De verheffing van de vrouw js een
Roomsdh erfstuk, ons geschonken 'door
ÏJem, die de Vrouw hoog heeft verhe
ven, en in Haar heeft vereenigd die twee
eigenschappen, welke in haar stralende
schoonhéitd de volgende eeuwen zouden
verlichten en verwarmen door onge
leenden, hoogen vrouwenadelhet reine
moederschap en de onbesmette maagde
lijkheid.
Jongen, jongen, wat begin je hoog te
.vliegen; je begon met zoo laag-bij-de-
grondsch praatje over het veel-praten.
Maar dat is zoo erg niet, als je maar
weet 'waar je zult aanlanden. Zoo doet
Olieslaegers het ook, diie van de week in
een half uur van Rotterdam naar Gouda
en terug is gevlogen. Tk wilde aanko
men bij de vergadering van R. K. meisjes-
vereenigingen, die Dinsdag te Rotterdam
is gehouden. R. K. Meisjesvereenigingen
dat jls een allernuttigst en jallernoodigst
en allerheerlijkst punt van bespreking. Ze
hebben 't daar gehad over de godsdien
stige vorming en over de maatschappe
lijke vorming van 'de vrouw in verband
met de taak van 'huismoeder. Maar toen
kwam de geleerde vraag, of aan de meis-
jes geen sociologie moet geleefd worden.
[Pater Bouters schijnt een goeden kijk
te hebben op de zaken, toen hij aan
raadde om dan die geleerde vakken af
gescheiden te houden, .daar anders alle
meisjes in iiooge vakken onderricht wil
len hebben. Dat dit zoo is, heeft Dr. Kluij-
ver ons gezegd bij zijn overdracht van'het
.rectoraat aan dr. Blok'. Het aantal vrou
welijke studenten is geklommen tot 152.
'Ook werd door den professor bemerkt,
dat het studeeren voor advocate den
meisjes beter afgaat dan de studie van
de wis- en natuurkunde. De dames schij
nen geen geduld te hebben voor zoó'n
'taaien arbeid. Maar ik had 't over socio-
:logie-les voor "ïïe mëisjes. 't Antwoord
van den inleider, Pastoor Louridtz, was
erg slim, vind ik: „Dit moest maar wor
den overgelaten aan de wijsheid van den
moderator." Als de wijsheid van den mo
derator niet anders is dan die van onder-
'geteekende, dan zou hij' op de eerste en op
de tweede en op de tiende plaats l-eerzn
dit ééne groote punt van (de sociologie
om contant te betalen, om "bakkers en
.slagers niet zoo lang te laten wachten*
Dat is uitstekend èn voor de leveranciers
èn voorde huismoeders zelf; ze kunnen
dan beter 'het oog "houden o'f er een tekort
komt in de huishoudelijke begrooting.
En een huismoeder is geen minister, die
een tekortje "van eenige mil'.ioenen mag
hebben. Maar minister Kolkman zal er
zich wel uitredden; voor z'n groóte uit
gaven aan de toekomstige wetten heeft
hij al doen indienen een wetsontwerp
om ide invoerrechten hooger 'te maken en
?n algemeene inkomstenbelasting in te
voeren. Zoo iets 't is bijna niet om te
gelooven noemt „Het Volk" „materia
listisch" ik vind 't ook veel meer idealis
tisch om den ouden arbeider ouder
domspensioen te beloven, zonder een cent
daarvoor te kunnen aanw'ijzen.
Ach, als je geld moet hebben, zie dan
uit naar een rechtvaardig middel. Dat
heeft de gemeente Alfen aan fden ,Rijn
ook gedaan, zoo ik gisteren in onze cou
rant las. Daar was het heffingspercentage
voor den hoofdelijken omslag in 1909
21/4 pCt en voor 1911 is het 1/2 pet. En
dit is te danken aan Se goede exploita
tie van de gemeentebedrijven. Zoo'n mid
del wil ook een "Rotterdamsdhe vereerii-
ging zlc vindt echter weinig steun
voorstellen aan den gemeenteraad. Ze zou
de gemeente op willen dragen de brand-
assurantie! Konden onze omliggende ge
meenten ook maar profiteeren door |de
zaten moeder en zoon aan de tafel en
gebruikten zwijgend hun avondmaal.
Door het venster viel bet schijnsel
van het avondrood op het gelaat van
den jongeman, zoodat 'de oude vrouw
duidelijk zijn sombere gelaattrekken kon
onderscheiden.
Na een poos schoof Marcus den scho
tel, waaruit hij gegeten had, terug, wierp
jden lepel1 op de tafel en stond heftig op.
„Waarom eet g ijniet verder?" vroeg
de oude moeder verwonderd).
H ijk eek star voor rich uit.
„Gij hebt bijna ;nog' niets gegeten,"
Szei de vrouw verbaasd.
„Ik heb geen honger meer, moeder",
Zei de jonge kerel, trad yoor het ven
ster en keek peinzend (de straal op.
De oude vrouw keek haar Szoon mei
bezorgde blikken aan.
„Daar rit je zeker weer iets in het
fioofck Marcus," zei ze na een poos.
fc,Gij wilt weg en komt den geheelen
nacht niet meer thuisO, jongen
„Moeder, begin nou maar niet zoo te
lamenteeren," riep de jongeman met on
geduldig gebaar, „ja, het is waar ik
weg! Maar ik ga alleen ,op den Ober-
'Alm, naar Afra, wijl zij mij een boodschap
heeft gezonden, om bij haar te komenzij
heeft mij iets gewichtigs te zeggen."
„Ja, ja, dö-e uitvlucht ken ik wel!" zei
1de aode vrouw en keek den jonkman vor-
Schend in het ge'laat. „Indien gij alleen
naar Afra gingt, zou ik gerust en zonder
Zorg zijn .Maar meent g ijdan wellicht, dat
|k niet weet, dat gij je geweer'daar boven
eigens verborgen hebt? Mij maakt gij
mets wijs, jongen, want ïk ken al je
streken
„Maar, moeder, wat beeldt gij je in..."
„Ik beeld mij niets in, jongen! Wat ik
Weet, weet ik! Toen gij zoo juist aan tafel
Zat en het avondrood in je gelaat scheen,
toen liep het m^J ijskoud over mijn rug,
gij zaagt er 'toen uit, alsof gij vol bloed
Z$t .iA Joen (hela êM jë ya^er moe-
nieuwe waterleiding, aangelegd en be
stuurd met zuinigheid en wijsheid! En
wisten wij, in Leiden, oók eens te ontko
men aan onüe 4 9/10 pet.! Onze gemeen-
te-finaiicinë zijn oók zoo rooskleurig niet,
maar toch vind ik prachtig, dat onze ge
meenteraad 4000 gulden heeft "toegezegd
aan de tentoonstelling van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, 'die 't vol
gend jaar hier wordt gehouden, en "jdit
jaar zoo schitterend is geslaagd in Hoorn.
Aan geld komen is een heele toer.
Maar de middenstanders wéten er raad'
op. Volgende week zal de R. M. Midden-
standsvereeniging „De Hanze" een ver
gadering houden, om te komen tot de op
richting van een cretli'etbank. Een ware
zegen! Prachtig! Die .Hanze werkt goed,
ze heeft al een onÜerafdeeling voor de
bouwvakken, en die voor melkslijlers is
in wording. 'Onze JHanze telt 100 leden.
Zoo moét de middenstand door organisa
tie sterk worden!
De vereeniging „Mathesis Scientiarum
Genitrix" heeft eindelijk uitgevierd haar
schoone jubilé-feesten. Maar een ander
congres'is in onze Sleutelstad weer be
gonnen. .Het congres voor openbare ge
zondheids regeling. Misschien heeft gis
teravond het concert in de St. Pieters
kerk beslag op uw tijd gelegd en u doen
genieten 'n overheerlijk genot, maar toch
moet u noodzakelijk tijd zien te vinden
om vóór Dinsdag eens 'te gaan kijken in
de kleine Stadsgehoorzaal Daar laat u
een tentoonsetlMng zien, welke jammer
lijke vervalsching van levensmiddelen er
bestaat,-en hoe daar tegen te strijden is.
Laten we nu niet langer doorbabbelen,
misschien wacht de trein op u, om u Te
brengen naar "de meeting voor Iden 10-
urigen werkdiag in den Haag. Ja<, die tien-
urige werkdag.... 'k Mag niets meer zeg-
gen."Tot de volgende week!
JAN.
Vijftiende Congres voor
Volksgezondheid.
Bij de gistermiddag voortgezette' 'be
raadslagingen over de hygiënische toe
standen aan boord van zeevisschers-
vaartuigen betwistte de heer P. v. d.
Meulen, afgevaardigde van de Ned. Ver.
tot Afsch. van Alcoholhoudende dranken
de onpartijdigheid van het rapport. Spr.
critïseerde ook de samenstelling der
commissie, waarin directe belangheb
benden geen zitting hadden, terwijl hij
zijn misnoegen te kennen gaf, dat zijn
vereeniging gepasseerd was. Evenals de
beide volgende sprekers, dr. Hèijer-
mans en de heer J. Drooge van Vlaar-
dingen, beweerde hij dat de toestanden
vooral van kleine schepen, zeer slecht
was. Het drinkwater was zeer onvol
doende, zoodat de schepelingen wel ge
noodzaakt waren scheepsbier te gebrui
ken, ofschoon dat eveneens van slechte
kwaliteitris. De jeugd daaronder ver
staande jongens van 13 tot 14 jaar
verkeert in de slechte omgeving. Dr.
Heijermans meende dat de hygiënisten
hun desideratie moesten stellen, waarvan
de ipractijk zich zooveel mogelijk kan
aansluiten.
Namens het bestuur verdedigt Mr. A.
J. E. A. Bik, de samenstelling der com
missie. Het zeevolk was vertegenwoor
digd door den heer Roeleveld.
Het rapport wordt verdedigd door
den heer Arkenbout Schokker, hoofdin
specteur voor de scheepvaart te Gra-
venhage, voorzitter en Dr. J. Boonacker,
oud-officier van gezondheid te Leiden,
lid der Commissie van .Onderzoek.
ten denken, dden ze eens in -huis gedragen
hebben, gij waart toenmaals nog heel
klein met doorschoten hoofd! en bloed-
overstroomd gezicht."
De treurige herinnering overweldigde
de de goede, oude vrouw, zij streek met
de handen óver haar oogen en begon
met zachte stem verder te vertellen
„Je vader, Marcus, was in de macht
van den jachtduivel, en zelden was hfj een
nacht thuis. Op de knieën heb ik voor
hem gesmeekt, met uitgestrekte handen
Iheb ik hem gebeden, het stroopen te
laten, maar het heeft alles niets geholpen.
Lang heeft hij liet uitgehouden en "hebben
zij hem niet kunnen krijgen, maar ten slot
te is hij den jagers toch in de handen ge
vallen en zij hebben hem als een dier
neergeschoten, wijl hij zicli niet wilde
overgeven. Jongen, wat ik toenmaals
heb uitgestaan, is niet te beschrijven. Ik
heb me bijna blind geschreeuwd in den
eersten tijd, als ik er aan dacht, dat mijn
ongelukkige Sepp zoo onverwacht de
eeuwigheid in moest, zonder biecht, zon
der iets. Hoeveel tranen heb ik vergoten,
hoeveel "Onze Vaders gebeden voor rijn
arme ziel."
De stem van het oudje stokte. Zij nam
den punt van de schort en streek op
nieuw over haar vochtige oogen.
Marcus nam diep ontroerd haar han
den en drukte zijn moeder zwijgend en
met innigen blik aan zijn borst.
„En als ik thans ook weer in angst
en zorg moet leven, diat ze mijn eenig kind
mijn zoon ook eens als voor jaren je va
der zullen thuis dragep, 'meent gij,
dat diit geen vreeselijke foltering is voor
een moederhart? O, jongen, 'indien gij
wist, welke doodsangsten ik ai om jou
heb uitgestaan, dan zoudt ge zeker meelij
den hebben met je moeder en zoudt gij
haar zooveel leed en zorgen lïiet aan
doen."
Geroerd keek de jonge'kerel zijn oude
moeder a^n e,n antwoordde:
Zij legden daarbij nadruk, dat ide hoop
gevestigd is op de jeugd, die'^mien door
betere opvoeding en onderricht het nut
dier hygiëne hoopt te doen inzien.
Aan jiet slot der vergadering [wierd
op voorstel van den voorzitter beslo
ten de praeadviezen en beraadslagingen
officieel aan de Regeering te zenden1,
opdat deze daarin aanleiding mag vin
den handelend op te treden. Intusschen
zal men voortgaan met onderzoek èn
het verzamelen van gegevens.
Hiermede was de eerste Congreszit
ting, die van 1 tot half zes duurde, af-
geloopen.
Tijdens de discussie werd den uitslag
van de verkiezing van drie bestuursle
den bekend gemaakt.
Benoemd werden de heer Mr. A. F.
baron van Lijnden', burgemeester van
Utrecht (ter voorziening van de vaca
ture O^D. P. V. van Löben Seis). Dr.
W. P. Ruijsch, hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid, 's Gravenhage ,(aftr.)
Mr. J. Hijmans, oud 2e secretaris van
het Congres te 's Gravenhage (ter voor
ziening in de vacature Mr. .A J. E. A.
Bik).
Gisterenavond had de officieele ont
vangst ten Raadhuize plaats.
Tot de congressisten, die ontvangen
werden in de kamer van B. en W., richt
te de burgemeester, Jhr. Mr. Dr. N. C.
de Gijselaar zich met de volgende toe
spraak.
Mijnheer de Voorzitter, Heeren Be
stuursleden en leden'van het vijftiende
congres voor Openbare Gezondheidsre
geling:
Het zij mij vergund U namens het
Gemeentebestuur van Leiden een harte
lijk welkom' toe te roepen bij uw komst
te dezer plaatse.
Het was ons een aangenaam bericht,
toen wij voor eenigen tijd vernamen, dat
Leiden was uitverkoren als plaats voor
Uwe bijeenkomst in dit jaar, en ge zult
er van overtuigd zijn, dat wij allen, de
eer ons met die keuze aangedaan, op
den hoogsten prijs stellen.
Doch niet alleen acht ik het voor het
Bestuur dezer gemeente een voorrecht
en een genoegen U hier op het Raad
huis feestelijk te kunnen ontvangen, dat
bestuur stelt ook het grootste belang
in den gang van Uwe werkzaamheden en
in de besprekingen, wélke het gevolg
waren en zullen zijn van de behandeling
van de belangrijke punten van Uwe
agenda.
En geen wonder: een zeer voornaam
deel van de taak van een gemeentebe
stuur bestaat toch in het verzorgen van
de gezondheids-belangen der gemeente
en der gemeentenaren en het zou dus
ondankbaar zijn ,dat een gem^ffiiteTie-
stuur, welk ook, onverschillig bleet voor
en niet acht sloeg op hetgeen op een
congres voor openbare gezondheidsrege
ling behandeld en besproken wordt.
r Hoeveel te meer geldt dit echter voor
het gemeentebestuur van deze stad, die
op het gebied van die openbare gezond
heidsregeling veelal in de voorste ge
lederen heeft gestaan; en zeker in dit
opzicht eene vergelijking met andere
plaatsen van dezelfde grootte of grooter
kan doorstaan.
•Leiden toch is de tweede gemeente
in Nederland geweest, die tot systema
tisch onderzoek is overgegaan, en de
eerste, die met een algemeen overzicht
daarvan gereed kwam. Wat betreft «den
keuringsdienst van eet- en drinkwaren,
ook in de organisatie van dezen dienst
was Leiden de. meeste andere gemeen
ten voor; in 1893 werd toch reeds be
sloten tot keuring yan vee en vleeschx
„O, moeder, praat toch zoo niet, ik
wil je niet bedroeven
„Beloof mij, dat gij nooit 'meer zult
stroopen," zei de oude, „én mijn leed
en zorg is voorbij. Indien het je in den
beginne ook al een beetje zwaar valt,
mettertijd zult gij er wel bij varen en je
oude moeder hebt gij vrede en rust terug
gegeven."
„Dat zult gij hebben, móéder!" zei de
jongeman, die slechts met moeite zijn ont
roering kon bedwingen. .„Ik beloof je
plechtig, dat ik nimmer meer zal stroo
pen en van heden af geen geweer meer
zal aanraken. Zijt gij thans tevreden, moe
dertje?"
Een gelukkige glimlach vloog over het
gerimpelde gelaat der oude vrouw.
„Ja, jongen, 'ja", jubelde rij luid',
en tranen van vreugde liepen over haar
wangen. Thans le^f ik weer op, want ik
weet, dat gij je belofte houdt en aan alle
zorgen is 'thans een einde. God vergelde
het je, Marcus, wdt gij je moeder doet,
mijn goede jongen!"
Ontroerd omhelsden moeder en zoon
elkaar. De oude vrouw borg haar gelaat
aan de borst van "den jongeman en Mar
cus drukte zijn lippen innig en vast op
het grijze, rimpelige voorhoofd.
„Zoo thans kan ik getroost het
hoofd neerleggen", zeid'e de oude vrouw,
zich uit de armen van haar zoon losma
kend, „en ik denk, dat ik vannacht rustig
en kalm zal slapen... Goeden nacht, Mar
cus, bid voor het inslapen een paar Onze
Vaders voor mij en voor de ziel van
je ouden vader."
Zij stak den vinger in het wijwaterbakje
dat naast de deur hing, besproeide haar
zoon daarmee en maakte over hem het
kruristeeken. Daarna knikte zij hem nog
eenige malen vriendelijk toe, en ging lang
zaam naar haar kamer, om zich ter ruste
begeven.
w_ y w b v .\)V. w
Marcus keek niet geyouwen hadden
viseh en ooft. In 1896 gevolgd door een
besluit tot keuring van andere levens
middelen, terwijl in 1900 besloten js
tot het oprichten .van een openbaar
slachthuis met koelhuis en in 1903 de
verordening op den handel in- èn den
verkoop van melk tot stand kwam.
Nog kan hier vermeld worden, jdat in
1900 het College van Stadsgeneesh.ee-
ren werd ingesteld, waardoor een goed
geregelden dienst voor kostelooze ge
nees- en heelkundige hulp aan .onver-
mögenden tot stand kwam, terwijl jn'
1906 de Raad besloot tot het aanstellen
van schoolartsen
Ook bleef de gemeente niet achter in
het steunen en subsidieeren van ver
schillende vereenigingen, die zich ten
doel stellen den algemeenen gezond
heidstoestand binnen deze gemeente te
verbeteren, hetzij door de bevordering
van den bouw van \y|erkmansWio,ningen,
hetzij door het oprichten van wijkverple-
gingen, hetzij door de bestrijding van
kwaadaardige bacteriën, hetzij op andere
wijze. En niet alleen maken wij hier,
binnen Leiden, jacht op bacillen, ook
is de strijd aangebonden tegen grooter
schadelijk gedierte, n.l. de ratten, die
overbrengers kunnen zijn van besmette
lijke ziekten. Door het stellen van een
premie ad 5 cents op het dootien van
.elke rat, is het gelukt gedurende het
jaar 1909 niet minder dan ,4116 vari
die beesten te verdelgen.
Het mag dan ook voor het bestuur de-
der gemeente een voldoening heeten,dat
al reeds door de bovengenoemde en an
dere sanitaire maatregelen, het sterfte
cijfer per 1000 inwoners, dat in 1892
nog ruim 32 bedroeg, langzamerhand
gedaald is tot even 14 in 1909, zoodat
Leiden, dat indertijd als ongezond Je
boek stond, thans wegens zijn' kleine
sterftecijfer, een gezonde stad mag hee-
ten.
Doch waartoe hebt gij, zoudt gij,:M.
H., kunnen zeggen, al deze zaken op-
haald en in herinnering gebracht?
Niet om het bestuur van deze stad
in de lucht te steken, .wegens datgene
wat hier reeds verricht is, niet dus
tot eigen lof, maar alleen, om U te la
ten zien, hoeveel belang Leiden's Ge
in eentebdstuur stelt in alles, wat de
volksgezondheid aangaat, om "U er van
te overtuigen, hoezeer wij het dus op
prijs stellen, dat het vijftiende congres
voor Volksgezondheid thans binnen de
oude sleutelstad bijeengekomen is, met
hoeveel te meer belangstelling wij der
halve de behandeling van 'Uwe agenda
hebben gevolgd en zullen volgen, opdat
wij voorgelicht door Uwe adviezen en
besprekingen, in samenwerking met on
ze gezondheidscommissie, veilig zullen
kunnen voortschrijden op "den .eenmaal
ingeslagen weg tot verbetering van ide
gezondheidstoestanden binnen deze stad
want er blijft natuurlijk nog veel te
doen over.
Ik sprak daar zooeven over de agentia
Uwer werkzaamheden. Het bezichtigen
van de tentoonstelling betreffende de
keuring van levensmiddelen Is zeer ze
ker een hoogst belangrijk punt daarop.
Wij kunnen niet anders, dan U onzen
oprechten dank betuigen voor de op
richting van die tentoonstelling, van wel
ke het nut zoo klaarblijkelijk en dev
leering zoo groot is.
Ook het rapport der Commissie in za
ke „Hygiënische toestanden aan boord
van zeevisschersvaartuigen" boezemde
ons, Leidenaars, groot belang in.
En natuurlijk.
In welke nauwe relaties staan wij
toch niet met de ons zoo nabij gelegen'
nog lang naar de deur, waarachter de
moeder verdwenen was. "Daarna zuchtte
hij idiep, streek met de hand over ide oogen
en sïeeg naar rijn dakkamertje.
Half aangekleed Wierp hij zich op zijn
hard bed en reeds na eenige minuten
verried zijn diiepe, regelmatige ademhaling
dat hij vast was ingeslapen.
Na een poos echter werd de slaper on
rustig. Hij woelde op en neer, zuchtte en
steunde en vocht met de (armen in de
lucht, want allerlei, dolle en w'ikle droom
beelden "beangstigden hem. jHeele scha
ren vossen en hazen dansten voor zijn
bed, lachten hem uit en renden door de
kamer. Daarna hadden de vossen en ha
zen plotsetnig weer menschengerichten en
alle droegen de trekken van den jagër,
met wien hij in de herberg te Marbach
twist gehad had.
Deze onuitstaanbaar, uittarten de dans
om zijn bed werd steeds doller en wilder,
ten laatste sprongen de spookbeelden'hem
zelfs op die borst en In het gezicht, toen
sloeg zij angstig om zich heen en ont
waakte.
Verwonderd keek hij op en sprong van
zijn bed. Alles was "kalm en stil, door
het geopende venster viel het heldere
maanlicht in het dakkamertje en diep ade
mend trad hij voor het venster en keek
naar buiten.
Buiten was het bijna zoo helder als
overdag, als slapend en droomend lagen
daar de rustige bergen. Met een vurig
verlangen hingen de blikken van 'den
jongen kerel aan die bergen; hij dacht
aan zijn innig geliefde Afra die daar boven
o]a den 'Alm wellicht nog op hem wachtte.
„Die zal boos op mij zijn, wijl ik niet
gekomen ben", mompelde hij bij zich
zelf. „En waarom "ben ik eigenlijk niet
naar haar gegaaW? Moeder heeft niet
gezegd, dat zij niet graag'heeft, dat ik naar
Afgra ga. Wij 'hebben alleen van stroopen
gepraat en dat ik geen geweer meer zal
aanraken, en mijn beloftje wi,l ijk. ook
zeeplaatsen, voor welke, speciaal voop
Katwijk, het onderwerp; jn {dat rapport
behandeld, van zulk eën overwegen!:! ge->
wicht is. 'i
En dan de onderwerpen, die piörgen)
Voor en na den middag in behandeling,
kómen.
De vervalsching van levensmiddelen-
en de werking der këuringsdien'stenvj
is een onderwerp van ieder gemeentebe
stuur van het hoogste belangna het-1
geen ik U zooeven in herinnering zocht
brengen, zal het U niet verwonderen1,
als ik hier verklaar, dat juist Leidens
gemeentebestuur de behandeling van dit
onderwerp en de besprekingen, üie er)
het gevolg van zullen zijn, met bijzouf-,
der groote aandacht zal volgen.
„De verontreiniging van de',
openbare wateren" is echter zoo'
zeer, ik zou haast zeggen ,een speciaal
Leidsch belang, dat ik d i t punt voor,
ons, inwoners van Leiden, den hoofd
schotel zou kunnen noemen.
Wij zijn U, mijne heeren, ten' hoogste'
dankbaar, dat dit onderwerp door U,
op de agenda van het alhier te houden;
congres is geplaatst, en verzekeren U,
dat ieder ingezetene dezer gemeen-<
te met ons, belangstellend uitziet naail
de waardevolle besprekingen en mede-1
deelingen ,dle 1de behandeling van dit
punt zal ten gevolge hebben.
Niet alleen is de wijze, w&arop dei
waterverontreiniging door afval van' in--
dustrieele ondernemingen kan bestreden',
worden voor Leiden, als groote fa-;
brieksstad van uitnemend belang, ook de);
vraag, hoe de waterverontreiniging door
gemeentelijke werken en riolen zal moe
ten worden tegen gegaan, welke water
vervuiling in de "door de regeering ge
dane wetsvoordracht ter zijde wordt ge
laten is voor ons, Leidenaars, een hoogst
gewichtige, en wij hopen, dat pok die',
tweede vraag door U ampel besproken
mag worden
Degrachten-quaestie is toch
eene bij uitstek Leidsche zaak, en wij
verwachten dat Uwe vergadering in die'
zaak nieuw licht zal ontsteken.
.Want al is het bewijs, dat de stinken
de gassen, drie uit vervuilde wateren op
stijgen, nadeel aan de volksgezondheid
toebrengen, niet geleverd, toch mag men.'
in die verontreiniging niet berusten, ge
lijk terecht betoogd is op .het 7e congres
te (Zwolle gehouden.
En nu ten slotte, Mijnheer de Voor
zitter, en Gij, Mijne heeren leden van'
het vijftiende Congres voor Volksge
zondheid, aanvaardt nogmaals mijn dank
voor Uw komst in de sleutelstad.
Ook namens het Gemeentebestuur
spreek ik den wensch uit, dat Uw Con
gres goede vruchten moge dragen, en
dat ge, 11a afloop van Uwe wierkzaamhe
den, met voldoening en genoegen zult
kunnen terugzien op de nuttige en aan
gename oogenblikken doorgebracht in]
deze stad van industrie en wetenschap,-
de oude academiestad, binnen welke, ge'
kunt er van verzekerd zijn, Uw weten
schappelijke arbeid ten volle zal wor
den gewaardeerd.
De heer Edo Bergsma dankte voor dit
hartelijke welkomstwoord en hoopte dat
Leiden dat steeds zooveel voor de open
bare gezondheid deed, een voorbeeldl
voor anderen steeds zal blijven.
Op het stadhuis brandde de feestver
lichting voor het eerst. De groote pers
bood een schitterenden aanblik met die
honderden kleine electrische gloeilamp
jes.
Aan de hand van een tweetal prae-
adviesen, te dier zake uitgebracht dooi'
houden. Maar ik heb 'niet gezegd^ dat ik
niet meer naar Afra op den Aim zaJ gaan.
En ik zie iiiet in, waarom ik ook thans
nog niet zou gaan* In een paar uren ben
ik weer terug en sluip weer in mijn ka
mertje, en moeder merkt er niets van en
hoeft zi.ch dus ook niet beangstigd te ma
ken!"
""Hij zweeg, staarde naar de door het
maanlicht beschenen bergen, drie hem toe-
Ta chten, greep toen plotseling naar zijn
hoed en sprong door het venster.
Hij sprong op den kleinen houtstapely
drie naast het huis lag, klauterde naar be
neden en liep zoo snel zijn beenen hem
konden dragen, naar de bergen in de na
bijheid.
Helder en duidelijk scheen de maan op
die hut op den Ober-Alm? die stil' en kalmi
daar lag, want hut en stal waren geslo
ten en de Alpenherdering had reeds lang
haar nachtleger opgezocht. Maar Afra,
die zich aangekleed op haar stroozak had
geworpen, waakte en wierp zi-ch mismoe
dig van de eene rijde op de andere.
'Menigmaal stond zij heftig op en luis
terde, maar telkens ging rij weer teleur
gesteld liggen.
Plotseling werd er heel zacht op het
venster der hut geklopt.
„Herderin, tnaak open"!" riep een haar
welbekende stem, en Afra sprong snél van
haar stroozak, schroof den grendel van
de deur en snelde naar buiten.
,,'Booze jongen, waarom komt gij zoo
laat?" vroeg rij na een Thartelijke be
groeting. „Ik dacht reeds, dat gij niet
meer zpudt komentWacht, ik zal wat
vuur aanleggen én daar staat de fleschy
indien gij een kleine hartversterking wilL
Zoo, maak het je zoo gemakkelijk ma-
gelijk! En zeg thans, ,waar gij zoo
lang gezeten hebt?"- I
„Waar .ik gezeten heb?" antwoordde;
de jonkman. „'Ik was thuis. Moeder heefU
mij niet laten gaan, want rij m€endet da<
ik weer wilde gaau stroopeiu^