iets over Veréenigingen.
Het erfdeel der Malleroy's.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Dinsdag 6 September.
(Ingezonden.)
De reden' van dit artikel is gemakke
lijk te begrijpen. Er heersdht bij velen
jliist op dit punt nog zooveel misver
stand, "waaruit dikwijls de treurigste ge-
Volgen voortkomen, dat het misschien
hiet pndienstig is hierover het een en
ander nog eens uiteen té zlettén. Slechts
twee punten willen wij in het kort be
spreken nl. Wat is het naaste doel der
Vereenigingen, en op welk standpunt
tnoeten zij staan.
We móeten beginnen met erop te wij
zen, ;dat er onderscheid moet gemaakt
Worden tusschen algemeene bonden en
vakbonden. De algemeene bonden zijn'
bijv. de N. R. K. Volksbond', de Boeren
bond, enz. Hun taak komt hier minder
ter sprake, ofschoon zij toch nauwer sa
menhangen met de vakbonden dan' soms
•wel vermoed wordt. Deze laatste nl. de
Vakvereenigingen zijn vereenigin'gén van
personen, die eenzelfde vak uitoefenen
(en wel in uitgebreiden zin) b.v. timmer
lieden, landbouwers, tuinders, enz. 'Zoo
spreekt men van tuindersbonden, typo-
graphenbonden, enz.
Wat nu is het naaste doel d'erj
laatste, nl. der vakvereenigingen
Want het laatste doeluitgroeiïng tot
iberoe'psstanlden, willen we nu althans
Idaarlaten. Dat doel is een gimstigö
(regeling der arbeidsvoorwaarden. Door
(organisatie vermag men zooveelDaar
door zijn de arbeiders in staat ons goéde
;en rechtvaardige voorwaarden te verkrij
gen bij het sluiten van een contract;
[daardoor zijn bijv. tuinders in staat om
jeen minimumprijs en de koopers om' een
'(maximum te stellen. Ongetwijfeld ieder
een zal het groote nut of liever de stren
ge noodzakelijkheid van organisatie in
zien, als hij volkomen begrijpt de eischen
•van onzen tijd, waarin de maatschappij
Jden droeven neerslag heeft gevoeld van
{het verderfelijke Liberalisme.
Maar is het waar dat er ontzaggelijke
voordeden aan vereeniging zijn verbon
den, er vloeien ook meermalen kwade
gevolgen uit voort, niet üit de organisa
tie als zoodanig, maar uit het verkeerde
begrip van het doel. Zoo zijn er nog
jmaar al te veel, die de vakbonden be
schouwen als strijdhonden. In zekeren
zin zijn ze dat wel, zooals Mr. Aalberse
óp de Sociale Week opmerkte, nl. „voor
't oogenblik om zoo noodig door
strijd juist tot den vrede te komen",
jnaar het doel blijft: vede
Het doel der vakvereenigingen is dus
in i e thet organiseeren van stakingen',
het lastig vallen van andere bonden en
pok niet het zich bemoeien met politie
ke aangelegenheden (bijv. gemeentelij
ke enz.), dit kan men overlaten aan po-
'Jiitiekc bonden als kiesverenigingen. Der
halve is het verkeerd, wanneer bijv. in
éénzelfde plaats twee Katholieke bonden
elkaar zooveel mogelijk tegenwerken. Is
Idat het doePder vakvereenigingen? Is
dat vrede brengen „Er heersche een-
jdracht tusschen d'e bonden"dit ware
jwoord van Prof. Aengenent wordt nog
sl eens uit het oog verloren. Is het
reeds op zich verkeerd, wanneer in één
zelfde plaat9 meerdere bonden bestaan
ivan geheel dezelfde strekking, geheel
verkeerd en diep te betreuren is hét,
lials die bonden geen onderlinge samen-
Werking kennen. Mocht men toah van
'idie kleinzieligheid kunnen afstappen.
Nog zou ik ,er ten slotte op kunnen
Wijzen, hoe juist door strijd het 'doel
'geheel en al dreigt verloren te gaan:
Want gaat dit ontaarden in een kracht-
imiddel voor onderlinge concurrentie, dan
zal deze dikwijls van heel wat gevaar
lijker aard en ernstiger omvang zijn als
ze van vereenigingen dan wanneer ze van
particulieren uitgaat. Eindelijk zal ook
FEUILLETON.
28)
'Nog denzelfden avond vertrokken zij
jnaar Rennes om een rechtsgeleerde te
raadplegen omtrent de geldigheid van het
(testament. Zij vernamen dat ér riiets op
(aan te merken was.
Canisy, die wist hoeveel de gravin van
haar dochter hield, verontrustte zich maar
Weinig over dit antwoord, maar de graaf
;én Richard waren woedend. Toen zij dien
..volgenden dag naar 'Ronceval terugkeer
den, hadden zij den geheelen weg over
ruzie met de Canisy.
Tiet kwam zoover, dat de graaf op een
;oogen6Mk naar zijn degen greep. Canisy,
,vol kalmte en spotlust als altijd^ verwaar
digde zich niet een verdedigende houding
iaan te nemen.
Beminnelijke schoonvader, zeide hij
(met snijdende stem, wees voorzichtig, al
hoewel ik geen voornaam personage "beu,
•[heb ik toch mijn dagboek geschreven en
'ier verschillende bewijsstukken bij ge-
jvoegd. Als .ik stierf, zou men dat vinden,
;:ende openbaring van zékere geheimenis
sen, djiö u' [aangaan, konden^ .eenige jmoèj-
ÏÜ'khe^en yeroorzlajcen^ - - 1
de vervolmaking van het godsdienstig
leven er ten zeerste onder lijden, daar
de godsdienst Juist tot onderlinge eenheid1
en naastenliefde aanzet.
Op de tweede plaats een enkel woord
over het standpunt waarop de vakveree-
riiging moet staan. En dan bedoelen
we hiermee alleen de vakbonden, niet de
algemeene bonden, daar het van zelf
spreekt dat deze pp principieelen grond
slag moeten steunen. Luisteren wij naar
het antwoord dat Prof. Aengenent ons
geeft: „Zondert men de socialisten
en de neutralen uit, dan zijn alle Chris
telijk denkende burgers het er over eens,
dat geen christen lid kan zijn van socia
listische of n e u t r a 1 e vakvereenigingen
omdat feitelijk is gebleken, dat ook de
neutraliteit pp socialistische tendenzen
uitloopt.
Niet alle christenen echter denken
eensgezind over d'e vraag, of hun vak-
vereeniging op zuiver con fession celen,
idan wel interconfessioneelen bodem
moet staan, m.a.w. of Katholieken en
niet-Katholieken zich afzonderlijk moe
ten vereenigen dan wel of alle christenen
zich düi één bond kunnen organiseeren.
Maar luisteren wij verder: „In Neder
land zijn de Katholieken verplicht
hun vakorganisatie's zuiver confessioneel
(d. i. .Katholiek) te houden uit gehoor
zaamheid, aan het gezag der bisschop
pen", idie zich duidelijk hebben uitge
sproken.
En ik geloof, dat we dit ook met het
volste recht kunnen toepassen op de
kiesvereeniging. Ook hiervoor
geldt, dat het onmogelijk is, om het Ka
tholieke beginsel hoog te houden, wan
neer zulk een vereeniging een gemengd
karakter draagt. Dit zal iedereen wel
duidelijk inzien. En daarom zijn dan ook
te veroordeelen, die zoogenaamde „neu
trale" kieisvereenigingen, waarin „van
alles" zit; maarten zeer is dit te laken,
en ernstig te betreuren, wanneer boven
dien nog de leiding in handen' is van
mannen, wier persoonlijkheid verdacht
is en wier naam de publieke opinie niet
of nauwelijks kan dragen. En geenszins
zijn dit phantasiebeelden, maar de onder
vinding leert soms de droeve werkelijk
heid.
En komt nu niet aan met de opwer
ping, die men wel eens hoort in ge
meenten, welke uit meerdere wijken be
staan „Onze plaatselijke belangen bren
gen dit noodzakelijk mee"... maar wat
weegt dan zwaarderde Katholieke be
ginselen of plaatselijke belangen. Doch
vervolgens lijden de plaatselijke belan
gen er heelemaal niet onder als men
zich houdt aan bovengenoemde bisschop
pelijke verordeningen want die verschil
lende vereenigingen kunnen toch nog fe
deratief samenwerken, wat nog boven
dien tot voordeel heeft, dat iedere ver
eeniging haar eigen zelfstandigheid al
dus behoudt. Daardoor zal ook alle ver
deeldheid onder de burgers onderling
worden voorkomen. En aldus zal ook
het woord van Prof. Aengenent bewaar
heid worden, dat dergelijke bonden „zul
len bijdragen tot het geluk der heele
maatschappij", en dat „door de oprich
ting van Katholieke bonden velen tot
de Kerk zullen terugkeeren".
Moge dit ernstig-gemeende woord
overal ingang vinden, ook in d'e practi-
sche toepassing. V
Uit de Pers»
De Roode Pet.
'Het „Centrum" driestart:
„Er wordt in den laatsten tijd in mid
denstands- en andere, vooral ook andere,
kringen veel gesproken over een nieuw
middel tot schuldinvordering, dat hier
en daar wordt toegepast: bij den tot
betalen onwillige wordt dan met een
quitantie gezonden een man, die een
roode- dus goed in 't oog vallende pet
draagt met nog een opschrift, dat duide
lijk den aard van 's dragers taak opgeeft.
Nu is het zeker niet te verwonderen,
dat de middenstand, ten einde raad bij
de vele in de boeken openstaande pos
ten en zelf moetende betalen wat hij in
slaat, naar middelen zoekt om betaling
Richard, die zich zeiven meer meester
was idan zijn vader, inam dezen laatste
ter zijde en sprak met hem. Een wree'de
vreugde drukte zich uit op het gelaat van
den graaf, die oogenblikkelijk zijn kalmte
herkreeg.
Een verzoening had plaats. jToch was
de Canisy niet overtuigd van |de goede
gezindheid zijner bondgenooten want hij
wilde naar zijn kasteel vertrekken zoodra
hij mevrouw de Mallcroy begroet had.
iTocn zij op het kasteel kwamen verna
men zij dat de 'gravin vertrokken was
'zonder ander gevolg fdan haar kamerdie-
nares en Gilbert.
Deze mededeeling veroorzaakte een
nieuwe aanval van woede bij graaf'Frede-
rik, die begreep, dat het hoofddoel van
haar vlucht was, zich te onttrekken aan de
overheersohing van haar man. "Al de be
dienden van het kasteel werden opgeroe
pen, om de ontdekken welken weg zij ge-
'gaan was. Eenigen van hen wisten diet
wel, maar wachtten zich ihun meesteres
te verraden.
Tevergeefs ook doorzochten de graaf
en Richard de vertrekken'der gravin, niet
het minste spoor van haar reisdoel was Ie
vinden.
Geleid door Gilbert was' de gravin naar
[Saint Martel gegaan. 'Zij ondervroeg "de
bewoners van het dorp, "die haar eenige
bijzonderheden over den brand konden
nieed,eelen. gnd^s a,! haay ji^sporingen
te verkrijgen. Er zijn gevallen van schan
delijke achterstalligheid' welke de treu
rigste gevolgen na zich heeft gesleept,
terwijl de schuldenaar heel goed tot be
talen in staat was of ook de leverantie
zelve volstrekt geen noodzakelijke le
vensbehoeften maar geheel overbodige
luxe betrof.
Maar toch blijft het af te keuren, dat
men den wettelijken weg verlaat en eigen
rechter gaat spelen.
Te meer, wijl men tegen de eigenlijke
en zwaarste schuldigen, de aanzienlijken
en welgestelden, die enkel uit slordig
heid niet betalen, toch zoo niet durft op
treden, en meestal slechts maatschappe
lijk kleineren aan den spot hunner buren
zullen worden prijsgegeven!
De roode petmethode wijst er echter
op, dat er fouten bestaan. Fouten in de
wetgeving, welker wegen blijkbaar te
omslachtig en te kostbaar zijn.
Fouten vooral in de samenleving, waar
het credietgeven en nemen, hoe nood
zakelijk dit soms ook kan wezen, veel te
sterk is doorgewoekerd.
Tot schade van beide partijen en tot
bevordering van een levenswijze, die ver
boven "de geldmiddelen uitgaat.
'Wanneer de Bossche Katholiiekendag
die de weelde tol algemeen onder
werp van bespreking maakte, er "i n
slaagt, die eenvoud van leven te bevor
deren, kan hij een weldaad worden voor
heel het land.
Geen roo'de petten, die bovendien
ook het onrecht en chantage
kunnen dienen,' maar eenvoud1 vaii
leven en eerlijkheid in zaken, dat zijn de
middelen tot gezondmaking der maat
schappij.
Kustverdediging.
„Het heet dat het kustverd'edigings-
ontwerp van liberale zijde krachtige be
strijding zal vinden. Er wordt althans in
een deel der Unie-pers stemming tegen
gemaakt".
Zoo begint C. (dr. H. T. Colenbran
der?) zijn Buitenlandsch overzicht in
„De Gids" van September. De wijze
waarop dat stemming-maken geschiedt,
noemt de schrijver hoogst onsympathiek.
„Wil men het ontwerp bestrijden, men
doe het op noodzakelijke gronden en op
zakelijke wijze. Meent men van de aan
gelegenheid beter studie te hebben ge
maakt dan de regeering of haar advi
seurs meent men dat óf de bestaan
de weermiddelen voldoende zijn en vol
doende blijven ook tegen nóg zoo verbe
terde aanvalsmiddelen, óf dat voor de
genoemde soms niets wat op een behoor
lijke kustverdediging gelijkt te verkrij
gen is, óf dat het hoogste nationaal be
lang in eigen oogen reeds zoo gedepre-
cieerd is dat het geen vijftig millioen
meer waard is, men hebbe het fatsoen
en de goede trouw, met opgaaf van rer
denen voor die meening uit te komen.
Dan kan overweging van geopperd be
zwaar, en beslissing na overweging, vol
gen. Wat evenwel niet geoorloofd is,
wat een domheid heeten moet zoo het
zonder erg, een schande zoo het om tac
tische redenen geschiedt, is het rondkra-
r.ien, een maand na de oneervolle begra
fenis der zaak-Van Heeckeren, van den
armzaligen canard der buitenlandsche
inmenging. Die gansche zaak in een ern
stig debat zelfs te noemen is alleen mo
gelijk, wanneer men met de stukken op
üe tafel kan en durft komen. Dat de
landerigste .koffiehuispraat die in deze
gansche aangelegenheid nog verkocht is,
thans vernomen werd in organen die de
leiding van de talrijkste groep der lin
kerzijde zeer na staan, is gewis voor
menigeen die zich mede links weet een
reden tot diepe schaamte en ergernis. De
heeren mogen zich wel bedenken eer zij
in de lichtvaardige wijze waarop zij het
debat over deze zaak, men mag niet
zeggen hebben trachten in te leiden,
maar van te voren op zijpaden te doen
verloopen, voortvaren. Het geduld van
den Nederlandschen burger tegenover
zijn p 0 1 i t i c i e 11 s is groot, maar niet
onuitputtelijk. Wij hebben hier te doen
met een hoogst ernstige zaak, en die
er een spelletje van maakt zal de straf
aan den politieken lijve ondervinden.
kon zij niets meer vernemen dan wat
Gilbert haar reeds medegedeeld had. Zij
onderzocht het verbrande huis, maar men
had reeds in de asch gezocht. Echter ver
zekerde men 'haar dat men igeen spoor
van een menschelijik overschot had ge
vonden.
Overtuigd van de nutteloosheid van ver
dere nasporingen ging mevrouw de Mal-
leroy op een steen langs den weg zitten
en bedekte haar gelaat met haar handen,.
Een vrouw kwam haar een 'stoel bren
gen. In de omstandigheden waarin Beren-
gére verkeerde treft zelfs het geringste
blijk van sympathie. Zij behandelde de
vrouw allerhartelijkst
Helaas, mevrouw, zeide de vrouw,
ook ik ben zeer ongelukkig. Reeds drie
dagen is mijn man verdwenen.
Wat was zijn beroep?
'Hij was visscher, mevrouw. Den dag
voordat deze woning verbrandde, was hij
naar St. Malo gegaan en, wa"t mij tot
nadenken stemt, hij wilde den jongen, "die
altijd met hem medevaart, niet meenamen.
Sedert dien idag heb ik niets meer van
hem vernomen.
Vreest ge, 'dat hij schipbreuk heeft
geleden?
Neen mevrouw. {Want sedert ver
scheidene dagen is er geen 'harde wind
geweest, en mijn man is zoo goed' op
£ee vertrouwd. Maar er moet hem een
ongeval pyerfromen zjjn^ En ,9^ ik er a^n
Weet men in sommige kringen waarlijk
niet, dat de vrijzinnige partijleiding bij
vele onverdacht vrijzinnigen niet veel
sympathie meer heeft te verliezen
De toespelingen op buitenlandsche in
menging zijn hierom zoo onnoozel, wijl
het klaar als de d1 agis, dat wie niet op
zulke inmenging gesteld is, over midde
len beschikken moet ze af te kunnen
wijzen. Als de mogelijkheid van buiten
landsche dwang hiet bestond, zou me
mand zich over het gansche vraagstuk
warm behoeven te maken, zou het vraag
stuk er eenvoudig niet zijn. De regee
ring wil den eenig bruikbaren weg op
om de mogelijkheid dat dergelijke pres
sie eenmaal zal uitgeoefend worden, te
verkleinen. En nu bazelt men dat haar
actie zelf alleen het gevolg van inmen
ging zou kunnen zijnEn men doet het
in termen, die de jammert ijkste onkunde
omtrent wat er op internationaal gebied
wezenlijk te koop is, telkens weer verra
den.
Ongelukkig land, dat aan zulke leids
lieden is overgeleverd. Leidslieden och,
zij kabaleeren maar wattoen zij zelf de
meerderheid hadden, hebben zij nimmer
den moed gehad, openlijk naar hun thans
verkondigde inzichten te handelen. iZij
het misschien minder afdoende dan de
tegenwoordige regeering, ook zij hebben
op hun beurt maatregelen genomen, die
alleen te billijken zijn in de onderstel
ling dat de verdediging van Nederland
geen hopelooze zaak is en het nimmer
worden mag. Hun geweten schijnt hun
evenwel toe te laten als opposanten een
geloof te ondermijnen, dat zij zelf niet
zouden kunnen ontberen, zoodra zij we
der verantwoordelijk mochten zijn. Het
bekome hun zooals zij het verldienen.
Wie eerlijk denkt en eerlijk voelt, en dat
is de groote meerderheid van ons volk',
zal zich afwenden van eene kabaal, die
de achting voor zichzelf toont te hebben
verloren."
Sensatie-Lectuur.
In een ingezonaen hoofdartikel in de
„Tijd", getiteld „Vuil", wordt ten slot
te de vraag gesteldGaat onze' Katho
lieke pers geheel vrij uit in zake de
„moderne reportage", in zake „sensa-
tioneele rechtzaakberichten", e'. d.
En het antwoord van den schrijver
luidt:
Zeker: onze bladen zullen zich wel
wachten voor het geven van „weerzin
wekkende en verderflijke bijzondierhe
den", voor het „uitspinnen en uitpluizen
van scabreuze processen", door 'n liberaal
blad als 't groote gevaar genoemd maar
of sommige van onze persorganen toch
niet eens wat te veel geven? Er is op het
oogenblik, dat we dit schrijven, weer
zoo'n treurige geschiedenis afgespeeld:
het zoogenaamde „drama te Rijswijk".
Treurig, die geschiedenis treurig niet
minder liet speculeeren van sommige dag
blda-redacties op den bedorven smaak
van de lezers, als men daar al die bij
zonderheden schetst en ingenomenheid
laat blijken met de getuigenissen van
een koppelaarster met de woorden van
een verdediger, die nota bene van „rei
ne liefde" en van „idyllische verhou
ding durft spreken.
Neen tot zoo iets wil en mag zich
onze pers niet verlagen, maar.... kun
nen nog niet veel „onnoozele" bijzon
derheden wegblijven? Van zoo'n ge
schiedenis niets geven, zoo'n drama dood
zwijgen, helaas, dat gaat niet jnaar
het bij vermelding van de hoofdzaekn
laten, dat gaat wél, dat gaat heel goed1.
Onze Roomsche bladen moeten niet ver
der gaan. Ze moeten zich weten vrij
te houden, of vrij te maken van alles,
wat voor het prikkelen van een onge
zonde nieuwsgierigheid zou kunnen dien
stig zijn. Ze moeten tot de bladen be-
hooren, die we mogen de aanhaling
uit het liberale blad nog wel eens ge
ven „een scherp onderscheid maken
tusschen mat zij als brengers van de
nieuwstijdingen, verplicht zijn te vermel
den, en wat meer is dan dat: sensatie
nieuws."
denk, dat hij nu misschien verdronken is,
mijn arme Simón
Wannéér de visscher niet den dag vóór
de brand vertrokken was en "[Thierry dien
nacht nog in de hut gezien was, zou "de
gravin zeker gedacht hebben, dat deze
man haar zoon gered had door hem uit
Saint-Martel weg te brengen.
Het geheim dat de visscher tegenover
zijn vrouw bewaard' had, over het doel
van zijn reis, deed er veel toe, om deze
hoop te versterken.
Misschien heeft Thierry hem naar
St Malo. gezonden om te zien óf er een
schip zeilree lag, dacht zij.
Maar dan bleef nog altijd te verklaren
hoe Jhierry dien nacht aan den brand was
ontsnapt en aan het schot, dat, volgens
Vincent Cournier, hem had doen achter
over vallen in de vlammen. Maar de gra
vin was vol hoop. Zij wilde dat haar zoon
zou leven, en zij deed alle moeite, om een
verklaring te vinden hoe hij ontkomen zou
kunnen zijn.
Uit den grond van mijn hart lijkt
het mij alsof het de Voorzienigheid is,
die u op mijn weg gebracht heeft, en alsof
er een geheimzinnig verband bestaat tus
schen onze smart, zeide zij tot de vis-
schersvrouw. Misschien is uw man hei
melijk teruggekomen, om 'den edelman te
halen, waarop de moordenaars [het hadden
gemunt.Indien idie jonge ;man en zijn
kjncj jn jde yammen .waren .omgekomen,
Bossche Katholiekendag.
Zondag werd te 's Hertogenbosch de
zevende Diocesane Katholiekendag ge
houden onder beschermheerschap van
Mgr. W. v. d. Ven, en onder voorrif-
terschap van mr. W, v. Lansohot
De geheele stad was in vlaggentooL
Onder hevige stortbuien stelde zich de
stoet van deelnemers aan iden Katholie
kendag des morgens om 10 uur op het
stationsplein op. Maar toen de stoet in be<
weging kwam, de banieren ontplooid waw
ren,- bedaarde het weer en scheen zacht;
de zon door de wolken. Onder belang
stelling van "honderden, die langs de stra<
ten geschaard stonden, toog de stoet
naar de kathedraal van "St. Jan, waar eenj
plechtige H. Mis werd opgedragen doof
Mgr. W. v. d. .Ven, geassisteerd doof
Mgr. Prinsen en Mgr. Brouwers, terwijl
Mgr. C. v. d. Ven, bisschop van Alexan
dria, en Mgr. Pompe, vicaris-generaal in'
het priesterkoor zaten. In de kanunnik
kenbanken hadden verschillende geeste
lijke en wereldlijke autoriteiten plaats ge
nomen.
Toen de plechtige Hoogdienst ten ein
de was, verspreidden zich de deelnemers
in de stad, om zich tegen half twee te
begeven naar de verschillende lokalen tot
't bijwonen der afdeeEngsvergaderingen
waarin de verschillende standen aan dit
ééne punt hun aandacht (wijdden: ide
weelde.
In de eerste afdeeling, ,de yveeldei
en de we r"k e nd e st a nd. ispra"k bij
verhindering van den heer O. J. M. Fop-
pele, de heer J. Kellemans uit Boxtel^
voorzitter van het secretariaat van het R*
K. Secretariaat voor Spoor- eirttramweg-
personeel. Spr. betoogde dat onder de
arbeiders de weelde bestaat, welke zich
op verschillende wijzen openbaart. Voor.
velen zijn (a'lle middelen om aan geld
voor weeld'edingen 'te "komen geoorloofd!
en menige jonge dochter verkoopt zelfs
haar eer, om boven'haar stand te kunnen
fóven en chique gekleed te kunnen gaan,;
terwijl om diezelfde reden in veei arbei
dersgezinnen het stelsel, dat Frankrijk ten
gronde doet gaan, zijn aanhangers vindt.;
De weelde doet zoo dikwijls de goede
uitwerking der middelen tot verbetering
van den toestand der arbeiders falen, dat
de arbeid der organisatie als het ware nut-
teloos is. De orgajiisatie is verplicht de
weelde te bestrijden door op "de gevolgen
ervan voor zichzelf, voor 't gezin en voor
de organisatie te wijzen Vooral moet ze
haar leden leden ontwikkelen. Een in
opzichten ontwikkeld arbeider doet niet
aan de weelde. Een welgeordenden feest
avond met goêcle, degelijke muziek enz.
moet de werkman hebben, doch daaraan
moeten niet de laatste penningen der con
tributies worden geofferd.
De eerste plicht van den arbeider is<
zijn verdiende loon goéd te besteden
eerst "aan de noodzakelijke dingen, aan
de aangename op de laatste plaats.
De volgende conclussies werden 11a
eenig debat vas'tgesteld.
De le Afdeeling enz., overwegende dat
de weelde een maatschappelijk en zede
lijk kwaad is;
dat dit kwaad ook in de arbeidswereld
zijne verwoestingen aanilcht:
dat dit kwaad vaak de goede uitwer
king der middelen, die leiden kunnen tot
verbetering van den toestand der arbei
ders, geheel of ten deele doet missen
Besluit: 1
le. dat de R. K. WerkliedeifVereenigin-
gen hare leden telkens moeien wijzen
op het kwaad „de weelde" en tevens de
middelen moeten aanwijzen en zooveel
mogelijk aanbieden, welke tot verbete
ring van dit kwaad kunnen dienen
2e. dat de R. K. .Vakvereenigingen
vooral hare leden er op wijzen moeten,-
dat de vakbeweging slechts dan blijvende
vruchten zal voortbrengen als met de be
vordering der verbetering van den toe
stand der arbeiders ook tegelijkertijd ge
leerd wordt het verdiende loon verstan
dig te gebruiken.
3e. -dat de R. K. jongens en meisjespa
tronaten zich tot taak stellen, de leden te
en ,de gehate berekening van hun vijanuen
juist l.s, hoe verschrikkelijk zou dat zijn...
Maar neen, neen, idat is hiet mogelijk!
Zij kunnen zo,o niet omgekomen zijn...
Ik gevoei dat zij nog leven. Iedere klop
ping van mijn hart zegt jnij dat Thierry
nog leeft. Luister, zeide zij tot de vis-
schersvrouw, gaat gij met mij mede naar
Saint-Malo.... Misschien is er daar onder
de zeelieden wél een, "die uw man eigens
ontmoet heeft. .Wilt ge mij vergezellen?,
De arme vrouw wilde niets liever dan
dat.
Tien minuten later voeren 'cle gravin en
de visschersvrouw, gezeten achter in een
bark naar Sj. Malo, onder geleide van
twee visschers en den trouwen Gilbert,
Terwijl de gravin met de visschers
vrouw had staan praten, was Gilbert in
het dorp op onderzoek uit geweest, over
de gebeurtenissen in den nacht van 'den
brand. Hij had ailes opgeschreven op een
groot vel perkament dat hij daartoe expres
had medegenomen.
Daarna had iedere boer die hem inlich
tingen verschaft had of het verhaal van
anderen bevestigd had, zijn naam of zijn
kruisjop'het perkament moéten zetten*
Toen hij aan boord van het vaartuig
kwam stelde hij het aan 'de gravin ter
hand .die het las en herlas, gedurende de
geheele jëis van .Saint Martel naar Sain,t
Malo.
.(Wprdj: yeryolgd^