijn en men kan die toch niet vergeten." Zijn stem klonk dol en droe_vig ea zijn blikken bleven rusten op het gelaat der vrouw. „Wilt ge niet even binnenkomen en een glas landwijn bij mij drinken." Ze is wel niet zóó goed als andere jaren maar „Neen, dank u, Victorine. Ik ben naar den wedstrijd geweest en heb daar al een paar glazen gedronkenwel wil ik echter gaarne even bij u rusten." „Kom dan mede", zeide zij, hein vóór gaande. Regine had al dien tijd staan luisteren met lachende oogen en lippen, met blijden trots, dat de men uit Amerika eensklaps bleek een oude vriend van haar moeder te zijn. Zoodra Frans het huis binnen was gegaan en op de bank aan ■den muur had plaats genomen, had zij hem al een glas wijn ingeschonken. Het was donkeroode landwijn van gindsche bergen, bij de waterleiding, waar de zon den gelieeien dag op brandde en die een beter soort opleverde dan men aanvan kelijk wel vermoeden zou. „Waar zijn uw jongens nu?" vroeg Frans terwijl hij zijn glas opnam. „Op uw gezondheid dan, Victorine". „De één is op de recrutenschool, de an der houdt het vee in het hooggebergte. Zij zijn beiden zeer oppassend en goed) voor mij," voegde de vrouw er in moe- .dSI&ojë aan ps* jbfin heb ik geen zorg. De oudste heeft al heel wat geld op de spaarbank en hij weet het niet eens. Hij zal blij zijn een stuveirtje te hebben als hij eens trouwen wil." „En weet hij daar zelt niets van? Hoe komt dat zou?" „Hij betaalt moeder geregeld kost geld," voegde het meisje er aan toe, „maar hij geeft veel te veel en nu neemt zij er af wat haar toekomt en legt het overige op zijde." „Wees blij, dat ge brave kinderen hebt", zeide Frans op ernstigen toon, „Het meisje schijnt ook een handig ding te zijn, -die zal wel eens een goed huwelijk doen. Ik kan helaas niet zoo roemen op mijn kinderen. De oudste is om het geld getrouwd en leeft nu in 't geheel niet gelukkig, met zijn vrouw. Van mijn dochters is de ééne helaas, den verkeer den weg op gegaan en dat was juist de liefste en de andere is naar de stad ge trokken, uie dient daar in een hotel en is blijde niet op <de boerderij te behoeven te werken. Toen ik weg ging kreeg ik den indruk alsof mijn kindereu liever hadden dat ik maar niet meer in Amerika terug kwam." „En hunne moeder... uwe vrouw?" vroeg Régine. „Die is gestorven jbij de geboorte van on_s zes,d£ kinds Ik ben al bijna twintig jaren weduwnaar." „En blijft ge nu een poosje hier?"* vroeg de oude vrouw. „Ja, tot het najaar. Misschien begiu ik in dien tijd nog wel het een of ander- Mijn geld heb ik bij mij als ik soms noodig mocht hebben De kinderen heb ikf hun deel reeds gegeven." „Ik ga nu de geiten melken", zeide Victorine. De kudde is aangekomen, maar daarom kunt ge hier nog wel een poos» je blijven rusten." „Moeder, ik moet maar liever gaan melken", riep het jonge meisje, haastig opspringend. „Kom, drink eens met mij mede, Vic torine." De vrouw zette de lippen aan het glat en keek hem toen opnieuw aan. „Het is dus reeds vijf en twintig jaren geleden, dat ge van hier gingt. Wat vliegt de tijd toch!" Zij vouwde de haiuden in den schoot en staarde, in gepeins ver diept, het venster uit. Haar voorhoofd was zonderling blank en glad nog, alleen bij de wenkbrauwen had zij een paai rimpels. Frans knikte met het hoofd. (Wordt .vejvolgdk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5