Het erfdeel der Malleroy's.
f^eedeTlilad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 28 September.
Nog eens: de Politie-salarissen.
In den breédé (hebben wij bij het ver-
jfcchijnen van ihet preadvies van"B. en
RJCi .uiteerigézjet, Welke leemten er pi.
(bestonden in de voorgestelde salaris-
regeling der politie.
Wat de agenten betrof, wezen wij öp
lÜé wen schel ij kheid om de aóht 'miajoors
jdie door 'de nieuWe Regeling geen ver
meerdering van inkom'stein zullen heb-
iben, alsnog eenige verhöoging te geven
en voor de adjunct-inspecteurs en inspec
teurs bepleitten wij een jneer rationeels
isalarisregeling.
Het voorstel van ,B. en W> om ook!
|het salaris van den Commissaris Vali
politie te verhoogen, geeft ons nog en
kele bemlerkingen in de pen. Niet bin1
jer ons tegen te verzetten, maar om er
;een argument aan^e ontleenen, dat iwij
ook ten opzichte van anderen haar voren
Willen brengen.
In de eerste alinea van het preadvies
heet het immers, "dat, indien de Raad tot
Iverhooging van de salarissen Van' faoo-
fgere en lagere beambten overgaat, bil
lijkheidshalve ook eeh tractéments-
[verhooging voor iden (Commissaris van
(politie niet achterwiege mag blijven.
Op die billijkheidsmotieven, die B. en
[W- hun voorstel voor den Commissaris
deden doen, zouden wij nogmaals Wil
den wijzen om de acht majoors van 'de
toe te kennen verhoogingen niet buiten
te sluiten. 'tZou ons, met dit laaüste
preadvies voor oogen, onbillijk toe
schijnen, als die menschén m'et leege
handen werden afgescheept.
De strekking van het adres der por
litie-agenten-vereeniging (eergister in
óns blad' opgenomen) schijnt uitslui
tend' zich tot de 8 majoors te bépalén.
Pat de oplossing van de agenten-veree-
niging een minder gelukkige is, waar-
iaan de Raad rèdelijkerwijze niet kan
voldoen, behoeft geen aanleiding te zijn
dit adres ter zijde te leggen.
De hoofdbedoeling ervan moet iwór-
iden gezocht in een behartiging van |de
belangen der 8 agenten le klasse.
De billijkheid vordert eveneens, trac-
tementsverhooging van de beide adjunct
inspecteurs 2e klasse, die momenteel'
door de nieuwe regeling geen voordeel
hebben, indien de Raad tenminste niet
kan besluiten een algeheele herziening
van de salarissen dezer beambten vast
te stellen.
Nu wij toch over de salarissen der
politie schrijven, willen wij nog een en
kel woord zeggen over de wedden van
de inspecteurs in vergelijking met an
dere plaatsen, zulks op het voetspoor
van B. en W.
In Groningen beloopt de bezoldiging
van de inspecteurs van f 1300 tot f 1600.
Utrecht en Haarlem plaatsen, waar
mede Leiden nogal vergeleken wordt
zijn nu in het preadvies niet gfè-
jioemd1. i
In Utrecht wisselt het salaris van ide
inspecteurs van "f1200 tot f1800 af.
Haarlem betaalt als aanvangswedde van
de inspecteurs f 1400 die na 9 jaar klimt
tet f 1700 -
Indien men nu deze wedden in on
derling verband beschouwt, zal men möe
ten erkennen, dat wij niet te veel vroe
gen, toen wij voor de inspecteurs, met
afschaffing der klassen, een tractement
van f 1300 tot f1700 wenschten.
In Leeuwarden werd dezer dagen het
maximum voor de inspecteurs op f1800
gebracht.
Uit die JPers.
Bakkersnachtarbeid.
De „Gelderlander" verklaart in
een driestar, dat, al zou het waar zijn,
dat door de afschaffing van den nachtar-
FEUILLETON.
47)
Ohoeveel zou ik er niet voor over
jgehad hebben, dat ge werkelijk mijn
zoon of neef waart, om mij nooit van
!U te moeten .scheiden. Maar toch was
Imijn liefde niet zelfzuchtig genoeg om den
heiligen plicht te vergeten, mij opgelegd
Idoor het vertrouwen van dien armen
Thierry. Ge moest uiterlijk den 15den
November te Parijs zijn.
In het begin van 1743 scheepte ik mij
met u in op een schip dat naar Hamburg
ging om dan vandaar naar Frankrijk te
reizen.
Toen wij te Frankfort waren vernamen
wij dat een groote slag geleverd zou wor-
]den tusschen onze troepen en die van
Engeland. Gij wildet zoo gaarne mede
strijden, dat ik je de eer niet dilrfde
weigeren voor je vaderland te strijden.
Wie zijn bloedverwanten ook mogen
zijn, dacht ik, 'k wil dat zij trotsch zijn
op den jongen man die ik tot hen breng
;en dat belanggélooze getuigen hen de
(dapperheid van Raoul zullen doen Veten.
Te Dettinghem, hebt ge evenals op den
geheelen tocht gestreden als een geoefeiid
istrijder.
En gij 'dan, vader, riep Raoul, hem
in 2Ün lofrede onderbrekend. K^nt ge mij
beid het brood wat duurder zou wor
den, al Zóu het waar zijn, dat het publiek
het (tusschen twee haakjes veel gezon
dere) oudbakken brood zou moeten eten
in plaats van versch, ja zelfs al zou de
beklagenswaardige grootindustrie, die
er o zoo slecht aan toe is, schade lijden,
dan nog zij van de wenschelijkheid, de
noodzakelijkheid van afschaffing van den
bakkersnachtarbeid overtuigd zóu blij
ven. Want, redeneert zij:
„Goedköoper brood mag niet gekocht
worden met verkorting van het men
schel ijk leven; terWille van d'en verwen
den smaak van het publiek mogen de
bakkersgezellen niet gedwongen worden,
tegen de natuurlijke orde in, van den
nacht dag te makende geldbeurs van
den grootindustrieel mag_ niet worden
gespekt ten koste van het öok voor de
maatschappij zoo uiterst belangrijke ge
zinsleven zijner werklieden.
Wie het ernstig meent met de Christe
lijke beginselen heeft ook hier de zede
lijke eischen voorop te stellen en aller
eerst daaraan te voldoen.
In d'e Christelijk-sociale staatkunde
k'unnen evenmin als in het particulier
leven, God1 en de Mammon tegelijker
tijd worden gediend."
Beschermende rechten.
In de „Residentiebode" schrijft
Vox een piaar opmerkingen aan het adres
van d'e vrijhandelsmannen, dié met hun
Vrije Ruilverkeerblaadjes tegen tariefs
herziening propageeren. Het Haagsche
blad herinnert:
„Circa een kwart eeuw teruggekeerd,
werd in vroegere jaren tijdens de Len-
te-maand', ons vaderland bezocht door
tallooze, uit de Duitsche grensprovin
cies komende kleine luiden, die hier te
lande bij veenbaas en boer óf hun werk-
maaier en hooier, óf hun in zware mar
sen torsende koopwaar aan den man
brachten. Het omgekeerde is heden ten
dage sinds de laatste helft der jaren
1890 het geval. Het aantal Duitschers,
dat zich in ons vaderland gedurende het
tijdsperk' 18901900 metterwoon ves
tigde, bedroeg toch niet meer dan
30000; teiWijl het getal van hen, die
gedhrende de laatste jaren in den maai
en hooitijd hun diensten bij den boer
aanbieden, eveneens gering, of betrek
kelijk weinig grooter is als dat hunner
„Landésleute" die op het voorbeeld hun
ner grootvaders en vaders op het plat
teland als koopman hun geluk beproe
ven.
De voornaamste oorzaak van deze be
langrijk in getal gedaald Zijnde verhui
zing van Duitsche kleine luiden naar ons
vaderland, is voorzeker geen andere,
dan hun wetenschap, dat er sinds een
twintigtal jaren voor hen jn hun „Hei-
math" veel meer geld1 te verdienen valt
dan in het eertijds „steinreiche Hol
land." Eu mochten zij hetzij door eigen
persoonlijke allesbehalve aangename er
varing, of door geloofwaardige mede-
deelingen van familieleden, vrienden en
bekenden soms niet dn het bezit dezer
wetenschap geraakt zijn, dan was het
feit, dat sinds de laatst verloopen vijf
tien jaren jaarlijks ettelijke duizenden
Nederlandsche, zoowel vrouwelijke, als
mannelijke werkkrachten tijdelijk, of
metterwoon naar Duitschland verhuizen
om daar, hetzij in de fabrieken en mij
nen of op het veld en in de veestallen,
hun geluk te beproeven, er wel op be
rekend', om hen met deze waarheid vol
komen vertrouwd' te raken."
In de laatste vijf jaar vertrokken van
hier naar Duitschland 15400 Nederlan
ders. Evenals, zegt de schrijver,
„Evenals op 'het grootste deel der tij
delijke landverhuizers, oefent Duitsch
land op hen, die ons vaderland metter
woon of voorgoed' verlaten, de meeste
aantrekkingskracht uit. Zoo steeg het ge
tal Nederlanders, dat Duitschland tot
nieuw vaderland uitkoos, van ruim
40.000 in 1890 tot ruim 84.000 in 1905.
Deze enorme verhuizing van Neder
landers naar Duitschland kan niemand
verwonderen, die b.v. weet, dat de kans,
zeggen wie de vrijwilliger is die bij het
beleg van IJ pres zooveel moed aan den
dag legde, 'dat de bevélhebber
Laten we "daar niet ever spreken,
Raoul, het gaat niet over mij, maar over
u. Toen ik de maand November zag na
deren, dacht ik eraan Tdat ge .uiterlijk
den 15den in Parijs moest zijn.
En door het ongeluk met onze reis
koets zijn we maar juist op tijd aange
komen, zeide Raoul.
'Het fragment van 'den brief zeide
dat ik mij tot den eigenaar van 'het hotel
moest wénden en hem de helft Van dat
teeken moest laten zien; ik heb dien
man laten roepen (die Zooals ik vernam
Perinan heet. Maar hij was hedenochtend
naar Versailles vertrokken ,en kon niet
vóór hedenavond terug zijn.
Kwam hij maar sf>oé3ig, zeide Ra
oul.
Het is wel- laat, maar "Jobie kan
toch wel eens gaan" "hooren of hij reeds
thuis is
Na eenigen tijd verscheen Perinon
mopperend:
't Is wat moois, dat die kerel mij uit
bed komt halen, omdat gij mij spreken
wilt.
Heeft hij idat werkelijk gedaaft?.
vroeg de Renarec.
Maar dat is toch geen gegronde re
den om jemand op idit liur té wékkpn,-
hernam Perinon wrevelig.
r—Kent gij dit, vroeg de Rervarec, hem
de helft van het teeken toonende.
Alvorens, te antwoorden* gag de bo
om in laatstgenoemd land betaalden ar
beid' te vinden, 5 pCt. grooter is dan
in ons eigen vaderland."
En waarom gaan de menschen Van
hier de Oostergrenzen over? Omdat in
Duitschland door de beschermende rech
ten de nijverheid in staat is £1 die men
schen te voeden, terwijl de nijverheid
in ons eigen land onbeschermd is, en
daardoor niet voldoende zich ontwikke
len kan.
De veertig rpillioen en de Duitsche
Keizer.
De „N e d' e r 1 a n d e r" meent, dat van
de vele beschouwingen, waartoe de 40
millioen-aanvrage voor de kustverdedi
ging aanleiding heeft gegeven, er geene
zoo onjuist is als die, waarin van inmen
ging van Duitsche zijde werd gespro
ken. Het blad toont dit ten overvloede
door mededeeling van de feiten en toont
aan
„Reeds 25 Juni 1903, lang voor van
de zoog. inmenging van den Duitschen
Keizer sprake zou zijn geweest, werd,
mede op aandrang van eenige
leden der Kamer, die toch zeker,
zelfs al had' op dat moment dergelijke
inmenging bestaan, daarvan onkundig
zouden zijn geweest, e e n e commis
sie in zake de samenwerking!
van 1 a n dL en zeemacht benoemd.
Op 22 en 28 Aug. van datzelfde jaar
1903 dhs vóór het zoog. fatale jaar
1904 werd aan die commissie door
de Ministers van Marine en van Oorlog
opgedragen om 'het vraagstuk van de'
herziening en aanvulling der defensie-
middelen aan d e z e e z ij d e i n z ij n e n
geheelen omvang te onderzoeken,
daarover te rapporteeren en eene ra
ming van kostenin te brengen. Men
ziet dusde commissie had de opdracht
de kustverdediging te bestudeeren, daar
omtrent een voorstel te doen en de ver
moedelijke kosten op te geven... aldus
precies dezelfde onderwerpen waarom
trent nu door de Regeering voorstellen
aan de Staten-Generaal zijn voorgelegd.
24 Sept. 1904 kwam de commissie
met haar rapport gereed.
Confusie: onafhankelijk van eenige
inmenging waarvan niemand' beweert,
dat zij reeds vóór 1904 bestond
werd' het initiatief genomen tot en de
voorbereiding ter hand genomen van de
plannen tot kustverdediging, waarover
nu de Regeering het oordeel der Kamers
vraagt."
Over de alarmeerende interpellatie van
den heer vaii Löben Seis in de Eerste
Kamer van 8 Februari 1907 merkt het
blad o. a. op
„Of het tactvol van genoemd lid van
ons Hoogerhuis was, zelf militair, deze
mobilisatie te Den Helder, die Ze
ker niet zonder reden „in het diepste
geheim werd bedisseld", ten aanhoore
van de natie te behandelen, zij slechts
terloops gevraagd'. Hoofdzaak is, dat
met de data kan worden aangetooind,
dat ook deze mobilisaiie met Duitsche
invloeden niets te maken had.
Immers 6 Febr. 1904 verbreekt Japan
de diplomatieke betrekkingen met Rus
land 10 Febr. verklaart het den joor-
log. 12 Febr. publiceert de Nederland
sche Regeering in de „Staatscou
rant" hare onzijdigheid en den dag
daarop, 13 Febr. werd reeds met
hetoogop mogelijke noodzake
lij kheid' onze onzijdigheid te
dekken bij het voorbijtrekken
van eene Russische vloot, een
begin gemaakt met d'e mobilisatie, waar
op de heer Van Löben Seis doelde, en
die waarschijnlijk tot zoo vele valsche ge
ruchten aanleiding gegeven heeft.
Met Duitsche pressie in verband met
een inval van Engeland had de geheel e
zaak niets te maken en kon zij ook niets
te maken hebben gehad', gelijk uit de
snelle opeenvolging der 'data blijkt.
Natuurlijk zal ook dit niet voldoende
zijn. en zullen velen steeds weer om
nieuw licht vragen en telkens nieuwe
veronderstellingen maken. Menschen, die
van meening zijn, dat als er een gerucht
telier lang naar Raoul en de Rervarec.
Welnu? zeide Raoul, die niet zoo
geduldig was als de Rervarec.
Ja, zeide Perinon, dat geloof ik wel
haast.
Welnu, hernam 'de Rervarec ver
wonderd dat hij er niets aan toevoegde,
hebt ge mij dan niets mede te deelen?
Ik, mijnheer? riep hij schijnbaar
verwonderd. Neen... neen... Alleen ken ik
iemand bij wien ik een 'teeken 'dat veel
hierop geleek', gezien heb.
Bij wien meent gij dat gezien te heb
ben?. vroeg Raoul.
Dat weet ik! niet, mijnheer»
Hoe?
Dat herinner ik mij tenminste niet.,
maar als ge mij uw helft wilt toevertrou
wen, zal ikjze aaii iemand laten zien,
die wellicht....
Neen, neen, nep de Rervarec, 'die
dit voorstel niet erg vertrouwde.
Er was een oogenblik van stilte. Pe
rinon was klaarblijkelijk erg besluiteloos
en zeer in verwarring.
Kan ik rfu heengaan? vroeg hij ten
slotte.
Raoul en Rervarec zagen elkaar ont
steld aan.
Dus ge "hebt ons niets te Zeggen
hernam "de RervareCt
(Neen 'mijnheer.
tri En ge kunt u zélfs niet herinneren
bij wien ge een(dergelijk; teeken gezien
hebt?
Neen (mijnheer,' (m'aar Vannacht (Zal
ijs &m
loopt, er toch altijd wel iets van waar
zal zijn, zullen er altijd blijven"»
Land- en Tuinbouw.
Een nieuwe phosphorzuurhoudende
meststof.
In den laatsten tijd staan in buiten-
landsche vakbladen herhaaldelijk berich
ten over een nieuwe meststof, Palmaes-
phosphaat genaamd. Deze nieuwe phos
phorzuurhoudende meststof is een vinding
van prof. W. Palmaer te Stockholm.
Evenals Thomas-Wiborg en Wolterphos-
phaat, wordt ook deze nieuwe meststof
naar den uitvinder genoemd. Prof. Palmaer
heeft een methode gevonden om' langs
electrischen weg uit onzuivere ruwe
pliosphaten met een laag gehalte, een
phosphorzuurhoudende meststof Van
hoog percentage te maken.
De navolgende voordeelen worden aan
deze nieuwe bereidingswijze toegeschre
ven. Men is er door in staat, goedkoope
ruwe phosphaten met een laag gehalte,
die voor de bereiding van superphos-
phaat njet deugen, in een goede meststof
om te zetten, want (men veikrijgt een
product met 34.36 pet. phosphorzuur,
waarvan ongeveer 95 pet. oplosbaar is
in cïtraat. De oplosbaarheid' van het
phosphorzuur gaat bij het bewaren van
deze meststof niet achteruit. .Ook1 be
hoeven dé ruwe phosphaten niet eerst
fijngemalen te worden en ten slotte is
deze meststof gemakkelijk uit te roeien,
vormt in de zakken geen harde brokken
en jast de zakken niet aan.
In (het groot is deze meststof bereid bij
de Apatietgroeven van Bamble in Noor
wegen. Prof. dr. Söderbaum te Stok-
holm heeft m'et dezen meststof tal van
vegetatie-proeven in potten genomen, die
tot resultaat hadden dat helt Palmaér-
phosphaat tenminste even goed bleek te
werken als superphosphaat en 'betere re
sultaten ga fdan Thomasslakkenmeel»
Het proefstation van de Zweedsdie
Veeontginningmaatschappij nam' in 1908
met deze meststof zoowel pot- als veld
proeven. Potproeven werden genomen
met de aardappel-variëteit „TJp' to Da
te". Werd' een geringe hoeveelheid phos
phorzuur gegeven, 50 K.G. per hectare,
d'an werkte Thomasslakkeméel beter dan
superphosphaat en Palmaerphosphaat.
Bij een bemesting met 100 K.G. P2 O5
per hectare werd' de grootste hoeveel
heid knollen met superphosphaat ver
kregen. Het zetmeel-gehalte van de aard
appels, bemest met Palmaerphosphaat
en met slakkenmeel was echter hooger,
zoodat bij slot van rekening de grootste
hoeveelheid' zetmeel per hectare ver
kregen werd met het Palmaerphosphaat.
De veldproeven werden genomen op
een mengsel van veldervvten, wikken en
paardeboonen. De hoeveelheid droge
stof per hectare tlie geoogst werd zon
der phosphorzuurbemesting bedroeg
1901 k.g. Bij gebruik van superphos
phaat werd' 2445 k.g., met slakkenméel
2457 k.g. en met Palmaerphosphaat
2669 k.g. geoogst. Laatsgenoem'd'e
meststof gaf dus bij deze procVen 1de
beste resultati^n.
In 1909 werden deze pot- en veldproe
ven voortgezet. Potproeven werden ge
nomen met blauwe lupinen, aardappels
en kool. Bij alle proeven werkten de
phosphoorzuurhoudende meststoffen
uitstekend, en er was een groot verschil
tusschen niet en wel met phosphoorzuur
bemeste aarde. De verschillen, in wer
king tusschen de drie gebruikte mest
stoffen, superphosphaat, slakkenmeel en
Palmaerphosphaat waren niet groot, pu
eens won de eene meststof en dan weer
de andere. De veldproeven werden op
haver genomen en hadden tot resultaat,
dat wanneer de extra werking van su-
pherphosphaat op 100 gesteld' werd, die
van Palmaerphosphaat 96 bedroeg. .Uit
al deze proeven bleek, dat voor veen
gronden 'het Palmaerphosphaat gelijk
waardig is aan de beide andere phos
phoorzuurhoudende meststoffen.
te binnen schieten., hoop ik tenminste...
Waarom niet thans?
Ik heb tijd noodig... ,aTs ik een
weinig geslapen heb.... mijn geheugen..
Schijnt niet erg sterk te zijn, vul
de de Rervarec aan. Joch had men mij
uitdrukkelijk gezegd dat de hotelier uit
het „Witte Paard" mij inlichtingen zou
geven.
Helaas, mijnheer, men bedoelde
misschien mijn vader, die voor enkele
jaren gestorven is.
Dat is mogelijkmaar hoe heeft uw
vader u over deze belangrijke zaak niet
vóór zijn dood ingelicht?
Morgen zal ik u dat alles verklaren
mijnheer, antwoordde Perinon, meer en
meer naar de deur schuivende. Ik zal
eens in eenige papieren, die mijn vader
mij heeft nagelaten, zoeken... Moge God
vannacht over u waken en wél te rusten,
heeren.
(Hij opende de deur en verdween jn
de gang.
De beide édellieden wisselden een ver
wonderden en bedroefden blik.
Moet fek hem terug halen? vroeg
Jobie.
Neen, neen, geen gewéld, Jobie. Ga
maar slapen, dat is 't beste wat éj van
nacht kunt Idoen.
Jobie verzamelde zorgvuldig de over
blijfselen van het souper ,en zette idie
voor den volgenden morgen weg. Daar
op (ging hij in een klein kabinet naast
de kamer Van :den ridder en vijf minuten
later sngrkje jliij ajs een jker]£orgeIa
Met het oog op déze voorloopig gun
stige resultaten mag het gewenscht ge
noemd worden, ook in ons land proeven'
in deze richting te hemen. Potproeven
zouden door onze proefstations aange
zet kunnen worden, en onze rijksproef
stations leenen zich uitnemend' voor liet
nemen der veldproeven.
Rechtszaken.
Oplichting door waarzeggerij.
De Amsterdamsche Rechtbank veroor
deelde den 28-jarigen astroloog, magne
tiseur en particulieren detective; Willem
Reiman, die mej. Trijntje Booy op geraffi
neerde wijze oplichtte, tot twee jaren
gevangenisstraf, overeenkomstig den eisch
van het O. M.
Hij wist de juffrouw, die door hem
in magnetischen slaap was gebracht,
zoozeer onder zijn invloed te krijgen,
dat zij hem verschillende effecten toever
trouwde. Hiervan verduisterde bekl. twee
obligatiën Amst. Hypotheek Waarborg
maatschappij, ieder ad f 500 en een aan
deel Hellingman's Bouwmaatschappij
groet f3000.
Een oneerlijke verpleegde.
Zij waren beiden verpleegden in het
Gasthuis te Vlissingen, de eene 85, de
andere 56 jaar. De oudste was bezig zich
te Ideeden en had zijn portemonnaie met
f 15.85 aan spaarduitjes, op een stoel
gelegd. Toen hij zich even had omge
draaid, was zijn schat verdwenen. Zijn
kamergenoot werd wegens diefstal van
de portemonnaie door de rechtbank te
Middelburg tot één maand gevangenisstraf
veroordeeld.
Beleediging in het leger.
De korporaal-kok bij het 4de regiment
veld-artillerie G. V. had voor den krijgs
raad te 's-Hertogenbosch terechtgestaan
ter zake dat hij te 's-Hertogenbosch in
den nacht van 2 op 3 Augustus .op den
openbaren weg de agenten van politie K.
en V. heeft beleedigd door hun toe te
voegen: „ploerten en rotzakken" en hen
daarbij met de sabel tegen hoofd en armen
te slaandeswege was hij veroordeeld
tot twee maanden gevangenisstraf met
verwijzing naar den commandeerenden
officier tot terugstelling tot den stand van
soldaat.
Van dit vonnis was de advocaat-fiskaal
in hooger beroep gekomen bij het hoog
militair gerechtshof, en het hof, heden
uitspraak doende in deze zaak, beves
tigde het vonnis wat de opgelegde ge
vangenisstraf betrof, doch vernietigde het
voor zooveel het bevatte bekl.'s verwijzing
naar den commandeerenden officier, aan
gezien den commandeerenden officier bij
artikel 39 van het reglement van krijgs
tucht de bevoegdheid is gegeven naar
zijn eigen oordeel een onderofficier te
degradeeren, en hem zulks niet bij vonnis
kan worden opgedragen, en dus de krijgs
raad den bekl. zelf had moeten degra
deeren. Doende wat de eerste rechter had
behooren te doen, degradeerde het hof
den bekl. tot den stand van soldaat.
De Rotterdamsche Rechtbank veroor
deelde G. v. d. K., 24 jaar, schippers
knecht te Boskoop, wegens verduiste
ring van een rijwiel tot acht dagen ge
vangenisstraf.
Gemengd Nieuws.
I n b r a a k,. Maandagmorgen kwam'
men tot de ontdekking, dat op het vracht-
goederenbureau in de goederenloods bij
het spoorwegstation te Leeuwarden was
ingebroken. Bij onderzoek bleek, dat men
met een vaji de bij de loods behoorende
sleutels was binnengekomen en met een
aldaar nog aanwezigen 'koevoet al de la
den van de schrijftafels had geopend. Er
Vverd niets anders vermist tdan eenige
kistjes sigaren. iBij het ingesteld onder
zoek is gebleken, clat de dader is geweest
Gedurende dien tijd onderhielden
Raoul en de Rervarec zich over de ge
beurtenissen van dien dag, de geschiede
nis van Raoul's vader en de teleurstel-,
ling die hen het onverklaarbare zwijgen
van Perinon gebracht had.
Het onderhoud met zijn gasten had
dezen laatsten echter alle slaaplust ont
nomen; want wel een uur lang bleef
hij op een stoel, zijn hoofd tusschen zijn
handen, zitten, in diep nadenken verzon
ken.
Ten slotte ging hij luid zuchtend een
flesch ouden wijn halen en schonk zich
'drie of vier volle glazen in, onge'twiji-
feld om moed' te vatten, daarna omhulde
hij zich met een langen mantel, nam een
soort rapier dat hij met een zékere angst
aanvatte en een knoestigen stok, met
welks gebruik hij blijkbaar bekend was»
- Toen hij met deze voorbereidselen ge
reed was, zuchtte hij' wederom diep,;
dronk de rest van de wijn op, maakte
een groot kruisteeken en sloop uit de
kamer. Hij liep de gang en "de keuken
met dezelfde voorzichtigheid door, open)
de een poortdeur die op een steegje uit-i
kwam, en bevond zich op 6traat
Toen liep hij met groote passen ver»
der, zijn knots zwaaiend als om zich tel
oefenen, dien te hanteeren terwijl hij
bromde
De 'duivel hale die groote jheereify
die een fatsoenlijk burger als den izooii
van mijn moeder jn hun familiegeheimen
betrekjceoi
ffiteedt yecvplgd*)