ALLERLEI. 293 Een gevaarlijk beroep. Marietje's pa is nachtredacteur aan een groote krant, maar daar weet Marietje nog niets van. Eenige dagen geleden vroegen ze haar wat haar vader van zijn vak was, en toen antwoord de ze: »Ja ik geloof eigenlijk, dat hij in breker is, want hij is altijd den heelen nacht uit en komt 's morgens pas thuis 1" Uit een ander oogpunt beschouwd. A. Je moet niet zooveel sigaren rooken, amice. Iedere sigaar is een nagel aan je doodkist B. Precies, en nu leg ik me er op toe, om er zooveel nagels in te krijgen, dat ik zelt er niet meer in kan 1 Een vermoeiende bezigheid. „Waarom werk je niet liever dan zoo te slenteren," vroeg iemand aan een smerig uitzienden straatlooper. „Ik ben aan het werk," was het antwoord. „Zoo," klonk het verbaasd, „ik merk er toch niets van." „En toch is het zoo. Mijn kameraad daar ginds en ik, wij werken alle twee voor een zeepfabriek. Ik ben de advertentie „vóór het gebruik," zooals u op mijn rug kunt zien, en hij daar ginds is de man „na het gebruik." De man aarzelde een oogenblik, maar terstond richtte hij zich fier op en sprak met vaste stem„Ja mevrouw, handwerk is altijd duurder dan dat ellendige fabrieksgoed 1" „O, is het dat," sprak het mevrouwtje gerustge steld, „nu, dan kun je blijven leveren, hoor!" Moderne kinderen. Vader, PER VLIEGTUIG VAN PARIJS NAAR LONDEN MET EEN PASSAGIER: dat kunststuk heeft de Amerikaansche vlieger Moisant kunnen volbrengen, die in verschillende „étappes", zij het ook door allerlei pech gehinderd, de reis tusschen de twee wereldsteden heeft gemaakt door de lucht. Onze foto geeft den vlieger weer, met zijn mecanicien, dien hij steeds meeneemt, opstijgende te Rainbam in Engeland, nadat hij zijn schroef, die gebroken was, had hersteld. Ze konden het krijgen, zooals ze het hebben wilden. Een voetballer zond zijn familie het volgende telegram „Neus gebroken. Wat hebt ge liever; een Griekschen of een Ro- meinschen De dokter wacht uw antwoord I" Daar moet men op voorbereid worden Ver wend dochtertje. Pa, wat hebt u toch 1 Ik had vroeger nooit een wensch, dien u niet gaarne vervulde, en zelfs hadt ge het heel dikwijls al geraden, nog vóór ik hem uitsprak; ge gaaft mij geld voor allerlei dingen, waar ik nog niet eens aan gedacht had En nu moet ik u haast iederen cent afbedelen, nu doet ge niets dan grommen en knorren, ge vraagt of ik denk, dat het geld u op den rug groeit, en klaagt over de zucht tot verkwisting bij de vrouwen, en ik kan er al op rekenen dat ge telkens informeert, waar toch de laat ste cheque of het laatste goudstuk dat ge mij gaaft, zoo gauw weer gebleven is Houdt ge dan niet meer van mij? Papa. Dat weet je wel beter, lieveling, ik houd nog juist evenveel van je als vroeger, maar nu je binnenkort gaat trouwen, moet ik je op die groote verandering toch een beetje voorbereiden, kind, wil het je niet al te veel opeens afvallen VAN DE SPORTTENTOONSTELLING EN HET AARDIGE JAPANSCHE MARKTPLEININ HET BRON GEBOUW TE HAARLEM: Zooals uit de couranten bekend is, wordt in het Bron gebouw te Haarlem een zeer-goed-voorziene sportten toon stelling gehouden, die vele bezoekers trekt. Wij geven de volgende week van deze tentoonstelling zelve een paar mooie kiekjes. Voor heden zij een kijkje gegeven op het „attractie terrein" dat tegenwoordig bij elke Expositie regel schijnt te worden, en dat hier „een Japansch Marktplein" verbeeldt. Dat „Japan" is alleraardigst nagemaakt, en er zijn zelfs echte Japanneezen, de Hinoko's, die verbazingwekkende toeren doen. en die men hierboven gekiekt ziet. Leve het handwerk! „Zeg eens vrind, je rekent tweemaal zooveel voor de aardappelen als de menschen, die bij mij aan de deur komen. Hoe zit dat En de jonge huismoeder keek den groentehande laar wantrouwig-onder- zoekend aan. VAN DE SPORTTENTOONSTELLING EN HET AARDIGE JAPANSCHE MARKTPLEIN IN HET BRONGEBOUW TE HAARLEM: aan eet- en drinkgelegenheden ontbreekt het op het Japansche marktplein natuurlijk geenszins: een der aardigste en 't meest in den Japanschen toon blijvende is wel het theehuis, hierboven gekiekt. Een enfant terrible. De kleine Claudius had gehoord, dat oom Jan een glazen oog had, maar vergat dat hij er niet over praten mocht. „Oom," sprak hij, „mag ik uw glazen oog even hebben Mijn mooie albasten knikker is in de goot gevallen, en nu kun nen we niet verder!" Nu kinderen, ge krijgt weer een moeder, ik ga weer trouwen. Kleine (zesjarige) Frits. Hebt u over dien stap wel ernstig nagedacht, papa J. SPRUIJT Meesterknecht der Firma M. J. Roozenkrans, wijn handel te Haarlem diej.l Woensdag zijn 25-jarig jubileum vierde bij ge noemde firma.;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1910 | | pagina 13