liet erfdeel der Malleroy's.
1
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 15 October.
Uit de Pers.
De Eerste H. Communiefeesten.
'Nu in de toelating tot de Eerste iH.
(Communie, door idie jongste pauselijke
•(decreten, een ingrijpende verandering is
(jte ver'waidhten> wil de L i m b. Koerier
deze gelegenheid mieteen te baat nemen,
iiom aan de eerste Communiefeesten ra-
tjdicaaï een wereldisch aanliangsef af te
ikappen. Nu doet zich diaarvoor een^kans
,Voor,- die misschien in een verre Jotei-
komk niet terugkeert.
„Hebben wij eerlijk gezegd betoogt het
'blad, niet flllen het land aan misbiuik
[waardoor sommigen van het kerkelijk
(feest een wereldschie fuif maken En is
llhet ons allen geen ergernis, als onver-
handige ouders de stille devotie van bet
ijrind aftrekken, dk>or overdreven fcucht
Imaar kleeren of opschik of door al te
'luidruchtige voorbereiding vain het
ij,feest"?
"'Niet allen gaan in deze te ver,'dat is
Ifcoo.
i Maar slechts weinigen zullen met de
iRand op het hart kunnen verklaren, dat
!ze het niet wat eenvoudiger hadden kun
nen aanleggen.
L)och wat wilt ge: de een volgt het
.voorbeeld van den ander.
En als Jan begint een meter verder
fte springen dan zijn pols lang is, dan acht
;Piet zich verplacht twee meter meer ta
nemen en Hendrik drie.
In mijn buurt woont een arme we
duwe-, die drie jaren lang aan mijn deur
1 aardappelschillen heeft opgehaald. Nu
heeft ze'de klandisie opgezegd. (W!ant.....
ize had nu haar honderd vijf en twintig
gulden bij elkaar voor het communiefeest
yan haar oudste dochtertje.
Is het wonder^ dat haar buurman, een
beter gesitueerde wierkman,- nu dienkt,
Idat hij het met zoo'n som niet af kan?
;,En dat hij geld heeft gevraagd aan een
Voorschotbank wat hij week voor week
zal moeten terugbetalen rente en aflos
sing waardoor het gezin jaren lang Zal
jnoeten kromliggen.
En dfe burger moet nog al meer doen.
Terwijl de rijkelui...".
"ik ken er, "die groote partijen aanrich
ten. Maar He ken er ook een *n rijke,
Üie jaarlijks meer guldens heeft te ver
teren, dan ik letters produceer iieen,
"die z'n jongen op den dag der eerste H.
Communie in een eenvoudig zwart pakje
naar de kerk liet loopen, terwijl het kind
van een "arm gëkin, waar de Vinceriftus-
heeren geregeld aan huis komen, mef een
tweespan ter kerke gereden wefdl.
Die eene is echter leen uitzondering.
Regel is, dat alle koetsiers op een eer-
ste-communiedag met al hun paarden en
rijtuigen in de weer zijn, diat alle banket
bakkers zich uitsloven, alle koks leveran
ties hebben.....
Dit ware niet erg, indien niemand meer
geld besteedde dan zijn beurs'kon dragen,
indien de feestelijkheid niet werd opge
schroefd, en in sommige gevallen de ker
kelijke plechtigheden niet leedi, ja over
schreeuwd werd! door'de werelds clue luidL
ruchiighoden.
O de moeders, 'die op "den ochtend der
eerste H. Communie hare kinderen la
ten afbeulen cloor kappers en modiiisten.
Die nog een lintje te strikken of leen
leant je te schikken hebben, als het kind
reeds ter kerke schrijdt.
Die op den dag, dat de Godmensch
bezit nam van de kinderziel, het leven
van Christus in die ziel dadelijk' verstik
ken in een atmosfeer van wereldisch
feestgedrui'sch.
Er heerschen misbruiken op dit ge
bied en er bestaan misstanden.
Zoo veelvuldig, dat de zucht naar ver
betering vrij algemeen is.
Alleen weet men niet, hoe te beginnen.
En op welke wijze radicaal de uitwas
sen af te snijden.
Maar nu?
FEUILLETON.
61)
Een uitdrukking van verwondering 'en
Schrik overtrok plotseling zijn gelaat. Hij
[werd "bleek, en liet zich op een fauteuil
Vallen. Adèle, idie dit zag, scheen even
beangst als hij.
Albert die vanaf 't begin van dit tooneel
ihen niet uit het oog verloren had, frons-
Je zijn wenkbrauen en zijn edel gelaat
kreeg een trek van diepe droefheid.
Op 't zelfde oogenblik trad Raout uit de
duisternis, die achter in de zaal heersch-
<te, naar voren, op den voet gevolgd door
jdoor Gilbert.
Raoul! riep de Kervarec, op "hem
[toesnellend. ,God zij dank, dat ge niet
jgedood zijt.
"Daar is de ware Raoul die Monte-
hay, feeide barones de Canisy op hem
uVvijZende. Er zijn hier een'ige oudie bedien
den, idiie jzijcri vader* te Ronceval gekend'
(hebben; vraag hen of deze jongeman
niet het èveiïbeeld is ,van Thierry de Mon-
ïenay,
Ja!, ja! riepen enkele stemméin ach-
|n de zaal,
1 .Wil nader treden mijnheer, Zei-de
Muiïfile io4 Raou,l m mij foe.
Onze kinderen zullen vroeger tot die
H. Tafel worden toegelaten. Vóór de zon
de in een kinderhart komen kan, zegt de
Paus, moet Jezus Christus er Zijn bin
nengetreden. Vrij zeker zal de eerste H.
Communie geen aanleiding meer geven
tot weidsche plechtigheden, al is het niiet
uitgesloten, dat er plechtige eerste iH.
Communies Zullen blijven.
Maar, izooals gezegd, er staan ingriji-
pende wijzigingen voor de deur.
'En de gelegenheid bestaat nu om van
ons af te schudden, wat ortder ons vrij
algemeen als een ergerniswekkend mis
bruik wordt erkend.
*t Is waar, zoolang onze Bisschoppen
nog niet hebben gesproken, kan er moei
lijk sprake zijn van welke regeling oók
Maar het scheen ons nuttig alvast de
zucht tot vrijmaking van het nfisbruik op
te wekken en aan te moedigen."
De Kustverdediging.
Het geschrijf over het wetsvoorstel in
zake de kustverdediging blijft in bladen
en tijdschriften voortduren, 't Wordt lang
zamerhand ongenietbare kost voor die le
zers, omdat veel nieuwe gezichtspunten
niet meer worden aangeroerd.
bovendien komt men door de wijze
van behandeling in die linkerpers wel eeni-
germate -onder den indruk, dat politieke
bij bedoelingen af en toe de beschouwin
gen geïnspireerd. hebben.
In de „Tijdspi egel" Joont luit-
generaal F. G. A. van Ermel $cherer
zich voorwaardelijk, een voorstander van
het wetsontwerp. Zijn bedenkingen be
treffen aflereerst het aantal jaren dat zal
verloopen alvorens de thans Voorgeno
men werken zullen zijn uitgevoerd, icn
welk aantal op 8 is gestelddit acht schr.
veel te groot.
Ook de verdediging van 'den moiid der
Wester-Schelde (door slechts één fort is
gebrekkig en dus onvoldoende.
Zijn overige bemerkingen zijn van meer
deskundigen aard.
Het (U. L.) „Vaderland, waarin ver
schillende mannen van naam over het
wetsontwerp hebben geschreven, waaron
der het zijn verdedigers en tegenstanders
vónd -,heeft thans 'die polemiek gesloten
en conclusies gesteld.
De meest belangrijke daarvan 'zijn, dat
het blad ineent, dat het Regeeringsvoor-
stel hoofdzakelijk gericht is tegen Enge
land.
Een landing der Engelschen met het
doel Duitschland aan te vallen, is zoo wei
nig doeltreffend jen'kan door ons veldleger
zoo gemakkelijk worden tegengegaan, diat
dit oorlogsgevaar voor ons geen aanlei
dingtot bijzondere maatregelen .behoeft te
geven bij de inrichting van ons verdedi
gingsstelsel.
Het occupatie-gevaar is het grootst voor
de toegangen tot onze groote koopsteden,
de versterkingen, die deze toegangen be-
heerschen moeten, kunnen voor uié taak
en toereikende mate worden ingelicht met
veel geringer kosten dan het Regeerings-
voorstel vordert mits gezorgd worde voor
voldoenden steun door ónze levende strijd
krachten te land, gepaard aan verdediging
van de zeegaten met klein marine-matéri-
aal en met mijn- en andere versperringen.
Na lezing dezer conclusies zal het niet
verbazen dat de slotconclusie van het
liberale orgaan "is
De resgeeringsvoorstellen, zijn alzoo or^
doelmatig en te duur, 'terwijl zij indrui-
schen tegen het gezonde beginsel, ó.a. ge
huldigd in het program der Liberale Unie,
dat, al wofd/t de waadde van verdedigings
werken aan de kust, en met de hiier boven
aangegeven strekking, niet ontleend, hiet
zwaartepunt onzer defensie moét wordlen
gezocht:
a. wat de verdediging te land betreft in
het landleger;
b. wat de verdediging te water aangaat
in klein-marine-materiaal (torpedobooten
onderzeeërs) en versperringen.
Rijk en Gemeente.
De „Standaard" herinnert er in
een artikel onder bovenstaand opschrift
aan, dat de gelijke aanspraak Van open
baar- en bijlzonder onderwijs op de pu
blieke kas in beginsel is toegegeven.
in uw eigen belang, eenige vragen tot
U te richten.
- De antwoorden van Raoul kwamen ge
heel overeen met die van de Kervarec;
Uw vriend, ridder de "Kervarec,
heeft ons dit alles reéds verhaald, hernam
de Murielle; maar gij ziilt ongetwijfeld'
ons id(e papieren kunnen toonen waarvan
gij beiden gespróken hebt, en door wel
ke het ons gemakkelijk zal zijn de waar
heid te achterhalen.
Ik heb die papieren niet meier, ant
woordde Raoul.
LWat hebt gij er méde gedaan? vroeg
de magistraat verwonderd.
Raoul aarzelde.
Ik heb ze aan die |d!ame toever
trouwd,- antwoordde hij ten slotte, op
Adèle wijzend.
"Aan mij! riep de jonge vrouw mét
geveinsde verwondering en verontwaar
diging. Aan mij?
'Aan u, dame.
Die jonge man vergist Zich, zeide
Adèle haar schouders ophalend. Ik heb
hem nimmer gezien.
Zoudt u liet durven Zweren op uw
eeuwig heil? vroeg Raoul óp; ernsiiagen
toon
Gij antwoordt niet, gravin"?, vroeg
de Murielle.
Ik dacht id|a,t gravin de Yernage
haar woorden niet met een öejd behoef
de te bekrachtigen.
y,öor fipd, mijn geween ep mijn
bestaat er nog geen algeheele gelijkstel
ling, maar 'deize is s'lechts een quaestié
van tijd.
Maar heel ahd'ers staat het mét die
Gemeentekas. Van Gemeentewege wordt
elk jaar een zeer aanzienlijk bedrag van
over dé negen millioen voor het Open
baar onderwijs uitbetaald, en hier staat
voor het Bijzonder onderwijs nog altoos
geen enkele tegemoetkoming, tegenover.
Nu hindert dit minder voor het platte
land, maar het levert zeer ernstig be
zwaar op in de steden. Reden waarom
het Bijzondér onderwijs in de steden,
vooral in dé groote steden ,dan ook eer
terrein verliest, dan dat het terrein win
nen zou.
En /lit kon niet anders.
Voert toch dé Gemeente het Openbaar
onderwijs steeds hooger op, dan legt dit
dóór de wet der concurrentie ook aan
het Bijzonder onderwijs steeds hoogere
verplichtingen op, die de geldelijke of
fers die voor het Bijzonder onderwijs
te brengen zijn, steeds weer komen be
zwaren.
Dit mes nu snijdt van twee kanten.
Vooreerst toch zijn de voorstandiers
van het Bijzonder onderwijs verplicht,
om altoos weer in de gemeentelijke be
lastingen aan het Openbaar onderwijs
mee te betalen. En ten tweede wordt
hun zoodoende door de belastingheffing
het geld afgenomen, om in eigen schcol-
behoefte te voorzien. En dit nu is in
hooge mate bedenkelijk.
Geraakt toch in onze groote steden
de jeugd der lagere bevolking steeds
meer onder -het overwicht van den geest,
die vooral in de steden bij het Open
baar onderwijs den toon aangeeft, dan
woi-dt, waar de kerken onmachtig zijn,
om naar eisch op die bevolking in te
werken, het gevaar verre van denkbeel
dig, dat de geest in onze groote steden
steeds verder van het Christelijk belij
den en van het Christelijk beleven zal
vervreemd worden.
Van dé verruiming van het gebied der
gemeente financien verwacht het blad1,
dat steeds meer voor het openbaar on
derwijs zal worden weggenomen, en dat
in het eindi het Bijzonder Onderwijs in
onze groote steden den strijd zal moeten
opgeven. (Voor zooverre het de kath.
scholen betreft, achten wij deze voor
spelling te pessimistisch, Red. L. C.)
Meer nog d'an vroeger begint diusf
thans dé schoen te wringen.
Het is toch een stuitende inconsew
quentie, dat op Rijksgebied het beginsel
van gelijkheid heerscht, en dat ditzelfde
Rijk -in dé Gemeenten een beginsel van
kracht laat, dat vlak hiertegen ingaat.
Reeds op .zich zelf is dit een ongerijmd
heid. In zoo overwegend nationaal be
lang als bij het onderwijs op het spel
staat, moet eenheid van gedachte het
geheel beheersclien. Vroeger was de lei-
d'enide gedachte, dat de Overheid uit
sluitend voor liet Openbaar ouderwijs
zorgde, en het Bijzonder onderwijs aan
zijn lot overliet. In dit stelsel nu paste,
de regel, dat èn Rijlc èn Gemeente a 1-
leen voor 'het 'Openbare onderwijs
zorgden, en zich het lot van het Bijzon
der onderwijs niet aantrokken. Thans
daarentegen geldt voor het Rijk als re
gel, d'at de Overheid het onderwijs als
zoodanig bevorderen zal, geheel onver
schillig «of dit op de Openbare of op
dé Bijzondere school wordt gegeven. En-
met dit nieuwe stelsel nu is het ten
eeneninale onvereenigbaar, dat op het
terrein dér "Gemeente het oude stelsel
nog onverzwakt.van kracht blijft.
Bovendien schuilt er een stuitend on
recht in tegenover den Gemeentelijken
belastingbetaler. Onder het nieuwe stel
sel is het een ten eenénmale onhoud
bare ged'adhte, dat men den voorstander
van het Bij-zonder onderwijs het gèld
voor dé Openbare school uit den zak
klopt, om hem d'aarna nog bovemdjien
door middel van de openbare school
eiken pas schier voor de instandhouding
en uitbreiding van zijn Bijz. school af
te snijden.
De gemeente int haar geld van alle
burgers, en behoort dan ook de burgers
van wat richting ze ook zijn mogen, op
eeuwigheil, zeide Raoul, zweer ik diat deze
'dame mij Idie papieren ontnomen heeft,
die men mij thans vraagt. Zweer'het te
gendeel, indien u dit durft.
Adéle zag rond en begreep de gevolgen
van haar aarzelen en de krachtige woor
den van Raoul.
ik zweer, dat ik geen der papieren,
waarvan deze jonge man spreekt, gezien
heb zeide zij en dat ik niet weet, wat
hij bedoelt
Raoul antwoordde niet, maar zag "Adé
le met een zoo verachtenden blik aan dat
zij zich omdraaide.
"Op dit oogenblik naderde Albert jdé
Malleroy, die zich terzijde gehouden had',
tot Raoul.
Zijn dit niet die papieren, "die gij
noodig hebt, mijnheer? vroeg Tij hem
een zijden zakje overhandigend,
Inderdaad, antwoordde 'Raoul
hoogst verwonderd. Maar ik begrij!p niet
Ik meende te weten waar nuen die
papieren verborgen ha'd,- onderbrak Albert
hem; ik heb de afsluiting 'waarachter zij
zich bevonden verbroken en mijn plicht
als eerlijk man vervuld, door u terug, te
geven wat U ontstolen was.
Gegeeseld idoor 'dit verschrikkelijk:
woord en verpletterd! 'door 1de schande
z;a,kte Adèle ineen.
Moge satan je lialen,- verdoekte ézel
brulde Novère.
"Richard stormde naar yoren om Raoul
lös. Eaégtsn ,Ó,utn#en, fctfggjjgjtet
voet van gelijkheid te bejegenen. Be
sluit ze alzoo om voor het Lager Onder
wijs nog riiimer middelen beschikbaar
te stellen, dan is het eisch van recht 'en
billijkheid, dat alle 'burgers onver
schillig of zé voorstaan het Openbaar,
of het Bijzonder Onderwijs, hiervan ge
lijkelijk het profijt zullen "hebben. -
En dlit nu zou alleen zoo kunnen, dat
dé Gemeente voor élk kind op de Bij
zondere sdhool evenveel beschikbaar
steldé, als ze uit de Gemeentekas per
kind' voor het Openbaar onderwijs uit
geeft. Is diit f 10 op de Openb. school
dan izou ze oók f10 per kind aan het
Bijzondér onderwijs moeten vergoeden.
En neemt ze een stuk gemeentegrond)
voor den bouw van een openbare schooi
dan zou ze evenzoo een stuk gemeente
grond moeten afstaan, zoo dit voor den
bouw van een bijzondere school noodig
bleek. Geen gunst voor dé een bovien
den ander. Gelijke monniken, gelijke kap
pen. Alleen zoo zal het naar recht -en
billijkheid toegaan, en alleen zo-o zal de
schoolvrede een werkelijkheid worden.
Het groote geneesmiddel.
't Is bekend1, dat ondanks de groote
woordenrijkdom en overstelpende woor
denvloed van een Spiekman, het socia
lisme in Rotterdam niet wil tieren. Het
„Volk" geeft als oorzaak aan, dat de ar-
dérs geen sociaal-democratisch dagblad
lezen en het genees mi dldel is dus in
overeenstemming met dien diagnose het
oprichten van een eigen partijblad'.
Indien wij hierop de aandacht vesti
gen, zegt het „Huisgezin", doen
wij het niet uit belangstelling voor de
S. D. A. P., maar omdat ook voor onze
partij eenzelfde verschijnsel uit djezelf-
oorzaak wordt geboren.
Alle organisatie ,alle propaganda van
onzentwege is ten slotte jjdel, indien
deze niet gesteund wordt door het
lezen van Kath. dagbladen, door het
onderhouden van het dagelijkschie con
tact met het katholieke leven.
Zoo goed als de socialistische dagbla
den worden noodig geacht, om socia
listen te kweeken, zoo goed' hebben wij
Katholieken, katholieke dagbladen noo
dig om goede werkzame, door en door
Katholieken te blijven.
Verheffen Katholieken liberale of neu
trale bladen tot hun lijforgaan, dan zijn
zij voor het katholieke leven in zijn vol
le.. brcede ontplooiing verloren.
Deze waarheid1 is dikwijls, en diklwjijls
vergeefs gezegd'. Misschien wil men er
beter oor aan leenen, nu een socialist
toont de waarde der pers voor een partij
op den juisten prijs te schatten".
De (A. R.) „Rotterdammer" dit
geschrijf, alsmede de eenigen tijd ge
ledén ook door ons geciteerde artikelen
van de „Nederlande r" aanhalend,
dat deze feiten de Christelijke partijen
die zich verheugen mogen in een dage-
.lijksch partijorgaan ,tot kracht-igen steun
hunner eigen pers moeten opwekken.
Tevens moeten z'; -op bedacht zijn
om al dé kiezers, ijhen b'ehooj-
ren, ook met hunne pers in aanraking
te brengen, wijl velen nog van dit con
tact verstoken zijn.
De waarde eener ei g<en p 1 a a t s I ij-
k e pers voor 'de uitbreiding kier partij,
is dan ook niet hoog genoeg aan te
slaan.
STATEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER.
Indische Begrooting.
Aan het voorloopig verslag omtrent de
begrooting van Nederlandsch-1 ndivoor
1911 cn het daarbij behoorende wets
ontwerp tot wijziging en verhooging der
begrooting van uitgaven van "Neder-
landsch-Indië voor 1911, ten behoeve van
den havenbouw te Soera-baya wordt het
volgende ontleend:
"Ministerieel beleid. Van verschillende
zijden werd hierover een gunstig oordeel
uitgesproken. Sommige leden ineendén
echter, dat hij niet met die voortvarend
heid te werk gaat, noch doordrongen "is
van het besef, dat in het bestuur van Ned.
ze hem toebehoorden. Met somber gelaat
en gekruiste armen ging Albert voor hem
staan. Richard wierp hem Wild! terzijde,
maar de papieren bevonden zich reeds in
handen van de Murielle.
Ondanks het verzet van Richard en de
Novère, las de magistraat hardop de pa
pieren, die Raoul hem zoo juist ter hand
gesteld had, en vergeleek ze met dié wel
ke de Novère's beschermeling hém ge
geven had. De helften pasten volkomen
bijeen.
De verklaring van vrouw Cauchois,
die zich bij «de papieren bevond, was zoo
duidelijk, en verklaarde zoo uitd'rukeklijk
dat haar zoon ontvoerd was, inplaats
van het kind diat Thierry haar had toe
vertrouwd, dat de Murielle en 'zijn col
lega's een zucht van verlichting smak
ten, als iemand die eindelijk -dé waarheid,
waarnaar hij reeds zoo lang zocht, voor
zich ziet.
Ziende, idait een beslissing 'zou geno
men worden 'dfie al hun schuldige plan
nen nutteloos maakten, trachtten de No
vère en de Malleroy zich er tegen te
verzetten; maar de Murielle én zijn col
lega's, die hem door het testament van
mevrouwde Malleroy waren toegevoegd:,
konden het vertrouwen dioor een doode in
hen gesteld,- niét beschamen.
Ondanks het verzet en "de bedreigingen
der beidé mannen, verklaarde de Murielle
dat hij en zijn collega's een§t mmig "den
^nge.uomeij Jopn yan de J^crvureq ajs
Indië in korten tijd groote veranderingen,
moeten komen, wil ons land duurzaam,
zijn invloed op die ontwikkeling der ko
lonie behouden.
"Opmerkingen werden gemaakt over bet
beleid van Men GouverneuriGeneraal.
Sommigen meenden, dat de tijd1 nog niet
gekomen is dit te beoordeelen, anderen
wezen op den tragen voortgang van irra-
gatiewerken en de uitbreiding Van bét
onderwijs, terwijl verscheidene léden den
indruk kregen dat de godsdienstige over-"
tuiging van den Gouverneur-Generaal eén
ongewenschten invloed uitoefent op d|é
wijze waarop hij zijn ambt vervult.
Deze opmerkingen bleven niiet onweer
sproken.
Financiën. Ten opzichte van den finau-
tieelen toestand liepen de meedingen zeer
uiteen. Gelkaagd werd óver hooge tracts
meuten voor Europeesche ambtenaren.
Actie- buitenbezittingen. Met ingeno
menheid werd geconstateerd, dat op dej
periode van actie in dé buitenbezittingeni
nu een tijd van rust schijnt te vólgen,,
Atjeh meende men, liet nog wél wat tej
wenschen over. Gevraagd werd of de Ré-
geering een opvolger voor den heer'Lief-
rinck zal aanwijzen.
De aandacht der Regeering werd ge
vestigd op den belangrijken invloed wel
ke de bestuursbemoeienis in de Buiten
bezittingen uitoefent op de heidiensche
volken, "Vaar than#s nog het animisme
heerscht.
In verband hiermede bepleitte men, om
de zendingsgenootschappen gelegenheid
te geven hun inkomsten voor het eigen
lijke zendingswerk te gebruiken, vergoe
ding aan 'die genootschappen uit 's-lands
kas van de kosten voor kerkelijke doelein
den, benoodigd ten aanzien dier gemeen
ten, welke als min of meer gevestigd zijn
te beschouwen.
Van andere zijde werd aangedrongen
op gelijken steun voor de Roomsch-
Katholieke missiën, die tot dus
ver voor kerkelijke doeleinden van gou-
vernementswege geenerlci steun ontvan-
£erl-
Aangedrongen we rel op "s p o e d i g e
beantwoording'betreffende de wets
ontwerpen tot wijziging van de Indische
comptabiliteit en van het Regeeringsre-
gelen van decentralisatie. Gevraagd werd
naar de toegezegde reorganisatie van bin-
nenlandsch bestuur en 'de bedoeling daar
van. Bevreemding werd uitgedrukt, dat de
Indische Regeering het Legér des Hails
beschouwt als een Christelijk genootschap
en hare leden als inlandsche christe
nen. Inlichtingen werden gevraagd om
trent de souvereiniteit over hét eiland
Palmas.
Enkele leden drongen aan op ophef
fing der algemeene secretarie, afschaf
fing der doodstraf, ruime toeken
ning van het recht van verecniging en ver
gadering aan "dé inlanders en meer vrij
heid aan dé pers, adderen meenden, dat
Beperking der laatste meer gewenscht was
Op krachtiger maatregelen tegen het
opiumgebruik werd aangedrongen, even
zoo op wijziging in de opleiding der be
stuursambtenaren bij het Binnenland-sch
bestuur. De reorganisatie der politie vond
bijval. Op eén hoofdinspecteur voor het
onderwijs ,een Indische universiteit, frö
belonderwijs van Gouvernementswege,'
betere opleiding der inlandsche onder
wijzers, meer uitgaven voor inlandsch on
derwijs, krachtiger bestrijding der cho
lera werd aangedrongen.
Hulde werd gebracht aan den heer
Lorentz en zijn t ochtgenoóten wegens bet
onderzoek op Nieuw Guinea, aan "de hoe
ren Krans en de Jongh voor hun rapport
omtrent de havenverbetering van Soéra-
ba-ya
Teleurstelling werd geuit dat, niette
genstaande de -toestand in de buitenbe
zittingen vooruitgaat ,door het Departe
ment van Oorolg ruim 2!/s ton meer
is gevraagd.
Inlichtingen bij adressen.
De Commissie, in wier handen is ge
steld de Nota van Inlichtingen van den
minister van waterstaat, omtrent adres
sen van clen heer Antonie Maas, opzich
ter van jlen Rijkswaterstaat ,2e kl., wo-
Raoul de Montenay erkenden.
En thans zeide, dé magistraat, moéf
ik overeenkomstig de wilsbeschikkingen'
van gravin Berengère de Malleroy aan
graaf Richard -de Malleroy vragen óf hij
me'destemt an deze erkénning en de be
schikkingen zijner moeder als goed en
geldig erkent.
Zeker niet! riep Richard. Uw on
billijke beslissing heeft gelukkig geen
kracht en ik zal mij tot de gewone recht
bank wenden.
Is dat uw laatste woord; mijnheer
de graaf.
Zeker; meent ge "dat ik mij door
den eersten dén besten Zal laten uitschud
den?
T)ok ik verzet er m tegen, zeide dé
Novère, en ik zal gerechtelijk bewijzen,-
dat degene dien i k heb aangewiozen, waar
lijk Raoul de j$ontenay is.
Onze machtiging is in deze officieel
hernam de Murielle, maar zooals gij zegt.
heeren ,zi) kan u niet beletten u tot de
rechtbaiik te wenden daar gij noch door
eerbied voor den wil eenél" doode, noch'
door de vrees voor schandaal weerhouden
wordt. LWat ons betreft, om onzen plicht
tot het einde te vervullen'hebben wij nog
slechts aan den heer Raoul de Montenay
het derde couvert te overhandigen, zooals
de gravin had bepaald ingeval gra£? Id-;
chard 'de Malleroy mocht weigeren zidh"
a;a,n on?e beslissing te onderwerpen^
(Wprdt yeryolgd)j(