Het erfdeel der Maileroy's.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 1 October.
Uit de Pers.
Contra-Coalitie.
'In s»De Standaard" kwamen een
([tweetal artikelen voor onder bovenstaand!
jjppschrift en wel naar aanleiding van het
jdloor Links geopperde plan om een c o n-
Lt r a-c o a 1 i t i e te ivormen.
Het t>lad wijst daarop, dat zeer zéker
'fcfle oud-liberalen yer, zeer ver van tie
socialisten afstaan, en a'l stonden unieman
,en vrijzinnig-democraat veel 'dichter bij
([elkaary toch boterde het veélal ook' tus-
ischen die twee middengroepen niet.
jiMaar in uitgangspunt en beginsel waren
[Jde vier groepen steedis één. Voor het op-
jjbo'uwen van iden Staat rekenden ze alle
jyier op |de Staatsburgers en gaven nan
;|den wil der Staatsburgers het recht van
jbeslissing. "Aller uitgangspunt lag steeds
'in den mensch en In zijn goedvinden.
•Achtqjr (den tnejisch lag voor hen mets.
i'JBoven (dien mensch viel met geen hoogebe
tnacht te rekenen. Eenig jammer 'was het
((dat bijna nooit de ééne mensch het jnet
jden andere een9 was. cn alle Staats
manskunst bestond nu slechts daarin,
om onder schijn van recht, den ,eenen
[mensch voor |Üen anderen te jdoen bukken.
Daarover werd theorie na theorie haar
voren geschoveiL 'Zoo kwamen er groe
pen, zoo verbrokkelde men in fractiën,
maar het uitgangspunt in den menschelij-
ken wil bleef toch aan alle groepen ge-
'jmeen, en de kunst om de andere groe
pen aan tie inzichten en belangen van
zijn eigen groep te onderwerpen, bleef
het groote publiek postulaat.
Zoo kwam men in den diepsten.le-
yensgrond van zijn overtuiging tegen
over elkander te staan. Eenerzijds bleef
4nen staan bij den mensch, en bij 's
menschen wil. Anderzijds ging men terug
op God en op den Goddelijken wil. Ver
schillen mochten (daarbij opkomen, zoo
iwei Links als Rechts, zeer ernsïige ver-
Schillen "zelfs, die die saamwerking niet
Zelden in hooge mate bemoeilijkten, maar
Zoodra ontbrandde 'niet de strijd' weer
',over het beginsel zelf, of men stond
diametraal tegenover elkander.
Op zich zelf ligt er 'alzoo niets in dat
verrassen kan, zoo we de vier groepen
van links zien zoeken en tasten naar een
'Coalitie ter verdediging van haar diepste
staatsbeginselen.
Om als Contra-coalitie front te maken
moet men tot tweeërlei komen: ten eer
ste tot een gezamenlijk tijdelijk program,
en ten tweede tot een verdeeling van ze
tels vóór de stembus opengaat. Daar
heen dringt men dan ook. Maar zal men er
'komen?
In het tweede artikel zet ,-De Stan-
fdaard" uiteen, dat een "coalitie altoos veel
zwakker is dan een onder gemeenschap
pelijk beleden program aaneengesloten
partij. Een coalitie is een log gevaarte,
dat steeds dreigt den gewenschten sa
menhang te verliezen. Ze kan zelfs niet
in een vaardig Staatsman als leider haar
eenheid vinden, want "het denkbeeld van
Coalitie sluit op zich zelf reeds het op
treden van een gemeenschappelijken lei
der uit.
Toch is Rechts het 'vormen en doen
standhouden van een coalitie der drie
partijen mogelijk gebleken, juist omdat
deze drie partijen niet uitgingen van "den
wil des menschen, tnaar saam hun onder
worpenheid aan een "Hoogeren wil er
kenden.
Ons primordiaal beginsel splitst niet,
maar voegt saam.
Juist dit echter ontbreekt aan de over-
FEUILLETON.
50)
Toen hij hem zag binnentreden, keek
hij hem met een doordringenden blik
aan.
De Bussy doorstond dit onderzoek,
dat overigens niets kwaadwillends had,
met de kalmte en het gemak van /een
ouden hoveling cn tevens de trotsche en
bescheiden zekerheid van een man die
'zich van zijn waarde bewust is.
Zijn schoone houding, zijm mannelijk
;en schoon gelaat en zijn waaidig uiterlijk
behaagden de Maurepas.
Hij begon de Bussy te ondervragen
jb\ er de zaken in Indië en de strijd te
gen de Engelsche Compagnie, waarin
slechts weinigen, behalve Dupleix, la
Bourdonnaie en de Bussy, het voorspel
zageii van de groote macht, die later er
hit voort zou komen.
Getroffen door het verstand en de net
te en juiste antwoorden van den jongen
officier, vergat de Maurepas eenigen
tijd de persoonlijke belangen, die hij ver
tegenwoordigde, om te spreken over de
stand van zaken van het Fransche vaan
del in Indië.
Gi* houdt van dat land, zeide (die.
.minister glimlachend', bij het enthou
siasme van de Bussy.
Ja, mijnheer, ik bemin 'f ziooals
een jonge man vol energie het land be
mint waar hij een groote toekomst jn
ia et en waarin hij groote /diensten aan
zijde. Men zweert daar bij den mensch,
en bij den wil des menschen, en 'hierdoor
is van zélf de eenheid zoo goed als bui
tengesloten, of verkeert althans 'Jn zeer
ernstig perikeL
Tegenover Rechts mét een'beginsel dat
de eenheid aanschroeft, staat alzoo Links
toet een beginsel, dat ze gedurig los
schroeft
Men heeft het dan ook van 1848 af ge
zien, hoe de heeren Links, ook eer het
Socialisme opkwam, altoos mét elkander
overhoop lagen en elkanders invloed on
dermijnden.
'Een kwaad nog "daardoor verergerd,
dat het Liberalisme intellectueel zoo
machtig is, en een intellectualist, vooral in
Nederland, er steeds zijn eere in stelt,
anders te denken en anders te systema-
tiseeren, dan jzijn partijgenoot en even
knie.
"Het is (daarom zeer Tie vraag, of het
stichten van een coiÏÏra-coalitie slagen zat.
Men vergete [toch niet, dat waar geen*hoo-
ger beginsel bindt, wie het verst gaat
zoo licht den Indruk maakt van tie ware
wegwijzer te zijn. Men moet van "net otide
af, men moet naar het nieuwe toe. Voor-
uitganghlijft de leuze. "En zoo wordt van
zelf wie allen vooruitloopt, gids, vooral
zoo hij 'den eersten vollen loop won.
(Eerst liepen de socialisten er maar in
den idolle op,toe. Het was óf morgen tie
dag der revóiutie moes! uitbreken, óm
geheel de bestaande orde van zaken om
ver te werpen. Maar sinds zagen ze hier
van af. Ze bonden in. Ze werden bezoine-
ner. En ze liepen niet meer zóóver voor
uit, of ze konden de naastvolgende vrij
zinnig-democraten nog beroepen. Dezen
'die op hun beurt bij de unie-liberalen
gelijke rol vervulden, zochten toen ook
anderzijds niet alle contact met de socia
listen te Verliezen' eh hun althans zóó
nabij te blijven dat ze niet te veel aan
hen verloren.
En de eenigen, die zékere reserve
toonden, waren de oud-liberalen, die een
traditie hadden te eeren, en wel ook soms
naar de unie-liberalen heenglibberden,
ïnaar dan toch met den rug naar bert
toe.
Blijkbaar gaat hier alzoo een sterk ra
dicale strooming, waartegen de kleine
reserve geen 'dam kan opwerpen. Nu
heeft 'die radicale drijving niet den min
sten lust, om, ter opneming van de andere
bondgenooten, weer een éïndweegs te
rug te krabbelen. Die drijving gaat door,
en wie niet rnee wil, blijft alleen staan.
Nu kan dit daarom zeer wél tot een en
tente bij de stembus leiden. -Tegen een
can'didaat van Rechts kan men^gemeen-
schappelijk front maken, en dien weg ging
het dan ook sinds lang uit. Maar voor het
vormen van een wel in elkaar sluitende
Coalitie is meer noodig. Daarvoor moet
men het ook eens zijn over bet tijdelijk,
program, dat zoo men wint, aan de or
de zal worden gesteld. En juist dit is nog
altoos zoek, en zal voorshands nog wel
zoek blijven. En waagt men het, zooals
in 1905, dan toch om op'te treden, dan
is de Coalitie daags na 'de stembus reeds
weer ontbonden, nog eer tile Kamer bij
een is. Het kabinet de Meester, droever
gedachtenisse, blijft het historisch mo
nument van den jammer waarop al
zulk pogen uitloopt.
De kustverdediging.
In de „Brieven over"Marin e-b e-
heer" schreef de oud-minister van Ma
rine W. J. Cohen Stuart (lib.) een op
stel over het 40 millioen voorstel.
„Wat dat gedeelte van het Regeerings-
voorstel aangaat, hetgeen de marine be
treft, is ide heer Cohen Stuart van ge
voelen, dat met het oog op de behoeften
van enkele vaarwaters, welke overigens
veel beter "te verdedigen zijn door ver
sterkingen op den wal, hoogstens een
het vaderland bewijzen kan.
Dan is 't niet noodig u te vragein
of ge verlangt er naar terug te keeren.
Dat is mijn vurigste wensch.
Welnu, wij zullen dien vervullen. Ik
geloof dat als ik u den rang tc(eke!n:-;
de van luitenant-kolonel...
O, mijnheer, hartelijk bedankt...
Ik was juist met die benoeming
bezig: dit brevet was reeds beloofd aan
den beschermeling van een "der machtig
ste heeren van het hof, maar daar gij in
staat zijt dien persoon een belangrijke
dienst te bewijzen, zal hij er wel voor
zijn beschermeling afstand' van moeten
doen, ten uwen gunste.
En welke dienst is dat, mijnheer?
Gij kent ridder de Kervarec, niet
waar c
'Ja zeker....
Welnu, de Kervarec bezit zeer be
langrijke papieren, die een edele en rij
ke familie betreffen, die van den heer
waarover ik u sprak. Gij moet tot eiken
prijs u die papieren versdiaffen en ze
mij ter hand stellen.
Mijnheer wil mij ongetwijfeld1 Bp
de proef stellen? zeide de Bussy vol
trots. Zijn Excellentie weet ongetwij
feld hoe men in de rijke en afgelegen
streken van Indië aan bekoringen van
elk soort blootgesteld is. Als arme
soldaten maar al te dikwijls door het
vaderland vergeten, hebben wij slechts
onze eer als aansporing om \yeerstand'
te bieden aan het goud der Engelschen
of der inlandsche vorsten. Uwe Excel
lentie weet ook dat een verrader /nog
nimmer een goed ^oldaat geworden is,
alvorens mij die belangrijke zending toe
te vertrouwen, heeft Uwe Excellentie
zich willen vergewissen of ik waardig
\v,as ze Je. vervullen en niet in staat z&U
zestal van de voorgestelde 14 pantser
booten noodig iijn; tie overige 3 kunnen
gerust achterwege (blijven. Wat tie tor
pedo- en onderzee booten aangaat, vraagt
hij, met het oog op "tie ingenomenheid!
der deskundigen mét de prestaties der
onderzeebooten, waarom niet uitsluitend
onderzeebooten zijn gekozen.
Kunnen voor de zeeforten van "tie aan
gevraagde 25 millioen ruim 13 millioen
worden bespaard, deze besparing werd
geenszins 'door iden schrijver beoogd,
maar op (tie aangegeven zakelijke gron
den, kan hij de aanneming niet achten
in 's lands belang.
Het komt hem in hooge mate beden
kelijk voor, Üat gedwee millioenen zou
den worden gevoteerd voor do ode weer
middelen, terwijl een regeling der leven
de strijdkrachten wordt gehandhaafd', wel
ke meer dan de helft der jongelingschap
voor zoover physiek voor den krijgs
dienst geschikt, van oefenplicht vrij laat.
Een kust kan het best verdedigd wor
den door een vloot, maar er is nog een
andere weg, de beste n. 1. door te
zorgen voor een weerbaar vólk achter
de kust"
Onze militaire toestanden.
In de iHaagsche correspondentie der
„Z u t p h e n s c h e Courant" worden
leelijka 'dingen verteld van 'de manoeuvres
en in verfland daarmede van het gehalte
van het kader. Sclir. vraagt, of het mi
nisterie wel overtuigd isvan den ernst
van den toestand en hoopt, dat die vraag
bij de begrootingsdebatten ernstig onder
de oogen zal worden gezien.
De briefschrijver zegt o. m.:
„Bij de manoeuvres bij het Lekacces
is gebleken, dat de gewone infanterie bij
verre niet voor haar taak berekend is, dat
het kader zijn plicht verzaakte, en dat al
dus de manoeuvres haar karakter van
ernst ten eenenmale verloren.
„Men heeft wachten slapende gevon
den, niet toevallig ingeslapen door ver
moeidheid op de plaats, waar ze behoor
den te staan, maar netjes binnenstent of
binnenshuis in ,de dekens. "Zoo was het
dan ook mogelijk dat een compagnie mi
litaire wielrijders uitstekend getraind
en flink korpsje onverwachts door -
drong tot het hart van 'het vijandelijke
legerkamp, zonder dat iemand dien ver
kenningstocht had opgemerkt!
„Wij achten het dringend noodzake
lijk dat de rapporten over die manoeu
vres gepubliceerd worden, opdat het volk
zelf in staat zij te begrijpen, wat er iu
ons leger gaande is en de verantwoorde
lijkheid, die misschien het Kabinet niet
voldoende gevoelt, tieele. Want toestan
den, als wij hier signaleeren, mogen niet
geheim blijven ,en door "de hooge auto
riteiten bemanteld worden om gedurig
erger in te vreten en onze geheele de
fensie ten slotte aan te tasten."
En later:
„Vele officieren, en waarlijk niet al
leen dezulken die een Pruisisch oefe-
nnigssysteem voorstaan, verklaarden ons
dat het vrijwillige kader steedis achteruit
gaat in gehalte en dat het militiekader
bij wijlen niet in staat zich tegen de
tuchteloosheid te keeren, liever zwijgt,
en langs zijn kant laat gaan, wat er
kwaads gebeurt, dan gevaar te loopen een
opstootje te verwekken. Zelfs wordt ge
zegd, dat de jongere officieren vaak den
moed missen kordaat op te treden, waar
zulks in het belang van de discipline
dringend noodzakelijk zoude zijn."
Na Ferrer Nathan.
Het „Handelsblad y. Antwer
pen" schrijft:
■*c Is een .opmerkelijk verschijnsel.
Als er een van "de hooge oomes van de
Vrijmetselarij het van tien man "brengt,
zien wij de gansche Belgische anti-cle-
(zijn het vertrouwen, dat men in mij
stelde, te beschamen.
Maurepas zag eenige oogenblikken
zonder te antwoorden naar de edele en
schoone figuur van tien jongen kapitein.
Hij begreep dadelijk dat noch eigenbe
lang, nodh eerzucht, noch bedreigingen
deze trotsche natuur tot een lafheid zou
den buigen.
Te midden van zijn talrijke fouten,
bezat Maurepas een vrij zeldzame eigen
schaphij begreep en schatte naar waar
de de hoedanigheden van anderen ydie
hij niet bezat en die hij voor zich zelf
d\vaze gewetensbezwaren vond. Hij mis
te de kracht om verder aan te dringen
hij aanvaardde de uitlegging die de jonge
kapitein aan izljn woorden gaf en wenschte
hem geluk met zijne benoeming.
Gij zult spoedig naar Pondichery
moeten vertrekken om er buitengewoon
belangrijke orders heen te brengen.
Wanneer zal ik moeten vertrek
ken
.Nog vandaag, over een paar uur.
Zou Uwe Excellentie mij niet twee
dagen kunnen toestaan? vroeg de Bussy
die niet gaarne den armen de Kervarec
alleen onder zijn vijanden achterliet.
Neen, antwoordde de minister op
■hoogen toon, ik heb u gezegd dat het
te doen was om belangrijke orders naar
Pondichery te brengen. Het is nu één
uurmaak spoedig uw toebereidselen
en zorg om drie uur met een postkoets
hier te zijn, men zal u dan de bedoelde
orders en uw reisgeld ter hand stellen.
Spreek tot dan met geen uwer vrienden
begrijpt ge, en geen woord1 over ons
onderhoud. Moge God u beschermen,
mijnheer de Bussy.
De Bussy groette den minister hof
felijk en vertrok langs eeji deren deur
ricale pers in de bres springen om hem te
gen heug en meug 'te verdedigen.
£r is hier geen enkel anti-katholiek
blad dat iden moed heeft er ,een eigen
meening op na te houden; 't ordewoord
van de Loge "is genoeg; men moei een
Br., beschermen en "dan 'mag zocPn
heerschap ook nog alle pekelzonden op
zijn geweten hebben, verdedigd moet en
zal "hij worden.
Broeder beschermen en dan mag zo<fn
het gaat nu andermaal zoo me't Broeder
Nathan, den beruchten 'sindiaco óf burge
meester van Rome,
Ferrer werd, in alle liberale en pro-
testantsche bladen, die niet onder den
hiel van de Loge liggen, veroordeeld.
Het vonnis dat, onder andere de libera
le „Kölnische Zeitung" over hem velde,
was verpletterend.
Naar aanleiding van 'de voor het Paus
dom zoo smadelijke redevoering die de
vrijmetselaar Nathan oj> 20 Sept. te Rome
utisprak, is het andermaal hetzelfde ver
schijnsel, dat wij waarnemen.
Wie in de liberale pers een greintje
onafhankelijkheid bezit en in al de toon
gevende protestantsche bladen, is men
het eens Nathan's uitvallen tegen het
Pausdom onbetamelijk en ongepast te
vinden.
De Romeinsche itPopolo Romano", de
Parijzer „Temps" en de Londener /.Ti
mes", die alle drie buiten het katholieke
kamp staan, ,zljn het eens, om "de uitla
tingen van den Logegast te brandmerken,
als eene eerlooze beleediging van het
Hoofd der iChristene Wereld, als een
smadelijke hoon aan "de gevoelens en 'het
geloof zijner katholieke landgenootenr
Met een weinig oprechtheid of eer
lijkheid zou er in ons land toch wel één
liberaal journalist gevonden worden, om
dat ook te zien en te voelen.
't Spijt ons voor orize confraters, maar
daar is geen enkel van 'dat slach.
Ze zijn Allen van hetzelfde sop over
goten; ze hebben order ontvangen Na
than's ezélarijen te verdedigen, omdat de
frian tot ide Loge "behoort en van "dlit
oogenblik af blèeten ze gelijk, zooals hun
voorgeblèeten wordt.
Wat niet belet dat ze alle dagen zich
wel tienmaal inbeelden, dat ze geen sla
ven zijn, maar wél de onafhankelijkste
jongens van heel de wereld.
Het ontwerp Ziekteverzekering.
De Iibere „Nieuwe'PotCour." het
ontwerp ziekteverzekering besprekend1,
meent dat, hoezeer het ontwerp-Talma
op belangrijke punten van zijn voorgan
gers, de ontwerpen-Kuyper (1904) en
-Veegens (1906) afwijkt, op een van de
voornaamste principieele punten overeen
stemming tusschen de drie ontwerpen
bestaat. Alle staan op 'het standpunt van
iden dwang, van de verplichte verze
kering.
Hiertegen trekt het blad ten velde, om
de ernstige gebreken, die diit stelsel aan
kleven. Na de b ui ten lands che wetgevin
gen, te zijn nagegaan, mag geconstateerd
worden, dat een .blik over de grenzen
allerminst ten voordeele CLer dwangverze
kering uitvalt.
fmmers
„Duitschland heeft in 1884 de ver -
plichte ziekteverzekering aanvaard, hier
bij op den voet gevolgd door Oostenrijk
en, indien men het in dit yerband de
vermelding waardig oordeelt, door
Luxemburg.
Daartegenover staat Denemarken, het
welk in 1891 een stelsel van vrijwillige
ziekteverzekering, dat is van staatsonder-
steuning van aan zekere eischen vol
doende ziekenfondsen, heeft aanvaard.
Van de landen iiu, waar in de aller
laatste jaren de ziekteverzekering 'tvoor
werp van wettelijke regeling is geweest
heeft slechts Noorwegen het Duitsche
als waardoor hij binnengekomen was.
Nauwelijks was hij weg, of de bode
dien de Kervarec aan.
Diens binnenkomst was verre van die
van de Bussy.
Toen hij dat vreemde hoofd, die lange
beenen en die mismaakte lichaamsvorm
zag, kon de Maurepas een glimlach niet
onderdrukken. "Hij nam tie Kervarec van
het hoofd tot de voeten op.
Mijnheer, zeide hij eindelijk, er zijn
mij vreemde tijdingen over u ter oore
gekomen. Nauwelijks waart ge in Parijs,'
of ge wist in twist te komen inert voor
name lieden en een duel uit te lokken.
Ik ihoest u in de Bastille doen werpen.
Maar daar men mij gezegd heeft dat ge
een goed soldaat zijt en dat ge dapper
gevochten had' in Indië.. Gij hebt daar
verscheidene jaren doorgebracht, hi et
waar.
Ja, mijnheer.
Uw vroegere verdiensten in Aan
merking nemend' verleen ik u gratie,
maar op twee voorwaarden. Vooreerst
moet ge nog "heden naar Chandernagor
vertrekken 9m Jjelangrijke orders over
te brengen.
Mijnheer, antwoordde de arme
Rervarec, ik kan op t'dt oogenblik onmo
gelijk, ik heb een heilige plicht te ver
vullen.
Ik keu die zoogenaamde {plicht,
hernam de tui nis ter op strengen toon.
Gij hebt u een leelijke zaak op tien hals
gehaald, dat zeg ik u, en ik raad u aan
er u spoedig van af te maken. Ik weet
dat gij papieren bezit, die een voor
name en machtige familie betreffen, en
die het werk zijn van oplichters die een
strengen straf verdienen, waar zij ppk
niet aan ontkomen kunnen.
JVlijnheer, ik zw,eer ju.
stelsel overgenomen. Daarentegen is èn
in Zwitserland èn in Zweden, beide lan
den die wat frituur, wat industrieele en
agrarische verhoudingen en wat ontwik
keling van het ziekenfondswezen betreft
in hooge mate met ons land vergelijkbaar
zijn, een regeling aanvaard, welke geheel
op de beginselen van liet Deensche stel
sel rust."
De ziekteverzekering, vervolgt 'tblad,;
is het eenige onderdeel d'er sociale ver
zekering, waar het uit den boezem dei;
volksklasse "zelve opgekomen initiatief
metterdaad bewezen heeft ook zonder
eenige staatshulp zeer goede, in sommige
landen zelfs prachtige resultaten te kun
nen bereiken, resultaten, die ook daar,-
waar het fondsenwezen nog riiet derma-»
te ontwikkeld was, door doelmatige
staatshulp in betrekkelijk korten tijd kun
nen worden geëvenaard. Ook hier te lan
de is dezelfde ontwikkeling te bespeu
ren
Slechts wantoestanden van dien aard,
drtt met zekerheid viel te zeggen, dat de
ontwikkeling niet meer in goede banen,
was te leiden, zouden, naar onze mee
ning, hier tot vernietiging van het uit
eigen kracht gegroeide en groeiende, en,'
tot vervanging daaiwan door een kunst
matig geschapen staatsmachine mogen
leid'en. Dergelijke wantoestanden meldt
de Toelichting evenwel geenszins.
Het eenig motief voor de „Verstaat-
lichung" van de ziekéngeldverzekeringj
is, dat gecentraliseerde kassen beter cn
minder kostbaar werken dan de gespe
cialiseerde particuliere kassen, en dat
de verzekering onmogelijk zou worden
voor hen, die 2ich bij een fonds «iet
willen aansluiten, pf, vooral waar hun
aantal gering is, niet kunnen aansluiten.
Daargelaten dat de ondervinding hier
te lande speciaal op het gebied der so
ciale ve'rzekering allerminst recht geeft,
de voortreffelijkheid en goedkoopste van
staatsorganen als een argument voorop
te stellen, mag toch bovendien gevraagd
worden, of dit nu werkelijk argumenten
zijn, die de vernietiging van piles, wat
op dit gebied reeds is ontstaan, moti-
veeren Volgt hieruit niet veeleer, dat,
zoo ergens, hier plaats is voor doelmati-
gen staatsteun en, waar noodig, aanvul
lende gemeentelijke werkzaamheid, ge
lijk bv .in Denemarken met zoo wijs
beleid pleegt te geschieden."
Dit geschrijf van het liberale orgaan
duidt maar al te klaar aan, op hoeveel
principieele tegenstand de ziekteverze
kering van die zijde te verwachten heeft.
Ondertussclien zal Minister Talma er
zich niet door laten afschrikken, maar
ongetwijfeld er krachtig naar streven het
wetsontwerp spoedig in het Staatsblad
te doen verschijnen.
ALLERLEI.
Bloembollencultuur.
Is 't September, tint is oók tie tijd weer
aangebroken, dat wij gaan zorgen v>or
de bloembollen, voor het zetten van Jiya-
ointen, tulpen, crocussen, narcissen ,enz.
Er zijn maar weinig liefhebberijen, die
ons zooveel genoegen verschaffen in 't
oog houdend de geringe moeite, die van
ons wordt geëischt. Geen enkele plan-
tencultuur vraagt zoo weinig zaakkennis
als het houden van bloembollen in huis
als wij niet al te veel ingrijpen en de
bollen maar stil hun gang laten gaan,
wel ,dan loopt alles van zei F. Noodig
is 't evenwel, dat men goed begrijpe, wat
eigenlijk zoo'n - en heeft men dit
eenmaal vast, 1 <i:ct men geen fou
ten ook.
Een bol 't doet er niet toe, welke;
is een levende plant in rusttoestand.
Snijdt men een gewonen uï *-(116 ook een
bol is en tot dezelfde plantenfamilie be-
Stil, de tweede voorwaarde is dat
ge mij die papieren afstaat.
Die bezit ik niet mijnheer, Ant
woordde de Kervarec.
Ontken maar niet, ik ben zeker van
wat ik zegen overigens heeft uw vriend)
de Bussy, die zoo juist van hier grit,
mij medegedeeld, wat ge hem toevr;-
trouwd' had.
Kervarec antwoordde niet, maar het
gebaar dat hij maakte drukte duidelijk
uit dat hij 't niet geloofde.
Ik herhaal u dat de Bussy mij al
les verhaald' heeft en dat 't onnoodig
is langer te ontkennen, hernam de minis
ter ongeduldig.
Mijnheer, de Bussy is een fatsoen
lijk man cn nooit zal ik gelooven dat hij
een vriend verraden heeft.
Wanneer gij niet onmiddellijk die
papieren afgeeft, zal ik u doen arres
teeren, fouillceren en gevangen zetten.
Ik zweer u dat men u heeft bedro
gen.
Ik weet maar al te goed1, waaraan
mij te houden, zijt ge besloten mij te
gehoorzamen
Neen, antwoordde de Kervarec, die
als alle vreesachtige menschen niets wist
te verdekken en onhandig zijn eigen rui-,
ten insloeg, waneer hij een oogenblik
zijn vrees overwon.
Maurepas schelde. Drie personen in
het zwart traden binnen.
Uw degen, mijnheer, zeide een van,
hen na van den minister zijn orders ge-s
kregen te hebben.
Ziehier, zeide de Kervarec, met een
diepen zucht.
Óndertusschen doorzochten de beidei
anderen de zakken van de Kervarec meij
een handigheid, en een nAhwkeurigheKL