Naar zijn land teruggekeerd. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 15 November. Uit de Pers. De Papendrechtsche strafzaak. (I Bet „Handelsblad" vestigt de aan- jdacht op het groote algemeene belang feiu de Papendrechtsche strafzaak. „Waren het tot nu toe slechts de b e- ibhaldigden, die, wanneer verdedi ger of rechter het noodzakelijk achtten jzich aan een onderzoek door psychiaters ftnoesten onderwerpen, beschuldigden die [vaak door een ongunstige uitspraak van jjden psychiater niet veel aan goeden [iiaam konden verliezen, thans zijn door jjden Arnhemschen rechter eenige dozijnen SNederlandsche burgers, getuigen, dte in |iet belang van de goede rechtspraak wa- ijfen opgekomen, in handen van een drie stal krankzinnigen-dokters gesteld. En een [{aanzienlijk aantal van die getuigen zijin fjdioor die krankzinnigen artsën na een jjjpniderzoek geestelijk minderwaardig be tonden b.v. lijdende aan ^imbecili- $as" of aan waanzin. R-eeds het feit zelf is merkwaardig, (jcÊoGh van zeer groot belang is ook, hoe fjde rechter staat tegenover deze „des- [jkurwiig" minderwaardig-verklaringen. In- Idien de rechter daar een groote waardie Ijaan blijkt te hechten, beteekent dit zeer Siyeel voor allen, die vrienden of familiele- fjden hebben, wier intellectueele ontwik- hjceling of moreele zelfbeheersching bene- [jden liet gemiddelde zijn en die zij, moch ten deze ooit als getuigen worden op- i'jgeroepen, zeer ongaarne publiekelijk door 'deskundigen geclasseerd zouden zien on- 'jder de geestelijk minderwaardigen. Van groote beteekenis is het gebeurde ^verder voor de ontwikkeling van onze ^rechtspleging. Immers in crimineele za niken komen getuigen, uit een intellectueel jen moreel zeer laag staand milieu, haast dagelijks voor. Zeer, zeer vaak zijn die ^getuigen, getuigen a charge men be- ^jhoeft niet te vragen tot welke gevolgen [[dit alles thans leiden kan en hoe derge lijke verklaring van deskundigen bij vele 'getuigen a charge door den verdediger 'gevraagd zullen worden. Thans ging het om getuigen a déchar ge. En wij willen op nog een punt wij zen, dat de behandeling van deze zaak zoo merkwaardig maakt. Alles staat hier op zijn kop. Het Openbaar Ministerie, Anders gewoonlijk de scherpe tegenstan- -der van den psychologischen deskundi ge, die den beklaagde aan den straffenden arm der gerechtigheid wil ontrukken, stond hier naast de psychologen, die een 'half dozijn argelooze getuigen voor altijd :ihet merkteeken van imbecilifeit of waan zin op het voorhoofd willen drukken. Een der krankzinnigen specialiteiten had gedurende het geheele verhoor steeds de grootste pret scheen die zaak 'als een bijzonder vermakelijk geval te beschouwen). Een treffende eensgezindheid heerséh- te er tusschen den advocaat-generaal, die r raadsheeren en de drie krankzinnigen art- ~sen. Het kwam voor dat wanneer de '•verdediger, alleen tegenover die eensge zinde tegenstanders staande, een vraag deed aan een der deskundigen, die deze niet snel ten nadeele van beklaagde be antwoordde, twee, drie raadsheeren haast Tegelijk het antwoord gaven ééns kwam zelfs de getuige na geruimen tijd met de opmerking, dat hij meende diat hij "aan het woord was." Het „Nieuws van den Dag" laat door een caricatuur het licht vallen op /hetgeen ons te wachten kan Staan als ''dergelijke rapporten gewoonte mochten ;>vorden, en zegt dan: t-~ „Wij zijn er benieuwd naar, wat de V opinie van onze juridische wereld zal zijn f over dit n o v u m onder den invloed van 'rapporten als dit op de afwikkeling van 'rechtszaken, 't Eerste proefje is alles be- halve smakelijk. Deze specialisten veroor loven zich een uitstapje op het terrein i.van den rechter van instructie, en daarbij '[(ook, het moet erkend, tengevolge van FEUILLETON. Uit het Duits ch van JJégerlehtier t Hij stond nu recht voor het huisje van JVictorine. Of zij daar nog altijd zou wo- - neh? Hij kon immers wel naar binnen gaan en het vragen. Toen hij aan de ach terdeur klopte, verscheen daar een jonge |:vrouw mei een kind op den arm. ff „Ik zou gaarne willen weten waar Vic- ^jtorine woont?" vroeg hij met eenigszins f{bevende stem, terwijl hij langs haar heen /li^aar binnen keek. „Victoiine? De vrouw van Ambord?" [I; ),De vrouw met het smalle gezicht, pie zooeven met een koie hier langs ging." „Ja, dat was Victorine Ambord. Zij Woont boven in het dorp», naast het past- ifcantoor." Hij draalde even, bij zicli zelf overleg gend of hij nog meer zou vragen: hoe het tiaar ging, hoeveel-kinderen zij had. Maar [wat ging Victornie hem feitelijk aan? Zij had hem afgewezen, toen hij 'haar ten huwelijk vroeg, en nu w^s zij de vrouw de zéér ruime opdracht, hun gegeven) behandelen zij de zaak zóó fondl, dat men zou denken: Nu kunnen de heeren te Arnhem wel naar huis gaan, de zaak is door de psychiaters berecht op eigen gelegenheid." Het blad hoopt, dat de rechters te Arn hem dit requisitoir zullen schatten op zijn waarde op niet méér dan zijn waarde. ^Land en Volk" schrijft o.a. „Verschillende inwoners van Papen- drecht en omstreken worden daar onder het ontleedmes genomen door een drietal heeren psychiaters. Hun karakter, hnu geestesgesteldheid, hun waarheidisliefde, alles wordt voor het geacht publiek haar fijn uitgeplozen en het resultaat door de pers over heel Nederland verspreid. „Het zijn geen misdadigers, die d'ezie kuur ondergaan, het zijn lieden, die in het algemeen belang woj/den opgeroe pen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Een woord van protest tegen deze wij ze van procedeeren moet ons van het hart De heeren van het Hof moesten zich maar eens verplaatsen in de mogelijkheid dat ook zij als getuigen worden opge roepen in een strafzaak, en door zulk een drietal medische mandarijnen in bet openbaar onder handen worden geno me n." En 5,De {Telegraaf" voorspelde Vrijdag reeds, wat het resultaat zou zijn: „Onder den grooten .suggestieven in vloed van dit bij uitstek suggestief rap port, heeft het O. M. zijn doelGarstha- gen wegens ontoerekenbaarheid van rechtsvervolging te doen ontslaan, op 'n paar ronden na bereikt De ganzen héb ben het kapitool gered. De gekverklaring van den Papendrechtschen analphabeet moet 'n aantal gerechtelijke reputaties voor ondergang behoeden, 'n Diep res pect voor de vernuftige vondst van de zen uitweg." In de „Nieuwe Rotterdamse he Courant" citeert J. J. van der Harst een aantal „deskundige" uitspraken van psychiaters. „Wie in deze kleine bloemlezing, zegt schr., van professorale wijsheden en domheden den uiteraard hier en daar iet wat lacunairen samenhang heeft vermo gen te ontdekken en vast te houden, zal waarschijnlijk hebben begrepen, dat de psychologische afglijding der rechtsple ging, welke wij dezer dagen in ons land ter zake van een geruchtmakende rechts zaak voor het eerst in zoo opvallende ma te hebben waargenomen, een zeer beden kelijk initium mag heeteneen ontwikke ling der rechtspleging laat vermoeden welke op den duur allicht compromittee- rend kon blijken voor twee zijden: i voor psychiatrie en rechtspleging beide." De 40 millioen. In verband met het ingediende wets ontwerp tot instelling van een fonds van 40 millioen voor verbetering onzer kust verdediging heeft, naar wij vernemen, de Koningin een commissie benoemd ter bestudeering van zwaar geschut en de opstelling daarvan in geschutfabrieken te Le Creuzot, St. Chamond, Pilsen, Maag denburg, Essen, e. a. De commissie, die hare werkzaamheden reeds in deze maand aanvangt, bestaat uit de heeren J. Z. Staten, luitenant-kolonel der genieL. Tidenius Kruythoff, majoor Oóst-Indisch legerJ. C. ten Noever de Brauw, kapitein der artillerie A. D. J. Berkhout, kapitein der genie, en F. W. J. Groeneboom, luitenant ter zee 1ste klasse. De priester-koeliewerver. Door den heer Vliegen (S.-D.) is in de Tweede Kamer een verhaaltje gedaan omtrent den pastoor P. C. van den Heu vel, die aan koeliewerving deedi. Het is de „T ij d", die dit echt socialistisch op pervlakkig praatje terecht zet. „Hoe komt het", had Donderdag, blij kens het kort Verslag de heer Vliegen ge vraagd, „hoe komt het, dat een pastoor, de heer v. d. Heuvel, verlof heeft om koelies te wei-ven voor Duitsch-Nieuw- Guinea? Dergelijke zaken moeten toch op den inlander een ongunstigen indTulc van een ander. Wat had hij dius nu nog voor belang bij haar? Hij bedankte voor de inlichtingen en liep verder door, de straat af. Vijf en twintig jaren zijn een langen tijd en toch wat was hier weinig veranderd! Toen hij voor een grooten plas uitweek, wist hij, dat er bij het postkantoor ook weer één zou zijn, en dat was ook werkelijk zoo. De menschen, die hij tegen kwam, sloegen weinig of geen acht op hem. Hem scheen het eerst kort geleden dat hij hier rondliep, maar voor hen was het immers een kwart eeuw, die terwijl voor bijgegaan was. Zij zagen hem voor een Italiaan aan, die herwaarts was gekomen om aan den tunnel te werken. Boven in het bosch werd een leiding door den berg gemaakt, waar zes Italianen aan be zig waren, en deze kwamen af en toe in het dorpje, gingen zelfs wel eens naar de stad om proviand t e halen of de Mis bij te wonen. Bij de herberg gekomen, ging hij naar binnen, en vroeg hij of men hem daar kon logeeren. De waardin riep het dienst meisje dat hem vóórging op de trap en naa reen klein kamertje met wit gepleis terde muren geleidde. „De laatste weken heeft hier niemand geslapen", zeide het deerntje, dat nau welijks ^an ;d,e £fih,Q°l ontgro^d ggdééfl te maken en de Staat moet toch dergelijke zending niet steunen." (K. Versl. pag. 112 kol. 2). De heer Bogaardt, in de begro tingsstukken thuis als weinigen =- de Mi nister had over deze zaak niets gezegd er- heeft den heer Vliegen het antwoord ge geven, dat deze bij eenig na denken zelf trouwens had kun nen vinden. Dit antwoord was volgens het Kort Verslag de Handelingen zijn jiog niet in ons bezit tr van Vrijdag 11 Nov. (pag. 121 jkol. 1), het volgende: „Wat de zending betreft, de heer van Kol, dien spreker meer en meer mist in deze Kamer, had meer waardeering voor de zending dan de heer Vliegen toonde. Deze gaf een verkeerde voorstelling van de positie van pastoor v. d. Heuvel, die verlof had om koelies te werven voor Nieuw-Guinea^ Deze pastoor is geheeten Van den He mei en is gevestigd in Duitscli Ni eu w-Guin ea, ter wijl zijn werving beperkt moet blijven tot 1 O inlanders. Bovendien is die werving beperkt tot intellectueele inlanders, die de Papoea's practisch moeten onderrichten in sawah-bouw. Deze werving geeft dus weinig aanleiding tot critiek. Het opne men van namen in den betreffenden staat bij het Koloniaal Verslag bewijst trou wens niets, want daarop komt ook voor de naam van een Fransch consulair amb tenaar." (Wij spatiëeren. Red. T.) Wij hebben ons gehaast om het praatje omtrent die priesterlijke koeliewerving tot haar juiste waarde terug te brengen. Wel trok bij zijn' repliek de heer Vliegen het daaromtrent gesprokene terug, maar wie weet, of het voor de „boeren, burgers en buitenlui" hier en daar nog niet eens opgeld moet doen. Men weet dan, wat er van het verhaal waar is. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Staatsbegrooting 1911. Aan de Memorie van Antwoord pp Hoofdstuk I is nog het volgende ont leend. Grondwetsherziening en algemeen kiesrecht. Over de voorkeur aan eenig kiesstel sel te geven, kan thans wegens de aam de Staatscommissie voor de Grondwetsher ziening verschuldigde deferentie, geen debat worden aanvaard. Reeds vroeger uiteengezet, waarom niet kan worden verklaard, dat totstand koming der Grondwetsherziening in eer sten termijn vóór 1 Juli .1913 zal worden bevorderd. Sociale wetgeving. De Regeering acht de totstandkoming der verzekeringswetten, inzonderheid der verzekeringswetten inzonderheid der ver plichte verzekering tegen de gevolgen van ouderdom en invaliditeit in hooge mate urgent. Aan het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel wordt het mogelijke gedaan om de voorberei ding te bespoedigen. Militaire Zaken. Niet geheel duidelijk is de bewering, dat de regeering bij het behartigen van de belangen der defensie niet met dem noodigen ernst zou te werk gaan. Nadrukkelijk moet worden ontkend, dat een vaste leiding tem opzichte van de militaire zaken voor de handelingen der regeering zouden ontbreken. B ij zonder Onderwiis. De verwezenlijking van de in net Uniie- rapport vervatte denkbeelden doet een vraag van grondwettelijken aard rijzen. Een wetsontwerp tot verhooging van 't Rijkssubsidie voor bouwkosten van la gere scholen heeft het departement feeds verlaten. Zondagswet. Een toezegging, dat een nieuwe Zon dagswet spoedig aanhangig zal worden gemaakt, lean de Regeering mog piet ge ven. Vaccine. Een wetsontwerp inzake vaccinatie zal vermoedelijk binnen weinige dagen de Kamer bereiken. De voorstellen der Ineenschakelingscommissie zijn thans in handen van de inspectie- Zoodra de daarvan verwachte voorlich- zijn. „Als de ingenieur komt voor het ka naal logeert hij hier altijd en eens beeft de bisschop ook in deze kamer geslapen toen hij hier kwam om de kinderen te vormen. Ik moet u nu nog vragen, of u wat gebruiken wilt; als u melk verlangt of eieren, dan kunt u beide krijgen." „Geef mij brood met twee eieren en een glas melk", antwoordde hij. „Ik heb honger. Zoodra ik mijn kleederen héb uitgepakt, kom ik beneden im de gelag kamer." Het meisje bleef nog even staan, streek de blonde haren naar achteren en zag hem nieuwsgierig aan. „Het is nu op 't oogenblik boven op den berg niet mooi," zei de zij. „Er stroomt te veel water urt de leiding, en daarom hebben ze overal planken moeten leggen." „Op welken berg?" vroeg hij het meis je aanziende, dat een prettigen indruk op hem maakte. .Wat had zij een slank figuur, en mooie, gergelde gelaatstrek ken. „Wel op dien van de waterleiding." „Wordt hier een nieuwe waterleiding gemaakt?" „Ja, daar is men al acht jaar aan bezig Het oude kanaal, de Niva, is immers reeds zoo heel oud en moet daarom ieder jaar hersteldi worden en dat kost veel geJT fin (d^ Jifibhen ,wij zeifg nog niet ting zal zijn ingekomen, hoopt de Minis ter van Binnenl. Zaken zijn yolle aan dacht aan dit onderwerp te jvijden. Financiën. De Minister van Financiën verdedigt zeer uitvoerig het door hem gevoerde beheer. Hij betreurt, dat het voorsffcel tot heffing van een inkomstenbelasting nog niet is ingediend, doch waarschijn lijk zal het wetsontwerp voor het einde van het jaar zijn departement verlaten. De verhooging der traktementen van de groote meerderheid der Commissaris sen der Koningin is eisch van billijkheid. Hoewel erkend moet worden dat die uitgaven voor Oorlogen Marine in de laatste jaren stijgende zijn, moetetn daarbij voor een juiste beoordeeling de cijfers niet slechts op zichzelf worden genomen, imaar ook in verband met het totaal der Staatsuitgaven worden be schouwd. Men miskent de inzichten der Regee ring, indien men haar toeschrijft eed zucht tot uitbreiding van de doode weer middelen verder dan door de eiscben van 's lands verdediging geboden wordt. De ingediende oorlogsbegrooting geeft blijken, dat aan de levende strijdkrachten de hoofdaandacht is gewijd. Een voorzichtige raming van de op brengst van het nieuwe tarief stelt die op 10 millioen meer dan thans de invoerrechten inbrengen. Ter verzekering, dat de meerdere op brengst van het nieuwe tarief beschik baar blijft voor sociale wetgeving, zal worden voorgesteld de verplichting om van het tijdstip van de inwerkingtreding af tot op het in >verking treden van de invaliditeits- en ouderdomsverzekering jaarlijks een bedrag, als noodig .wordt geacht voor die verzekering, te besteden voor aankoop van Nationale schuld, jvel ke op het Grootboek zal worden inge schreven ten name van een fonds tot dekking van uitgaven, voortvloeiende uit wettelijke maatregelen in zake de pen- sionneering van arbeiders. Het bedrag dat de Minister ?ich voor stelt door de nieuwe regeling van de inkomstenbelasting voor de schatkist te winnen, \vordt voor- loopig op 3 millioen gulden geraamd. De regeering mag geen voet geven aan de onderstelling alsof bezuinigingen van beteekenis zouden kunnen worden aan gebracht. i Een algemeene verhooging d'er t ra c te me nten op grond van de stijging der prijzen va;n verschillende eerste levensbehoeften kan de regeering niet ter hand nemen. Beperking van het zenden van afge vaardigden naar buit en landsche congressen is sedert nog het streven der regeering. Op de vraag of de Memorie van Ant woord in zake het wetsontwerp tot aan leg van een gedeelte van den afsluitdijk der Zuiderzee en droogmaking van het Wieringermeer spoedig te wachten is, kan het antwoord niet bevestigend luiden. De regeering is met Ged. Staten van Noord-Holland in overleg getreden over dit punt. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot een bevredigend resultaat geleid. De regeering is niets bekend van eeni ge aanvraag of andere démarche van de gemeente Amsterdam om de beschikking te herkrijgen over haar voormalig stad huis, het Koninklijk paleis op den Dam. Voor het naar eisch in gereedheidl brengen van het Paleis Het Loo als behoorlijk en niet brandgevaarlijk ko- niklijk verblijf is de tegenwoordige cre- dietaanvrage onvermijdelijk. Deze aan vraag is dan ook met het oog op de Grondwet niet alleen geoorloofd, doch ook inderdaad een verplichte. Justitiebegrooting. Het voorloopig verslag omtrent de uit breiding van de departementale bureaux, Justitiebegrooting vangt aan met een huldebetuiging aan den afgetreden Minister Ne lissen voldoende water. Ik veronderstelde ech ter, dat u hierheen gekomeii waart om aan den tunnel te werken." De vreemdeling glimlachte even. „Ik ben geen Italiaan, al zie ik er ook uit als een Caiabrees. Ik ben.... ik kom uit Amerika. Het meisje zette groote oogen op en sloeg de handen te zamen. „Is het mogelijk? Uit Amerika? Hebt u zulk een verre reis gemaakt?" „Ja^ ik ben drie weken op de boot ge weest, heb een storm beleefd, daarna heb ik twee dagen in den trein gezeten; het laatste eind heb ik echter te voet afge legd." „Dan zult u wel moe zijn. Ik zal u een ander hoofdkussen brengen, dit is te hard voor iemand die rust moet hebben." „Ja, ik wil Qpk spoedig gaan slapen," bromde de Amerikaan half binnensmonds „De lucht is hier zoo zuiver en verster kend, die zal u zeker goed doen", ging het meisje voort. „De lucht is hier zuiver en verster kend," herhaalde hij. „Ja, dat weet ik bij ondervinding. „Zij verfrischt het hart." „Régine", hoorde men luid en streng iemand beneden roepen. Het meisje keer de zich haastig om, wierp nog een schu wen, verbaasden blik op den man, die daar in zijn volle lengte voor haar stond, en ;dj,e goo flink en s.tevig gebouwd w^s, en een verklaring van leedwezen, we gens de reden, waarom hij js afgetredeul' geschokte gezondheid. Het optreden van den nieuwen Minister werd door vele leden met ingenomenheid begroet, vooral omdat zij van hem be scherming der moraliteit verwachten eol weerstand tegen den aandrang tot yifr- breiding van de departementale bureaux. Men vroeg naar het werkplan van den Minister en met name naar de plaats, die daarin door de administratieve recht spraak wordt ingenomen. Ons strafstelsel werd tegenover zware misdadigers eit gevaarlijke misdadigers te zwak geacht, Anderzijds meende men, dat het stelsel te «weinig rekening houdt met den plicht der Qverheid om de geestelijke en sociale verheffing van de misdadigers te bevorderen. Aangedrongen werd op spoedige in diening van de wetswijziging tot mitiga,tie yam; het celstelsel, op onderwijs en vak opleiding in de gevangenis, op het hoo- ren van orgelspel in de gevangenis, het houden van planten in de cel, gemeen scha pp el ijken arbeid, pogingen tot re- classeering van veroordeelden, invoering van het stelsel der Borstel-prisons voor jeugdige gevangenen^ uitbreiding van de voorwaardelijke invrijheidsstelling, ver lening van den straftijd voor gevaarlij ke gewoontemisdadigers. Verschil van meening bleek omtrent invoering van lijfstraffen voor sommige gevangenen, evenals teffl.' aanzien van de doodstraf. Over verschillende wijzigingen van ds Kinderwetten werd van gedachte gewisseld. Teleurgesteld bleken eenige leden, dat de oneerlijke concurrentie slechts civiel- en niet ook strafrechter lijk zal worden bestreden. Anderzijds werd echter gevreesd voor benadeeling van de eerlijke concurrentie, wanneer de oneerlijke al te fel wordt bestreden. Men vraagt naar ervaring omtrent jte werking van het arbeidscontract, en de resultaten van des heeren Staal- mans onderzoek naar de gedwongen win kelnering. Hoe is de ervaring, wilde jnen weten* met den. unicus judex opgedaan? Komt, zoo luidt een andere vraag ,de M. v. A. ter zake yan het recht van vereen iging en vergadering spoedig? Aangedrongen werd op bescherming ook van modellen van voorwerpen van kunstn ij verheid. B e s t r ij d ing van speelhui zen was voor sommige leden een reden om den minister geluk te wenschen, voor anderen om hun afkeuring uit te spre ken over een optreden van de overheid, dat niet volkomen wettelijk werd ge acht, terwijl een derde groep de bespre king van deze gelegenheid prematuur acht zoolang nog niet in hoogste instan tie is beslist. Urgent werd een regeling genoemf ten aanzien van de w oonwagens. Gewezen werd op de bijzonder groote criminaliteit, in katholieke streken. Men stelde daartegenover, dat op het punt van recidive en in de crimina liteit van jeugdige personen der zuidelijke provinciën weer gunstige statistieken vertoonen.. Op velen had een onaangetnamen in druk gemaakt, wat ten aanzien van de kinderen De Rijk is geschied. Opgemerkt werd dat de moeder op een dwaalspoor is gebracht, door de mededeelingen haar gedaan door ambtenaren, die men de ontzetting op andere gronden had gevraagd dan \velkc gelden mogen, dat voorbij was gezien dat de maatregel van ontzetting steeds uitgezonderd moest blijven. Men wilde nader ingelicht zijn. Geklaagd werd over de vaak daarop mompelde zij in zich zelve met verbazing en grooten eerbied: „Uit Ame rika!" en verdween toen op de trap, d» deur achter zich open latend. II. Frans Escher gevoelde zich in Bineg^ al spoedig weder tehuis. Het dorp zag er nog juist uit zooals vroeger; aan weers zijden van de straat bruin gepleisterde huisjes en twee open plekken, die wan neer er brand uitbrak, zouden belettea dat de vlammen van het eene gedeelte op het andere oversloegen. Er was één e. kel niéuw huis gebouwd en een houten schuur die in elkaar gestort was, had men door een andere vervangen. Van zijn ou de bekenden wa»en eenigen van daar ver trokken, anderen lagen onder den grondi. Zijn speelmakkers van destijds waren bijna allen getrouwd, vaders van groote gezinnen, eenigen hunner zaten in dea raad. Hij moest hun vertellen van zijn huishouden in Santa Fé, van het klimaat aldaar, den bouwtrant der huizen en van de prijzen van het vee. Toen hij hun zd dat het in Amerika nu winter was, z-ttea verscheidenen een verbaasd gezicht. „Jawel", verzekerde hij hun, „als ik tegen den winter van hier ga, kom ik daar weder bij het begin van den zomer aan." (Wjordt ve/vulgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5