Het erfdeel der Malleroy's.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Maandag 26 September.
Een Bekeering.
"(Slot.)
Om! nader met de katholieke leer en
jnet katholieke kringen in aanraking te
(komen, bezocht "hij kort daarop zijn
katholieke verwanten, en trof bij hen
ook katholieke geestelijken aan. Hij liet
'eenigzins zijn overgang doorschemeren,
Ui was hij zelf de laatste die hieraan
Werkelijk dacht. Maar hij ondervond een
zekere terughoudendheid in godsdienst
zaken en al werd hij hierdoor in den
beginne ook ten zeerste ontstemd, de
(gedachte echter, dat h ijhiervoor niet
)de geheele Kerk aansprakelijk kon stel
len, deed hem ernstig voortgaan met zijn
lond'erzoek naar de waarheid. Scherper
trad! nu de gedachte aan een overgang
naar voren. Waarom bleef deze gedachte
tot nog toe zoo verre? Zelf geeft hij
ons het antwoord: „ik geloofde niet aan
de zelfstandigheidsverandering, of lie
ver: mijn voors',telling van d'it dogma
Was zoodanig, dat ik het onaanneme
lijk vond." Aallerlei moeilijkheden be
treffende het dogma der H. Eucharistie
rezen bij hem op. Een bezoek bij Prof.
Reinhold, die, hoewel overigens vriend
schappelijk, zich eveneens zeer terug
houdend toonde in godsdienstquaesties,
ontstemde den bekeerling eer ""daa dat
heft hem aanmoedigde: toch bleef hij zijn
studies voortzetten. Een stap nader
bracht hem weder het lezen van tie i.Con-
ciliëngeschiedenis" van Bisschop von
jHefele; maar de doorslag werd gege-
Vïii door hrft leven van Möhler's „Synir
beïiek." Het bestudeeren van dit werk
benam hem al zijn twijfelingen. „Alle
hoogheid en diepte, geheel de uitstra
lende beteekenis van het leerstuk was
mij op eenmaal duidelijk geworden, zoo
dra ik £ijn waren inhoud had leeren
kennen en een voldoende verklaring ont
vangen had. Nu wist ik hier de kern, de
Ziel van heit geloof zoowel als van het
katholieke christendom. Ik kende en
geloofde het geheimenrijke wonder der
heilige Eucharistie/' En tenvolle zag h,ij
nu in, dat dit* leerstuk het middelpunt
is der katholieke leer, dat hiervan af
hing of men katholiek of protestant was.
(Schoon schreef Ruville jn een afzon
derlijk hoofdstuk van zijn bekeeringsge-
sehi erfenis over dit dogma).
Thans was de bekeerling he# laatste
stadium ingetreden. Met zijn overgang
die nu reeds uit overtuiging voor hem
vaststond, kon hij niet langer dralen, toen
hij in den catechismus het strenge, maar
logische woord las„Dwalend uit eigen
.schuld (dus uitgesloten van de zaligheid)
is een ieder, die die Katholieke Kerk
kennende en overtuigd zijnde van hare
waarheid, niettemin buiten dezelve blijft."
Aan de gevolgtrekking kon hij niet
pjrlkomen. En hij begaf zich naar den pas
toor der parochie, om hem te vragen,
jh've hij verder moest handelen. 'Wel1
kreeg hij ook hier weinig aansporing tot
verder gaan, alleen hij moest alles nog
een3 goed overdenken en onderzoeken,
maar dit juist was oorzaak, dat hij thans
nog eens alle moeielijkheden kon wik
ken en wegen. En hij ging hier nog echt
(op z'n Protestantsch te werk: eigen
(zelfstandigheid, eigen gezag 'boven ak
-les. Maar gevolg van dit onderzek was
(tenslotte: dieper overl/uiging nog, en
helt :*!ch plaatsen op zuiver-kathpliek
standpunt: van nu af hield Jiij dje leer
stukken a priori voor waar, juist om|-
dat zij van de Kerk uitgingen, en daarna
trachtte hij ze verder in Run gehevT
zooveel mogelijk te verstaan. „Voor de
FEUILLETON.
45)
Terwijl zij aten zag. de .Kervarie [dat
het gela-it van Raoul een sombere uit
drukking kreeg.
Ik meen, dat je pver den dag yan
heden wel tevreden kunt zijn, Raoul.
Wij zijn pas twee dagen jn Parijs, eai
nu reeds heb je gelegenheid gevonden!
jeen jonge Idaime te beschermen, twee
hofjonkers te kwetsen, toegejuicht te wor
den door die Parijzenaars en in de gunst
(yap de Bussy te komen.
Zeker, ridder, maar ik wilde u iets
Verzoeken,
Wat, mijn kind?
Gij hebt mij beloofd, dat, als ik een
en twintig jaar Was', gij mij de geschiede
nis (mijner jeugd zou verhalen.
Welnu?
—i Binnen drie dagen ben ik zoo oücL..
Ik smeek u, laat mij thans mijn waren
naam weten.
1 Helaas, 'mijn kind, die weet ik zelf
niet
em Wia [ben ik dan, vroeg de jonge
m.a.n m ^ffstige bewondering. Vergeef
reij, dat ik 200 aandring. Tot nu toe heb
Jk om u aangenaam te 2ijn het ongeduldl
dat mij kwelde niet gétoond, en ge
duldig gewacht ;tot de tijd gekomen zou
fjtfn» »^ar thans.... [Het schijnt me alsof
Jk geen dag ir.eer kan leven in deze on-
ik jd |e ongelukkig.
verheven, zich altijd gelijkblijvende wijs
heid der katholieke Kerk, gelijk zij
spreekt uit den mond van den eersten
den besten eenvoudigen priester, kniel
de ik deemoedig neer. Tegen haar on
dervinding van twee duizend jaren kon
mijn wetenschap van één djag in de ver
te niet opwegen."
Langzaam maar zeker gicg thans de
naaste voorbereiding tot zijn openlijken
overgang voort, onder leiding van zijn
vromen geestelijken raadsman. Zijn vu
righeid en geduld werden op een harden
proef gesteld'. Door kennissen en niet-
ka|tholieke verwanten werd hij dikwerf
gevoelig gekweltst; maar glorierijk
kwam hij al die moeilijkheden te boven.
En „toen de dag van mijn overging ein
delijk kou bepaald worden, dankte ik
God', en eerst toen .stelde ik mijne ka
tholieke verwanten ermede in kennis en
verzocht tevens hun gebed. Dat hunne
gereserveerdheid niet uit onverschillig
heid voontkwam, leerde mij nu hun le
vendige en uitbundige blijdschap" en
nu vernam hij ook, dat zij veel voor zijn
bekeering hadden gebeden.
Onjtroerend zijn de indrukken na zijn
overgang zooals Ruville die zelf aan
ons mededeelt, vooral de indruk welke
zijne eerste H. Communie op hem maak
te. Thans zag hij, dat zijn voorstellingen
geheel en al van de werkelijkheid ver
schilden. „Goede wil om te gelooven en
aandacht waren natuurlijk noodig. Maar
de werking, de ontvangen genade over
trof onuitsprekelijk ver de voorberei
ding, maar vooral de H. Communie
werkten een geheimzinnige kracht uit,
welke heel m'ijn gemoed' aangreep, en
mijn ziel opvoerde tot zulke hoogten van
geluk, waarvan het bestaan mij tot dan
toe onbekend en onbegrijpelijk was ge
weest.... Welk een ontdekking voor mij!
Hier geen overpeinzingen, louter voel
en tastbare werkelijkheden. Eerst nu,
met mijn lintrede in de Kerk door de
H. Communie, was ik wezenlijk katho
liek. Het geheim had zich voor mij ont
sluierd."
Als wij tenslotte een terugblik wier
pen op dit hoogst belangrijke bekee-
ringsproces, dan moet het verloop ons
ongetwijfeld diep treffen. Rustig, zon
der overhaasting, geregeld en onpartij
dig ging heft voorwaarts, dan snel, dan
weer eens langzamer. Zijn doel was de
waarheid, en die vond hij in Jezus Chris
tus. Door zijn eigen gezond verstand
kwam hij tot de gevolgtrekking, dat,
als iemand overtuigd is dat zijn Kerk
een valsche is, hij zich van haar moet'
afwenden. Die overtuiging was juist in
hem allersterkst, en daarom moest hij
overgaan: keuze bestond er niet.
Ziehier in 't kort de merkwaardige, en
tevens zoo d'ieptreffende bekeering van
Dr. Albert von Ruville, die door den
d'rang der goddelijke genade en door een
groot verlangen naar waarheid terug
keerde tot zijne Moeder de Heilige
Roomseh-KcVtholieke Kerk, en die voor
zijn overtuiging alles veil had, zelfs al
voorzag Ihij als professor gebannen te
zullen worden van de geheel-Pro,testani-
sche Universiteit van Halle.
Wel kenmerkend is de opmerking,
waarmee von Ruville het eerste Hoofd
stuk van zijn bekeringsgeschiedenis
sluit: „alleen wil ik opmerken, dat me
nigeen mij dezen stap meer euvel duidde
als wanneer ik liberaal-protestant wjas
geworden, vrijdenker, godloochenaar, of
wat niet al. Ik bevond dat de zooge
naamde verdraagzaamheid alles
verdroeg behalve de«waarheid. Voor haar
schrok zij terug. Des te vreugdevoller
begroette ik deze waarheid, wijer echt
heidszegel juist gelegen is in de vijande
lijke aanvallen, welke zij moet "Soorr
st'aan."
Moge dit strekken tot bemoediging en
tevens tot opwekking van velen, en een
aansporing zijn om het boek te lezen.
R. "J. P. J. V.
Kom, bij het eerste verdriet in je
leven zou terneer geslagen zijn.. Gij hebt
toch' nog de kans door u,w degen u een
naam te verwerven,.
Ik had beloofd u te vertellen wat ik
weet als ge een en "twintig jaar zoudt zijn
namelijk als ge in staat waart te strijden
tegen uwe vijanden. .Welnu, ik zal je het
weinige wat ik weet verhalen. Maar laat
ik eerst [mijn levensloop vertellen, dan
zult ge zien dat ge nimmer recht zult
(hebben u te beklagen.
Mijn vader had drie kinderen. 'Ik was
't jongste. Mijfn jeugd Ivvjas een lange
ziekte, een (aaneenschakeling van vree-
selijk lijden. Mijn moeder stierf kort na
[mijne geboorte. Mijn Vader, vol jtrotscüi
op de kracht ,en schoonheid yan mijn
beide broeders verafschuwde mij om mijn
[misvorm dheicL Wanneer er 'bezoek was
werd ik weggestopt Mijn broers plaag
den mij, en het personeel volgde hun
voorbeeld. Wanneer ik 'klaagde werd ik
[uitgelachen en nog meer gehinderd. Mijn
broeders werden pndierwezen in al wat
een edelman past; ik in niets. Eindelijk,-
op een 'dag werd het te erg.vTk was
(buiten mijzelven; ik verweerde mij te
gen mijn beide broeders en wierp hen
op den igrond, en was mijn vader niet
gekomen, wél licht (had ik hen gedood).
Mijn vader joeg hiïj uit het huis.
Probeer "maar .ergens 'anders een
.onderkomen 'te Vinden, riep Rij £n zijn
woede.
Nog denzelfden dag verliet ik het kas
teel. [Tien ecu's 'maakten mijn 'geheele be-,
zitting uit Ik wist niet Wat ik doren moest
Toch was het geen zorg voor 'de toe-
Ikoinsfc Ik [dacht slechts aaq Ret verdriet
Vijftiende Congres voor openbare
gezondheidsregelijig.
De discussies over de preadviezen
van mr. J. Limburg en dr. J. D. van der
Plaats over Verontreiniging der openbare
wateren zijn van geen uitgebreiden om
vang geweest. Dr. v. d. Plaats verduide
lijkte zijne meening aldus dal hij onder
openbare wateren ook wil verstaan wa
teren aan particulieren toebehoorend,
welke door vervuiling openbare hinder
veroorzaken. De heer Fischer, afgevaar
digde van de Vereeniging tegen Water
en Bodemverontreiniging verwachtte van
een algemeene regeling weinig hei', in
zonderheid waar het geldt verontreiniging
door gemeente-riolen tegen te gaan. De
practijk in 't buitenland toonde aan, dat
tegen geringe kosten zuivering van riool
water mogelijk is. De heer dr. C. Blooker
betwist, dat de gemeentelijke autonomie
op den voorgrond moet staan. De water
verontreiniging blijft niet beperkt binnen
de grenzen eener gemeente. Spr. hield
deze meening staande tegenover mr. Bik,
die betoogde dat de gemeente het best
in deze 'materie regelend zou kunnen
optreden. Dr. Ruijsch viel dr. Blooker bij,
ofschoon hij het weer niet met den laatste
eens is betreffende het uitschakelen der
Gezondheidscommissie. Namens de Soc.
Techn. Ver. van Democr. Ingenieurs be
pleitte de heer Keppler instelling van
een Rijkscommissie voor advies voor
waterverontreiniging. Deze Commissie
zou een groot proefstation ten dienste
moeten staan. Dr. v. d. Plaats, replicee-
rend bestreed dit denkbeeld.
Ook deze discussies zullen ter kennis
van de Regeering worden gebracht.
In de namiddagvergadering waren de
preadviezen over de vervalsching van
levensmiddelen en de werking der keu
ringsdiensten aan de orde.
Dr. Reicher verdedigde daarbij het
Ainsterdamsche standpunt, dat een keu
ringsdienst ingevolge art. 135 Gemeente
wet, onderdeel moet zijn van den ge
zondheidsdienst. Dr. Filippo, directeur
van den Haagschen keuringsdienst,
bestrijdt die opvatting en de defi
nities van de Amsterdamsche ver
ordening, welke in strijd is met de uit
spraken van den Hoogen Raad. Ook prof.
Valckenier Kips, die wegens verhindering
van mr. Scholtens diens praeadvies ver
dedigde, achtte een beroep op art. 135
gemeentewet, om de bevoegdheid der
gemeente in deze materie aan te toonen,
onnoodig Mr. J. H. van Zanten (Amster
dam) is het niet met de bewering van de
Filippo eens over de uitspraak van den
Hoogen Raad, die is door de andere
preadviseurs ondeskundig uitgelegd. Spr.
achtte een Rijkskeuring noodig evenals
de volgende spreker, de heer v. d. Meulen
uit Leeuwarden. Dr. v. d. Laan, directeur
van den keuringsdienst te Groningen,
vestigt er de aandacht op, dat verbetering
van de samenstelling der levensmiddelen
niet noodzakelijk met prijsverhooging ge
paard gaat, de vervalschers steken het
extra-winstje toch in hun zak. Dr. van
Raalte te Dordrecht zet uiteen, dat de
commercieele en hygiënische zijde van
het waagstuk moeilijk te scheiden zijn.
Prof. Wijsman merkt op, dat het niets ter
zake afdoet of een keuringsdienst een
onderdeel van den gezondheidsdienst is
dan wel onafhankelijk staat. De grens der
gemeentelijke bemoeiing moet zijn, dat
het voedsel, wat verkocht wordt, zoo
goed mogelijk moet zijn, vooral voor de
klasse der minstbedeelden.
Nadat nog eenige heeren het woord
gevoerd hebben, sluit de voorzitter de
beraadslagingen, den wensch uitsprekend
dat spoedig een Rijkskeuring tot stand
moge komen en op ruime schaal ge
meentelijke keuringsdiensten zullen ver
rijzen.
Besloten wordt op voorstel van het
bestuur niet te voldoen aan den wensch
mijn huisgenooten te moeten verlaten,
want ondanks (hun hardheid hield ik van
hen.
Op mijn (zwerftocht ontmoette ik een
soldaat die in Brest zich ging inschepen
jnaar Indië. De arme kerel bezat niets
meer Ik deelde met 'hem wat ik had en
besloot met Iiem mede te gaan.
Ik zal niet trachten je ,de overtocht te
beschrijven. Ik was zoo gehard, dat ik de
ontberingen nauwelijks bemerkte: "maar
steeds 'had ik te lijden van het plagen en
sarren der -matrozen ,en der andere sol
daten.
"Bij mijn intreden in (het regiment dat
toen te Pondichèry in garnizoen ,was,
[begonnen 'mijn kwellingen opnieuw* Daar
ik zeer onhandig was en niet met de wa
pens (had leeren «omgaan, 'deed ik alles
Verkeerd, mijn makkers spotten inèt mij>
en de officieren hu nachtten mij.
Daar ik nimmer "kwaad werd> meende
ze 't recht te hebben mij te sarren. Ein
delijk kreeg iemand medelijden met mij.
'Het was een gewoon soldaat, Thierry ge-
heeten. Hij was zes of zeven jaar ouder
dan ik; het was een grodte schoonejon
geman, buitengewoon (Sterk en handig
in (alle oefeningen. Zijn voorhoofd en zijn
oogen waren sprekend als de*uwe. H'j
sprak bijna nooit. Eens en dan nog steeds
zeer wéinig. Hij was zeer knap en dapper.
Eens sprak' |hij 'mij aan, (Wat niemand
(begreep, want 't was zijn gewoonte niet.
Arme jongen, tzedde hij; ge bezit
niets dan [uw idegen en "uw (kracht; gij
moet er gebruik van maken bij de eerste
beleediging die 'men u aandoet moet ge
den beleediger aanvatten, bij het eerste
gevecht p onderscheiden p] jdéu dood, vin
van prof. Middendorp om nogmaals de
tuberculose aan de orde te stellen, om
dat de behandeling van dit vraagstuk te
Nijmegen en te Scheveningen niet tot
zijn recht zou zijn gekomen. Het bestuur
meende n.l. dat het congres niet dient
medische quaestie's uit te vechten, doch
sociaal-hygienische vraagstukken te be
handelen. -
Generale meeting, voor den
10-urigen arbeidsdag.
Gisteren is in den [Haag gehouden
de generale meeting voor den 10-urigen
arbeidsdag. Voor de meeting hadden de
deelnemende vereenigingen zich ppge-
sitcld' in de concertzaal van het zoolor-
gisch botanisch genootschap te 's-Gra-
venhage en (trokken door verschillende
straten der stad.
Een grotttsche manifestatie van hejt
Roonische vereenigingsleven
Daar trokken in een lange rij van 'n
half uur tusschen de duizende toeschou
wers ongeveer 800 hoofd- en vakvereeni-
gingen met 167 banieren, 19 transpa
ranten en 5 muziek-corpsen. 'En het
Roomsch-zijn was uitgebeeld in de
heiligen-beelden op de banieren, stond te
lezen in de spreuken op de vaandels en
transparanten, werd uitgezongen in ver
schillende liederen. Aan den sjtoet na
men deel de voorzitters van de vijf dio
cesane bonden, afgevaardigden van het
bestuur van de federatie der R. IC werk-
lieden-vereeniging, en van he't bestuur
van hot Bureau voor den R. K. vakorga
nisatie, de adviseur van den R. K. Werk-
liedenvereeniging in heit Aartsbisdom, de
aalmoezenier en de secretaris van den
Arbeid in Limburg. Toen de vereeniging
langs de woning van minister Kolkman
trokken, werd zij door dezen hartelijk
begroer.
Om kwart voor drie was de optocht
in de grootste orde teruggekeerd in de
concertzaal.
Op hetf podium hadden behalve de
bovengenoemden plaatsgenomen, de le
den van de Tweede Kanier, Mr. Aalberse
en Pastoors, de bondsadiviseurs van Gou
da en Scheveningen, en het bestuur van
den Haagschen Volksbond mie[t de pre
sidente van ide vrouwenafdieeling van
dien bond-
Bij aankomst in het gebouw werd het
Bondslied gezongen.
De heer J. v. Rijzewijk opende de ver
gadering mdt de volgende woorden
„Hoogedelgestrenge heeren, Zeereerw.
heeren, dames 'en heeren, als voorzit
ter van het Bureau voor de R. K. Vak
organisatie (is het aan mij qpgedragen
deze meeting te openen. Ik wil wijzen
op twee gewichtige momenten, die de
R. K. Vakorganisatie in de laatste ja
ren heeft doorleefd. Teneerste werd op
het katholiek sociaal congres te 's Her
togenbosch in 1907 behandeld de urgen
tie van een wettelijke regeling van den
10 urigen arbeidsdag. De wenschen,
door diit congres geiiit, zijn ken
baar gemaakt aan "de Staten-Generaal,
ven zoo is ten tweede dit punt aange
land in de Tweede Kamer in het vorig
jaar, en daar met succes besproken, niet
in 't minst door onze Kamerleden, Aal
berse en Pasitoors, aan wie ik hier een
woord van hulde breng voor de w(ijze,
waarop zij die zaak hebben verdedigd
(applaus).
Na de motie-Aalberse rekende de R.
K. vakorganisatie in verbinding met de
vijf diocesane bonden heit zich tot een
plicht om dit punt te behandelen. Het
balletje, ,aan 't rollen gebracht, moest
kracht bijgezet worden om zoo in veili
ge haven te landen opdat wij in korten
tijd een wet zoüden zien worden op
den arbeidsduur, tot dit doel moesten
in geheel Nederland meetings worden
gehouden. Deze meetings, goed ge
slaagd', hebben la;ten zien de wenschen
en den eisch van "het Nederlandicshe volk
den.
Bij het eerste treffen "deed ik fnijii
best; ik ontving drie wonden, waarvoor
ik de achting 'der officieren verdiende.
Bij de eerste beleediging mij aangedaan,
overwon ik mijn tegenstander. Vanaf dat
oogenblik liet ieder mij met rust.
Thierry "had ,mij binnen enkele maan
den leeren schermen, schrijven en reke
nen; alles wat ik ken heb ik aan hem te
danken; maar vooral voor zijn vriend
schap ben jk hem dankbaar. Hoe hield
ik van hem, met hoeveel vreugde zou ik
mijn leven gegeven hebben om de som
bere droefheid,- die hem verteerde, te doen
verdwijnen.
Niemand kende hemer ging een reeks
van verhalen over hem, maar niemand
durfde hem te ondervragen, 'rloe kort
hij zich ook nog "in Indië bevond-, was
hij reeds meerdere malen slechts als door
een mirakel aan hinderlagen ontkomen,
Allen waren het er over eens, dat een
geheimzinnige haat hein gcheen te ach
tervolgen. Wanneer lik (hein voorstelde,
enkele voorzorgen te nemen, haalde hij
steeds de schouders op en mompelde:
"Mijn leven ik niet waard er moeite
voor te doen,
Eens toen wij een bende Mahratten
op de vlucht gedreven hadden, achtervolg
de (Thierry lien. Ik liep achter hem. Plot
seling weerklonken twee geweerscho
ten. Ik zag Thierry wankelen en vallen,
Ik ving hem op. Andere makkers wier
pen zich in de struiken. De moorde
naars waren gevlucht, maar een van hen
werd gevangen. "Ondanks zijn inlandsche
kleeding kon men gemakkelijk zien ,dat
hst £§n Ëuropeaaji jyas.
Maar we wilden verder gaan en groots
scher aantöoaen dit algemeen verlangen^
Een algemeene meriting werd1 uitge-
schrevenj en \vrij zijn getuigen geweest
van die heerlijke schitterende stoet: van
ongeveer 800 hoofd1- en vakvereenigin-»
gen (bravo's), en de talrijke menigte*
hier aanwezig, (tfe schatten, is mij önmopi
gelijk. Door twee sprekers zal u beft
knopt worden duidelijk gemaakt de ur
gentie van dit onderwerp. Ik open deze
vergadering met den^groet: Geloofd zij
Jezus Ohris[tus". Allen antwoordden:
„In alle eeuwigheid', Amen."
Daarna speelde op uttmuntende wijU
(ze het muziekcorps van "den Leidn
schen volksbond.
Als eerst spreker trad nu op de heer
P. Hazevoet, secretaris van het bureau
voor de R. ,K- Vakorganisatie.
Spreker constateert, dat (wij in ons,
land niet kunnen juichen over vele so
ciale wetten. De weinige, die bestaan,
zijn zeer gebrekkig en worden nog**s!eeht
toegepast. De arbeidswet zou spreker
liever willen noemen een "komische voor
dracht, dan een wet, met de toepassing
van die arbeidswet met de toepassing vau
gen; kantonrechters leggen straffen op
van f 0.50 tot 3.00, zoodat de boete ruim
schoots wordt opgebracht door de jice-
pleegde overtreding nl. het te lang la
ten arbeiden. Uit statistieken blijkt dat
van de inillioen gehuwde vrouwen
98.000 in de industrie werken en van)
die 98.000 80.000 niet onder de ar
beidswet vallen. Van de minderjarigen,
werken 15.000 van 1216 jaar 11 uur
daags, van hen die boven de 16 jaaii
zijii arbeiden 10.000 10 uur, 19.000
IÓ1/2 uur en 13.000 11 uur. Bij den LandV
bouw wtsrken zelfs kinderen van 5 eni
6 jaar. Dit alles ondanks de arbeidswet*
die vrouwen en kinderen wil beschermen.,
De arbeidsduur van volwassenen, die
geen weitsbescherming hebben, js in velq
vakken treurig. Spreker gaat na de ver
schillende bedrijven. Heit landbouwbe
drijf levert droevige voorbeelden op. In
den Slotferpolder bij Amsterdam werkt
men op sommige tijden van 's nachts
half drie tot 's avonds 9 a 10 uur. Spre
ker beschouwt 'de treurige toestanden
in hert glas- en aardewerkbedrijf, in de;
gloeilampen-industrie, in de loodwitfa-
bricage, waarop hij toepast Dante's
woorden op de hel„Wie hier binnen
treedt, laat alle hoop varen", in de si
garen-industrie, waar zooveel tubercu*
lose voorkomt, ïn de suikerindustrie,
waar men 't is in Amsterdam gebeurt
één eker een 10-urigen werkdag krijgt
als men n.l. 25 jaar aan de fabriek is,
bij de bakkers, en in het confectiebedrijf
vooral dikwijls 'waar tehuis gewerkt
wordt. Spreker zegt: „Ik heb een greep
gedaan in een zee van lijden, ik iheb niet
willen pijlen d'e diepte van die zee. Iets
aan die naakte feiten toae t'e voegen is
overbodig."
Door het bureau van R. K. Vakor*
ganisatie is de volgende statistiek opge
maakt. Van de volwassenen werkt 26
pC.t. 10 uur of minder, 32 pCt. van;
van 10 tot 11 uur, 42 pCt. langer dan
11 uur. Er werkt dus door 74 pCt. lan
ger dan tien uur. Pater Raaijmakera
zegjt„Zoolang een werkman van goe
den wil practised in ie onmogelijkheid
is 's morgens naar ue H. Mis te gaan,
mankeert d'aar iets aan onze maatsohap.-
pelijke voortbrenging, maar, daar vele
arbeiders ook niet Zondags naar de kerk!
kunnen gaan, mankeert er niet iets, maar
veel aan die voortbrenging.
Spreker gaaf nu na de slechte
volgen van dien langen arbeidsduur.
Het drankmisbruik, dat ontsjlaat doordat
de werkman 's Zondags als losgebro
ken is en is afgestompt voorhoogere za
ken het veelvuldig vechten, voortko
mend uit overspanning der zenuwen
een gebrekkige gezondheid door gemis
aan voéding, lioht en lucht. Behalve de
ze persoonlijke nadeel en, zijn er ook1
Terwijl men hein ondervroeg trachtte
ik den armen Thierry .te verzorgen.
Ik 'oen verloren, zeide hij met een
stervende stem. Lindelijk (zijn zij er in
geslaagd mij te üooden. Dat men mijn
moordenaars vrij late gaan.
Ik riep, maar hij gaf mij een teekeu
te zwijgen "en te luisteren. Hij kon haast
niet meer spreken en een lijkkleur be
dekte zijn edel gelaat.
Het moet, zeide ihiji Zorg er voor,-
Renaud. "Neem de portefeuille, die in mijn
zak is, en waarin je vier brieven zult
vinden.
Hij wilde zich oprichten, opdat ikgc-
maïckelijk de portefeuille kon vatten. Bij
die beweging liep het bloed hem liit den
mond. Hij trachtte mij nog Iets te zeg
gen, Ik meende te begrijpen, "dat hij over
een kind sprak. Hij zeide nog enkele
woorden, die ik niet meer*kon begrijpen.
Hij zag aan mijn blik, dat ik hem niet
begrip. Toen, inct een uiterste knclrts-
inspanning vervolgde hij1:
c- De brief van Parijs zal u alles zeg
gen. De 'andere briefdeelen zijn in een
cachet dat ihet kind altijd om den hals
moet dragen(Wees nauwkeurig..
.Waak over 'mijn.zoonuit liefde voor
mijAls ge zijn moeder ziet, zeg haar..,
Een bloedstroom Jcwam over zijn lip-
chaarn.
Mijn ,arme [ühierry, mompelde de
Kervarec, 'zijn (hoofd tusschen zijn han
den nemend, de eenige die mij beminde*
O, hoe gaarne was iK voor hem gestor
ven 1
(Wordt vervolgd)*