BINNENLAND. Daarom doodverven zij ons ajs Conser vatief. Mr. van Houten daarentegen heeft een afkeer van sociale wetgeving; daar om meent hij als hij de Clericalen eens erg zwart wil maken, niet beter te kan nen doen dan hen als hartstochtelijke liefhebbers van sociale wetten af te schil deren. De eigenlijke beweeggronden die de (meerderheid yan ons kiezersvolk er toe brachten om zich steeds meer van de Linkerzijde af te wenden, worden noch door Radicalen en Socialisten, noch door Mr. van Houten begrepen. Daarom maken zij er maar wat van, elk op z'n eigen manier en naar zijn eigen smaak. De 10-urigen Arbeidsdag. Het „Centrum" zet uiteen, dat de be weging voor den 10-urigen arbeidsdag die nu alom gaande is, vooral een alge- meene strekking heeft: de aandacht te vestigen op het feit, dat in vele bedrij ven te lang wordt gewerkt. „Te lang, met het oog op de krachten van den arbeider, op'zijn persoonlijk en huiselijk leven, te lang ook met betrek king tot de werkelijke belangen der nij verheid. Dit laatste niet te vergeten. Immers tal van proeven en ervarin gen hebben bewezen, dat bij verkorting van werktijd binnen zekere grenzen natuurlijk niet enkel de hoeveelheid der productie weinig of niet vermin derde, maar dat daarbij gewoonlijk de kwaliteit aanmerkelijk won. En dit laat ste is in onzen tijd van het hoogste be lang. Er worden steeds hooger eischen aan de uitvoering en afwerking van de meeste arbeidsvoortbrehgeselen gesteld en dat is een gunstig teeken het bewijst dat we meer oog krijgen voor wat goe de smaak en duurzaam gebruik, wat ge zondheid en veiligheid eischen. Doch hoe zal aan al deze eischen kun nen worden voldaan, wanneer hetgeen we noodig hebben, moet worden gemaakt door menschen met vermoeide ledema ten en beneveld oog, die niet meer over hun volle aandacht en kracht beschik ken Menschen wier rust te kort is om zich van de uitputting te versterken en wicn de tijd ontbreekt om mee te leven het leven van onzen tijd, om zich te ontwikkelen en te genieten van wat na tuur en kunst ons bieden? H et is dus waarlijk in het algemeen belang, dat op verkorting van arbeids duur wordt aangedrongen. En dat daarbij juist tien uren als nor- ïnale werktijd wordt genoemd1, is geen wiskundige formule, maar een algemee- ne aanduiding. Er is arbeid, waarbij de kalmte kan worden bewaard en genoeg afwisseling bestaat om desnoods langer werk te kun nen volhouden. Maar er zijn ook bedrij ven, waarin 10 uren nog te veel zijn. is. Johannes wijst op de schoone stad, doch Jesus weeklaagt en "zegt, het lot dezer ongelukkige stad gaat mij zeer ter harte. De apostelen vragen den Heer, waarom deze stad een zoo droevig lot zal ondergaan. Jesus antwoordt: omdat zij den tijd harer bezoeking niet gekend hc -t. Johannes smeekt Jesus om niet naar Jeruzalem te gaan, om den boozen geen gelegenheid te geven het schrikke- lijkste te volbrengen. Daarna zegt Jesus tot Johannes en Petrus, gaat naar de stad, gij zult daar iemand ontmoeten, die een kruik met Water draagt. Deze moet ge zeggen iWaar is de zaal, waarin ik met mijne dis cipelen het Paaschlam eten kan? Hij zal U dan een groote zaal toonen, maakt daar het avondmaal gereed. Petrus en Johannes vragen Christus' zegen, die hen gegeven wordt. Tot de andere leerlingen zegt Jesus: Gij overigen, vergezelt mij ten laatste male in het huis mijns vader. Heden gaat gij nog met mij daarheen, morgen... Judas maakt zich bezorgd over hun verder onderhoud, diaar hij niet meer heeft (dan voor een dag noodig is. Hij imort nogmaals over de driehonderd de- nariën, die Maria MagdalenaL heeft ver kwist. Jesus redetwist nog verder met Judas en vermaant hem niet bezorgd te zijn, daar het hem aan niets zal ontbre ken. Het volgende tooneel is een alleen spraak van Judas over zijn vooruitzich ten als Jesus er niet meer zijn zal en nogmaals over de verkwisting van Mag- iüalena. Hij zint op middelen om zich tWat geld te verschaffen. Bij zijn alleen spraak wordt hij overvallen door een van (de priesters van den hoogen raad, üie hem .vraagt waarom hij in zoo'n groote geldverlegenheid schijnt. Hij deelt hem zijn bezwaren mede over den toekomst. De priester biedt hem een goede belooning aan voor een dienst Sien hij kan bewijzen. Andere priesters voegen zich bij den eersten en beloven hem behalve een goe- 'jde belooning, ook nog schitterende vooruitzichten. Judas vraagt wat deze idienst is, en de priesters antwoorden, iclat deze hierin bestaat, n.l. dat hij hen het nachtelijk verblijf aanwijst van Je sus van Nazareth. Na eenig nadenken is hij bereid en zegt: „Ik wil eerst den Meester naijlen en alles uitvorschen, om zeker te werk te gaan". De priesters gaan bij den Hoogen Raad melding maken van deze afspraak en Judas zegt bij het heengaan, dat hij hen na drie uur zal opwachten in den .Tempelstraat. Het volgende tooneel is weer een al leenspraak van Judas, hij ziet zijn for tuin genaakt en zegt„Mocht <d,e Mees- De practijk wijst dat uit en met die prac- tijk zal de wetgever rekening hebben te hpuden. Het ware nog beter, wanneer cleze in het geheel niets mei de zaak noodig had als eigen inzicht en onderling overleg den arbeid in het rechte spoor konden brengen. Maar zóó is het nu eenmaal niet en ook met dezen toestand dient rekening te worden gehouden. Men sta daarom tegenover de bewe ging voor den 1 O-urendag niet wantrou wend, maar begrijpe, dat het gaat, om een ernstig volksbelang." Arbeidsconflict te Waalwijk. .Wederom is er een ernstig conflict in de industrie uitgebroken, waarbij van de zijde der arbeiders als oorzaak wordit op gegeven de vijandige houding van (den patroon tegenover de katholieke organi satie. "Aan de Kon. Stoomschoenenfabriek A. H. van Schijndel te Waalwijk, hebben alle georganiseerden van den Nederl. R. K. Lederbewerkers arbeidersbond, 30 mannelijke en 44 vrouwelijke leden, aldus werd vanwege het hoofdbestuur van dien bond gemeld, op Woensdag 24 Augustus plotseling en uit eigen beweging de fa briek verlaten, en aan het hoofdbestuur van genoemden bond ter kennis gébracht dat zij, wat er ook gebeure, de fabriek niet meer. wenschen te betreden, alvorens de patroon zijn vijandige gezindheid te genover .de Katholieke organisatie in - trekt Ondanks herhaalde pogingen van het hoofdbestuur zou het niet gelukt zijn den strijd te voorkomen, die een spontane losbarsting der gemoederen is naar aan leiding van nieuwe kleingeestige plage rijen en het antslaan van een georgani seerde. Direct bij het verschijnen van 'dit com muniqué meldde de „.Maasbode", dat de fa. van Schijndel de Katholieke organisa tie volstrekt niet vijandig gezind is, waar tegen de W.Eerw. heer L. van Iieeswijk adviseur van denf N> R. K. L. A. B., in de „Echo V. ih. Zuiden" verklaart, met verbazing jn de „Maasbode" gelezen te hebben, diat zij persoonlijk „als zeker heid" kan meedeelen, dat de firma A. H. van Schijndel beslist niet tegen de katho lieke organisatie is. De eerw. adviseur besluit: Voor mij, die nog al nauw bij de za ken van den Ned. Bond betrokken ben, is wel gebleken dat deze staking onorga nisatorisch js, doch dat zij ongemote- veerd is, durf ik op gezag van 'de „Maas bode" niet verkondigen. De „Echo v. h. Zuiden" heeft zich tot de firmanten, de heeren Van (Schijndel, gewend om hunnerzijds iets omtrent de ter zegepralen, dan val ik hem rouw moedig te voet, HJj is zoo goed en zal geen rouwmoedige verstooten. Een ver rader wil hij echter niet zijn, hij vindt zijn handelwijze geen verraad. Het tooneel wat nu volgt stelt een straat voor van Jeruzalem. Aan de water bron is een jongeling bezig zijn kruik te vullen. Johannes en Petrus zien dezen jongeling en vragen aan hem wat hun Meester hun bevolen heeft. Deze. roept zijn heer, Marcus, die zeer verheugd is den Meester in zijn huis te ontvangen. Het scherm valt, de zangers, zange ressen met de proloog komen weer voor het tooneel. De proloog spreekt van de liefde van den goddelijken Vriend, die zich aan de Zijnen geeft voordat Hij Zijn lijden in gaat. Hij vergelijkt dit offermaal bij het wonderbare manna in de woestijn. Hij zegt dat dit maal zooveel voortreffelijker is, daar Jesus ons Zijn eigen VLeesch en Bloed tot Spijs en Drank te nutti gen geeft. De bas-solo wijst op de voorafbeel ding van het manna der woestijn, en op de voorspelling van het H. Misoffer in het nieuwe Verbond. Daarna gaat het scherm op en is er een prachtige voorstelling van het Jood- sche volk, een drom van menschn, man nen, vrouwen en kinderen 'met Mozes aan het hoofd. Het manna regent van den hemel. Terwijl dit tooneel te zien is zingt het koor: Goed is de Heer, het volk- dat honger heeft verzadigt Hij op won derbare wijze. Het scherm valt en na eenige oogenblik- ken wordt dit weer opgetrokken, het zelfde tooneel aanschouwt men, maar met een kleine wijziging: de groote druiventrossen uit Kanaan worden nu getoond. Het koor vervolgt dan: Goed'is de Heer, in het nieuwe Verbond reikt Hij Zijn Vleesch en Bloed tot Spijs en Drank in Jeruzalem's zaal. Dan komt in het volgende tooneel het laatste Avondmaal, dat aan ieder ka tholiek overbekend is. Ik wil er alleen van zeggen dat alle handelingen met ware vroomheid en godsvrucht geschie den en dat Judas hoezeer ook zijn rol af schuwelijk is, een waren Judas gelijkt. Christus zegt alles wat in net H. Evan gelie geschreven staat. De voetwassdhing geschiedt, behalve bij Petrus, geheel zonder spreken. Achter de schermen wordt zochtjes gezongen. Onder de instelling van het heilig Sa crament duurt de zang nog steeds voort. Judas verwijdert zich daarna. Christus staat dan op, doet met zijne leerlingen een dankgebed, spreekt nog de .woorden die in Jiet Evangelie sta,an aanleiding jtot de plotselinge staking te vernemen. Haar werd o.a. mëdegedeeld, dat van tegenwerking der katholieke vakorgani satie geen sprake is. 1 Ontslag as reeds gegeven reeds voor eenige weken aan ei_*i meisje dat haar "plicht niet scheen 'te kennen en aan een werkman wegens brutaliteit, en zij mee- nen, als patroons, toch bij voldoende re denen ontslag te moeten geven waar tt belang der werkzaamheden zulks eischt. De patroons beschouweu het als een luttel motief de kleine reprimande en lage boete, die werd opgelegd, waarna, op "teeken der presidente, allen 't werk neer legden en de mannen volgden. Zij verkla ren 't onbegrijpelijk te vinden, dat, terwijl zij in correspondentie waren met het hoofdbestuur der organisatie, de leden daarvan plotseling staken. De „Tijd" heeft ook een onderzoek ter plaatse ingesteld', waarvan zij in haar nummer van eergisteravond een groot verslag afdrukt: „Volgens de arbeiders is de oorzaak van dat conflict de indirecte bestrijding door de patroons, vooral door den oud sten firmant, van de vakorganisatie! Ter wijl daarentegen de patroons beweren, dat zij absoluut geen vijandige gezind heid jegens de organisatie koesteren maar de oorzaak hierin vinden: de leden zijn gepaaid met schoone beloften om toe te treden tot de organisatie en ueze beloften kunnen niet vervuld worden vandaar on tevredenheid, vandaar 'dit inieuwe con flict." De directe aanleiding der staking, een dag na het ontslag van "den werkman K. beschrijft het blad, als volgt: „Een stikster (H.) stond van haar plaats op en begaf zich naar de plaktaiel, waar zij schijnbaar een boodschap afgaf. De aangesprokene plakster verliet daarna 'ha re plaats en ging aan het einde der stik- kerij om een glas te zoeken, dat zij aan bedoelde stikster bracht. De plakster ging (daarna weder naar haar plaats terug. (Hierbij zij opgemerkt, dat bedoelde plak ster (daarvoor zoowel bij het gaan als bij het terugkomen naar hare plaats eeni- nige meisjes onvermijdelijk moest hin deren). De stikster stond daarna wéder van hare plaats op, ging drinken, ter wijl de patroon haar onderweg een be risping maakte, dat dit vlugger moest ge beuren. Eveneens'kreeg bedoelde plakster een dergelijke bemerking en'10 cent boe- Dit had ten gevolge, dat pog eenige stik- sters zich in (het geval plengden, zich vooral daarover tot de presidente der organisatie wenden. De patroon maande daarop tot doorwerken en orde aan, waar op de presidente na eenig gepraat op sprong en uitriep: „Dan allemaal staken." Dit was het, we erkennen: onorga nisatorisch ontstaan van 'de staking! Aan werkLiedenzijde werd o.a. aan den opgeteekend en verwijdert zich daarna. Het scherm valt, de zangers, zangeres sen met de proloog komen voor. het too neel. De proloog spreekt van den valschen vriend, die zich nog bij de openbare .vij anden voegt. De verrader die den besten der Leeraars verkoopt, hij vergelijkt deze snoode daad bij de onbarmhartigheid van Jacobs zonen, in wie de afgod van het geld pok alle edele gevoelens had ge dood. De sopraan-solo zingt: „waarheen, „waarheen? Judas, in uw hartstocht!" „Denkt gij niet aan de wrake, mocht „donder en bliksem dezen booswicht „verpletterenKeer nog terug van de „zondedoch neen, door gierigheid ver doofd en verblind, ijlt Judas naar den „hoogen raad." Het scherm gaat op, het tooneel stelt Josef voor die door zijn broeders wordt verkocht, als voorafbeelding van Jesus, die door Judas verraden wordt. De volgende handeling stelt weer een zitting voor van den hoogen raad. Kaïphas deelt den priesters en schrift geleerden mede, dat een van die ge- trouwste makkers van den Galileër ge wonnen is om hen van dienSt te zijn. Hij vraagt hun welken prijs deze man voor zijn daad moet hebben? Een der priesters antwoordt: De wet van Mozes duidt het zelf aanDertig zilver lingen is de prijs van een slaaf Judas wordt nu binnengeleid, zegt zijn naam en vraagt wat zij hem zullen geven als hij Jesus aan hen overlevert? Kaïphas antwoordt 30 zilverlingen, die U ter stond ter hand zullen worden gesteld'. De rabbi haalt het geld uit de schat kist en telt Judas in 3 maal 10, dertig zilverlingen voor, die deze zorgvuldig in zijn geldzak wegbergt. Nicodemus be rispt Judas en wijst hem op zijn verraad. Door de verschillende leden van den hoogen raad wordt nog bepaald, hoe zij Jesus gevangen zullen nemen, 4 pries ters worden uitgekozen om de wacht ge reed te maken. Judas zegt nog dat zij van fakkel en lantaarn moeten voorzien zijn en dat hij hen de noodige bevelen zal geven. De hooge raad beraadslaagd daarna wat zij met Jesus zullen doen als ze Hem gevangen genomen hebben. De een wil Hem in den kerker werpen, anderen willen Hem levend begraven. Kaiphas vindt dit alles niet goed en is bang dat de vrienden Hem zullen bevrij den. Hij zegt, het is beter dat één mensch sterve, dan dat gansch het volk ten gron de ga. Hij-moet-sterven. Allen herhalen uitgezonderd Nicodemus en Josef, ja, Hij moet sterven, en zijn dood is ons heil. Nu verlangt Nicodemus het woord en YJAagtj pf j£it .yyel billijk g eg r£cfetv&aj- eerw. heer Gh. de ,Wijs, adviseur der afdeëling tWaalwijk van den Ned. R. K. Lederbewerkers Arbeiders-Bond de be wijzen gevraagd, waarop de arbeidsters en arbeiders 'hun meehing gronden, idat die heeren Van Schijndel tegen de R. K. organisatie zijn gekant Men vertelde ons verschillende feiten, waarop die meening is gebaseerd. Voor onderhalve maand werd het toe zicht der patroons zélf in de fabriek zóó verscherpt en verzwaard, dat het een hinderlijk toezicht werd. De georganiseer den gingen vrij uit. Er wordt van wérk- liedenzijde volstrekt niet beweerd, dat er bij de meisjes e. a. geen schuld is; dat zij praten zal wél voorkomenhet zijn meest jonge meisjes, maar de boeten werden te opmerkelijk ongelijk verdeeld. Zoo kwam het voor, dat 4 a 6 meisjes te za- men praatten, terwijl alleen de georgani seerden beboet werden ofschoon Volgens hare eigen verklaring de ongeorganiseer den de meeste schuld hadden. De groote, de eigenlijke oorzaak was volgen de werklieden het onmogelijke, het vervelende befitten der meisjes en de „hondsche" behandeling. Een aanslag op R. K. vakorganisatie, meent de „Tijd" zooals "die te Eindho ven heeft plaats gehad, is hier niet ge schied!, We bevonden den toestand iheel anders hier dan dien te Eindhoven bij ons onderzoek aldaar. Van een o p e n 1 ij k e n aanslag is geen sprake hier! Er zou echter een i n d i r e è't e bestrij ding van de organisatie 'door de patroons hebben plaats gehad. Tegenover de besliste ontken ken n i n g Van 'de patroons staat de even besliste overtuiging der ar beiders. „De Tijd" onthoudt zich ten slotte van het uitspreken van een oordeeL Aan „Het Huisgezin" schrijft men: "Het hoofdbestuur van den N. R. K. iL. A. B. heeft reeds verschillende ver gaderingen belegd met de stakers van de firma van Schijndel om de voorwaarden te bespreken waarop zij weer het werk willen hervatten. Tot nu toe zïjn echter nog geen onderhandelingen mèt de firma gevoerd* De stakers houden zich voorbeeldig. Bijna het gansche publiek is op hun hand Van 's morgens 5 tot 's nachts 12 uur wordt gepost. In de „Echo van het Zuiden" komt van het hoofdbestuur van den Ned. R. IC. L. A. B. een uitvoerig shik voor ïn antwoord op hetgeen dat blad uit een onderhoud met de firma had meegedeeld. In dat stuk lezen wij o. m. Als een meer direct bewijs van de waarheid onzer bewering, dat de heer A. H. van Schijndel de katholieke vakorga nisatie ook thans nog vijandig gezind is, dig, dat iemand wordt veroordeeld, zon der dat er een onderzoek is ingesteld'. Of zulk een handelwijze het volk Gods waardig is? Hij vervolgt na eenig over en weer twisten: De groote daden en woorden van den man van Nazareth ver dienen geloof en bewondering en geen verachting en straf. Oos Josef spreekt: Hij heeft niets als goed gedaan, men kan Hem geen daad aanwijzen, waardoor Hij den dood schul dig is, het is enkel nijd en boosheid die zijn schoonste werken verdacht maakt. Kaïphas en Annas antwoorden hierop: gij zijt verraders in ons midden, wat doet gij hiér, loopt uw Profeet na. Dat hij sterven inoef, blijft onveranderd. Hierop antwoorden allen, behalve Ni codemus en Jozef: Ja sterven moet'hij,' dat is ons besluit. Nicodemus en "Jozef verwijderen zien, nadat ze te kennen ge geven hebben, geen aandeel in dit bloed- gerecht te willen (hebben. 'Nadat deze twee zich verwijderd heb ben, zïjn de overigen 'blijde, dat z- van hun bijzij i bevrijd zijn, vrijer in hun ge sprek en hunne besluiten. Kaïphas zegt, dat het volstrekt noodig is een officieele rechtzitting te houden om Jezus zelf aan te hooi en, en getuigen tegen Hem te laten spreken, opdat niet de meening van het voïk versterkt worde, dat wij Hem uit haat en nijd vervolgen. (Hij vir.dt het ook veiliger üls de land voogd Pilatus het doodvonnis zou wfllen drijven, jdan waren zij van alle verant woordelijkheid ontslagen. 'Zij gaan daarna uiteen nadat Kaïphas hen heeft vermaand op ieder uur van den nacht bereid te zïjn om hier terug te kee- ren. Aller, verwijderen zich al roepend: „Hi| sterve, de vijand onzer heilige wet! De proloog en het koor komen weer van het tooneeL De proloog spreekt van Adam die jn het zweet zijns «aanschijns om eigen schuld te boeten, het brood voor zich en de zijnen moet verdienen, dij vergelijkt |dit bij den Heiland dde om onze zón- Oen oen Tieetsten Jcamp strijdt op den Olijfberg. Hij wijst op den trouwe'.oozen leerling Judas die reeds nadert en met een schandelijk verraad het zegel der lief- ide ontheiligen zal. Hij vergelijkt dit verraad met dat van Joab aan Amasa gepleegll, die met den kus der vriendschap op de lippen, hem den dolk in het hart stoot. Het koor zingt over Judas, 'die mét een besmeurd geweten aan het laatste Avond maal deelnam en daarna de zaaj ultijlde naar de Synagoog om daar zijn Meester Je ysrfaoopefy lean de volgende logische redeneering'die nen Op 1 Juni j.L kondigde de heer Van Schijndel aan alle meisjes zïjner ïabriek,- tegen Zaterdag over 8 dagen ontslag aan, lais zij lid bleven van den Nederl. R. K. Lederbewerkersbond. Op dien datum was ous de heer van Schijndel zonneklaar de katholieke or ganisatie vijandig gezand. Door Iden R. K. Lederbewerkersbond wordt aan de stakers 90 pCt. van het ge middelde loon uitgekeerd. Groene Kruis Congres. Gisteren is het congres voortgezet en hebben verschillende sprekers Inleidingen gehouden, alle gevolgd door levendige gedachten wisseling. Dr ,.H. G. .Hamaker van Groningen handelde over den arbeid;dien het „Groe ne Kruis" op het platteland en in de steden1 heeft te verrichten; de heer L. A. Tromp, van Leeuwarden, handelde over maatregelen ter bevordering van een ver beterde verzorging van kraamvrouw en zuigeling; 0e heer G. Oosterbaan Van Zwolle handelde over de inrichting van den ontsmettingsdienst ten plattelande; ds. |H. G. Brink besprak een algemeene Groene Kruis organisatie en de heer Q Dekker handelde over bestrijding der tuberculose ten platte lande door het Groene Kruis. Na den strijd te Enschedé. Tubantia houdt in de „Tijd" een na betrachting over den Enschedéschen strijd Hij .vestigt daarbij de aandacht op een punt ia deze droeve zaak, dat waard is nader onder de oogen te worden gezien. Telkens wanneer in de laatste jaren in Twente en vooral te Enschéde een werkstaking onder de fabrieksarbeiders is uitgebroken, behoorden tot de grieven die zij inbrachten, allerlei klachten over de bazen. En dat is bij de bestaande toestanden en verhoudingen geen won der. De bazen zijn als het ware de lei ders in de fabriek. Het is hun taak op te komen voor de belangen der fa brikanten. Maar t en dut is ide zeer donkere schaduwzijde, die het gansche fabrieksbazeiistelsel aankleeft "de ver standelijke en vooral de zedelijke ont wikkeling van "hen, "die op deze wijze in overheiu gesteld zijn, is In het al gemeen gesproken veel te. laag om erfen goede verstandhouding te scheppen tusscherrhen de arbeiders. De bazen in de weverijen bijvoorbeeld worden geko zen uit de arbeiders. Dat wekt al da delijk de afgunst "der andere wevers op* En het kost hun moeite de ondergeschikte te wezen van hem, die gisteren nog "huns; gelijke was en van wen ze niet kunnen inzien, waarom hij boven hen moest uit verkoren zijn. Ieder mensch heeft ook vrienden en vïj- Het. scherm wordt opgetrokken, thans vertoont het tooneél in levende beelden Adiam en"Eva met hunne kinderen, zwoe gende om hun brood, den vloek dier zon de. Het koor zingt over Joab's moorde naars hand, waardoor Amasa verraderlijk gedood werd. Het volgende tooneel verV r.t Joab en Amasa omringd door strijders "Het tooneef stelt een gebergte voor. 'Het koor zingt steeds door en telkens wordt een gëdieelte! ,Yan den zang achter het gebergte gehoord Het koor ëindiigt met: Vervloekt zij, wie den vriend bedriegt Met schijnheilg gebaar die liefde leugenachtig maakt.; Met den Judaskus de onschuld nadert. Doch in (het hart verraad verzint „Vloek op hen"jnoet het tegen de rotsen klinken. „Vloek op hen"moet het van de ro"t- sen terugkldnken. "Het scherm Is op, het tooneel vertoont i,de landstreek in de nabijheidi van den Olijfberg. Judas komt met zijn wacht uif de poort rechts, loopt van het tooneel om,- spreekt met de soldaten af dat hij als teeken Jezus een "kus zal geven. TDezeiï nu moet gij gevangen nemen. De wacht gaat door de poort'links, achterom naar. den hof van 'Olijven. Christus komt daar met zijn leerlingen en spreekt nog met hendan neenit Hij Petrus, Johannes en jacob»s mét zicli mede; zij-plaatsen ach voor in den hof en Christus gaat den berg op. Van dezen doodstrijd ;zal ik ji piet verhalen, hij As u allen bekend, het Evan gelie is hier trouw gevólgd. Ook ver schijnt de Engel om Jezus te troostenu? Alles wat hier jn den |hof van Olijven gespróken jvordt, is duidelijk verstaan baar, het wordt zoo innig vroom en diepj-» gevoeld voorgedragen, dat men werkelijk" niet aan spel denkt Nadat Jezus getroost Is, komt Judas met de bende soldaten in den hof. ,Het Evangelie woittt hier weïlerom trouw ge volgd, geheel de bende valt achterover, bij het hooren van "Jezus* naam en het oor van Malchus, door Petrus afgehou wen, wordt door Jezus genezen. 'Hierna wordt Jezus ge'vangen geno men, gfèbondeii en voortgeduwd door de bende, die Hem onder 't heengaan hoont en bespot. Einde van het eerste deel. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 6