feuilleton.
Naar zijn land teruggekeerd.
staten-generaal"
redenen geschiedt. Dat plan zal ter ken
nis van de Kamer komen en bi] die gele
genheid kan de geheele zaak principieel
behandeld worden. Debat er thans over,
acht de Minister dus voorbarig. Na re
plieken werd de onderaf deeling goedge
keurd.
De heer De Visser bepleitte subsi
die voor de Meisjesschool te Selembah
ook als normaalschool en drong aan op
betere regeling der onderwijzeressen.
De heer Van Hoogstraten drong
aan op meer gelegenheid tot handels- en
mathematisch onderwijs voor Indische
gelui.
De heer Ter Laan bepleitte meer
aansluiting der verschillende deelen van
het Europeesche onderwijs, bevordering
van het middelbaar onderwijs, maar voor
al van het M. U. L. onderwijs en voorts
van onderwijs aan Chineezen. Spreker
klaagde dat de opleiding der onderwij
zers nog alles te wenschen laat.
De heer Colijn wijst er op, dat het
aantal leerlingen op de H. B. S. te Ba
tavia gaandeweg na 't eerste leerjaar ver
mindert. Dat komt, dat er meer behoefte
aan m. u. 1. o. dan aan middelbaar on
derwijs bestaat.
Ook vestigt spr. de aandacht op de be
hoefte aan m. u. 1. o. voor inlanders,
en verzoekt daaromtrent onderzoek.
De heer Bos wensclit onderscheiding
tusschen de behoeften der Europeanen
en die der inlandsche bevolking ten op
zichte van het m. 1. u. o. en ontwikkelt
ten opzichte van beiden een program.
Voor Europeanen wenscht hij aanslui
ting bij de onderwijsorganisatie in de Ne-
denauden, voor inlanders vooral onder
wijs in de natuurwetenschappelijke vak
ken.
Bij de afdeeiing „Inlandsch onderwijs"
gaat de iieer Ter Laan na welke her
vormingen bereids zijn ingevoerd, en be
spreekt verschillende zaken, die nog voor
ziening eischen: meer scholen, betere op-
ieiding van de inlandsche onderwijzers
en een behoorlijke salarisregeling voor
hen.
De lieer P o 11 e m a drong o. a. aan op
herziening van het besluit betreffende de
subsidieering van inlandsche scholen, in
dien zin dat meer rekening wordt gehou
den met de plaatselijke omstandigheden.
De Minister verklaarde o.a. in gun-
siige overweging te zullen nemen sub
sidieering van de normaal-afdeeling der
Salembah-School. Alle verlofkosten van
het bijzonder onderwijs ten laste van den
den Slaat te brengen, zal niet doenlijk zijn
maar hij zal de zaak onder de aandacht
der Indische regeering brengen. Wat be
treft de aansluiting van het lager onder
wijs aan het middelbaar, dient nu eerst
eens eenige jaren der werking van de M.
U. L. O. scholen te worden a.gewacht. In-
tusschen zal de Minister de volle aandacht
van de ind. Regeering vestigen op de he
den gegeven wenken te dier zake.
De Minister verklaarde, dat de over
plaatsing van den onderwijzer Scholman
geen enkele politieke bedoeling had en
zelte nader uiteen, dat die heer aan de
beurt was gekomen van verplaatsing.
Verder verdedigde de Minis Ier uitvoe
rig de nieuwe salarisregeling der on
derwijzers.
De afdeeling onderwijs werd gocdgc-
gekeurd.
Bij de afdeeling Landbouw besprak
de heer Duys de suiker-industrie en
kwam er krachtig tegen op, dat zoowel
in en buiten de Kamer zij, die opkomen
voor de belangen van den Javaanschen
landbouwer, daarbij handelen uit haat
of afkeer tegen de suikerindustrie of de
suiker-industrieeien.
Niets is minder waar. De sociaal-de
mocraten beschouwen de suikerindustrie
als een heilzaam iets, tnaar zijn van oor
deel, dat zij niet gebezigd mag wor
den als middel om den inlander nog
meer afhankelijk te maken, terwijl de
baten alleen het groot-kapitaal toe
vloeien.
Hij verweet de regeering, dat zij in
deze een faissezaller-stelsel huldigt en
-betoogde de noodzakelijkheid van in
korting der voorschottermijnen, als eer
ste middel om den Javaanschen landbou
wer te hulp te komen, maar de regeering
schijnt meer het oor te leenen aan het
advies van het syndicaat der suikerin-
dustrieelen, dus de onmiddellijk belang
hebbenden, die tegen de inperking zijn,
dan aan de stem van tien, die op dit
stuk opkomen voor de belangen van den
inlandschen arbeider.
Met de actie der suiker fabrikanten zelf
blijkt, dat de tijd gekomen is voor de
regeering om met kracht in te grijpen
om de suikerindustrie, die geen vrij!e
cultuur is, vrij te maken. Want de indus-
trieelen hebben het zelf erkend, dat zij
door de bepalingen in de contracten,
enz. een zekere mate van elasticiteit in
de wijze van de uitoefening der indus
trie te hebben, waardoor zij bij het stijgen
van het product de winsten in den zak
steekt, en bij het dalen, de schade kan
verhalen op de Ioonen der arbeiders.
Ten ernstigste waarschuwde spr. tegen
het gehoor leenen door de regeering
aan het eenzijdige syndicaat van suiker
fabrikanten.
De heer Elhorst drong aan op de
krachtige bevordering van de katoencul
tuur, in het belang van de textielnijver
heid.
De Minister weersprak dat de re
geering in de zaak der suikerindustrie
zit en vestigde in verband hiermede er
de aandacht op dat hij reeds ten vori-
gen jare het overleg heeft geopend met
de Indische regeering om na te gaan of
inkorting van de voor^chottermijnen mo
gelijk was.
Te dezer zake zijn thans rapporten
ingekomen.
Donderdag half 11 voortzetting.
Begrooting van Financiën.
Het voorloopig verslag over hoofd
stuk VII (Financiën) is verschenen.
Gevraagd wat de minister dit jaar ge
daan heeft tot verdrijving voor zooveel
mogelijk van de
vreemde munt uit Limburg.
Ook werd gevraagd wat de uitkomst is
geweest van 's Ministers ioegezegd on
derzoek, in hoeverre bif de meerderheid
van het publiek bezwaren tegen het
nieuwe stuiverstuk
bestaan, welke geacht moeten worden
van blijvenden aard te zullen zijn. Men
bepleitte het denkbeeld het stuk te ver
vangen door een van afwijkenden vorm
't zij vierkant, 't zij ovaal. Andere leden
meenden, dat de bezwaren zouden zijn
weggenomen, indien de stukken van een
doorboring werden voorzien, een denk
beeld dat echter bij verscheidene leden
tegenstand ontmoette, op grond van hy
giënische overwegingen.
Met betrekking tot de
personeele belasting
werd door enkele leden gevraagd of van
den Minister voorstellen zijn te ver
wachten tot afschaffing van de belas
ting op de haardsteden die zij zeer on
billijk achten. Verscheidene leden oor
deelden, dat er aanleiding bestaat voor
herziening van de tabel van indeeling
der gemeenten voor de personeele be
lasting.
Sommige leden kwamen nogmaals op
voor het denkbeeld, dat ook aan koffie
huishouders vermindering der belasting
zou worden toegestaan.
Gevraagd werd of de indiening van
de herziening van de
wet op het gedistilleerd:
spoedig mag worden verwacht.
Eenige leden hadden vernomen dat
in den laatsten tijd de schatkist belangrij
ke schade heeft geleden door praktij
ken die er toe strekken alcohol meer af
te scheiden uit
vermenging met alcohol
met andere stoffen. Zelfs zou het mo
gelijk zijn uit een mengsel van alcohol
en houtgeest of methyl, beide bestand-
deelen meer zuiver at te scheiden. Men
vroeg wat den Minister hieromtrent be
kend is en of maatregelen worden geno
men tegen bedoelde misbruiken gericht.
Sommige leden meenden te weten, dat
het Kon. Besl. van 15 Maart 1910, hou
dende bepalingen omtrent het verleende
van teruggaaf van accijns bij uitvoer,
van alcoholhoudende goederen, onnoo-
dig beiemmerend werkt voor de likeur
stokerijen en die industrie zich dan ook
met klachten tot de regeering heeft ge
wend. Inlichtingen werden gevraagd.
Geklaagd werd dat een belasting op
saccharine
nog steed op zich laat wachten.
Door verscheidene leden werd aange^
drongen op uitbreiding der
Staatsloterij,
een instelling, waarvan de Minister
zoo werd opgemerkt blijkens zijn uit
latingen in den loop der laatste jaren!
geen tegenstander is. Het aantal loteK
was veel te gering. Gevolg daarvan is
dat velen loten van particuliere loterijen!
koopen, vooral van het genre der Loti-
sico en Tijdgeestloten, wier uitgevers!
geen eigen trekking hebben, maar pro-
fiteeren van het vertrouwen dat de trek
king der Staatsloterij terecht bij het pu
bliek heeft. Zij maken echter op die wij
ze de winsten, die, bij een voldoend aan
tal Staatsloten, in jde Schatkist zoudcol
vloeien. Met klem verzocht men den mi
nister aan dien toestand een einde te ma
ken. Uitbreiding der Staatsloterij en ver
andering der nummers bij elke trekking}
waardoor maatschappijen als boven
bedoeld zelf een trekking zu'.len moeten
houden en dientengevolge het vertrou
wen van het publiek zullen verliezen
achtte men hier het aangewezen mid
del. Sommige leden meenden voorts, dat
indien de Staatsloterij wordt uitgebreid
de overheid des te krachtiger zou kunnen
optreden tegen particuliere loterijen, dei
speelhuizen en weddenschappen bij wed
rennen.
Intusschen werd van andere zijde te
gen het-» aanbevolen denkbeeld met
kracht opgekomen. Men betoogde, dat
een regeering, welke zich als een chris
telijke regeering heeft aangediend, zich
niet op het standpunt mocht stellen on*
dat kwaad te bestrijden, de Overheid
goed doet door dat kwaad te reglemen-
teeren. Het werd van deze zijde integen
deel zeer betreurd, dat dit Kabinet nog»
geen maatregelen heeft voorgesteld om'
tot geleidelijke afschaffing van de staats
loterij te geraken.
Bij de artikelen kwamen nog verschil
lende aangelegenheden ter sprake.
Naar aanleiding van de mededeeling
dat voor loonen der losse werkliecku
ruim f 26000 minder is geraamd in ver
band met inkrimping van
muntwerkzaamheden
enz. werd gevraagd op welke wijze de
Minister zich voorstelt de losse werk
lieden die in het najaar ontslagen zijn
om het volgend jaar niet meer te wor
den aangenomen, tegemoet te komen.
Nog verschillende andere arbeiders
belangen werden besproken.
Ook had het de aandacht getrokken
dat van het totaal bedrag ad f 683.500
voor den bouw der
nieuwe Munt
toegestaan, eens om van ongeveer ruim
f 80000 onbeschikt zal blijven.
Verschillende leden merkten op, dat
dit onverwacht oordeel voor de schatkist
slechts voor een deel op rekening moet
worden gesteld voor een te hooge ra
ming der bouwkosten. Voornamelijk is
dit het gevolg van de omstandiglhediert
dat de laagste inschrijver aan wien liet
werk is gegund zijn inschrijvingssom op»
roekelooze wijze veel te laag heeft ge
steld. Het natuurlijke gevolg is daarvan
niet uitgebleven. De aannemer is geble
ken het werk niet te kunnen afleveren
en gefailleerd. Men kan gaarne van den
Minister de verklaring ontvangen dat er
zorg voor zal worden gedragen, dat de
uitvoering van rijkswerken niet worde
opgedragen aan personen, die geen waar;
borg bieden daartoe technisch en finan
cieel in staat te zijn.
Bij de afdeeling Kosten der Eerew
diensten werd in herinnering gebracht,
dat ten vorigen jare een tractement voor
een predikant der Ned. Herv. Gemeente
te Overdinkel op de begrooting is ge
bracht en werd de vraag gesteld, of ,op
grond van dezelfde overwegingen als
toen hebben gegolden en thans geen aan
leiding bestaat zulk een traktement uit
te trekken voor een
R. K. geestelijke
aldaar. Verscheidene leden meenden dat
die vraag slechts bevestigend kon wor
den beantwoord, daarbij opmerkende dat
Overdinkel het aantal R. K. tweemaal
zoo groot is als dat der andersdenken
den. Aangedrongen werd alsnog een post
ad f600 op de begrooting te brengen.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Donderdag 17 November.
Uit de Pers.
Het Katholiek Vereenigiogsleven
in ons Land.
Aan een artikel van den heer A. H.
j. Engels in het „Katholiek Soci
aal Weekblad", waarin een over
zicht gegeven wordt van het Katholiek
vcreenigingsleven in ons land, ontleenen
wij de volgende bijzonderheden:
Ned. Chr. Boerenbond. Opge
richt in 1895, ten tijde dat men in ons
land alleen kende de neutrale Maatschap
pijen van Landbouw, die zich hoogst zel
den gelegen lieten liggen aan datgene
wai direct den toestand der landbouwers
kon verbeteren, was een tiental jaren la
ter een enorme vooruitgang te consta-
teeren. Merkwaardig is, dat in den N. C.
Boerenbond de katholieke streken het
best zijn georganiseerd. In de provin
cies Noord-Brabant en Limburg woont
25 percent der geheele landbouwende
bevolking van Nederland, en van het aan
tal georganiseerde landbouwers tellen de
ze provincies 37 percent. Alleen de Lim-
burgsche Boerenbond heeft 14000 leden.
Nog sterker komt dit uit met de zoo bij
uilsiek christelijke Raiifeisenbanken. Van
de 261 Boerenleenbanken, op 1 Jan. 1905
bij de twee grootste Centrale Banken
aangesloten, waren er 46 percent geves
tigd in beide bovengenoemde provincies.
De bij de Centrale Bank te Eindhoven
aangesloten banken hadden op dat tijd
stip meer dan 3 millioen gulden aan
spaargeiden ontvangen, en bijna 2 mii'i-
oen gulden voorschotten verstrekt a n
3407 personen.
Opgericht zijn verder allerlei coöpera
tieve instellingen, alsmede verzekeringen
voor paarden, runderen, varkens en klein
vee.
Strikt onderlinge verzekeringen tegen
hagel en brand vindt men in Noord-Bra-
Jbant e nLimburg. In Noord-Brabant was
in 1904 tegen brand verzekerd een waar
de van 171/2 millioen gulden, in Limburg
tegen hagel een waarde van 1.172.000
gulden.
Ned. R. K, Volksbond. Heeft af-
deeiingen in het Diocees Haarlem. Aan
tal leden: 14000. Doel: met alle wettige
en geoorlooide middelen de zedelijke en
stoffelijke belangen van liet volk ie be
vorderen, in den geest en volgens de be
ginselen der R. K. Kerk. Ook niet-werk-
liederi en vrouwen kunnen lid worden.
De Bond heeft ondersteuningsfondsen
teekenscholen, spaarbanken opgericht, en
;ln de latere jaren vakvereenigingen en
coöperatieve instellingen.
Hetzelfde doel streeft ook na de R. K.
Volksbond in het bisdom Breda^
Bond van Werklieden veree-
ni gingen in het- Aartsbisdom
Utrecht' In tegenstelling met den N.
R. K. Volksbond, bestaat deze Bond uit
zuiver werklieden vereenigingen. Hij telt
ruim 6000 leden, terwijl het in de statuien
der aangesloten vereenigingen is vastge
steld, dat al haar leden zich tevens moeten
aansluiten bij de bestaande vakvereeni
gingen. In dezen Bond is de vakvereeni-
ging steeds op den voorgrond geschoven
terwijl de idee van het patronaat voor
jongens hier het eerst werkelijkheid in
de Aloysius-vereeniging werd. Ook de
idee der coöperatie had hier vroeg post
gevat. O.a. is in dezen bond, behalve co-
operatieve bakkerijen en inkoopsvereeni-
gingen, ook opgericht een coöperatieve
levensverzekering, welke blijkbaar goed
gaat.
Limburgsche Volksbond. Op
gericht Mei. 1900. Afd. 23; leden 1408.
Stout geven tot oprichting van vakveree
nigingen; Mijnwerkersbondcoöopera-
iies, en liet Secretariaat van den Arbeid
te Maastricht. Pogingen aangewend tot
beteugeling der werkloosheid; teeken
scholen opgericht; volksontwikkeling be
vorderd door steun der Katholieke pers,
bouwvereenigingeii opgericht, drankbe
strijding bevorderd, sociale cursus in het
leven geroepen enz.
Uit het Duitsch van JJ egerlehner.
4)
De vrouw bleef staan en schoof haar
hoofddoek achteruit. Zij had een groote
bos gras onder den arm en een bruin grof
laken jak aan, evenals alle vrouwen van
het dorp, maar het zag er zoo zindelijk
uit, alsof het pas nieuw uit den winkel
kwam.
„Ik ben u gisteren reeds tegengekomen
toen ge hierheen kwaamt," begon zij
met heldere stem, terwijl haar mond zich
tct een glimlach plooide, waardoor haar
gelaat, dat meestal zoo droef was, eens
klaps een opgewekte uitdrukking kreeg.
„Victorine", riep hij eensklaps uit, „ik
ik ben Frans Escher uit Amerika."
».Zijt gij Frans?" antwoordde d'e
vrouw op verwonderden toon, terwijl zij
het gras liet vallen. „Ja, nu herken ik u
ook weder." Haar oogen schitterden en
een blos kleurde haar wangen. Ge zijt al
leen een weinig anders ge worden, maar
verder... 0, ik zoy u, overal herkend heb-
ben.V
Bond van Werklieden veree
nigingen in 't Diocees 's Bosch.
Is bekend om het opgewekt sociaal leven
hetwelk in zijn afdeelingen gevonden
wordt. Tot zelfs in de jongst opgerichte,
in Kaatsheuvel en Waalwijk. Wat door
de jonge afdeeling Kaatsheuvel o. a. is
gedaan tot afschaffing van de gedwongen
winkelnering als de economische ont
voogding van de arbeiders, is van alge-
méene bekendheid.
Eveneens mag bekend geacht worden
de activiteit van Tilburg met zijn bloei
ende textiel arbeiders Organisatie, co-
operatie, secretariaat van den arbeid enz.
Wat hier, evenals in Eindhoven is tot
stand gebracht, kan den toets der critiek
glansrijk doorstaan.
Dat er hard gewerkt is in Brabant
aan de volksontwikkeling, wordt ten
overvloede bewezen door de eminente
krachten, die deze beweging aan de ge
organiseerde katholieke Nederlandschc
arbeiders heeft geleverd.
Het feit, dat het socialisme in het Zui
den, ondanks alle beweringen van het te
gendeel, toch maar geen terrein kan win
nen, wordt hierdoor voldoende verklaard.
Bureau voor de R. K. Vakorga
nisatie. Dit Bureau is voorloopig ge
vestigd te Amsterdam. Op dit oogen blik
zijn de meeste R. K. Vakbonden er reeds
bij aangesloten, met een gezamenlijk ge
tal van ruim 13000 leden. Hoofddoel van
dit Bureau is door vaster aansluiting van
de vakbonden, meerdere kracht aan de
R. K. Vakbeweging te verleenen, en de
ze propagandistische kracht onder de ar
beiders ie versterken. De R. K. Vakbe
weging in haar geheel bestaat uit 18 vak
bonden, vertegenwoordigende 313 vak
vereenigingen, en 16203 leden, volgens de
jongste, oificiëele statistiek (1907—'09)
De Hanze (Diocesane) Bond
van R. K. Middenstands ver
eenigingen. Bestaat thans in aile vijf
de Bisdommen. Het heelt reeds zeer
veel gedaan voor de behartiging van de
geestelijke zoowel als van de stoffelijke
belangen van den Middens land, in de tal
rijke plaatsen waar afdeelingen zijn ge
vestigd, o.a. door het stichten van on
derlinge inkoopsvereenigingen, onder
linge verzekeringen, informatie- en incas-
so-bureau's, onderlinge credietbanken,
enz.
D r a 11 k b e s t r ij d i 11 g. Sobriëtas is de
centrale organisatie der Ned. R. K. Drank
bestrijding. Hierbij zijn aangesloten de
Ned. Kruisverbonden, Maria vereenigin
gen, jongensbonden en St. Anna veree
nigingen voor kinderen.
Gezamenlijk aantal leden de 44.720
leden der St. Anna medegerekend
114.562.
Vereen iging van den H. Vin-
centius k Pauio. Opgericht in 1846,
heeft in 149 plaatsen van ons land af
deelingen. Bemoeit zich in hoofdzaak met
armenzorg, kinderbescherming, zorg voor
verwaarloosden en gevallenen, brokken-
huls, spijskokerij, verschaffing van kos
teloos bijzonder onderwijs, enz.
R. K. VereenigLng tot bescher
ming van Meisjes. Deze vereeni-
ging heeft ia 76 plaatsen afdeelingen of
correspondenten, en in enkele grootere
steden een Tehuis voor Meisjes. Als zoo
danig doet te Leiden dienst het gebouw
der Zita-vereeniging.
VercenigingvoorEer en Deugd
Opgericht in 1904, heelt deze vereeniging
reeds 167 afdeelingen, verspreid over het
geheele land. Uitsluitend voor jonge
lingen 130 afd. met 7820 leden, en 37 afd.
voor mannen met 4697 leden.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Woensdag 16 Nov. (Verv.)
De Min. v. Kol. zeite uiteen, dat de
cicruiaire van den Oouv.-Oen. in zake
het Leger des Heils, geen andere bedoe
ling heeft dan dat de bekeerlingen van
het Leger zuilen worden behandeld ais
Christenen. Wat de heer Bogaardt in die
circulaire gezien heeft dat verband met
den doop houdt, ligt er niet in. Wat
de overneming der scholen in de Miita-
hassa betreft, er komt een regeling van
deze zaak later bij de Kamer, omdat in
derdaad die overneming om financieele
Frans stak haar de hand toe.
„Ge zijt ook weinig veranderd, Vic
torine. Ge hebt nog altijd dezelfde blo
zende wangen en blauwe oogen. Gis
teren zaagt ge wat bleek, maar nu hebt
ge weder een gewone kleur."
„Ik ben nu een oude vrouw, Frans.
Als men een volwassen dochter en groo
te zoons heeft."
„Régine is dus u wdochter?"
„Ja, maar ik heb er nog ééne, die ou
dier is. Die dient ai sedert het voorjaar
in Domo. Ik heb vier kinderen, en sedert
mijn man gestorven is, kan ik ze niet Allen
thuis houden."
„Zoo, is hij overleden hoe heette
hij ook weder. Johannes immers, maar
hoe verder?"
„Ambard. Hij is nu al zeven jaren dood
Hij kreeg longontsteking en stierf in drie
dagen tijds en tnijn jongste kind overleed
juist één maand vóór hem."
„Dan hebt ge ook uw kruis te dragen,
Victarine", zeide Frans met zijn diep ge
voel.
„En gaat het u goed, Frans?"
„Nog nooit zóó goed; als den laatsten
tijd. Mijne kinderen zijn volwassen en nu
wilde ik nog eens mijn geboorteplaats
terug zien. het zal wel de laatste maal
zijn en men kan die toch niet vergeten."
Zijn stem klonk dol en droe_vig ea zijn
blikken bleven rusten op het gelaat der
vrouw.
„Wilt ge niet even binnenkomen en
een glas landwijn bij mij drinken." Ze
is wel niet zóó goed als andere jaren
maar
„Neen, dank u, Victorine. Ik ben naar
den wedstrijd geweest en heb daar al een
paar glazen gedronkenwel wil ik echter
gaarne even bij u rusten."
„Kom dan mede", zeide zij, hein vóór
gaande. Regine had al dien tijd staan
luisteren met lachende oogen en lippen,
met blijden trots, dat de men uit Amerika
eensklaps bleek een oude vriend van haar
moeder te zijn. Zoodra Frans het huis
binnen was gegaan en op de bank aan
■den muur had plaats genomen, had zij
hem al een glas wijn ingeschonken. Het
was donkeroode landwijn van gindsche
bergen, bij de waterleiding, waar de zon
den gelieeien dag op brandde en die een
beter soort opleverde dan men aanvan
kelijk wel vermoeden zou.
„Waar zijn uw jongens nu?" vroeg
Frans terwijl hij zijn glas opnam. „Op
uw gezondheid dan, Victorine".
„De één is op de recrutenschool, de an
der houdt het vee in het hooggebergte.
Zij zijn beiden zeer oppassend en goed)
voor mij," voegde de vrouw er in moe-
.dSI&ojë aan ps* jbfin heb ik geen
zorg. De oudste heeft al heel wat geld op
de spaarbank en hij weet het niet eens.
Hij zal blij zijn een stuveirtje te hebben
als hij eens trouwen wil."
„En weet hij daar zelt niets van? Hoe
komt dat zou?"
„Hij betaalt moeder geregeld kost
geld," voegde het meisje er aan toe,
„maar hij geeft veel te veel en nu neemt
zij er af wat haar toekomt en legt het
overige op zijde."
„Wees blij, dat ge brave kinderen
hebt", zeide Frans op ernstigen toon,
„Het meisje schijnt ook een handig ding
te zijn, -die zal wel eens een goed huwelijk
doen. Ik kan helaas niet zoo roemen
op mijn kinderen. De oudste is om het
geld getrouwd en leeft nu in 't geheel
niet gelukkig, met zijn vrouw. Van mijn
dochters is de ééne helaas, den verkeer
den weg op gegaan en dat was juist de
liefste en de andere is naar de stad ge
trokken, uie dient daar in een hotel en is
blijde niet op <de boerderij te behoeven te
werken. Toen ik weg ging kreeg ik den
indruk alsof mijn kindereu liever hadden
dat ik maar niet meer in Amerika terug
kwam."
„En hunne moeder... uwe vrouw?"
vroeg Régine.
„Die is gestorven jbij de geboorte van
on_s zes,d£ kinds Ik ben al bijna twintig
jaren weduwnaar."
„En blijft ge nu een poosje hier?"*
vroeg de oude vrouw.
„Ja, tot het najaar. Misschien begiu
ik in dien tijd nog wel het een of ander-
Mijn geld heb ik bij mij als ik soms
noodig mocht hebben De kinderen heb ikf
hun deel reeds gegeven."
„Ik ga nu de geiten melken", zeide
Victorine. De kudde is aangekomen, maar
daarom kunt ge hier nog wel een poos»
je blijven rusten."
„Moeder, ik moet maar liever gaan
melken", riep het jonge meisje, haastig
opspringend.
„Kom, drink eens met mij mede, Vic
torine."
De vrouw zette de lippen aan het glat
en keek hem toen opnieuw aan.
„Het is dus reeds vijf en twintig jaren
geleden, dat ge van hier gingt. Wat vliegt
de tijd toch!" Zij vouwde de haiuden
in den schoot en staarde, in gepeins ver
diept, het venster uit. Haar voorhoofd
was zonderling blank en glad nog, alleen
bij de wenkbrauwen had zij een paai
rimpels.
Frans knikte met het hoofd.
(Wordt .vejvolgdk