Naar zijn land teruggekeerd.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Dinsdag 15 November.
Uit de Pers.
De Papendrechtsche strafzaak.
(I Bet „Handelsblad" vestigt de aan-
jdacht op het groote algemeene belang
feiu de Papendrechtsche strafzaak.
„Waren het tot nu toe slechts de b e-
ibhaldigden, die, wanneer verdedi
ger of rechter het noodzakelijk achtten
jzich aan een onderzoek door psychiaters
ftnoesten onderwerpen, beschuldigden die
[vaak door een ongunstige uitspraak van
jjden psychiater niet veel aan goeden
[iiaam konden verliezen, thans zijn door
jjden Arnhemschen rechter eenige dozijnen
SNederlandsche burgers, getuigen, dte in
|iet belang van de goede rechtspraak wa-
ijfen opgekomen, in handen van een drie
stal krankzinnigen-dokters gesteld. En een
[{aanzienlijk aantal van die getuigen zijin
fjdioor die krankzinnigen artsën na een
jjjpniderzoek geestelijk minderwaardig be
tonden b.v. lijdende aan ^imbecili-
$as" of aan waanzin.
R-eeds het feit zelf is merkwaardig,
(jcÊoGh van zeer groot belang is ook, hoe
fjde rechter staat tegenover deze „des-
[jkurwiig" minderwaardig-verklaringen. In-
Idien de rechter daar een groote waardie
Ijaan blijkt te hechten, beteekent dit zeer
Siyeel voor allen, die vrienden of familiele-
fjden hebben, wier intellectueele ontwik-
hjceling of moreele zelfbeheersching bene-
[jden liet gemiddelde zijn en die zij, moch
ten deze ooit als getuigen worden op-
i'jgeroepen, zeer ongaarne publiekelijk door
'deskundigen geclasseerd zouden zien on-
'jder de geestelijk minderwaardigen.
Van groote beteekenis is het gebeurde
^verder voor de ontwikkeling van onze
^rechtspleging. Immers in crimineele za
niken komen getuigen, uit een intellectueel
jen moreel zeer laag staand milieu, haast
dagelijks voor. Zeer, zeer vaak zijn die
^getuigen, getuigen a charge men be-
^jhoeft niet te vragen tot welke gevolgen
[[dit alles thans leiden kan en hoe derge
lijke verklaring van deskundigen bij vele
'getuigen a charge door den verdediger
'gevraagd zullen worden.
Thans ging het om getuigen a déchar
ge. En wij willen op nog een punt wij
zen, dat de behandeling van deze zaak
zoo merkwaardig maakt. Alles staat hier
op zijn kop. Het Openbaar Ministerie,
Anders gewoonlijk de scherpe tegenstan-
-der van den psychologischen deskundi
ge, die den beklaagde aan den straffenden
arm der gerechtigheid wil ontrukken,
stond hier naast de psychologen, die een
'half dozijn argelooze getuigen voor altijd
:ihet merkteeken van imbecilifeit of waan
zin op het voorhoofd willen drukken.
Een der krankzinnigen specialiteiten
had gedurende het geheele verhoor
steeds de grootste pret scheen die zaak
'als een bijzonder vermakelijk geval te
beschouwen).
Een treffende eensgezindheid heerséh-
te er tusschen den advocaat-generaal, die
r raadsheeren en de drie krankzinnigen art-
~sen. Het kwam voor dat wanneer de
'•verdediger, alleen tegenover die eensge
zinde tegenstanders staande, een vraag
deed aan een der deskundigen, die deze
niet snel ten nadeele van beklaagde be
antwoordde, twee, drie raadsheeren haast
Tegelijk het antwoord gaven ééns
kwam zelfs de getuige na geruimen tijd
met de opmerking, dat hij meende diat hij
"aan het woord was."
Het „Nieuws van den Dag" laat
door een caricatuur het licht vallen op
/hetgeen ons te wachten kan Staan als
''dergelijke rapporten gewoonte mochten
;>vorden, en zegt dan:
t-~ „Wij zijn er benieuwd naar, wat de
V opinie van onze juridische wereld zal zijn
f over dit n o v u m onder den invloed van
'rapporten als dit op de afwikkeling van
'rechtszaken, 't Eerste proefje is alles be-
halve smakelijk. Deze specialisten veroor
loven zich een uitstapje op het terrein
i.van den rechter van instructie, en daarbij
'[(ook, het moet erkend, tengevolge van
FEUILLETON.
Uit het Duits ch van JJégerlehtier
t
Hij stond nu recht voor het huisje van
JVictorine. Of zij daar nog altijd zou wo-
- neh? Hij kon immers wel naar binnen
gaan en het vragen. Toen hij aan de ach
terdeur klopte, verscheen daar een jonge
|:vrouw mei een kind op den arm.
ff „Ik zou gaarne willen weten waar Vic-
^jtorine woont?" vroeg hij met eenigszins
f{bevende stem, terwijl hij langs haar heen
/li^aar binnen keek.
„Victoiine? De vrouw van Ambord?"
[I; ),De vrouw met het smalle gezicht,
pie zooeven met een koie hier langs
ging."
„Ja, dat was Victorine Ambord. Zij
Woont boven in het dorp», naast het past-
ifcantoor."
Hij draalde even, bij zicli zelf overleg
gend of hij nog meer zou vragen: hoe het
tiaar ging, hoeveel-kinderen zij had. Maar
[wat ging Victornie hem feitelijk aan? Zij
had hem afgewezen, toen hij 'haar ten
huwelijk vroeg, en nu w^s zij de vrouw
de zéér ruime opdracht, hun gegeven)
behandelen zij de zaak zóó fondl, dat
men zou denken: Nu kunnen de heeren
te Arnhem wel naar huis gaan, de zaak
is door de psychiaters berecht op eigen
gelegenheid."
Het blad hoopt, dat de rechters te Arn
hem dit requisitoir zullen schatten op zijn
waarde op niet méér dan zijn waarde.
^Land en Volk" schrijft o.a.
„Verschillende inwoners van Papen-
drecht en omstreken worden daar onder
het ontleedmes genomen door een drietal
heeren psychiaters. Hun karakter, hnu
geestesgesteldheid, hun waarheidisliefde,
alles wordt voor het geacht publiek haar
fijn uitgeplozen en het resultaat door de
pers over heel Nederland verspreid.
„Het zijn geen misdadigers, die d'ezie
kuur ondergaan, het zijn lieden, die in
het algemeen belang woj/den opgeroe
pen om getuigenis af te leggen van de
waarheid.
Een woord van protest tegen deze wij
ze van procedeeren moet ons van het
hart De heeren van het Hof moesten zich
maar eens verplaatsen in de mogelijkheid
dat ook zij als getuigen worden opge
roepen in een strafzaak, en door zulk
een drietal medische mandarijnen in bet
openbaar onder handen worden geno
me n."
En 5,De {Telegraaf" voorspelde
Vrijdag reeds, wat het resultaat zou zijn:
„Onder den grooten .suggestieven in
vloed van dit bij uitstek suggestief rap
port, heeft het O. M. zijn doelGarstha-
gen wegens ontoerekenbaarheid van
rechtsvervolging te doen ontslaan, op 'n
paar ronden na bereikt De ganzen héb
ben het kapitool gered. De gekverklaring
van den Papendrechtschen analphabeet
moet 'n aantal gerechtelijke reputaties
voor ondergang behoeden, 'n Diep res
pect voor de vernuftige vondst van de
zen uitweg."
In de „Nieuwe Rotterdamse he
Courant" citeert J. J. van der Harst
een aantal „deskundige" uitspraken van
psychiaters.
„Wie in deze kleine bloemlezing, zegt
schr., van professorale wijsheden en
domheden den uiteraard hier en daar iet
wat lacunairen samenhang heeft vermo
gen te ontdekken en vast te houden, zal
waarschijnlijk hebben begrepen, dat de
psychologische afglijding der rechtsple
ging, welke wij dezer dagen in ons land
ter zake van een geruchtmakende rechts
zaak voor het eerst in zoo opvallende ma
te hebben waargenomen, een zeer beden
kelijk initium mag heeteneen ontwikke
ling der rechtspleging laat vermoeden
welke op den duur allicht compromittee-
rend kon blijken voor twee zijden: i
voor psychiatrie en rechtspleging beide."
De 40 millioen.
In verband met het ingediende wets
ontwerp tot instelling van een fonds van
40 millioen voor verbetering onzer kust
verdediging heeft, naar wij vernemen, de
Koningin een commissie benoemd ter
bestudeering van zwaar geschut en de
opstelling daarvan in geschutfabrieken te
Le Creuzot, St. Chamond, Pilsen, Maag
denburg, Essen, e. a. De commissie, die
hare werkzaamheden reeds in deze maand
aanvangt, bestaat uit de heeren J. Z. Staten,
luitenant-kolonel der genieL. Tidenius
Kruythoff, majoor Oóst-Indisch legerJ.
C. ten Noever de Brauw, kapitein der
artillerie A. D. J. Berkhout, kapitein der
genie, en F. W. J. Groeneboom, luitenant
ter zee 1ste klasse.
De priester-koeliewerver.
Door den heer Vliegen (S.-D.) is in de
Tweede Kamer een verhaaltje gedaan
omtrent den pastoor P. C. van den Heu
vel, die aan koeliewerving deedi. Het is
de „T ij d", die dit echt socialistisch op
pervlakkig praatje terecht zet.
„Hoe komt het", had Donderdag, blij
kens het kort Verslag de heer Vliegen ge
vraagd, „hoe komt het, dat een pastoor,
de heer v. d. Heuvel, verlof heeft om
koelies te wei-ven voor Duitsch-Nieuw-
Guinea? Dergelijke zaken moeten toch
op den inlander een ongunstigen indTulc
van een ander. Wat had hij dius nu nog
voor belang bij haar?
Hij bedankte voor de inlichtingen en
liep verder door, de straat af. Vijf en
twintig jaren zijn een langen tijd en toch
wat was hier weinig veranderd! Toen
hij voor een grooten plas uitweek, wist
hij, dat er bij het postkantoor ook weer
één zou zijn, en dat was ook werkelijk
zoo. De menschen, die hij tegen kwam,
sloegen weinig of geen acht op hem.
Hem scheen het eerst kort geleden dat
hij hier rondliep, maar voor hen was het
immers een kwart eeuw, die terwijl voor
bijgegaan was. Zij zagen hem voor een
Italiaan aan, die herwaarts was gekomen
om aan den tunnel te werken. Boven in
het bosch werd een leiding door den
berg gemaakt, waar zes Italianen aan be
zig waren, en deze kwamen af en toe in
het dorpje, gingen zelfs wel eens naar de
stad om proviand t e halen of de Mis bij
te wonen.
Bij de herberg gekomen, ging hij naar
binnen, en vroeg hij of men hem daar kon
logeeren. De waardin riep het dienst
meisje dat hem vóórging op de trap en
naa reen klein kamertje met wit gepleis
terde muren geleidde.
„De laatste weken heeft hier niemand
geslapen", zeide het deerntje, dat nau
welijks ^an ;d,e £fih,Q°l ontgro^d ggdééfl te
maken en de Staat moet toch dergelijke
zending niet steunen." (K. Versl. pag. 112
kol. 2). De heer Bogaardt, in de begro
tingsstukken thuis als weinigen =- de Mi
nister had over deze zaak niets gezegd er-
heeft den heer Vliegen het antwoord ge
geven, dat deze bij eenig na
denken zelf trouwens had kun
nen vinden. Dit antwoord was volgens
het Kort Verslag de Handelingen zijn
jiog niet in ons bezit tr van Vrijdag 11
Nov. (pag. 121 jkol. 1), het volgende:
„Wat de zending betreft, de heer van
Kol, dien spreker meer en meer mist in
deze Kamer, had meer waardeering voor
de zending dan de heer Vliegen toonde.
Deze gaf een verkeerde voorstelling van
de positie van pastoor v. d. Heuvel, die
verlof had om koelies te werven voor
Nieuw-Guinea^ Deze pastoor is geheeten
Van den He mei en is gevestigd
in Duitscli Ni eu w-Guin ea, ter
wijl zijn werving beperkt moet blijven tot
1 O inlanders. Bovendien is die werving
beperkt tot intellectueele inlanders, die de
Papoea's practisch moeten onderrichten
in sawah-bouw. Deze werving geeft dus
weinig aanleiding tot critiek. Het opne
men van namen in den betreffenden staat
bij het Koloniaal Verslag bewijst trou
wens niets, want daarop komt ook voor
de naam van een Fransch consulair amb
tenaar." (Wij spatiëeren. Red. T.)
Wij hebben ons gehaast om het praatje
omtrent die priesterlijke koeliewerving
tot haar juiste waarde terug te brengen.
Wel trok bij zijn' repliek de heer Vliegen
het daaromtrent gesprokene terug, maar
wie weet, of het voor de „boeren, burgers
en buitenlui" hier en daar nog niet eens
opgeld moet doen.
Men weet dan, wat er van het verhaal
waar is.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Staatsbegrooting 1911.
Aan de Memorie van Antwoord pp
Hoofdstuk I is nog het volgende ont
leend.
Grondwetsherziening en
algemeen kiesrecht.
Over de voorkeur aan eenig kiesstel
sel te geven, kan thans wegens de aam de
Staatscommissie voor de Grondwetsher
ziening verschuldigde deferentie, geen
debat worden aanvaard.
Reeds vroeger uiteengezet, waarom
niet kan worden verklaard, dat totstand
koming der Grondwetsherziening in eer
sten termijn vóór 1 Juli .1913 zal worden
bevorderd.
Sociale wetgeving.
De Regeering acht de totstandkoming
der verzekeringswetten, inzonderheid der
verzekeringswetten inzonderheid der ver
plichte verzekering tegen de gevolgen
van ouderdom en invaliditeit in hooge
mate urgent. Aan het Departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel wordt
het mogelijke gedaan om de voorberei
ding te bespoedigen.
Militaire Zaken.
Niet geheel duidelijk is de bewering,
dat de regeering bij het behartigen van
de belangen der defensie niet met dem
noodigen ernst zou te werk gaan.
Nadrukkelijk moet worden ontkend,
dat een vaste leiding tem opzichte van
de militaire zaken voor de handelingen
der regeering zouden ontbreken.
B ij zonder Onderwiis.
De verwezenlijking van de in net Uniie-
rapport vervatte denkbeelden doet een
vraag van grondwettelijken aard rijzen.
Een wetsontwerp tot verhooging van 't
Rijkssubsidie voor bouwkosten van la
gere scholen heeft het departement feeds
verlaten.
Zondagswet.
Een toezegging, dat een nieuwe Zon
dagswet spoedig aanhangig zal worden
gemaakt, lean de Regeering mog piet ge
ven.
Vaccine.
Een wetsontwerp inzake vaccinatie zal
vermoedelijk binnen weinige dagen de
Kamer bereiken.
De voorstellen der
Ineenschakelingscommissie
zijn thans in handen van de inspectie-
Zoodra de daarvan verwachte voorlich-
zijn. „Als de ingenieur komt voor het ka
naal logeert hij hier altijd en eens beeft
de bisschop ook in deze kamer geslapen
toen hij hier kwam om de kinderen te
vormen. Ik moet u nu nog vragen, of u
wat gebruiken wilt; als u melk verlangt
of eieren, dan kunt u beide krijgen."
„Geef mij brood met twee eieren en
een glas melk", antwoordde hij. „Ik heb
honger. Zoodra ik mijn kleederen héb
uitgepakt, kom ik beneden im de gelag
kamer."
Het meisje bleef nog even staan, streek
de blonde haren naar achteren en zag
hem nieuwsgierig aan. „Het is nu op 't
oogenblik boven op den berg niet mooi,"
zei de zij. „Er stroomt te veel water urt
de leiding, en daarom hebben ze overal
planken moeten leggen."
„Op welken berg?" vroeg hij het meis
je aanziende, dat een prettigen indruk
op hem maakte. .Wat had zij een slank
figuur, en mooie, gergelde gelaatstrek
ken.
„Wel op dien van de waterleiding."
„Wordt hier een nieuwe waterleiding
gemaakt?"
„Ja, daar is men al acht jaar aan bezig
Het oude kanaal, de Niva, is immers
reeds zoo heel oud en moet daarom ieder
jaar hersteldi worden en dat kost veel
geJT fin (d^ Jifibhen ,wij zeifg nog niet
ting zal zijn ingekomen, hoopt de Minis
ter van Binnenl. Zaken zijn yolle aan
dacht aan dit onderwerp te jvijden.
Financiën.
De Minister van Financiën verdedigt
zeer uitvoerig het door hem gevoerde
beheer. Hij betreurt, dat het voorsffcel
tot heffing van een inkomstenbelasting
nog niet is ingediend, doch waarschijn
lijk zal het wetsontwerp voor het einde
van het jaar zijn departement verlaten.
De verhooging der traktementen van
de groote meerderheid der Commissaris
sen der Koningin is eisch van billijkheid.
Hoewel erkend moet worden dat die
uitgaven voor
Oorlogen Marine
in de laatste jaren stijgende zijn, moetetn
daarbij voor een juiste beoordeeling de
cijfers niet slechts op zichzelf worden
genomen, imaar ook in verband met het
totaal der Staatsuitgaven worden be
schouwd.
Men miskent de inzichten der Regee
ring, indien men haar toeschrijft eed
zucht tot uitbreiding van de doode weer
middelen verder dan door de eiscben
van 's lands verdediging geboden wordt.
De ingediende oorlogsbegrooting geeft
blijken, dat aan de levende strijdkrachten
de hoofdaandacht is gewijd.
Een voorzichtige raming van de op
brengst van het
nieuwe tarief
stelt die op 10 millioen meer dan thans
de invoerrechten inbrengen.
Ter verzekering, dat de meerdere op
brengst van het nieuwe tarief beschik
baar blijft voor sociale wetgeving, zal
worden voorgesteld de verplichting om
van het tijdstip van de inwerkingtreding
af tot op het in >verking treden van de
invaliditeits- en ouderdomsverzekering
jaarlijks een bedrag, als noodig .wordt
geacht voor die verzekering, te besteden
voor aankoop van Nationale schuld, jvel
ke op het Grootboek zal worden inge
schreven ten name van een fonds tot
dekking van uitgaven, voortvloeiende uit
wettelijke maatregelen in zake de pen-
sionneering van arbeiders.
Het bedrag dat de Minister ?ich voor
stelt door de nieuwe regeling van de
inkomstenbelasting
voor de schatkist te winnen, \vordt voor-
loopig op 3 millioen gulden geraamd.
De regeering mag geen voet geven aan
de onderstelling alsof bezuinigingen van
beteekenis zouden kunnen worden aan
gebracht. i
Een
algemeene verhooging d'er
t ra c te me nten
op grond van de stijging der prijzen va;n
verschillende eerste levensbehoeften kan
de regeering niet ter hand nemen.
Beperking van het zenden van afge
vaardigden naar
buit en landsche congressen
is sedert nog het streven der regeering.
Op de vraag of de Memorie van Ant
woord in zake het wetsontwerp tot aan
leg van een gedeelte van den afsluitdijk
der Zuiderzee
en droogmaking van het Wieringermeer
spoedig te wachten is, kan het antwoord
niet bevestigend luiden.
De regeering is met Ged. Staten van
Noord-Holland in overleg getreden over
dit punt. Dit overleg heeft vooralsnog
niet tot een bevredigend resultaat geleid.
De regeering is niets bekend van eeni
ge aanvraag of andere démarche van de
gemeente Amsterdam om de beschikking
te herkrijgen over haar voormalig stad
huis, het
Koninklijk paleis
op den Dam.
Voor het naar eisch in gereedheidl
brengen van het
Paleis Het Loo
als behoorlijk en niet brandgevaarlijk ko-
niklijk verblijf is de tegenwoordige cre-
dietaanvrage onvermijdelijk. Deze aan
vraag is dan ook met het oog op de
Grondwet niet alleen geoorloofd, doch
ook inderdaad een verplichte.
Justitiebegrooting.
Het voorloopig verslag omtrent de uit
breiding van de departementale bureaux,
Justitiebegrooting vangt aan met een
huldebetuiging aan den afgetreden
Minister Ne lissen
voldoende water. Ik veronderstelde ech
ter, dat u hierheen gekomeii waart om
aan den tunnel te werken."
De vreemdeling glimlachte even.
„Ik ben geen Italiaan, al zie ik er ook
uit als een Caiabrees. Ik ben.... ik kom uit
Amerika. Het meisje zette groote oogen
op en sloeg de handen te zamen.
„Is het mogelijk? Uit Amerika? Hebt
u zulk een verre reis gemaakt?"
„Ja^ ik ben drie weken op de boot ge
weest, heb een storm beleefd, daarna heb
ik twee dagen in den trein gezeten; het
laatste eind heb ik echter te voet afge
legd."
„Dan zult u wel moe zijn. Ik zal u een
ander hoofdkussen brengen, dit is te hard
voor iemand die rust moet hebben."
„Ja, ik wil Qpk spoedig gaan slapen,"
bromde de Amerikaan half binnensmonds
„De lucht is hier zoo zuiver en verster
kend, die zal u zeker goed doen", ging
het meisje voort.
„De lucht is hier zuiver en verster
kend," herhaalde hij. „Ja, dat weet ik bij
ondervinding. „Zij verfrischt het hart."
„Régine", hoorde men luid en streng
iemand beneden roepen. Het meisje keer
de zich haastig om, wierp nog een schu
wen, verbaasden blik op den man, die
daar in zijn volle lengte voor haar stond,
en ;dj,e goo flink en s.tevig gebouwd w^s,
en een verklaring van leedwezen, we
gens de reden, waarom hij js afgetredeul'
geschokte gezondheid.
Het optreden van den
nieuwen Minister
werd door vele leden met ingenomenheid
begroet, vooral omdat zij van hem be
scherming der moraliteit verwachten eol
weerstand tegen den aandrang tot yifr-
breiding van de departementale bureaux.
Men vroeg naar het werkplan van den
Minister en met name naar de plaats,
die daarin door de administratieve recht
spraak wordt ingenomen.
Ons strafstelsel
werd tegenover zware misdadigers eit
gevaarlijke misdadigers te zwak geacht,
Anderzijds meende men, dat het stelsel
te «weinig rekening houdt met den
plicht der Qverheid om de geestelijke en
sociale verheffing van de misdadigers te
bevorderen.
Aangedrongen werd op
spoedige in diening
van de wetswijziging tot mitiga,tie yam;
het celstelsel, op onderwijs en vak
opleiding in de gevangenis, op het hoo-
ren van orgelspel in de gevangenis, het
houden van planten in de cel, gemeen
scha pp el ijken arbeid, pogingen tot re-
classeering van veroordeelden, invoering
van het stelsel der Borstel-prisons voor
jeugdige gevangenen^ uitbreiding van de
voorwaardelijke invrijheidsstelling, ver
lening van den straftijd voor gevaarlij
ke gewoontemisdadigers.
Verschil van meening bleek omtrent
invoering van
lijfstraffen
voor sommige gevangenen, evenals teffl.'
aanzien van de doodstraf.
Over verschillende wijzigingen van ds
Kinderwetten
werd van gedachte gewisseld.
Teleurgesteld bleken eenige leden, dat
de
oneerlijke concurrentie
slechts civiel- en niet ook strafrechter
lijk zal worden bestreden. Anderzijds
werd echter gevreesd voor benadeeling
van de eerlijke concurrentie, wanneer de
oneerlijke al te fel wordt bestreden.
Men vraagt naar ervaring omtrent jte
werking van het
arbeidscontract,
en de resultaten van des heeren Staal-
mans onderzoek naar de gedwongen win
kelnering.
Hoe is de ervaring, wilde jnen weten*
met den.
unicus judex
opgedaan?
Komt, zoo luidt een andere vraag ,de
M. v. A. ter zake yan het
recht van vereen iging en
vergadering
spoedig?
Aangedrongen werd op bescherming
ook van modellen van voorwerpen van
kunstn ij verheid.
B e s t r ij d ing van speelhui zen
was voor sommige leden een reden om
den minister geluk te wenschen, voor
anderen om hun afkeuring uit te spre
ken over een optreden van de overheid,
dat niet volkomen wettelijk werd ge
acht, terwijl een derde groep de bespre
king van deze gelegenheid prematuur
acht zoolang nog niet in hoogste instan
tie is beslist.
Urgent werd een regeling genoemf
ten aanzien van de
w oonwagens.
Gewezen werd op de bijzonder groote
criminaliteit,
in katholieke streken.
Men stelde daartegenover, dat op het
punt van recidive en in de crimina
liteit van jeugdige personen der zuidelijke
provinciën weer gunstige statistieken
vertoonen..
Op velen had een onaangetnamen in
druk gemaakt, wat ten aanzien van de
kinderen De Rijk
is geschied. Opgemerkt werd dat de
moeder op een dwaalspoor is gebracht,
door de mededeelingen haar gedaan door
ambtenaren, die men de ontzetting op
andere gronden had gevraagd dan \velkc
gelden mogen, dat voorbij was gezien
dat de maatregel van ontzetting steeds
uitgezonderd moest blijven. Men wilde
nader ingelicht zijn.
Geklaagd werd over de vaak
daarop mompelde zij in zich zelve met
verbazing en grooten eerbied: „Uit Ame
rika!" en verdween toen op de trap, d»
deur achter zich open latend.
II.
Frans Escher gevoelde zich in Bineg^
al spoedig weder tehuis. Het dorp zag er
nog juist uit zooals vroeger; aan weers
zijden van de straat bruin gepleisterde
huisjes en twee open plekken, die wan
neer er brand uitbrak, zouden belettea
dat de vlammen van het eene gedeelte op
het andere oversloegen. Er was één e. kel
niéuw huis gebouwd en een houten
schuur die in elkaar gestort was, had men
door een andere vervangen. Van zijn ou
de bekenden wa»en eenigen van daar ver
trokken, anderen lagen onder den grondi.
Zijn speelmakkers van destijds waren
bijna allen getrouwd, vaders van groote
gezinnen, eenigen hunner zaten in dea
raad. Hij moest hun vertellen van zijn
huishouden in Santa Fé, van het klimaat
aldaar, den bouwtrant der huizen en van
de prijzen van het vee. Toen hij hun zd
dat het in Amerika nu winter was, z-ttea
verscheidenen een verbaasd gezicht.
„Jawel", verzekerde hij hun, „als ik
tegen den winter van hier ga, kom ik daar
weder bij het begin van den zomer aan."
(Wjordt ve/vulgd.)