liet erfdeel der Malleroy's. 1 Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 15 October. Uit de Pers. De Eerste H. Communiefeesten. 'Nu in de toelating tot de Eerste iH. (Communie, door idie jongste pauselijke •(decreten, een ingrijpende verandering is (jte ver'waidhten> wil de L i m b. Koerier deze gelegenheid mieteen te baat nemen, iiom aan de eerste Communiefeesten ra- tjdicaaï een wereldisch aanliangsef af te ikappen. Nu doet zich diaarvoor een^kans ,Voor,- die misschien in een verre Jotei- komk niet terugkeert. „Hebben wij eerlijk gezegd betoogt het 'blad, niet flllen het land aan misbiuik [waardoor sommigen van het kerkelijk (feest een wereldschie fuif maken En is llhet ons allen geen ergernis, als onver- handige ouders de stille devotie van bet ijrind aftrekken, dk>or overdreven fcucht Imaar kleeren of opschik of door al te 'luidruchtige voorbereiding vain het ij,feest"? "'Niet allen gaan in deze te ver,'dat is Ifcoo. i Maar slechts weinigen zullen met de iRand op het hart kunnen verklaren, dat !ze het niet wat eenvoudiger hadden kun nen aanleggen. L)och wat wilt ge: de een volgt het .voorbeeld van den ander. En als Jan begint een meter verder fte springen dan zijn pols lang is, dan acht ;Piet zich verplacht twee meter meer ta nemen en Hendrik drie. In mijn buurt woont een arme we duwe-, die drie jaren lang aan mijn deur 1 aardappelschillen heeft opgehaald. Nu heeft ze'de klandisie opgezegd. (W!ant..... ize had nu haar honderd vijf en twintig gulden bij elkaar voor het communiefeest yan haar oudste dochtertje. Is het wonder^ dat haar buurman, een beter gesitueerde wierkman,- nu dienkt, Idat hij het met zoo'n som niet af kan? ;,En dat hij geld heeft gevraagd aan een Voorschotbank wat hij week voor week zal moeten terugbetalen rente en aflos sing waardoor het gezin jaren lang Zal jnoeten kromliggen. En dfe burger moet nog al meer doen. Terwijl de rijkelui...". "ik ken er, "die groote partijen aanrich ten. Maar He ken er ook een *n rijke, Üie jaarlijks meer guldens heeft te ver teren, dan ik letters produceer iieen, "die z'n jongen op den dag der eerste H. Communie in een eenvoudig zwart pakje naar de kerk liet loopen, terwijl het kind van een "arm gëkin, waar de Vinceriftus- heeren geregeld aan huis komen, mef een tweespan ter kerke gereden wefdl. Die eene is echter leen uitzondering. Regel is, dat alle koetsiers op een eer- ste-communiedag met al hun paarden en rijtuigen in de weer zijn, diat alle banket bakkers zich uitsloven, alle koks leveran ties hebben..... Dit ware niet erg, indien niemand meer geld besteedde dan zijn beurs'kon dragen, indien de feestelijkheid niet werd opge schroefd, en in sommige gevallen de ker kelijke plechtigheden niet leedi, ja over schreeuwd werd! door'de werelds clue luidL ruchiighoden. O de moeders, 'die op "den ochtend der eerste H. Communie hare kinderen la ten afbeulen cloor kappers en modiiisten. Die nog een lintje te strikken of leen leant je te schikken hebben, als het kind reeds ter kerke schrijdt. Die op den dag, dat de Godmensch bezit nam van de kinderziel, het leven van Christus in die ziel dadelijk' verstik ken in een atmosfeer van wereldisch feestgedrui'sch. Er heerschen misbruiken op dit ge bied en er bestaan misstanden. Zoo veelvuldig, dat de zucht naar ver betering vrij algemeen is. Alleen weet men niet, hoe te beginnen. En op welke wijze radicaal de uitwas sen af te snijden. Maar nu? FEUILLETON. 61) Een uitdrukking van verwondering 'en Schrik overtrok plotseling zijn gelaat. Hij [werd "bleek, en liet zich op een fauteuil Vallen. Adèle, idie dit zag, scheen even beangst als hij. Albert die vanaf 't begin van dit tooneel ihen niet uit het oog verloren had, frons- Je zijn wenkbrauen en zijn edel gelaat kreeg een trek van diepe droefheid. Op 't zelfde oogenblik trad Raout uit de duisternis, die achter in de zaal heersch- <te, naar voren, op den voet gevolgd door jdoor Gilbert. Raoul! riep de Kervarec, op "hem [toesnellend. ,God zij dank, dat ge niet jgedood zijt. "Daar is de ware Raoul die Monte- hay, feeide barones de Canisy op hem uVvijZende. Er zijn hier een'ige oudie bedien den, idiie jzijcri vader* te Ronceval gekend' (hebben; vraag hen of deze jongeman niet het èveiïbeeld is ,van Thierry de Mon- ïenay, Ja!, ja! riepen enkele stemméin ach- |n de zaal, 1 .Wil nader treden mijnheer, Zei-de Muiïfile io4 Raou,l m mij foe. Onze kinderen zullen vroeger tot die H. Tafel worden toegelaten. Vóór de zon de in een kinderhart komen kan, zegt de Paus, moet Jezus Christus er Zijn bin nengetreden. Vrij zeker zal de eerste H. Communie geen aanleiding meer geven tot weidsche plechtigheden, al is het niiet uitgesloten, dat er plechtige eerste iH. Communies Zullen blijven. Maar, izooals gezegd, er staan ingriji- pende wijzigingen voor de deur. 'En de gelegenheid bestaat nu om van ons af te schudden, wat ortder ons vrij algemeen als een ergerniswekkend mis bruik wordt erkend. *t Is waar, zoolang onze Bisschoppen nog niet hebben gesproken, kan er moei lijk sprake zijn van welke regeling oók Maar het scheen ons nuttig alvast de zucht tot vrijmaking van het nfisbruik op te wekken en aan te moedigen." De Kustverdediging. Het geschrijf over het wetsvoorstel in zake de kustverdediging blijft in bladen en tijdschriften voortduren, 't Wordt lang zamerhand ongenietbare kost voor die le zers, omdat veel nieuwe gezichtspunten niet meer worden aangeroerd. bovendien komt men door de wijze van behandeling in die linkerpers wel eeni- germate -onder den indruk, dat politieke bij bedoelingen af en toe de beschouwin gen geïnspireerd. hebben. In de „Tijdspi egel" Joont luit- generaal F. G. A. van Ermel $cherer zich voorwaardelijk, een voorstander van het wetsontwerp. Zijn bedenkingen be treffen aflereerst het aantal jaren dat zal verloopen alvorens de thans Voorgeno men werken zullen zijn uitgevoerd, icn welk aantal op 8 is gestelddit acht schr. veel te groot. Ook de verdediging van 'den moiid der Wester-Schelde (door slechts één fort is gebrekkig en dus onvoldoende. Zijn overige bemerkingen zijn van meer deskundigen aard. Het (U. L.) „Vaderland, waarin ver schillende mannen van naam over het wetsontwerp hebben geschreven, waaron der het zijn verdedigers en tegenstanders vónd -,heeft thans 'die polemiek gesloten en conclusies gesteld. De meest belangrijke daarvan 'zijn, dat het blad ineent, dat het Regeeringsvoor- stel hoofdzakelijk gericht is tegen Enge land. Een landing der Engelschen met het doel Duitschland aan te vallen, is zoo wei nig doeltreffend jen'kan door ons veldleger zoo gemakkelijk worden tegengegaan, diat dit oorlogsgevaar voor ons geen aanlei dingtot bijzondere maatregelen .behoeft te geven bij de inrichting van ons verdedi gingsstelsel. Het occupatie-gevaar is het grootst voor de toegangen tot onze groote koopsteden, de versterkingen, die deze toegangen be- heerschen moeten, kunnen voor uié taak en toereikende mate worden ingelicht met veel geringer kosten dan het Regeerings- voorstel vordert mits gezorgd worde voor voldoenden steun door ónze levende strijd krachten te land, gepaard aan verdediging van de zeegaten met klein marine-matéri- aal en met mijn- en andere versperringen. Na lezing dezer conclusies zal het niet verbazen dat de slotconclusie van het liberale orgaan "is De resgeeringsvoorstellen, zijn alzoo or^ doelmatig en te duur, 'terwijl zij indrui- schen tegen het gezonde beginsel, ó.a. ge huldigd in het program der Liberale Unie, dat, al wofd/t de waadde van verdedigings werken aan de kust, en met de hiier boven aangegeven strekking, niet ontleend, hiet zwaartepunt onzer defensie moét wordlen gezocht: a. wat de verdediging te land betreft in het landleger; b. wat de verdediging te water aangaat in klein-marine-materiaal (torpedobooten onderzeeërs) en versperringen. Rijk en Gemeente. De „Standaard" herinnert er in een artikel onder bovenstaand opschrift aan, dat de gelijke aanspraak Van open baar- en bijlzonder onderwijs op de pu blieke kas in beginsel is toegegeven. in uw eigen belang, eenige vragen tot U te richten. - De antwoorden van Raoul kwamen ge heel overeen met die van de Kervarec; Uw vriend, ridder de "Kervarec, heeft ons dit alles reéds verhaald, hernam de Murielle; maar gij ziilt ongetwijfeld' ons id(e papieren kunnen toonen waarvan gij beiden gespróken hebt, en door wel ke het ons gemakkelijk zal zijn de waar heid te achterhalen. Ik heb die papieren niet meier, ant woordde Raoul. LWat hebt gij er méde gedaan? vroeg de magistraat verwonderd. Raoul aarzelde. Ik heb ze aan die |d!ame toever trouwd,- antwoordde hij ten slotte, op Adèle wijzend. "Aan mij! riep de jonge vrouw mét geveinsde verwondering en verontwaar diging. Aan mij? 'Aan u, dame. Die jonge man vergist Zich, zeide Adèle haar schouders ophalend. Ik heb hem nimmer gezien. Zoudt u liet durven Zweren op uw eeuwig heil? vroeg Raoul óp; ernsiiagen toon Gij antwoordt niet, gravin"?, vroeg de Murielle. Ik dacht id|a,t gravin de Yernage haar woorden niet met een öejd behoef de te bekrachtigen. y,öor fipd, mijn geween ep mijn bestaat er nog geen algeheele gelijkstel ling, maar 'deize is s'lechts een quaestié van tijd. Maar heel ahd'ers staat het mét die Gemeentekas. Van Gemeentewege wordt elk jaar een zeer aanzienlijk bedrag van over dé negen millioen voor het Open baar onderwijs uitbetaald, en hier staat voor het Bijzonder onderwijs nog altoos geen enkele tegemoetkoming, tegenover. Nu hindert dit minder voor het platte land, maar het levert zeer ernstig be zwaar op in de steden. Reden waarom het Bijzondér onderwijs in de steden, vooral in dé groote steden ,dan ook eer terrein verliest, dan dat het terrein win nen zou. En /lit kon niet anders. Voert toch dé Gemeente het Openbaar onderwijs steeds hooger op, dan legt dit dóór de wet der concurrentie ook aan het Bijzonder onderwijs steeds hoogere verplichtingen op, die de geldelijke of fers die voor het Bijzonder onderwijs te brengen zijn, steeds weer komen be zwaren. Dit mes nu snijdt van twee kanten. Vooreerst toch zijn de voorstandiers van het Bijzonder onderwijs verplicht, om altoos weer in de gemeentelijke be lastingen aan het Openbaar onderwijs mee te betalen. En ten tweede wordt hun zoodoende door de belastingheffing het geld afgenomen, om in eigen schcol- behoefte te voorzien. En dit nu is in hooge mate bedenkelijk. Geraakt toch in onze groote steden de jeugd der lagere bevolking steeds meer onder -het overwicht van den geest, die vooral in de steden bij het Open baar onderwijs den toon aangeeft, dan woi-dt, waar de kerken onmachtig zijn, om naar eisch op die bevolking in te werken, het gevaar verre van denkbeel dig, dat de geest in onze groote steden steeds verder van het Christelijk belij den en van het Christelijk beleven zal vervreemd worden. Van dé verruiming van het gebied der gemeente financien verwacht het blad1, dat steeds meer voor het openbaar on derwijs zal worden weggenomen, en dat in het eindi het Bijzonder Onderwijs in onze groote steden den strijd zal moeten opgeven. (Voor zooverre het de kath. scholen betreft, achten wij deze voor spelling te pessimistisch, Red. L. C.) Meer nog d'an vroeger begint diusf thans dé schoen te wringen. Het is toch een stuitende inconsew quentie, dat op Rijksgebied het beginsel van gelijkheid heerscht, en dat ditzelfde Rijk -in dé Gemeenten een beginsel van kracht laat, dat vlak hiertegen ingaat. Reeds op .zich zelf is dit een ongerijmd heid. In zoo overwegend nationaal be lang als bij het onderwijs op het spel staat, moet eenheid van gedachte het geheel beheersclien. Vroeger was de lei- d'enide gedachte, dat de Overheid uit sluitend voor liet Openbaar ouderwijs zorgde, en het Bijzonder onderwijs aan zijn lot overliet. In dit stelsel nu paste, de regel, dat èn Rijlc èn Gemeente a 1- leen voor 'het 'Openbare onderwijs zorgden, en zich het lot van het Bijzon der onderwijs niet aantrokken. Thans daarentegen geldt voor het Rijk als re gel, d'at de Overheid het onderwijs als zoodanig bevorderen zal, geheel onver schillig «of dit op de Openbare of op dé Bijzondere school wordt gegeven. En- met dit nieuwe stelsel nu is het ten eeneninale onvereenigbaar, dat op het terrein dér "Gemeente het oude stelsel nog onverzwakt.van kracht blijft. Bovendien schuilt er een stuitend on recht in tegenover den Gemeentelijken belastingbetaler. Onder het nieuwe stel sel is het een ten eenénmale onhoud bare ged'adhte, dat men den voorstander van het Bij-zonder onderwijs het gèld voor dé Openbare school uit den zak klopt, om hem d'aarna nog bovemdjien door middel van de openbare school eiken pas schier voor de instandhouding en uitbreiding van zijn Bijz. school af te snijden. De gemeente int haar geld van alle burgers, en behoort dan ook de burgers van wat richting ze ook zijn mogen, op eeuwigheil, zeide Raoul, zweer ik diat deze 'dame mij Idie papieren ontnomen heeft, die men mij thans vraagt. Zweer'het te gendeel, indien u dit durft. Adéle zag rond en begreep de gevolgen van haar aarzelen en de krachtige woor den van Raoul. ik zweer, dat ik geen der papieren, waarvan deze jonge man spreekt, gezien heb zeide zij en dat ik niet weet, wat hij bedoelt Raoul antwoordde niet, maar zag "Adé le met een zoo verachtenden blik aan dat zij zich omdraaide. "Op dit oogenblik naderde Albert jdé Malleroy, die zich terzijde gehouden had', tot Raoul. Zijn dit niet die papieren, "die gij noodig hebt, mijnheer? vroeg Tij hem een zijden zakje overhandigend, Inderdaad, antwoordde 'Raoul hoogst verwonderd. Maar ik begrij!p niet Ik meende te weten waar nuen die papieren verborgen ha'd,- onderbrak Albert hem; ik heb de afsluiting 'waarachter zij zich bevonden verbroken en mijn plicht als eerlijk man vervuld, door u terug, te geven wat U ontstolen was. Gegeeseld idoor 'dit verschrikkelijk: woord en verpletterd! 'door 1de schande z;a,kte Adèle ineen. Moge satan je lialen,- verdoekte ézel brulde Novère. "Richard stormde naar yoren om Raoul lös. Eaégtsn ,Ó,utn#en, fctfggjjgjtet voet van gelijkheid te bejegenen. Be sluit ze alzoo om voor het Lager Onder wijs nog riiimer middelen beschikbaar te stellen, dan is het eisch van recht 'en billijkheid, dat alle 'burgers onver schillig of zé voorstaan het Openbaar, of het Bijzonder Onderwijs, hiervan ge lijkelijk het profijt zullen "hebben. - En dlit nu zou alleen zoo kunnen, dat dé Gemeente voor élk kind op de Bij zondere sdhool evenveel beschikbaar steldé, als ze uit de Gemeentekas per kind' voor het Openbaar onderwijs uit geeft. Is diit f 10 op de Openb. school dan izou ze oók f10 per kind aan het Bijzondér onderwijs moeten vergoeden. En neemt ze een stuk gemeentegrond) voor den bouw van een openbare schooi dan zou ze evenzoo een stuk gemeente grond moeten afstaan, zoo dit voor den bouw van een bijzondere school noodig bleek. Geen gunst voor dé een bovien den ander. Gelijke monniken, gelijke kap pen. Alleen zoo zal het naar recht -en billijkheid toegaan, en alleen zo-o zal de schoolvrede een werkelijkheid worden. Het groote geneesmiddel. 't Is bekend1, dat ondanks de groote woordenrijkdom en overstelpende woor denvloed van een Spiekman, het socia lisme in Rotterdam niet wil tieren. Het „Volk" geeft als oorzaak aan, dat de ar- dérs geen sociaal-democratisch dagblad lezen en het genees mi dldel is dus in overeenstemming met dien diagnose het oprichten van een eigen partijblad'. Indien wij hierop de aandacht vesti gen, zegt het „Huisgezin", doen wij het niet uit belangstelling voor de S. D. A. P., maar omdat ook voor onze partij eenzelfde verschijnsel uit djezelf- oorzaak wordt geboren. Alle organisatie ,alle propaganda van onzentwege is ten slotte jjdel, indien deze niet gesteund wordt door het lezen van Kath. dagbladen, door het onderhouden van het dagelijkschie con tact met het katholieke leven. Zoo goed als de socialistische dagbla den worden noodig geacht, om socia listen te kweeken, zoo goed' hebben wij Katholieken, katholieke dagbladen noo dig om goede werkzame, door en door Katholieken te blijven. Verheffen Katholieken liberale of neu trale bladen tot hun lijforgaan, dan zijn zij voor het katholieke leven in zijn vol le.. brcede ontplooiing verloren. Deze waarheid1 is dikwijls, en diklwjijls vergeefs gezegd'. Misschien wil men er beter oor aan leenen, nu een socialist toont de waarde der pers voor een partij op den juisten prijs te schatten". De (A. R.) „Rotterdammer" dit geschrijf, alsmede de eenigen tijd ge ledén ook door ons geciteerde artikelen van de „Nederlande r" aanhalend, dat deze feiten de Christelijke partijen die zich verheugen mogen in een dage- .lijksch partijorgaan ,tot kracht-igen steun hunner eigen pers moeten opwekken. Tevens moeten z'; -op bedacht zijn om al dé kiezers, ijhen b'ehooj- ren, ook met hunne pers in aanraking te brengen, wijl velen nog van dit con tact verstoken zijn. De waarde eener ei g<en p 1 a a t s I ij- k e pers voor 'de uitbreiding kier partij, is dan ook niet hoog genoeg aan te slaan. STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER. Indische Begrooting. Aan het voorloopig verslag omtrent de begrooting van Nederlandsch-1 ndivoor 1911 cn het daarbij behoorende wets ontwerp tot wijziging en verhooging der begrooting van uitgaven van "Neder- landsch-Indië voor 1911, ten behoeve van den havenbouw te Soera-baya wordt het volgende ontleend: "Ministerieel beleid. Van verschillende zijden werd hierover een gunstig oordeel uitgesproken. Sommige leden ineendén echter, dat hij niet met die voortvarend heid te werk gaat, noch doordrongen "is van het besef, dat in het bestuur van Ned. ze hem toebehoorden. Met somber gelaat en gekruiste armen ging Albert voor hem staan. Richard wierp hem Wild! terzijde, maar de papieren bevonden zich reeds in handen van de Murielle. Ondanks het verzet van Richard en de Novère, las de magistraat hardop de pa pieren, die Raoul hem zoo juist ter hand gesteld had, en vergeleek ze met dié wel ke de Novère's beschermeling hém ge geven had. De helften pasten volkomen bijeen. De verklaring van vrouw Cauchois, die zich bij «de papieren bevond, was zoo duidelijk, en verklaarde zoo uitd'rukeklijk dat haar zoon ontvoerd was, inplaats van het kind diat Thierry haar had toe vertrouwd, dat de Murielle en 'zijn col lega's een zucht van verlichting smak ten, als iemand die eindelijk -dé waarheid, waarnaar hij reeds zoo lang zocht, voor zich ziet. Ziende, idait een beslissing 'zou geno men worden 'dfie al hun schuldige plan nen nutteloos maakten, trachtten de No vère en de Malleroy zich er tegen te verzetten; maar de Murielle én zijn col lega's, die hem door het testament van mevrouwde Malleroy waren toegevoegd:, konden het vertrouwen dioor een doode in hen gesteld,- niét beschamen. Ondanks het verzet en "de bedreigingen der beidé mannen, verklaarde de Murielle dat hij en zijn collega's een§t mmig "den ^nge.uomeij Jopn yan de J^crvureq ajs Indië in korten tijd groote veranderingen, moeten komen, wil ons land duurzaam, zijn invloed op die ontwikkeling der ko lonie behouden. "Opmerkingen werden gemaakt over bet beleid van Men GouverneuriGeneraal. Sommigen meenden, dat de tijd1 nog niet gekomen is dit te beoordeelen, anderen wezen op den tragen voortgang van irra- gatiewerken en de uitbreiding Van bét onderwijs, terwijl verscheidene léden den indruk kregen dat de godsdienstige over-" tuiging van den Gouverneur-Generaal eén ongewenschten invloed uitoefent op d|é wijze waarop hij zijn ambt vervult. Deze opmerkingen bleven niiet onweer sproken. Financiën. Ten opzichte van den finau- tieelen toestand liepen de meedingen zeer uiteen. Gelkaagd werd óver hooge tracts meuten voor Europeesche ambtenaren. Actie- buitenbezittingen. Met ingeno menheid werd geconstateerd, dat op dej periode van actie in dé buitenbezittingeni nu een tijd van rust schijnt te vólgen,, Atjeh meende men, liet nog wél wat tej wenschen over. Gevraagd werd of de Ré- geering een opvolger voor den heer'Lief- rinck zal aanwijzen. De aandacht der Regeering werd ge vestigd op den belangrijken invloed wel ke de bestuursbemoeienis in de Buiten bezittingen uitoefent op de heidiensche volken, "Vaar than#s nog het animisme heerscht. In verband hiermede bepleitte men, om de zendingsgenootschappen gelegenheid te geven hun inkomsten voor het eigen lijke zendingswerk te gebruiken, vergoe ding aan 'die genootschappen uit 's-lands kas van de kosten voor kerkelijke doelein den, benoodigd ten aanzien dier gemeen ten, welke als min of meer gevestigd zijn te beschouwen. Van andere zijde werd aangedrongen op gelijken steun voor de Roomsch- Katholieke missiën, die tot dus ver voor kerkelijke doeleinden van gou- vernementswege geenerlci steun ontvan- £erl- Aangedrongen we rel op "s p o e d i g e beantwoording'betreffende de wets ontwerpen tot wijziging van de Indische comptabiliteit en van het Regeeringsre- gelen van decentralisatie. Gevraagd werd naar de toegezegde reorganisatie van bin- nenlandsch bestuur en 'de bedoeling daar van. Bevreemding werd uitgedrukt, dat de Indische Regeering het Legér des Hails beschouwt als een Christelijk genootschap en hare leden als inlandsche christe nen. Inlichtingen werden gevraagd om trent de souvereiniteit over hét eiland Palmas. Enkele leden drongen aan op ophef fing der algemeene secretarie, afschaf fing der doodstraf, ruime toeken ning van het recht van verecniging en ver gadering aan "dé inlanders en meer vrij heid aan dé pers, adderen meenden, dat Beperking der laatste meer gewenscht was Op krachtiger maatregelen tegen het opiumgebruik werd aangedrongen, even zoo op wijziging in de opleiding der be stuursambtenaren bij het Binnenland-sch bestuur. De reorganisatie der politie vond bijval. Op eén hoofdinspecteur voor het onderwijs ,een Indische universiteit, frö belonderwijs van Gouvernementswege,' betere opleiding der inlandsche onder wijzers, meer uitgaven voor inlandsch on derwijs, krachtiger bestrijding der cho lera werd aangedrongen. Hulde werd gebracht aan den heer Lorentz en zijn t ochtgenoóten wegens bet onderzoek op Nieuw Guinea, aan "de hoe ren Krans en de Jongh voor hun rapport omtrent de havenverbetering van Soéra- ba-ya Teleurstelling werd geuit dat, niette genstaande de -toestand in de buitenbe zittingen vooruitgaat ,door het Departe ment van Oorolg ruim 2!/s ton meer is gevraagd. Inlichtingen bij adressen. De Commissie, in wier handen is ge steld de Nota van Inlichtingen van den minister van waterstaat, omtrent adres sen van clen heer Antonie Maas, opzich ter van jlen Rijkswaterstaat ,2e kl., wo- Raoul de Montenay erkenden. En thans zeide, dé magistraat, moéf ik overeenkomstig de wilsbeschikkingen' van gravin Berengère de Malleroy aan graaf Richard -de Malleroy vragen óf hij me'destemt an deze erkénning en de be schikkingen zijner moeder als goed en geldig erkent. Zeker niet! riep Richard. Uw on billijke beslissing heeft gelukkig geen kracht en ik zal mij tot de gewone recht bank wenden. Is dat uw laatste woord; mijnheer de graaf. Zeker; meent ge "dat ik mij door den eersten dén besten Zal laten uitschud den? T)ok ik verzet er m tegen, zeide dé Novère, en ik zal gerechtelijk bewijzen,- dat degene dien i k heb aangewiozen, waar lijk Raoul de j$ontenay is. Onze machtiging is in deze officieel hernam de Murielle, maar zooals gij zegt. heeren ,zi) kan u niet beletten u tot de rechtbaiik te wenden daar gij noch door eerbied voor den wil eenél" doode, noch' door de vrees voor schandaal weerhouden wordt. LWat ons betreft, om onzen plicht tot het einde te vervullen'hebben wij nog slechts aan den heer Raoul de Montenay het derde couvert te overhandigen, zooals de gravin had bepaald ingeval gra£? Id-; chard 'de Malleroy mocht weigeren zidh" a;a,n on?e beslissing te onderwerpen^ (Wprdt yeryolgd)j(

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 9