iets over Veréenigingen. Het erfdeel der Malleroy's. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 6 September. (Ingezonden.) De reden' van dit artikel is gemakke lijk te begrijpen. Er heersdht bij velen jliist op dit punt nog zooveel misver stand, "waaruit dikwijls de treurigste ge- Volgen voortkomen, dat het misschien hiet pndienstig is hierover het een en ander nog eens uiteen té zlettén. Slechts twee punten willen wij in het kort be spreken nl. Wat is het naaste doel der Vereenigingen, en op welk standpunt tnoeten zij staan. We móeten beginnen met erop te wij zen, ;dat er onderscheid moet gemaakt Worden tusschen algemeene bonden en vakbonden. De algemeene bonden zijn' bijv. de N. R. K. Volksbond', de Boeren bond, enz. Hun taak komt hier minder ter sprake, ofschoon zij toch nauwer sa menhangen met de vakbonden dan' soms •wel vermoed wordt. Deze laatste nl. de Vakvereenigingen zijn vereenigin'gén van personen, die eenzelfde vak uitoefenen (en wel in uitgebreiden zin) b.v. timmer lieden, landbouwers, tuinders, enz. 'Zoo spreekt men van tuindersbonden, typo- graphenbonden, enz. Wat nu is het naaste doel d'erj laatste, nl. der vakvereenigingen Want het laatste doeluitgroeiïng tot iberoe'psstanlden, willen we nu althans Idaarlaten. Dat doel is een gimstigö (regeling der arbeidsvoorwaarden. Door (organisatie vermag men zooveelDaar door zijn de arbeiders in staat ons goéde ;en rechtvaardige voorwaarden te verkrij gen bij het sluiten van een contract; [daardoor zijn bijv. tuinders in staat om jeen minimumprijs en de koopers om' een '(maximum te stellen. Ongetwijfeld ieder een zal het groote nut of liever de stren ge noodzakelijkheid van organisatie in zien, als hij volkomen begrijpt de eischen •van onzen tijd, waarin de maatschappij Jden droeven neerslag heeft gevoeld van {het verderfelijke Liberalisme. Maar is het waar dat er ontzaggelijke voordeden aan vereeniging zijn verbon den, er vloeien ook meermalen kwade gevolgen uit voort, niet üit de organisa tie als zoodanig, maar uit het verkeerde begrip van het doel. Zoo zijn er nog jmaar al te veel, die de vakbonden be schouwen als strijdhonden. In zekeren zin zijn ze dat wel, zooals Mr. Aalberse óp de Sociale Week opmerkte, nl. „voor 't oogenblik om zoo noodig door strijd juist tot den vrede te komen", jnaar het doel blijft: vede Het doel der vakvereenigingen is dus in i e thet organiseeren van stakingen', het lastig vallen van andere bonden en pok niet het zich bemoeien met politie ke aangelegenheden (bijv. gemeentelij ke enz.), dit kan men overlaten aan po- 'Jiitiekc bonden als kiesverenigingen. Der halve is het verkeerd, wanneer bijv. in éénzelfde plaats twee Katholieke bonden elkaar zooveel mogelijk tegenwerken. Is Idat het doePder vakvereenigingen? Is dat vrede brengen „Er heersche een- jdracht tusschen d'e bonden"dit ware jwoord van Prof. Aengenent wordt nog sl eens uit het oog verloren. Is het reeds op zich verkeerd, wanneer in één zelfde plaat9 meerdere bonden bestaan ivan geheel dezelfde strekking, geheel verkeerd en diep te betreuren is hét, lials die bonden geen onderlinge samen- Werking kennen. Mocht men toah van 'idie kleinzieligheid kunnen afstappen. Nog zou ik ,er ten slotte op kunnen Wijzen, hoe juist door strijd het 'doel 'geheel en al dreigt verloren te gaan: Want gaat dit ontaarden in een kracht- imiddel voor onderlinge concurrentie, dan zal deze dikwijls van heel wat gevaar lijker aard en ernstiger omvang zijn als ze van vereenigingen dan wanneer ze van particulieren uitgaat. Eindelijk zal ook FEUILLETON. 28) 'Nog denzelfden avond vertrokken zij jnaar Rennes om een rechtsgeleerde te raadplegen omtrent de geldigheid van het (testament. Zij vernamen dat ér riiets op (aan te merken was. Canisy, die wist hoeveel de gravin van haar dochter hield, verontrustte zich maar Weinig over dit antwoord, maar de graaf ;én Richard waren woedend. Toen zij dien ..volgenden dag naar 'Ronceval terugkeer den, hadden zij den geheelen weg over ruzie met de Canisy. Tiet kwam zoover, dat de graaf op een ;oogen6Mk naar zijn degen greep. Canisy, ,vol kalmte en spotlust als altijd^ verwaar digde zich niet een verdedigende houding iaan te nemen. Beminnelijke schoonvader, zeide hij (met snijdende stem, wees voorzichtig, al hoewel ik geen voornaam personage "beu, •[heb ik toch mijn dagboek geschreven en 'ier verschillende bewijsstukken bij ge- jvoegd. Als .ik stierf, zou men dat vinden, ;:ende openbaring van zékere geheimenis sen, djiö u' [aangaan, konden^ .eenige jmoèj- ÏÜ'khe^en yeroorzlajcen^ - - 1 de vervolmaking van het godsdienstig leven er ten zeerste onder lijden, daar de godsdienst Juist tot onderlinge eenheid1 en naastenliefde aanzet. Op de tweede plaats een enkel woord over het standpunt waarop de vakveree- riiging moet staan. En dan bedoelen we hiermee alleen de vakbonden, niet de algemeene bonden, daar het van zelf spreekt dat deze pp principieelen grond slag moeten steunen. Luisteren wij naar het antwoord dat Prof. Aengenent ons geeft: „Zondert men de socialisten en de neutralen uit, dan zijn alle Chris telijk denkende burgers het er over eens, dat geen christen lid kan zijn van socia listische of n e u t r a 1 e vakvereenigingen omdat feitelijk is gebleken, dat ook de neutraliteit pp socialistische tendenzen uitloopt. Niet alle christenen echter denken eensgezind over d'e vraag, of hun vak- vereeniging op zuiver con fession celen, idan wel interconfessioneelen bodem moet staan, m.a.w. of Katholieken en niet-Katholieken zich afzonderlijk moe ten vereenigen dan wel of alle christenen zich düi één bond kunnen organiseeren. Maar luisteren wij verder: „In Neder land zijn de Katholieken verplicht hun vakorganisatie's zuiver confessioneel (d. i. .Katholiek) te houden uit gehoor zaamheid, aan het gezag der bisschop pen", idie zich duidelijk hebben uitge sproken. En ik geloof, dat we dit ook met het volste recht kunnen toepassen op de kiesvereeniging. Ook hiervoor geldt, dat het onmogelijk is, om het Ka tholieke beginsel hoog te houden, wan neer zulk een vereeniging een gemengd karakter draagt. Dit zal iedereen wel duidelijk inzien. En daarom zijn dan ook te veroordeelen, die zoogenaamde „neu trale" kieisvereenigingen, waarin „van alles" zit; maarten zeer is dit te laken, en ernstig te betreuren, wanneer boven dien nog de leiding in handen' is van mannen, wier persoonlijkheid verdacht is en wier naam de publieke opinie niet of nauwelijks kan dragen. En geenszins zijn dit phantasiebeelden, maar de onder vinding leert soms de droeve werkelijk heid. En komt nu niet aan met de opwer ping, die men wel eens hoort in ge meenten, welke uit meerdere wijken be staan „Onze plaatselijke belangen bren gen dit noodzakelijk mee"... maar wat weegt dan zwaarderde Katholieke be ginselen of plaatselijke belangen. Doch vervolgens lijden de plaatselijke belan gen er heelemaal niet onder als men zich houdt aan bovengenoemde bisschop pelijke verordeningen want die verschil lende vereenigingen kunnen toch nog fe deratief samenwerken, wat nog boven dien tot voordeel heeft, dat iedere ver eeniging haar eigen zelfstandigheid al dus behoudt. Daardoor zal ook alle ver deeldheid onder de burgers onderling worden voorkomen. En aldus zal ook het woord van Prof. Aengenent bewaar heid worden, dat dergelijke bonden „zul len bijdragen tot het geluk der heele maatschappij", en dat „door de oprich ting van Katholieke bonden velen tot de Kerk zullen terugkeeren". Moge dit ernstig-gemeende woord overal ingang vinden, ook in d'e practi- sche toepassing. V Uit de Pers» De Roode Pet. 'Het „Centrum" driestart: „Er wordt in den laatsten tijd in mid denstands- en andere, vooral ook andere, kringen veel gesproken over een nieuw middel tot schuldinvordering, dat hier en daar wordt toegepast: bij den tot betalen onwillige wordt dan met een quitantie gezonden een man, die een roode- dus goed in 't oog vallende pet draagt met nog een opschrift, dat duide lijk den aard van 's dragers taak opgeeft. Nu is het zeker niet te verwonderen, dat de middenstand, ten einde raad bij de vele in de boeken openstaande pos ten en zelf moetende betalen wat hij in slaat, naar middelen zoekt om betaling Richard, die zich zeiven meer meester was idan zijn vader, inam dezen laatste ter zijde en sprak met hem. Een wree'de vreugde drukte zich uit op het gelaat van den graaf, die oogenblikkelijk zijn kalmte herkreeg. Een verzoening had plaats. jToch was de Canisy niet overtuigd van |de goede gezindheid zijner bondgenooten want hij wilde naar zijn kasteel vertrekken zoodra hij mevrouw de Mallcroy begroet had. iTocn zij op het kasteel kwamen verna men zij dat de 'gravin vertrokken was 'zonder ander gevolg fdan haar kamerdie- nares en Gilbert. Deze mededeeling veroorzaakte een nieuwe aanval van woede bij graaf'Frede- rik, die begreep, dat het hoofddoel van haar vlucht was, zich te onttrekken aan de overheersohing van haar man. "Al de be dienden van het kasteel werden opgeroe pen, om de ontdekken welken weg zij ge- 'gaan was. Eenigen van hen wisten diet wel, maar wachtten zich ihun meesteres te verraden. Tevergeefs ook doorzochten de graaf en Richard de vertrekken'der gravin, niet het minste spoor van haar reisdoel was Ie vinden. Geleid door Gilbert was' de gravin naar [Saint Martel gegaan. 'Zij ondervroeg "de bewoners van het dorp, "die haar eenige bijzonderheden over den brand konden nieed,eelen. gnd^s a,! haay ji^sporingen te verkrijgen. Er zijn gevallen van schan delijke achterstalligheid' welke de treu rigste gevolgen na zich heeft gesleept, terwijl de schuldenaar heel goed tot be talen in staat was of ook de leverantie zelve volstrekt geen noodzakelijke le vensbehoeften maar geheel overbodige luxe betrof. Maar toch blijft het af te keuren, dat men den wettelijken weg verlaat en eigen rechter gaat spelen. Te meer, wijl men tegen de eigenlijke en zwaarste schuldigen, de aanzienlijken en welgestelden, die enkel uit slordig heid niet betalen, toch zoo niet durft op treden, en meestal slechts maatschappe lijk kleineren aan den spot hunner buren zullen worden prijsgegeven! De roode petmethode wijst er echter op, dat er fouten bestaan. Fouten in de wetgeving, welker wegen blijkbaar te omslachtig en te kostbaar zijn. Fouten vooral in de samenleving, waar het credietgeven en nemen, hoe nood zakelijk dit soms ook kan wezen, veel te sterk is doorgewoekerd. Tot schade van beide partijen en tot bevordering van een levenswijze, die ver boven "de geldmiddelen uitgaat. 'Wanneer de Bossche Katholiiekendag die de weelde tol algemeen onder werp van bespreking maakte, er "i n slaagt, die eenvoud van leven te bevor deren, kan hij een weldaad worden voor heel het land. Geen roo'de petten, die bovendien ook het onrecht en chantage kunnen dienen,' maar eenvoud1 vaii leven en eerlijkheid in zaken, dat zijn de middelen tot gezondmaking der maat schappij. Kustverdediging. „Het heet dat het kustverd'edigings- ontwerp van liberale zijde krachtige be strijding zal vinden. Er wordt althans in een deel der Unie-pers stemming tegen gemaakt". Zoo begint C. (dr. H. T. Colenbran der?) zijn Buitenlandsch overzicht in „De Gids" van September. De wijze waarop dat stemming-maken geschiedt, noemt de schrijver hoogst onsympathiek. „Wil men het ontwerp bestrijden, men doe het op noodzakelijke gronden en op zakelijke wijze. Meent men van de aan gelegenheid beter studie te hebben ge maakt dan de regeering of haar advi seurs meent men dat óf de bestaan de weermiddelen voldoende zijn en vol doende blijven ook tegen nóg zoo verbe terde aanvalsmiddelen, óf dat voor de genoemde soms niets wat op een behoor lijke kustverdediging gelijkt te verkrij gen is, óf dat het hoogste nationaal be lang in eigen oogen reeds zoo gedepre- cieerd is dat het geen vijftig millioen meer waard is, men hebbe het fatsoen en de goede trouw, met opgaaf van rer denen voor die meening uit te komen. Dan kan overweging van geopperd be zwaar, en beslissing na overweging, vol gen. Wat evenwel niet geoorloofd is, wat een domheid heeten moet zoo het zonder erg, een schande zoo het om tac tische redenen geschiedt, is het rondkra- r.ien, een maand na de oneervolle begra fenis der zaak-Van Heeckeren, van den armzaligen canard der buitenlandsche inmenging. Die gansche zaak in een ern stig debat zelfs te noemen is alleen mo gelijk, wanneer men met de stukken op üe tafel kan en durft komen. Dat de landerigste .koffiehuispraat die in deze gansche aangelegenheid nog verkocht is, thans vernomen werd in organen die de leiding van de talrijkste groep der lin kerzijde zeer na staan, is gewis voor menigeen die zich mede links weet een reden tot diepe schaamte en ergernis. De heeren mogen zich wel bedenken eer zij in de lichtvaardige wijze waarop zij het debat over deze zaak, men mag niet zeggen hebben trachten in te leiden, maar van te voren op zijpaden te doen verloopen, voortvaren. Het geduld van den Nederlandschen burger tegenover zijn p 0 1 i t i c i e 11 s is groot, maar niet onuitputtelijk. Wij hebben hier te doen met een hoogst ernstige zaak, en die er een spelletje van maakt zal de straf aan den politieken lijve ondervinden. kon zij niets meer vernemen dan wat Gilbert haar reeds medegedeeld had. Zij onderzocht het verbrande huis, maar men had reeds in de asch gezocht. Echter ver zekerde men 'haar dat men igeen spoor van een menschelijik overschot had ge vonden. Overtuigd van de nutteloosheid van ver dere nasporingen ging mevrouw de Mal- leroy op een steen langs den weg zitten en bedekte haar gelaat met haar handen,. Een vrouw kwam haar een 'stoel bren gen. In de omstandigheden waarin Beren- gére verkeerde treft zelfs het geringste blijk van sympathie. Zij behandelde de vrouw allerhartelijkst Helaas, mevrouw, zeide de vrouw, ook ik ben zeer ongelukkig. Reeds drie dagen is mijn man verdwenen. Wat was zijn beroep? 'Hij was visscher, mevrouw. Den dag voordat deze woning verbrandde, was hij naar St. Malo gegaan en, wa"t mij tot nadenken stemt, hij wilde den jongen, "die altijd met hem medevaart, niet meenamen. Sedert dien idag heb ik niets meer van hem vernomen. Vreest ge, 'dat hij schipbreuk heeft geleden? Neen mevrouw. {Want sedert ver scheidene dagen is er geen 'harde wind geweest, en mijn man is zoo goed' op £ee vertrouwd. Maar er moet hem een ongeval pyerfromen zjjn^ En ,9^ ik er a^n Weet men in sommige kringen waarlijk niet, dat de vrijzinnige partijleiding bij vele onverdacht vrijzinnigen niet veel sympathie meer heeft te verliezen De toespelingen op buitenlandsche in menging zijn hierom zoo onnoozel, wijl het klaar als de d1 agis, dat wie niet op zulke inmenging gesteld is, over midde len beschikken moet ze af te kunnen wijzen. Als de mogelijkheid van buiten landsche dwang hiet bestond, zou me mand zich over het gansche vraagstuk warm behoeven te maken, zou het vraag stuk er eenvoudig niet zijn. De regee ring wil den eenig bruikbaren weg op om de mogelijkheid dat dergelijke pres sie eenmaal zal uitgeoefend worden, te verkleinen. En nu bazelt men dat haar actie zelf alleen het gevolg van inmen ging zou kunnen zijnEn men doet het in termen, die de jammert ijkste onkunde omtrent wat er op internationaal gebied wezenlijk te koop is, telkens weer verra den. Ongelukkig land, dat aan zulke leids lieden is overgeleverd. Leidslieden och, zij kabaleeren maar wattoen zij zelf de meerderheid hadden, hebben zij nimmer den moed gehad, openlijk naar hun thans verkondigde inzichten te handelen. iZij het misschien minder afdoende dan de tegenwoordige regeering, ook zij hebben op hun beurt maatregelen genomen, die alleen te billijken zijn in de onderstel ling dat de verdediging van Nederland geen hopelooze zaak is en het nimmer worden mag. Hun geweten schijnt hun evenwel toe te laten als opposanten een geloof te ondermijnen, dat zij zelf niet zouden kunnen ontberen, zoodra zij we der verantwoordelijk mochten zijn. Het bekome hun zooals zij het verldienen. Wie eerlijk denkt en eerlijk voelt, en dat is de groote meerderheid van ons volk', zal zich afwenden van eene kabaal, die de achting voor zichzelf toont te hebben verloren." Sensatie-Lectuur. In een ingezonaen hoofdartikel in de „Tijd", getiteld „Vuil", wordt ten slot te de vraag gesteldGaat onze' Katho lieke pers geheel vrij uit in zake de „moderne reportage", in zake „sensa- tioneele rechtzaakberichten", e'. d. En het antwoord van den schrijver luidt: Zeker: onze bladen zullen zich wel wachten voor het geven van „weerzin wekkende en verderflijke bijzondierhe den", voor het „uitspinnen en uitpluizen van scabreuze processen", door 'n liberaal blad als 't groote gevaar genoemd maar of sommige van onze persorganen toch niet eens wat te veel geven? Er is op het oogenblik, dat we dit schrijven, weer zoo'n treurige geschiedenis afgespeeld: het zoogenaamde „drama te Rijswijk". Treurig, die geschiedenis treurig niet minder liet speculeeren van sommige dag blda-redacties op den bedorven smaak van de lezers, als men daar al die bij zonderheden schetst en ingenomenheid laat blijken met de getuigenissen van een koppelaarster met de woorden van een verdediger, die nota bene van „rei ne liefde" en van „idyllische verhou ding durft spreken. Neen tot zoo iets wil en mag zich onze pers niet verlagen, maar.... kun nen nog niet veel „onnoozele" bijzon derheden wegblijven? Van zoo'n ge schiedenis niets geven, zoo'n drama dood zwijgen, helaas, dat gaat niet jnaar het bij vermelding van de hoofdzaekn laten, dat gaat wél, dat gaat heel goed1. Onze Roomsche bladen moeten niet ver der gaan. Ze moeten zich weten vrij te houden, of vrij te maken van alles, wat voor het prikkelen van een onge zonde nieuwsgierigheid zou kunnen dien stig zijn. Ze moeten tot de bladen be- hooren, die we mogen de aanhaling uit het liberale blad nog wel eens ge ven „een scherp onderscheid maken tusschen mat zij als brengers van de nieuwstijdingen, verplicht zijn te vermel den, en wat meer is dan dat: sensatie nieuws." denk, dat hij nu misschien verdronken is, mijn arme Simón Wannéér de visscher niet den dag vóór de brand vertrokken was en "[Thierry dien nacht nog in de hut gezien was, zou "de gravin zeker gedacht hebben, dat deze man haar zoon gered had door hem uit Saint-Martel weg te brengen. Het geheim dat de visscher tegenover zijn vrouw bewaard' had, over het doel van zijn reis, deed er veel toe, om deze hoop te versterken. Misschien heeft Thierry hem naar St Malo. gezonden om te zien óf er een schip zeilree lag, dacht zij. Maar dan bleef nog altijd te verklaren hoe Jhierry dien nacht aan den brand was ontsnapt en aan het schot, dat, volgens Vincent Cournier, hem had doen achter over vallen in de vlammen. Maar de gra vin was vol hoop. Zij wilde dat haar zoon zou leven, en zij deed alle moeite, om een verklaring te vinden hoe hij ontkomen zou kunnen zijn. Uit den grond van mijn hart lijkt het mij alsof het de Voorzienigheid is, die u op mijn weg gebracht heeft, en alsof er een geheimzinnig verband bestaat tus schen onze smart, zeide zij tot de vis- schersvrouw. Misschien is uw man hei melijk teruggekomen, om 'den edelman te halen, waarop de moordenaars [het hadden gemunt.Indien idie jonge ;man en zijn kjncj jn jde yammen .waren .omgekomen, Bossche Katholiekendag. Zondag werd te 's Hertogenbosch de zevende Diocesane Katholiekendag ge houden onder beschermheerschap van Mgr. W. v. d. Ven, en onder voorrif- terschap van mr. W, v. Lansohot De geheele stad was in vlaggentooL Onder hevige stortbuien stelde zich de stoet van deelnemers aan iden Katholie kendag des morgens om 10 uur op het stationsplein op. Maar toen de stoet in be< weging kwam, de banieren ontplooid waw ren,- bedaarde het weer en scheen zacht; de zon door de wolken. Onder belang stelling van "honderden, die langs de stra< ten geschaard stonden, toog de stoet naar de kathedraal van "St. Jan, waar eenj plechtige H. Mis werd opgedragen doof Mgr. W. v. d. .Ven, geassisteerd doof Mgr. Prinsen en Mgr. Brouwers, terwijl Mgr. C. v. d. Ven, bisschop van Alexan dria, en Mgr. Pompe, vicaris-generaal in' het priesterkoor zaten. In de kanunnik kenbanken hadden verschillende geeste lijke en wereldlijke autoriteiten plaats ge nomen. Toen de plechtige Hoogdienst ten ein de was, verspreidden zich de deelnemers in de stad, om zich tegen half twee te begeven naar de verschillende lokalen tot 't bijwonen der afdeeEngsvergaderingen waarin de verschillende standen aan dit ééne punt hun aandacht (wijdden: ide weelde. In de eerste afdeeling, ,de yveeldei en de we r"k e nd e st a nd. ispra"k bij verhindering van den heer O. J. M. Fop- pele, de heer J. Kellemans uit Boxtel^ voorzitter van het secretariaat van het R* K. Secretariaat voor Spoor- eirttramweg- personeel. Spr. betoogde dat onder de arbeiders de weelde bestaat, welke zich op verschillende wijzen openbaart. Voor. velen zijn (a'lle middelen om aan geld voor weeld'edingen 'te "komen geoorloofd! en menige jonge dochter verkoopt zelfs haar eer, om boven'haar stand te kunnen fóven en chique gekleed te kunnen gaan,; terwijl om diezelfde reden in veei arbei dersgezinnen het stelsel, dat Frankrijk ten gronde doet gaan, zijn aanhangers vindt.; De weelde doet zoo dikwijls de goede uitwerking der middelen tot verbetering van den toestand der arbeiders falen, dat de arbeid der organisatie als het ware nut- teloos is. De orgajiisatie is verplicht de weelde te bestrijden door op "de gevolgen ervan voor zichzelf, voor 't gezin en voor de organisatie te wijzen Vooral moet ze haar leden leden ontwikkelen. Een in opzichten ontwikkeld arbeider doet niet aan de weelde. Een welgeordenden feest avond met goêcle, degelijke muziek enz. moet de werkman hebben, doch daaraan moeten niet de laatste penningen der con tributies worden geofferd. De eerste plicht van den arbeider is< zijn verdiende loon goéd te besteden eerst "aan de noodzakelijke dingen, aan de aangename op de laatste plaats. De volgende conclussies werden 11a eenig debat vas'tgesteld. De le Afdeeling enz., overwegende dat de weelde een maatschappelijk en zede lijk kwaad is; dat dit kwaad ook in de arbeidswereld zijne verwoestingen aanilcht: dat dit kwaad vaak de goede uitwer king der middelen, die leiden kunnen tot verbetering van den toestand der arbei ders, geheel of ten deele doet missen Besluit: 1 le. dat de R. K. WerkliedeifVereenigin- gen hare leden telkens moeien wijzen op het kwaad „de weelde" en tevens de middelen moeten aanwijzen en zooveel mogelijk aanbieden, welke tot verbete ring van dit kwaad kunnen dienen 2e. dat de R. K. .Vakvereenigingen vooral hare leden er op wijzen moeten,- dat de vakbeweging slechts dan blijvende vruchten zal voortbrengen als met de be vordering der verbetering van den toe stand der arbeiders ook tegelijkertijd ge leerd wordt het verdiende loon verstan dig te gebruiken. 3e. -dat de R. K. jongens en meisjespa tronaten zich tot taak stellen, de leden te en ,de gehate berekening van hun vijanuen juist l.s, hoe verschrikkelijk zou dat zijn... Maar neen, neen, idat is hiet mogelijk! Zij kunnen zo,o niet omgekomen zijn... Ik gevoei dat zij nog leven. Iedere klop ping van mijn hart zegt jnij dat Thierry nog leeft. Luister, zeide zij tot de vis- schersvrouw, gaat gij met mij mede naar Saint-Malo.... Misschien is er daar onder de zeelieden wél een, "die uw man eigens ontmoet heeft. .Wilt ge mij vergezellen?, De arme vrouw wilde niets liever dan dat. Tien minuten later voeren 'cle gravin en de visschersvrouw, gezeten achter in een bark naar Sj. Malo, onder geleide van twee visschers en den trouwen Gilbert, Terwijl de gravin met de visschers vrouw had staan praten, was Gilbert in het dorp op onderzoek uit geweest, over de gebeurtenissen in den nacht van 'den brand. Hij had ailes opgeschreven op een groot vel perkament dat hij daartoe expres had medegenomen. Daarna had iedere boer die hem inlich tingen verschaft had of het verhaal van anderen bevestigd had, zijn naam of zijn kruisjop'het perkament moéten zetten* Toen hij aan boord van het vaartuig kwam stelde hij het aan 'de gravin ter hand .die het las en herlas, gedurende de geheele jëis van .Saint Martel naar Sain,t Malo. .(Wprdj: yeryolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 5