Het erfdeel der Malleroy's.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 19 October.
Uit de Pers,
De kustverdediging.
Mgr. dr. W. H. Nolens schrijft in
de „Nieuwe Venlosche Cou
rant" over.de Verbetering der kust
verdediging, dat b'ij velen de vraag rijst,
(of de kustverdediging niet op minder
kostbare Wijze verbeterd! kan worden1.
,Wie geen verantwoordelijkheid heeft,
kan zich de weelde veroorloven vanj
zonder meer, zonder onderzoek en over-
teg, te besluiten: geen man en geen
cent daarvoor.
Of liever: wie die verantwoordelijk^
Iheid niet voelt.
Want in deze aangelegenheid is ieder,
die zich tot oordeel en geroepen adhit
lof tot oordeelen gedwongen is, in meer
iof mindere mate mede verantwoor!d)e-
iijk.
Wie die verantwoordelijkheid dan ook
voelt, zal zich in de eerste plaats moeten
jafvragen en een antwoord) op) die vraag
moeten geven: is die versterking der
kustverdediging noodig wordt ze ge
vorderd voor de handhaving der onzij
digheid van het Rijk en voor de verdeidji-
ging der onafhankelijkheid?
Bij bevestiging der eerste vraag Luidt
de tweede: wat men er voor over heeft.
Eene vraag, die in ons allesbehalve
militairistisch land wel door de pver-
groote meerderheid beantwoord zal wor
den niet meer dan noodig is.
Met de volgende vraag: op wfclk[e,
[wijze wordt het doel hjet best gebruikt,
zóo dat men waar voor zijn geld krijgt
begeeft men zich op technisch] terrein).
'Het terrein 'der deskundigen.
De zaak zou voor de vele niet-desr
kundigen er heel wat gemakkelijker
op worden, als de weinige deskun
digen het nu eem's in dit geval een#
konden zijn.
Maar, helaas, ook hier bestaat tus-
schen hen groot verschfil van gevoelen
en bevestigen ze het. bekend gezegde
omtrent hun gemis aan eensgezindheid.
Gelukkig bestaat er alvorens eene
beslissing genomen wordt, nog gelegen
heid1 om yan gedachten te wisselen.
In de eerste plaats voor de voor
stellers en de Kamer, mede onder voor
lichting van rapporten en geschriften
yan anderen.
Het afdeelingsonderzoek, dat aanvan
kelijk in den loop dezer week zou plaats
hebben, werd uitgesteld om aan de le
den der Kamer nog ruimer gelegenheid
te geven o'm kennis te nemen met
name van het rapport van de Commissie
van land-ep aeémacht.
jfi'et ligt -'êthter voor de hand, dat
Ihet'zelfs bij hen, die hun vonnis over
het ontwerp reeds geveld mochten hjeb-
ben, niet de bedoeling kan noch mag
zijn uit dit uitstel afstel te lallen .groeien^.
De meest gesc hi kte tijd voor
het afdeelingsonderzoek van
dit b e 1 an g r ij k ontwerp zal wel
z ijn n a ih e t r e c e s d!erKamér, vóór
d'e openbare behandeling der
Indische begrooting.
Hoe men ten slotte, na rijp beraad'
en overleg, ook moge dénken over de
noodzakelijkheid en de doelmatigheid!
van den voorgestelden maatregel, in
deder geval zal bij deze bij uitstek' na
tionale aangelegenheid, meer dan bij een
andere, partijpolitiek buiten spel dienen
te blijven.
Bij deze laatste alinea teekent het
„Centrum" aan:
„Wij hebben van 't begin, af aan niet
janders gezegd.
Van partij-politiek kan en mag bij d'e
behandeling dezer voordracht geen spra
ke zijn.
Tegenover het buitenland behooren
pile Nederlanders eensgezind te zijn, en
W.aar het de belangen der defensie be-
FEUILLETON.
64)
(Slot.)
Neemt gij dan mijne voorwaarden
aan?
Voor zoover het van mij afhangt ze
aan te nemen, ja, zeide Richard.
Pardon, graaf, zei d'e de Novère,*hem
een weinig ter zijde trekkendl, 't schijnt
dat ge mij in deze zaak geheel vergeet
Wat zal mijn deel zijn?
Ge ziet wel dat ik zelf....
Open spel, als 'tu belieft. Als ge
[toestemt is 't omdat ge wiöet dat de groot
ste helft van wat uw zoon erft aan m
komt,
Gij vergist u.
Laten we geen tijd verliezen. Wilt
ge vrede óf oorlog?
Natuurlijk vrede!
-= 'Hoe groot is mijn deel dan
■p Vijftig duizend livres en de handi van
frijn nicht.
Zij spraken nog enkeie woofden,-waar
na de koop blijkbaar gesloten was, want
de Novère maakte geen moeilijkheden
tegen den afstand van 'Raoul ten bate van
Albert en Marie.
Ondertusschen had Raoul zich onder-
niet r^terg eji to:eftêj§ As
treft, dienen de paxtijgeschillen en ver
schillen op "den achtergrond te treden.
Daarom kan de politiek maar dan in
anderen zin toch wel van invloed
zijn op' de houding, tegenover het ont
werp aan te nemen.
Een onzer bladen betreurt, dat „de
objectiviteit aan politieke overwegingen
Wordt opgeofferd.
Een ander orgaan schrijft:
„De vraag of hier en daar aan o|nze
klust forten gebouwd moeten worden is
een z e k e 1 ij k e, geen politieke
vraag. Men kan politiek tegenstander van
het Kabinet-Heemskerk zy'jn en toch vóór
fortenbouw. En pien kan bijzonder met
het huidige Ministerie sympathifeeeren
en groot bezwaar hebben tegen deze ver
steening onzer weermiddelen."
De laatste qualificatie voor rekening
latend van het orgaan dn kwestie
„Arnhem's Dagblad'" kunnen wij in
hoofdzaak met deze. verklaring instem
men.
Wel echter zouden wij de opmerking
willen maken, dat men in dit geval goed
onderscheiden moet tussclibn politiek en
piolitietó.
De partijgeschillen in 't binnen
land moeten buiten beschouwing blij
ven, dit staat vast. Maar dat men bij
onze defensie-maatregelen met de i n-
ternationale politiek met d!e bui-
tenlandsche verhoudingen en de
daaruit dreigende mogelijkheden wél re
kenen moet, behoeft geen betoog.
Natuurlijk niet om ons te mengen in
die verhoudingen ons te keeren tegen
den een, of dn 't gevlei te komen van
den ander, maar om de h a n d h a ving
onzer neutraliteit en onafhankelijkheid'
te verzekeren.
Op de staatkundige verschijnselen in
het buitenland moet dus uit voor zo rg
worden gelet.
En derhalve zijn landdefensie en po
litiek in 't algemeen genomen, niet ge
heel te scheiden.
Maar de partijpolitiek blijve daarbij
streng geweerd, en ten slotte kan onze
politiek tegenover den vreemde geen an
dere zijn, dan die eener absolute neu
traliteit".
Het Handelsblad en dr. Kuyper.
Het „Handelsblad)" heeft in zijn
stakingsbeschouwingen over Frankrijk
zich ook eens laten verleiden een en an
der over de „misdadige woeling" van
1903 er bij te halen.
„In 1903 schrijft het blad hadden
wij hier een polittek-kerkelijke regeering.
Met groote slapte, schuwe angst en on
zekerheid werd bij de eerste staking op
getreden uren wist niet wat, deed niets,
weigerde door regeeringshulp „gansch
het raderwerk" weer aan den gang "te
brengen. Na drang van buiten Werd voor
een tweede staking alles voorbereid: toen
deze tweede staking verliep, was het po
litiek fortuintje verkregen, werden de
deels niet noodzakelijke stakingswetten
uitgevaardigd1 en werd in den lande de
gedachte gewekt dat alleen een politiek-
kerkelijke regeering de orde kon handha-
ven.
Wij geloofden toen reeos, dat een li
berale regeering, juist doordat zij meer
vertrouwen in de groote massa van ons
volk, minder angst voor de leidende de
magogen heeft, krachtiger en... beleid
voller zou "hebben gehandeld. Maar wat
zien wij nu in Frankrijk? De sociaal-de
mocratische eerste minister Briand ziet
als minister dat zijn plicht tegenover
Frankrijk hem gebiedt, krachtiger, snel
ler en meer vastbesloten op te treden,'
dan onze Minister Kuyper heeft durven
ven of willen "doen."
De (A.-R.) „Rotte rdam m e r" dient
het liberale orgaan op 'de vólgeiïde rake
wijze van repTiek.
„Allereerst widen we dan opmerken,
dat de schrijver van deze eenzijdige „ge-
schiedbeschrijving met zich zeiven in
strijd is.
Eerst schrijft de man, dat een liberale
regeering, „minder angst voor de dema
gogen, meer vertrouwen in de groot?
massa van ons volk" zou hebben gëhad,
Canisy, die hem geluk wenschten met zijn
edele belangeloosheid, maar toch tracht
ten hem op zijn besluit te 'doen terugko
men.
iWat wilt ge verder van üw leven
doen? vroeg ""de MuriLLe.
Ik ga de Bussy nareizen fin mij met
mijn goeden trouwen beschermer, ridder
de Kervarec, bij hem voegen.
En ik, zeide Jobie op 'bezorgden
toon.
jij gaat mee, beste kerel, zleide Raouj
lachend.
Mijnheer, zeide de kleine leerjongen,
ik heb u geholpen om vrij te komen,
door de agenten in den kelder te sluiten.
Ik durf daarom niet weer naar mijn baas
terug. Mag ik métu mede naar Indië?
Dat is goe'd, zeide Raoul, maar zejf
moet ik eerst toestemming hebben.
Dat neem ik op mij, zeide Richard,
die gaarne Raoul zoo spoedig mogelijk
uit Parijs zoude zien vertrekken. De Mau-
repas is een vriend van mij en ik beloof
u voor u en de Kervarec een goede plaats
te zullen vragen én ook voor uwe vrien
den bij hem te spreken.
Nadat hij de Murielle ten den notaris
had geraadpleegd, nam Albert de schik
kingen van Raoul aan, maar hij verklaar
de buiten weten van Raoul, dat hij dat
geid slechts als een deposito geschouw
de en het zoo mogelijk [toch aan Raoul
féo(u doen toekomen.
Oyeri£cii§ ^eid£ Albertj hoop jik
terwijl hij eenige regelen later er op wijst
dat „Minister Briand krachtiger, snéller
en meer vast besloten is opgetreden,
dan onze Minister Kuyper beeft durven
of willen doen.
Maar wat was oorzaak, dat Briand zoo
krachtig optrad? Dat hij het comité liet
gevangen nenien?.
Niet anders dan zijn vrees, dat de de
magogen hun volgelingen zouden gelasten
de door hen hun voorgehouden anarchis
tische theorieën in toepassing te gaan
brengen.
Eene herinnering aan wat "hij, thans Mi
nister-president, Tloch vroeger revolutio
nair socialist, daaromtrent zelf vroeger
had geleeraard, was genoeg om, [uit
vrees voor de gevolgen, de stakers
van hunne leiders te berooven.
Minister Kuyper heeft wel geen leiders
laten gevangen nemen, maar in elk geval,
laat het dan zijn uit vrees of angst voor
de gevolgen^ door zijn flink optreden,
de spoorwegstaking van 1903 onderdrukt,
gelijk ieder onbevooroordeelde gaarne zal
getuigen.
Doch hoe rijmt zich nu het vólgende?
Minister Briand gaat uit vrees voor de
leiding der demagogen over tot het ge
vangen nemen van het comité, en wordt
deswege door den liberalen scribent ge
prezen. Aan Minister Kuyper wordt ver
weten, dat hij, zich latende leiden door
ahgst voor de leidende demagogen met
krachtiger is opgetreden, waar een *je-
raal Kabinet dat wel zou hebben gedaan.
Want een liberaal kabinet, zoo meent
het „Hbl.", zou nog krachtiegr zijn op
getreden, doordat 'bet „ineer vertrouwen
in de massa van het volk, minder angst
voor de leidende demagogen zou'hebben
gehad."
Als nu Briand's krachtig optreden, dat
voortvloeide, wijl hij zelf de consequen
ties van het revolutie-onderhandelen
kende, uit vrees voor de gevolgen van 'het
anarchistisch avontuur de leidende dema
gogen gevangen neemt^ hoe zou dan een
liberaal kabinet met zijn mindere vrees
voor de leiders, in 1903 krachtiger en
beleidvoller kunnen zijn opgetreden?
O, die politiek!
Zij gluipt hier zelfs weer door de re
ten, waar de schrijver opmerkt, dat door
de stakingswetten „de gedachte in den
lande gewekt werd, dat alleen een kerke
lijke regeering de orde 'kan handhaven."
Hoe benevelt zij toch het verstand van
onze dagbladschrijvers!
Alleen «reeds de felle bestrijding, waar
aan Minister Kuyper, om zijn „worging"
der spoorwegambtenaren van de zijde der
socialisten heeft blootgestaan, had den
„Hbï."-red acteur reeds van het onjuiste
van zijn meening kunnen overtuigen.
En had hem, tenzij partijdigheid hem
niet te zeer verblind had, kunnen "behoe
den voor het neerschrijven van zulk o n 1 o-
g is c h, onjuist en onverantwoor
delijk geschrijf, als hij in zijn „Sta
kingsbeschouwingen" over het optreden
van het ministerie-Kuyper heeft neerge
schreven.
"Wat wij hierboven aanhaalden, Levert
daarvan wederom het doorslaar.dist be
wijs
Geestelijke adviseurs.
Een Amsterdamsch mediawerker van de
„Standaard" laat zich in .dit blad naar
aanleiding van 'het heengaan van Mgr.
Konings waardeerend over onze geestelij
ke adviseurs uit.
Hij schrijft:
Over „geestelijke adviseurs" worden
eens minachtend de schouders opge
haald; 't wordt voorgesteld alsof de ar
beiders door hen aan den leiband worden
gehouden en geheel afhankelijk blijven.
Doch er is geen malLer bewering.
Want de socialisten, die dan zoo op de
„geestelijke adviseurs afgeven, bezitten
zeiven een goede portie van zulke advi
seurs. Wat doen Se kopstukken van de
partij dagelijks anders dan geestelijk ad-
viseeren? Als de revolutie maar eerst in
de hoofden en in de harten zit, komt ze
van zelf wel naar buitenhet gebeurt dan
zelfs wel eens, dat op een critiek oogen-
naar Indië te gaan met mijn broeder,
of althans hem na 'te reizen, en indien ik
dan vóór hem den dood vind, zal hij
wel verplicht zijn de erfenis te aanvaar
den.
En op welken leeftijd, vroeg Marie
aan de Muriello, izal ik de beschikking
over mijn fortuin hebben?
'Bij uw een en twintigste jaar.
Welnu, op dien dag zelve zal ik aan
mijn neef 'de fortuin geven, clie hij jnij
thans afstaat.
Indien gij dan niet gehuwd zijt ien
uw man
Ik zal niet huwen, zeide zij op tie
ren toon.
Terwijl zij dit zeide, viel haar blik op
Raoul de Montenay, die juist haar schoo-
ne gestalte gadesloeg.
Albert zag dat hun blikken elkander
ontmoetten.
Wat ziet zij naar hem en wat luistert
zij naar hem, mompelde hij. Ik denk dat
zij hem reeds bemind. Welnu, des te be
ter, zij1 zijn elkaar waardig. God bescber-
me hen en make hen gelukkig!
Richard haastte zich nu zoo spoedig
mogelijk aan Raoul's verlangen te voldoen
Hij ging in gezelschap van de Novère
onmiddellijk naar de Maurepas.
Blijde van een zaak, die hem veel tijd
kostte, af te zijn, stond hij alles wat de
Malleroy verlangde toe.
Een half uur later kwam "de laatste
thuis, ingt liej bcyiêl J&aoul, ck Ke.O^c,
blik, een van de geestelijke adviseurs zijn
hoofd verliest en met angst vraagt; Wat
nu? Dan houdt natuurlijk het geven van
geestelijke adviezen op en komt de prak
tijk aan 't woord; die altijd een wéinig
gevaarlijk is.
Er is heelemaal "geen reden om op
geestelijke adviseurs laag neer "te zien in
tegendeel, ze dienen gewaardeerd; en wie
het Voorrecht had wel eens'in aanraking
te komen met Mgr. Konings, vond leen
van die uitnemende mannen, dde, volko
men op "de hoogte van 'hun taak, zich
met groote liefde en toewijding gaven. Uit
deii aard der zaak kom ik weinig pret
Roomsche geestelijken in aanraking, maar
Mgr. Konings heb ik wel een paar malen
ontmoet en ik weet wat groole en goe
de kracht er van zijn sociaal en politiek
optreden uitging. JHij zelf was niet al
leen een bezield en uitnemend geharnast
strijder, maar hij Verstond ook de kunst
om zijn bïziefïng in anderen over te stor
ten.
Koninklijke Besluiten.
Bij koninklijke besluit is met ingang
van 1 November T. J. Sikkens, ontvan
ger der directe belastingen en accijnzen
te Roven ontheven van zijn beheer ëh
tijdelijk werkzaam gesteld aan het 2e
kantoor der dir. belastingen te 's Gra-
venhage.
Centraal Bureau der K. S. A.
Zondag 16 October was het 5 jaar
geleden, dat het Centraal Bureau tc
Leiden werd geopend.
Welke werkzaamheden er in die 5 ja
ren door het Bureau verricht zijn moge
blijken uit het volgende
Het Bureau organiseerde Vijf Sociale
Weken, te Utrecht, Breda, Rotterdam,
Nijmegen en Rotterdam.
2235 gróotere adviezen werden ver
strekt en 356 bibliografische inlichtin
gen, dat is te zamen 2591
16.805 brieven werden ontvangen en
11.606 verzonden.
Het aantal vlugschriften dat werd ver
spreid bedroeg 1.009.495, het aantal
Vliegende Blaadjes 430.215. Te samen
1.439.710.
Namens het Centraal Bestuur traden
den 273 sprekers op.
De „Mededieelingen" van het Centr.
Bureau werden op 1 Januari 1909 ver
vangen door het Tijdschriftje K. S. A.
dat thans 7202 abonné's heeft.
Bovenstaande cijfers getuigen van uit
gebreide werkzaamheid en bewijzen een
stijgende belangstelling voor de bewe
ging, waaiwan het Centraal Bureau het
brandpunt is.
Moge d'e belangstelling blijven toe
nemen, opdat het Centraal Bureau in
staat zal gesteld worden zijn nuttige
werkzaamheid meer en meer uit te brei
den.
Nieuw Partijprogram der S. D. A. P.
In de Maandag gehouden vergadering
der program-commissie is een ontwerp
voor een nieuw beginselprogram der
partij met algemeene stemmen goed
gekeurd, behoudens eenige redactione
le wijzigingen, die alsnog moeten wor
den aangebracht.
Tot publicatie in „Het Volk" zal wor
den overgegaan.
R.=K. Werklieden-vereenigingen
in het Aartsbisdom.
Te Zwolle kwamen Zondag bijeen de
vertegenwoordigers vaii R. K. Werklie-
denvereenigingen in het Aartsbisdom
Utrecht, tot het houden van hun lSden
bondsdag.
De werkzaamheden werden geopend
met een kort Lof in de St. Michaelskerk,
waarin een toespraak werd gehouden
door den bondsadviseur pastoor F. |W.
Bult.
De algemeene vergadering werd ge
teld door den voorzitter, den Heer M. v.
Wijk van Zwolle.
Jobie en den Leerjongen vrij te laten. "Bo
vendien bracht hij twee aanstellingen als
officier op naam van Raoul en de Ker
varec mede.
Alhoewel Raoul, om aan "de wil van
zijn moeder en grootmoeder te voldoen,
er van afgezien had 'de Malleroy te straf
fen voor zijn hatelijk gedrag jegens Thier
ry de Montenay, boezemde Richard hem
zulk een afschuw in, dat hij geen gunsten
door diens tusschenkomst wilde ontvan
gen.
Hij weigerde dan ook die aanstellingen,
zeggende dat hij slechts aan z7jn degen
zijn plaats wilde verschuldigd rijn.
Wat een edel dapper hart, moeder,
zeide Marie zacht met een stem, waarin
haar intentie voor hem duidelijk sprak.
Mijnheer de Montenay, zeide ide
Muriellc, mijn zwager'Orry de Pulvy is op
't oogenblik directeur van de Indische
Compagnie. Zoudt u, door mijn bemid
deling de aanstelling als officier, die gij
om redenen^ die ik begrijp, zoo juist
weigerde, van hem willen aanvaarden?
Raoul bedankte hem hartelijk en zeide
volgaarne op zijn aanbod in te gaan.
Daar Raoül met de Kervarec, Jobie en
Alexis Tulpon oogenblikkelijk weggin
gen beloofde de Murielle hen de aanstel
lingen na te zullen zender., ingeval zij te
laat kwamen, om ze nog mee te kunnen
nemen.
Terwijl men zijn voorbereidselen voor
hej, yertreK had Raoul .een lang
Na een kort woord van welkom bes
spreekt de voorzitter de verschillend^
werkzaamheden in die laatste drie jaren^
sinds de vorige vergadering tot 6tand
gebracht, zooals b.v. de oprichting van
„Het Katholieke Volk",- van de coöpe
ratieve Levensverzekering „Concordia",
van het secretariaat v. d. arbeid enz.
Voorts steunde de bond die Tentoonstel-
li ry van "Huisindustrie en 'propageerde
voor den wettelijkien tien-urendag.
Na dit openingswoord werd de verga
dering in tweeën gespitst,
De eerste afdeeling vergaderde ondef
presidium Van den heer M. v. Wijk ter
behandeling Van y,Het ontvverp-ziektevej>
zëkeringswef
Dit onderwerp werd ingeleid door den
rechtskundig auviseur van den Bond, diesa
heer Mr. Paul J. Reijnier,
Spreker brengt hulde aan minister Tal
ma's ministerieeten arbeid.
'Naast de critiek, die dit ontwerp heeft
te verduren, moet staan oprechte hulds
van ons aan den minister en steun van
het ontwerp, alhoewel niet alles wat in
het ontwerp staat, spr. goedkeuring weg
dragen kon.
Spr. geeft een uitgebreide en duidelijk^
verklaring van *de Raden ien ziektewet,-
waarna eenige vragen werden gest
De vergadering der tweede sect.,,
met een kort woorÜ door den heer v. '-L
Linden secretaris van den Bond, geopende-
die het woord gaf aan den beer Brouwerj
secretaris van den Arbeid.
Deze stelde de vraag: waarin bestaat
het groote belang, dat de emigratie vaq
het platteland naar de groote stc.". wor«
de gekeerd?
Spreker wijst op moreele belangen Voor
de arbeiders In hun stand en op de finan-
cieele gevolgen van hun verblijf in
stad. De oorzaak van die emigratie ligt
in toestanden op het platteland, die ver
betering behoeven ."Die verbetering wordt
gebrarirt door organisatie. De vergade
ring nam een motie aan waarin zij zich'
vereenigde met het door den spr. betoog
de en aan de besturen opdraagt in over
leg met het Dagel. Bestuur middelen te
bera.nen, om zoo spoedig mogeTijk een
aanvang te maken met "de oprichting van
landbouworganisaties.
In de sluitingsvergadering werden dé
volgeifde motief aangenomen.
Ten eerste een motie over de federar
tie.
Het bestuur van den Bond van R. K.
Werkliedenverenigingen in het Aartsbis
dom, in vergadering bijeen den 15en Oc
tober 1910, in het verenigingsgebouw,,
„St. Joseph", te Zwolle.
Gehooid de besprekingen over de Fe
deratie der Vijf Diocesane Bonden.
overwegende "dat de Federatie zelve
zeer weinig practischen arbeid verricht
en dat wat zij nog doen veël te groote fi-
nancieele offers eischt.
overwegende, dat practisch het Werk
aan de Federatte toegeschreven, voor het
meerendeel geschiedt, door slechts enkele
enkele personen uit de aangesloten bon
den.
besluit: uit deze „Federatie" uit te tre
den, en het bestuur van genoemde Fede-
deratie hiervan in kennis te stellen. Stelt
echter voor om pogingen in 't werk te
stellen, met de besturen der drie andere
diocesen, die met den Bond in het aarts
bisdom Utrecht een gemeenschappelijk
orgaan „Het Katholieke Volk" bezitten
te komen tot eene Federatie, waardoor
met algemeene sociale acties bet door d<>
vier Bondsbesturen gemeenschappelijk
optreden mogelijk wordt gemaakt."
Deze motie we rel met aJgemeene stem
men aangenomen.
Motie Christelijke Besturen Bonden^
Het bestuur van den Bond van R. K.-
Werkl. Vereen, in vergadering bijeen, op
15 Oct. 1910 in bet vereenigingsgebouw.
St. Joseph te Zwolle,
spreekt als haar wensch uit, dat de
Kath. Sociale organisaties aangesloten bij
de Christelijke Besturenbonden, daarin
geen samenwerking zoeken met vakveree-
nigingen staande op het interconfessio-
neele standpunt, maar'deze samenwerking
zooveel mogelijk weren.
onderhoud met barones de Canisy, waar
bij ook Marie en Albert tegenwoordig
waren, wiens hart zoo wreed verscheurd
door zijn vader, een warme genegen
heid voor Raoul had opgevat.
In dat hartelijk samenzijn van hen,dié
zulk een warme genegenheid voor el
kander koesterden, werd beslist over het
lot van "Raoul en Marie, in wier hart dé
jonge liefde was ontloken.
.Op het oogenblik, waarop de jongé
officier in de postkoets had plaats ge
nomen, die hem op bot binnenhof van "bet
huis wachtte, naderde Albert tot hem niet
Marie de Canisy, en zéide lachend:
Raoul, neem thans afscheid van je
verloofde.
De jonge man drukte zijn lippen op
het blozend voorhoofd van Marie, die op
bewogen toon zeide:
Over twee jaren zal ik vrij over
mijn hand kunnen beschikken, moed en
vertrouwen Raoul, ik zal iederen dag God
bidden, dat Hij u het géluk schenkt, dat
ge verdient.
De tranen rolden Raoul over de wan
gen, toen hij in de koets naast de Kervareö
plaats nam.
Wees gerust, ri-ep de Kervarec, uit
het raam, toen zij wegreden. Ik zal hem
u gezond en wel terugbrengen. Ik beloof
het u op inijn woord, en het woord van
een Breton is onvergankelijk als een mo
nument gebouwen in teen .blok gr&njek