Het erfdeel der Malleroy's. f^eedeTlilad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 28 September. Nog eens: de Politie-salarissen. In den breédé (hebben wij bij het ver- jfcchijnen van ihet preadvies van"B. en RJCi .uiteerigézjet, Welke leemten er pi. (bestonden in de voorgestelde salaris- regeling der politie. Wat de agenten betrof, wezen wij öp lÜé wen schel ij kheid om de aóht 'miajoors jdie door 'de nieuWe Regeling geen ver meerdering van inkom'stein zullen heb- iben, alsnog eenige verhöoging te geven en voor de adjunct-inspecteurs en inspec teurs bepleitten wij een jneer rationeels isalarisregeling. Het voorstel van ,B. en W> om ook! |het salaris van den Commissaris Vali politie te verhoogen, geeft ons nog en kele bemlerkingen in de pen. Niet bin1 jer ons tegen te verzetten, maar om er ;een argument aan^e ontleenen, dat iwij ook ten opzichte van anderen haar voren Willen brengen. In de eerste alinea van het preadvies heet het immers, "dat, indien de Raad tot Iverhooging van de salarissen Van' faoo- fgere en lagere beambten overgaat, bil lijkheidshalve ook eeh tractéments- [verhooging voor iden (Commissaris van (politie niet achterwiege mag blijven. Op die billijkheidsmotieven, die B. en [W- hun voorstel voor den Commissaris deden doen, zouden wij nogmaals Wil den wijzen om de acht majoors van 'de toe te kennen verhoogingen niet buiten te sluiten. 'tZou ons, met dit laaüste preadvies voor oogen, onbillijk toe schijnen, als die menschén m'et leege handen werden afgescheept. De strekking van het adres der por litie-agenten-vereeniging (eergister in óns blad' opgenomen) schijnt uitslui tend' zich tot de 8 majoors te bépalén. Pat de oplossing van de agenten-veree- niging een minder gelukkige is, waar- iaan de Raad rèdelijkerwijze niet kan voldoen, behoeft geen aanleiding te zijn dit adres ter zijde te leggen. De hoofdbedoeling ervan moet iwór- iden gezocht in een behartiging van |de belangen der 8 agenten le klasse. De billijkheid vordert eveneens, trac- tementsverhooging van de beide adjunct inspecteurs 2e klasse, die momenteel' door de nieuwe regeling geen voordeel hebben, indien de Raad tenminste niet kan besluiten een algeheele herziening van de salarissen dezer beambten vast te stellen. Nu wij toch over de salarissen der politie schrijven, willen wij nog een en kel woord zeggen over de wedden van de inspecteurs in vergelijking met an dere plaatsen, zulks op het voetspoor van B. en W. In Groningen beloopt de bezoldiging van de inspecteurs van f 1300 tot f 1600. Utrecht en Haarlem plaatsen, waar mede Leiden nogal vergeleken wordt zijn nu in het preadvies niet gfè- jioemd1. i In Utrecht wisselt het salaris van ide inspecteurs van "f1200 tot f1800 af. Haarlem betaalt als aanvangswedde van de inspecteurs f 1400 die na 9 jaar klimt tet f 1700 - Indien men nu deze wedden in on derling verband beschouwt, zal men möe ten erkennen, dat wij niet te veel vroe gen, toen wij voor de inspecteurs, met afschaffing der klassen, een tractement van f 1300 tot f1700 wenschten. In Leeuwarden werd dezer dagen het maximum voor de inspecteurs op f1800 gebracht. Uit die JPers. Bakkersnachtarbeid. De „Gelderlander" verklaart in een driestar, dat, al zou het waar zijn, dat door de afschaffing van den nachtar- FEUILLETON. 47) Ohoeveel zou ik er niet voor over jgehad hebben, dat ge werkelijk mijn zoon of neef waart, om mij nooit van !U te moeten .scheiden. Maar toch was Imijn liefde niet zelfzuchtig genoeg om den heiligen plicht te vergeten, mij opgelegd Idoor het vertrouwen van dien armen Thierry. Ge moest uiterlijk den 15den November te Parijs zijn. In het begin van 1743 scheepte ik mij met u in op een schip dat naar Hamburg ging om dan vandaar naar Frankrijk te reizen. Toen wij te Frankfort waren vernamen wij dat een groote slag geleverd zou wor- ]den tusschen onze troepen en die van Engeland. Gij wildet zoo gaarne mede strijden, dat ik je de eer niet dilrfde weigeren voor je vaderland te strijden. Wie zijn bloedverwanten ook mogen zijn, dacht ik, 'k wil dat zij trotsch zijn op den jongen man die ik tot hen breng ;en dat belanggélooze getuigen hen de (dapperheid van Raoul zullen doen Veten. Te Dettinghem, hebt ge evenals op den geheelen tocht gestreden als een geoefeiid istrijder. En gij 'dan, vader, riep Raoul, hem in 2Ün lofrede onderbrekend. K^nt ge mij beid het brood wat duurder zou wor den, al Zóu het waar zijn, dat het publiek het (tusschen twee haakjes veel gezon dere) oudbakken brood zou moeten eten in plaats van versch, ja zelfs al zou de beklagenswaardige grootindustrie, die er o zoo slecht aan toe is, schade lijden, dan nog zij van de wenschelijkheid, de noodzakelijkheid van afschaffing van den bakkersnachtarbeid overtuigd zóu blij ven. Want, redeneert zij: „Goedköoper brood mag niet gekocht worden met verkorting van het men schel ijk leven; terWille van d'en verwen den smaak van het publiek mogen de bakkersgezellen niet gedwongen worden, tegen de natuurlijke orde in, van den nacht dag te makende geldbeurs van den grootindustrieel mag_ niet worden gespekt ten koste van het öok voor de maatschappij zoo uiterst belangrijke ge zinsleven zijner werklieden. Wie het ernstig meent met de Christe lijke beginselen heeft ook hier de zede lijke eischen voorop te stellen en aller eerst daaraan te voldoen. In d'e Christelijk-sociale staatkunde k'unnen evenmin als in het particulier leven, God1 en de Mammon tegelijker tijd worden gediend." Beschermende rechten. In de „Residentiebode" schrijft Vox een piaar opmerkingen aan het adres van d'e vrijhandelsmannen, dié met hun Vrije Ruilverkeerblaadjes tegen tariefs herziening propageeren. Het Haagsche blad herinnert: „Circa een kwart eeuw teruggekeerd, werd in vroegere jaren tijdens de Len- te-maand', ons vaderland bezocht door tallooze, uit de Duitsche grensprovin cies komende kleine luiden, die hier te lande bij veenbaas en boer óf hun werk- maaier en hooier, óf hun in zware mar sen torsende koopwaar aan den man brachten. Het omgekeerde is heden ten dage sinds de laatste helft der jaren 1890 het geval. Het aantal Duitschers, dat zich in ons vaderland gedurende het tijdsperk' 18901900 metterwoon ves tigde, bedroeg toch niet meer dan 30000; teiWijl het getal van hen, die gedhrende de laatste jaren in den maai en hooitijd hun diensten bij den boer aanbieden, eveneens gering, of betrek kelijk weinig grooter is als dat hunner „Landésleute" die op het voorbeeld hun ner grootvaders en vaders op het plat teland als koopman hun geluk beproe ven. De voornaamste oorzaak van deze be langrijk in getal gedaald Zijnde verhui zing van Duitsche kleine luiden naar ons vaderland, is voorzeker geen andere, dan hun wetenschap, dat er sinds een twintigtal jaren voor hen jn hun „Hei- math" veel meer geld1 te verdienen valt dan in het eertijds „steinreiche Hol land." Eu mochten zij hetzij door eigen persoonlijke allesbehalve aangename er varing, of door geloofwaardige mede- deelingen van familieleden, vrienden en bekenden soms niet dn het bezit dezer wetenschap geraakt zijn, dan was het feit, dat sinds de laatst verloopen vijf tien jaren jaarlijks ettelijke duizenden Nederlandsche, zoowel vrouwelijke, als mannelijke werkkrachten tijdelijk, of metterwoon naar Duitschland verhuizen om daar, hetzij in de fabrieken en mij nen of op het veld en in de veestallen, hun geluk te beproeven, er wel op be rekend', om hen met deze waarheid vol komen vertrouwd' te raken." In de laatste vijf jaar vertrokken van hier naar Duitschland 15400 Nederlan ders. Evenals, zegt de schrijver, „Evenals op 'het grootste deel der tij delijke landverhuizers, oefent Duitsch land op hen, die ons vaderland metter woon of voorgoed' verlaten, de meeste aantrekkingskracht uit. Zoo steeg het ge tal Nederlanders, dat Duitschland tot nieuw vaderland uitkoos, van ruim 40.000 in 1890 tot ruim 84.000 in 1905. Deze enorme verhuizing van Neder landers naar Duitschland kan niemand verwonderen, die b.v. weet, dat de kans, zeggen wie de vrijwilliger is die bij het beleg van IJ pres zooveel moed aan den dag legde, 'dat de bevélhebber Laten we "daar niet ever spreken, Raoul, het gaat niet over mij, maar over u. Toen ik de maand November zag na deren, dacht ik eraan Tdat ge .uiterlijk den 15den in Parijs moest zijn. En door het ongeluk met onze reis koets zijn we maar juist op tijd aange komen, zeide Raoul. 'Het fragment van 'den brief zeide dat ik mij tot den eigenaar van 'het hotel moest wénden en hem de helft Van dat teeken moest laten zien; ik heb dien man laten roepen (die Zooals ik vernam Perinan heet. Maar hij was hedenochtend naar Versailles vertrokken ,en kon niet vóór hedenavond terug zijn. Kwam hij maar sf>oé3ig, zeide Ra oul. Het is wel- laat, maar "Jobie kan toch wel eens gaan" "hooren of hij reeds thuis is Na eenigen tijd verscheen Perinon mopperend: 't Is wat moois, dat die kerel mij uit bed komt halen, omdat gij mij spreken wilt. Heeft hij idat werkelijk gedaaft?. vroeg de Renarec. Maar dat is toch geen gegronde re den om jemand op idit liur té wékkpn,- hernam Perinon wrevelig. r—Kent gij dit, vroeg de Rervarec, hem de helft van het teeken toonende. Alvorens, te antwoorden* gag de bo om in laatstgenoemd land betaalden ar beid' te vinden, 5 pCt. grooter is dan in ons eigen vaderland." En waarom gaan de menschen Van hier de Oostergrenzen over? Omdat in Duitschland door de beschermende rech ten de nijverheid in staat is £1 die men schen te voeden, terwijl de nijverheid in ons eigen land onbeschermd is, en daardoor niet voldoende zich ontwikke len kan. De veertig rpillioen en de Duitsche Keizer. De „N e d' e r 1 a n d e r" meent, dat van de vele beschouwingen, waartoe de 40 millioen-aanvrage voor de kustverdedi ging aanleiding heeft gegeven, er geene zoo onjuist is als die, waarin van inmen ging van Duitsche zijde werd gespro ken. Het blad toont dit ten overvloede door mededeeling van de feiten en toont aan „Reeds 25 Juni 1903, lang voor van de zoog. inmenging van den Duitschen Keizer sprake zou zijn geweest, werd, mede op aandrang van eenige leden der Kamer, die toch zeker, zelfs al had' op dat moment dergelijke inmenging bestaan, daarvan onkundig zouden zijn geweest, e e n e commis sie in zake de samenwerking! van 1 a n dL en zeemacht benoemd. Op 22 en 28 Aug. van datzelfde jaar 1903 dhs vóór het zoog. fatale jaar 1904 werd aan die commissie door de Ministers van Marine en van Oorlog opgedragen om 'het vraagstuk van de' herziening en aanvulling der defensie- middelen aan d e z e e z ij d e i n z ij n e n geheelen omvang te onderzoeken, daarover te rapporteeren en eene ra ming van kostenin te brengen. Men ziet dusde commissie had de opdracht de kustverdediging te bestudeeren, daar omtrent een voorstel te doen en de ver moedelijke kosten op te geven... aldus precies dezelfde onderwerpen waarom trent nu door de Regeering voorstellen aan de Staten-Generaal zijn voorgelegd. 24 Sept. 1904 kwam de commissie met haar rapport gereed. Confusie: onafhankelijk van eenige inmenging waarvan niemand' beweert, dat zij reeds vóór 1904 bestond werd' het initiatief genomen tot en de voorbereiding ter hand genomen van de plannen tot kustverdediging, waarover nu de Regeering het oordeel der Kamers vraagt." Over de alarmeerende interpellatie van den heer vaii Löben Seis in de Eerste Kamer van 8 Februari 1907 merkt het blad o. a. op „Of het tactvol van genoemd lid van ons Hoogerhuis was, zelf militair, deze mobilisatie te Den Helder, die Ze ker niet zonder reden „in het diepste geheim werd bedisseld", ten aanhoore van de natie te behandelen, zij slechts terloops gevraagd'. Hoofdzaak is, dat met de data kan worden aangetooind, dat ook deze mobilisaiie met Duitsche invloeden niets te maken had. Immers 6 Febr. 1904 verbreekt Japan de diplomatieke betrekkingen met Rus land 10 Febr. verklaart het den joor- log. 12 Febr. publiceert de Nederland sche Regeering in de „Staatscou rant" hare onzijdigheid en den dag daarop, 13 Febr. werd reeds met hetoogop mogelijke noodzake lij kheid' onze onzijdigheid te dekken bij het voorbijtrekken van eene Russische vloot, een begin gemaakt met d'e mobilisatie, waar op de heer Van Löben Seis doelde, en die waarschijnlijk tot zoo vele valsche ge ruchten aanleiding gegeven heeft. Met Duitsche pressie in verband met een inval van Engeland had de geheel e zaak niets te maken en kon zij ook niets te maken hebben gehad', gelijk uit de snelle opeenvolging der 'data blijkt. Natuurlijk zal ook dit niet voldoende zijn. en zullen velen steeds weer om nieuw licht vragen en telkens nieuwe veronderstellingen maken. Menschen, die van meening zijn, dat als er een gerucht telier lang naar Raoul en de Rervarec. Welnu? zeide Raoul, die niet zoo geduldig was als de Rervarec. Ja, zeide Perinon, dat geloof ik wel haast. Welnu, hernam 'de Rervarec ver wonderd dat hij er niets aan toevoegde, hebt ge mij dan niets mede te deelen? Ik, mijnheer? riep hij schijnbaar verwonderd. Neen... neen... Alleen ken ik iemand bij wien ik een 'teeken 'dat veel hierop geleek', gezien heb. Bij wien meent gij dat gezien te heb ben?. vroeg Raoul. Dat weet ik! niet, mijnheer» Hoe? Dat herinner ik mij tenminste niet., maar als ge mij uw helft wilt toevertrou wen, zal ikjze aaii iemand laten zien, die wellicht.... Neen, neen, nep de Rervarec, 'die dit voorstel niet erg vertrouwde. Er was een oogenblik van stilte. Pe rinon was klaarblijkelijk erg besluiteloos en zeer in verwarring. Kan ik rfu heengaan? vroeg hij ten slotte. Raoul en Rervarec zagen elkaar ont steld aan. Dus ge "hebt ons niets te Zeggen hernam "de RervareCt (Neen 'mijnheer. tri En ge kunt u zélfs niet herinneren bij wien ge een(dergelijk; teeken gezien hebt? Neen (mijnheer,' (m'aar Vannacht (Zal ijs &m loopt, er toch altijd wel iets van waar zal zijn, zullen er altijd blijven"» Land- en Tuinbouw. Een nieuwe phosphorzuurhoudende meststof. In den laatsten tijd staan in buiten- landsche vakbladen herhaaldelijk berich ten over een nieuwe meststof, Palmaes- phosphaat genaamd. Deze nieuwe phos phorzuurhoudende meststof is een vinding van prof. W. Palmaer te Stockholm. Evenals Thomas-Wiborg en Wolterphos- phaat, wordt ook deze nieuwe meststof naar den uitvinder genoemd. Prof. Palmaer heeft een methode gevonden om' langs electrischen weg uit onzuivere ruwe pliosphaten met een laag gehalte, een phosphorzuurhoudende meststof Van hoog percentage te maken. De navolgende voordeelen worden aan deze nieuwe bereidingswijze toegeschre ven. Men is er door in staat, goedkoope ruwe phosphaten met een laag gehalte, die voor de bereiding van superphos- phaat njet deugen, in een goede meststof om te zetten, want (men veikrijgt een product met 34.36 pet. phosphorzuur, waarvan ongeveer 95 pet. oplosbaar is in cïtraat. De oplosbaarheid' van het phosphorzuur gaat bij het bewaren van deze meststof niet achteruit. .Ook1 be hoeven dé ruwe phosphaten niet eerst fijngemalen te worden en ten slotte is deze meststof gemakkelijk uit te roeien, vormt in de zakken geen harde brokken en jast de zakken niet aan. In (het groot is deze meststof bereid bij de Apatietgroeven van Bamble in Noor wegen. Prof. dr. Söderbaum te Stok- holm heeft m'et dezen meststof tal van vegetatie-proeven in potten genomen, die tot resultaat hadden dat helt Palmaér- phosphaat tenminste even goed bleek te werken als superphosphaat en 'betere re sultaten ga fdan Thomasslakkenmeel» Het proefstation van de Zweedsdie Veeontginningmaatschappij nam' in 1908 met deze meststof zoowel pot- als veld proeven. Potproeven werden genomen met de aardappel-variëteit „TJp' to Da te". Werd' een geringe hoeveelheid phos phorzuur gegeven, 50 K.G. per hectare, d'an werkte Thomasslakkeméel beter dan superphosphaat en Palmaerphosphaat. Bij een bemesting met 100 K.G. P2 O5 per hectare werd' de grootste hoeveel heid knollen met superphosphaat ver kregen. Het zetmeel-gehalte van de aard appels, bemest met Palmaerphosphaat en met slakkenmeel was echter hooger, zoodat bij slot van rekening de grootste hoeveelheid' zetmeel per hectare ver kregen werd met het Palmaerphosphaat. De veldproeven werden genomen op een mengsel van veldervvten, wikken en paardeboonen. De hoeveelheid droge stof per hectare tlie geoogst werd zon der phosphorzuurbemesting bedroeg 1901 k.g. Bij gebruik van superphos phaat werd' 2445 k.g., met slakkenméel 2457 k.g. en met Palmaerphosphaat 2669 k.g. geoogst. Laatsgenoem'd'e meststof gaf dus bij deze procVen 1de beste resultati^n. In 1909 werden deze pot- en veldproe ven voortgezet. Potproeven werden ge nomen met blauwe lupinen, aardappels en kool. Bij alle proeven werkten de phosphoorzuurhoudende meststoffen uitstekend, en er was een groot verschil tusschen niet en wel met phosphoorzuur bemeste aarde. De verschillen, in wer king tusschen de drie gebruikte mest stoffen, superphosphaat, slakkenmeel en Palmaerphosphaat waren niet groot, pu eens won de eene meststof en dan weer de andere. De veldproeven werden op haver genomen en hadden tot resultaat, dat wanneer de extra werking van su- pherphosphaat op 100 gesteld' werd, die van Palmaerphosphaat 96 bedroeg. .Uit al deze proeven bleek, dat voor veen gronden 'het Palmaerphosphaat gelijk waardig is aan de beide andere phos phoorzuurhoudende meststoffen. te binnen schieten., hoop ik tenminste... Waarom niet thans? Ik heb tijd noodig... ,aTs ik een weinig geslapen heb.... mijn geheugen.. Schijnt niet erg sterk te zijn, vul de de Rervarec aan. Joch had men mij uitdrukkelijk gezegd dat de hotelier uit het „Witte Paard" mij inlichtingen zou geven. Helaas, mijnheer, men bedoelde misschien mijn vader, die voor enkele jaren gestorven is. Dat is mogelijkmaar hoe heeft uw vader u over deze belangrijke zaak niet vóór zijn dood ingelicht? Morgen zal ik u dat alles verklaren mijnheer, antwoordde Perinon, meer en meer naar de deur schuivende. Ik zal eens in eenige papieren, die mijn vader mij heeft nagelaten, zoeken... Moge God vannacht over u waken en wél te rusten, heeren. (Hij opende de deur en verdween jn de gang. De beide édellieden wisselden een ver wonderden en bedroefden blik. Moet fek hem terug halen? vroeg Jobie. Neen, neen, geen gewéld, Jobie. Ga maar slapen, dat is 't beste wat éj van nacht kunt Idoen. Jobie verzamelde zorgvuldig de over blijfselen van het souper ,en zette idie voor den volgenden morgen weg. Daar op (ging hij in een klein kabinet naast de kamer Van :den ridder en vijf minuten later sngrkje jliij ajs een jker]£orgeIa Met het oog op déze voorloopig gun stige resultaten mag het gewenscht ge noemd worden, ook in ons land proeven' in deze richting te hemen. Potproeven zouden door onze proefstations aange zet kunnen worden, en onze rijksproef stations leenen zich uitnemend' voor liet nemen der veldproeven. Rechtszaken. Oplichting door waarzeggerij. De Amsterdamsche Rechtbank veroor deelde den 28-jarigen astroloog, magne tiseur en particulieren detective; Willem Reiman, die mej. Trijntje Booy op geraffi neerde wijze oplichtte, tot twee jaren gevangenisstraf, overeenkomstig den eisch van het O. M. Hij wist de juffrouw, die door hem in magnetischen slaap was gebracht, zoozeer onder zijn invloed te krijgen, dat zij hem verschillende effecten toever trouwde. Hiervan verduisterde bekl. twee obligatiën Amst. Hypotheek Waarborg maatschappij, ieder ad f 500 en een aan deel Hellingman's Bouwmaatschappij groet f3000. Een oneerlijke verpleegde. Zij waren beiden verpleegden in het Gasthuis te Vlissingen, de eene 85, de andere 56 jaar. De oudste was bezig zich te Ideeden en had zijn portemonnaie met f 15.85 aan spaarduitjes, op een stoel gelegd. Toen hij zich even had omge draaid, was zijn schat verdwenen. Zijn kamergenoot werd wegens diefstal van de portemonnaie door de rechtbank te Middelburg tot één maand gevangenisstraf veroordeeld. Beleediging in het leger. De korporaal-kok bij het 4de regiment veld-artillerie G. V. had voor den krijgs raad te 's-Hertogenbosch terechtgestaan ter zake dat hij te 's-Hertogenbosch in den nacht van 2 op 3 Augustus .op den openbaren weg de agenten van politie K. en V. heeft beleedigd door hun toe te voegen: „ploerten en rotzakken" en hen daarbij met de sabel tegen hoofd en armen te slaandeswege was hij veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf met verwijzing naar den commandeerenden officier tot terugstelling tot den stand van soldaat. Van dit vonnis was de advocaat-fiskaal in hooger beroep gekomen bij het hoog militair gerechtshof, en het hof, heden uitspraak doende in deze zaak, beves tigde het vonnis wat de opgelegde ge vangenisstraf betrof, doch vernietigde het voor zooveel het bevatte bekl.'s verwijzing naar den commandeerenden officier, aan gezien den commandeerenden officier bij artikel 39 van het reglement van krijgs tucht de bevoegdheid is gegeven naar zijn eigen oordeel een onderofficier te degradeeren, en hem zulks niet bij vonnis kan worden opgedragen, en dus de krijgs raad den bekl. zelf had moeten degra deeren. Doende wat de eerste rechter had behooren te doen, degradeerde het hof den bekl. tot den stand van soldaat. De Rotterdamsche Rechtbank veroor deelde G. v. d. K., 24 jaar, schippers knecht te Boskoop, wegens verduiste ring van een rijwiel tot acht dagen ge vangenisstraf. Gemengd Nieuws. I n b r a a k,. Maandagmorgen kwam' men tot de ontdekking, dat op het vracht- goederenbureau in de goederenloods bij het spoorwegstation te Leeuwarden was ingebroken. Bij onderzoek bleek, dat men met een vaji de bij de loods behoorende sleutels was binnengekomen en met een aldaar nog aanwezigen 'koevoet al de la den van de schrijftafels had geopend. Er Vverd niets anders vermist tdan eenige kistjes sigaren. iBij het ingesteld onder zoek is gebleken, clat de dader is geweest Gedurende dien tijd onderhielden Raoul en de Rervarec zich over de ge beurtenissen van dien dag, de geschiede nis van Raoul's vader en de teleurstel-, ling die hen het onverklaarbare zwijgen van Perinon gebracht had. Het onderhoud met zijn gasten had dezen laatsten echter alle slaaplust ont nomen; want wel een uur lang bleef hij op een stoel, zijn hoofd tusschen zijn handen, zitten, in diep nadenken verzon ken. Ten slotte ging hij luid zuchtend een flesch ouden wijn halen en schonk zich 'drie of vier volle glazen in, onge'twiji- feld om moed' te vatten, daarna omhulde hij zich met een langen mantel, nam een soort rapier dat hij met een zékere angst aanvatte en een knoestigen stok, met welks gebruik hij blijkbaar bekend was» - Toen hij met deze voorbereidselen ge reed was, zuchtte hij' wederom diep,; dronk de rest van de wijn op, maakte een groot kruisteeken en sloop uit de kamer. Hij liep de gang en "de keuken met dezelfde voorzichtigheid door, open) de een poortdeur die op een steegje uit-i kwam, en bevond zich op 6traat Toen liep hij met groote passen ver» der, zijn knots zwaaiend als om zich tel oefenen, dien te hanteeren terwijl hij bromde De 'duivel hale die groote jheereify die een fatsoenlijk burger als den izooii van mijn moeder jn hun familiegeheimen betrekjceoi ffiteedt yecvplgd*)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5