320 OLIESLAGERS VLIEGT TE AMSTERDAM: eer. van de meest spannende en pakkende momenten bij een vliegdemonstratie is wel het opvliegen. Bliksemsnel rijdt het toestel een meter of 40, 5O langs den grond en dan op eens dan raken de wielen los van den grond, dan deinst de heele machine schuin op naar boven en zeilt tegen de hooge luoht inDat moment heeft onze fotograaf bij Olieslagers, groote vlucht boven Amsterdam aardig gekiekt. BELGIË's KONINGSPAAR IN AMSTERDAM Onder de verschillende bezoeken, die het Belgische vorstenpaar aflegde, was er ook een aan H. M de Koningin-Moeder te Soestdijk, waar geluncht werd. Een alleraar digste autotocht door het heerlijke Gooi besloot dit bezoek, waarvan onze foto de terugkomst te Amsterdam doet zien. Opmerkelijk is hier, dat de vorsten bij den terugkeer uit Soestdijk in civil costuum waren. Vervolg van pag. gil „Dat staat er niet," riep Vona met drift, .althans niet aan dezen kant. Ik heb rondgekeken voor ik het durfde wagen hier uit te rusten." „Kom mee," sprak hij op ge biedenden toon. Vona was nu vol komen ervan overtuigd den bar baar zelf voor zich te zien en zij verheugde zich bij voorbaat in haar avontuur. Hij ging haar voor langs den rand van het bosch, maar plotse ling bleef hij staan en riep hevig verstoord: „Het is omgevallen en geen enkele van die luilakken heelt een hand uitgestoken om het weer op te richten!" Hij boog zich tusschen de struiken neer en begon het gevallen bord op zijn plaats te brengen. Vona stond er bij env wachtte met belangstelling, wat er nu ge schieden zou. Maar wat er ge schiedde, was iets heel onverwacht en verschrikkelijks. Het geweer, dat hij in de hand hield, raakte in de takken verward en ging plotseling af. De man stiet een kreet uit en toen eenige ge ruststellende, maar klinkende woorden. In elk geval, wat gedempte en zeer onparlementair hij was niet OLIESLAGERS VLIEGT TE AMSTERDAM dat het vliegen een zenuwinspannende, ontzaglijk vermoeiende, alles van den vlieger vergende bezigheid is, behoeft haast niet uitdrukkelijk gezegd. De minste onoplettendheid, een enkel oogenblik van moêheid en de catastrofe is erNiet te verwonderen is het dan ook, dat de vlieger bij het terugkomen enorm afgemat is, en onze fotograaf, die Jan Olieslagers kiekte toen bij in Amsterdam zijn groote vlucht hail gemahkt, is zeer gelukkig geweest in dit opzicht. Den bejubelden en bekransden vlieger is het duidelijk aan te zien, hoe vermoeid hij is. Maar BELGIË's KONINGSPAAR IN AMSTERDAM nog een kijkje over de menscnenzee op den Dam bij den blijden intocht van hetjBelgische Koningspaar, geheel links het eere-eskorte roode huzaren, dat komt oprijden, de koninklijke galarijtuigen voorafgaande. gebeurd mocht zijn, dood. Vona schoot toe en zag tot haar groote verlichting dat hij al bezig was een leelijk gewonde en hevig bloedende hand te onderzoeken. „Ik ben een zorgelooze gek," zei hij opziende met een gelaat, dat reeds zeer bleek geworden was. „Ge zoudt ge zoudt beter doen met naar huis te gaan en op een anderen tijd niet ieder bosch, dat ge ziet, voor publiek domein te houden. Hoort ge wat ik zeg Het is hier geen geschikte plaats voor jonge dames." Vona bloosde. „Het spijt mij voor de jonge dames die gij het ongeluk hadt te ontmoeten", antwoordde zij „maar in elk gevaldeze eene zal niet weggaan voor zij die hand behoorlijk ver bonden heeft. O, ge behoeft niet terug te deinzen ik heb nu geen tijd om mijn doktersdiploma te laten zien, maar ik vermoed, dat ik toch minstens even handig ben als de meeste van uw. dorps- geneesheeren. Wat er gebeurd zou zijn, als Sir Graeme Acton (want hij was het) in normalen toestand geweest was, valt niet moeilijk te raden, nu maakten bloedverlies en pijn hem bijna bewusteloos. Hij zonk aan den voet van een boom neer, terwijl zachte handen hem in een gemakkelijke houding plaatsten. Als in een droom voelde hij zijn gewonde hand vaardig verbinden met een verscheurden zakdoek en toen hoorde hij een stem, die met zachten, streelenden klank zeide: „Denkt ge naar huis te kunnen gaan met mijn hulp? Ik wil zien, hoe het verder gaat." De oude bediende, die hem inliet, keek of hij verscheidene spoken tegelijk zag. maar Vona bracht hem zonder veel drukte weer tot bezinning „Zie hier," verklaarde zij, „uw meester, die zich zelf gewond heeft. Ik ben dokter ofschoon ik vermoed, dat ge mij daar voor niet aanziet. Leg hem op een ge makkelijke sofa en breng mij een kom heet water heet hoor en een wei nig brandewijn en zend dan iemand met spoed naar den meest nabijzijnden apothe ker. Ik zal den boodschapper zeggen, wat ik noodig heb, als hij gereed is om te vertrekken." De oude knecht was door den schrik onderdanig en gehoorzaam geworden. Vona ging nu spoedig van de eerste hulp over tot een ernstig heelmeesters- verband en eindelijk zat de vrouwenhater weer op zijn sofa, wel wat bleek maar toch op zijn gemak. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 16